D V PLUIMVEE J^!and" en Tuinbouw'"jjjj ONZE EILANDEN VAN WOENSDAG 20 AUGUSTUS 1930. gasstokerij wordt gevestigd. Voorzitter, neen. De heer v. d. Heide. Er is nu een H.A. grond verbruikt,. De gasfabriek geeft maar tuintjes en plaats voor opslag van haar terrein. De directeur heeft mij gezegd, dat de fabriek wel te klein is voor nög een gashouder op dat terrein, er moet dus wèl mettertijd een stokerij komen. Voorzitters Een stokerij komt er niet. Dat beslist de raad immers en wij zijn er alle maal tegen. De gasproductie zal niet veel opgevoerd moeten worden. We verkoopen gemiddeld 800.000 M3. gas. Dat zal door de E.M.G.O. terugloopen misschien totdOO.OOO a 500.000 M3. Die andere 400.000 M3. gas zul len we moeten zien te verkoopen als kookgas. Straks is de fabriek zonder schuld en dan gaat dat. Laten we nog een paar jaar wach ten met dien grond, dan kunnen we zien, er ligt bouwverbod op. De heer v. d. Meide. De gasfabriek vrij? En met de kabellegging van de E.M.G.O. bleek, dat vele buizen rot zijn, die moesten vernieuwd worden. En met die schuur, jullie doen toch net wat je wilt, daarmee zijn jullie ook in overtreding geweest met je eigen verbod. Voorzitter... hebben we erkend. De heer v. d. Meide. Als een burger dat had gedaan, had hij in groote moeilijkheden geraakt. Voorzitters Er had eigenlijk al lang een gashouder bij gemoeten, dan hadden b.v. op Zondag de menschen niet hoeven te werken. De heer Vogelaar: U zegt Voorzitter dat u S00.000 M3 gas verkoopt. Dat zal b.v. terugvallen tot 400.000 M3. en de rest wild u als goedkoop gas verkoopen en dan nog extra onkosten voor een derde gashouder? Voorzitter: Dat had eigenlijk al laDg ge moeten. Nu moet het personeel Zondags doorwerken om ons van gas te voorzien. Dan zal dit niet hoeven. De heer Vogelaar meent dat dan het beste maar is de knoop door te hakken en een gashouder te bouwen. Dan kunnen we kijken welke grond er overblijft. De heer Koote heeft bezwaren. De heer v. d. Meide gelooft dat de gas- commissie dat niet aandurft. De heer Vogelaar stelt voor het voorstel v. d. Meide aan te houden. Voorzitter: Dit voorstel ligt niet in het belang van de gemeente. Een jaar verder, dan hebben we meer zicht. Het voorstel v. d. Meide valt, met de stemmen van den heer v. d. Meide en Struik vóór. De heer v. d. Meide vraagt of het niet, mogelijk is dat er meer lantaarns aan zijn. Weliswaar gaat het misschien wat moeilijk nu de gasfabriek spaarzaam is met gasleveren door haar verbouwing, maar 't zou toch beter zijn. Voorzitter zal er over spreken met den gasdirecteur. 5. Vaststelling rekening 1929 van het Burgerlijk Armbestuur, Burgerlijk Weeshuis en het Vleeschkeuringsbedrjjf. De heer Vogelaar brengt rapport uit. Alles is in orde, alleen de rente-rekening was wat vreemd. Er was een navordering gekomen voor een kasgeldleeningendatzatin de ver- boogde prolongatie-rente. De heer Struik vond het vreemd dat men niet van te voren vroeg den rente-stand. 8. Vaststelling gemeentelijke vergoeding ingevolge art. 101 der Lageronderwijswet 1920 voor de Bijzondere Weeshuisschool over de jaren 1925, 1926 en 1927. Er bleek teveel te zijn betaald 215,50. die van het volgende voorschot zal worden afgetrokken. 7. Aanbieding gemeenterekening 1929 en benoeming commissie van onderzoek. Worden benoemd de heeren Struik, Doorn bos en De Lint. 8. Nadere bespreking wegenaanleg. Is voor een geheime zitting. De heer Struik voelt zich gedwongen om te berde te bren gen dat de gemeentelijke grond-uitgifte niet deugt. De gemeente heeft grond gekocht voor totaal met onkosten 80.855,87. Daar voor kreeg het 52.500 M2., waarvan afging aan wegen 9340 M2. Bisico-kosten 4- rente en diverse onkosten 6928,15. Een en ander komt dus de M2. de gemeente op 16 ct. De gemeente geeft den grond uit a 10 of 13 ct. Dus moet er geld bij. De heer Zaaijer wijst den heer Struik er op dat deze