BEDRIJF, 1UW-HMET
)op
PREDIKBEURTEN.
PSAUTOMOBIELEN
MAAT S AUTOBEDRIJF
JS
V erkooping.
EEN HUIS
WOENSDAG
14 MES 1930
Tegenstand.
Kinderen
PUROL
OP EENZAMEN POST.
I BIN|y
BINNENLAND
lie fietsen wilde leeren reed haar aan, mej.
Z. viel over de fiets op het trottoir, alwaar
:lj bewusteloos met een lichte hersenschud-
ling werd opgenomen en per auto naar huis
ervoerd.
Zondag 11 Mei 1930.
NEDERLANDSCÜ HERVORMDE KERK.
liddelharois, vm. leeskerk en 's av. ds. Polhuis,
ommelsdyk, vm. leeskerk en 's av. ds. Van
Ameide.
)irksland, vm. en 'sav. ds. Van der Wal.
derkingen, vm. en 'sav. dhr. Overweel.
lelissant, geen opgaaf.
'itellendam, vm. en 's av. dhr. Dekker uit Bleis-
wijk.
oedereede, nm. ds. Van Ameide.
luddorp, vm. leeskerk en nm. dhr. Overweel.
Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en nm. ds. Dekker.
)ude Tonge, vm. leeskerk en's av. ds. Vlasblom.
)oltgensplaat, vm. ds. Vlasblom (H. A.)en 's av.
ds Rappard uit Dinteloord.
.angstraat, vm. en nam. dhr. Vetter.
)en Bommel, vm. ds. Dekker en nm. leeskerk.
dad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en
'sav. leeskerk.
■ïellevoetsluis, vm. en 'sav. (doop)ds. Timmer.
dieuw-Helvoet, geen dienst.
^ieuwenhoorn, vm. ds. de Voogd v. d. Straaten.
)udenhoorn, vm. ds. Bons.
Rockanje, vm. ds. Priester uit Nieuw-Helvoet.
Dostvoorne, vm. mej. ds. Herfst uit Brielle.
/ierpolders, vm. ds Los.
Swartewaal, vm. ds Los.
leenvliet, vm. (doop) ds. Moll van Charante.
^bbenbroek, 'sav. ds. Moll van Charante.
PROTESTANTENBOND,
ommelsdijk, (Langeweg) vm. 10 uur ds Baar
uit Alkmaar.
GEREFORMEERDE KERK.
Vliddelharnis, vm. en 's av. ds. Kouwenhoven
uit Leiden.
^..tellendam, vm.leeskerk en 's av. ds. Oudshoorn.
Duddorp, vm. ds. Oudshoorn en nm. leeskerk.
Doltgensplaat, vm. en 's av. ds. De Lange.
)en Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma.
ïtad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaft.
Tellevoetsluis, vm. ds. Westerhuijs.
tfieuw-Helvoet, 'sav. ds. Westerhuijs.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE,
tad aan 't Haringvliet, vm., nm. en 's av. leesk.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Vliddelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
)irksland, vm. en 's av. ds. De Blois.
Jerkingen. vm., nm. en 'sav. leeskerk.
3uddorp, vm. en nm. leeskerk.
1 ingericht voor het maken van
tizen door binnen- en buiten-
et nieuwe, moderne, voigens
tuwsle wijze ingerichte
Wereldtentoonstelling te
erpen: in een dag I 5,- per
tevens omgeving van Antwer-
zichtigen in twee dagen f 8,- per
Naar Brussel, Ardennen, Grot
an en andere, Spa, enz. f 20,-
soon; duur der reis vier dagen,
ijzen zijn alleen voor de autocar.
bz. worden gaarne vooruit besproken.
ms nader af te spreken,
indere reizen vrage men prijs.
IJZE
el. 59
jens
nr.
I.
aeien
weken.
rog.
a.s. zullen de vertrektijden van den
iddelharnis-Rotterdam v.v.
f 10 Mei a.s. verkrijgbaar aan de kantoren
conducteurs en agenten.
De Directeur,
Ir. A. J. KUIPER.
