!3sl tas icrtnivn.
ERDAM
N.Y. Teoijeelkimst Brinhhaus
ONZE EILANDEN
TWEEDE BLAD
brdsoiv
3EHANDEL" te Amersfoort
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 7 JUNI 1930.
OMETERS?
Middelharnis
ar gestelde ver-
er beschaamd.
ee in het Depót te Numansdorp
fEL Tzn., villa „Jacqeline".
HEEN
usement
n Ontspanning
WEET U?:
3de klas prijzen.
No. 61 7 Juni 1930
Een eenvoudig Indisch praatje.
Een goed voorbeeld van aanpakken.
HEEREN BAAI
Plaatselijk Nieuws
at gij bij aanschaffing
aptAls morgen aan
in vervoer verdub-
;enheid wekken,
nschaffing van
en bedrijfs-
kilometers.
dat ook
ik voor
inden
das
:n
Siuuroverbrenging: nastclbagr
worm- en sectprtype. Vee ren: bij
zonder soepel. Schok dem pers:
„Houdaille", dubbelwerkend type
vóór en achter. Voorruit: Triplex
onsplinterbaar glas. Voornaamste
blanke deelen van roestvrij staal.
OvBRI EK, ROTTERDAM
DAT Café Concert
„HET WESTEN"
94 OUDE BINNENWEG 94
het meest gezellige en Intieme
Cafe Is te ROTTERDAM.
Van 1212 uur doorloopend
schitterend muziekprogramma.
Atom bekend door soliditeit,
betrouwbaarheid en billijkheid
Tooneelkleeding
Tooneelkapwerk
Rotterdam - Oppert 45
Vertegenwoordiger voor Flakkee
den Heer
C. DE MOOIJ,
Boekhandelaar OUDDORP.
Vrede beteekent welvaart.
WjJ leven in moeilijke tijden. In de ons
omringende landen grijpt de werkloosheid
in steeds grootere mate om zich heen, en
een klein land als het onze kan daaraan
evenmin ontkomen.
Br zijn vele omstandigheden, welke ver
schillende takken van ons volksbestaan on
gunstig beïnvloeden, de bestaande werkge
legenheid aantasten of uitbreiding daarvan
In bet belang van duurzame volkswel
vaart is het een eerste vereischte, dat verdere
kapitaalvorming bevorderd wordt. De groote
oorlog heeft een groot deel van de rijkdom
men, welke sedert 1870 waren verzameld,
vernietigd. Daardoor zyn in de eerste plaats
de volks- en middenklassen verarmd; juist
die klassen die voor een belangrijk deel moe
ten zorgen voor de kapitaalvorming, waar
van het nieuwe geslacht zal moeten leven.
Slechts een langdurig tijdperk van vrede kan
een werkelijke verbetering brengen, kan
nieuwe welvaart uitspreiden over de gansche
gemeenschap.
Maar de vrede, die in alle tijden de be
schermer is geweest van de volks- en mid
denklassen, kan er onmogelijk in slagen de
volksrijkdommen te herstellen, zoolang de
overheid blijft voortgaan, overal uitgaven en
belastingen te verhoogen. Zelfs een school
kind weet te vertellen, dat het volk ver
armt in de mate waarin de overheid beslag
legt op een grooter deel van het volksver-
mogen. De burgers mogen nog zoo onver
moeibaar werken, de oorlogsruïnes zullen
nimmer hersteld worden, zoolang de nieuwe
rijkdommen door de overheid worden af
genomen.
Sedert den oorlog is de belastingdruk zeer
sterk toegenomen. BI) een totaal-inkomen
van 2380 millioen werd in 1916 aan Rijks
inkomsten- en Vermogensbelastingen be
taald rond 33 millioenby een totaal in
komen in 1927 ad 6013 millioen werd aan
dergelijke belastingen rond 188 millioen
geheven. Terwijl het totale volksinkomen
dus in dat tydvak ruim 2 maal zoo groot
werd, werd het bedrag, door het Ryk aan
Masting naar vermogen en inkomen ge
heven byna 5f maal zoo groot. Waarby niet
vergeten mag worden, dat de progressie in
de belastingen voor de hoogere en hoogste
inkomens, van welke toch in de eerste plaats:
de belangrijke kapitaalvorming moet komen,
zeer verscherpt werd.
