jst „Onze Eilanden" REPARATIES PREDIKBEURTEN. SPOORMAKER rijf E. KOOI AAMBEIEN. DE SALAMANDER JL dverteert in „ONZE EILANDEN" WOENSDAG 20 Augustus 1930 Spot. OP EENZAMEN POST. VERSLAGEN feening men te wachten heeft voor ge- diensten aan dit groote Rijk. Namens het Bestuur van den Flakkeeschen Boerenbond: De Secretaris, A. W. KEIJZER. Zondag 17 Angnstus 1930. füERLANDSCÜ HERVORMDE KERK. Iharnis, vm. en 's av. dhr. Van Ginkel Bilthoven. lelsdijk, vm. en 's av. ds. Leenraans uit ft. land, vm. ds. Koolhaas uit Charlois en v. leeskerk. j.ngen, vm. en 'sav. dhr. Overweel. laut, /vm. leeskerk en nam. ds. Vlasblom Oude Tonge. !ndam, vm. en 's av. dhr. Bouman. reede, vm. ds. Van Araeide uit Ouddorp. >rp, vm. leeskerk en nm. ds. Van Ameide. ïe Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds. Dekker. Tonge, vm. ds. Vlasblom en 'sav.leeskerk. jnsplaat,vm. leeskerk en 's av. ds. Koolhaas Charlois. 'traat, vm. en nm. dhr. Vetter. Bommel, vm. leeskerk en nm. ds. Kool- i uit Charlois. aan 't Haringvliet, vm. ds. Dekker uit we Tonge en nm. leeskerk. oetsluis, vm. en 'sav. (doop) ds.Timmer. i-Helvoet, vm. ds. Priester, snhoorn, vm. ds. de Voogd v. d. Slraaten. Wne, vm. ds. Brinkerink. lders, vm. ds. Los. waal, vm. ds. Los. liet, vm, ds. Moll van Charante. broek, nm. ds. Dierkens van Zuidland. ïoorn, vm. dhr. de Kort van Maassluis. PROTESTANTENBOND. (Kerkstraat), vm. ds. Mackenzie uit jlerdara. GEREFORMEERDE KERK. harnis, vm. en 's av. ds. Zijlstra uit recht. dam, vm; en 's av. dhr. Mabach uit lem. p, vm. en nm. leeskerk. isplaat, vm. en 'sav. ds. De Lange, mmel, vm. en 's av. ds. Schaafsma. t Haringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaft', etsluis, vm. en 'sav. leeskerk. delvoet, vm. en 'sav. leeskerk. D-GEREFORMEERDE GEMEENTE, n 't Haringvliet, vm., nm. en 's av. leesk. IEREFORMEERDE GEMEENTEN, arnis, vm. en 's av. leeskerk. id, vm. en 's av. ds. De Blois. ;en, vm., nm. en 'sav. leeskerk. - vm. en nm. leeskerk. ummiiwmiiMmmmwmmiimmiBiiiiiMimiiwi RSONEEL, GOEDE MODERN INGE- ÏICHTING, ONDER VAN DIVERSE |BIELEN. 90 - TELEF. 3546-3547. iCHIE. (molen), oge opbrengst! Wier as net! RADICALE GENEZING h ardnekklgste Aambeien nt U genezen binnen enkele weken. Kipstraat 59, R'daffl I let goed, geld terug. Prijs per kwartaal Losse nummers f L- 0,07» ADVERTENTIËN van 16 regels - 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Onder de wapenen, die, in het maatschap pelijk leven en in den meer intiemen om gang van de menschen, in grooteren of klei neren strijd met elkaar, menigmaal worden gebezigd, is voorzeker de Spot wel het wa pen van het allerminst allooi. Het is in de meeste gevallen, waarin het wordt gebezigd, scherp, lomp en giftig. Het spreekt vanzelf, dat daarmede niet wordt bedoeld die onschul dige spotternij, die uit een opgewekte le- venslustigen en schitterden geest voort komt en die niet geboreD wordt uit onedele hartstochten en uit eigenschappen van niet beminnelijken of wel zeer onaangenamen aard, voortspruitende toch ook uit een wei nig vriendelijken en geenzins opbouwenden karakteraanleg. Een niet afbrekende en niet kwaad bedoelde spotternij kan menigmaal de stemming veraangenamen en de gesprek ken aan pittigheid doen winnen zonder wanklank en oneenigheid te veroorzaken. Een dusdanige spotternij is gemakkelijk te herkennen en zal ongetwijfeld niemand, die niet aan licht-geraaktheid ljjdende is, deren. In dit opstel wordt echter niet bepaaldelijk die spot bedoeld, die ten alle tijde een slacht offer zoekt, en niet uit een eerlijke en recht vaardige bedoeling kan voortkomen. Menig maal