H.H. BAKKERS.
EERSTE BLAD
ZATERDAG
17 MEI 1930
Eerste Hulp.
OP EENZAMEN POST.
producten
en Rinso
bren.want
|n wij bet
het beste
ers goed
bons, het
No. 66
Pochette
18 coupons
No. 223
Gramofoonplaat
65 coupons
coupons
No. 82
Tafelkleedj
coupons
DERDAG.
lukkig ia de meaaeb, die ia dezea zin
blijft, dat hij met kleinigheden geluk-
can zyn.
'DAG.
akke naturen worden driftig en heftig,
leer z(j tegenstand ondervindenkraeh-
nooit.
ERDAG.
ur, in 't vormen van den mensch,
ip geene venster in den boezem,
om naer wensch
hart, den schuilhoeck van
geveinstheit en ontrouwe
jennen en bespiën wat ongeval
men brouwe.
(Vondel.
|DAG,
wij gedwongen worden spreken wij
beweid, dwingen wij zelf, dan noemen
let macht.
•iNDAG.
iharding is: volhouden in vooruitgang;
gheid is: volhouden in verlamming.
DAG.
een hy vertrouwt op zijn menschen--
is, die geen menschenkennis bezit.
Prijs per kwartaal
Losse nummers
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
12E JAARGANG. - N°. 55
Week-revue.
Binnenland.
Pioter Jelles Troelstra, de bekende stichter
der D.S A.P., wiens70ste verjaardag20 April
is herdacht, is Maandagavond te Schevenin-
gen overleden.
Wijlen P. J. Troelstra is een der grootste
figuren uit ons staatkundig leven geweest,
door vriend en tegenstander om zijn uit
muntende eigenschappen van geest en hart
gewaardeerd.
In de Tweede Kamer heeft voorzitter Van
Schaik den overledene herdacht in een korte
rede, welke door alle leden der Kamer staande
werd aangehoord. Namens de regeeriDg sloot
jhr.Ruijs de Beerenbrouck zich bij deze waar-
deerende woorden aan. De teraardebestelling
van het stoffelijk overschot van mr. P. J.
Troelstra zal Vrijdag, dus juist als dit blad
ter perse gaat, vanwege het partijbestuur der
S.D.A.P. geschieden op de Algemeens Be
graafplaats te 's-Gravenhage.
De gosdgeloovige massa Is altijd welwil
lend genoeg om zich af en toe eens danig
bij den neus te laten nemen. Voor eenige
maanden adverteerden eenige zwendelaars
met jprima dameskousen voor onmogelijk
lage prijzen en sleepten eenige duizenden in
de wacht en nu is het een Amsterdammer
geweest, die in advertenties goedkoope siga
ren aanbood van een nieuw seriemerk. Voor
een halve gulden, natuurlijk eerst postwissel
zenden, werd een kistje van 50 stuks in de
waarde van 6 tot 10 cent aangeboden. Waar
schijnlijk voelde hij zich te Amsterdam nog
minder veilig, weshalve als briefadres Turf
markt Haarlem werd geadverteerd. De Haar-
lemsche politie heeft dit goudmijntje wreed
verstoord, door den Amsterdammer te arres
teer en, toen deze op het punt stond juist een
flinke stapel postwissels in te verzilveren
De honderden gedupeerden wachten nog al
tijd op goedkoope sigaren.
Een veel ernstiger geval van fraude is
dezer dagen te Rotterdam ontdekt bij de
N. V. Mi), voor Scheepscrediet, waar de boek
houder in totaal volgens de berichten on
geveer 70 mille heeft verduisterd. De boek
houder heeft zich bij de politie gemeld en
een bekentenis afgelegd.