Nu zyn in de laatste jaren eenige Ryks-
belastingen verlaagd. Van de hierboven voor
1927 opgesomde belastingen zijn vervallen
de opcenten op de Inkomstenbelasting ten
behoeve van het Leeningsfonds, de Inkom-
tenbelasting zelf is verlaagd en met 1 Mei j.l.
verminderde het bedrag aan Verdedigings
belasting II geheven.
Maar behalve de naar vermogen en inko
men |geheven belastingen moeten uit het
totale volksinkomen ook betaald worden alle
andere directe en indirecte Ryksbelastingen,
benevens de door gemeente en provincie
gebeven belastingen. Wat deze laatste be
treft kan zeker worden aangenomen, dat de
gezamenlijke provinciale en gemeenteiyke
belastingen over het tydvak van 1915 tot
1927 een belangryker styging te zien geven
dan van 1 op ruim 2. Wat de Ryksbelas
tingen betreft geven wy hier nog eenige
cijfers van de opbrengst van alle directe en
indirecte belastingen volgens de Staatsreke
ning over 1915 en 1927, aangevuld met voor-
loopige cyiers over 1929. Voor 1927 en '29
zyn daarby ook gerekend de heffingen ten
behoeve van het Leeningsfonds en het We
genfonds. Voor 1929 hebben wy genomen
do opbrengst volgens de gepubliceerde Mid-
delenstaten over dat jaar: de definitieve cij
fers zullen hiervan in totaal nietbelangryk
afwyken.
De totaal-opbrengst aan Ryksbelastingen
bedroeg in 1915 178 millioen; in 1927
598 millioen en in 1929 614 millioen.
Een stijging dus van 1915 tot 1927 van 1
op 8J.
Meer dan welk betoog ook overtuigen deze
cyfers van de wenschelykheid van belasting
verlaging ter bevordering van de economi
sche opleving en in het belang van de zoo
noodige kapitaalvorming. Inderdaad, wy
moeten in die richting verder. De belasting-
politiek moet er op gericht zyn, het tekort
dat in de jaren sinds den oorlog de kapi
taalvorming heeft gehad, zoo snel mogeiyk
te doen verdwynen. In verschillende be-
dryven, en met name in den landbouw,
heeft men met ernstige moeiiykheden te
kampen; verlichting van belastingdruk is
zeker ook een van de middelen, die zulke
moeiiykheden kan helpen overwinnen.
Vrede beteekent welvaart. Vrede kan
echter geen welvaart brengen zoolang de
eigen overheid een belasting-politiek voert,
welke de volkswelvaart tegenhoudt.
De Nederlandsche gezagspolitiek in Indië
heeft de ontwikkeling van den bodem ten
behoeve van de bevolking door Westersche
energie mogeiyk gemaakt. Het economisch
réveil is te danken aan het Westersche
initiatief. De bevolking heeft hieraan slechts
in zooverre deelgenomen, dat zy in dienst
van het Westersch kapitaal is getreden.Zy
heeft van dezen gang van zaken belangryk
geprofiteerd. In het laatste cultuurjaar is
in de suikercultures reeds 110 millioen aan
loon uitbetaald. Ontwikkeling van mynbouw
en industrie, tengevolge van onze open-deur-
politiek, mede door buitenlandsch kapitaal,
heeft den algemeenen economischen toe
stand van alle lagen der bevolking aanzien-
iyk verbeterd.
De ruim vloeiende middelen hebben het
Gouvernement in staat gesteld, steeds meer
te doen voor de intellectueele, hygiënische
en economische opheffing van de verschil
lende volksgroepen. Het aanvankeiyk op
Westerschen grondslag te intellectualistisch
ingericht onderwys wordt meer en meer op
het volksleven georiënteerd, teneinde de be
volking in de eerste plaats den stryd om
het bestaan met eenvoudige middelen te
leeren voeren. Naast het Inlandsche hand
werk- en nyverheidsonderwijs blyft het
Westersche onderwys, dat in alle geledingen
met het Europeesche kan concurreeren.be-
staan.
