r
WOENSDAG
2 APRIL 1930
12E JAARGANG. - N°. 43
Reddingbrigade.
FEUILLETON.
DOOR EENS ANDERS SCHULD.
Schoonmaak
Prijs per kwartaal
Losse nummers
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Lezing van den heer Meijerink.
De heer Metjerink ving aan met te vertel
len hoe het kwam dat de Reddingbrigade
geboren werd. Er was 'n schuitevoerder
in Juni 19 L3, die boomde door de Haar-
lemsche grachten. Het had wat geregend,
het dek was nat de schuitevoarder raakt
te water In een oogenblik zijn er hon
derden Haarlemmers bij de plaats van het
ongeval niemand die daar durfde z'a me-
demensch te redden; de schuitavoerder ver
dronk.
Spreker's dochter had het gezien, vertelde
het haar vader, die zoo onder den indruk
kwam van den onmacht en onkunde van
vele zwemmers dat hij hierdoor aangegre
pen, zwemmers verzamelde en gezamenlijk
er op uittoog om elkaar te leeren hoe zwem
mend een medemensch te redden.
Er staan jaarlijks vele drama's in de bla
den. Van 1901 tot 1910 was het gemiddeld
950 personen per jaar die verdronken, daar
na is het verminderd tot ongeveer 750 per
jaar dank z(j mede de propaganda dat
ieder in ons waterrijk Holland moet kun
nen zwemmen een van de propaganda-
leuzen van de Reddingbrigade om verdrin
kingsdood tegen te gaan. Maar nog altijd
is het gemiddelde 2 per dag in een
klein land als Holland toch te veel.
Om dit cijfer nog te drukken is nog in
tensiever strjjd noodig tegen ongelukken.
Dat een menseh te water valt, gebeurt uit
ongeluk. We moeten daarom de zwemmers
(sters) leeren, hoe ze een medemensch in
het water moeten grijpen en wegsleepen
naar den kant.
Over dit gedeelte sprekend zegt de heer
Meijerink dat bovenal kalmte by den redder
is geboden, ontdoe je van jas of overjas en
schoenen, de verdere kleedingstukken hin
deren weinig. Nader een drenkeling altijd
van achter, grijpt hem met de platte handen
langs het hoofd, zoo, dat het oor in de hand
palm drukt, zorg dat hij dan geen water
meer over zijn gezicht voelt spoelen. Is de
drenkeling onrustig, grijpt daubtj de boven
armen, die uitgespreid worden zóó, dat de
borstkast zoo wjjd mogelijk is uitgezet, blijft
de drenkeling onrustig, dan grijpt men de
polsen zoo vast dat de eigen arm onder de
bovenarm van den drenkeling glijdt.; is de
drenkeling erg onwillig door'n zenuwaanval
of zelfmoord, zoo komt de zeer zware nelson-
greep, onder den bovenarm door gaan uw
armen; uw eigen handen grijpen elkaar
achter den nek van den drenkeling, of de
halve nelson (een arm onder de bovenarm
van den drenkeling waarna uw hand krom
achter den nek van drenkeling).
Dikwijls probeert de drenkeling zijn redder
te grijpen, de Reddingsbrigade leert hoe men
zich kan bevrijden van dergelijke aanvallen.
Grijpt de drenkeling uw polsen, draai uw
armen naar onderen zoodanig, dat uw bewe
ging naar die kant gaat waar zijn pink zit,
grijpt hij U aan het lichaam vast, grijpt hem
bij mond en neus, drukt beide toe, hij zal los
laten omdat hij geen adem kan krijgen en
zet uw knie in zijn maag en zet af om
W. HEIMBURG.
VERTALING VAN HERMINE.
Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.)
Mijnheer Wolmeijer keek in de kamer rond.
„Door het venster kan niemand binnenkomen.
Iemand moet zich dus in huis verborgen hebben
gehouden. Hebt ge geen verdacht gedruisch of het
openbreken van het slot gehoord. Sliept ge zóó
vast?"
„Ik was wakker en de deur was open,,: antwoord
de de nicht. „Ik heb den man zien binnenkomen en
hem goed in het oog gehouden."
„En waarom hebt ge dan niet om hulp geroepen?"
viel de keukenmeid uit, „dan had de vent toch
zeker een pak slaag opgeloopen."
„Wel, ik wilde hem juist zeggen, dat hij niet
zou vinden wat hij zocht en dat hij hoe eerder hoe
liever moest maken weg te komen, toen freule
Annetise schelde."
