I PROTESTANTENBOND, jrkstraat), vm. dhr. Rook uit Schiedam Ift FORD rdsorv Sri ek, rotte f? dam iddelharnis OIMBORN'S flfANOL AAMBEIEN. DE SALAMANDER JL WOENSDAG 28 MEI 1930 FEU 8 LLETON. Zomersproeten ver dwijnen spoedig door een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. OP EENZAMEN POST. vra. ds. Brinberink. Itelijke Vereening vm. ds. Brinkerink 3, vm. ds Los), il, vm. ds. Los. vm. ds. Moll van Charante. EREFORMEERDE KERK. [lis, vm. en 'sav. dhr. Bouma uit Rijs- vm. en nm. ds. Schuurman. [Vm. en nm. leeskerk. laat, vm. en 'sav. ds. De Lange, pel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma. jaringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaff. Buis, 'sav. ds. Westerhuijs. Ivoet, vm. ds. Westerhuijs. ^EREFORMEERDE GEMEENTE. [jHaringvliet, vm., nm. en 's av. leesk. EFORMEERDE GEMEENTEN, his, vm. en 's av. leeskerk. vm. en 's av. ds. De Blois. vm. en nm. ds. Schothorst uit Lun- Vm en nm. leeskerk. bezielende, ;nde arbeids- geen plaats verkwisting i materiaal.... hulpbronnen, igen, van de Drtastend en lm van voor- i een FORD! numasu erkrijgbaar bij alle Boekhandelaren Iradicale genezing «ardnelikigste Aambeien U genezen binnen enkele weken, Kipstraat 59, R'dam I st goed, geld terug. Prijs per kwartaal Losse nummers ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Diensfcaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag, en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Huiselijkheid. Naar de meening van ouderen van jaren, die, evenals schrijver van dit opstel, uit hefc midden der vorige eeuw dateeren, is in de twintigste eeuw niet bijster veel van de al oude gemoedelijkheid en huiselijkheid over gebleven. Da geest van het tegenwoordige jonge geslacht kan het met die huiselijke gezelligheid niet best meer vinden, en laat die, incluis de hooggeroemde gemoedelijk heid van voorheen, dolgaarne aan de respec tievelijke grootvaders en grootmoeders, mits gaders aan hoogbejaarde bakers over, die in hunne gezellige kinderjaren zeker niet van fietsen, auto's en vliegtuigen hebben ge droomd, en die een tochtje per trekschuit, langs de oud-vaderlandsche Vecht of de Leid- scbe vaart, vrijwel als een reis om de wereld in hun dagboek hebben genoteerd. Onder huiselijkheid, zoo zullen wij aan nemen, zal moeten worden verstaan, den drang naar eigen haard, de voorkeur, dien men geeft aan het verblijf in eigen woning of althans op eigen erf. En van een zoodanig genot is het jongere geslacht meerendeels vervreemd. De verkeersgelegenheden van de laatste kwarteeuw hebben daar zeker voor een groot deel aanleiding toe gegeven, en hebben, zoowel als de velerlei soorten van sport, de genoegens van de jeugd doch ook van velen der ouderen, die zich nog in de kracht hunner levensjaren bevinden, in an dere banen geleid. De op zichzelf gerecht vaardigde zucht om iets méér van de wereld te zien dan de eigen woonplaats en de dor pen of steden van ettelijke mijlen in don omtrek, is van lieverlede zoozeer ontaard, dat het gezellig tehuis veel van zijn vroe gere bekoring heeft verloren en voortaan steeds méér zal verliezen. En deouderwet- sche gemoedelijkheid heeft haar graf gevon den in de meerdere ontwikkeling en vroeg tijdige levenswijsheid der jongere geslachten; laat ons zeggen, boven 15 of zestien jaren. Inderdaad, er ligt een onmetelijke afstand tusschen het jeugdleven van heden en dat van een halve eeuw geleden. Mochten wel licht de banden, waardoor de Jeugd van voor heen werd teruggehouden, in veie gevallen wat al te sterk zijn aangehaald, die toch nauwelijks gevoelde bandknelling bracht niettemin zeer veel bjj tot de huiselijke inti miteit en tot de versterking der familieban den. Het uitzicht van den kindergeest was on getwijfeld niet zoo ruim, maar de kinder spelen waren niet minder geanimeerd dan tegenwoordig, en de vertrouwelijkheid on derling was verdragend misschien grooter dan