Op WoensdagH Meil930,
's av. 7 uur
te HERKINGEN,
ter herberge van Mej. L. VAN DER
VELDE, van:
waarin sedert tal van jaren
CafémetVergunning
met Schuur
te HERKINGEN op het dorp, be
woond geweest door den heer D.
Grinwis.
Ingezet op f 7450.-
Notaris VAN DER SLUYS.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f ltper plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
12E JAARGANG. - N°. 54
„Denk er aan, dat de helft van
het Geluk in Geduld bestaat, en de
andere helft in het vergeten van
zich zelve". Carmen Sylva.
Onder de meest vertrouwbare opvoe
ders en levensgidsen, mag voorzeker in
vele gevallen aan den Tegenstand, die
de Mensch in het Leven ondervindt een
eerste plaats worden toegekend. Want
deze toch wekt bij den kerngezonden,
veerkrachtigen en vooruitstrevenden
mensch de Geestkracht op, en versterkt
veelal in hooge mate de Wilskracht.
Alleen zwakken van karakter maken daarop
een uitzondering. Zij loopen zelfs gevaar
door tegenstand te worden gedemorali
seerd, of zelfs gedegenereerd.
Er zijn in de geschiedenis der volken
van eeuwenouden en van jongeren datum
vele voorbeelden aan te wijzen van
lichaamzwakte en ziekelijke menschen, bij
wie de geestkracht, in spijt van lichaams
lijden en lichaamsgebreken buitengewoon
was ontwikkeld, en wier ontembare wils
kracht schier eiken tegenstand wist te
overwinnen. De Bizantijnsche geschied
schrijver Prokopius maakt o.a. gewag van
zulk een sterksprekend voorbeeld van
geestkracht en ijzeren wilskracht. De Bi
zantijnsche legeraanvoerder Narses, een
zwakke, kleine kreupele man, die daarbij
aan epilepsie lijdende was, werd door zijn
machtigen keizer Justinianus, die volstrekt
niet op dezen vrijmoedigen, en geenszins
onderdanigen veldheer gesteld was, uit
verkoren boven des keizers gunsteling,
den om zijn moed en krijgskundige be
kwaamheden beroemden veldheer Beli-
sarius. Waar deze gefaald had, droeg hij
het opperbevel over Bizantium's machtige
legers op aan Narses, met de opdracht om
de Oost-Gothen uit het WesterschRo-
meinscbe Rijk (Italië) te verdrijven.
Narses ontwierp een listig krijgsplan,
overwon groote strategische moeilijkheden
en versloeg, in zijn draagstoel zittende,
en bijna onophoudelijk door zenuwtoe
vallen geplaagd den dapperen en onver
winbaar geachten Oost-Gotischen koning
Totila, nabij het Oud-Romeinsche stadje
Taginal.
Doch wij behoeven niet zoover terug
te gaan in het grijs Verleden, om voor
beelden te vinden van lichamelijk zwakke
menschen, wier geestkracht buitengewone
moeilijkheden wist te overwinnen. Stad
houder Willem de Derde, koning van
Engeland was, ondanks zijn ziekelijk
gestel, reeds op jeugdigen leeftijd, zulk
een geestkrachtige persoonlijkheid, wat
zelfs door zijn heftigsten tegenstander
Johan de Witt, ten volle werd erkend.
Het van het stadhouderschap uitgesloten
„Kind van Staat" deed in het jaar 1672
vooral, zich kennen als een energiek
veldheer en een doortastend staatsman.
Er zullen natuurlijk ontelbaar vele
gevallen ten allen tijde zich hebben voor
gedaan, waarbij een sterke geest zege
vierde over een sterk lichaamsgestel, doch
niet alle komen, zelfs niet in engen kring,
tot openbaarheid. Doch in het openbare
zoowel als in het bijzondere openbaart
„Tegenstand" zich op velerlei wijzen. De
gang van het Leven in de groote Maat
schappij, en de gang van het bijzondere
leven, brengt voor het gros der menschen
schier dagelijks tegenstand van velerlei
aard aan, waarvoor niet zelden veel
geestkracht, veel energie en veel talent
om te pareeren, om te ontgaan en om
tenslotte te overwinnen of eervol te
capiiuleeren, noodig zijn. In de meeste
van dergelijke gevallen werkt, /Tegenstand"
ontwikkelend, opvoedend en opbouwend;
en komt 's menschen geest- en wils
kracht hem daarbij zeer te stade.
