jst „Onze Eilanden"
REPARATIES
PREDIKBEURTEN.
SPOORMAKER
rijf E. KOOI
AAMBEIEN.
DE SALAMANDER JL
dverteert in „ONZE EILANDEN"
WOENSDAG
20 Augustus 1930
Spot.
OP EENZAMEN POST.
VERSLAGEN
feening men te wachten heeft voor ge-
diensten aan dit groote Rijk.
Namens het Bestuur van den
Flakkeeschen Boerenbond:
De Secretaris,
A. W. KEIJZER.
Zondag 17 Angnstus 1930.
füERLANDSCÜ HERVORMDE KERK.
Iharnis, vm. en 's av. dhr. Van Ginkel
Bilthoven.
lelsdijk, vm. en 's av. ds. Leenraans uit
ft.
land, vm. ds. Koolhaas uit Charlois en
v. leeskerk.
j.ngen, vm. en 'sav. dhr. Overweel.
laut, /vm. leeskerk en nam. ds. Vlasblom
Oude Tonge.
!ndam, vm. en 's av. dhr. Bouman.
reede, vm. ds. Van Araeide uit Ouddorp.
>rp, vm. leeskerk en nm. ds. Van Ameide.
ïe Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds. Dekker.
Tonge, vm. ds. Vlasblom en 'sav.leeskerk.
jnsplaat,vm. leeskerk en 's av. ds. Koolhaas
Charlois.
'traat, vm. en nm. dhr. Vetter.
Bommel, vm. leeskerk en nm. ds. Kool-
i uit Charlois.
aan 't Haringvliet, vm. ds. Dekker uit
we Tonge en nm. leeskerk.
oetsluis, vm. en 'sav. (doop) ds.Timmer.
i-Helvoet, vm. ds. Priester,
snhoorn, vm. ds. de Voogd v. d. Slraaten.
Wne, vm. ds. Brinkerink.
lders, vm. ds. Los.
waal, vm. ds. Los.
liet, vm, ds. Moll van Charante.
broek, nm. ds. Dierkens van Zuidland.
ïoorn, vm. dhr. de Kort van Maassluis.
PROTESTANTENBOND.
(Kerkstraat), vm. ds. Mackenzie uit
jlerdara.
GEREFORMEERDE KERK.
harnis, vm. en 's av. ds. Zijlstra uit
recht.
dam, vm; en 's av. dhr. Mabach uit
lem.
p, vm. en nm. leeskerk.
isplaat, vm. en 'sav. ds. De Lange,
mmel, vm. en 's av. ds. Schaafsma.
t Haringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaft',
etsluis, vm. en 'sav. leeskerk.
delvoet, vm. en 'sav. leeskerk.
D-GEREFORMEERDE GEMEENTE,
n 't Haringvliet, vm., nm. en 's av. leesk.
IEREFORMEERDE GEMEENTEN,
arnis, vm. en 's av. leeskerk.
id, vm. en 's av. ds. De Blois.
;en, vm., nm. en 'sav. leeskerk.
- vm. en nm. leeskerk.
ummiiwmiiMmmmwmmiimmiBiiiiiMimiiwi
RSONEEL, GOEDE
MODERN INGE-
ÏICHTING, ONDER
VAN DIVERSE
|BIELEN.
90 - TELEF. 3546-3547.
iCHIE. (molen),
oge opbrengst!
Wier as net!
RADICALE GENEZING
h ardnekklgste Aambeien
nt U genezen binnen enkele weken.
Kipstraat 59, R'daffl I
let goed, geld terug.
Prijs per kwartaal
Losse nummers
f L-
0,07»
ADVERTENTIËN
van 16 regels - 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Onder de wapenen, die, in het maatschap
pelijk leven en in den meer intiemen om
gang van de menschen, in grooteren of klei
neren strijd met elkaar, menigmaal worden
gebezigd, is voorzeker de Spot wel het wa
pen van het allerminst allooi. Het is in de
meeste gevallen, waarin het wordt gebezigd,
scherp, lomp en giftig. Het spreekt vanzelf,
dat daarmede niet wordt bedoeld die onschul
dige spotternij, die uit een opgewekte le-
venslustigen en schitterden geest voort
komt en die niet geboreD wordt uit onedele
hartstochten en uit eigenschappen van niet
beminnelijken of wel zeer onaangenamen
aard, voortspruitende toch ook uit een wei
nig vriendelijken en geenzins opbouwenden
karakteraanleg. Een niet afbrekende en niet
kwaad bedoelde spotternij kan menigmaal
de stemming veraangenamen en de gesprek
ken aan pittigheid doen winnen zonder
wanklank en oneenigheid te veroorzaken.