„Die zielsrust gaat mij te hoog!" merkte Wol
meijer aan, terwijl zijn akelig glinsterende oogen
mij zochten. „Gaat naar bed, kinderen; morgen
vroeg laat ik de politie halen."
Ik kon niet spreken van ontroering, keerde mij
om en ging naar mijn eigen kamer terug. Weldra
kwam de nicht bij mij. Medelijdend zag zij mij aan.
den drenkeling direct in den rug te grijpen
om met voormelde grepen weg te voeren.
Hebt U ty d en is de drenkeling zoodanig
wild, wacht dan af tot hij wat water heeft
geslikt en moe is van zijn pogingen. Al die
bevrijdingsgrepen vermoeien U noodeloos,
maar zorg dat hij niet wegzinkt.
Lastiger is het als de drenkeling al ge
zonken is, dan is het zaak om te duiken en
na ophalen direct de kunstmatige levens
geesten op te wekken. Er mag dan geen
halven minuut verloren gaan, omdat die tijd
figuurlijk gesproken goud waard is.
Spreker demonstreerde in de zaal bij ver
schillende aanwezigen de grepen hoe ze
werden uitgevoerd. Het was buitengewoon
interessant en jammer was het dat niet de
heele zaal gevuld was met zwemsters en
zwemmers, die al deze kennis hooren te be
zitten. Met goeden wil en volharding is het
in één seizoen gemakkelijk geleerd aan hen,
die goed zwemmen kunnen. En de zekerheid
tegenover zichzelf, dat bij 'n ongeluk te
water hetgeen een vreemde maar ook uw
dierbaarste bloedverwant kan zijn red
dend hulp te kunnen verleenen, is de
moeite overwaard.
Het is zoo prettig dat hier in Middelhar
nis-Sommelsdijk een der medici Dr.
Arends zich zoo vóór het zwemmen en red
dingswerk interesseert. De steun van den
medicus voor het leeren der kunstmatige
ademhaling is noodzakelijk, en spreker,
die ter huize van den F Z.C.-voorzitter was
ontvangen, had tot zijn genoegen ontdekt hoe
warm het hart klopt van zijn gastheer voor
dit werk van naasteliefde.
Aan de hand van een serie lantaarn
plaatjes worden foto's van gehouden demon-
stratie's vertoont, bekende redders op het
doek gebracht, benevens hoe men bij ijs-
ongevallen de hulp aan slachtoffers verleent
Tenslotte brak spreker een lans voor aan
sluiting bij den Nederlandschen Bond van
Reddingbrigade's. Aangesloten leden red
ders in totaal 5000 z(jn verzekerd door
den Bond voor geldelijk nadeel of ongelukken
bij hun menschlievend werk opgeloopen.
Dr. Arends dankte met zeer hartelijke
woorden den heer Meijerink voor zijn uit
voerige en mooie lezing en sprak de hoop
uit dat we den heer Meijerink spoedig mogen
berichten dat de Reddingsbrigade nu nog
in embryo, een nuttige vereeniging in daad
moge zijn. Met 'n hartelijk instemming van
hoorderessen en hoorders werd de bijeen
komst om kwart voor elf gesloten.
geeft menige huisvrouw en dienstbode ruwe
en roode werkhanden Deze worden weder
om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol
(Adv.)
Verslag van den feestavond van de afdee
ling Middelharnis en omstreken van
de vereeniging „Volksonderwijs" in de
zaal van Mej. Meijer op Vrijdag 28
Maart j.l.
Als de voorzitter, de heer Van Loo, de ver-
,,Houd je maar kalm, Anneliseke! Ga maar
rustig slapen. Morgen zuilen we wel raad schaffen."
Waarom hebt gij mij niet wakker geroepen,
nicht?"
..Waarom zou ik dat gedaan hebben! Ik wist
wei dat de dief niets zou vinden. Toen ik hield mij
maar alsof ik sliep."
Zij bracht mij naar bed, gaf mij wat water te
drinken en hield even mijn bevende handen in de
haren. „Arm kind! Arm kind! Wat moet ge al niet
beleven!"
,,lk houd 't niet meer uit, ik ga hier doodi'
riep ik. „Ais wij overmorgen hier vermoord wor
den, is 't geen wonder."
Den volgenden ochtend was ik half ziek.