Doch genoemden krachten mag maar
niet, ten allen tijde en in alle zich voor
doende gevallen, de vrije teugel worden
gelaten. Er moet vooral rekenschap
worden gehouden met den aard van den
tegenstand dien wij ondervinden, opdat
de toepassing van onze geest- en wils
kracht niet tot Dwaze Don Quichotterie
zal overslaan, en wij zoodoende alles
voor onbillijken tegenstand aanziende, en
alléén op ons eigen verstand en ons
eigen doorzicht vertrouwende, tegen
windmolens gaan vechten. Als wij er
uitsluitend naar haken, de voldoening te
hebben: dat wij onzen eigen wil hebben
doorgezet, ondanks allen tegenstand, en
zonder ernstig het vóór en tegen te
hebben overwogen, dan kunnen menig
maal geestkracht en wilskracht verder
felijke uitkomsten hebben, voor ons zelve
en voor anderen. Want dan dienen deze
beide, op zich zelve zeer voortreffelijke
eigenschappen, slechts onzen eigenwaan,
onze eigenzinnigheid en onze ijdel-
heid zoo niet andere, nog noodlottiger
eigenschappen.
Een groot deel van den tegenstand,
die wij in het leven aantreffen, komt
natuurlijk van menschen. Wij allen be
rijden ons eigen stokpaardje, wij rijden
allen op denzelfden overvollen levensweg,
waardoor aanrijdingen en botsingen onver
mijdelijk zijn. Schier overal en ten allen
tijde, ontmoet de mensch op zijn levens
pad, op weg naar zijn einddoel, tegenstand,
die hem leeren moet: voorzichtig en met
wijs beleid voorwaarts te gaan, en bot
singen te vermijden. Nu en dan afstappen
van zijn stokpaardje, en dit, zoo noodig,
maar voor goed op stal zetten, zal onge
twijfeld zijn eigen levensvreugde en die
van anderen zeer verhoogen, en hem aan
zijn levensavond doen inzien, dat het zóó
goed was dat het omzeilen van de
gevaarlijke klippen, die hem ergerden,
hem juist in het goede vaarwater heeft
gebracht, dat hem naar de veilige haven
deed heendrijven. In de groote Levenszee
zijn ontelbare klippen. Wie niet wil ver
gaan, moet deze gevaarlijke onder-water
FEUILLETON.
rotsen schuwen en hen omzeilen. Want
beter is het, zijn koers te wijzigen, dan
halsstarig en eigenwijs, eigen voorgeno
men landing door te zetten .en schip
breuk te lijden.
De Tegenstand, die wij in het veelzij
dige door velerlei omstandigheden en
invloeden bewogen leven ontmoeten, kan
inderdaad een opvoeder van den hoogsten
rang voor ons zijn als wij ernstig en
goedwillig naar hem willen luisteren, en
uit elke evolutie in het menschenlot, be
grijpend en toepassend, leering willen
trekken en dankbaar willen zijn voor
iedere moeilijke les, die wij ontvangen
in het moeilijke Leven.
„Tegenstand" voedt in hooge mate
den mensch op, die leerzaam is. Tegen
stand scherpt het Geestesoog, en loutert
de Menschenziel.
Tegenstand is geen „Roede", doch een
aanschouwelijke „Prediking" om tot men-
schengeluk te geraken door de ver
warringen en omwentelingen van het
leerende Leven heen.
VIKING.
vallen en bezeeren zich dikwijls, en het
wiegekind heeft vaak last van roode of ge
smette huid. Dit verzacht en geneest men met
Doos 30, Tube 80 ct.
(Adv.)
BOOTH ÏARKINGTON.
NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR
HENRI VAN DE WEG.
(Geaut. uitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Dolle.)
6)
Na deze uitbarsting daalde zijn stem tot een
toon van^yertrouwelijkheid. Hij wees naar mr.