Een dusdanige spotternij is gemakkelijk te
herkennen en zal ongetwijfeld niemand, die
niet aan licht-geraaktheid ljjdende is, deren.
In dit opstel wordt echter niet bepaaldelijk
die spot bedoeld, die ten alle tijde een slacht
offer zoekt, en niet uit een eerlijke en recht
vaardige bedoeling kan voortkomen. Menig
maal kenmerkt toch de spot een niet voor
indrukken en humor vatbaren geest, en dient
deze slechts om onwetendheid en gebrek
aan onderwerpen voor gesprekken te ver
bergen plus een zucht om geestig te zijn
en de aandacht te trekken. In dat geval is
de spot hoe zouteloos en ongemotiveerd
dan ook, nog niet het meest gevaarlijk,
hoewel hinderlijk en deaangenamestemming
storend. Men zou deze spotzucht meer uit
sluitend een laf en ongepast gespreksmiddel
kunnen noemen, dat eindelijk gaat vervelen
en ten slotte de persoon, die het bezigt, zelf
treft.
Doch daar is ook een spotzucht van min
der onschuldigen aard, een wreede grieven
de spot, die de ziel krenkt van wie zij treft,
die hopeloos wondt en verbittert, die ter
stond aangename, opgewekte en vriendelijke
stemmingen bederft, goede voornemens te
rughoudt en het vertrouwen voor altijd weg
neemt. Dat is dat laffe wapen van hem of
haar, die opzettelijk wil verwonden, die
geen zelfbeheersching heeft in de uiting
van zijn (of haar) haat en afgunst die één
zijdig oordeelende, vele levensjaren laat
voorbijgaan in een halsstarrig volhouden,
die nooit spjjt gevoelt over eigen dwaas en
verachtelijk optreden en nooit bedenkt wat
het einde zijn kan van de moedwillig opge
wekte verbittering. Dergelijke spot is niet
anders dan een getuigenis van een wreed,
wraakzuchtig en in hooge mate zelfzuchtig
karakter; het is het vuige, giftige wapen
van den mooi schijnenden, maar onverbid-
delijken geluksmoordenaar, die doodarm is
aan echten geest en aan goedheid des har
ten. Zulk een laat z'n ongemotiveerden,
sarrenden spotlach schuilgaan achter eenig
laf gebaar, doch draagt daarbfl zorg, dat z'n
min gedoe alleen door z'n slachtoffer wordt
opgemerkt. Dat is de in het donker toege
brachte dolksteek, die het diepst treft en
het zwaarst vergiftigd is.
Spot is behalve al het bovengenoemde,
ook menigmaal een toejuiching van ver
meend, eigen verstand, wijsheid of be
kwaamheid, doch in werkelijkheid is het:
gebrek aan zeggingskracht en aan gegron
de motieven. Spotzucht spruit menigmaal
ook voort uit eene hoogmoedige vereering
van het eigen ik, van een dwaze zelfver
heffing en van velerlei bijoogmerken. Ook
is spot in vele gevallen een uitweg voor
onwetendheid een reddingspoging van
den oppervlakkigen, kortzichtigen mensch,
die nimmer diep in zichzelf is ingegaan,
maar toch door anderen wil worden opge
merkt en toegejuicht. De verstandige, recht
vaardige en gevoelige mensch versmaadt
dat oneerlijke en laffe wapen, dat zelden
den ontwikkelden, nimmer den ernstigen,
maar veelal den éénzjjdigen en bekrompen
mensch dient, om zichzelf te verheffen, an
deren te kwetsen en menigmaal ook, om
zich bij anderen aangenaam en groot te
maken. De waarlijk ervaren mensch be
werkt het oordeel van zijne toehoorders
nimmer door spot. Maar de ervaringen van
het rijke leven zijn voor den eenen mensch
méér toegankelijk dan voor den ander. Niet
iedereen is ontvankelijk voor den echten,
leerenden levensernst. Er zijn menschen,
die nooit leeren en bijgevolg niet ernstig
nadenken. Hun mentaliteit is van gering
allooi en grof aangelegd; zij mist althans
diepe en fijne voelhorens.