Nu we in zulke groote getallen belanden,
moeten we nog even terugkomen op de
Zaandamsche goudkoorts. Volgens latere be
richten was het bericht van zwendel niet
juist en heeft men inmiddels de gestaakte
werkzaamheden met alle macht hervat. Ma
dame Sylvia blijft overtuigd van de aan
wezigheid van goud, alleen over het hoeveel
tast ze in 't duister.Voorloopigblljfthet nog
altijd de verborgen goudschat, tot groote
teleurstelling van de aanwezige illustratie
pers en Jan Sijmen van Zaandam, welke
indirect bij het zaakje is gebaseerd, omdat
de gemeente in de eventueele winst deelt,
Tijdens de officieele opening van het Neder-
FEUILLETON.
landsche paviljoen te Antwerpen, waar Ne
derland zoo schitterend voor den dag is ge
komen en waar het gemeentebestuur van
Rotterdam op de Rotterdamsche afdeeling
na de opening een thee aanbood, natuurlijk
aan genoodigden, is het tot een vermakelijk
incident gekomen. De bewaking of de orders
hiervoor schijnen onvoldoende ta zijn ge
weest en op een gegeven moment stroomde
een groot aantal tentoonstellingsbezoekers
binnen, welke zich dadelijk aan de goedbe-
laden buffetten de lekkernijen voor de offici
eele thee bestemd, uitstekend lieten smaken.
Toen de uitgenoodigden de zaal betraden
was de smulpartij in volle gang. Gelukkig
was er nog voldoende overgebleven voorde
zwartgerokte en booggehoede heeren.
Buitenland.
Onder Voorzitterschap van den Servischen
minister van buitenlandsche zaken, Marin-
kowitsch, is de 59ste raadzitting van den
Volkenbond te Genève aangevangen. Het
zijn niet de punten der agenda van deze
raadszitting welke deze 59ste bijeenkomst
te Genève zoo belangrijk maakt, integen
deel juist datgene wat de agenda niet ver
meldt. De leidende kopstukken der tegen
woordige buitenlandsche politiek van de
voornaamste landen van Europa ontmoeten
elkaar aan officieele lunchjes en dinertjes,
waar meer gepraat dan gegeten wordt.
De Duitschers en dePolenconfereeren,de
Franschen en de Duitschers onderhandelen,
over de teruggave van het Saargebied, ter
wijl Henderson, de Britsche minister van
buitenlandsche zaken, het vastgeloopen Ita-
liaansch-Fransche vraagstuk opnieuw in gang
tracht te brengen. Op zijn reis van Londen
naar Genève heeft Henderson te Parijs reeds
hierover een onderhoud gehad en zoodra hij
te Genève arriveerde zocht hp contact met
Grandi, de Italiaansche minister van buiten
landsche zaken, wien hij evenals Parjjsaan
Briand zijn diensten als bemiddelaar heeft
aangeboden.
Moeders en Vaders, om in Uw gezin aan
groot en klein, altijd dadelijk hulp te kunnen
verleenen bij brand-, val-, stoot- of snijwonden,
is het zoo veilig en gewenscht thuis aliijd
een doos of tube Purol te hebben.
(Adv.)
De eerste besprekingen tusschen Briand
en Grandi hebben volgens de berichten een
gunstig verloop gehad en wordt deze eerste
bespreking beschouwd als de inleiding vaD
een reeks besprekingen, welke nog te Genève
of elders zullen worden gehouden. Het te
Londen verbroken contact is dus weer her
steld. Dat wordt zoo langzamerhand hoog
tijd, want sinds de Londensche conferentie
hoorde men tusschen Frankrijk en Italië
meer sabelgekletter dan voor de veiligheid
van Europa wel gewensGht is.
Juist vlak voor de raadszitting te Genève
heeft Mussolini het nog weer eens noodig
geoordeeld te Livorno een rede te houden,
welke de gemoederen der Franschen wel
een weinig moet prikkelen. Voor een hon
derdduizend-koppige menigte verklaarde de
duce o.a.:
Het Italiaansche volk wenscht, na acht
jaar van fascistisch bewind niet alleen een
goed bestaan, maar ook een plaats in de
wereld. De toekomst van Italië ligt op het
water. Ik wil u zeggen aldus de duce
en niet alleen aan u maar het geheele Itali
aansche volk en zelfs aan de volken buiten
onze grenzen, dat wij geen overijlde avon
turen zoeken, maar als iemand onze onaf
hankelijkheid te na komt of onze toekomst
bedreigt, dan weet diegene nog niet tot
welke kookhitte ik het geheele volk kan
brengen.
