BEDRIJF, 1UW-HMET )op PREDIKBEURTEN. PSAUTOMOBIELEN MAAT S AUTOBEDRIJF JS V erkooping. EEN HUIS WOENSDAG 14 MES 1930 Tegenstand. Kinderen PUROL OP EENZAMEN POST. I BIN|y BINNENLAND lie fietsen wilde leeren reed haar aan, mej. Z. viel over de fiets op het trottoir, alwaar :lj bewusteloos met een lichte hersenschud- ling werd opgenomen en per auto naar huis ervoerd. Zondag 11 Mei 1930. NEDERLANDSCÜ HERVORMDE KERK. liddelharois, vm. leeskerk en 's av. ds. Polhuis, ommelsdyk, vm. leeskerk en 's av. ds. Van Ameide. )irksland, vm. en 'sav. ds. Van der Wal. derkingen, vm. en 'sav. dhr. Overweel. lelissant, geen opgaaf. 'itellendam, vm. en 's av. dhr. Dekker uit Bleis- wijk. oedereede, nm. ds. Van Ameide. luddorp, vm. leeskerk en nm. dhr. Overweel. Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en nm. ds. Dekker. )ude Tonge, vm. leeskerk en's av. ds. Vlasblom. )oltgensplaat, vm. ds. Vlasblom (H. A.)en 's av. ds Rappard uit Dinteloord. .angstraat, vm. en nam. dhr. Vetter. )en Bommel, vm. ds. Dekker en nm. leeskerk. dad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en 'sav. leeskerk. ■ïellevoetsluis, vm. en 'sav. (doop)ds. Timmer. dieuw-Helvoet, geen dienst. ^ieuwenhoorn, vm. ds. de Voogd v. d. Straaten. )udenhoorn, vm. ds. Bons. Rockanje, vm. ds. Priester uit Nieuw-Helvoet. Dostvoorne, vm. mej. ds. Herfst uit Brielle. /ierpolders, vm. ds Los. Swartewaal, vm. ds Los. leenvliet, vm. (doop) ds. Moll van Charante. ^bbenbroek, 'sav. ds. Moll van Charante. PROTESTANTENBOND, ommelsdijk, (Langeweg) vm. 10 uur ds Baar uit Alkmaar. GEREFORMEERDE KERK. Vliddelharnis, vm. en 's av. ds. Kouwenhoven uit Leiden. ^..tellendam, vm.leeskerk en 's av. ds. Oudshoorn. Duddorp, vm. ds. Oudshoorn en nm. leeskerk. Doltgensplaat, vm. en 's av. ds. De Lange. )en Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma. ïtad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaft. Tellevoetsluis, vm. ds. Westerhuijs. tfieuw-Helvoet, 'sav. ds. Westerhuijs. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE, tad aan 't Haringvliet, vm., nm. en 's av. leesk. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Vliddelharnis, vm. en 's av. leeskerk. )irksland, vm. en 's av. ds. De Blois. Jerkingen. vm., nm. en 'sav. leeskerk. 3uddorp, vm. en nm. leeskerk. 1 ingericht voor het maken van tizen door binnen- en buiten- et nieuwe, moderne, voigens tuwsle wijze ingerichte Wereldtentoonstelling te erpen: in een dag I 5,- per tevens omgeving van Antwer- zichtigen in twee dagen f 8,- per Naar Brussel, Ardennen, Grot an en andere, Spa, enz. f 20,- soon; duur der reis vier dagen, ijzen zijn alleen voor de autocar. bz. worden gaarne vooruit besproken. ms nader af te spreken, indere reizen vrage men prijs. IJZE el. 59 jens nr. I. aeien weken. rog. a.s. zullen de vertrektijden van den iddelharnis-Rotterdam v.v. f 10 Mei a.s. verkrijgbaar aan de kantoren conducteurs en agenten. De Directeur, Ir. A. J. KUIPER. Op WoensdagH Meil930, 's av. 7 uur te HERKINGEN, ter herberge van Mej. L. VAN DER VELDE, van: waarin sedert tal van jaren CafémetVergunning met Schuur te HERKINGEN op het dorp, be woond geweest door den heer D. Grinwis. Ingezet op f 7450.- Notaris VAN DER SLUYS. Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f ltper plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 12E JAARGANG. - N°. 