Er is veel levenservaring en veel men-
schenkennis noodig om de spotters te ont
wapenen en zich volkomen te verheffen
boven hunne praktijken. Nu is het een al
gemeen erkende waarheid, dat het aan
schouwen van de wereld (in ruimen zin)
en de ontmoeting van velerlei menschen
in 't algemeen, leerzaam is; doch dat zien
en die ontmoeting alléén, brengen niet alt(jd
en niet aan iederen mensch groote wereld
en diepe menschenkennis aan. Verreweg
het grootste deel der menschen toch, tracht
zich in het openbare leven van de gunstige
zijde voor te doen, wat op zichzelf beschouwd,
natuurlijk is. Doch deze eigenschap maakt
het den menschenkenner tegelijkertijd moei
lijk den schijn van de waarheid te onder
scheiden. Wie schooner schijnen wil dan
hij is, wie zijn ware gevoelens en de waar
heid in het algemeen, wil verbergen, plooit
zijn gelaat in die richting, en bezigt de
woorden, die hij (of z(j) voor het beoogde
doel geschikt acht. Vandaar zooveel mis
leiding; vanddar zooveel verkeerde beoor
deeling. De spotter weet in dat opzicht een
redmiddel, waar zfjne verdedigingsmiddelen,
zijn kennis en zijne motieven tekortschie
ten. Hij maakt eenvoudig personen, zaken,
kortom alles belachelijk, en is dan vrij zeker
van zijn succes. Het doorleven van toestan
den, van levensmoeilijkheden, zooals tegen
stand, slimme berekeningen, duisterehande
lingen, kortom van de bittere en teleurstel
lende ervaringen, die wij vooral van hen,
die ons niet gezind zijn, die ons schier al
tijd tegenstreven en die geen middelen, om
hun doel te bereiken, onaangewend laten,
ondervinden dit alles te zamen, is de
rijke de onuitputtelijke bron van levenswijs
heid en menschenkennis. Want zooals de
levensomstandigheden en levenswendingen
den mensch ontwikkelen en vormen, zoo
leveren toch de karakters en handelingen
van menschen, de rijkste, hoewel moeilijk
ste leerstof, voor de school van het leven,
waarin met den leerplicht niet valt te spot
ten.
FEUILLETON.
BOOTH TARKINGTON.
NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR
HENRI VAN DE WEG.
(Geaut. uitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
33)
„Ik weet niet wat Cynthy Tibbworthy mankeert/'
merkte de eigenaar van het hotel op. „Twee jaar
lang heeft zij hem opgewacht aan tafel en haar broer
Bud werkt op het bureau van de „Herald". Zij
heeft nog geen woord gezegd zij staart maar voor
zich uit als een krankzinnige. Met mijn broer is zij
gaan zoeken in de bosschen. De menschen houden
elkaar aan de hand vast, als.
„Dat zegt nog niks," viel Homer Tibbs hem in
de rede, „je hadt die oude mrs. Hathaway moeten
zien, toen zij het hoorde. Hij heeft haar geholpen
om een pension te beginnen en zij trok het zich
veel erger aan dan iemand anders, erger nog dan
toen Hathaway stierf."
„Ik vrees, dat de Bowlders, vader en zoon, er
heelemaal gek van zijn geworden," vertelde de
postmeester, zijn baard afvegend. „Zij kwamen de
stad inrennen, als dolle Indianen, de oude ranselde
zijn grijze merrie als een gek; anders is hij nooit
wreed. Lige Willetts deed het beste, niet in de
buurt van Harkless te komen."
„Ik blijf niemand uit den weg," klonk een stem
achter hen. Zich omwendend, zagen zij Lige staan
VERSLAG van liet verhandelde inden
Raad der gemeente UIDDELHAR-
NIS, dato 15 Aug. 1930.
Aangezien de voorzitter, burgemeester
L. J. den Hollander afwezig is, presideert
de oudste wethouder, de heer J. Vroegindewejj
de vergadering.
Afwezig de heer J. Slis.
Na opening met gebed, lezen der notulen,
gevolgd door ingekomen stukken. We notee-
ren een goedkeuring van God. Staten over
een wijziging in de Gemeente-begr. 1930,
een bericht over het feit dat de 4400,-,
uitgetrokken voor de Chr. U.L.O. voorloopig
belegd moeten worden in pandbrieven, een
goedkeuring over den aanbouw van het
nieuwe gedeelte van het gemeentehuis, idem
rioleering Lagere-school, BizondereïU.L.O.-
school eu verhuur Grond aan Rixoord.