kenmerkt toch de spot een niet voor indrukken en humor vatbaren geest, en dient deze slechts om onwetendheid en gebrek aan onderwerpen voor gesprekken te ver bergen plus een zucht om geestig te zijn en de aandacht te trekken. In dat geval is de spot hoe zouteloos en ongemotiveerd dan ook, nog niet het meest gevaarlijk, hoewel hinderlijk en deaangenamestemming storend. Men zou deze spotzucht meer uit sluitend een laf en ongepast gespreksmiddel kunnen noemen, dat eindelijk gaat vervelen en ten slotte de persoon, die het bezigt, zelf treft. Doch daar is ook een spotzucht van min der onschuldigen aard, een wreede grieven de spot, die de ziel krenkt van wie zij treft, die hopeloos wondt en verbittert, die ter stond aangename, opgewekte en vriendelijke stemmingen bederft, goede voornemens te rughoudt en het vertrouwen voor altijd weg neemt. Dat is dat laffe wapen van hem of haar, die opzettelijk wil verwonden, die geen zelfbeheersching heeft in de uiting van zijn (of haar) haat en afgunst die één zijdig oordeelende, vele levensjaren laat voorbijgaan in een halsstarrig volhouden, die nooit spjjt gevoelt over eigen dwaas en verachtelijk optreden en nooit bedenkt wat het einde zijn kan van de moedwillig opge wekte verbittering. Dergelijke spot is niet anders dan een getuigenis van een wreed, wraakzuchtig en in hooge mate zelfzuchtig karakter; het is het vuige, giftige wapen van den mooi schijnenden, maar onverbid- delijken geluksmoordenaar, die doodarm is aan echten geest en aan goedheid des har ten. Zulk een laat z'n ongemotiveerden, sarrenden spotlach schuilgaan achter eenig laf gebaar, doch draagt daarbfl zorg, dat z'n min gedoe alleen door z'n slachtoffer wordt opgemerkt. Dat is de in het donker toege brachte dolksteek, die het diepst treft en het zwaarst vergiftigd is. Spot is behalve al het bovengenoemde, ook menigmaal een toejuiching van ver meend, eigen verstand, wijsheid of be kwaamheid, doch in werkelijkheid is het: gebrek aan zeggingskracht en aan gegron de motieven. Spotzucht spruit menigmaal ook voort uit eene hoogmoedige vereering van het eigen ik, van een dwaze zelfver heffing en van velerlei bijoogmerken. Ook is spot in vele gevallen een uitweg voor onwetendheid een reddingspoging van den oppervlakkigen, kortzichtigen mensch, die nimmer diep in zichzelf is ingegaan, maar toch door anderen wil worden opge merkt en toegejuicht. De verstandige, recht vaardige en gevoelige mensch versmaadt dat oneerlijke en laffe wapen, dat zelden den ontwikkelden, nimmer den ernstigen, maar veelal den éénzjjdigen en bekrompen mensch dient, om zichzelf te verheffen, an deren te kwetsen en menigmaal ook, om zich bij anderen aangenaam en groot te maken. De waarlijk ervaren mensch be werkt het oordeel van zijne toehoorders nimmer door spot. Maar de ervaringen van het rijke leven zijn voor den eenen mensch méér toegankelijk dan voor den ander. Niet iedereen is ontvankelijk voor den echten, leerenden levensernst. Er zijn menschen, die nooit leeren en bijgevolg niet ernstig nadenken. Hun mentaliteit is van gering allooi en grof aangelegd; zij mist althans diepe en fijne voelhorens. Er is veel levenservaring en veel men- schenkennis noodig om de spotters te ont wapenen en zich volkomen te verheffen boven hunne praktijken. Nu is het een al gemeen erkende waarheid, dat het aan schouwen van de wereld (in ruimen zin) en de ontmoeting van velerlei menschen in 't algemeen, leerzaam is; doch dat zien en die ontmoeting alléén, brengen niet alt(jd en niet aan iederen mensch groote wereld en diepe menschenkennis aan. Verreweg het