I PROTESTANTENBOND,
jrkstraat), vm. dhr. Rook uit Schiedam
Ift
FORD
rdsorv
Sri ek, rotte f? dam
iddelharnis
OIMBORN'S
flfANOL
AAMBEIEN.
DE SALAMANDER JL
WOENSDAG
28 MEI 1930
FEU 8 LLETON.
Zomersproeten ver
dwijnen spoedig door een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
OP EENZAMEN POST.
vra. ds. Brinberink.
Itelijke Vereening vm. ds. Brinkerink
3, vm. ds Los),
il, vm. ds. Los.
vm. ds. Moll van Charante.
EREFORMEERDE KERK.
[lis, vm. en 'sav. dhr. Bouma uit Rijs-
vm. en nm. ds. Schuurman.
[Vm. en nm. leeskerk.
laat, vm. en 'sav. ds. De Lange,
pel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma.
jaringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaff.
Buis, 'sav. ds. Westerhuijs.
Ivoet, vm. ds. Westerhuijs.
^EREFORMEERDE GEMEENTE.
[jHaringvliet, vm., nm. en 's av. leesk.
EFORMEERDE GEMEENTEN,
his, vm. en 's av. leeskerk.
vm. en 's av. ds. De Blois.
vm. en nm. ds. Schothorst uit Lun-
Vm en nm. leeskerk.
bezielende,
;nde arbeids-
geen plaats
verkwisting
i materiaal....
hulpbronnen,
igen, van de
Drtastend en
lm van voor-
i een FORD!
numasu
erkrijgbaar bij alle Boekhandelaren
Iradicale genezing
«ardnelikigste Aambeien
U genezen binnen enkele weken,
Kipstraat 59, R'dam I
st goed, geld terug.
Prijs per kwartaal
Losse nummers
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Diensfcaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag, en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Huiselijkheid.
Naar de meening van ouderen van jaren,
die, evenals schrijver van dit opstel, uit hefc
midden der vorige eeuw dateeren, is in de
twintigste eeuw niet bijster veel van de al
oude gemoedelijkheid en huiselijkheid over
gebleven. Da geest van het tegenwoordige
jonge geslacht kan het met die huiselijke
gezelligheid niet best meer vinden, en laat
die, incluis de hooggeroemde gemoedelijk
heid van voorheen, dolgaarne aan de respec
tievelijke grootvaders en grootmoeders, mits
gaders aan hoogbejaarde bakers over, die in
hunne gezellige kinderjaren zeker niet van
fietsen, auto's en vliegtuigen hebben ge
droomd, en die een tochtje per trekschuit,
langs de oud-vaderlandsche Vecht of de Leid-
scbe vaart, vrijwel als een reis om de wereld
in hun dagboek hebben genoteerd.
Onder huiselijkheid, zoo zullen wij aan
nemen, zal moeten worden verstaan, den
drang naar eigen haard, de voorkeur, dien
men geeft aan het verblijf in eigen woning
of althans op eigen erf. En van een zoodanig
genot is het jongere geslacht meerendeels
vervreemd. De verkeersgelegenheden van de
laatste kwarteeuw hebben daar zeker voor
een groot deel aanleiding toe gegeven, en
hebben, zoowel als de velerlei soorten van
sport, de genoegens van de jeugd doch ook
van velen der ouderen, die zich nog in de
kracht hunner levensjaren bevinden, in an
dere banen geleid. De op zichzelf gerecht
vaardigde zucht om iets méér van de wereld
te zien dan de eigen woonplaats en de dor
pen of steden van ettelijke mijlen in don
omtrek, is van lieverlede zoozeer ontaard,
dat het gezellig tehuis veel van zijn vroe
gere bekoring heeft verloren en voortaan
steeds méér zal verliezen. En deouderwet-
sche gemoedelijkheid heeft haar graf gevon
den in de meerdere ontwikkeling en vroeg
tijdige levenswijsheid der jongere geslachten;
laat ons zeggen, boven 15 of zestien jaren.