Dan Middelharnis heeft een haven waarop
de riolen uitmonden. Om al het vuil daarin
gestort door die buizen, weg te krfjgen, is
in de practfjk gebleken dat dit alleen gaat
indien mèt het openstaan der sluizen, meteen
door de bemaling wordt gemalen. Dan staat
er een voldoende trek in de haven om al het
vuil weg te krijgen. Er is nu onderhandeld
met het waterschap hierover. Deze vraagt
400 per jaar voor 40 uren malen. Indien
meer wordt gemalen ten behoeve der ge
meente dan 5,— per maaluur.
De raad vindt dit schandelijk duur en
wenscht daar niet op in te gaan. Er moeten
maar eens nadere onderhandelingen komen.
Mans, de weger aan den Peemanschen
Havendijk, bericht dat z(jn fairbank niet
meer voldoet aan de moderne eischen. Hij
is te klein.
Volgt bespreking hierover. De heer v. d.
Meide zou zoo gauw mogelijk een nieuwe
willen hebben waarop de voorzitter herin
nert dat dan de boel in den suikerbieten-tijd
nog niet klaar is.
De heer Koote wil nu een nieuwe bestellen
en die pas monteeren als zij er is.
Dat kwam overeen met het voorstel B. en
W dat zulks op de begrooting van 't volgend
jaar plaatste.
Een schrijven van de Dierenbescherming
over het bevorderen van het plaatsen van
toestellen, waarmee in geval van brand de
dieren gauw kunnen worden los gemaakt.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Vervolgens een belangrijk schrijven van
de Kroon, die onontvankelijk het beroep
verklaart van Dorsman en van't Hoff, inge
steld tegen de stichting van een Bizondere
U.L.O.-school. Op voorstel van den heer
Struik wordt dit stuk in zijn geheel voor
gelezen en we memoreeren de Koninklijke
beslissing dat voogden en niet de opvoeders
van weesjongens bepalen, wat de weesjongens
moeten worden. De consequentie's hieruit
zfjn groot en de H H. regenten zullen dus
voortaan goed moeten vinden ais de voogden
bepalen dat de weesjongens de H B.S de
Ü.L.O. of M.U.L.O. of kweekscholen bezoeken.
Natuuriyk alles op kosten van de opvoeders,
'tWeeshuis. (Verslaggever).
De muziekvereeniging vraagt financiëelen
steun voor de verlichting tijdens repetitie's
etc. Zal eerst bij B. en W. worden besproken,
op den drempel van de voordeur. In zijn hand hield
hij den teugel van het paard, dat hem gedragen
had en nu stond het dier hijgend, met gebogen kop,
naast zijn meester. Lige was zonder hoed, een en
al modder van het hoofd tot de voeten en klemde
de tanden op elkaar. ..Ik blijf niemand uit den weg!"
herhaalde hij hcesch. „Ik hoorde, wat je zei, mr.
Tibbs, maar ik heb meer te doen, terwijl jelui hier
in de bar zit te kletsen en te drinken ik heb ook
wel wat anders te doen dan Hartley Bowlder uit
den weg te blijven. Ik zoek John Harkless. Dat
was de beste man. dien wij hadden in dit vervloekte
gat; hij was te goed voor ons en daarom lieten wij
hem vermoorden; misschien treft mij de meeste
schuld, maar ik zal hem vinden en als hij gewond
is verduiveld! Dan zal ik zeif het touw vast
houden, waaraan de menschen, die het deden,
worden opgetrokken, a! zou ik ze uit Rouen moeten
gaan halen. Als dat gebeurd is, ben ik bereid mij
te verantwoorden voor mijn fout, maar niet eerder!"
Hij sprong weer in het zadel en galoppeerde weg.
Even later lag de gelagkamer verlaten, omdat de
meeste bezoekers er weer op lilt trokken en alleen
mr. Wilkerson en de eigenaar bleven achter.
Wilkerson zat in een hoek cn floot een begrafenis-
marsch, slechts afgebroken door regelmatig hikken.
Als er iemand binnen kwam, stond hij op om met
dezen te drinken; dan biggelden de tranen hem
over de wangen en liep hij zoekend de kamer rond,
met den verdwaasden dronkemansuitroep„waar
kan hij toch zijn!" Somber kon hij opmerken:
„aardige kerel was het, maar we zullen hem wel
niet terugvinden."