thans. De Jeugdopvatting van den tegenwoordi- gen tijd is, naar het schijnt, meer vatbaar voor vervreemding dan toen de huiselijke haard het ideaal was van levensgeluk en van veiligheid. Thans wordt vrij algemeen bekrompen heid gezien in de waardeering van het fami lie-centrum; en de eischen des t(jds sporen ook in booge mate aan, buitenshuis, in rui men zin te leven, en dhkr opvoedende ont spanning te zoeken waar inderdaad veel voor te zeggen valt. Er zijn dan ook niet veel verlegen kindertjes meer en de vrijmoedig heid van de jongelui van don tegenwoordi- gen tijd laat ook niets te wenschen over. Overal waar men de oogen slechts heenricht, is vooruitgang waar te nemen. Alleen het gros van onze jonge dames is, wat hunne kleeding betreft, op den terugtocht naar het Paradijs. Wat verstond men in vroegere dagen on der huiselijkheid, en, meer speciaal onder huiselijke gezelligheid? Een totale afschei ding van het leven buiten de huisdeur met haar traditioneelen klopper Een genoegeiijk indommelen op de plek van z'n geboorte met de onzichtbare maar stevige keten van Ouderentucht aan handen en voeten? Heette het toen misschien„Mag ik als 't blieft een straatje omwandelen met mijn vriend Jan, of (voor jonge dochters) met mjjn vrien din Saartje?" „Hoe laat moet ik thuis zijn?" Och ja, wel zoo iets. En de dochter des huizes moest, als zij eens op een avondvisite was gevraagd, gebracht, en ongeveer negen uur worden afgehaald of thuis gebracht worden, onder vertrouwd geleide. Doch nie mand deerde dit; en opgewekt door al het genoegen, dat men had gesmaakt, werd alles in bijzonderheden medegedeeld. En daarna vermaande papa, op z'n horloge kijkende of de schoorsteenklok raadplegende: „dat het nu hoog tjjd was de trap op te gaan, naar Slaap maar wèl, hoor." Neen, de huissleutel werd toen niet mede gegeven. Papa of Mama inspecteerden een poosje later nog even de voor? en achterdeur daarna werd alles stil in huis. Misschien ook heeft zoon of dochter wei eens in stilte tegen deze vroegtijdige „tap toe" geprotesteerd, en het een of ander anders gewenscht; maar toch Er was een andere toon in het familie leven. Er heerschte toen een vriendelijke een gezellige geest in het gezin, en de ban den waren toch zoo soepel en zacht, dat zij ternauwernood werden gevoeld. De jongeren schaarden zich met liefde en vertrouwen om den troon van den heer des huizes en namen de stille wenken van Mama, dien aangaande, ter harte. Het onderlinge ver trouwen, de openhartigheid en de warme genegenheid voor elkaar, weerden achter docht en ongenoegen, en werkten de huise lijke gezelligheid zeer in de hand mis schien nog wel iets méér dan dat. Doch wjj stonden toen nog op een Iageren trap van wereldkennis, en wij waren toen mis- Echien ook nog niet zoo intens-beschaafd, een beetje hoekig, onhandig, en by langen na niet zoo op de hoogte van alles, niet zoo algemeen ontwikkeld: als de geslachten, welke dien achtorlijken kneveltijd niet heb ben beleefd, en als het bevoorrechte ge slacht dat heden ten dage de richting aan geeft. O, goede, oude tijd. Er was in D inder daad veel, dat ook wij ouderen, ons niet zouden terugwenschen. Er was destijds niet zooveel gemak, niet zooveel gerief, niet zoo veel snelheid, niet zooveel licht als thans. Doch wellicht gevoelt, niettegenstaande deze hooge voorrechten, menig oud geworden, gedesillusionneerd menschenhart, een stil heimwee naar de gezelligheid en naar de huiselijkheid aan den familiebaard van voor heen. VIKING. INGEZONDEN MEDEDEELING. Verslag van de vergadering van den Raad dor gemeente Middelharnis op Vrijdag 23 Mei des namiddags half vier uur. Voorzitter Burgemeester den Hollander. Alle leden tegenwoordig. De voorzitter opende de vergadering met gebed, waarna het onderzoek plaats had van de geloofsbrieven van het nieuw benoemde raadslid E. de Lint. Deze werden in orde bevonden en tot toelating geadviseerd. Door