Inderdaad, er ligt een onmetelijke afstand
tusschen het jeugdleven van heden en dat
van een halve eeuw geleden. Mochten wel
licht de banden, waardoor de Jeugd van voor
heen werd teruggehouden, in veie gevallen
wat al te sterk zijn aangehaald, die toch
nauwelijks gevoelde bandknelling bracht
niettemin zeer veel bjj tot de huiselijke inti
miteit en tot de versterking der familieban
den.
Het uitzicht van den kindergeest was on
getwijfeld niet zoo ruim, maar de kinder
spelen waren niet minder geanimeerd dan
tegenwoordig, en de vertrouwelijkheid on
derling was verdragend misschien grooter
dan thans.
De Jeugdopvatting van den tegenwoordi-
gen tijd is, naar het schijnt, meer vatbaar
voor vervreemding dan toen de huiselijke
haard het ideaal was van levensgeluk en
van veiligheid.
Thans wordt vrij algemeen bekrompen
heid gezien in de waardeering van het fami
lie-centrum; en de eischen des t(jds sporen
ook in booge mate aan, buitenshuis, in rui
men zin te leven, en dhkr opvoedende ont
spanning te zoeken waar inderdaad veel voor
te zeggen valt. Er zijn dan ook niet veel
verlegen kindertjes meer en de vrijmoedig
heid van de jongelui van don tegenwoordi-
gen tijd laat ook niets te wenschen over.
Overal waar men de oogen slechts heenricht,
is vooruitgang waar te nemen. Alleen het
gros van onze jonge dames is, wat hunne
kleeding betreft, op den terugtocht naar het
Paradijs.
Wat verstond men in vroegere dagen on
der huiselijkheid, en, meer speciaal onder
huiselijke gezelligheid? Een totale afschei
ding van het leven buiten de huisdeur met
haar traditioneelen klopper Een genoegeiijk
indommelen op de plek van z'n geboorte
met de onzichtbare maar stevige keten van
Ouderentucht aan handen en voeten? Heette
het toen misschien„Mag ik als 't blieft
een straatje omwandelen met mijn vriend
Jan, of (voor jonge dochters) met mjjn vrien
din Saartje?" „Hoe laat moet ik thuis zijn?"
Och ja, wel zoo iets. En de dochter des
huizes moest, als zij eens op een avondvisite
was gevraagd, gebracht, en ongeveer negen
uur worden afgehaald of thuis gebracht
worden, onder vertrouwd geleide. Doch nie
mand deerde dit; en opgewekt door al het
genoegen, dat men had gesmaakt, werd alles
in bijzonderheden medegedeeld. En daarna
vermaande papa, op z'n horloge kijkende of
de schoorsteenklok raadplegende: „dat het
nu hoog tjjd was de trap op te gaan, naar
Slaap maar wèl, hoor."
Neen, de huissleutel werd toen niet mede
gegeven. Papa of Mama inspecteerden een
poosje later nog even de voor? en achterdeur
daarna werd alles stil in huis.
Misschien ook heeft zoon of dochter wei
eens in stilte tegen deze vroegtijdige „tap
toe" geprotesteerd, en het een of ander
anders gewenscht; maar toch
Er was een andere toon in het familie
leven. Er heerschte toen een vriendelijke
een gezellige geest in het gezin, en de ban
den waren toch zoo soepel en zacht, dat zij
ternauwernood werden gevoeld. De jongeren
schaarden zich met liefde en vertrouwen om
den troon van den heer des huizes en
namen de stille wenken van Mama, dien
aangaande, ter harte. Het onderlinge ver
trouwen, de openhartigheid en de warme
genegenheid voor elkaar, weerden achter
docht en ongenoegen, en werkten de huise
lijke gezelligheid zeer in de hand mis
schien nog wel iets méér dan dat. Doch
wjj stonden toen nog op een Iageren trap
van wereldkennis, en wij waren toen mis-
Echien ook nog niet zoo intens-beschaafd,
een beetje hoekig, onhandig, en by langen
na niet zoo op de hoogte van alles, niet zoo
algemeen ontwikkeld: als de geslachten,
welke dien achtorlijken kneveltijd niet heb
ben beleefd, en als het bevoorrechte ge
slacht dat heden ten dage de richting aan
geeft.