verkeert rekent. Ten eerste mag bij niet die rioleering meetellen b.v. De heer Doornbos is bet al evenmin met den heer Struik eens. Hij had indertijd in geheime zitting een rekening opgemaakt waarbij wel degelijk bleek dat die grond voor dien prijs gegeven kon worden. De heer Koote beschuldigt den heer Struik van reclame-makery. De heer Struik houdt voet bij stuk: die grond is te duur;| we bouwen er niets als scholen op en lighallen plaatsen. Misschien kunnen er nog 6 woningen by. Dat loopt wat al te gek. De heer Doernbos verwijt den heer Struik, dat deze altijd tegen alle uitbreiding is van Middelharnis. Daarna sluiting van de openbare vergade ring voor 'n geheime zitting. J. B. Vliegveld Oostvoorne. Lang voordat er sprake is van de opening van een vliegveld op bet eiland Schouwen, is een vliegveld op het eiland Voorne ge opend. Het nieuwe vliegveld, gelegen onder de gemeente Oostvoorne, dat een oppervlakte van 9 K.a. heeft, is weliswaar voorloopig slechts bestemd tot landingsterrein voor sportvliegtuigen, maar de eigenaresse van het mooie, gunstig gelegen veld zou er zeker geen enkel bezwaar tegen hebben, als ook verlof werd verleend er andere vliegtuigen, die wellicht voor handel en landbouw van het naar ontwikkeling strevende eiland van beteekenis zouden kunnen zijn, te doen lan den en opstijgen. De eigenaresse van het veld is de maat schappij Voorne's Duin. Het is in de onmid- delijke nabijheid van de zee gelegen, tusschen de mijlpalen 5 en 6, en beeft een lengte van 500 en een breedte van bijna 200 meter. Het is gedraineerd, loopt naar den duin kant een weinig op en is door een wal met een verbreedte van 10 M. en een kruinbreedte van 6 M. beveiligd tegen den toevloed van uit Z.W. richting komend zakwater. In den Zuid-Oostelijken boek van het veld is men bezig met den aanleg van een weg, die voert naar de verharde wegen van de Maatschappij Voorne's duin. In dezen zelfden boek wil men een hotel oprichten, de plannen daar voor zijn evenwel nog maar in het allereerste stadium. Onder hen, die de opening hebben byge- woond, bevonden zich de heer H. Ch. E. van Ede v. d. Pais, inspecteur van den lucht vaartdienst, de beer P. Warbout, loco-burge meester van Oostvoorne, de wnd. burge meester van Den Briel, de heer v. d. Knoop en de secretaris dier gemeente, de heer v. d. Ban. Het ongunstige weer was oorzaak dat de belangstelling uit Botterdam niet zoo groot was als men verwacht had. De bedoeling was geweest, dat zeven vliegtuigen van de Botterdamsche Aero Club en één of twee toestellen van de K. L. M. naar Oostvoorne zouden vliegen; er zijn in totaal evenwel maar vier vliegtuigen van de B. A. C. ge weest; een Fokker van de K.L.M. is wel den toestand wezen verkennen, maar is zon der landen naar "Waalhaven teruggekeerd. Een Pandervliegtuig, gevlogen door den heer Schmidt Crans, bracht op twee achtereen volgende tochten den voorzitter en penning meester van de K. A. C., de heeren C.Kolff en mr. J. J. Krantz, aan. Dr. van der Maas, van den Bijksstudiedienst voor de luchtvaart, en de heer H. Pander, kwamen eveneens met een B. A.C.-toestel. Te ongeveer half-vier nam de heer J. v. Hoey Smith, commissaris van de Maat schappij Voorne's Duin, het woord om de vele aanwezigen,diezicb in een ververschings- tent verzameld hadden, welkom te heeten. Hij bracht in herinnering, dat de aanleiding tot de inrichting van dit vliegveld was ge weest een opmerking van een der leden van de Botterdamsche Aero Club bij de opening van de golflinks eenige jaren geleden in dit duinterrein, dat de afstand tot Rotterdam zoo groot was. De inrichting van een vliegveld paste juist in het exploitatieplan van de Maatschappij. De omstandigheden waren gunstig, men vond er een groot egaal veld, met dichte grasmat en harden bodem. Spreker betreurde het, dat bet weer op dezen dag niet had meegewerkt, bracht dank aan den heer