den voorzitter werd daarna de heer de Lint beëedigd. De voorzitter hoopte dat het den heer De Lint gegeven moge worden evenals zijn voor ganger steeds het waarachtige belang der gemeente te dienen. Daarna werden de notulen der laatste ver gadering gelezen enonveranderdgoedgekeurd. Ingekomen stukken: De goedkeuring van Ged. Staten overge nomen raadsbesluiten. Een schrijven van Mej. Blok waarin deze haar dank betuigt voor de toegekende ver hooging van jaarwedde. Het taxatierapport van Ged. Staten over den grond bestemd voor de Bijz. U. L. O. school. Deze grond is getaxeerd op 1,— per Ma. Een schrijven van de heeren J. A. Slis, Vogelaar en J. Vroegindeweij Wz. van den volgenden inhoud: Aan den Raad der Gemeente Middelharnis. Mijne Heeren, Ondergeteekenden, vormende de commis sie, die dit jaar de rekening der gasfabriek nazag, wenschen in verband met een inge> zonden stuk van den heer K. Blokhuis in „Onze Eilanden" van 10 Mei j.l. ter wille van de waarheid op te merken, en ken' baar te maken: 1. Dat zy, als antwoord op hun opmer kingen betreffende eigenmachtig optreden van den lieer Blokhuis, van hem te hooren kregon, dat dit kwam, omdat men niet tel kens de groote gascommissie bij elkaar kon roepen; en op hun vraag, of er dan geen dageiyksch bestuur was, letterlijk ten ant woord kregen: „Dat is er niet." 2. Dat zij hierop tegenover hem de wen- schel(jkheid van een dag. bestuur hebben betoogd, om voortaan eigenmachtige zaken te voorkomen; evenwel zijn door hen niet genoemd de eischen, die de heer Blokhuis in zijn ingezonden stuk meent te mogen stellen 3. dat zjj reeds op de raadsvergadering, die daarop volgde (28 Febr. 1930) waar Voge laar niet tegenwoordig was, en waar door hen voorgesteld werd, dat een Dag. Bestuur, als boven bedoeld, zou worden benoemd, van den voorzitter een juist en voldoend ant woord hebben ontvangen, n.l. dat er altijd een Dag. Bestuur is geweest, en nog is, t.w. de Voorzitter en Secretaris der gascommissie, zooals het reglement uitdrukkelijk vermeldt; 4. dat op de daarop volgende Raadsverga dering (17 April 1930) door Vogelaar, die deze mededeeling nog niet gehoord had, weer is gevraagd, of er reeds een Dag. Bestuur be BOOTH TARKINGTON. NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR HENRI VAN DE WEG. (Geaut. uitgave van de V. V. Uitgeverij P. D. Bolle.) 10) Toen zij langs de kroeg kwamen, kwam een man in de deur staan om hen na te kijken. Hij had geen jas aan en zag er haveloos uit. Zijn hoofd was vreemd gevormd, aan de eene zijde Spitser toeloo pend dan aan de andere, een afwijking, die duide lijk te zien was, al passeerde liet tijtuig ook snel. Het magere, gemeene gezicht van den kerel kreeg er een dreigend uiterlijk door. De man was groot en sterk gebouwd. Hij keek de vreemdelingen na en barstte, toen zij langs kwamen, in hatelijk lachen uit. ,,Dat was Bob Skillett, de ergste van allemaal," vertelde de rechter. „Harkless bracht zijn zoon en een van zijn broers in de gevangenis. Het was een harde tegenvaller, dat zijn bewijzen tegen Bob niet sterk genoeg waren." Toen zij het dorp achter den rug hadden, zuchtte Miss Sherwood van verlichting. „Hier kun je ten minste vrij ademhalen," zeide zij. „Wat klonk dat lachen verschrikkelijk. Ik heb wel eens meer gehoord van buurten, als deze, doch ik heb er voor- loopig meer dan genoeg gezien. Als ik u goed be grijp, staat deze buurt tot de omgeving in een zelfde verhouding, ais achterbuurten- tot een groote stad." „Zoo is de verhouding ongeveer; zij maken hun eigen whisky en vechten hun veeten onder elkaar uit. Lige Wi'llett, de vriend van Minnie zij heeft je natuurlijk al het een of ander over Lige verteld durft overal te komen, als hij op jacht is, al vermijden de meeste jongelui deze streek zooveel mogelijk. Lige raakte op een morgen plotseling verzeild tusschen een troep kerels, die over eikaar lagen te rollen. Hij zei, dat er