54 „Denk er aan, dat de helft van het Geluk in Geduld bestaat, en de andere helft in het vergeten van zich zelve". Carmen Sylva. Onder de meest vertrouwbare opvoe ders en levensgidsen, mag voorzeker in vele gevallen aan den Tegenstand, die de Mensch in het Leven ondervindt een eerste plaats worden toegekend. Want deze toch wekt bij den kerngezonden, veerkrachtigen en vooruitstrevenden mensch de Geestkracht op, en versterkt veelal in hooge mate de Wilskracht. Alleen zwakken van karakter maken daarop een uitzondering. Zij loopen zelfs gevaar door tegenstand te worden gedemorali seerd, of zelfs gedegenereerd. Er zijn in de geschiedenis der volken van eeuwenouden en van jongeren datum vele voorbeelden aan te wijzen van lichaamzwakte en ziekelijke menschen, bij wie de geestkracht, in spijt van lichaams lijden en lichaamsgebreken buitengewoon was ontwikkeld, en wier ontembare wils kracht schier eiken tegenstand wist te overwinnen. De Bizantijnsche geschied schrijver Prokopius maakt o.a. gewag van zulk een sterksprekend voorbeeld van geestkracht en ijzeren wilskracht. De Bi zantijnsche legeraanvoerder Narses, een zwakke, kleine kreupele man, die daarbij aan epilepsie lijdende was, werd door zijn machtigen keizer Justinianus, die volstrekt niet op dezen vrijmoedigen, en geenszins onderdanigen veldheer gesteld was, uit verkoren boven des keizers gunsteling, den om zijn moed en krijgskundige be kwaamheden beroemden veldheer Beli- sarius. Waar deze gefaald had, droeg hij het opperbevel over Bizantium's machtige legers op aan Narses, met de opdracht om de Oost-Gothen uit het WesterschRo- meinscbe Rijk (Italië) te verdrijven. Narses ontwierp een listig krijgsplan, overwon groote strategische moeilijkheden en versloeg, in zijn draagstoel zittende, en bijna onophoudelijk door zenuwtoe vallen geplaagd den dapperen en onver winbaar geachten Oost-Gotischen koning Totila, nabij het Oud-Romeinsche stadje Taginal. Doch wij behoeven niet zoover terug te gaan in het grijs Verleden, om voor beelden te vinden van lichamelijk zwakke menschen, wier geestkracht buitengewone moeilijkheden wist te overwinnen. Stad houder Willem de Derde, koning van Engeland was, ondanks zijn ziekelijk gestel, reeds op jeugdigen leeftijd, zulk een geestkrachtige persoonlijkheid, wat zelfs door zijn heftigsten tegenstander Johan de Witt, ten volle werd erkend. Het van het stadhouderschap uitgesloten „Kind van Staat" deed in het jaar 1672 vooral, zich kennen als een energiek veldheer en een doortastend staatsman. Er zullen natuurlijk ontelbaar vele gevallen ten allen tijde zich hebben voor gedaan, waarbij een sterke geest zege vierde over een sterk lichaamsgestel, doch niet alle komen, zelfs niet in engen kring, tot openbaarheid. Doch in het openbare zoowel als in het bijzondere openbaart „Tegenstand" zich op velerlei wijzen. De gang van het Leven in de groote Maat schappij, en de gang van het bijzondere leven, brengt voor het gros der menschen schier dagelijks tegenstand van velerlei aard aan, waarvoor niet zelden veel geestkracht, veel energie en veel talent om te pareeren, om te ontgaan en om tenslotte te overwinnen of eervol te capiiuleeren, noodig zijn. In de meeste van dergelijke gevallen werkt, /Tegenstand" ontwikkelend, opvoedend en opbouwend; en komt 's menschen geest- en wils kracht hem daarbij zeer te stade. Doch genoemden krachten mag maar niet, ten allen tijde en in alle zich voor doende gevallen, de vrije teugel worden gelaten. Er moet vooral