Indien iemand de ontwikkeling van de
revolutie der zwarthemden wil bedreigen,
dan zal het geheele volk grijsaards en kin
deren, boeren en werklieden, gewapend of
ongewapend, één groote menschelijke massa
vormen, of beter nog, een meteoorsteen, die
naar iedereen en overal geslingerd kan
worden.
Deze redevoering werd meermalen door
de geestdriftige toejuichingen onderbroken,
zooals alleen geestdriftige en in extase ge
raakte Italianen dit kunnen doen. Nu raakt
de wereld zoo langzamerhand aan deze hoog
dravende redevoeringen wel een weinig ge
woon, is de schrik niet meer zoo groot als
voorheen, ook te Parijs niet. Het is voor
verschillende bladen aldaar alleen een bruik
baar motief om op verdere vlootbouw aan
te dringen. Dit alleen is reeds erg genoeg
en Mussolini heeft werkelijk geen haast te
maken met zijn gevaarlijke meteoorsteen,
want de Europeesche porceleinkast is nog
meer dan gevuld met de oorlogsscherven
1914—1918.
In Azië is de schervenmakertj nog altjjd
in vollen gang, daar is men nog niet eens
aan het lijmen toe, maakt men dagelijks
nog meer kapot en begint dit zoo langza-
hand geheel en al op volmaaktere, d.w.z.
Westersche wijze, te doen. In China is de
laatste dagen formeel over groote front
breedte gevochten, waarbij volgens de be
richten eenige duizenden zijn gedood, dat
lijkt nog niet veel bij de Westersche tech
niek op dit terrein, terwijl in Britsch-Indië
de onlusten tegen het Britsche gezag geheel
naar Westerschen trant met boycot en ge
weld voortduren.
Na de onlusten te Pasjawar is het vooral
te Dehli en Sholapur tot ernstige uitbarstin
gen gekomen, waarbij vooral de politie het
hard te verduren heeft gehad. Te Sholapur
heeft het opgehitste gepeupel eenige agenten,
merkwaardig is het dat - het uitsluitend
Mohammedanen zijn, levend verbrand, na ze
eerst met benzine overgoten te hebben.
Abbas Tyabji, die na de arrestatie van
Gandhi de leiding der beweging had over
genomen, is eveneens reeds gearresteerd, dit
in verband met een aanslag op de zoutdepöts,
zoodat nu mevrouw Naidu, de leiding dei-
beweging heeft aanvaard.
Lord Irwin, de Onderkoning van Britsch-
Indië heeft aangekondigd, dat de bekende
ronde tafel"-conferentie van de voornaamste
vertegenwoordigers van het Britsch-Indische
volk op 20 October is bepaald, zoodat de
leiders der nationalistische beweging voor
de beslissing worden gesteld, of zij al of niet
hieraan zullen deelnemen.
Tot heden blijven de Mohammedanen
weigeren aan de nationalistische beweging
mee te doen. terwijl de Britsch-Indische
regeering tot groote geruststelling van Lon
den nogmaals heeft verklaard, den toestand
volkomen te beheerschen. Zou Gandhi voor
BOOTH TARKINGTON.
NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR
HENRI VAN DE WEG.
(Geaut. uitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
7)
De stoere oude man rukte aan de teugels en liet
de zweep knallen boven zijn dieren. „Het zijn be
woners van uw staat en den mijne, miss Sherwood,
zeide hij hartelijk, „de beste menschen, die God
gemaakt heeft en ik loer heusch niet op een zetel
in het Congres!"
„Maar hoe moet het nu met zijn tegenstanders,
vader?" vroeg Minnie.
„Die zullen wij vandaag of morgen het land
uitjagen," antwoordde haar vader. „Als het kan
op wettelijke wijze, en anders.
„Toch zeker angs wettigen weg," onderstelde
miss Sherwood.
„Als u graag zien wilt, hoe een troep bandieten
bij elkaar woont, zullen we er overdag wel eens
langs rijden," antwoordde Briscoe. „Zelfs de dokter
durft 's avonds niet in de buurt te komen. Zij
hebben het er op gezet, Harkless te pakken te
krijgen en als dat gebeurt.