Snoddy, ots hem, den mond wijd-open, zat aan
te staren. Zullen wij een voorbeeld nemen? Niet
uit het buitengewone, vergadering, maar een
illustratie uit het gewone leven. Kunnen wij beter
doen? Een beeld, dat spreekt tot den meest een
voudige onder ons. Een, dat wij allen kunnen
begrijpen. Een uit het dageiijksch leven, dat zelfs
de jeugd interesseert. Denkt aan de gewone vlieg.
Wij hangen aan het plafond een strook vliegen-
papier en daarnaast een bloem, waarop het ge
lukkige insect kan rusten en voedsel vinden. Het
vliegje nadert; zie hoe het zweeft tusschen zijn
noodlot en zijn geluk. Het één is een val, een
hinderlaag, het andere een veilige haven, een
hemel. Maar het geheimzinnige trekt hem aan.
Nog is hij besluiteloos. Dat is het tegenwoordige.
Zoo, mijne vrienden, is het heden. Wat moet hij
doen, wat zal hij doen? Herinneringen uit het
verleden fluisteren hem toe: kies de bloem. Zij
biedt u geluk. Hier voelen wij duidelijk den invloed
van het verleden op het heden, maar het vliegen-
papier oefent een onuitspreeklijke bekoring uit op
de vlieg, en hij denkt: „zou ik het eens probeeren?
Zou ik het doen? Zou ik de kans wagen?" Hij
heeft de toekomst in eigen hand. Het verleden,
de stem der voorzienigheid heeft waarschuwend
geklonken. Pas op, pas op, kleine vlieg, wees voor
zichtig. Let hij op de waarschuwing? Proeft hij
het gevaar, dat hier dreigt? Dames en heeren,
neen! Hij zweeft op en neer, aarzelt tusschen beide
punten, waarvan het een zulk een doodelijke be
koring uitoefent en zet zich neer op het vliegen-
papier, om ellendig te verkommeren! De toekomst,
die in zijn eigen handen lag, is hem ontgleden.
Wij moeten liggen op het bed, dat wij ons zelf
hebben gespreid; niets en niemand verandert iets
aan de verordineerde wetten."
Na het verhaal van deze tragedie nam de rede
naar een slokje water en veegde hij zijn gelaat af,
om vervolgens de aandacht te vragen voor een
nieuw vraagstuk. Het gehoor leunde weer achter
over met een zucht van verlichting. Minnie Briscoe,
die even ademloos had geluisterd als de anderen,
merkte, dat haar gast huiverde van ontroering.
Miss Sherwood had het hoofd gebogen achter den
beschermenden schouder van den rechter en hield
de handen voor het gelaat.
„Wat scheelt eraan, Helen?" fluisterde miss
Briscoe ongerust. „Is er iets gebeurd?"
„Niets, heusch niet." Zij keek op, doch haar
lippen trilden en zij moest zich inspannen, om
haar zelfbeheersching niet te verliezen.
„Er is wel iets! Voel je je niet prettig?"
„Het is alleen maar..." Miss Sherwood rilde
en wierp een verstolen blik op het profiel van den
melancholieken jongen man. Het volkomen gebrek
aan decorum bij dezen scheen het haar nog moei
DE BIETENVLIEG.
De Plantenziektenkimdigen Dienst te
Wageningen deelt mede, dat op dit oogenblik
de bieten vliegen aller wege bezig zijn met
het afzetten harer eitjes op de jonge bieten-
planten.
Het is gewenscht, de bieten niet te spoe
dig zoogenaamd „door te slaan". Zoodra dit
geschied is, zijn de vliegen genoodzaakt hare
eitjes op de dan overgebleven plantjes te
leggen; deze plantjes worden dus dan veel
zwaarder bezet met eitjes dan wanneer de
vliegen geheele rijen tot hare beschikking
hebben.
De pas uitgekomen larfjes sterven, evenals
die, welke na het afschoffelen nog uit de
eieren komen, wanneer de plantjes, waarop
zij zich bevinden, bij het „doorslaan" worden
afgeschoffeld. De by deze bewerking te ver
wijderen plantjes doen dus eerst dienst als
vangplant.
Op velden, waar eitjes van de bietenvlieg
aanwezig zijn en dat zal wel op zeer vele
bietenvelden het geval zijn, moet men
dus met het „doorslaan" zoo lang mogelijk
wachten.
