IPIUS
urm-
cturen
isch Atelier
ER PLAAT
Onze Eilanden
SA
t men zijn
koop st
nkel van
HARNIS
en Sajet
- M1DDELHARNIS
tabletten
Influenza
tde
DIE-WATERVERF
este!
advertentiën
WOENSDAG
4 JUNI 1930
12e JAARGANG. N°60
FEUILLETON.
OP EENZAMEN POST.
Vreest geen Examen
Medische Rubriek
eek bijzondere
sding van
age prijzen.
g-jarige ervaring
de foto's garandeeren.
ÏETTEN worden zon-
rachtig gevonden
AANBEVELEND,
S. VAN DER PLAAT
Men
lette
vooral op
den- naam
Sanapirin
daar deze
tabletten wettig
beschermd zijn
tegen namaak
envervalschlng.
Prlja 40 en 75 cl
Ptoefbuisjea
25 ct.
•T Apeft. <a Omftm.1
lken boekhandel.
Prijs per kwartaal
Losse nummers
van 1—6 regels
Elke regel meer
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Diens taanvragen
f j„er plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
De Waterstad Amsterdam.
Door een Italiaan in 1878 beschreven.
Te Imperia, in de Italiaansehe Riviera,
dicht bij San Remo, zal in het laatst van
April een gedenkteeken worden onthuld voor
den schrijver Edmondo de Amicis (1848—
1908). Dit bericht, zegt „Amstelodamm", het
orgaan der vereeniging van dien naam, her
innert aan het aantrekkelijke boek „Olanda",
waarvan kort na de verschijning een voor
treffelijke vertaling door D. Lodeesen het
licht heeft gezien onder den titel „Nederland
en zijne bewoners" (Leiden, P. van Santen)
i in 1877 een tweede druk, met een
voorrede van prof. dr. Jan ten Brink
In dit nog altijd aantrekkelijke boek, door
een bewonderend vreemdeling met zuidelijke
geestdrift geschreven, blijft het hoofdstuk
over Amsterdam opmerkelijk, omdat de stad
hier is geschilderd in een tijdperk van over
gang, vóór de opening van het Noordzee
kanaal, welke een periode van herleving: en
opbloei zou inluiden. In 1878, toen De Amicis
hier geruimen tijd vertoefde, was Amsterdam
nog een echte waterstad, met het open Y,
de ongerepte grachten met de hooggebolde
bruggen, en het drukke verkeer te water,
levendiger nog dan het wagenverkeer, ook
midden in de stad. Maar bij al zyn lofspraken
over het vreemde, het schilderachtige dat
zich aan hem voordeed, had de schrijver
toch geen groot vertrouwen in de toekomst
van Amsterdam. Dit blijkt uit de tirade
waarmee hij het hoofdstuk besluit.
„Nog is Amsterdam een rijke handelsstad;
maar voorzichtig, langzaam, gehecht aan
oude gewoonten, bezig meer met beursspel
dan met stoute ondernemingen, meer in naam
dan inderdaad wedijverende met Hamburg
en Rotterdam, die vol jeugd en vertrouwen
zijn. Doch ondanks dit alles heeft de stad
nog de majesteit van de oude heerscheresse
der zeeën bewaard, is ze nog de schoonste
parel der Vereenigde Gewesten en laat bij
den vreemdeling een herinnering van groot
heid en macht achter, zooals geen andere
stad van Europa geeft".
De lezer wordt waarlijk verplaatst in het
vroegere Amsterdam, toen de stad nog beslo
ten lag in den ring van met molens bekroon
de, hooge wallen en bolwerken.