grootste deel der menschen toch, tracht zich in het openbare leven van de gunstige zijde voor te doen, wat op zichzelf beschouwd, natuurlijk is. Doch deze eigenschap maakt het den menschenkenner tegelijkertijd moei lijk den schijn van de waarheid te onder scheiden. Wie schooner schijnen wil dan hij is, wie zijn ware gevoelens en de waar heid in het algemeen, wil verbergen, plooit zijn gelaat in die richting, en bezigt de woorden, die hij (of z(j) voor het beoogde doel geschikt acht. Vandaar zooveel mis leiding; vanddar zooveel verkeerde beoor deeling. De spotter weet in dat opzicht een redmiddel, waar zfjne verdedigingsmiddelen, zijn kennis en zijne motieven tekortschie ten. Hij maakt eenvoudig personen, zaken, kortom alles belachelijk, en is dan vrij zeker van zijn succes. Het doorleven van toestan den, van levensmoeilijkheden, zooals tegen stand, slimme berekeningen, duisterehande lingen, kortom van de bittere en teleurstel lende ervaringen, die wij vooral van hen, die ons niet gezind zijn, die ons schier al tijd tegenstreven en die geen middelen, om hun doel te bereiken, onaangewend laten, ondervinden dit alles te zamen, is de rijke de onuitputtelijke bron van levenswijs heid en menschenkennis. Want zooals de levensomstandigheden en levenswendingen den mensch ontwikkelen en vormen, zoo leveren toch de karakters en handelingen van menschen, de rijkste, hoewel moeilijk ste leerstof, voor de school van het leven, waarin met den leerplicht niet valt te spot ten. FEUILLETON. BOOTH TARKINGTON. NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR HENRI VAN DE WEG. (Geaut. uitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Bolle.) 33) „Ik weet niet wat Cynthy Tibbworthy mankeert/' merkte de eigenaar van het hotel op. „Twee jaar lang heeft zij hem opgewacht aan tafel en haar broer Bud werkt op het bureau van de „Herald". Zij heeft nog geen woord gezegd zij staart maar voor zich uit als een krankzinnige. Met mijn broer is zij gaan zoeken in de bosschen. De menschen houden elkaar aan de hand vast, als. „Dat zegt nog niks," viel Homer Tibbs hem in de rede, „je hadt die oude mrs. Hathaway moeten zien, toen zij het hoorde. Hij heeft haar geholpen om een pension te beginnen en zij trok het zich veel erger aan dan iemand anders, erger nog dan toen Hathaway stierf." „Ik vrees, dat de Bowlders, vader en zoon, er heelemaal gek van zijn geworden," vertelde de postmeester, zijn baard afvegend. „Zij kwamen de stad inrennen, als dolle Indianen, de oude ranselde zijn grijze merrie als een gek; anders is hij nooit wreed. Lige Willetts deed het beste, niet in de buurt van Harkless te komen." „Ik blijf niemand uit den weg," klonk een stem achter hen. Zich omwendend, zagen zij Lige staan VERSLAG van liet verhandelde inden Raad der gemeente UIDDELHAR- NIS, dato 15 Aug. 1930. Aangezien de voorzitter, burgemeester L. J. den Hollander afwezig is, presideert de oudste wethouder, de heer J. Vroegindewejj de vergadering. Afwezig de heer J. Slis. Na opening met gebed, lezen der notulen, gevolgd door ingekomen stukken. We notee- ren een goedkeuring van God. Staten over een wijziging in de Gemeente-begr. 1930, een bericht over het feit dat de 4400,-, uitgetrokken voor de Chr. U.L.O. voorloopig belegd moeten worden in pandbrieven, een goedkeuring over den aanbouw van het nieuwe gedeelte van het gemeentehuis, idem rioleering Lagere-school, BizondereïU.L.O.