Bij het later volgende „op één zetten" moet
men er op letten zooveel mogelijk de aan
getaste plantjes te verwijderen, en de niet
of slechts weinig aangetaste te laten staan.
Speculaties in Bloem
bollen.
(Ingezonden).
Het komt in den laatsten tijd herhaaldelijk
voor dat tuinders uit Noord-Holland, die de
bloembollenstreek en plaatselijke tentoon
stellingen bezoeken, daar zeer verleidelijke
aanbiedingen krijgen en zelfs op feestelijke
wjjze worden onthaald. Er worden hun maal
tijden, verteringen en zelfs reiskosten aan
geboden.
Natuurlijk doet men zooiets niet uit vriend
schap, want de gastheeren kennen hunne
gasten niet eens. Het is hunne bedoeling
om zaken te doen en blijkbaar van een soort
waar heel wat aan verdiend kan worden.
In het algemeen kunnen wij op zulke
handelwijzen tegenover lieden die voor eigen
rekening koopen, geen aanmerkingen maken.
Van andere praktijken spreek ik niet. Maar
wel wil ik er hier de aandacht op vestigen
dat w(j te doen hebben met een uitvloeisel
van de wilde speculatiezucht die langzamer
hand haar hoogtepunt begint te naderen en
die waarschijnlijk in een scherpe prijsdaling
zal eindigen.
Verschillende omstandigheden hebben bij
gedragen tot den bloei van de tulpenteelt en
het ontstaan van den windhandel. In de
eerste plaats is er bij particulieren een toe
nemende belangstelling voor bloemen. Ten
tweede is de algemeene landbouwcrisis oor
zaak, dat tallooze boeren en tuinders een
grooten kweeklust toonen en daardoor de
prijzen hoog houden. En in de derde plaats
maakt de één den ander wijs, dat er nog
veel verdiend kan worden en dat de val van
de prijzen nog lang zal uitblijven.
De laatste oorzaak, die zelve uitvloeisel is
van de beide andere, doet speculeeren.
Het valt natuurlijk niet te ontkennen, dat
er met speculatie verdiend kan worden, maar
wij laken het wanneer iemand in een kroeg
dobbelt en ook wanneer hij door speculatie
in financieels moeilijkheden komt. Uit een
oogpunt van zedelijkheid en in commercieel
opzicht keuren wij zijn manier van doen af,
maar wy probeeren ons zelve wijs te maken
dat die bollenhandel toch wel heel reëel is.
Dat de speculatie haar hoogtepunt begint
te naderen valt gedeeltelijk af te leiden uit
den grooten omvang dien zij aanneemt. Er
komt dan een moment dat het niet meer
gelukt om elkaar wijs te maken dat er nog
wat verdiend kan worden; het vertrouwen
gaat verloren en dat gaat gewoonlijk heel
plotseling b.v. na een of ander opzienbarend
faillissement. En anderzijds is er reden om
aan te nemen dat er een einde zal komen,
omdat er reeds een algemeene crisis heerscht,
die zich uit in een waardestijging van het
geld en waardedaling van alle mogelijke
producten enz. Ztj eischt haar klappen vooral
onder de land- en tuinbouwers. De crisis die
mede oorzaak is van den bloei van de tulpen
teelt zal straks ook tot den val van de prijzen
bijdragen.
Juist omdat er klappen te verwachten zijn,
wil ik er tegen waarschuwen om geld te
steken in zoo speculatieve waarden als de
nieuwe tulpsoorten. Ik heb geen bezwaar
tegen reëelen handel en teelt van gangbare
soorten, ook niet al zfin ze wat duur. Zelfs
ben ik van meening, dat ons land in de
toekomst zal aangewezen zijn op veel kapitaal
en arbeid elschende cultures. Maar bij specu-
lijker te maken. ,,Het is zoo verschrikkelijk jammer
van de vlieg," stootte zij uit. Waar zij zaten was
de journalist duidelijk te zien en zoowel Fisbee als
miss Sherwood hadden dikwijls naar hem gekeken,
de eerste met in zijn oogen iets van een hond, die
de wacht houdt over zijn meester.