O, goede, oude tijd. Er was in D inder
daad veel, dat ook wij ouderen, ons niet
zouden terugwenschen. Er was destijds niet
zooveel gemak, niet zooveel gerief, niet zoo
veel snelheid, niet zooveel licht als thans.
Doch wellicht gevoelt, niettegenstaande deze
hooge voorrechten, menig oud geworden,
gedesillusionneerd menschenhart, een stil
heimwee naar de gezelligheid en naar de
huiselijkheid aan den familiebaard van voor
heen. VIKING.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Verslag van de vergadering van den
Raad dor gemeente Middelharnis op
Vrijdag 23 Mei des namiddags half
vier uur.
Voorzitter Burgemeester den Hollander.
Alle leden tegenwoordig.
De voorzitter opende de vergadering met
gebed, waarna het onderzoek plaats had van
de geloofsbrieven van het nieuw benoemde
raadslid E. de Lint. Deze werden in orde
bevonden en tot toelating geadviseerd.
Door den voorzitter werd daarna de heer
de Lint beëedigd.
De voorzitter hoopte dat het den heer De
Lint gegeven moge worden evenals zijn voor
ganger steeds het waarachtige belang der
gemeente te dienen.
Daarna werden de notulen der laatste ver
gadering gelezen enonveranderdgoedgekeurd.
Ingekomen stukken:
De goedkeuring van Ged. Staten overge
nomen raadsbesluiten.
Een schrijven van Mej. Blok waarin deze
haar dank betuigt voor de toegekende ver
hooging van jaarwedde.
Het taxatierapport van Ged. Staten over
den grond bestemd voor de Bijz. U. L. O.
school. Deze grond is getaxeerd op 1,—
per Ma.
Een schrijven van de heeren J. A. Slis,
Vogelaar en J. Vroegindeweij Wz. van den
volgenden inhoud:
Aan
den Raad der Gemeente Middelharnis.
Mijne Heeren,
Ondergeteekenden, vormende de commis
sie, die dit jaar de rekening der gasfabriek
nazag, wenschen in verband met een inge>
zonden stuk van den heer K. Blokhuis in
„Onze Eilanden" van 10 Mei j.l. ter wille
van de waarheid op te merken, en ken'
baar te maken:
1. Dat zy, als antwoord op hun opmer
kingen betreffende eigenmachtig optreden
van den lieer Blokhuis, van hem te hooren
kregon, dat dit kwam, omdat men niet tel
kens de groote gascommissie bij elkaar kon
roepen; en op hun vraag, of er dan geen
dageiyksch bestuur was, letterlijk ten ant
woord kregen: „Dat is er niet."
2. Dat zij hierop tegenover hem de wen-
schel(jkheid van een dag. bestuur hebben
betoogd, om voortaan eigenmachtige zaken
te voorkomen; evenwel zijn door hen niet
genoemd de eischen, die de heer Blokhuis
in zijn ingezonden stuk meent te mogen
stellen
3. dat zjj reeds op de raadsvergadering,
die daarop volgde (28 Febr. 1930) waar Voge
laar niet tegenwoordig was, en waar door
hen voorgesteld werd, dat een Dag. Bestuur,
als boven bedoeld, zou worden benoemd, van
den voorzitter een juist en voldoend ant
woord hebben ontvangen, n.l. dat er altijd
een Dag. Bestuur is geweest, en nog is, t.w.
de Voorzitter en Secretaris der gascommissie,
zooals het reglement uitdrukkelijk vermeldt;
4. dat op de daarop volgende Raadsverga
dering (17 April 1930) door Vogelaar, die deze
mededeeling nog niet gehoord had, weer is
gevraagd, of er reeds een Dag. Bestuur be
BOOTH TARKINGTON.
NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR
HENRI VAN DE WEG.
(Geaut. uitgave van de V. V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
10)
Toen zij langs de kroeg kwamen, kwam een man
in de deur staan om hen na te kijken. Hij had geen
jas aan en zag er haveloos uit. Zijn hoofd was
vreemd gevormd, aan de eene zijde Spitser toeloo
pend dan aan de andere, een afwijking, die duide
lijk te zien was, al passeerde liet tijtuig ook snel.
Het magere, gemeene gezicht van den kerel kreeg
er een dreigend uiterlijk door. De man was groot
en sterk gebouwd. Hij keek de vreemdelingen na
en barstte, toen zij langs kwamen, in hatelijk
lachen uit.
,,Dat was Bob Skillett, de ergste van allemaal,"
vertelde de rechter.
„Harkless bracht zijn zoon en een van zijn broers
in de gevangenis. Het was een harde tegenvaller,
dat zijn bewijzen tegen Bob niet sterk genoeg
waren."
Toen zij het dorp achter den rug hadden, zuchtte
Miss Sherwood van verlichting. „Hier kun je ten
minste vrij ademhalen," zeide zij. „Wat klonk dat
lachen verschrikkelijk. Ik heb wel eens meer
gehoord van buurten, als deze, doch ik heb er voor-
loopig meer dan genoeg gezien. Als ik u goed be
grijp, staat deze buurt tot de omgeving in een
zelfde verhouding, ais achterbuurten- tot een
groote stad."
„Zoo is de verhouding ongeveer; zij maken hun
eigen whisky en vechten hun veeten onder elkaar
uit. Lige Wi'llett, de vriend van Minnie zij heeft
je natuurlijk al het een of ander over Lige verteld
durft overal te komen, als hij op jacht is, al
vermijden de meeste jongelui deze streek zooveel
mogelijk. Lige raakte op een morgen plotseling
verzeild tusschen een troep kerels, die over eikaar
lagen te rollen. Hij zei, dat er oneenigheid was over
een hond, maar hij wist niet, hoe gauw hij in Plat-
ville zou terugkomen."
„Vertel Helen tocli niet zulke dingen, vader!"
riep zijn dochter uit. „Zij gaat nog denken, dat het
hier gevaarlijk is."
„Het is ook eigenlijk geen geschikt verhaal voor
een dame," antwoordde de rechter. Hij keek zijn
gast aan en knipoogde. „Wij mogen haar geen
angst aanjagen," ging hij voort. „Jongedame, ik
geloof niet, dat u erg bang bent uitgevallen en
bovendien de ..Witkappen" wonen niet in Piatt-
ville zelf. Zij durven er niet eens te komen, al
zouden zij heel graag hun rekening met de „He
rald" vereffenen. Sinds Harkless het twee 'jaar
geleden tegen hen opnam, hunkeren zij naar wraak,
vooral ook, omdat zij niets kunnen beginnen, voor
hij uit den weg is geruimd,".Het meisje uitte een
kreet van ontzetting. „Komt er dan nooit een eind
aan die lankmoedigheid! Waarom treden de inen-
schen uit Plattville zeif niet op, voor ze..."
„Dat zag ik ook zoo dikwijls," antwoordde
Briscoe; „onze menschen zijn te veel aan hen
gewend, ik geloof wel, dat men alles doet, wat
mogelijk is. De jongens waken eiken avond over
noemd was, waarop de voorzitter ook toen
weer heeft geantwoord, dat dit er was, n.l.
de Voorzitter en Secr. der gascommissie;
5. dat het hun in 't algemeen voorkomt,
dat zaken in commissie behandeld, niet in
de pers worden bekend gemaakt, tenzjj met
aller goedkeuring;
7. dat zij de onjuistheid van het ingezonden
stuk van den heer Blokhuis hiermee meenen
voldoende te hebben aangetoond, en in 't al
gemeen, de strekking van hetschrjjven van
den heer Blokhuis in de pers gaarne geheel
voor zijne rekening laten.
Dit stuk werd voor kennisgeving aan
genomen.
