II NATIE RIJS dio Producten nze Eilanden EERSTE BLAD STER-TABAK van afbetaling BETALING 8N PER MAAND ddelharnis GIMBORM'ê fljANOI E-WATERVERF ZATERDAG 22 MAART 1930 12e jaargang. - n°. 40 feuilleton. DOOR EENS ANDERS SCHULD. Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. fRheum&tiek Kloosterbalsem Het „blauw" bij aardappelen. xclusief antenne) nschte inlichtingen. hiurewi 'erkrijgbaar bij alle Boekhandelaren ste! en boekhandel. Prijs per kwartaal f 1»— Losse nummers 0,07® ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Week-revue. Binnenland. De Utrechtsche bakkers, overigens de meest vreedzame burgers der oude Bisschops stad, beoefenen knusjes de invoering van een soort dictatuur, niet alleen tegenover hun klanten, doch ook tegenover hun leveran ciers. Er is een brood-oorlog te Utrecht, omdat een zevental bakkers aldaar de broodprijzen aanmerkelijk hebben verlaagd, hetgeen de overige bakkers niet aangenaam vinden, on danks het feit dat de graan- en bloempryzen reeds vrij wel een half jaar voortdurend dalen, waaraan de graanhandel zulke zware verlie zen dankt en waaraan reed3 verschillende groote firma's in financieels moeilijkheden zijn gekomen. De Utrechtsche bakkers zi)n niet alleen gekant tegen de vrije concurrentie, doch schrikken b(j het nemen van maatregelen hiertegen zelfs vo# een zeer bedenkelijk terrorisme niet terug. De organisaties der Utrechtsche bakkers hebben namelijk aan Rotterdamsche graanhandelaren een lijst doen toekomen, waarin niets minder wordt verlangd, dan dat de opgegeven bakkers, welke hun broodprijs hebben verlaagd, van levering van grondstoffen worden uitgeslo ten. Geven de handelaren hieraan geen gevolg, dan zullen deze zelf door de bakkers worden uitgesloten. Op z(Jn zachtst uitgedrukt is een dergelijke actie toch wel van heel bedenkelijken aard. Nu we toch in den graanhandel verdwaald z(jn, nog iets over net besluit van het Neder- landsch Centraal Bureau, de groote inkoop organisatie der boeren, om geen Russisch graan meer te koopen, zulks om de stuitende wjjze, waarop de sovjet zich dit graan ver schaffen en omdat genoemde organisatie de sovjet niet aan inkomsten wil helpen, welke de Russische boeren ten goede behoorden te komen, doch die worden aangewend om in andere landen van Europa onrust te ver wekken Het directe gevolg van dezen maatregel is geweest, dat Moskou een 30.000 ton graan, waarvan 14000 ton stoomende naar Rotter dam en Amsterdam, naar Engelsche havens zal dirigeeren, teneinde dit graan aldaar te verkoopen. Den Haag vervult opnieuw de rol van charmante gastheer en wel voor de eerste Volkenbondsconferentie voor de codificatie van het volkenrecht, onder voorzitterschap van Mr. Th. Heemskerk en waaraan door een 40 staten, al of niet lid van den Volken bond, wordt deelgenomen. Deze conferentie, welke een week of zes zal duren, stelt zich ten doel een betere samenwerking tusschen de naties op rechtsgebied te bevorderen, zoo dat het in de eerste plaats een waar kolfje is voor juristen. Buitenland. Nauwelijks zes weken te Parijs vertoevend, uitrustend van z(jn zware taak, is Primo de Rivera in zijn hotelkamer te Parijs tenge volge van een aderverstopping overleden. De w. HEIMBURG. VERTALING VAN HERMINE. (Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.) 63) Maar ik ben dien avond niet het huis uitge komen, want mijn vriend wachtte niet op mij hij zat bij een andere. Mijn vriend die mij eenuwig troiiw had gezworen, zat naast Johanna en noem de tiaar de zijne en „mijnliefste," zooals hij mij ook had genoemd.!' „Nicht!" riep ik verontwaardigd. Was 't Wol- meijer dan •"'a,hfiinvt1iSeili 'k .v'008 niet naar hen toe en rukte hen van elkander O neen, ik viel op den en.Wat ik eerst b«dach' «n ba- sloot, dat weet ik niet meer. Misschien heb ik mij voorgenomen tot Johanna te zeggen„Je aanstaan de iseen eerlooze, een schurk hii heeft iou en mij bedrogen!'; Maar ik deed