van Ede v. d. Pais, en allen die het hunne tot de inrichting van dit terrein hadden bijge dragen en verzocht den heer Kolff het veld te openen.. De heer Kolff zeide gaarne van de waar deering van de B.A.C. voor het initiatief van de Maatschappij Voorne's duin te ge tuigen. Het luchttoerisme is nog jong, maar het neemt dagelijks in beteekenis toe, niet alleen in Engeland, Frankrijk en België, maar ook in ons land. De sportvlieger wenscht evenwel niet te blijven boven bet aerodrome vanwaar hij is opgestegen, hij wenscht ook verder te gaan. Behalve de officieele vlieg velden Schiphol, Waalhaven en Souburg vindt hij thans in Nederland ook de door particulier initiatief tot stand gekomen vlieg velden Boermond en Oostvoorne. Hopelijk zullen binnenkort nog andere volgen. Oostvoorne biedt verschillende mo gelijkheden. De sportvlieger kan er zijn zee bad genomen hebben of zijn ronde golf ge speeld nog voor de automobilist het van Botterdam uit bereikt heeft. Deze eilanden zijn door de slechte verbindingen altijd min of meer geïsoleerd geweest, spreker hoopt dat het luchttoerisme, dat op zijn kaarten in het vervolg Oostvoorne met een stip zal zien aangeteekend, van de gelegenheid hier te landen, druk gebruik zal maken, dat Oost voorne het doel zal worden van vele sport vliegers, dat het vliegveld zal bijdragen tot de bevordering van het bezoek aan Oost voorne. Met deze woorden verklaarde de heer Kolff het nieuwe terrein geopend. De Pandersvliegtuigen hebben na deze officieele plechtigheid ten aanschouwe van de van alle kanten toegestroomde eilandbe woners en pensiongasten een vliegdemon- stratie gegeven."Het weer was inmiddels veel verbeterd en heldere zonneschijn be gunstigde de evoluties der vliegers. N.E.C. SCHARRELRDIMTE VOOR HOENDERS. De groote waarde van „goed" turfstrooisel. Nu door de aanhoudende regens onze hoen ders gedwongen zijn, veel in de scharrel ruimte te vertoeven, mag er wel eens bij zondere aandacht worden geschonken aan de bodembedekking. Een vochtige hokbodem is voor onze hoenders uiterst schadelijk, niet alleen in den winter, doch ook in den zomer. Een der eerste voorwaarden voor de gezond heid is wel een droge vloer. Waarmee nu moet die vloer bedekt wor den? In verband met het gevaar, dat de hoen ders elkaar zullen besmetten, worden er in den laatsten tijd hokken geconstrueerd met een bodem van latwerk, waarop dus geen strooisel wordt aangebracht. Waar de pluim veehouder over veel ruimte beschikt, zijn die hokken bovendien verplaatsbaar gecon strueerd, zoodat men ze telkens naar verscbe grasrennen kan brengen. De mest, die vooral de besmetting veroorzaakt, valt door het latwerk naar beneden en raakt dus buiten bereik der hoenders. Bovendien is zoo'n vloer luchtig en in den zomer hygiënisch. Het valt echter zeer te betwijfelen of voor ons kille klimaat dit type hoenderstal zal voldoen. Op verreweg de meeste bedrijven en ook bij houders van kleine toompjes volgt men daarom een ander systeem. De bodem wordt van beton gemaakt, waardoor hij droog is en ondoordringbaar voor de diverse knaag dieren, die zoo gaarne de hoenderhokken binnendringen. Als goede bedekking van dien betonnen vloer mag het turfstrooisel worden genoemd. Het is echter lang niet onverschil lig wélk soort turfstrooisel men gebruikt. Op het platteland zlju er nog tal van menschen, die 's winters turf stoken. Wat er ten slotte overblijft: de kleine kluitjes en het z.g.n molm gebruiken ze dan als strooisel in de scharrelruimte. Tegen een dergelijke bodem bedekking is ernstig bezwaar, omdat het molm, vooral in zonnige zomerdagen, te veel stuift. Men zou dan beter stroo of haksel kunnen gebruiken. Sinds jaren wordt er echter een soort turf strooisel in den handel gebracht, welke speciaal behandeld is om als scharrellaag voor hoenders te dienen. In de grootere bedrijven heeft dit product de andere ingre