Toen de spreker eindigde, kwamen velen haar
voren om den weledel gestrengen mr. Hailoway de
hand te drukken. Tom Martin nam den journalist
in den arm en liep met dezen naar buiten.
„Zoo echt menschelijk, als Kedge vertelde over
dat arme insect," merkte bij op. Ik heb nooit zoo
goed begrepen de treurige vergissing van dat dier.
Het viel mij op, dat u sprak over den denker Hallo-
wary. Nooit heb ik geweten, dat u over zooveel
menschenkennis beschikte.
„is voor uw spot nu zelfs Kedge Hailoway al
niet veilig meer, Martin," antwoordde de ander.
„Geen sprake van spot," hernam Tom, „maar
ik denk ook niet licht over de catastrophe in zoo'n
vliegenbestaan. Toen Hailoway over andere
onderwerpen ging praten, had ik voortdurend voor
me dat troostelooze beeld van een stervende vlieg
op dien strook papier. Ik kon niet meer naar hem
luisteren. Het geeft helaas zoo weinig te piekeren
over een leed, dat wij niet kunnen verzachten
Kijk eens naar de maan. Die alleen is in staat je
op te vroolijken!" Zij waren met de anderen buiten
gekomen en lieten den stroom bezoekers, die zich
in verschillende richtingen begaf, langs zich heen
gaan. Dichtbij stapten enkele menschen in een
rijtuigje. Fisbee en miss Sherwood hadden ook
reeds plaats genomen.
„Wie is van avond bij hem, mr. Fisbee?" vroeg
rechter Briscoe fluisterend.
„Niemand, hij gaat direct naar zijn bureau
latie geldt de prijs dien een gek betaalt en
het is dom om je gek te laten maken.
Hoorn, 9 Mei 1930.
De Rjjkstuinbouwconsulent
C. RIETSEMA.
■BMHBgagflMUHKCTJ
Morgen, Donderdag, komt de krant weer uit."
„Dan is het in orde. Stap in Minnie, wij wachten
op je." De rechter stak de hand uit om zijn dochter
te helpen.
„Wacht even, vader," antwoordde zij. „Ik ga
vragen, of hij ons eens komt opzoeken," wendde zij
zich plotseling tot het andere meisje.
„Maar zou hij niet.
Miss Briscoe lachte. „Hij heeft ons nog nooit een
bezoek gebracht." Zij liep naar de plaats, waar
Martin en het jongmensch naar de maan stonden
te kijken en sprak den journalist aan.
„Ik heb al een week lang getracht u te spreken
te krijgen," begon zij, hem de hand toestekend.
„Ik had u willen vertellen, dat wij een logee zouden
krijgen. Komt u ons eens opzoeken? Zij is er al."
De jonge man boog. „U is wel vriendelijk, ant
woordde hij. „Ik wil heel graag eens aankomen."
Hij sprak op een toon van conventioneele beleefd
heid. Miss Briscoe merkte dit niet op, maar de
onbekende voelde een volslagen gebrek aan
enthousiasme in zijn woorden.
Zou je mij ook niet uitnoodigen Mmme?
klaagde mr. Martin. „Ik zal dan mijn best doen
niet het grootste woord te hebben om onzen
jongen vriend een kans te geven. U moet weten,
dat ik op het oogenblik lijd aan liefde op het eerst
gezicht. Miss Celina werd gewaarschuwd, zoodra u
binnenkwam en ik uw logee goed kon opmerken.'
Toen het rijtuig wegreed, miss Sherwood, aie
voortdurend had gekeken naar de beide gestalten,
naar den grooten man, die zijn j°"£eren.lY.nf;n5
geen oogenblik uit het oog had verloren (hij had
zelfs den blik niet afgewend om even naar het,
rijtuig te kijken) aan Fisbee: „wat bedoelde "toen
u zeide dat er van avond niemand bij hem was?
Onder zand bedolven.
De landbouwer J. Kok te Lemselo by
Oldenzaal was bezig met zand delven uit
een ongeveer drie meter diepe kuil, toen
plotseling een groote massa aarde omlaag
stortte, waaronder K. geheel bedolven werd.