dit niet Duidelijk maar al te duidelijk klonk mij haar vroolijk ge babbel in de oqren: zij had een gevoel zeiJe ff. alsof iemand haar de geheele wereld présent had gegeven en dadelijk toen zij hem gezien had had |e ook van hem gehouden, en hoe dwaas was hü toch geweest om bang te zijn voor haar geld- ze was zoo blij, dat zij 't had en nu zouden z| vlijtig en overleggend huishouden, want juist "jjn gezondheidstoestand van den overleden dicta tor was reeds voor zijn gedwongen heengaan zeer ernstig ondermijnd, doch dit plotseling ovc-riyden was zelfs voor zyn naaste omge ving geheel en al onverwacht. Het stoffeiyk overschot is te Parjjs gebalsemd en naar Spanje vervoerd, alwaar het met de hoogste militaire eer in zjjn geboorteplaats Jerez zal worden bijgezet. Onverwacht was destjjds zjjn vertrek uit Spaüje, waar generaal Bernguer den achter gelaten politieken warwinkel haastig over nam, omdat de tegen hem gevoerde oppositie steeds grooteren omvang aannam. Voor de onmiskenbaar wankele monarchie beteekent dit plotseling verscheiden van Primo de Ri vera absoluut niets. Hjj had afgedaan als dictator, zjjn werk was in de oogen van het Spaansche volk voor eeD niet gering deel veroordeeld, een terugkeer was alleen om deze redenen geheel onmogelijk. Hoe men overigens ook over de dictatuur mag denken, hoe talrijk de gemaakte fouten van dezen merkwaardigen man ook zijn ge weest, in menig opzicht beeft hjj zijn vader land groote diensten bewezen. Op 30-jarigen leeftijd was hij reeds generaal, de jongste in Spanje, machtige kruiwagens waren aan deze snelle promotie niet geheel vreemd, integen deel, doch pas in 1923 treedt hij meer voor het internationale podium, toen hij het initia tief nam tot een militaire Puijsch, zulks met goedkeuring van z(jn vorst, hetgeen de in stelling der dictatuur tot gevolg had. H(j schiep orde in den chaos, trad vooral in het begin zijner dictatuur zeer krachtig op tegen corruptie, een welig groeiend kwaad, doch kreeg het voornamelijk met de gemuilr korfde intellectueelen te kwaad. In zyn fami liewapen komt een pauw voor en de dagen voor zyn heengaan zag men overal spotpren ten, waarop Primo de Rivera als een pauw werd afgebeeld, terwijl generaal Bernguer en koning Alfonso hem voortdurend de pen nen uittrokken. Een bekend gezegde van den ontslapen dictator is: Een harde knuppel, een schriele beurs en hard werken zijn de drie voorwaar den voor alle Spanjaarden om gelukkig te worden. Met dit gezegde zullen vele Spanjaarden het niet eens zyn, men heeft daar niet alleen, evenals elders, een hekel aan een schriele beurs, doch wat veel erger is, de reputatie van lichtelijk aan de luie kant tezijn,zoodat men daar ondanks schriele beurzen,nog altyd ver van gelukkig is. In Rusland houdt Staline er eigenlijk de zelfde denkbeelden op na als wijlen Primo de Rivera. Ook hier wordt het met een harden knuppel geprobeerd, een heelen harden, ter wijl men er niet eens meer een beurs op kan nahouden in den Russischen heilstaat. Dat is een overbodig artikel voor de groote massa in Rusland, de heeren te Moskou knappen deze bezigheid wel op en trachten eveneens door opvoering der productie in Rusland het geluk te brengen. De vaste lijn is tot heden vrijwel zoek ge weest, de machthebbers in Moskou dansen als een harlekijn van het een op bet ander en hebben groote ervaring in het maken van de meest kromme sprongen. De onmenschelyke vervolgingen tegen den godsdienst, hun poging de boeren met ge weld uit te roeien en te brengen onder het juk van Moskou, waartegen allerwegen een verontwaardigd protest is opgegaan, behoort gelukkig voor tijdelijk tot het verleden. In de eerste plaats kwam hiertegen steeds meer verzet, de zaaivoorziening kwam in ge vaar en daarom bakt Moskou tijdelijk zoete broodjes, verschuilen de heeren zich achter een nieuw masker van humaniteit. In hun heldhaftigheid geeft Moskou de schuld aan de