Het Westersche kapitaal heeft indirect en
direct de volksgezondheid in booge mate be
vorderd. De bestryding der volksziekten, die
een tiental jaren geleden nagenoeg alle groe
pen der Inlandsche bevolking nog teisterden,
heeft de groote epidemieën naar het ver
leden verwezen.
De economische vraagstukken, die de be
volking ten nauwste raken, zjjn dat der
overbevolking, op sommige eilanden eener-
zljds en dat van het tekort aan arbeids
krachten in de dunner bevolkte streken
anderzyds. Door en langs lynen van geleide
lijkheid gaande transmigatie-politiek moest
dit moeiiyke probleem, alweer ten behoeve
van de Inlandsche bevolking zelf, tot op
lossing worden gebracht.
Eerst laat in de 19de eeuw is het poli
tieke streven naar medezeggenschap by het
Inlandsche deel ontstaan. Gewestelijke en
stedelyke raden zyn de eerste verwezen-
ïyking van dit verlangen geworden. Men
zoekt nu naar een aanpassing der bestuurs
organisatie aan de in de Inlandsche maat
schappij aanwezige vormen. De op Ooster-
schen voet geschoeide regentschappen wor
den vereenigd in provincieën, aan het hoofd
waarvan een gouverneur staat. Daarnaast
bestaan nog tal van z.g. zelfbesturen, zooals
de Vorstenlanden, die door een contract aan
het Nederlandsche gezag zyn gebonden. In
de zelfbesturen is weinig zucht naar mede
zeggenschap te bespeuren, zoomin trouwens
als in de overige deelen. üit de couranten
zou men licht tot een andere overtuiging
kunnen geraken. Alleen de lagen der be
volking, die in voortdurende aanraking zyn
gekomen met de Westersche beschaving,
laten de nieuwe klanken hooren. De be
wegingen hebben tot excessen geleid, doch
niemand zou mogen beweren, dat zy geen
reden van bestaan hebben. De ontwikkeling
mag evenwel niet sprongsgewyze gaan, doch
slechts geleideiyk. Daarom is een zekere
gereserveerdheid geboden.
Het is voor ieder, overheid zoowel ais
individu, een moeiiyke tyd. Aan de Inlan
ders moet recht worden gedaan, doch de alles
vertroebelende infecties van het communis
me moeten worden tegengegaan. Terugtrek
ken van ons gezag zou Indie doen ineen
storten en een chaos in het leven roepen.
Het begrip „Indonesië" - er kan in dit
verband niet genoeg de nadruk op worden
gelegd is misleidend. Er is in den Indi-
schen archipel niet één Indonesisch volk.
Van één enkele beweging kan derhalve even
min worden gesproken.
Afgezien van economische overwegingen
is er voor ons alles aan gelegen om Indië
niet aan zyn lot over te laten. Wy zyn aan
onszelf als beschaafde natie verplicht, het
gezag in het belang van de bevolking te
biyven uitoefenen. Dit beteekent geen over-
heerscbing. Door den Volksraad te brengen
beeft Nederland getoond, met Indie het goede
te willen.
De handhaving van het Nederlandsche ge
zag dient in alle opzichten voorop te staan.
Het moet tot opheffing van de bevolking in
alle geledingen werkzaam zyn. Nederland,
dat zelf economisch voor een belangryk deel
op Indie dryft, heeft een schoone taak in
Indie te vervullen.
Het blyft in onze industrie nog uiterst
stil en lusteloos. Teekenen, die wyzen op
een krachtig herstel, zyn er nog niet. Toch
draagt elke malaise in het bedryfsleven reeds
de kiemen van het herstel in zich, en is dit
laatste er gewooniyk veel eerder dan men
in een pessimistische stemming geneigd is
om aan te nemen. En dan proflteeren van
het herstel in de eerste plaats degenen, die
in den tyd van depressie niet by de pakken
bleven neerzitten, maar den zwarten bril
eens afzetten en voldoende vertrouwen in
de toekomst badden behouden om voort te
werken aan den uitbouw hunner onder
neming.