Om elf uur 's morgens hield rechter Briscoe zijn
paard in voor het hek van zijn tuin en gaf een be
droefd meisje, dat naar hem toeliep ten antwoord:
daar het verzoek nog maar pas is ontvangen.
Punt no. 2 diverse wijzigingen op de be
grooting worden zonder bespreking aange
nomen nadat de secretaris deze heeft voor-
Punt 3 is het aangehouden adres van den
heer Geelhoed. Dit adres bevat 3 punten.
Ie. Om de poorten achteruit te zetten;
2e. Om daarna den weg door te trekken
die er langs is geprojecteerd en
3e. Om de kolen voor 1 Sept. te verwijderen
die op dat terrein liggen.
Aldus „gaslucht". De roode gaslamp op den
stier. B. en W. stellen voor aan het eerste
verzoek direct te voldoen. De rest voorloopig
blauw-blauw laten.
De heer Koote juicht dit toe.
Voorzitter: Dat geloof ik, je bent lid van
de gascommissie.
De heer Vogelaar vraagt ontleding van het
voorstel, in de drie deelen.
Voorzitter deelt mede hoe Geelhoed hem
had gezegd dat hij bang was te veel inge
sloten te komen, daardoor zou zijn huis,
bij eventueelen verkoop minder 'opbrengen.
De heer Struik betreurt het, dat er geen
meerderheid in den Raad was |te vinden om
dien heelen rommel [daar op te ruimen. Die
grond is niet aangekocht om voor bergplaats
dienst te doen voor de gasfabriek. Hij is
gekocht voor woningbouw; Sommelsdjjk
vindt het wat fijn dat die grond dusdanig
is belegd, nu zullen er geen Sommelsdijkers
op bouwen.
Dat heele teirein is onnut, het kost ons
rente en 'tis een smeerboel. Er is een weg
door geprojecteerd en die is nooit doorge
trokken.
Voorzitters We kunnen toch veronderstel
len dat de gascommissie dien grond niet
noodeloos zal huren.
De heer Struik: Niet noodeloos? Geld ver
morsen, net als met die toonkamers naast
de gasfabriek, dat was ook niet noodig.
De heer Doornbosch: Dat terrein moet
beschikbaar blijven voor de gasfabriek, zij
het als gashouder, zij anderszins. Geven we
dien grond uit, dan wordt er gebouwd en
willen we naderhand een gashouder bij bou
wen, dan belet men ons dit met de Hinder
wet. En zoo'n gashouder kan wel eens nood
zakelijk zijn; als de electriciteit er is, moeten
we goedkoop gas zien te leveren.
De heer Struik: Goedkoop gas? Waarom
doen jullie dat al niet jaren eerder? En nu
pas, nu de electriciteit als concurrent komt
De heer Doornbosch wil toch den grond aan
de gasfabriek laten. Er is trouwens bouw
ruimte genoeg in Middelharnis en om die
ruimte zitten we niet verlegen.
De heer Struik: Ik ben langer raadslid dan
de heer Doornbosch. Ik herinner mjj bij de
uitgifte van dien grond hoe het toenmalige
raadslid, de heer Dorsman vroeg of er geen
bezwaar was, als die grond (in 1925) aan
Geelhoed kwam. Dat was niet zoo, en zoo
verkreeg G. zijn grond. Er is toen ook ge
sproken over den weg en die is er nog niet.
Die is G. toegezegd. Recht is recht en die
weg moet er komen.
De heer Koote: We zijn hier voor het
belang van de gemeente. En dat is meteen:
zorg dat je den grond rond je gemeente
bedrijven niet te veel uitgeeft, als deze
soms moeten uitbreiden. De toekomstrich
ting van de gasfabriek is het leveren van
goedkoop kookgas, om die belangen draait
de quaestie.
„Nog niets gehoord," ik heb een telegram naar
je moeder gestuurd naar mrs. Sherwood.
Helen keerde zich om zonder te antwoorden. Zij
was doodsbleek en hield de lippen op elkaar ge
kneld. Zij liep terug naar de serre, waar de oude
Fisbee zat, het hoofd tusschen de handen. Zij tikte
den man op den schouder, maar hij keek niet op;
toen zeide zij:
„Er is nog niets bekend. Hij heeft moeder ge
telegrafeerd. Ik blijf bij u, wat u er ook van zegt."