ambtenaren, belast met de uitvoering der landbouwpolitiek der regeering. Deze ambtenaren, aldus de opperste eco nomische raad, z(jn in alle opzichten volledig te kort geschoten, gevolg van onvoldoende bekwaamheid, een erg bedenkelijk verschijn sel als dit zoo algemeen voorkomt, doch dat de arme drommels er niet voor zal behoeden voor het Russische opperste gerechtshof te verschijnen, voor zoover daarvoor termen worden gevonden. Er moeten schuldigen z(jn en daarom is het gemakkelijker een paar van deze onnoozele drommels een zware straf op te leggen. Gemaakte fouten zullen worden hersteld, in vele gevallen zal zulks natuurlijk geheel onmogelijk zijn, de religieuse gevoelens der boeren zal niet langer worden gekrenkt, dit laatste was volgens de vrienden van Moskou beelemaal niet waar en gruwelijk en doelbe wust overdreven, en er zal alleen dan tot sluiting van een kerk worden overgegaan, indien de meerderheid der gemeente zulks wenscht. Gesloten markten zullen worden heropend en de boeren hebben weer het recht daar hun producten te verkoopen. Of dit allemaal zoo zal worden uitgevoerd, mag wel worden betwijfeld en hier en daar zal nog wel de noodige dwang worden opgelegd. In ieder geval preekt de Russische vos de passie, hij kwam wat al te erg in de knoei, doch in den a. s. herfst, de sovjet bladen kondigen het aan, zal de oude politiek tegen de boeren op dezelfde wjjze worden hervat. (Adv.) In Polen, Ruslands buurman, is het vijfde kabinet Bartel na een levensduur van bijna 3 maanden geduikeld over een motie van wantrouwen, gericht tegen minister Prystor, wiens ziekenfondspolitiek vooral by de sociaal-democraten verzet ontketende. De regeering verklaarde zich solidair met Prys tor, hetgeen het kabinet noodlottig werd. Naar alle waarschynlykheid zal Bartel tydeiyk de politiek vaarwel zeggen, d.w.z. als premier, hetgeen evenwel nog geenszins wil zeggen, dat we binnen korten tyd weer niet eens een kabinet Bartel aldaar zullen zien verschijnen. Bartel is een bekwaam hoogleeraar in de wiskunde en zal zich voor- loopig met wiskundige formules onledig houden. Vanuit Engeland doken eenige geruchten op over moeiiykhedender Labour-regeering, zulks als een gevolg 'van het verzet der conservatieven tegen de my nwetten, waarby de liberalen tot op zekere hoogte met de conservatieven een lyn trokken. Deze week nauwgezetheid en beschroomdheid hadden haar zoo aangetrokken en och, ik weet niet meer wat ze al praatte in haar jong geluk. Ze was juist acht tien geworden, moet de denken. En juist zooals hij met mij gedaan heeft, deed hij met haar: hij sloeg den arm om haar heen en drukte haar tegen zich aan en zeide dat zij het dierbaarste was wat hij bezat." De oude vrouw zweeg, 't Was doodstil in de kamer. Ik had onwillekeurig de handen tot vuisten gebald.^Die afschuwelijke man! •i'Pn\ he™am ziJ na een poosje, „wat ik zeggen wilde Annelise, 't is Johanna al net gegaan als mij, toen zij tot inzicht kwam, wie en wat hij eigen lijk was zij zweeg. Men klaagt een man niet aan, naast wien men zoo gezeten, van wien men zooveel gehouden heeft, dat kan men niet, Annelise. Men leert hem verachten, men leert hem haten en dat is vreesehjk maar den moed on hem prijs te geven, die ontbreekt ons; 't is alsof duizenden handen ons daarvan terughouden. Ik heb 't Johan- na niet kunnen vertellen, heb Wolmeijer nooit een verwijtend woord toegevoegd, en toen hij later zijn vrouw, zijn zwager, zijn schoonzuster in het on geluk stortte en ik, alles vergetend, de misdaad aan het licht wilde brengen, hield Johanna mij de handen gebonden. „Heb medelijden," smeekte zij mij, „als hij in de gevangenis komt, maak ik een eind aan mijn leven." - Zij zweeg plotseling en wendde het hoofd af. Ook ik zweeg geruimen tijd. Die oude, stille vrouw kwam mij op eens in een ander licht voor. Hoe had zij moeten lijden, eerst door het verlies van haar vriend, toen door hem zoo te moeten