Als een loopend vuurtje had het nieuws van den
nog bijtijds ontdekten diefstal bij de Wolmeijers
zich door de stad verbreid; de eenige, die kalm
bleef, was nicht Hemel, De freule kwam in haar
morgenjapon aanloopen. „Zooals ik reil en zeil,
verontschuldigde zij zich. Zij bekeek de open
staande latafel, waarin de nette knoopdoekjes van
de oude vrouw, verschillende papieren doosjes, een
met kralen geborduurd brillenhuisje, brieven en
papieren in wanorde dooreenlagen, schudde'hei
hoofd en meende dat de wereld op haar eind liep,
als er zóó iets, te Westenberg gebeuren kon. Dat
de dief het spaarbankboekje, dat bovenop lag niet
meegenomen had, begreep zij echter volstrekt niet.
„Hebt ge al naar de politie gestuurd?" vroeg zij.
De nicht antwoordde ontkennend.
„Maar hoe is dat nu mogelijk?" viel de freule
tegen haar uit, en daar Wolmeijer op dit oogenblik
binnentrad, die zich verplicht gevoelde om zelf te
informeeren, hoe de schrik van den vorigen nacht
zijn huisgenooten was bekomen, ontstond er in
gadering opent, is de zaal tot in alle hoeken
gevuld. Spr. constateert dit met voldoening en
deelt ons mede, dat door de welwillende mede
werking van de Oudercommissie van de Open
bare School uit Sommelsdijk en van den Heer
Rienks, hoofd van die school, deze feestavond
gehouden kon worden, hoewel we in de tegen
woordige omstandigheden weinig redenen tot
feestvieren hebben. Hij geeft dan het woord
aan. den Heer Rienks.
Spr. zal er zich toe bepalen, den tegen-
woordigen toestand op het gebied van het
lager onderwijs uiteen te zetten. Vooraf gaan
eenige opmerkingen over het ontstaan van
dezen toestand. Een vijftig jaren terug was
de openbare school oppermachtig. Toen" zette
een steeds sterker wordende strijd in tegen die
overmacht. Maar het ging den voorstanders
van bijzonder onderwijs niet snel genoeg en
daarom werd een geniepige laster tc haat ge
nomen, om dit proces te versnellen. Vroeger
werd door de voorstanders van het openbaar
onderwijs niet stevig genoeg stelling genomen
tegen deze campagne. Tegenwoordig beschik
ken we over een overvloedig materiaal van
onwederlegbare feiten, om het fiasco van het
bijzonder onderwijs aan te toonen. Spreker
licht dit toe met citaten uit geschriften van
voorstanders van de bijzondere schooi. Is de
tucht daar beter? De burgemeester van Nun-
speet moest bij de opening van een nieuwe
christelijke school het tegendeel constateeren.
„Nog al duidelijk", antwoordde het hoofd hem,
„de kinderen van de openbare school zijn al
in Satan's handen en die laat hij dus met rust,
maar onze kinderen worden dagelijks aange
vochten."
Is de bijzondere school de vrijt school? Het
lijkt er niet naar. Zij mag alleen onderwijzers
met rijksdiploma aanstellen, moet het rijks-
schooltoezicht toelaten, mag niet zoo niaar
haar onderwijzers ontslaan, ïnoet een bepaald
aantal uren aan de verplichte leervakken be
steden, moet de leerplichtwet toepassen, moet
haar gebouwen verzekeren, enz. Zoo niet, dan
gaat het staatsgeld verloren. Hier raken we
aan de kern van de zaak. De z.g.n. vrije school
is met gouden ketenen aan den Staat ver
bonden. En de geldschraperij van de school
besturen ontaardt in een Mammondienst. Dit
blijkt uit de bedragen die deze besturen vragen
van de gemeente als zijnde noodig voor het
onderwijs. Zoo werd bijv. in Emmen, (u kent
die arme gemeente wel), een paar honderd
gulden voor bezoek aan een sollicitant, ruim
700 gulden voor een boekenkast, geld voor een
abonnement op Christelijke bladen. Elders
weer 62 gulden voor haarknippen van kinde
ren. Een schoolbestuur in Amsterdam bouwde
zijn school goedkooper dan de begrooting,
maar weigerde het overschot terug te betalen.
En het meest ergerlijke? De Kroon stelde het
bestuur in het gelijk.
Is de bijzondere school de schooi der ouders?
Die hebben niets te vertellen. De school is
meest „van" den dominee of van de kerk. Bij
gedwongen ontslag van een bijzonder onder
wijzer zit er meest een dominee achter. Kan
doniiné in een Christelijke school niet den baas
spelen, dan sticht hij een „eigen" school.