diënten als: kalf, stroohaksel, zand en zaag sel voorgoed verdrongen. Iu den alleriaatsten t(jd nu heeft men een nieuw product gefabriceerd, dat minder fijn gemalen is en uit kleine stukjes turf van ongeveer 1 c.M.3 bestaat. Een betere bodem bedekking is niet denkbaar. Van stuiven is hierbij geen sprake zoodat de slijmvliezen en ademhalingsorganen der hoenders er niet door worden aangedaan. En mocht een al te groote en langdurige droogte nog een weinig stof doen opjagen dan wordt de ongunstige werking daarvan vrywel t« niet gedaan door de antiseptische eigenschappen. Dit uitsluitend voor de hoenderhokken ge fabriceerde turfstrooisel heeft bovendien op stroo en kaf vóór dat de uitwerpselen der dieren er niet aan kleven, maar in het turf- molmbed wegzinken en door een laagje turf- stof worden overdekt en geïsoleerd. De pluimvee-consulenten zijn het er dan ook over eens dat goed turfstrooisel de voorkeur verdient boven ander strooisel- materiaal, omdat het desinfecteerend ver mogen van turfstrooisel de hennen en kui kens voor velerlei ziekten behoedt. Boven dien geeft turfstrooisel, vooral in den winter, een heerlijk warme laag, welke door haar groot absorbtievermogen alle vocht opneemt en vasthoudt, zoodat steeds een droge loop ruimte wordt verkregen. Ter dikte van byv. 10 c.M. in de hokken en rennen gestrooid geeft turfstrooisel een ideale scharrellaag. Een weinig kanariezaad of ander korrelvoer daarin geharkt houdt de hennetjes voortdureud in beweging. Toch zijn er pluimveehouders, die er huiverig voor zijn om voer door 't strooisel te mengen, zelfs by aanwending van turfstrooisel I Het spreekt vanzelf dat de laag strooisel af en toe moet worden ververscht. Deze turfstrooiselmest heeft hooge waarde voor den tuinman, omdat turf de goede mest- bestanddeelen vasthoudt. Iets over het bemesten van aardbeien. De voornaamste factoren tot het verkry gen van een grooten oogst aardbeien zijn: de soort, een flink losgemaakte grond, en een ruime, doelmatige bemesting. Yoora) bij de bemesting worden wel eens fouten gemaakt, niet alleen bij de keuze der mest stoffen, maar ook omdat de practyk de be mesting op aardbeien niet altijd op het juiste tijdstip toepast. De beste en doelma tigst bemeste aardbeien geven de meeste en mooiste vruchten. In den regel wordt by het aanleggen der aardbeien flink gebruik gemaakt van mest of compost, de volgende jaren kan men deze echter minder gemakkelijk toedienen, vooral niet wanneer men, zooals op de meeste plaatsen het geval is, de bedden vol laat loopen. Men is dan geheel op het gebruik ven kunstmeststoffen aangewezen. Trouwens waar de teelt eenigzins in het groot wordt gedreven, zal men bovenstaande manier niet altijd kunnen toepassen en reeds van het begin af kunstmest moeten gebruiken. Wil men nu zyn aardbeien volledig be mesten dan zou men gebruik kunnen ma ken van zwavelzuren Ammoniak, superfos faat (of Tbomasslakkenmeel) en patentkali. De Zwavelzure Ammoniak heeft een ge leidelijke werking en een langdurige, wel ke juist bij aardbeien verlangd wordt. Vele telers hebben door de slechte resultaten, welke zij bereikten door geven van te groote hoeveelheden drijvende stikstofmest, de stikstof geheel achterwege gelaten, wat zich natuuriyk aan de opbrengst wreekte. Op de stikstof komt het dus by een doel matige bemesting van aardbeien vooral aan. By het gebruik van enkel kunstmest zou ik dan willen geven per Are 3—4 k g. zwa velzuren Ammoniak 3 4 k.g. patentkali en 45 k.g. superfosfaat of Thomasslakken meel. Van de stikstof zou ik nu zoo spoe dig mogelijk de helft willen geven, in de herfst of winter de kali en het fosforzuur en de rest van de stikstof vroeg in het voorjaar. Worden de aardbeien aangelegd met ruim stalmest of compost dan men nu geen Zwavelzuren Ammoniak, maar een weinig kali en fosforzuur om in den winter of vroege voorjaar weer de halve