De goekeuring over het aangaan van een
geldleening groot ƒ30.000 voor scholenbouw.
Daarna werd de begrooting der Gezond
heidscommissie goedgekeurd, waarin het aan
deel voor deze gemeente evenhoog is uit
getrokken als het vorig jaar.
De rekening van de bouwvereeniging „Sa
menwerking" werd zonder discussie goed
gekeurd.
Van den Minister van Onderwys, Kunsten
en Wetenschappen was een schrijven inge
komen waarin werd bericht dat geen termen
aanwezig geacht konden worden om een
vierde leerkracht aan de Openbare U. L. O.
school aan te stellen voor rekening van het
rijk.
Van het Hoofd dier school was een schrij
ven ingekomen waarin deze uiteenzette dat
het onderwijs er veel onder te lijden zou krij
gen wanneer geen vierde leerkracht werd
aangesteld.
Voorzitter zeide dat men hoopt dat met
ingang van 1 Jan. '31 een vierde leerkracht
voor rekening van het ryk zou komen en
stelde namens B. en W. voor een vierde leers
kracht voor rekening van de gemeente te
benoemen met ingang van een bepaalden
datum, althans direct na de groote zomer-
vacantie. Voorzitter deelde nog mede dat het
hu haast de moeite niet is nog voor de
vacantie een onderwijzer te benoemen en dat
men dan 6 weken vacantie moet door betalen
hetgeen de gemeente met genoemde oplossing
mis kan gaan.
Ook de Inspecteur achtte het zeer nood
zakelijk dat deze leerkracht er by kwam.
Koote vroeg of het op die gronden van
nieuwe leerlingenaantal toch nog niet ge
probeerd zou kunnen worden een kracht
voor rekening van het Rjjk te krjjgen.
Voorzitter zeide dat reeds bij de aanvraag
de nieuwe getallen zijn genoemd.
Daarna werd met algemeene stemmen
besloten met ingang van direct na de va
cantie een leerkracht te benoemen.
Besloten werd de gemeente in nieuwe
wijken te verdoelen en de nummers der
huizen opnieuw aan te brengen. B. en W.
stelden voor daarvoor aan te koopen een
serie emaille nummerplaten en deze op de
deurposten te laten aanbrengen. Alzoo werd
besloten.
Doornbos stelde voor die plaatjes op de
muren te laten bevestigen door hen die
daartoe het verlangen te kennen geven,
teneinde het inrotten der kozjjnen te voor
komen.
Besloten werd een en ander met den ge
meenteopzichter te bespreken.
Op voorstel van B. en W. werden de
woningen Nieuwstraat B 4 eigenaar D.Ver-
ryp e.a. en Oostdjjk D 141 eigenaar Adr.
Taaie onbewoonbaar verklaard.
hem en iedereen vindt het even onaangenaam'
dat hem niet aan het verstand kan worden ge"
bracht, hoeveel gevaar hij loopt. Als hij hier ge"
boren was, zou hij het beter begrijpen. Er bestaat
een oude veete tusschen de „Witkappen" en de
stedelingen, welke haar oorsprong nog vindt in de
tijden van de pioniers, al weten de meeste menschen
er weinig van. De stichter van de stad, William
Piatt, en de voorouders van de Bardlocks, de Tibbs,
de Briscoes, en de Schofields, trokken hier heen
uit Noord-Carolina, voornamelijk om bevrijd te
worden van onaangename bruten, toevalligerwijze
de Skileetts en de Johnsons een van de Skilletts
had twee zoons van William Piatt vermoord. Maar
de Skilletts en de Johnsons volgden hem tot in
Indiana om zich weer in huil nabijheid te vestigen.