Nemen wy eens als voorbeeld de sigaren-
industrie, van welke ieder weet, dat zy vol
strekt niet tot de zeer winstgevende indus
trieën behoort, integendeel. Ook deze indus
trie heeft de ongunst van den tyd in sterke
mate ondervonden. Tengevolge van hoogere
pryzen der grondstoffen en hoogere loonen
waren de winstmarges reeds sterk ingekrom
pen, en tot overmaat van ramp werd de
export waarop een groot deel der sigaren-
industrie werkt vrywel afgesneden door
hooge invoerrechten en toenemende eigen
fabricage in andere landen. Het valt niette
ontkennen, dat velen bjj de pakken gingen
neerzitten; het gevolg was, dat hier te lande
volstrekt niet werd gezorgd voor de zoo
noodzakelyke aanpassing der bedryven aan
de moderne productie-methoden.
Dat intusschen juist door doeltreffende
rationalisatie van het bedryf toch nog goede
uitkomsten kunnen worden verkregen, heeft
ons doen zien de bekende „Sopla-fabriek1
te Amersfoort, welke zich door de moeiiyk
heden wist heen te slaan niettegenstaande
de lager wordende sigarenpryzen. Nog in
1918 was dit een zeer kleine fabriek, die
met de vervaardiging van kleine, goegkoope
sigaartjes, z.g.n. Cigatillos, begon. Langza
merhand ging deze fabriek, op voorbeeld
van het buitenland, over tot meer moderne
productie-methoden, en thans is zy door haar
grooten omzet en lage kostpryzen in staat,
wekelyks een productie van circa twee mil
lioen sigaren van minstens dezelfde hoeda
nigheden als andere soorten tegen mindere
pryzen aan te bieden.
Ziehier de wyze, waarop men door een
doeltreffende rationalisatie van het bedryf
aan de huidige crisis, welke in de eerste
plaats een productie-crisis is, met succes
het hoofd kan bieden.
Het doet goed aan, in dezen tijd van
malaise en van inkrimping van verschillende
bedryven weer eens te hooren van een fabriek
die zich uitbreidt en daardoor meerdere
werkgelegenheid weet te scheppen. Het
voorbeeld van de „Sopla-fabriek" handhaaft
niet alleen den naam van Holland voor goed
en goedkoop rookmateriaal, ook in het bui
tenland, doch doet tevens herinneren aan
de mogeiykheden, welke voor onze industrie
in het algemeen nog bestaan. Wordt dit
voorbeeld nagevolgd, dan mag het beste voor
de toekomst van onze nationale industrie
worden verwacht.
WAT WE DIENEN TE WETEN.
De voorloopers van ons papier.
In de eerste tyden, waarin 's menscben
gedachten door zekere karakters of letters
uitgedrukt werden, schreef men op metalen
platen of stukjes ivoor. Vervolgens leerde
men dunne dierenhuiden bereiden tot een
soort perkament, vrywel geiyk aan het per
kament, dat ook thans nog, maar nu slechts
by uitzondering, wordt gebruikt. Later
maakte men gebruik van een stof, die door
de papyrusplant geleverd wordt. De uitvin
ding om van plantenvezels papier te maken,
werd zoowel in de nieuwe- als in de oude
wereld gedaan, want toen de Spanjaarden
in Mexico kwamen, vonden ze de inboorlin
gen van dat land in het bezit van een plant
aardig vlies, dat ze gebruikten om er op te
schryven. Het was de gemakkeiyk los te
maken en af te halen huid van de dikke
bladeren der Agave Americana, een plant,
die veelvuldig in die streken groeit.
Zeer waarschyniyk is in de oude wereld
de kunst om van plantenvezels papier te
maken, door de Chineezen uitgevonden. De
Perzen leerden die kunst omstreeks het jaar
650; een halve eeuw later kwam ze in het
bezit van de Arabieren, en door deze laatsten
werd zy naar Spanje overgebracht, vanwaar
ze zich verder over Europa verspreidde.
In 'teerst gebruikte men in het Oosten
voor de papierbereiding slechts plantenvezels
of houtsplinters van zekere planten, zooals
b.v. van bamboes, en bovendien ook van
katoen. Nog tegenwoordig brengt China
zulke papiersoorten voort, die meerendeels
zeer fijn en bovendien taai en sterk zyn.