volledige bemesting te geven. Dan wijzen wü hier nog op de volledige meststof Nitrophoska IG met een gehalte aan stikstof van 16J%, aan fosforzuur van 16J%, aan kali van 21J%. Deze meststof heeft in de practijk bewezen voor aardbeien uitstekend te zijn. Men gebruikt van deze meststof dan 4—5 k.g. per Are, waarvan men ongeveer 2 k.g. zoo spoedig de rest in het vroege voorjaar geeft. Landwinning door „Spartina" - aanplant." Reeds goede resultaten in Zeeland. MIDDELBURG, Aug. Een uitstekend middel tot landaanwinning wordt thans, dank zij het initiatief van dr. Lotsy en ir. Verhoeven op groote schaal in Zeeland toe gepast. Wie over den Sloedam, den verbindingsweg tusschen Zuid-Beveland en Walcheren gaat, wordt steeds getroffen door het eigenaardig gezicht dat het Sloe oplevert. Vooral bij laag water, als aan weerskanten uitgestrekte slib- veldeu droog komen te liggen, vraagt het onze aandacht. Is de Noordzijde van het Sloe niets dan een kom vette zeeklei met wat zeekraalschor ren, aan de Zuidzijde is die zeeklei bedekt met groote ronde plakkaten van een soort gras, welke als pannekoeken van wel 34 M. doorsnede, in de grijze klei liggen. Vele reizigers die over den dam trokken, zal deze eigenaardige vegetatie zyn opgeval len. De ingenieur der Domeinen A. G. Ver hoeven gaf ons een beschrijving van deze verspreiding der Spartina Townsendii-aan- plant in het Sloe. De verspreiding der Spartina. Spartina T. is een groote grassoort, die het eerst in Engeland werd gesignaleerd in 1870, op de moerassen van Southampton. De ge broeders Groves beschreven in 1879 deze plant als een nieuw soort oevergras, dat zjj Spartina Townsendii doopten. Het was toen nog een zeldzame plant, doch sinds dien tijd verspreidde de Spartina zich in al de wateren van Southampton, het eiland Wight en een groot deel van Engelands Zuidkust. De oorsprong der plant is onbekend, doch dr. Otto Stapf van het Kew Herbarium houdt haar voor een bastaard van Spartina restricta (ook in Zeeland voorkomend) èn Spartina al- terniflora, een Amerikaansche soort. In Frankrijk werd in 1906 de Spartina gesignaleerd te Carentan; thans zijn uitge strekte gebieden tusschen Cherbourg en de Seine met de plant begroeid. De plant viel op door haar vermogen, om op modderbanken te groeien, die door alle eeuwen heen zonder vegetatie waren geble ven. De robuste plant, is een hard soort gras met tweeërlei wortels: korte oppervlakte wortels voor voedselvoorziening en lange ankerwortels, welke diep de modder indrin gen.-De halmen blijven den heelen winter door op de plant tot April toe. Twee maanden later worden zy door nieuwe vervangen. In sommige gevallen veroorzaakt de opkomst van een Spartina-bed zijn eigen vernietiging, want door den groei zet het bed zich uit en wordt hooger. De golven vinden nu weer stand en vreten aan het bed, de modder wordt tnsschen de planten weggeslagen en zoo doende wordt een geul gevormd, waar de golven zich invreten, rechts en links, tot het heele veld is vernietigd. Dit is vooral het geval bij ver van de kust gelegen banken, welke in den golfslag liggen. Als bijzonderheid dient nog vermeld te worden, dat Spartina een veevoeder is, dat zoowel als gras en hooi door schapen en geiten, koeien en paarden graag gegeten wordt. Zoodra het water af is, looptin Enge land het vee de Spartinaweiden op. Ook voor Nederland zit hierin een belofte, tarwe en aardappelen waren ook eens nieuwigheden, hun plaats in den landbouw nameu zy ook eerst langzamerhand in, met Spartina staan wij thans aan het begin van de exploitatie als veevoeder. Roe de Spartina in Nederland kwam. De bekende Nederlandsche botanicus dr. Lotsy, heeft in samenwerking met prof. Oli ver uit Londen, een studie van de plant ge maakt, waarbij hy tot de conclusie kwam, dat haar zulk een groot vermogen tot land aanwinning moest worden toegekend, dat een proefneming in