Een 14-jarig zoontje van K. stond naast den
kuil, toen het ongeluk gebeurde. De jongen
kon eerst geen spoor van zijn levend begraven
vader ontdekken, doch bij nauwkeurig toe
kijken, zag hij wat hoofdhaar uit het zand
steken. Dadelijk begon de jongen nu zjjn
reddingswerk en het mocht hem gelukken
zijn vader, die reeds bewusteloos was, te
redden. Toen het bewustzijn terugkeerde, kon
de man naar huis worden vervoerd. Hij had
een gebroken heupbeen opgeloopen.
Overstekend fietser door auto gegrepen.
ROERMOND, 12 Mei. Gistermiddag stak
op den Maastrichterweg alhier de 58-jarige
landbouwer G. Timmermans uit Lerop (L.),
die per rijwiel rechts van den weg in de
richting Linne reed, plotseling zonder eenig
teeken te geven, den weg over. De bestuur
der van een hem met groote snelheid achter
op rijdenden auto, de heer J. Witteveen uit
Heerlen, poogde door krachtig remmen een
aanrijding te voorkomen, hetgeen echter niet
gelukte. Timmermans werd van zijn rijwiel
geslingerd, terwijl daarna de auto tegen een
boom botste en geheel werd vernield.
T. bekwam ernstige hoofdwonden en werd
in hoogst zorgwekkenden toestand naar het
ziekenhuis alhier overgebracht.
De drie inzittenden van den auto, de heer
Witteveen uit Heerlen, de heer M. Manasse
en mej. Bertha Samühl uit Berlijn bekwamen
allen verwondingen, doch konden na in het
ziekenhuis alhier te zijn verbonden de reis
naar Heerlen per taxi voortzetten.
ERNSTIGE AANRIJDING TE ZEIST.
ZEIST, 12 Mei. Op den Driebergsche-
weg alhier is Zaterdagmiddag een 19-jarige
tuinman die uit een zijweg kwam fietsen,
door een auto gegrepen. Met een zware
hersenschudding werd het slachtoffer opge
nomen. De totaal vernielde fiets werd door
de ruit van den auto geslingerd, waardoor
de chauffeur en drie inzittende kinderen
snijwonden opliepen.
TEGEN DE STOOMTRAM GEREDEN.
's-HERTOGENBOSCH, 12 Mei. - Zater
dagmiddag had op den Schfindelscheweg
tusschen St. Oedenrode en SchLIndel een
doodelijk ongeluk plaats. Zekere VanZand-
voort verloor het beheer over zijn rijwiel
en reed tegen de juist passeerende stoom
tram. De man, die een vrouw en vyf kin
deren achterlaat, was onmiddellijk dood.
„Dat er niemand was, om op hem te letten,"
luidde het antwoord.
„Op hem ietten? Ik begrijp u niet."
„Er is op hem geschoten, toen hij 's avonds
alleen in het bosch liep.
Het meisje huiverde. „Maar wie let er dan op
hem?"
„De jongelui uit de stad. Het is zijn gewoonte,
's avonds laat nog lange wandelingen te maken en
hij gaat altijd alleen uit. Hij lacht eenvoudig om
de gedachte, dat het niet veilig zou zijn, 's avonds
laat een wandeling te doen. Daarom hebben de
jongelui een wacht ingesteld en wordt hij gevolgd,
tot hij naar zijn bureau gaat, om 's nachts te
werken. Eiken avond is het iemand anders en de
bewaker volgt hem zóó, dat hij er niets van merkt.
„Maar hoeveel menschen weten dan van deze
regeling?"
„Hier in de stad bijna iedereen, behalve degenen,
tegen wie hij op deze wijze wordt beschermd. Aj
is het best mogelijk, dat die het langzamerhand
ook hebben ontdekt."
„Heeft niemand het hem verteld?"
„Niemand. Hij zou er het land aan hebben en er
een eind aan maken. Hij wil niet eens gewapend
uitgaan."
Men volgt hem en bewaakt hem, avond aan
avond; iedereen weet het en niemand vertelt het
hem. Ik moet u zeggen," riep het meisje uit, „dat
de menschen hier bewonderenswaardig zijn."
(Wordt vervolgd).