Op de plaats, waar thans het café staat, schoten
zij Piatt neer voor de deur van zijn eigen hut. De
overige pioniers joegen hen toen weg, maar zeven
mijl westerlijker zetten zij zich neer en nu zitten zij
er nog. Een troep indianen, op weg naar de Shaw
nee's overrompelden hen bij de Tipped Canoe,
doch zij wisten de roodhuiden af te koopen met
slechte whisky en gaven huil den raad naar Platt
ville te gaan. Bijna alle mannen waren afwezig,
om onder bevel van Harrison te vechten. Toen zij
terugkwamen liepen nog slechts enkele half krank
zinnige vrouwen en kinderen rond, die zich bijtijds
in de btjsschen hadden weten te bergen.
De mannen vernamen wat er gebeurd was en
trokken op tegen de „Witkappen" om wraak te
nemen. Zij werden in een hinderlaag gelokt en
slechts een enkele ontkwam aan de slachting.
Wij hebben nooit met hen kunnen afrekenen, al
hebben de farmers steeds gewacht op den dag,
waarop Plattville een eind zou maken aan de
Een datum waarop de onbewoonbaar ver
klaring ingaat werd niet genoemd.
De rondvraag is afgeschaft en daarmede
was de vergadering ten einde.
Deze vergadering kenmerkte zich in een
buitengewone vlugge afdoening van de za
ken. Een agenda van 8 punten werd in drie
kwartier afgewerkt. Laten wjj hopen dat
de raadsleden zullen trachten voortaan dit
aangename tempo te behouden.
Openbare vergadering van den Baad der
gemeente Hellevoetsluis, op Maandag
19 Mei 1930, des nam 8 uur ten
Baadhuize.
Voorzitter: de Burgemeester.
Secretaris: de heer F. J. Swart.
Alle leden zQn aanwezig.
De voorzitter deelt mede, dat de notulen
van de vergadering van 9 Mei j.l. nog niet
gereed zijn, aangezien de thans gehouden
vergadering zoo spoedig na eerstgenoemde
is gevolgd.
De vergadering is uitgeschreven op verzoek
van 5 raadsleden, en wel de heeren: P.Es-
senberg, J. Blind, P. C. van Wyn,"W. J. van
Sintmaartensdijk en D. de Boo, welk verzoek
werd ingediend den 15 Mei j.l., en waarby
verzocht werd een spoedeischende vergade
ring bij elkaar te roepen, teneinde te beraad
slagen en te besluiten over de bjj het verzoek
overlegde voorstellen met byiagen.
Het ontwerp voorstel luidt:
„De Raad der gemeente Hellevoetsluis
Overwegende:
dat het belang der gemeente medebrengt
dat zij beschikt over grond, hetzy in eigen
dom, hetzy in erfpacht, om dezen grond in
erfpacht uit te geven;
dat de gemeente Hellevoetsluis thans
reeds in erfpacht bezit het z.g. plantsoen;
dat dit plantsoen als plantsoen in erf
pacht is uitgegeven;
dat aldus de strekking van het bestaande
erfpachtscontract moet worden gewijzigd;
Besluit:
zich te wenden tot den Minister van
Financiën met verzoek:
a. het z.g. plantsoen aan de gemeente
Hellevoetsluis in erfpacht voor den tydvan
99 jaar te willen uitgeven, onder de bepalin
gen bij het Burgeriyk Wetboek.
b. den canon te willen vaststellen op bet
bedrag, dat de gemeente thans betaalt met
dien verstande, dat indien de gemeente op
haar beurt gedeelten van het plantsoen in
erfpacht gaat uitgeven, zjj van de te ont
vangen bedragen de helft zal uitkeerenaan
het Rijk der Nederlanden.
Voorts:
vast te stellen:
a. het plan van uitgifte volgens de aan
dit voorstel vast gehechte teekening;
b. de voorwaarden, waaronder de betrok
ken perceelen zullen worden uitgegeven;
terwjjl de canon wordt vastgesteld op 5 cent
den M';
c. in het plantsoen te stellen een aan
kondiging, waarop de woorden: „grond be
schikbaar voor uitgifte in erfpacht. Zich te
wenden tot de Gemeente-Secretarie."
Overgelegd wordt hiernevens de Memorie
van Toelichting.