de zeekleigebieden hier te lande zeer aan te raden was. Dies wende dr. Lotsy, na de kwestie in de Nederlandsche Genetische vereeniging be sproken te hebben, zich tot het departement van Financien met het verzoek hem en een ingenieur, die volledig bekend was met de Zeeuwscbe stroomen, in staat te stellen een bezoek te brengen aan de vindplaats der Spartina in Zuid-Engeland. Het verzoek werd toegestaan en in April 1924 begaven dr. Lotsy en ir. Verhoeven zich naar Engelands Zuidkust, ten einde na te gaan in hoeverre het wenscheiyk zou zyn om ook op de buitengronden van den Staat der Nederlanden proeven te nemen met het inplanten van Spartina T. Hun opdracht was het bestudeeren van invloeden van water staatkundigen en geologischen aard waar onder de plantensoort zich ontwikkelt, om ten slotte uit vergeiyking dier factoren te kunnen vaststellen onder welke omstandig heden overplanting de meeste kans van slagen zou hebben. Het spreekt vanzelf, dat daarby werd nagegaan, of, inderdaad het slibaccuma- latievermogen van dien aard was, dat het nemen van proeven op de buitengronden hier te lande gewettigd zou zyn. Zp brachten in Juni 1924 een uitvoerig rapport uit aan den minister van Financiën waarby zy verklaarden, dat de aanplant van Spartina Townsendii in Zeeland alle kans van slagen zou hebben, mits hiervoor gedeel ten werden genomen, die slibhoudend rivier water ontvangen, zooals de inhammen van de Wester-Schelde. (Deze conclusies trokken de rapporteurs mede op grond van een proef, die zy in Mei 1924 met een 500-tal meege brachte planten hadden genomen in het Sloe, den Braakman, het Kreekrak en op het ver dronken land van Saeftingen. Reeds een maand na den aanplant bleken de proefvelden het te „doen"). De invloed van het zoutgehalte van het zeewater, was op den groei van de plant vol gens rapporteurs van geen invloed; door den aanplant op eenigszins uitgebreide schaal zou de landaanwinning belangrijk sneller voortschrijden dan tot nu toe Bovendien een dikkere kleilaag zou in de toekomst zyn te verwachten op de in te dy'ken schorren, daar toch de Spartina de aanslibbing onder en ter plaatse van de zeekraalzone in sterke mate zou bevorderen. De rapporteurs die een gunstige meening over deSpartina-mogelyk- heden hadden, vroegen en kregen van den minister machtiging tot aankoop van 40.000 planten. Begin Mei 1925 werden reeds 20.000 planten uitgezet bezuiden den Sloedam, 50 benoorden den Sloedam en de rest op de andere reeds aangehaalde plaatsen. Dus ook ten Noorden van den Sloedam is Spartina uit geplant doch er is niets van terecht gekomen. De oorzaak is volgens de deskundi gen dat aan de zyde van de Wester-Schelde een menging van zout- en zoetwater plaats vindt, die het vastzetten van het slib ver gemakkelijkt; aan de Noordzijde mist het water deze eigenschap. De conclusies van dr. Lotsy en ir. Verhoe ven blijkeD zeer juist te zyn geweest, de vel den groeien steeds aan. Op sommige plaatsen beginnen de pollen reeds ineen te groeien en binnen enkele jaren zal het Sloe een weide zijn, en 't thans zoo typische vegetatiebeeld zal tot het verleden behooren. Zeer vervroegde inpolderingsmogeljjkheid. De meening van ir. Verhoeven is, dat de Spartina-aanplant de inpoldering wel een tien jaar eerder mogelijk zal maken dan anders het geval zou zijn en hoe verder men komt hoe beter het wordt. De feiten bewijzen het; in de paar jaren dat de Spartina geplant is zfjn de slibbanken in het Sloe pi m. 1 M. opgehoogd. Zoo is 't in 't Sloe en zoo is het ook bij de aanplantingen in den Braakman, het Kreekrak en op 't land van Saeftingen, De grootste en meest overzichtelijke aan planting is echter die van het Sloe, waarop men uit den trein een mooi gezicht heeft. Een woord van hulde mag niet ontbreken aan het adres van de pioniers op het Spartina- gebied, nl. ir. Verhoeven en dr. Lotsy; ook prof. Oliver vestigde in een art.