oneenigheid was over een hond, maar hij wist niet, hoe gauw hij in Plat- ville zou terugkomen." „Vertel Helen tocli niet zulke dingen, vader!" riep zijn dochter uit. „Zij gaat nog denken, dat het hier gevaarlijk is." „Het is ook eigenlijk geen geschikt verhaal voor een dame," antwoordde de rechter. Hij keek zijn gast aan en knipoogde. „Wij mogen haar geen angst aanjagen," ging hij voort. „Jongedame, ik geloof niet, dat u erg bang bent uitgevallen en bovendien de ..Witkappen" wonen niet in Piatt- ville zelf. Zij durven er niet eens te komen, al zouden zij heel graag hun rekening met de „He rald" vereffenen. Sinds Harkless het twee 'jaar geleden tegen hen opnam, hunkeren zij naar wraak, vooral ook, omdat zij niets kunnen beginnen, voor hij uit den weg is geruimd,".Het meisje uitte een kreet van ontzetting. „Komt er dan nooit een eind aan die lankmoedigheid! Waarom treden de inen- schen uit Plattville zeif niet op, voor ze..." „Dat zag ik ook zoo dikwijls," antwoordde Briscoe; „onze menschen zijn te veel aan hen gewend, ik geloof wel, dat men alles doet, wat mogelijk is. De jongens waken eiken avond over noemd was, waarop de voorzitter ook toen weer heeft geantwoord, dat dit er was, n.l. de Voorzitter en Secr. der gascommissie; 5. dat het hun in 't algemeen voorkomt, dat zaken in commissie behandeld, niet in de pers worden bekend gemaakt, tenzjj met aller goedkeuring; 7. dat zij de onjuistheid van het ingezonden stuk van den heer Blokhuis hiermee meenen voldoende te hebben aangetoond, en in 't al gemeen, de strekking van hetschrjjven van den heer Blokhuis in de pers gaarne geheel voor zijne rekening laten. Dit stuk werd voor kennisgeving aan genomen. De goekeuring over het aangaan van een geldleening groot ƒ30.000 voor scholenbouw. Daarna werd de begrooting der Gezond heidscommissie goedgekeurd, waarin het aan deel voor deze gemeente evenhoog is uit getrokken als het vorig jaar. De rekening van de bouwvereeniging „Sa menwerking" werd zonder discussie goed gekeurd. Van den Minister van Onderwys, Kunsten en Wetenschappen was een schrijven inge komen waarin werd bericht dat geen termen aanwezig geacht konden worden om een vierde leerkracht aan de Openbare U. L. O. school aan te stellen voor rekening van het rijk. Van het Hoofd dier school was een schrij ven ingekomen waarin deze uiteenzette dat het onderwijs er veel onder te lijden zou krij gen wanneer geen vierde leerkracht werd aangesteld. Voorzitter zeide dat men hoopt dat met ingang van 1 Jan. '31 een vierde leerkracht voor rekening van het ryk zou komen en stelde namens B. en W. voor een vierde leers kracht voor rekening van de gemeente te benoemen met ingang van een bepaalden datum, althans direct na de groote zomer- vacantie. Voorzitter deelde nog mede dat het hu haast de moeite niet is nog voor de vacantie een onderwijzer te benoemen en dat men dan 6 weken vacantie moet door betalen hetgeen de gemeente met genoemde oplossing mis kan gaan. Ook de Inspecteur achtte het zeer nood zakelijk dat deze leerkracht er by kwam. Koote vroeg of het op die gronden van nieuwe leerlingenaantal toch nog niet ge probeerd zou kunnen worden een kracht voor rekening van het Rjjk te krjjgen. Voorzitter zeide dat reeds bij de aanvraag de nieuwe getallen zijn genoemd. Daarna werd met algemeene stemmen besloten met ingang van direct na de va cantie een leerkracht te benoemen. Besloten werd de gemeente in nieuwe wijken te verdoelen en de nummers der huizen opnieuw aan te brengen. B. en W. stelden voor daarvoor aan te koopen een serie emaille nummerplaten en deze op de deurposten te laten aanbrengen. Alzoo werd besloten. Doornbos stelde voor die plaatjes op de muren te laten bevestigen door hen die daartoe het verlangen te kennen geven, teneinde het inrotten der kozjjnen te voor komen. Besloten werd een en ander met den ge meenteopzichter te bespreken. Op voorstel van B. en W. werden de