„Als dat gebeurt?" herhaalde miss Sherwood. Zij
zocht houvast bij Fisbee. Diens oogen glinsterden
en hij raakte haar vingers aan met vreemden,
schuchteren eerbied.
„Jet zult morgen kennis met hem maken," zeide
hij.
Zij begon te lachen en drukte zijn had. Ik vraag
me af of hij komen zal. Hij vond mij niet eens
interessant genoeg om naar me te kijken."
III.
Eenzaamheid.
Toen de rustelooze vinger van zijn bureauklok
halfvijf wezen, streek de directeur-hoofdredacteur
van de „Carlow Herald" met de handen door het
haar; hij legde de pen, waarmede hij zijn laatste
aanteekeningen over de Witkoppen had uitge
werkt, neer en trok zijn jas aan om nog wat van
den stralenden zomermidaag te kunnen genieten.
Hij liep in westelijke richting, peinzend stappend
door de stoffige, verlaten Main Street, om zoo den
landweg te bereiken met zijn vervallen gebouwtjes
en verzakte winkels. De zon scheen hem vlak in het
gezicht, toen hij de velden naderde, die roerloos
zich uitstrekten, rijk aan beloften; pas toen hij een
kreupelboschje bereikte, dat gegroeid was langs de
beek, zette hij zijn hoed af en durfde hij het wagen
rechtop te Ioopen. Koel viel de schaduw over de
grasbegroeide oevers en op de plekken, waar
bloemen onder de breede heg hoog opschoten al
scheen de zon fel in de onmiddellijke nabijheid'Er
was geen beweging in de jonge bladeren boven
zijn hoofd; hoog in de takken schenen twee rood
borstjes zwijgend met elkander te minnekoozen.
Zelfs insecten stoorden de eenzaamheid van den
laten middag niet, de lucht was volkomen stil;
alleen hing er de heerlijke geur van het bosch. Het
overweldigde den uitgever van de „Herald", toen
1 hij zich een plekje uitzocht om te zitten en hij
Denkt U aan de
DEMONSTRATIE van de Firma E. A. VAN ESSO
uit ROTTERDAM op Woensdag 21 Mei e.k.
om 2 uur precies in de Casino-zaal te
HELLEVOETSLUIS
Het zal een interessante middag worden.
De Besturen der Broodbakkerspatroons»
vereeniging „VOORNE EN PUTTEN" en
FL.AKKEESCHE Broodbakkerspatroons-
vereenigiitg.
de tweede maal boete moeten doen, én om
het gevloeide bloed én wegens het mislukken
van zijn politiek van overvragen.
Welke onaangename gevolgen dit kan heb
ben, weten ook de Egyptenaren en de Ara
bieren van mee te praten. De Engelsch-
Egyptische besprekingen te Londen hebben
geen resultaat gehad, zulks in verband met
de Egyptische eischen wat den Soedan be
treft en waar de Engelschen groote belangen
hebben.
He9l vriendschappelijk hebben de Egypti
sche onderhandelaars Londen verlaten, met
volmaakt leege handen, hopende waarschijn-
lijk op een ongunstige wending voor Londen
in Britsch-Indië, doeh indien dit eens niet
het geval mocht zijn, verstandig genoeg om
eieren voor hun geld te kiezen.
Ook de Arabieren hebben te Londen geen
succes gehad, wat hun wenschen wat Pales
tina betreft. Deswege zijn de Palestijnsche
Arabieren minder vriendelijk uit Londen
vertrokken, in een verklaring aan de pers
de Engelsche regeering beschuldigend, dat
ze al te veel luistert naar machtige Zionis-
tisphe invloeden, zoodat de belangen der
Arabieren steeds meer in de knel komen.
Of men te Londen de handen ook vol heeft.
In de begrootingscommissie van den
Dultschen Rijksdag heeft minister Dietrich
in antwoord op critiek van communistische
zijde een staatje overgelegd ter kenschetsing
van den heerschenden economisctaen toe
stand. Volgens dit staatje zijn de uitgaven
voor sociale doeleinden als volgt:
Werkloozen uitkeering 4200, ziektewet
3800, oorlogsin valieden 2400, armenzorg 1500
ongevallen verzekering 1100 en pensioenlas
ten 1000 millioen mark. In totaal maar
eventjes 14 milliard mark per jaar.