„Bij den eersten aanblik van deze stad
kan men, al beeft men alle andere steden
van Nederland gezien, een beweging van
verbazing niet terughouden. Het is een bosch
van hooge molens van verschillend fatsoen,
die hun enorme, gekruiste armen rondslin
geren, en boven de daken der huizen en
kerken een gewoel en gekrioel maken als
een troep monstervogels, die boven de stad
staan te klapwieken. Tusschen die molens in
verheffen zich talloozefabrieksschoorsteenen,
masten van schepen, torens van fantastische
bouworde, daken van vreemde gebouwen,
tinnen, punten en allerlei onbekende ge
daanten. Verderop ziet men weer een andere,
dichte en verwarde groep molenwieken, die
zich als een reusachtig net inde) uoht voor
doen. De stad in haar geheel ziet er zwart
uit; het zwerk is laag en gejaagd; het ia,
in één woord, een grootsch, verward schouw
spel, dat mij de stad met gespannen nieuws
gierigheid deed binnentreden.
„Het sch(jnt een onmetelijke en ordelooze
stad; een Veneris in het groote en ruwe,
een Hollandsche stad, ja, maar door een
vergrootglas gezien; de hoofdstad van een
denkbeeldig Nederland van vjjftig millioen
inwoners; een oude hoofdstad van een volk
van reuzen, op de uitmondingen van een
monsterrivier gebouwd, om als haven voor
een vloot van tienduizend schepen te dienen
een droefgeestige, strenge stad, die een gevoel
van stomme verbazing wekt, waarover men
behoefte heeft na te denken".
De eerste indrukken worden verdrongen
wanneer de reiziger zich beweegt te midden
van het felle leven en al de drukte in deze
merkwaardige waterstad.
„Bjj elke bocht, die men maakt, ziet men
voor zich uit drie, vier, ja zes wipbruggen,
de eene opgehaald, de andere neergelaten,
een derde in beweging, en al die klappen,
balken en kettingen brengen u in gedachte,
dat Amsterdam bestaat uit zooveel vijandige
wijken, die zich tegen elkander versterkt
hebben. De grachten, zoo breed als rivieren,
vormen op sommige plaatsen ruime kommen,
waarlangs bruggen loopen van een aantal
bogen achter elkaar. Op alle kruispunten
ziet men in de verte weer andere bruggen,
andere grachten, schepen en gebouwen, alles
in een lichten nevel gehuld, die de afstanden
nog grooter doet sch(jnen.
„De hoofdstraten (grachten) leveren een
schouwspel op, dat eenig in de wereld is.
Z(j zyn bedekt met schepen en schuiten, en
op de straten zelf ziet men aan den waterkant
hoopen kisten, vaten, zakken, balen, enz.
en aan den anderen kant een ry prachtige
winkels. Aan dibn kant krioelt het stadsvolk,
de heeren, dienstmeisjes, kooplieden, winke
liers; aan gindschen kant het ruwe en ronde
volk der zeelieden en de schippers met hun
vrouwen en kinderen. Rechts hoort men het
levendig praten des stedelings, links het
scherpe en langzame schreeuwen van het
zeevolk. Hier gaat een wipbrug in de hoogte
om een schuit door te laten; daar stroomt
de menigte over een brug die pas neergelaten
is; wat verder zet een pont een groepje
personen over de gracht; aan het eind van
de gracht gaat een stoomboot af; aan het
tegenovergestelde eind komt een ry vol-
beladen schuiten aan; hier wordt een sluis
[opengemaakt; ginds glydt een trekschuit
over het water; wat verder ziet men de
wieken van een molen draaien; daarnaast
worden de palen voor een nieuw huis inge
heid. Het rammelen der bruggen-kettingen
vermengt zich met het geratel der wagens;
het fluitje der stoombooten overstemt het
deuntje van den klokketoren, het touwwerk
der schepen vereenigt zich met het loof der
boomen; de koets rijdt naast de schuit; de
winkel spiegelt zich in de gracht en de zeilen
worden weerkaatst door de winkelglazenhet
landleven en het zeeleven gaan hier hand
aan hand, door en over elkander heen, en
vormen samen een nieuw en levendig tooneel
als van een feest van vrede en bondschap.