rekenschap worden gehouden met den aard van den tegenstand dien wij ondervinden, opdat de toepassing van onze geest- en wils kracht niet tot Dwaze Don Quichotterie zal overslaan, en wij zoodoende alles voor onbillijken tegenstand aanziende, en alléén op ons eigen verstand en ons eigen doorzicht vertrouwende, tegen windmolens gaan vechten. Als wij er uitsluitend naar haken, de voldoening te hebben: dat wij onzen eigen wil hebben doorgezet, ondanks allen tegenstand, en zonder ernstig het vóór en tegen te hebben overwogen, dan kunnen menig maal geestkracht en wilskracht verder felijke uitkomsten hebben, voor ons zelve en voor anderen. Want dan dienen deze beide, op zich zelve zeer voortreffelijke eigenschappen, slechts onzen eigenwaan, onze eigenzinnigheid en onze ijdel- heid zoo niet andere, nog noodlottiger eigenschappen. Een groot deel van den tegenstand, die wij in het leven aantreffen, komt natuurlijk van menschen. Wij allen be rijden ons eigen stokpaardje, wij rijden allen op denzelfden overvollen levensweg, waardoor aanrijdingen en botsingen onver mijdelijk zijn. Schier overal en ten allen tijde, ontmoet de mensch op zijn levens pad, op weg naar zijn einddoel, tegenstand, die hem leeren moet: voorzichtig en met wijs beleid voorwaarts te gaan, en bot singen te vermijden. Nu en dan afstappen van zijn stokpaardje, en dit, zoo noodig, maar voor goed op stal zetten, zal onge twijfeld zijn eigen levensvreugde en die van anderen zeer verhoogen, en hem aan zijn levensavond doen inzien, dat het zóó goed was dat het omzeilen van de gevaarlijke klippen, die hem ergerden, hem juist in het goede vaarwater heeft gebracht, dat hem naar de veilige haven deed heendrijven. In de groote Levenszee zijn ontelbare klippen. Wie niet wil ver gaan, moet deze gevaarlijke onder-water FEUILLETON. rotsen schuwen en hen omzeilen. Want beter is het, zijn koers te wijzigen, dan halsstarig en eigenwijs, eigen voorgeno men landing door te zetten .en schip breuk te lijden. De Tegenstand, die wij in het veelzij dige door velerlei omstandigheden en invloeden bewogen leven ontmoeten, kan inderdaad een opvoeder van den hoogsten rang voor ons zijn als wij ernstig en goedwillig naar hem willen luisteren, en uit elke evolutie in het menschenlot, be grijpend en toepassend, leering willen trekken en dankbaar willen zijn voor iedere moeilijke les, die wij ontvangen in het moeilijke Leven. „Tegenstand" voedt in hooge mate den mensch op, die leerzaam is. Tegen stand scherpt het Geestesoog, en loutert de Menschenziel. Tegenstand is geen „Roede", doch een aanschouwelijke „Prediking" om tot men- schengeluk te geraken door de ver warringen en omwentelingen van het leerende Leven heen. VIKING. vallen en bezeeren zich dikwijls, en het wiegekind heeft vaak last van roode of ge smette huid. Dit verzacht en geneest men met Doos 30, Tube 80 ct. (Adv.) BOOTH ÏARKINGTON. NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR HENRI VAN DE WEG. (Geaut. uitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Dolle.) 