Vermelden we tot slot nog het overlijden
van Nansen, vooral bekend als de beroemde
Noorsche Poolonderzoeker, doch die naden
oorlog eveneens geweldig veel heeft gepres
teerd bij de bestrijding van den ontzaglijken
hongersnood in Rusland vlak na den oorlog
en die een bekend strijder was voor de idealen
van den Volkenbond.
MISLUKTE SPOORWEGAANLEG IN
RUSLAND.
Geen materialen voor de Turkestan-
Siberië-l^jn.
Sedert langen tijd werd in de geheele
Russische pers hoog opgegeven van den
Turkestan-Siberië-spoorweg, die een groot
deel dezer gebieden uit hun isolement zou
verlossen. Inderdaad werd de lijn op 1 Mei jl.
met groote pracht en praal ingewijd. De
directeur, Sjatof, hield bij die gelegenheid
een hoogdravende rede, waarin hij den
nieuwen spoorweg „het 1 Mei-geschenk aan
het Russische volk" noemde.
Wie zich echter mocht hebben verbeeld,
dat van dien dag af de exprestreinen door
dit deel van Azië's steppengebied zouden
jakkeren, heeft zich terdege vergist. Integen
deel meldt thans de „Ekonomitsjeskaja
Zjizn", dat Sjatof aan Moskou heeft moeten
melden, dat van het in-bedrijf-nemen van
den spoorweg voorloopig niets zal kunnen
komen, tenzij krachtig door de autoriteiten
wordt ingegrepen. Wèl staan de werklieden
gereed, maar materialen voor den verderen
aanleg zijn tot dusverre voor het meerendeel
nog niet aangekomen. Men heeft getracht
zich met oude rails te behelpen, doch deze
bleken levensgevaarlijk te zijn, afgezien nog
van het feit, dat men geen enkelen dwars
ligger bezat!
Zoodat het nog wel geruimen tijd zal
duren, alvorens de aartsvaderlijke karavanen
zich door het ijzeren ros verdrongen zullen
zien.
Opwekkend en gezond natuurlijk Bronwater
Het Victoria-Water is reeds meer dan 40 jaar in Nederland ingevoerd en overal
verkrijgbaar. Voor huishoudelijk gebruik worden in het bijzonder aanbevolen de beele
Hter-scliroelllessclieninhoudsprijs 32 cent. Zeer voordeelig en gemakkelijk.
(Adv.)
haalde diep adem om te genieten van de verrukkelij
atmosfeer, die hem omzweefde.
„Toch een goeie gewoonte," mompelde hij bij
zichzelf, als werd de stilte hem te machtig. Hij
haalde een veel gebruikt takbakszakje en een pijp
uit zijn zak, stopte die en begon te rooken. „Hier
voelt een mensch zich vrij," concludeerde hij, uit
starend over het stadje, dat te gloeien lag in de
zon. Hij speelde gedachtenloos met het zakje,
totdat hij, plotseling een en al aandacht geworden,
het bijna liefkoozend betastte. Eenmaal was het
een fijn satijnen zakje geweest, vroolijk geborduurd
met de kleuren van zijn universiteit; al was het
nu versleten tot op de naden, op den eigenaar
maakte het nog steeds den indruk van ongerept
heid; hij zou er voor niets ter wereld afstand van
hebben gedaan. Hij keek uit over de velden, die
zich uitstrekten in de richting van de stad 'en
zuchtte, toen hij het builtje weer bij zich stak.
Rustend met den arm op een knie en de kin in zijn
hand, blies hij rookwolken uit de schaduw naar de
zon, turend naar de grillige figuren, welke zij
vormden in de doorstoven zonnestralen.