„Napoleon de Groote verveelde zich te
Amsterdam, maar ik geloof vast, dat het zijn
eigen schuld is geweest; ik heb my geamu
seerd. Al die grachten, bruggen, breede wa
teren en eilanden, vormen een zoo groote
verscheidenheid van schilderachtige uitzich
ten, dat hoe lang men er ook rondwandelt,
men nooit alles gezien heeft.
„Er zyn duizend manieren om den tyd
aangenaam door te brengen. Men gaat zien
naar de aankomst der schuiten, die de melk
van de Utrechtsche zijde komen aanbrengen
men volgt de schuiten die verhuisboedels
transporteeren, met de dienstmeisjes onder
BOOTH TAR KINGTON.
NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR
HENRI VAN DE WEG.
(Geaut. uitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
1.2)
Het „mormel" lag onder de trap van het café.
Toen het geluid van Martins voetstappen was ver
stild, kroop zij behoedzaam uit haar schuilplaats
te voorschijn en sloop door het hooge gras vlak
lang de heg naar het hotel. Daar liet zij zich vallen
tusschen het onkruid en haalde uit het piekerige
haar, dat met een bandje bij elkaar werd gehouden,
een verkreukeis stukje grijs papier. Zoo bleef ze
een t -genblik liggen, glurend naar Harkless en den
jong i man, die naast hem zat.
Do straat lag verlaten en grijs in de langzaam
vallei, te duisternis; langs den westelijken horizont
hok ii, lange, donkerroode strepen het avondrood
weg; de eschdoorns werden scherp gesneden sil
houetten tegen de paarlmoeren lucht. Harkless
had dikwijls bij zich zelf de zonsondergangen in
Plattville verwenscht; hij gaf er zich rekenschap
van, dat hun pracht te schril afstak bij de over
peinzingen, welke de eenzaamheid van deze om
geving hem ingaf. Het was immers tijdsverlies na
te denken over zich zelf. Gedurende vijf jaar had
aijn peinzen geen ander oordeel wakker geroepen,
dan mislukking, mislukkingl De zonsondergangen
haar heldere mutsjes op den achtersteven
staande; men brengt een half uur door op
het torentje van het paleis, van waar men
het overzicht heeft op het Y, het gewezen
Haarlemmermeer, de roode daken van Zaan
dam en dat phantastische bosch van masten,
torens en molens; men kykt naar het bag
geren van de modder uit de grachten, naar
het dichtdraaien der sluizen en bruggen, naar
de duizenderlei voorzorgen welke deze vreem
de stad vereischt, die jaarlyks vierhonderd
duizend gulden moet uitgeven om hare wa
teren in orde te houden. En weet men niets
anders, dan heeft men altyd het schouwspel
der dienstmeisjes en knechts, die met pom
pen en spuiten deuren der huizen, de vens
ters van de eerste en tweede verdieping, en
de kleederen der voorbygangers bespuiten.
„Zoo is die beroemde stad van Amsterdam,
wier geschiedenis niet minder vreemd is dan
haar uiteriyk en haar voorkomen."
want er is een middel dat U kalm houdt en
waardoor Uw geest helder blijft.
Mijnhardt's Zenuwtabletten behoeden U voor
zenuwachtigheid. Ze zijn verkrijgbaar in kokers
van 75 ct. bij Apoth. en Drogisten.
(Adv.)
Bovendien rust op den kooper, zoolang het
voorschot niet volledig is afgelost, o.a. de
verplichting, dat hy de woning zelf moet
bewonen, öf met goedkeuring van B. en W.
door familieleden.
Hy mag de woning niet veranderen, af
breken, vervreemden of bezwaren, zonder
toestemming van B. en W.
Indien de kooper zich van zp n bezit wenscht
te ontdoen, is de gemeente of de organisatie
bevoegd de woning tegen schatting over te
nemen.
De gemeente kan ten behoeve van de
eigenaars der woning een verzekering doen
sluiten, ten behoeve van de verdere betaling
van rente en aflossing van het voorschot,
in geval van overlyden van het gezinshoofd
vóór het overschot geheel is afgelost.