6) Na deze uitbarsting daalde zijn stem tot een toon van^yertrouwelijkheid. Hij wees naar mr. Snoddy, ots hem, den mond wijd-open, zat aan te staren. Zullen wij een voorbeeld nemen? Niet uit het buitengewone, vergadering, maar een illustratie uit het gewone leven. Kunnen wij beter doen? Een beeld, dat spreekt tot den meest een voudige onder ons. Een, dat wij allen kunnen begrijpen. Een uit het dageiijksch leven, dat zelfs de jeugd interesseert. Denkt aan de gewone vlieg. Wij hangen aan het plafond een strook vliegen- papier en daarnaast een bloem, waarop het ge lukkige insect kan rusten en voedsel vinden. Het vliegje nadert; zie hoe het zweeft tusschen zijn noodlot en zijn geluk. Het één is een val, een hinderlaag, het andere een veilige haven, een hemel. Maar het geheimzinnige trekt hem aan. Nog is hij besluiteloos. Dat is het tegenwoordige. Zoo, mijne vrienden, is het heden. Wat moet hij doen, wat zal hij doen? Herinneringen uit het verleden fluisteren hem toe: kies de bloem. Zij biedt u geluk. Hier voelen wij duidelijk den invloed van het verleden op het heden, maar het vliegen- papier oefent een onuitspreeklijke bekoring uit op de vlieg, en hij denkt: „zou ik het eens probeeren? Zou ik het doen? Zou ik de kans wagen?" Hij heeft de toekomst in eigen hand. Het verleden, de stem der voorzienigheid heeft waarschuwend geklonken. Pas op, pas op, kleine vlieg, wees voor zichtig. Let hij op de waarschuwing? Proeft hij het gevaar, dat hier dreigt? Dames en heeren, neen! Hij zweeft op en neer, aarzelt tusschen beide punten, waarvan het een zulk een doodelijke be koring uitoefent en zet zich neer op het vliegen- papier, om ellendig te verkommeren! De toekomst, die in zijn eigen handen lag, is hem ontgleden. Wij moeten liggen op het bed, dat wij ons zelf hebben gespreid; niets en niemand verandert iets aan de verordineerde wetten." Na het verhaal van deze tragedie nam de rede naar een slokje water en veegde hij zijn gelaat af, om vervolgens de aandacht te vragen voor een nieuw vraagstuk. Het gehoor leunde weer achter over met een zucht van verlichting. Minnie Briscoe, die even ademloos had geluisterd als de anderen, merkte, dat haar gast huiverde van ontroering. Miss Sherwood had het hoofd gebogen achter den beschermenden schouder van den rechter en hield de handen voor het gelaat. „Wat scheelt eraan, Helen?" fluisterde miss Briscoe ongerust. „Is er iets gebeurd?" „Niets, heusch niet." Zij keek op, doch haar lippen trilden en zij moest zich inspannen, om haar zelfbeheersching niet te verliezen. „Er is wel iets! Voel je je niet prettig?" „Het is alleen maar..." Miss Sherwood rilde en wierp een verstolen blik op het profiel van den melancholieken jongen man. Het volkomen gebrek aan decorum bij dezen scheen het haar nog moei DE BIETENVLIEG. De Plantenziektenkimdigen Dienst te Wageningen deelt mede, dat op dit oogenblik de bieten vliegen aller wege bezig zijn met het afzetten harer eitjes op de jonge bieten- planten. Het is gewenscht, de bieten niet te spoe dig zoogenaamd „door te slaan". Zoodra dit geschied is, zijn de vliegen genoodzaakt hare eitjes op de dan overgebleven plantjes te leggen; deze plantjes worden dus dan veel zwaarder bezet met eitjes dan wanneer de vliegen geheele rijen tot hare beschikking hebben. De pas uitgekomen larfjes sterven, evenals die, welke na het afschoffelen nog uit de eieren komen, wanneer de plantjes, waarop zij zich bevinden, bij het „doorslaan" worden afgeschoffeld. De by deze bewerking te ver wijderen plantjes doen dus eerst dienst als vangplant. Op velden, waar eitjes van de bietenvlieg aanwezig zijn en dat zal wel op zeer vele bietenvelden het geval zijn, moet men dus met het „doorslaan" zoo lang mogelijk wachten. Bij het later volgende „op één zetten" moet men er op letten zooveel