Zij ging naast hem zitten en legde haar hoofd tegen
zijn schouder. Al scheen hij het aanvankelijk niet
op te merken, toen Minnie, die de stem van haar
vader iiad gehoord, buiten kwam, had de oude
leeraar zijn arm om het meisje geslagen en streelde
hij haar zacht over het haar.
Briscoe keek naar hen en hief waarschuwend den
vinger op tegen zijn dochter. Op hun teenen gingen
zij naar binnen, waar de rechter zich zuchtend op
den divan iiet vallen. Hij was doodop. Minnie keek
hem vragend aan.
„Vertel iiet hun maar niet, doch ik heb geen
hoop meer," antwoordde hij, zenuwachtig op zijn
sigaar bijtend. „Breng me een kop koffie, ais je
wilt. Ik kan er niets meer aan doen; ik ben tc oud
geworden om voor het ontbijt te paard de omgeving
af te zoeken op een manier, als ik vandaag heb
gedaan."
„Hebt u het telegram verzonden?" vroeg Minnie,
toen hij koffie dronk. Zij had het begrip „koffie"
wat ruim opgevat en met behulp van Mildy Upton,
die met rood behuilde oogen rondliep, een smake
lijke lunch klaargemaakt.
,,Jg," antwoordde de rechter, „gelukkig, dat zij
er toe besloten heeft. Ik praatte er gisteren over,
maar ik had eigenlijk geen recht om mij er mee te
bemoeien en durfde niet te veel te zeggen. Zij vindt,
dat ze verplicht is, bij Fisbee te blijven en ik ge
loof, dat zij gelijk heeft. Die jongeman heeft een
diepen indruk op haar gemaakt, zoodat zij waar
schijnlijk heel moeilijk over den slag zal heen
komendoch zoo staan wij er allemaal voor. Het
is vreeselijk, ai hadden we niet anders mogen ver
wachten. Alleen konden we vermoeden, dat het uit
die richting zou komen." Hij wees naar liet westen
„Toch is liet beter, dat zij bij ons blijft. Wonen bij
Sol Tibbs met den ouden baas gaat eenvoudig niet.
Zij is geen meisje om in een kleine kamer te moeten
huizen. Maak het haar hier zoo gezellig mogelijk."
„Zij zal het moeten goedvinden," antwoordde
zijn dochter, die op een knie naast hem zat en hem
een en ander aanreikte om te eten. „Mr. Fisbee zal
me helpen, om het haar duidelijk te maken, nu zij
tegen zijn wensch cn dien van de Sherwoods in
besloten heeft te blijven. Ik heb haar altijd in staat
geacht tot groote dingen al van het oogenblik
toen zij mij op school onder haar hoede nam, om
dat ik zoo boersch was en verlegen. Ze was de
lieveling op school, en had alles voor een anderover.
Altijd lette zij op meisjes, die het moeilijker hadden
dan zij en zoo hartelijk en lief als ze altijd deed
Minnie praatte zacht en bedroefd, totdat zij
plotseling snikkend opstond en naar het venster
liep.
„ik kan het niet gelooven; hij wist zich zelf zoo
goed te beheerschen. Hij zou wel opgepast hebben
in hun nabijheid te komen!"
Haar vader schudde het hoofd. „Waarom is hij
dan niet thuis gekomen? In elk geval moest hij toch
naar huis zijn gegaan, nadat het noodweer was
uitgeraasd."
„Dat vreeselijke kan niet gebeurd zijn. Zij heb-
De heer Koese gelooft niet dat er zoo'n
bezwaar voor is om dien weg door te trekken.
De heer Koote: De gascommissie werkt
in het belang van 8000 menschen, maar nu
werken hier andere belangenparticuliere.
De heer StruikJullie in het algemeen
belang werken Toen Dorsman in de gas
commissie kwam, toen kregen we goedkoo-
per gas. Jullie maakt 13 a, ƒ14 mille winst.
De gascommissie beslist maar over de eigen
dommen der gemeente.
De heer Vogelaar merkt kalm op, dat we
opeens in punt 4 zitten en we eigenlijk punt 3
moeten behandelen. H{j stelt de vraag: Heeft
de heer Geelhoed recht op dien achteruitgang.
De voorzitter deelt mede, dat bij de uit-
leening van dien grond den heer Geelhoed
werd medegedeeld, dat die grond daarnaast
wel eens voor de gasfabriek noodig kon zfln.