De overeenkomst kan zonder rechteriyke
tusschenkomBt worden ontbonden, indien de
eigenaar een der verplichtingen niet nakomt,
De woning wordt dan van rechtswege weder
eigendom van den verkooper.
Deze verplichtingen gelden ook voor de
opvolgende verkrygers.
De Arbeider Huls-eigenaar.
De minister van arbeid, handel en np ver
heid heeft aan de gemeentebesturen o.m.
het volgende meegedeeld.
Herhaaldelpk is de wensch te kennen
gegeven, dat met ryksvoorschot ingevolge
de Woningwet gebouwde arbeiderswoningen
in eigendom van de bewoners kunnen over
gaan.
De regeering heeft tegen dien eigendoms
overgang in het algemeen geen bezwaar en
volgt sedert eenige jaren den regel, dat zoo
genaamde Woningwet-woningen met dezer-
zpdsche toestemming aan partikulieren kun
nen worden verkocht, mits die verkoop
geschiedt o.a. onder voorwaarde: dat de
woningen zullen worden bewoond door den
kooper, zoolang deze metterwoon in de ge?
meente gevestigd is, en de omstandigheden,
die voor ieder geval afzonderiyk beoordeeld
moeten worden, zóó zpn, dat de overdracht
van den eigendom aan den kooper-bewoner
ekonomisch verantwoord is.
Ter bereiking van het doel zullen in ieder
geval voorwaarden moeten worden gesteld,
die zooveel mogelijk waarborgen, dat de
woning niet voorwerp van minder gewenschte
exploitatie wordt.
De minister heeft voor die voorwaarden
een leidraad doen samenstellen, waarbp ook
in aanmerking is genomen de omstandigheid
dat de koopers den vollen kostprps niet aan
stonds, maar wel in termpnen, uit eigen
middelen kunnen betalen. Voor zoover de
koopsom niet in kontanten wordt voldaan,
geschiedt de voldoening met een door de
gemeente te verstrekken voorschot, dat in ten
hoogste 30 jaar moet worden terugbetaald.
De woning wordt verkocht, indien zp nieuw
gebouwd is, tegen kostprps, en in andere
gevallen tegen een door drie deskundigen
te bepalen prps.
De kooper moet tenminste 10 pet. van de
koopsom bp het sluiten van den koop uit
eigen middelen betalen. De woning wordt bij
do overdracht hypothecair voor het restant
van de koopsom verbonden.
maakten hem telkens weer down. Als hij die had
kunnen uitschakelen, zou het wellicht anders ge
weest zijn.
Zijn melancholiek gelaat werd somberder nu hij
zat in de schemering, terwijl William Todd hem
gezelschap hield. Plattville had dikwijls over de
eigenaardigheid van den uitgever, zoo zwijgend voor
zich uit te staren, gepraat. Mr. Martin kwam tot de
conclusie, dat mr. Harkless zulk een zwijgzaam
man was, omdat hij niemand had om mede te
praten. De anderen wilden dit niet toestemmen,
want voor de bevolking van Carlow County was dé
vraag of de menschen in andere plaatsen meer ont
wikkeld waren, een teer punt. Zij gaven echter toe,
dat de zwijgzaamheid van Harkless met onvriende
lijkheid niets uitstaande had, wat er ook de oorzaak
van mocht zijn. Als hij sprak, had hij altijd iets bij
zonders. Misschien had hij wel het land aan praten,
omdat hij zooveel schreef.
Een gebogen gedaante kwam langzaam in hun
richting en werd door William Todd vroolijk be
groet: „Goeien avond, mr. Fisbee.'
„Goeien avond mr. Todd," antwoordde de oude
man. „Mr. Harkless, ik zocht u juist." De oude
man scheen diep in gedachten verzonken, maar
naderde Harkless, nerveus frommelend aan pa
pieren, welke hij bij zich had.