En de resultaten? Is er ëeri einde aan den
schoolstrijd gekomen? Neen! Is de ontkerste
ning van ons volk gestuit? Vele vooraanstaan
de tegenstanders van het Christendom en van
de bijzondere school hebben het bijzonder
onderwijs genoten. Een orthodox hoogleeraar
als professor Cramer wijt de toename van het
ongeloofaan het godsdienstonderwijs op
mijn kleine zitkamer een geweldige woordentwist
tusschen hen beiden, waarin Wolmeijer ditmaal
moest onderdoen, wijl de freule verklaardde, dat
als hij de zaak niet verkoos aan te geven, z ij
't zou doen; in het belang van geheel Westenberg
moest dit geschieden. En hoewel zij volstrekt
het recht niet bezat om die bedreiging te volvoeren,
had deze toch de gewenschte uitwerking op mijn
stiefvader en stuurde hij Frederik naar het stad
huis. Onmiskenbaar was hij uiterst slecht gemutst;
hij haalde de schouders op, zeide dat het sop de
kool niet waard was en beweerde dat de belang
stelling, die de menschen in dat geval aan den dag
leggen, enkel zucht naar een schandaaltje was.
Maar toen nu ook de dokter verscheen en de freule
toefluisterde, dat de veiligheid van de geheele stad
het strengste onderzoek eischte, onderwierp hij
zich schoorvoetend en liet het recht zijn loop.
De politiecommissaris Braunberg kwam in eigen
persoon met zijn hoofdagent, en mijn stiefvader
verklaarde, dat 't een onbegrijpelijke geschiedenis
en hij geneigd was, de geheele zaak bijna voor een
ziekelijke zinsbegoocheling van twee zenuwachtige
vrouwen te houden.
De beambte, een zeer beleefd man, nam eerst de
geheele omgeving in oogenschouw, hoorde de ge
schiedenis van de sleutel, schudde het hoofd, toen
hij vernam dat er niets was gestolen, en vroeg ook
mij te spreken.
Tante Degenberg hielp mij met aankleeden. In
de kamer van de nicht waren ai te huisgenooten
bijeen; nu traden wij hier ook binnen."
„Doe maar geen moeite zeide de nicht juist
tot den politiecommissaris, „ge krijgt hem toch
diet."
„Wel zoo? Wacht dat maar af! Verdenkt gij
de lagere school. En andere mannen, b.v. ook
Ds. Kersten, zijn er niet erg gerust op, of de
christelijkheid van vele bijzondere scholen wel
de ware is. In getal is er vooruitgang, maar
ook in gehalte?
De bijzondere school is ook niet nationaal,
zooals zij voorgeeft, maar sectarisch. Zij kan
en wil slechts een deel van de natie omvatten.
Alleen de openbare school is de waarlijk
nationale.
Spr. eindigde hiermee. Met groote aandacht
hadden allen zijn kernachtige rede (die om des
tijds wille niet volledig zijn kon) aangehoord
en een geestdriftig applaus was zijn belooning.
Daarna kregen we het kindertooneelspelletje
„De kleermaker en de kabouters, opgevoerd
door kinderen van de openbare school uit
Sommelsdijk. Het vertelt ons de geschiedenis
van den armen kleermaker Hans met het
vroolijk humeur en de leege maag en den enor-
men trek in spekpannekoeken, en van Griet,
zijn bazige en nieuwsgierige vrouw. Als de
nood op het hoogst is, krijgt hij een bestelling:
een statiekleed voor den koning. Alaar binnen
3 dagen klaar of anders 100 stokslagen. Hans
moet wel aannemen, maar zit met de handen
in het haar. Dat vernemen de kabouters. Ze
zullen hem helpen, als niemand het te weten
komt. De elfjes in het bosch stemmen hiermee
in. Dat het naaien zoo vlug gaat, vindt Griet
wel wat verdacht en op echt vrouwelijke ma
nier beweegt ze Hans te vertellen, hoe dat
zoo komt, Zij wii de kabouters toch zoo graag
zien en 's nachts staat ze stilletjes op en komt
onverwacht binnen, waarbij ze een handvol
erwten strooit. Griet in haar schik! Maar Hans
is wanhopig.
Maar ten slotte komt het kleed toch klaar
en Hans krijgt de gehoopte belooning: aan
stelling tot hofkleermaker. Griet heeft berouw,
maar toch nemen de kabouters en elfjes
afscheid: nooit zuilen ze meer terugkomen.