„The econo mie possibilities of rice-gras", er de aandacht op. De geleerde zegt, dat hij er nimmer aan getwijfeld heeft dat Spartina het goed zou doen als er een dergeiy'ke proef mee genomen werd, doch dat door ir. Verhoeven's werk de hoogste verwachtingen zyn overtroffen. Het is voor de eerste maal onder de zwaarste eischen bewezen, dat een behandeling van modderbanken door beplanting uitvoerbaar is en dat dit den dag van ontginning belangrijk kan vervroegen en dus ook: den datum waarop de grond aan den hoer kan worden overgegeven." (Tel.) C. Boeter, J. Boeter Vererving. De roodbloeiende erwten, waarmee Mendel waren zuiver. De gekruiste erwten die afstamden van wit- en roodbloeiende, ga ven toch alleen roodbloeiers. Die roodbloeiers gaven echter weer witte en roode bloemen. Die kruislingen, die rood bloeiden, waren toch niet zuiver voor de eigenschap rood, want anders konden ze in geen geval ook witbloeiers geven. Toch was op het oog aan die gekruiste rooden nietste zien. Wy noemen zulke kruislingen bastaarden. In de natuur zien wij bij dieren en planten bepaalde eigenschappen. In de nakomelingen vinden we die soms in het geheel niet, soms slechts gedeeltelijk terug. Hoe dat komt? Omdat wy de ouderplanten en dieren voor zuiver aanzagen, terwijl ze het in het geheel niet waren. Bijna alle planten en dieren, die wij om ons heen zien, zijn van die bast aarden. Zij zijn niet zuiver voor hun eigen schappen. Die onzuiverheid is in veel ge vallen niet te zien. Denk maar aan die bast aarden van wit en roodbloeiende erwten en groene en gele erwten. Soms is wel te zien, dat wij met kruislingen te doen hebben en dan is het veel gemakkelijker. Bovendien zijn er veel eigenschappen, die zoo maar niet dadelijk te zien zijn. Wy heb ben by voorbeeld een koppel Wit Leghorns gekocht. Het zijn mooie beesten en iyken uiterlyk geheel op zuivere Wit Leghorns. Maar er was ons bygezegd, dat ze afstamden van beste legsters. Dit kunnen we niet zien, dit moeten we gelooven. Maar als de dieren gaan leggen en we oontroleeren ze, dan blijkt ons vanzelf, of we goede legsters ge kregen hebben of niet. Zoo kunnen we aan H. van dei A. Visser, P. A. van T. van den P. van Hu SOMME) zijn van zyn fiets, ,ea kuiken die eigenschap niet opmerken, terwijl ze toch aanwezig kon zijn. Aan een voe merken we wel op, hoe het uitwendig ge bouwd is, maar hoe zijn eigenschappen voor j. p. Nieu vet en melk zijn, is voorloopig niet te zien, a. Witvlie bat weten we pas na een controle, als het p. Kievit, bier melk geeft. G. Nieuwlff Of een konyn zuiver is voor een bepaalde kleur en beharing is aan het dier zelf niet te zien, maar als we er mee gaan fokken, wh'zen de jongen wel uit, of het dier zuiver was of niet. Zoo zien we dus, dat dieren, die niet zuiver zyn voor een eigenschap niet al hun nakomelingen die eigenschap mee kunnen geven, maar slechts een gedeelte der afstam melingen, terwyi zuivere ouderdieren of plan ten die eigenschap meedeelen aan alle na komelingen. In de praktijk komen we vaak voor moei lijkheden te staan. Want een plant of dier bezit niet een eigenschap, maar talloos vele en dat maakt het juist zoo moeilijk om een juiste conclusie te trekken. Toch helpt een klein beetje verervingskennis ons al over veel onbegrijpelyks heen. Wit Leghorns hebben een enkele kam. Dat is hun eigenschap. Wit Wyandottes hebben een dubbele kam (rozenkam). Dat is de eigenschap vau hun ras. Wanneer Wit Wyan dottes nu gekruist wordeu (expres of per ongeluk) met Wit Leghorns, dan zullen de kuikens, die geboren worden zoowel de eigen schap, voor enkele als dubbele kam bezitten. Maar we zien by alle kuikens een dubbele kam, omdat de eigenschap: dubbele kam, dominant is en de eigenschap enkele kam zoolang teruggedrongen wordt. Maar in de nakomelingen komt bij bepaalde omstandig heden die enkele kam weer terug. Zoo zyn