- school eu verhuur Grond aan Rixoord. Dan Middelharnis heeft een haven waarop de riolen uitmonden. Om al het vuil daarin gestort door die buizen, weg te krfjgen, is in de practfjk gebleken dat dit alleen gaat indien mèt het openstaan der sluizen, meteen door de bemaling wordt gemalen. Dan staat er een voldoende trek in de haven om al het vuil weg te krijgen. Er is nu onderhandeld met het waterschap hierover. Deze vraagt 400 per jaar voor 40 uren malen. Indien meer wordt gemalen ten behoeve der ge meente dan 5,— per maaluur. De raad vindt dit schandelijk duur en wenscht daar niet op in te gaan. Er moeten maar eens nadere onderhandelingen komen. Mans, de weger aan den Peemanschen Havendijk, bericht dat z(jn fairbank niet meer voldoet aan de moderne eischen. Hij is te klein. Volgt bespreking hierover. De heer v. d. Meide zou zoo gauw mogelijk een nieuwe willen hebben waarop de voorzitter herin nert dat dan de boel in den suikerbieten-tijd nog niet klaar is. De heer Koote wil nu een nieuwe bestellen en die pas monteeren als zij er is. Dat kwam overeen met het voorstel B. en W dat zulks op de begrooting van 't volgend jaar plaatste. Een schrijven van de Dierenbescherming over het bevorderen van het plaatsen van toestellen, waarmee in geval van brand de dieren gauw kunnen worden los gemaakt. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Vervolgens een belangrijk schrijven van de Kroon, die onontvankelijk het beroep verklaart van Dorsman en van't Hoff, inge steld tegen de stichting van een Bizondere U.L.O.-school. Op voorstel van den heer Struik wordt dit stuk in zijn geheel voor gelezen en we memoreeren de Koninklijke beslissing dat voogden en niet de opvoeders van weesjongens bepalen, wat de weesjongens moeten worden. De consequentie's hieruit zfjn groot en de H H. regenten zullen dus voortaan goed moeten vinden ais de voogden bepalen dat de weesjongens de H B.S de Ü.L.O. of M.U.L.O. of kweekscholen bezoeken. Natuuriyk alles op kosten van de opvoeders, 'tWeeshuis. (Verslaggever). De muziekvereeniging vraagt financiëelen steun voor de verlichting tijdens repetitie's etc. Zal eerst bij B. en W. worden besproken, op den drempel van de voordeur. In zijn hand hield hij den teugel van het paard, dat hem gedragen had en nu stond het dier hijgend, met gebogen kop, naast zijn meester. Lige was zonder hoed, een en al modder van het hoofd tot de voeten en klemde de tanden op elkaar. ..Ik blijf niemand uit den weg!" herhaalde hij hcesch. „Ik hoorde, wat je zei, mr. Tibbs, maar ik heb meer te doen, terwijl jelui hier in de bar zit te kletsen en te drinken ik heb ook wel wat anders te doen dan Hartley Bowlder uit den weg te blijven. Ik zoek John Harkless. Dat was de beste man. dien wij hadden in dit vervloekte gat; hij was te goed voor ons en daarom lieten wij hem vermoorden; misschien treft mij de meeste schuld, maar ik zal hem vinden en als hij gewond is verduiveld! Dan zal ik zeif het touw vast houden, waaraan de menschen, die het deden, worden opgetrokken, a! zou ik ze uit Rouen moeten gaan halen. Als dat gebeurd is, ben ik bereid mij te verantwoorden voor mijn fout, maar niet eerder!" Hij sprong weer in het zadel en galoppeerde weg. Even later lag de gelagkamer verlaten, omdat de meeste bezoekers er weer op lilt trokken en alleen mr. Wilkerson en de eigenaar bleven achter. Wilkerson zat in een hoek cn floot een begrafenis- marsch, slechts afgebroken door regelmatig hikken. Als er iemand binnen kwam, stond hij op om met dezen te drinken; dan biggelden de tranen hem over de wangen en liep hij zoekend de kamer rond, met den verdwaasden dronkemansuitroep„waar kan hij toch zijn!" Somber kon hij opmerken: „aardige kerel was het, maar we zullen hem wel niet terugvinden." Om elf uur 's