woningen Nieuwstraat B 4 eigenaar D.Ver- ryp e.a. en Oostdjjk D 141 eigenaar Adr. Taaie onbewoonbaar verklaard. hem en iedereen vindt het even onaangenaam' dat hem niet aan het verstand kan worden ge" bracht, hoeveel gevaar hij loopt. Als hij hier ge" boren was, zou hij het beter begrijpen. Er bestaat een oude veete tusschen de „Witkappen" en de stedelingen, welke haar oorsprong nog vindt in de tijden van de pioniers, al weten de meeste menschen er weinig van. De stichter van de stad, William Piatt, en de voorouders van de Bardlocks, de Tibbs, de Briscoes, en de Schofields, trokken hier heen uit Noord-Carolina, voornamelijk om bevrijd te worden van onaangename bruten, toevalligerwijze de Skileetts en de Johnsons een van de Skilletts had twee zoons van William Piatt vermoord. Maar de Skilletts en de Johnsons volgden hem tot in Indiana om zich weer in huil nabijheid te vestigen. Op de plaats, waar thans het café staat, schoten zij Piatt neer voor de deur van zijn eigen hut. De overige pioniers joegen hen toen weg, maar zeven mijl westerlijker zetten zij zich neer en nu zitten zij er nog. Een troep indianen, op weg naar de Shaw nee's overrompelden hen bij de Tipped Canoe, doch zij wisten de roodhuiden af te koopen met slechte whisky en gaven huil den raad naar Platt ville te gaan. Bijna alle mannen waren afwezig, om onder bevel van Harrison te vechten. Toen zij terugkwamen liepen nog slechts enkele half krank zinnige vrouwen en kinderen rond, die zich bijtijds in de btjsschen hadden weten te bergen. De mannen vernamen wat er gebeurd was en trokken op tegen de „Witkappen" om wraak te nemen. Zij werden in een hinderlaag gelokt en slechts een enkele ontkwam aan de slachting. Wij hebben nooit met hen kunnen afrekenen, al hebben de farmers steeds gewacht op den dag, waarop Plattville een eind zou maken aan de Een datum waarop de onbewoonbaar ver klaring ingaat werd niet genoemd. De rondvraag is afgeschaft en daarmede was de vergadering ten einde. Deze vergadering kenmerkte zich in een buitengewone vlugge afdoening van de za ken. Een agenda van 8 punten werd in drie kwartier afgewerkt. Laten wjj hopen dat de raadsleden zullen trachten voortaan dit aangename tempo te behouden. Openbare vergadering van den Baad der gemeente Hellevoetsluis, op Maandag 19 Mei 1930, des nam 8 uur ten Baadhuize. Voorzitter: de Burgemeester. Secretaris: de heer F. J. Swart. Alle leden zQn aanwezig. De voorzitter deelt mede, dat de notulen van de vergadering van 9 Mei j.l. nog niet gereed zijn, aangezien de thans gehouden vergadering zoo spoedig na eerstgenoemde is gevolgd. De vergadering is uitgeschreven op verzoek van 5 raadsleden, en wel de heeren: P.Es- senberg, J. Blind, P. C. van Wyn,"W. J. van Sintmaartensdijk en D. de Boo, welk verzoek werd ingediend den 15 Mei j.l., en waarby verzocht werd een spoedeischende vergade ring bij elkaar te roepen, teneinde te beraad slagen en te besluiten over de bjj het verzoek overlegde voorstellen met byiagen. Het ontwerp voorstel luidt: „De Raad der gemeente Hellevoetsluis Overwegende: dat het belang der gemeente medebrengt dat zij beschikt over grond, hetzy in eigen dom, hetzy in erfpacht, om dezen grond in erfpacht uit te geven; dat de gemeente Hellevoetsluis thans reeds in erfpacht bezit het z.g. plantsoen; dat dit plantsoen als plantsoen in erf pacht is uitgegeven; dat aldus de strekking van het bestaande erfpachtscontract moet worden gewijzigd; Besluit: zich te wenden tot den Minister van Financiën met verzoek: a. het z.g. plantsoen aan de gemeente Hellevoetsluis in erfpacht voor den tydvan 99 jaar te willen uitgeven, onder de bepalin gen bij het Burgeriyk Wetboek. b. den canon te willen vaststellen op bet bedrag, dat de gemeente thans betaalt met dien verstande, dat indien de gemeente op haar beurt gedeelten van het plantsoen in erfpacht gaat uitgeven, zjj van de te ont vangen bedragen de helft