verachten niettemin altijd om en bij hem, alles mede aanzien de, zijn jong huwelijksgeluk, zijn val, zijn zedelijk valt de beslissende stemming, doch de libe ralen zullen zich hierbjj of van stemming onthouden, of zij zullen de regeering een handje helpen, zoodat alle crisisgeruchten hier volkomen ongegrond zijn. Wat de crisisgeruchten der vlootconferen- tie betreft, deze zijn helaas maar al te ge grond. De patiënte is heel ernstig ziek, de politieke doktoren kunnen het nog altijd niet eens worden over de middelen tot ge nezing en het ziet er vrijwel hopeloos uit. Het z(jn voornamelijk de Fransche en Ita- liaansehe tegenstellingen welke hier door slaggevend zijn en die een onoverkomelijke hinderpaal opleveren. De Brusselsche bladen zijn hevig veront waardigd over den inhoud van een te Parijs verschenen boek, waarin de advocaat Louet o.a. schrijft, dat de openbare meening in Frankrijk begint in te zien wat er achter het woord België schuilt: twee volken, twee rassen, twee landen. De Vlamingen zjjn tenslotte slechts Hollanders en de Walen authentieke Franschen. La Loi, het orgaan der het geloof en de hoop van Louet zullen deelen. Wij moeten schrijft genoemd blad de oogen gevestigd houden op den strijd, die wordt gevoerd tusschen twee zoo met elkaar tegenstrijdige volken als Walen en Vlamingen. De Franschen kunnen niet on verschillig blijven voor het roepen van hun Waalsche rasgenooten. Dergelijk geschrijf klinkt voor Belgische ooren niet prettig en de Indépendance Beige lucht haar verontwaardiging hierover door op te merken, dat de taalkwestie in België een nationaal vraagstuk is, dat de belgen zelf wel zullen oplossen. Inderdaad volkomen juist, doch het is niet alleen de taalkwestie alleen, welke hierin een rol speelt en die de Walen en Vlamingen zoo scherp tegen over elkaar opzet. INGEZONDEN MEDEDEELING. De ware oorzaak van die ellendige pijnen, die ongeschikt maken voor eiken arbeid, is nog weinig bekend. Maar de ervaring heeft geleerd, dot masseeren met Akker's Kloosterbalsem in staat is, de pijn aanmer kelijk te verzachten. Gi) behoeft niet oud te worden, voordat ge oud zijt! „Geen goud zoo goed" Als een Duitscber dit artikel zou schry ven, zou hy waarschijnlyk achter den titel zetten „und kein Ende", hetgeen in het Neder- landsch beteekent i „en geen einde". Er is ia de laatste jaren zeer veel gepu bliceerd over deze ernstige, steeds meer op tredende kwaal by de aardappelen en toch verderf, zijn schijnheiligheid! Was 't mogelijk dit alles te verdragen, zonder geestelijk en lichamelijk ziek te worden? Welk een geestkracht, welk een zielenadel woonden er in die eenvoudige vrouw! Nooit had ik haar anders gezien dan stil en ijverig haar plciht doende; altijd had zij slechts voor an deren geleefd. Ik schoof mijn stoel wat dichter bij den haren en streelde haar de gerimpelde wangen. Zij wisch- te zich de oogen af en zeide moeite doende om weer bedaard te spreken: „Ja, ja, Annelise, ge lacht misschien over die oude houten nicht. Maar neen, g ij niet! En nu ga ik naar de keuken en zal de lekkerste latuw voor je klaarmaken, die ge nog ooit hebt gegeten." Ik sloeg de armen om haar hals. „Nicht, gij zijt het liefste, het beste mensch varPde wereld, en als ik tot nu toe met Wolmeijer gedweept had zou ik hem, na wat ge mij nu hebt verteld, gloeiend haten. Maar nu ge mij zóóveel gezegd hebt, nicht, moet ik toch nog iets weten bestaat dat bewijs nog, dat, meen ik, wat mevrouw Johanna indertijd heeft gevonden?" „Ja, en ook een brief van Johanna, waarin zij bekent, hoe 't zich met het vermogen van Robert Nordman heeft toegedragen. Maar zij wilde, dat daarvan slechts in den uitersten nood gebruik zou worden gemaakt; alleen dan, als hij mocht wei geren Robert schadeloos te stellen. Maar vraag mij nu niets meer, Anneliseke." „Weet hij dat?" vroeg ik niettemin. ,.Hij vermoedt 't waarschijnlijk." „Nicht, gij zijt een best, braaf