Dit alles werd afgewisseld met liedjes en een
dans. Allen, van klein tot groot, vonden het
verbazend leuk: de kabouters in hun grappige
kostuums ,de elfjes met hun lieve koningin in
luchtige kleedij, de tooneeltjes tusschen Hans
en zijn vrouw.' Vooral Hans had het publiek
op zijn hand. Aan het applaus scheen geen
einde te komen.
De voorzitter besloot den avond met een
woord van opwekking, om het gesprokene als
propagandisten naar buiten uit te dragen en
dankte ten slotte allen, die tot het slagen van
dezen avond bijgedragen hadden: in de eerste
plaats dep Heer Rienks voor zijn boeiende uit
eenzetting, het publiek voor zijn aandacht en
de oudercommissie voor haar bemoeiingen. De
kinderen kregen een complimentje voor hun
rolvastheid en Hans een extra-pluim. Spr.
bracht speciaal dank aan die personen die het
tooneelstukje met de kinderen hadden inge
studeerd, want daar behoort wat toe.
Een aardige en leerzame avond was het.
P. P.
Vergadering van den Kaad der ge
meente Goedereede, op Vrijdag 28
Maart 1930, 's avonds 7 uur.
Voorzitter Burgemeester Charbon.
Allen leden tegenwoordig.
De voorzitter opent de vergadering en
verzoekt den secretaris de notulen der vorige
vergadering voor te lezen. Deze worden on
veranderd goedgekeurd.
Ingekomen stukken:
1. Proces-verbaal der kasopname van den
gemeente-ontvanger. In kas was 74,11
2. Missive van H.H. Ged. Staten, inhou
dende mededeeling, dat de bydrage voor deze
gemeente in de kosten van den Keurings;
dienst van Waren, kring Dordrecht voor het
jaar 1930 is bepaald op 193,10.
3. Schrijven van Th. M. J. v. d. Klundert,
te Melissant, in verband met een te openen
omnibusdienst Ouddorp-Middelharnis v.v.,
om een subsidie vau 200,- per jaar, welk
schrijven in handen van B. en W. wordt ge
steld om préadvies.
4. Wordt aangeboden het verslag van den
toestand der gemeente over 1929.
5. Adres van G. Tanis, correspondent der
arbeidsbemiddeling, inhoudende, dat bij als
zoodanig sedert 1917, dus ruim 12 jaren
zonder eenige belooning daarvoor te hebben
genoten in dienst der gemeente is werkzaam
geweest en dat hij gezien den tijd te beste
den aan inschrijving, afvoering en controle
op de uitkeering van werkeloozen, het hem
alleszins billijk voorkomt, dat de gemeente
daarvoor een zeker bedrag uittrekt, waarom
hij dan ook met gerustheid durft te ver
zoeken, aan hem ingaande 1 Januari 1930
daarvoor eene belooning toe te kennen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
aan adressant, ingaande 1 Januari 1930, een
belooning van j 50,— per jaar toe te ken
nen, waartoe éénparig wordt besloten.
6. Wordt éénparig vastgesteld het kohier
der Hondenbelasting voor het jaar 1930, met
55 honden 1ste klasse, alzoo met een bedrag
van 165,
7. Wordt éénparig goedgevonden het per
centage op de heffing van de plaatselijke
inkomstenbelasting voor het belastingjaar
1930/31 te bepalen op één.
8. Wordt ingevolge het bepaalde in art.
103, 4e lid der Lager Onderwijswet 1920,
vastgesteld het bedrag der gemeentelijke
vergoeding, bedoeld in art. 101, lste lid, met
eventueele vermindering overeenkomstig het
8ste lid van art, 101 voor de bijzondere
lagere school a/h Havenhoofd, alhier. Hier
uit blijkt, dat over de jaren 1925, 1926 en
1927 te veel is genoten 6,70.
9. Wordt overgegaan tot de uitloting eener
obligatie van de geldleening der dokterswo
ning. Uit de nog over zijnde nummers wordt
j getrokken No 8.
10. Wordt voorlezing gedaan van een adres
I van de Vereeniging tot bevordering van de
verkrijging van onroerend goed door land-
j arbeiders, gevestigd te Goedereede, inhouden-
I de verzoek om een voorschot, tot een bedrag
van 9575,— uit de gemeentekas voor de
betaiiDg (op 1 Mei 1930) van de door haar
aan te koopen 2.52.00 H.A. bouwland te
Goedereede in den polder Oud-Westerloo,
kadastraal bekend gemeente Goedereede,
Sectie B. No. 599, teneinde dit als los land
aan arbeiders in pacht te geven.