„Ik heb mijn artikel voor ons Zaterdagavond-
nummer gereed. Het ging nog al vlug; er was niet
veel meer aan te doen."
„Dank u wel, mr, Fisbee," zeide Harkless, terwijl
hij het manuscript aannam.
„Hebt u dat artikel over de vroegste symboliek
van het Christendom ai gereed. Ik hoop, dat de
„Herald" de eer mag hebben, het te publiceeren."
Dit was de manier, waarop zij met elkander
steunen, wanneer de regeering en het Neder-
landsche volk haar in staat stelt de taak die
zij op zich genomen heeft uit te voeren.
Ieder die er wat voor voelt Suriname voor
Nederland te behouden (er is reeds meermalen
over gesproken Suriname maar te verkoopen)
zou zich bij dit verbond moeten aansluiten.
De minimum contributie is zeer gering.
Vraag bij het secretariaat eens inlichtingen
over de toestanden in Suriname en U zult
onmiddeliyk van het bovenstaande en van
nog veel meer overtuigd worden.
plachten te spreken.
„De eer zal geheel aan mij zijn," antwoordde
mr. Fisbee. „Uw welwillend aanbod bespoedigt
mijn werkzaamheden, maar ik vrees, mr. Harkless,
ik vrees werkelijk, dat van uw vriendelijkheid te
veel wordt gevergd. Ik durf niet zeggen, dat mijn
essays eenigen invioed hebben op onze oplaag."
Hij maakte een ontmoedigd gebaar, toen hij voort
ging „Zij lezen die niet eens, mr. Harkless, al ver
zekert mr. Martin telkens, dat hij zorgvuldig mijn
artikel over Chaldeeuwsche schilderkunst neerlegt,
als hij zijn etalage hernieuwt en al herinner ik mij
de opmerking van een krant uit Rouen, welke u
mij liet zien, waarin met waardeering werd ge
sproken over de opvoedende artikelen in de „He
rald." Doch sedert vijftien jaar heb ik geprobeerd
Plattville eenig gevoel voor kunst bij te brengen
en ik kan niet zeggen, dat ik er veel succes mee
heb gehad. Om u de waarheid te zeggen," (de stem
van mr. Fisbee trilde) „ik kan me niet herinneren,
dat ooit iemand een enkel bemoedigend woord
heeft gesproken voor u kwam, mr. Harkless. Sinds
dat oogenblik kon ik werken met meer energie;
ik kan er mij niet op beroemen, dat onze archirec-
tuur iets beter is geworden en de plaatjes, welke de
menschen hier aan den muur hangen, toonen weinig
verschil bij vroeger. Maar ik ik wou u nog zeg
gen, mr. Harkless, als u het noodig acht, hier en
daar eenige veranderingen in mijn artikel voor
Zaterdagavond aan te brengen, zal ik het volkomen
begrijpen, omdat de journalistieke vorm dat eischt.
Goeden avond, mr. Harkless, goeden avond, mr.
Todd."
Hij liep enekeie passen en keerde zich toen be
sluiteloos om.
Fisbee bleef een oogenblik staan, als was hij
SURINAME.
Wie betaalt het jaariyksche
tekort van 2 a 3 millioen)
Zoo is dan de begrooting van Suriname
zonder de zoo noodige belangstelling door
de Eerste Kamer en zonder hoofdelyke
stemming weder aangenomen.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant (Och
tendblad C van Donderdag 15 Mei 1930)
beschouwt Suriname als een patient en hoopte
dat Dokter Fock het geneesmiddel aan de
hand zou kunnen doen om Suriname gezond
te maken. Ja Suriname is ziek maar waar
ligt de schuld? Waarom ligt dat mooie
land daar braak? Zyn die prachtige landen
niet in cultuur te brengen? Ongetwyfeld
zou men Koffie Cacao Katoen Ryst
en Rubber met succes in Suriname kunnen
telen maar daarvoor zyn in de eerste plaats
noodig gezonde menschen.