Meestal met teekeningen en opschriften voor
zien, vervangt zulk papier in veie provinciën
van China onze vensterruiten. Onder den
naam van rystpapier maken de Chineezen
ook veel gebruik, vooral om er met een
penseel op te teekenen, van een voortbreng
sel, dat eigeniyk geen gemaakt papier is:
bet ztjn niets anders dan zeer dun gesneden
blaadjes uit het merg van de „papiermakende
Aralia-plant", en dit natuurlyke celweefsel
heeft niet de minste of geringste bereiding
ondergaan. Ook deze industrie moet reeds
zeer oud zyn.
De Arabieren hadden in Spanje geen en
kele van de planten, waarvan de Chineezen
papier maakten, ter hunner beschikking. Zy
namen toen met goed gevolg proeven om
de vezels van bamboes en den katoenboom
te vervangen door de vezels van het vlas,
dat in Spanje zeer goed groeit. Het koninkryk
Valencia, thans tot Spanje behoorend, is de
eerste landstreek in Europa geweest, waar
men korten tijd na de verovering door de
Arabieren in het jaar 711 naChr. papier
heeft gemaakt, en waar men die kunst langen
tyd met succes heeft beoefend Omstreeks het
midden der 12e-eeuw was Xatavia thans
San Philipe geheeten, niet ver van Valencia—
door zyn papierfabrieken beroemd. En Endrisi,
een Arabisch schrijver, zegt, dat er zulk
mooi papier gemaakt werd, dat men op de
geheele wereld niets vond, wat er mee te
vergelijken was.
In de volgende (13e) eeuw werden er op
het voorbeeld van de Arabische papier
fabrieken ook in Prankryk zulke fabrieken
opgericht, eerst te Troyes en daarna! te
E8sone.
De fraaiste papiersoorten werden gedurende
twee eeuwen in ons Vaderland vervaardigd,
en naar onderscheidene landen der wereld
verzonden.
weinigje geld byna verteerd was, toen ze op
straat werd aangesproken door een goedhar-
tigen brouwer, die haar bekommerde uit
drukking had waargenomen. Hy nam haar
in dienst, werd verliefd en trouwde het
meisje. Lang genot had hy niet van het
huweiyk, want reeds na een jaar stierf hy
en liet zyn aanzieniyk vermogen aan de
jonge weduwe na. Deze droeg de regeling van
haar zaken op aan den bekenden rechtsge
leerde Edward Hyde, die later tot graaf van
Clarendon werd verheven. De weduwe van
den brouwer hertrouwde met hem en schonk
hem een dochter, die de eerste gemalin werd
van Jacobus, hertog van York. Omdat koning
Karei II stierf zonder wettige nakomelin
gen, volgde zyn broer Jacobus hem op. By
zyn eerste vrouw had hy twee dochters,
Maria en Anna, die beide den Engelschen
troon beklommen. De eerste, gehuwd met
prins Willem van Oranje, werd koningin,
nadat haar vader by de omwenteling van
1688 was gevlucht; na den dood van Willem
III in 1702 volgde Anna hem op.
Op die nederige afkomst zinspeelde Koninr
gin Maria eens, toen zy in het parlement
verklaarde„Myn grootmoeder wist te dienen,
ik weet te heerschen.
Het koninklijk nageslacht
van een dienstbode.
In het jaar 1646, enkele maanden nadat
koning Karei I uit Engeland naar Schotland
was gevlucht, kwam een jong meisje van
het platteland naar de stad om er een dienst
te zoeken. Ze slaagde oorspronkeiyknieten
begon reeds te wanhopen, omdat haar
Opening Lighallen.
Terwyi het vriendelyke Juni-zonnetje al
blyheid straalde over het aardige gebouwtje
en de vriendeiyk groene gazons van het parkje
daarby, had de opening plaats van de lighal,
bestemd voor de herstellende zieken, die
thuis niet (lie atmospheer, noch frisscbe
lucht en weldadige rust kunnen vinden voor
herkryging van de noodige levenskrachten.
Wanneer al de opgekomen genoodigden
zich voor het gebouwtje aan de tafeltjes hun
zitplaats hebben gevonden, neemt de heer
Jansen het woord, die, na de gebruikelyke
woorden van welkom tot de aanwezigen een
beschouwing houdt over de geschiedenis der
jong-geborene.