In verband hiermede wordt voorlezing ge
daan van een voordracht van B. en W. tot
het nemen van een gunstige beschikking
op het ingekomen verzoek en van een con
cept raadsbesluit, waarbij B. en W. worden
gemachtigd tot het aanvragen en aanvaar
den uit 's-Rijks kas van een bedrag van
9575.— onder. diverse bepaliDgen. Mede
wordt nog voorgelezen het besluit der Ver-
eenigiDg als bedoeld in art. 28 der Land-
arbeiderswet
Daarna wordt, nadat de Heer Lokker vroeg
of de gemeente aansprakelijk was voor deze
gelden, met éénparige stemmen besloten het
door de Vereeniging benoodigde voorschot
iemand?"
„Wat beteekent verdenken?" mompelde zij. „Ik
zeg maar, en is niets gestolen, waarvoor dient dus
al die omhaal? Ik geloof, dat de dief eigenlijk geen
dief was, maar eenvoudig een nieuwsgierig menscii.
„Praat toch geen onzin!" viel mijn stiefvader
tegen haar uit.
„Wie van de dienstboden kwam het eerst toen
gij beldet?" vroeg de commissaris nu aan mij.
De keukenmeid en liet kamermeisje riepen tege
lijk: „Wij!"
„Wie is er nog meer in huis?"
„Hier, de knecht."
„Kwam de knecht ook dadelijk?"
„Neen, hij sliep en we konden hen) niet wakker
krijgen," zeide de keukenmeid. „Dat kwam van
die twee groote glazen bowl, die hij binnenhad.
De freule en de nicht hadden niets gedronken en
toen heeft die slokop alles maar door zijn keel
gegooid."
Frederik verklaardde, dat hij na het drinken van
dien wijn geheel bedwelmd was geweest en nauwe
lijks meer op de beenen had kunnenstaanook nu
was hij nog half versuft. Zoo'n Meibowf had "iets
eigenaardigds en hij was niet aan wijn gewoon,
voegde hij er verontschuldigend bij.
,,'t Was waarschijnlijk zware wijn?" hernam de
politiecommissaris.
„Neen volstrekt niet! Een flesch lichte Sect en
twee flesschen Moezelwijn," viel Wolmeijer lachend
in.
„En dan de droppels, mijnheer," merkte de
knecht aan, „die ik uit de slaapkamer moest
halen
„Wat voor droppels?" vroeg de beambte,
„De essence van sinaasappels," antwoordde
Wolmeijer als terloops, „Die doe ik altijd in den
Meibowl. Probeer dat ook eens, Braunberg, 't
smaakt uitstekend, zeg ik je."
„Hebt ge eenige verdenking op den knecht?"
vroeg de politiecommissaris aan de nicht, nadat de
dienstboden zich verwijderd hadden.
„Niet de minste! Hij is zoo eerlijk als goud!"
antwoordde deze schielijk.
„Herinnert gij u hoe die man er uitzag?" dus
wendde hij zich thans weer tot mij.
„Zoo ongeveer als mijnheer Wolmeijer, breed en
dik ineengedrongen, zooais men zegt."
Wolmeijer glimlachte. „Zeer vleiend!"
„Hoe was hij gekleed, freule?"
„Dat weet ik niet. In elk geval donker, ik kon
nauwelijks de omtrekken van zijn gestalte onder
scheiden."
De beambte vroeg niets meer. Hij bekeek nog
maals de vensters, opende en sloot deze en schudde
onophoudelijk het hoofd. „Van inklimmen is geen
sprake," zeide hij, de sterke ijzeren tralies mon
sterend; „iemand moet dus, eer de huisdeur is ge
sloten, zijn binnengedrongen en zich verborgen
hebben gehouden, of hij wachtte even en zag
de nicht aan „of 't is een huisdief geweest,
luffrouw Hemel, welke zaken van waarde bezit
gij?"
„Mijn spaarbankboekje, dat bovenop lag en is
blijven liggen. Verder een ouderwetsche broche,
een zilveren horloge en een paar zilveren lepels."
„Is dat alles nog voorhanden?"
„Ja."
„Is er soms iets in uw bezit, dat op zichzelf nietig
en van weinig belang, voor een zeker persoon van
groote waarde is?"
(Wordt vervolgd.)