De heer Struik ontkent de juistheid van
voorsteller.;Pas toen Geelhoed dien grond ver
kreeg kwam de gascommissie met een ver
zoek om dien grond.
De heer VogelaarDen heer Geelhoed moet
recht gedaan worden.
Voorzitter: De heer G. heeft recht op die
poorten, die achteruit moeten. En, over de
gasfabriek en de kolen sprekende: Er zijn
8 nieuwe retorten ingebouwd, we zullen
zoo spoedig mogelijk eerst die kolen opge
bruiken. Als die kolen weg z(jn is ook Geel
hoed en zijn vrouw tevreden.
De heer VogelaarDus als we hiertoe
besluiten (het 1ste van het verzoek) dan is
alles in orde.
Wethouder Zaaijer: Hoe komt Struik
toch aan „Geelhoed heeft recht op den weg."
De grond is uitgegeven en daarbij gezegd i
de weg wordt aangelegd als tfld en wijle
dat noodzakelijk maken.
Het voorstel B. en W. komt in stemming
en wordt aangenomen met de stem van
den heer Struik tegen, terwijl de heer v. d.
Meide zich van stemming onthield.
Punt 4. Voorstel van den heer J. van der
Meide, luidende als volgt:
Ondergeteekende wenscht in de eerstko
mende vergadering van den Raad, het vol
gende voorstel te behandelenHet atuk grond,
thans in huur bij de gasfabriek, loopende
vanaf het Zandpad ten westen van de gas
houders tot aan deGleinCornelissestraatop
te zeggen en, zulks te doen ingevolge het
contract geteekend 7 Juli 1930, aldus voor
den eersten October dezes jaars, zoodat de
grond den eersten Januari 1931 ter vrije
beschikking der gemeente komt, alsdan den
weg aan te leggen en den grond in erfpacht
uit te geven voor woningbouw.
Het prae-advies van B. en W. luidt: af
wijzend.
Den heer v. d. Meide is het nooit duidelijk
geworden, waarom de gasfabriek zooveel
grond noodig heeft. Hij vraagt of de voor
zitter kan uiteenzetten waarom zooveel grond
voor de gasfabriek noodig is.
Voorzitter herhaalt dat de grond voor uit
breiding bewaard moet blijven. Er is mis
schien een gashouder noodig, we zullen
moeten afwachten hoe het zal gaan met het
gas als de E.M.G.O. werkt, misschien is het
dan niet noodig. Er wordt steeds meer gas
verbruikt.
De heer v. d. Meide vraagt, dat, als inder
daad die gashouder noodig is, is dan de
fabriek groot genoeg om gas te maken?
Hetgeen inhoudt, dat we dus niet hoeven
te vreezen dat er in de oude lijnbaan een
ben immers niets gevonden niets."
„Waarom is hij dan niet teruggekomen?"
„Hij ligt natuurlijk ergens, niet in staat zich te
bewegen."
„Waarom hebben zij hem dan nog niet gevonden?
„Het kan mij niet schelen," riep zij snikkend.
„Het kan niet waar zijn. Heien wii het niet geloo
ven waarom zou ik het dan wel doen? Een paar
uur geleden, zat hij nog gezond en wei met ons te
praten. Ik wil het niet gelooven, voor ze alle huizen
van de „Witkappen" ondersteboven hebben ge
haald om hem vinden!"
„Het zijn de Witkappen niet geweest," betoogde
de oude man, terwijl hij zijn beenen uitstrekte op
de divan. Hoogstwaarschijnlijk hebben zij er niets
mee te maken. Aanvankelijk vreesden we het, maar
nu gelooft iedereen, dat die duivels, die gisteren
gearresteerd zijn, er de hand in hebben gehad."
„En de „Witkappen" niet?" herhaalde Minnie,
die begon te sidderen van angst. „Zijn die er dan
niet bij geweest?"
„Wat zouden ze er aan hebben? Zij hebben zich
er buiten gehouden en daar mogen zij God voor
danken I"
„Dat is niet waar!" riep zij opgewonden, „zij
waren er wel bij. De „Witkappen" hebben het wel
gedaan. Helen en ik hebben hen gezien."
De rechter vloog vloekend overeind. Hij had in
jaren niet gevloekt, zooals nu. „Hoe weet je dat?"
vroeg hij scherp.
(Wordt vervolgd.)