zal uitkeerenaan het Rijk der Nederlanden. Voorts: vast te stellen: a. het plan van uitgifte volgens de aan dit voorstel vast gehechte teekening; b. de voorwaarden, waaronder de betrok ken perceelen zullen worden uitgegeven; terwjjl de canon wordt vastgesteld op 5 cent den M'; c. in het plantsoen te stellen een aan kondiging, waarop de woorden: „grond be schikbaar voor uitgifte in erfpacht. Zich te wenden tot de Gemeente-Secretarie." Overgelegd wordt hiernevens de Memorie van Toelichting. Deze Memorie van Toelichting luidt als volgt: tyrannie. Wij staan er nog precies zoo voor als toen. Het schuim uit Idiana vestigt zich daar, zoo dra het in andere steden hun te heet wordt. Slechts enkelen van de ouderen weten nog van het ont staan der moeilijkheden, maar ahs je iemand uit Plattville vraagt, hoe hij denkt over de Wit kappen, dan zal het antwoord zijn: „Ik denk, dat we vandaag of morgen dat stelletje bandieten moeten uitroeien." Het drijft er al heel lang naar toe. Wat de „Herald" gedaan heeft, heeft de eind beslissing meer in zicht gebracht, dan wat ook. Wonderlijk, dat een man, die pas een paar jaar in Plattville woont, bezig is zulk een oude rekening voor ons te vereffenen. Zij doen hun best hem in handen te krijgen, doch als het hun lukt, zullen zekere onwettige maatregelen niet uitblijven, ik vrees, dat onze menschen er weer heen zouden trekken, maar dan zal er geen enkele hinderlaag zijn; de pioniers zullen rustiger liggen.Hij brak plotseling af en knikte een ouden man toe, die hen passeerde, juist toen zij langs een oprijlaantje kwamen, dat leidde naar een goed onderhouden hut, begroeid met wijnranken. „Dat is de echtge noot van mrs. Wimby," vertelde de rechter. Miss Sherwood merkte op, dat de echtgenoot van mrs. Wimby merkwaardig was door zijn wonderlijk voorkomen. Een kleine, bleeke man wiens gezicht dons vertoonde in plaats van baard; zijn jas was zoo groot, dat de mouwen bij de polsen enkele malen moesten omgeslagen. Terwijl hij moeilijk voortstapte naar zijn woning werd duide lijk, hoe ook zijn broek oorspronkelijk bestemd was voor een veel grooter persoon. Zoodra hij uit het wagentje stapte, glipte een broekspijp over zijn voet, zijn schoen bedekkend en er zelfs over hangend. Een nauwelijks onderdrukte vloek ont snapte aan zijn lippen, toen hij een poging deed de wanorde te hersteilen, maar hij keek toch op en beantwoordde den groet van Briscoe met een air, als wilde hij te kennen geven, dat men van zijn broek nu eenmaal niet beter kon verwachten. Een meer onschuldig type, dan dezen ouden, zwakken man zou men zich moeilijk kunnen voor stellen; toch genoot hij de onderscheiding eens bezoek te hebben ontvangen van zijn buren de „Witkappen". Mrs. Wimby was weduwe, in het gelukkig bezit van een uitgestrekte farm en had elk aanbod van de vrijgezellen uit haar omgeving, om een deel van haar zorgen op zich te nemen, af geslagen, totdat zij een zacht plekje in haar hart ontdekte. Na haar huwelijk was men haar „Mrs. Wimby" blijven noemen, want de onbeduidend heid van den echtgenoot was zoo volkomen, dat deze zich zelfs uitstrekte tot den naam. Men noemde hem aanvankelijk den man van weduwe Wimby, later afgekort tot mr, Wimby. Zijn vrouw vulde zijn garderobe aan met kieedingstukken van haar overleden echtgenoot. Op een nacht hadden de „Witkappen" om lucht te geven aan hun erger nis ingebroken in de boerderij den ouden man uit bed gesleurd en terwijl de vrouw, die hem hartelijk genegen was, gedwongen werd het schouwspel gade te slaan, hem met jonge twijgen bijna dood geranseld. Een armzalig hondje, dat zijn meester was gevolgd op diens jarenlange zwerftochten, hadde wonden van zijn baas gelikt. Uit straf voor zijn trouw werd het arme dier in het vreugdevuur geslingerd, waaromheen de bandieten uit vreugde over hun zegepraal een rondedans hadden gedaan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1