morgens hield rechter Briscoe zijn paard in voor het hek van zijn tuin en gaf een be droefd meisje, dat naar hem toeliep ten antwoord: daar het verzoek nog maar pas is ontvangen. Punt no. 2 diverse wijzigingen op de be grooting worden zonder bespreking aange nomen nadat de secretaris deze heeft voor- Punt 3 is het aangehouden adres van den heer Geelhoed. Dit adres bevat 3 punten. Ie. Om de poorten achteruit te zetten; 2e. Om daarna den weg door te trekken die er langs is geprojecteerd en 3e. Om de kolen voor 1 Sept. te verwijderen die op dat terrein liggen. Aldus „gaslucht". De roode gaslamp op den stier. B. en W. stellen voor aan het eerste verzoek direct te voldoen. De rest voorloopig blauw-blauw laten. De heer Koote juicht dit toe. Voorzitter: Dat geloof ik, je bent lid van de gascommissie. De heer Vogelaar vraagt ontleding van het voorstel, in de drie deelen. Voorzitter deelt mede hoe Geelhoed hem had gezegd dat hij bang was te veel inge sloten te komen, daardoor zou zijn huis, bij eventueelen verkoop minder 'opbrengen. De heer Struik betreurt het, dat er geen meerderheid in den Raad was |te vinden om dien heelen rommel [daar op te ruimen. Die grond is niet aangekocht om voor bergplaats dienst te doen voor de gasfabriek. Hij is gekocht voor woningbouw; Sommelsdjjk vindt het wat fijn dat die grond dusdanig is belegd, nu zullen er geen Sommelsdijkers op bouwen. Dat heele teirein is onnut, het kost ons rente en 'tis een smeerboel. Er is een weg door geprojecteerd en die is nooit doorge trokken. Voorzitters We kunnen toch veronderstel len dat de gascommissie dien grond niet noodeloos zal huren. De heer Struik: Niet noodeloos? Geld ver morsen, net als met die toonkamers naast de gasfabriek, dat was ook niet noodig. De heer Doornbosch: Dat terrein moet beschikbaar blijven voor de gasfabriek, zij het als gashouder, zij anderszins. Geven we dien grond uit, dan wordt er gebouwd en willen we naderhand een gashouder bij bou wen, dan belet men ons dit met de Hinder wet. En zoo'n gashouder kan wel eens nood zakelijk zijn; als de electriciteit er is, moeten we goedkoop gas zien te leveren. De heer Struik: Goedkoop gas? Waarom doen jullie dat al niet jaren eerder? En nu pas, nu de electriciteit als concurrent komt De heer Doornbosch wil toch den grond aan de gasfabriek laten. Er is trouwens bouw ruimte genoeg in Middelharnis en om die ruimte zitten we niet verlegen. De heer Struik: Ik ben langer raadslid dan de heer Doornbosch. Ik herinner mjj bij de uitgifte van dien grond hoe het toenmalige raadslid, de heer Dorsman vroeg of er geen bezwaar was, als die grond (in 1925) aan Geelhoed kwam. Dat was niet zoo, en zoo verkreeg G. zijn grond. Er is toen ook ge sproken over den weg en die is er nog niet. Die is G. toegezegd. Recht is recht en die weg moet er komen. De heer Koote: We zijn hier voor het belang van de gemeente. En dat is meteen: zorg dat je den grond rond je gemeente bedrijven niet te veel uitgeeft, als deze soms moeten uitbreiden. De toekomstrich ting van de gasfabriek is het leveren van goedkoop kookgas, om die belangen draait de quaestie. „Nog niets gehoord," ik heb een telegram naar je moeder gestuurd naar mrs. Sherwood. Helen keerde zich om zonder te antwoorden. Zij was doodsbleek en hield de lippen op elkaar ge kneld. Zij liep terug naar de serre, waar de oude Fisbee zat, het hoofd tusschen de handen. Zij tikte den man op den schouder, maar hij keek niet op; toen zeide zij: „Er is nog niets bekend. Hij heeft moeder ge telegrafeerd. Ik blijf bij u, wat u er ook van zegt." Zij ging naast hem zitten en