Deze Memorie van Toelichting luidt als
volgt:
tyrannie. Wij staan er nog precies zoo voor als
toen. Het schuim uit Idiana vestigt zich daar, zoo
dra het in andere steden hun te heet wordt. Slechts
enkelen van de ouderen weten nog van het ont
staan der moeilijkheden, maar ahs je iemand uit
Plattville vraagt, hoe hij denkt over de Wit
kappen, dan zal het antwoord zijn: „Ik denk, dat
we vandaag of morgen dat stelletje bandieten
moeten uitroeien." Het drijft er al heel lang naar
toe. Wat de „Herald" gedaan heeft, heeft de eind
beslissing meer in zicht gebracht, dan wat ook.
Wonderlijk, dat een man, die pas een paar jaar in
Plattville woont, bezig is zulk een oude rekening
voor ons te vereffenen. Zij doen hun best hem in
handen te krijgen, doch als het hun lukt, zullen
zekere onwettige maatregelen niet uitblijven, ik
vrees, dat onze menschen er weer heen zouden
trekken, maar dan zal er geen enkele hinderlaag
zijn; de pioniers zullen rustiger liggen.Hij brak
plotseling af en knikte een ouden man toe, die hen
passeerde, juist toen zij langs een oprijlaantje
kwamen, dat leidde naar een goed onderhouden
hut, begroeid met wijnranken. „Dat is de echtge
noot van mrs. Wimby," vertelde de rechter.
Miss Sherwood merkte op, dat de echtgenoot
van mrs. Wimby merkwaardig was door zijn
wonderlijk voorkomen. Een kleine, bleeke man
wiens gezicht dons vertoonde in plaats van baard;
zijn jas was zoo groot, dat de mouwen bij de polsen
enkele malen moesten omgeslagen. Terwijl hij
moeilijk voortstapte naar zijn woning werd duide
lijk, hoe ook zijn broek oorspronkelijk bestemd
was voor een veel grooter persoon. Zoodra hij uit
het wagentje stapte, glipte een broekspijp over
zijn voet, zijn schoen bedekkend en er zelfs over
hangend. Een nauwelijks onderdrukte vloek ont
snapte aan zijn lippen, toen hij een poging deed
de wanorde te hersteilen, maar hij keek toch op
en beantwoordde den groet van Briscoe met een
air, als wilde hij te kennen geven, dat men van zijn
broek nu eenmaal niet beter kon verwachten.
Een meer onschuldig type, dan dezen ouden,
zwakken man zou men zich moeilijk kunnen voor
stellen; toch genoot hij de onderscheiding eens
bezoek te hebben ontvangen van zijn buren de
„Witkappen". Mrs. Wimby was weduwe, in het
gelukkig bezit van een uitgestrekte farm en had
elk aanbod van de vrijgezellen uit haar omgeving,
om een deel van haar zorgen op zich te nemen, af
geslagen, totdat zij een zacht plekje in haar hart
ontdekte. Na haar huwelijk was men haar „Mrs.
Wimby" blijven noemen, want de onbeduidend
heid van den echtgenoot was zoo volkomen, dat
deze zich zelfs uitstrekte tot den naam. Men
noemde hem aanvankelijk den man van weduwe
Wimby, later afgekort tot mr, Wimby. Zijn vrouw
vulde zijn garderobe aan met kieedingstukken van
haar overleden echtgenoot. Op een nacht hadden
de „Witkappen" om lucht te geven aan hun erger
nis ingebroken in de boerderij den ouden man uit
bed gesleurd en terwijl de vrouw, die hem hartelijk
genegen was, gedwongen werd het schouwspel
gade te slaan, hem met jonge twijgen bijna dood
geranseld. Een armzalig hondje, dat zijn meester
was gevolgd op diens jarenlange zwerftochten,
hadde wonden van zijn baas gelikt. Uit straf voor
zijn trouw werd het arme dier in het vreugdevuur
geslingerd, waaromheen de bandieten uit vreugde
over hun zegepraal een rondedans hadden gedaan.
(Wordt vervolgd.)