Het ligt in Suriname niet aan gebrek aan
kapitaal, neen ook niet aan Hollandsche
Energie, het is het land en de bevolking
die lgden onder de verwaarloozing, die heeft
plaats gehad na de afschaffing van den slaven
handel.
Nu reeds sinds 30 jaar verspeelt Nederland
ruim 3 millioen per jaar aan deze kolonie,
die een bloeiende kolonie kou zyn wanneer
men slechts krachtig uitroeide de broeinesten
van besmetteiyke ziekten, de poelen reinigde,
goed drinkwater verschafte, en zorgde voor
goede wegen te water en te land. Natuurrijk
dat kost geld, zelfs veel geld, maar dat geld
is goed besteed. Dat brengt dubbel en dwars
zyn rente op, terwyi wy Nederlanders nu
elk jaar ruim 3 millioen bypassen waar wij
niets voor terugkregen, Suriname is vol
zieke koelies, terwyi er elk jaar nog meer
bykomen, door aanvoer uit Java.
Worden nu in Suriname de hygiënische
toestanden verbeterd, dan staat het Nationaal
Verbond tot Bevordering der Kolonisatie in
Suriname, gevestigd te Rotterdam (goedge
keurd by' Kon. Besluit dato 18 Pebr. 1928,
St. Ct. No. 33) met haar plannen gereed om
Nederlandsche landbouwersgezinnen naar
Suriname uit te zenden. Het Emigratiefonds
van dit Verbond (Secretariaat Delistraat 38
's-Gravenhage) zal die uitzendingen krachtig
het punt te spreken, toen glimlachte hij, schudde
het hoofd en ging zijns weegs. Harkless keek hem
verbaasd na. Het viel hem in en het irriteerde
hem, dat als Fisbee aan zijn voornemen gevolg
had gegeven hij den raad zou hebben gekregen, een
bezoek te brengen bij rechter Briscoe. Hij glim
lachte ongeduldig en haalde een potlood uit zijn
zak, om bij het flauwe schemerlicht het artikel, dat
zijn redacteur hem juist had ter hand gesteld,
door te lezen. Het zou gepubliceerd worden onder
de rubriek destijds door den voorganger van Har
kless ingevoerd, en aangehouden, omdat laatst
genoemde wist, dat Plattville de „Gebeurtenissen
in onze stad" niet zou willen missen. In kleinere
letters prijkte het opschrift; „Verbeteringen in de
zakenwereld".
Het artikel van Fisbee ving aan op deze wijze:
„Opgemerkt dient te worden, dat het nieuwe uit
hangbord van mr. H. Miller thans is aangebracht.
Het spijt ons, dat mr. Miller den schilder niet op
dracht gat een eenvoudig lettertype te gebruiken."
„Maar Fisbee," mompelde Harkless verwijtend,
„dat nieuwe uithangbord is bijna de eenige vooruit
gang in onze zakenwereld sedert een jaar. Hoe dik
wijls hebben wij er al niet over geschreven. Eesrt
heette het: het gerucht loopt, dat Herv Miller over
weegt", toen werd het: „besteld" en vervolgens:
„het laatste stadium". Mijn arme, witte ridder, zijn
vijf jaar training dan volkomen waardeloos? Soms
ben ik er heusch bang voor. Plattville snakt naar
een beschrijving van het aanbrengen van het nieu
we bord en jij begint zonder meer met de climax."
Hij begon snet te schrijven, diep over zijn papier
gebogen in het halfdonker. Wat hij schreef, was
eenvoudig een aanvulling van de interessante mede-
deeling (die iedereen reeds wist), dat Herv Miller
De Voeding van zieken.
In verband met dit onderwerp wil ik nog
iets zeggen over de kunstmatige voedings-
praeparaten. Het eerste praeparaat van dien
aard was eigenlijk het Liebig's vleesch-
extract, dat indertyd een enorm succes heeft
gehad. Een voedingsmiddel is het niet, maar
een opwekkend middel van groote waarde.