mogelijk de aan getaste plantjes te verwijderen, en de niet of slechts weinig aangetaste te laten staan. Speculaties in Bloem bollen. (Ingezonden). Het komt in den laatsten tijd herhaaldelijk voor dat tuinders uit Noord-Holland, die de bloembollenstreek en plaatselijke tentoon stellingen bezoeken, daar zeer verleidelijke aanbiedingen krijgen en zelfs op feestelijke wjjze worden onthaald. Er worden hun maal tijden, verteringen en zelfs reiskosten aan geboden. Natuurlijk doet men zooiets niet uit vriend schap, want de gastheeren kennen hunne gasten niet eens. Het is hunne bedoeling om zaken te doen en blijkbaar van een soort waar heel wat aan verdiend kan worden. In het algemeen kunnen wij op zulke handelwijzen tegenover lieden die voor eigen rekening koopen, geen aanmerkingen maken. Van andere praktijken spreek ik niet. Maar wel wil ik er hier de aandacht op vestigen dat w(j te doen hebben met een uitvloeisel van de wilde speculatiezucht die langzamer hand haar hoogtepunt begint te naderen en die waarschijnlijk in een scherpe prijsdaling zal eindigen. Verschillende omstandigheden hebben bij gedragen tot den bloei van de tulpenteelt en het ontstaan van den windhandel. In de eerste plaats is er bij particulieren een toe nemende belangstelling voor bloemen. Ten tweede is de algemeene landbouwcrisis oor zaak, dat tallooze boeren en tuinders een grooten kweeklust toonen en daardoor de prijzen hoog houden. En in de derde plaats maakt de één den ander wijs, dat er nog veel verdiend kan worden en dat de val van de prijzen nog lang zal uitblijven. De laatste oorzaak, die zelve uitvloeisel is van de beide andere, doet speculeeren. Het valt natuurlijk niet te ontkennen, dat er met speculatie verdiend kan worden, maar wij laken het wanneer iemand in een kroeg dobbelt en ook wanneer hij door speculatie in financieels moeilijkheden komt. Uit een oogpunt van zedelijkheid en in commercieel opzicht keuren wij zijn manier van doen af, maar wy probeeren ons zelve wijs te maken dat die bollenhandel toch wel heel reëel is. Dat de speculatie haar hoogtepunt begint te naderen valt gedeeltelijk af te leiden uit den grooten omvang dien zij aanneemt. Er komt dan een moment dat het niet meer gelukt om elkaar wijs te maken dat er nog wat verdiend kan worden; het vertrouwen gaat verloren en dat gaat gewoonlijk heel plotseling b.v. na een of ander opzienbarend faillissement. En anderzijds is er reden om aan te nemen dat er een einde zal komen, omdat er reeds een algemeene crisis heerscht, die zich uit in een waardestijging van het geld en waardedaling van alle mogelijke producten enz. Ztj eischt haar klappen vooral onder de land- en tuinbouwers. De crisis die mede oorzaak is van den bloei van de tulpen teelt zal straks ook tot den val van de prijzen bijdragen. Juist omdat er klappen te verwachten zijn, wil ik er tegen waarschuwen om geld te steken in zoo speculatieve waarden als de nieuwe tulpsoorten. Ik heb geen bezwaar tegen reëelen handel en teelt van gangbare soorten, ook niet al zfin ze wat duur. Zelfs ben ik van meening, dat ons land in de toekomst zal aangewezen zijn op veel kapitaal en arbeid elschende cultures. Maar bij specu- lijker te maken. ,,Het is zoo verschrikkelijk jammer van de vlieg," stootte zij uit. Waar zij zaten was de journalist duidelijk te zien en zoowel Fisbee als miss Sherwood hadden dikwijls naar hem gekeken, de eerste met in zijn oogen