Jarenlang heeft er boven Middelharnis en
Sommelsdyk een ballonnetje gezweefd, zoo'n
kleurig kinderballonnetje, dat met diverse
draden aan die gemeenten verbonden zat.
Maar telkens knapte er een draad los, op het
laatst waren nog maar twee draden over en
als de dood ook die twee draden had afge
knapt, dan was dat ballontje verdwenen.
Dat ballontje nu was een fonds dat zoetjes
aan een dikke zes mille werd en die draden
waren de heeren Dr. Knöps en A. Hoek.
Om dat ballonnetje heen werd er een ver
langen gesmeed, hoe mooi kon dat geld
gebruikt worden om daarvan te maken een
rustoord voor herstellende zieken. Zoowel de
burgemeester van Middelharnis-Sommels-
dyk als onafhankeiyk van hem Dr. Knöps,
kregen de gedachtegang hierover. Toen dan
eindely'k de ligbalcommissie zoover was dat
dat geld werd toegezegd, toen was men toch
een heel eind op het goede pad, maar drie
jaren zouden voorbijgaan, wilde men komen
tot de blyde opening die dan den 5den Juni
1930 zou zyn.
Het oorspronkeiyke plan is geweest de
lighal te bouwen in den vorm, die hier nu
staat. Voor de stichting van het consultatie
bureau was er echter nog een ander plan
gerypt, een plan, dat samenging met de
bestrijding van de tuberculose door tegeiyk
dit rusthuis te bestemmen voor lighal voor
t.b.c.-iyders. Men vreesde, dat er te weinig
patiënten zouden zyn voor de ruime inrich
ting. By de opening van het consultatie'
bureau sprak Dr. Putte echter zoo positief
de onmogeiykheid hieroveruit, buiten noch
de bezwaren van voeding, dat men tot de
ouden vorm terugkeerde.
Desniettegenstaande bleef men niet by den
pakken neerzitten. De highal in embryo zou
er komen en zooals bij de geboorte een baker
van noode is, zoo nam de lighal-commissie
zich de luxe er twee te verzoeken. De eerste
was de gemeente Sommelsdyk, die een heel
mooie houding aannam, steun toezegde maar
geen plaats had voor de plaats van de wieg
omdat de buurman Middelharnis zooveel
grond had dat zy heel wat beter plaats kon
velen voor zoo'n inrichting.
En gelukkig was baker no. twee welwillend
en bakerde naar beste weten en wat nog
beter was, zy gaf als speldegeld de 2500
vierkante meter grond.
Zoo is spreker vol blijdschap en dankbaar
heid dat het doel is bereikt. Alle leed en
teleurstelling is vergeten, sympathieën mede
werking is daarvoor gekomen. Den raden
der gemeenten Sommelsdijk en Middelharnis
dank. Er waren strubbelingen, spreker weet
het, maar die oorzaak lag in niet begrijpen,
niet in onwil. Wat we hier nu zien, had
zonder de welwillende medewerking der
Raden niet kunnen worden verkregen.
Naast de raden der gemeenten woorden
van dank tot het dageiyksch bestuur der
gemeente Middelharnis. Al zyn er twee der
heeren lid van het comité geweest waaruit
al hun sympathie blijkt, dan kunnen we toch
woorden van dank tot B. en W. richten
omdat naast sympathie ook steun moet zyn.
Verder den dan ktot de commissie van de
Sommelsdyksche paardenmarkt. Deze toch
bestemde het wetteiyk verplichte gedeelte
tot het mooie doel dat we hier zijn. De
voorzitter beveelt deze houding aan voor
het zoo mooie en nuttige doel. Dank verder
aan de medebestuurders om een paar der
namen te noemen die in het bizonder by
de zieken zoo gegrift staan in het groote
statuut van Barmhartigheid S. B. Z. op Flak
kee, de heeren van Heest en van Loo.
Dank aan de heeren Varik en van Driel,
de eerste als architect en de tweede als aan
nemer, dank aan den heer Frank van Leeu
wen die de woesteny die het was zoo keurig
heeft hervormd tot een fraai wandelparkje.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
iwrw—
Praat me niet van pracht-Havanna's
Met een bandje er om heen
Een fijn püpe DOUWE EGBERTS
Is en blijft er nummer één.