Een kleine ringslag kroop onder zijn voeten en
verdween in het struikgewas; een konijntje, voor
zichtig huppelend met kleine sprongetjes, om tel
kens angstig rond zich te kijken, kwam tot op
enkele meters in zijn nabijheid; het bleef een
oogenblik zitten, de oogen vol angstige schrik
beelden en was weg weer in een snel beweeg van
wit en bruin. De schaduwen werden langer, zijn
pijp begon zwakjes te sputteren en werd nieuw
gestopt. Een krekel sjirpte en hoorde het antwoord
komenzacht streelde een briesje door de bladeren
het roodborstjespaar schoot weg uit de takken,
ruim baan makend voor de roote vlucht spreeu
wen, die tegen den avond zou neerstrijken tusschen
de takken.
De spreeuwen kwamen inderdaad, zij tetterden,
twetterden, ruzieden met elkaar en hielden hun
gevechten tot binnen het bereik van aen eenzamen
rooker, die van geen weggaan wist.
Want hij herinnerde zich weer.
Vandaag, een duizend mijlen oostelijker, zat een
groep ernstige jongelui voor het altaar, terwijl tal-
looze gebeden voor hen opgingen van moeders,
zusters en verloofden die luisterden naar het be
slissende woord. Hij zag het duidelijk voor zich: de
frissche jonge gezichten, de keurige toiletten, de
bloemen, de stralende oogen en het licht dat zich
ove'r hen uitstroomde door de gekleurde vensters.
Hij zag de anderen, die wachtten onder de olmen,
jongeren, moe van alle Latijnsche thema's, maar
nu voor een oogenblik ontsnapt naar de heerlijk
heid van de natuur; troepjes vroolijke studenten
liepen arm in arm zingend verder; hij hoorde een
oud refrein klinken van de mandoline en het hoera
geroep, dat er op volgde; hij zag den ouden pro
fessor, van wien hij het meest van alle had gehou
den met het lange sneeuwwitte haar, dat onder zijn
hoed uitkwam, zooals deze meemarcheerde te mid
den van zijn oude klas. En hij wist weer, dat het
vandaag een dag was, als waarop hij destijds startte
voor het leven. Hij zag zich weer aan het station,
waar hij den volgenden morgen stond, om voor het
laatst uit te kijken over het dal met zijn oudere
torens; groepjes klasgenooten hadden aan de
overzijde van het station staan wachten op den
trein, die naar het Zuiden zou gaan, terwijl hij en
de anderen wegtrokken naar het Noordenmaar
alien hadden gezongen, dat zij elkaar nooit zouden
vergeten en toen zij elkander toezwaaiden, zongen
zij nog, hoewel de trein reeds voortdenderde over
de glinsterende rails en de scheiding onder hen
zich reeds voltrok. Hij vulde zijn pijp opnieuw en
mompelde tegen de schaduwen, die verder gleden
over het stof „zeven jaar!" Die werkelijkheid kon
hij zich niet indenken. Was er dan werkelijk iemand
geweest in zijn klas, die nimmer aansporing be
hoefde, diens werk de schitterendste beloften
inhield, die zoo stellig geloofde in een schitterende
toekomst en nu zeven jaar later, ergens in Indiaan,
dat uit te rusten in de schaduw?
Langs den weg kwam krakend een stoffige
wagen, oud en hellend naar één kant, wankelend
als het magere, havelooze paard, dat hem voort
trok; de kop van het dier hing laag gebogen en de
warrige staart zwaaide heen en weer als een rafelige
vlag in den storm. De uitgever was zoo diep in
gepeins, dat hij het hoefgetrappel van het paard
noch het knarsen der wielen hoorde vóór het voer
tuig vlak bij hem was. De voerman met een gezicht,
dat glom van de warmte, hield de teugels in en
en wuifde hem toe, zoodra hij opkeek.
„Hoe gaat het, mr. Harkless?" schreeuwde de
man, van onder de kap. „Kunt u het nogal stellen
met de hitte?" Hij schreeuwde zoo hard hij kon,
als was hij bang niet te worden verstaan.
„Het gaat! Wel een beetje warm hier," ant
woordde Harkless. „Overigens nogal heet vandaag.
Hoe staat het leven, mr. Bouwlder?"
„Uitstekend, dank u; thuis ook alles goed. Zij is
in de stad en nou ga ik haar maar halen."
„Doe haar mijn groeten," hernam de journalist,
die de vage mededeeling begreep „Hoe maakt
Hartley het?"
(Wordt vervolgd).
■i