Natuuriyk is Liebig's praeparaat niet zonder
concurrenten gebleven. Men heeft getracht
ook uit andere stoffen als vleesch goed sma
kende bouillon-praepaiaten te verkrygen en
de grondstof, die daarvoor wel het meest
gebruikt wordt, is gist.Wanneer in bier
brouweryen de gist haar werking heeft ge
daan, is het produet voor den bierbrouwer
waardeloos en kan als meststof gebruikt
worden. Maar de tegenwoordige industrie is
er op uit ook den afval van fabrieken pro
ductief te maken en zoo heeft, men ook ge
tracht van gist te halen, wat er van te halen
valt. De bouillon-gistpraeparaten herinneren
in hun smaak werkelijk eenigzins aan het
geurend vleescheextract en dit behoeft ons
uit een scheikundig oogpunt niet te verwon
deren, omdat de extractiestoffen van vleesch
en gist scheikundig niet ver van elkaar ver-
wyderd staan.
Verschillende pepton- en albuminose- prae-
paraten zijn ontstaan op grond van de vole
gende redeneering: By zieken is de maag
dikwijls niet in staat haar werk behooriyk
te doen, eiwitten worden niet verteerd; wel
nu, laten wij de maag een beetje helpen en
aan den patiënt eiwit geven, dat reeds met
maagsap behandeld is. Scbynbaar is deze
redeneering volkomen logisch. Maar wat
leert de ervaring Dat deze praeparaten zeer
slecht worden verdragen en maar in uiterst
kleine hoeveelheden gebruikt kunnen wor
den. Vandaar dat de voorschriften zyn: 3
maal daags een theelepeltje, of iets derge-
ïyks. En wat zou dit kunnen helpen, ai be
stond het praeparaat voor 100 pCt. uit eiwit?
stoffen, wanneer men er toch maar enkele
grammen per dag van kan gebruiken, ter?
wijl de hoeveelheid eiwit, die wy per dag
noodig hebben, op ongeveer 100 gram ge
schat kan worden.
Cb. B.
FAILLISSEMENTEN.
(Opgegeven door Van der Graaf Co.,
afd. handelsinformaties
Opgeheven:
Th. Ant. de Waal koopman, wonende te
Achthuizen (gemeente Ooltgensplaat) B 187.
een nieuw bord had laten aanbrengen. Herv blijft
altijd even ondernemend. Dit is een stap in de
goede richting, schreef de uitgever.
Hij las nauwkeurig de overge bladzijden door,
hier en daar een wijziging aanbrengend. De laatste
opmerking van Fisbee luidde:
„In de nieuwe en eenigszins ongelijkmatige deur,
welke Solomon Tibbs in de woning van mr. Henry
Tibbs Willets heeft gemaakt, is een roccoco deco
ratie aangebracht, welke den voorbijganger droevig
zal stemmen."
„Miss Sherwood uit Rouen, een vriendin van miss
Briscoe op de kostschool van Mrs. Jennings te
New-York, logeert thans bij rechter Briscoe."
De berichten van Fisbee waren geschreven met
inkt; op het papier was veel wit gelaten. Onder aan
de bladzijden was iets met potlood gekrabbeld.
Harkless probeerde tevergeefs het te ontcijferen,
het was te donker geworden en het handschrift
was zoo flauw, dat hij een lucifer moest aansteken.
Hij deed dit, omdat zijn belangstelling was ge
trokken, maar toen hij den eersten van de vier
regels goed bekeek, ging hij met een roepuit van
verbazing rechtop zitten. Onder aan de pagina had
een vrouw geschreven in een handschrift, dat hij
sedert jaren niet meer had gezien:
„De wijsgeer sprak: thans is het tijd
voor diepgaande overleg
voor zaken doen met noesten vlijt
voor timmeren aan den weg.
Hij stak het papier in zijn zak en liep haastig de
straat op.
(Wordt vervolgd.)