er veel koppels Wit Wyandottes, die wel een dubbele kam hebben, maar verborgen toch de enkele eigenschap in zich dragen. Die koppels geven in hun kuikens altyd weer een zeker percentage enkelkammen. Die kop pel was dus uiet zuiver voor de eigenschap van een dubbele kam. Een ander voorbeeld. Wij hebben 10 hen nen, die prachtig leggen, allemaal boven de 300 eieren per jaar. Niet watertanden, hoor, want het is maar een voorbeeld. Wij koopen daarbij een haan en zien nu vol verlangen uit naar de komende kuikens. Die vallen ons bitter tegen, ze halen net de 150 eieren per jaar. Hoe dat kan? Omdat de haan ook een woordje mee te spreken heeft en die had waarschijnlijk niet de eigenschap voor 300 eieren. Daarom: koop bij goede hennen steeds een haan van een beste moeder, dat geeft ons meer waarborg, dat ook de haan goed zal zyn. Het komt op de boerderij meermalen voor, dat zwarte koeien roode kalveren geven, terwijl toch het vaderstier ook zwart was. Dit kan. Maar al leek die koe en die stier zwartbont, in werkelijkheid waren ze het niet, het waren bastaarden, die de eigenschap voor roodbont toch verborgen by zich hadden. En die eigenschap komt toch altijd weer op een of andere manier terug. Zoo kunnen we veel voorbeelden aanhaleD, maar wachten daar verder mee tot over eenige weken. Mocht iemand bij het fokken van zijn dieren of by het winnen van zaad van planten iets opgemerkt hebben, wat hij nog niet kan verklaren, laat hy dit dan even melden, dan kunuen we dit volgende maal by het noe men van nog meer practische voorbeelden tegelijkertyd behandelen. Woe, kerk alhie ten in tot ging voor DIRKSJ (O. T.)zull Crescendo concert ge Teneind te stellen, felvoeten, zal toegan a 10 cent dames dei den waars het zullen ter wat r Dit con zijn, maa: beide corjj verkeeren ten goede Te kwa sen van c door de g Mat J. Hoftus beklemd, wond dat'I constatee De oorzaa hers houden i groot 86 dit aang geboden - Op nam. om nieuwe schoolgel het wooi Aal voogd in heer A. melis middag sing plaa door D. W. v. d.' ander w botste hl die in d moest e- komen, kwam e den bok Met bell het ong - Mf terrein vliegtui MIDDELHARNIS. Tot gezworene van den polder Het Oudeland van Middelharnis is gekozen den heer G. Soldaat met 183 stem men. Donderdagavond 7 uur hoopt voor de Geref. gem. aan de Chr. de Vrieslaan op te treden ds. Heykoop uit Utrecht. Uitslag aanbesteding centrale verwar ming van het Raadhuis en nevenstaand nieuw gebouw. Sneep, Schiedamƒ3864,— Visser Van der Giezen, B'dam 3070,- Bepeka, Amsterdam2975,- Firma Goud, Rotterdam 2580,- De Meijer, Beverwijk2575,- Op de Weegt, Alkmaar. 2170,- Gebrs. De Mooij, Sommelsdyk 2123, Begrooting 2375, Postduiven-sport. Op Zondag 24 Aug. zal door de P.V. „de Seinpost" worden deel genomen aan een wedvlucht vanuit Noyou (Frankrijk), afstand ruim 256J K.M. Des morgens 7 uur zullen de duiven wor den losgelaten. In de afgeloopen week zijn aan de kaai aangevoerd en verscheept 2200 H.L. Eigen heimers en 200 balen ajuin. De heer W. Prins alhier heeft onders hands van dhr. P. Wielhouwer alhier ge kocht een woonhuis staande aan de Tuin straat te Sommelsdyk. Uitslag aanbesteding voor den bouw van een nieuw winkelpand aan den Westdtjk voor rekening van de Firma Albert Heijn. Timmerwerk J. C. Osseweijer, Sommelsdyk. 3699,- M. Langbroek, Middelharnis. 3434-, P. Boeter, Middelharnis3150,— K. Kroos, Middelharnis2845,— iaetaet-we/ n» D. van der Waal, Middelharnis 4580,- P. Mackloet, Sommelsdyk 4240,— A, J, Dykers, Middelharnis 3990,— de vliei Alles v) STEL k. v. d. E lenderw hoofd v hetwelk dige hu - D: het ong eenigen zich on I len die I GOEI de blik wat ge oorzaak loopen dag en e B 2 perst gemaal dat nid I - T Bacchu maakt, uitgesl meentt OUD zoeke verkoc van da Haven) Meijer Dorps: Een p hoogst het ri vissch gevan t - ruim afkom vondei

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 2