legde haar hoofd tegen zijn schouder. Al scheen hij het aanvankelijk niet op te merken, toen Minnie, die de stem van haar vader iiad gehoord, buiten kwam, had de oude leeraar zijn arm om het meisje geslagen en streelde hij haar zacht over het haar. Briscoe keek naar hen en hief waarschuwend den vinger op tegen zijn dochter. Op hun teenen gingen zij naar binnen, waar de rechter zich zuchtend op den divan iiet vallen. Hij was doodop. Minnie keek hem vragend aan. „Vertel iiet hun maar niet, doch ik heb geen hoop meer," antwoordde hij, zenuwachtig op zijn sigaar bijtend. „Breng me een kop koffie, ais je wilt. Ik kan er niets meer aan doen; ik ben tc oud geworden om voor het ontbijt te paard de omgeving af te zoeken op een manier, als ik vandaag heb gedaan." „Hebt u het telegram verzonden?" vroeg Minnie, toen hij koffie dronk. Zij had het begrip „koffie" wat ruim opgevat en met behulp van Mildy Upton, die met rood behuilde oogen rondliep, een smake lijke lunch klaargemaakt. ,,Jg," antwoordde de rechter, „gelukkig, dat zij er toe besloten heeft. Ik praatte er gisteren over, maar ik had eigenlijk geen recht om mij er mee te bemoeien en durfde niet te veel te zeggen. Zij vindt, dat ze verplicht is, bij Fisbee te blijven en ik ge loof, dat zij gelijk heeft. Die jongeman heeft een diepen indruk op haar gemaakt, zoodat zij waar schijnlijk heel moeilijk over den slag zal heen komendoch zoo staan wij er allemaal voor. Het is vreeselijk, ai hadden we niet anders mogen ver wachten. Alleen konden we vermoeden, dat het uit die richting zou komen." Hij wees naar liet westen „Toch is liet beter, dat zij bij ons blijft. Wonen bij Sol Tibbs met den ouden baas gaat eenvoudig niet. Zij is geen meisje om in een kleine kamer te moeten huizen. Maak het haar hier zoo gezellig mogelijk." „Zij zal het moeten goedvinden," antwoordde zijn dochter, die op een knie naast hem zat en hem een en ander aanreikte om te eten. „Mr. Fisbee zal me helpen, om het haar duidelijk te maken, nu zij tegen zijn wensch cn dien van de Sherwoods in besloten heeft te blijven. Ik heb haar altijd in staat geacht tot groote dingen al van het oogenblik toen zij mij op school onder haar hoede nam, om dat ik zoo boersch was en verlegen. Ze was de lieveling op school, en had alles voor een anderover. Altijd lette zij op meisjes, die het moeilijker hadden dan zij en zoo hartelijk en lief als ze altijd deed Minnie praatte zacht en bedroefd, totdat zij plotseling snikkend opstond en naar het venster liep. „ik kan het niet gelooven; hij wist zich zelf zoo goed te beheerschen. Hij zou wel opgepast hebben in hun nabijheid te komen!" Haar vader schudde het hoofd. „Waarom is hij dan niet thuis gekomen? In elk geval moest hij toch naar huis zijn gegaan, nadat het noodweer was uitgeraasd." „Dat vreeselijke kan niet gebeurd zijn. Zij heb- De heer Koese gelooft niet dat er zoo'n bezwaar voor is om dien weg door te trekken. De heer Koote: De gascommissie werkt in het belang van 8000 menschen, maar nu werken hier andere belangenparticuliere. De heer StruikJullie in het algemeen belang werken Toen Dorsman in de gas commissie kwam, toen kregen we goedkoo- per gas. Jullie maakt 13 a, ƒ14 mille winst. De gascommissie beslist maar over de eigen dommen der gemeente. De heer Vogelaar merkt kalm op, dat we opeens in punt 4 zitten en we eigenlijk punt 3 moeten behandelen. H{j stelt de vraag: Heeft de heer Geelhoed recht op dien achteruitgang. De voorzitter deelt mede, dat bij de uit- leening van dien grond den heer Geelhoed werd medegedeeld, dat die grond daarnaast wel eens voor de