't Is een troost in 't mannenleven,
't Zet den man op z'n gemak.
En hij voelt zich in de wolken
Door die wolken van tabak..
Clinge Doorenbos
ECHTE FRIESCHE
20-50 CT. PER ONS
verschaft U wolken van genot.
Dank aan mej. van Rossum en den heer
Hoek die beiden hun diensten aan de ver-
eeniging zullen geven en daarbij niet hun
vel van de ooren zullen stroopen, ook zy
beschouwen het als liefdadigheid om mee
te werken.
Twee dagen zal de lighal voor het publiek
ter bezichtiging staan, na Pinksteren zal er
rust heerschen, dan komen de herstellenden,
spr. hoopt dat de heeren doctoren er door
hunne patiënten een goed gebruik van zullen
laten maken.
Daarna, met de beste wenschen voor de
aanstaande patiënten, voor hun rust en hun
teruggezochte gezondheid verklaart de heer
Jansen de lighal geopend en gereed voor
de ingebruik-name. (Applaus)
De burgemeester van Middelharnis is dan
zeker de tolk van zoovelen als hy den heeren
Jansen, Van Loo en Van Heest dank brengt
voor de stichting die zoo juist is geopend.
Het gebouw is gereed, de tuin is klaar, de
college's van bestuur der gemeenten Mid
delharnis en Sommelsdijk hebben subsidie's
gegeven, andere vereenigingen, als het Groene
Kruis hebben alle medewerking gegeven.
Spreker wenscht dat het nu zal gaan als
met den tuin, die eens een woestyn was
waarin nu leven zit in de orde, in het gras
en de heesters. Dat de nieuwe stichting zich
mag verheugen in de sympathie en ze mag
meewerken tot herkrygen van gezondheid
van hen die ziek waren. (Applaus).
De heer Hoek herinnert aan de stichting
van die som geld, door den voorzitter zoo
aardig genoemd het ballonnetje dat zweeft
en dat weg kan drijven. Dat geld was be
stemd voor een ziekenhuis, het was de op
brengst van een tombola zonder nieten door
een damescomité en oorspronkelijk 2000
gulden groot.
Maar de heer Hoek had steeds rente op
rente gezet, had in 1910 b.v. nog eens een
collecte gehouden die toen een 260,75 op
bracht, en die som was op het laatst een
6 mille geworden, totdat de heer Hoek het
overdroeg aan den penningmeester van de
lighalcommissie, nadat by zoo 27 jaar lang
als een Cerberus dat geld had bewaakt.
Met dank voor zijn benoeming tot con
cierge en zyn beste wenschen eindigt hy
zyn herinnering (appl.)
Na de thee, die wordt rondgediend spreekt
de heer Hössen, als lid van de gezondheids
commissie. Hy wenscht den heer Jansen ge
luk met deze inrichting die in het belang is
van de volksgezondheid en hoopt dat ze
velen van dienst zal zyn voor herkrygen
van de door allen begeerde goede gezond
heid. (Appl.)
Een foto wordt gemaakt, de hal met by-
keuken bezichtigd, we zyn hier weer een
mooi instituut ryker geworden en bij de wen
schen van de sprekers voegen ook wy den
onze en doen een beroep op de ingezetenen
van onze gemeenten om deze plek als rust
ook de rust te gunnen, die er noodig zal zyn.
We hoorden een opmerking, de gemeente
Middelharnis zal eerst de weg moeten ver
beteren, wij zouden liever zeggen, laat de
gemeente dezen weg slecht laten. Want rust
heerscht alleen daar, waar noch de auto zyn
geluid of benzinestank kan verspreiden, noch
de motorfiets zyn claxon kan laten loeien.
Wat bovenal erg prettig is, is, dat men
van den weg niet kan zien, welke patiënten
gebruik maken van de lighal. Waariyk, deze
fijne eigenschap is heel veel waard.
MIDDELHABNIS. Terwyi de bakkers
knecht W. Zoutendyk Woensdagmiddag per
«Ml