iets van een hond, die de wacht houdt over zijn meester. Toen de spreker eindigde, kwamen velen haar voren om den weledel gestrengen mr. Hailoway de hand te drukken. Tom Martin nam den journalist in den arm en liep met dezen naar buiten. „Zoo echt menschelijk, als Kedge vertelde over dat arme insect," merkte bij op. Ik heb nooit zoo goed begrepen de treurige vergissing van dat dier. Het viel mij op, dat u sprak over den denker Hallo- wary. Nooit heb ik geweten, dat u over zooveel menschenkennis beschikte. „is voor uw spot nu zelfs Kedge Hailoway al niet veilig meer, Martin," antwoordde de ander. „Geen sprake van spot," hernam Tom, „maar ik denk ook niet licht over de catastrophe in zoo'n vliegenbestaan. Toen Hailoway over andere onderwerpen ging praten, had ik voortdurend voor me dat troostelooze beeld van een stervende vlieg op dien strook papier. Ik kon niet meer naar hem luisteren. Het geeft helaas zoo weinig te piekeren over een leed, dat wij niet kunnen verzachten Kijk eens naar de maan. Die alleen is in staat je op te vroolijken!" Zij waren met de anderen buiten gekomen en lieten den stroom bezoekers, die zich in verschillende richtingen begaf, langs zich heen gaan. Dichtbij stapten enkele menschen in een rijtuigje. Fisbee en miss Sherwood hadden ook reeds plaats genomen. „Wie is van avond bij hem, mr. Fisbee?" vroeg rechter Briscoe fluisterend. „Niemand, hij gaat direct naar zijn bureau latie geldt de prijs dien een gek betaalt en het is dom om je gek te laten maken. Hoorn, 9 Mei 1930. De Rjjkstuinbouwconsulent C. RIETSEMA. ■BMHBgagflMUHKCTJ Morgen, Donderdag, komt de krant weer uit." „Dan is het in orde. Stap in Minnie, wij wachten op je." De rechter stak de hand uit om zijn dochter te helpen. „Wacht even, vader," antwoordde zij. „Ik ga vragen, of hij ons eens komt opzoeken," wendde zij zich plotseling tot het andere meisje. „Maar zou hij niet. Miss Briscoe lachte. „Hij heeft ons nog nooit een bezoek gebracht." Zij liep naar de plaats, waar Martin en het jongmensch naar de maan stonden te kijken en sprak den journalist aan. „Ik heb al een week lang getracht u te spreken te krijgen," begon zij, hem de hand toestekend. „Ik had u willen vertellen, dat wij een logee zouden krijgen. Komt u ons eens opzoeken? Zij is er al." De jonge man boog. „U is wel vriendelijk, ant woordde hij. „Ik wil heel graag eens aankomen." Hij sprak op een toon van conventioneele beleefd heid. Miss Briscoe merkte dit niet op, maar de onbekende voelde een volslagen gebrek aan enthousiasme in zijn woorden. Zou je mij ook niet uitnoodigen Mmme? klaagde mr. Martin. „Ik zal dan mijn best doen niet het grootste woord te hebben om onzen jongen vriend een kans te geven. U moet weten, dat ik op het oogenblik lijd aan liefde op het eerst gezicht. Miss Celina werd gewaarschuwd, zoodra u binnenkwam en ik uw logee goed kon opmerken.' Toen het rijtuig wegreed, miss Sherwood, aie voortdurend had gekeken naar de beide gestalten, naar den grooten man, die zijn j°"£eren.lY.nf;n5 geen oogenblik uit het oog had verloren (hij had zelfs den blik niet afgewend om even naar het, rijtuig te kijken) aan Fisbee: „wat bedoelde "toen u zeide dat er van avond niemand bij hem was? Onder zand bedolven. De landbouwer J. Kok te Lemselo by Oldenzaal was bezig met zand delven uit een ongeveer drie meter diepe kuil, toen plotseling een groote massa aarde omlaag stortte, waaronder K. geheel