gasfabriek noodig kon zfln. De heer Struik ontkent de juistheid van voorsteller.;Pas toen Geelhoed dien grond ver kreeg kwam de gascommissie met een ver zoek om dien grond. De heer VogelaarDen heer Geelhoed moet recht gedaan worden. Voorzitter: De heer G. heeft recht op die poorten, die achteruit moeten. En, over de gasfabriek en de kolen sprekende: Er zijn 8 nieuwe retorten ingebouwd, we zullen zoo spoedig mogelijk eerst die kolen opge bruiken. Als die kolen weg z(jn is ook Geel hoed en zijn vrouw tevreden. De heer VogelaarDus als we hiertoe besluiten (het 1ste van het verzoek) dan is alles in orde. Wethouder Zaaijer: Hoe komt Struik toch aan „Geelhoed heeft recht op den weg." De grond is uitgegeven en daarbij gezegd i de weg wordt aangelegd als tfld en wijle dat noodzakelijk maken. Het voorstel B. en W. komt in stemming en wordt aangenomen met de stem van den heer Struik tegen, terwijl de heer v. d. Meide zich van stemming onthield. Punt 4. Voorstel van den heer J. van der Meide, luidende als volgt: Ondergeteekende wenscht in de eerstko mende vergadering van den Raad, het vol gende voorstel te behandelenHet atuk grond, thans in huur bij de gasfabriek, loopende vanaf het Zandpad ten westen van de gas houders tot aan deGleinCornelissestraatop te zeggen en, zulks te doen ingevolge het contract geteekend 7 Juli 1930, aldus voor den eersten October dezes jaars, zoodat de grond den eersten Januari 1931 ter vrije beschikking der gemeente komt, alsdan den weg aan te leggen en den grond in erfpacht uit te geven voor woningbouw. Het prae-advies van B. en W. luidt: af wijzend. Den heer v. d. Meide is het nooit duidelijk geworden, waarom de gasfabriek zooveel grond noodig heeft. Hij vraagt of de voor zitter kan uiteenzetten waarom zooveel grond voor de gasfabriek noodig is. Voorzitter herhaalt dat de grond voor uit breiding bewaard moet blijven. Er is mis schien een gashouder noodig, we zullen moeten afwachten hoe het zal gaan met het gas als de E.M.G.O. werkt, misschien is het dan niet noodig. Er wordt steeds meer gas verbruikt. De heer v. d. Meide vraagt, dat, als inder daad die gashouder noodig is, is dan de fabriek groot genoeg om gas te maken? Hetgeen inhoudt, dat we dus niet hoeven te vreezen dat er in de oude lijnbaan een ben immers niets gevonden niets." „Waarom is hij dan niet teruggekomen?" „Hij ligt natuurlijk ergens, niet in staat zich te bewegen." „Waarom hebben zij hem dan nog niet gevonden? „Het kan mij niet schelen," riep zij snikkend. „Het kan niet waar zijn. Heien wii het niet geloo ven waarom zou ik het dan wel doen? Een paar uur geleden, zat hij nog gezond en wei met ons te praten. Ik wil het niet gelooven, voor ze alle huizen van de „Witkappen" ondersteboven hebben ge haald om hem vinden!" „Het zijn de Witkappen niet geweest," betoogde de oude man, terwijl hij zijn beenen uitstrekte op de divan. Hoogstwaarschijnlijk hebben zij er niets mee te maken. Aanvankelijk vreesden we het, maar nu gelooft iedereen, dat die duivels, die gisteren gearresteerd zijn, er de hand in hebben gehad." „En de „Witkappen" niet?" herhaalde Minnie, die begon te sidderen van angst. „Zijn die er dan niet bij geweest?" „Wat zouden ze er aan hebben? Zij hebben zich er buiten gehouden en daar mogen zij God voor danken I" „Dat is niet waar!" riep zij opgewonden, „zij waren er wel bij. De „Witkappen" hebben het wel gedaan. Helen en ik hebben hen gezien." De rechter vloog vloekend overeind. Hij had in jaren niet gevloekt, zooals nu. „Hoe weet je dat?" vroeg hij scherp. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1