bedolven werd. Een 14-jarig zoontje van K. stond naast den kuil, toen het ongeluk gebeurde. De jongen kon eerst geen spoor van zijn levend begraven vader ontdekken, doch bij nauwkeurig toe kijken, zag hij wat hoofdhaar uit het zand steken. Dadelijk begon de jongen nu zjjn reddingswerk en het mocht hem gelukken zijn vader, die reeds bewusteloos was, te redden. Toen het bewustzijn terugkeerde, kon de man naar huis worden vervoerd. Hij had een gebroken heupbeen opgeloopen. Overstekend fietser door auto gegrepen. ROERMOND, 12 Mei. Gistermiddag stak op den Maastrichterweg alhier de 58-jarige landbouwer G. Timmermans uit Lerop (L.), die per rijwiel rechts van den weg in de richting Linne reed, plotseling zonder eenig teeken te geven, den weg over. De bestuur der van een hem met groote snelheid achter op rijdenden auto, de heer J. Witteveen uit Heerlen, poogde door krachtig remmen een aanrijding te voorkomen, hetgeen echter niet gelukte. Timmermans werd van zijn rijwiel geslingerd, terwijl daarna de auto tegen een boom botste en geheel werd vernield. T. bekwam ernstige hoofdwonden en werd in hoogst zorgwekkenden toestand naar het ziekenhuis alhier overgebracht. De drie inzittenden van den auto, de heer Witteveen uit Heerlen, de heer M. Manasse en mej. Bertha Samühl uit Berlijn bekwamen allen verwondingen, doch konden na in het ziekenhuis alhier te zijn verbonden de reis naar Heerlen per taxi voortzetten. ERNSTIGE AANRIJDING TE ZEIST. ZEIST, 12 Mei. Op den Driebergsche- weg alhier is Zaterdagmiddag een 19-jarige tuinman die uit een zijweg kwam fietsen, door een auto gegrepen. Met een zware hersenschudding werd het slachtoffer opge nomen. De totaal vernielde fiets werd door de ruit van den auto geslingerd, waardoor de chauffeur en drie inzittende kinderen snijwonden opliepen. TEGEN DE STOOMTRAM GEREDEN. 's-HERTOGENBOSCH, 12 Mei. - Zater dagmiddag had op den Schfindelscheweg tusschen St. Oedenrode en SchLIndel een doodelijk ongeluk plaats. Zekere VanZand- voort verloor het beheer over zijn rijwiel en reed tegen de juist passeerende stoom tram. De man, die een vrouw en vyf kin deren achterlaat, was onmiddellijk dood. „Dat er niemand was, om op hem te letten," luidde het antwoord. „Op hem ietten? Ik begrijp u niet." „Er is op hem geschoten, toen hij 's avonds alleen in het bosch liep. Het meisje huiverde. „Maar wie let er dan op hem?" „De jongelui uit de stad. Het is zijn gewoonte, 's avonds laat nog lange wandelingen te maken en hij gaat altijd alleen uit. Hij lacht eenvoudig om de gedachte, dat het niet veilig zou zijn, 's avonds laat een wandeling te doen. Daarom hebben de jongelui een wacht ingesteld en wordt hij gevolgd, tot hij naar zijn bureau gaat, om 's nachts te werken. Eiken avond is het iemand anders en de bewaker volgt hem zóó, dat hij er niets van merkt. „Maar hoeveel menschen weten dan van deze regeling?" „Hier in de stad bijna iedereen, behalve degenen, tegen wie hij op deze wijze wordt beschermd. Aj is het best mogelijk, dat die het langzamerhand ook hebben ontdekt." „Heeft niemand het hem verteld?" „Niemand. Hij zou er het land aan hebben en er een eind aan maken. Hij wil niet eens gewapend uitgaan." Men volgt hem en bewaakt hem, avond aan avond; iedereen weet het en niemand vertelt het hem. Ik moet u zeggen," riep het meisje uit, „dat de menschen hier bewonderenswaardig zijn." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1