mensch, maar in één opzicht hebt ge toch verkeerd gehandeld: toen gij merktet dat hij mama tot vrouw wilde hebben, hadt gij dat moeten verhinderen." Zij glimlachte weemoedig. „Zoo waar ik mevrouw en Robert en u ook lief heb, Annelise! zóó on beschaamd had ik niet gedacht, dat hij ooit zou durven wezen! Eerst heel op het laatst heb ik 't gemerkt, en toen ging ik naar hem toe om hem eens geducht de waarheid te zeggen, maar toen was 't te laat, de zaak was al beklonken en stil ging ik weer naar zijn kamer terug. Geloof maar, 't is mij niet het lichtst gevallen, dat mee aan te zien!" Zij knikte mij ernstig toe, maar verliet daarop het vertrek. Ik hoorde haar in de gang nog met haar sleutelbos rammelen. De tijd, die nu voor mij aanbrak, was de treu rigste dien ik nog ooit had beleefd. Slechts ééne gedachte bezielde mij: wanneer zou de vergelding komen voor den man, onder wiens dak het noodlot mij geplaatst had, en die mij een ongekenden af schuw inboezemde. „Mij is de waker, ik zal 't ver gelden 1 spreekt de Heer," troostte de nicht mij; „wij mogen Wolmeijer niet aanklagen, Annelise." O, de wereld levert ontzettende martelingen op! Die maaltijden met Wolmeijer bijvoorbeeld! Alsof elk onschuldig woord een misdaad waar, dat met den dood werd gestraft, zóó zwegen wijniets dan het gerammel van messen en vorken en de alles behalve fatsoenlijke geluiden, die mijn stiefvader al etende maakte. Zijn eetlust was er niet op verminderd, hij zag er over het geheel veel beter uit en was ook weer meer in zijn humeur. Hij viel tegen Frederik uit, als de wijn niet naar zijn zin was afgekoeld, zond gerechten naar de keuken terug,, die hem niet smaakten, met een knorrige boodschap aan de INGEZONDEN MEDEDEELING. Een pijp, waaruit geenSter-"' tabak wordt gerookt, is ais een miskende kameraad. Uw vriend wilt ge het beste geven, doe ook zoo met Uw pijp, stop ze met En Uw pijpzal een vriend blijken te zijn, die weinig van U vraagt, maar U veel genot schenkt. trok dit verschynsel reeds 20jaren en langer geleden de aandacht. Thans echter heeft het de belangstelling van de geheele land- en tuinbouwwereld. Herhaaldeiyk komt het voor, dat geheele partijen aardappelen onverkoopbaar zyn, door het .blauw onder de schil", omdat de klanten er voor bedanken ze te koopen. Moge de smaak er nog niet steeds door ïyden, zoo kan men het den verbruiker toch niet kwaiyk nemen, dat hy in plaats van „blommigepie- pers"onoogiyk uitziende min of meer blauwe aardappelen niet op zijn tafel wenscht. Ook zyn vele gevallen bekend, waarby de aardappelkoopman gedwongen werd, zijn aardappels terug te nemen en dat hy dan weer tracht zijn schade op zijn leverancier aardappel-bouwer te verhalen, ligt voor de hand. Gelukkig is door het onderzoek van den Plantenziektenkundigen Dienet te Wagenin- gen, gevolgd door vele proeven van land bouwkundigen en landbouwers, gebleken, dat er een practisch middel bestaat, om het .blauw" op krachtige wy'ze te bestryden. Het is n.l. bij die proeven gebleken, dat het „blauw" by aardappelen in sterke mate samenhangt met onvoldoende kalibemesting, en het lag dus voor de hand, dat, toen zulks eenmaal bekend was, tal van proeven ge nomen werden, om de beteekenis van kali- bemeeting ter beetryding van het „blauw" nicht, en beval mij met hem te gaan wandelen. Ik moest mede bij mama's graf staan en den leelijken marmeren engel bewonderen, dien hij tegen mijn zin daarop had laten zetten. Elk mensch staat met een vroom gevoel aan het graf van zijn moe der; in het bijzijn van mijn stiefvader veranderde dit in een soort van woeste smart, in een smachtend verlangen om mij te wreken, en dan kwam ik uit geput en diep rampzalig thuis. Zooveel mogelijk trachtte ik mij in mijn eigen kamer te verschansen, maar ook dit alleenzijn werd mij vergald. Begon ik piano te spelen, ter stond kwam Frederik met het verzoek om uit te scheiden; mijnheer Wolmeijer kon geen muziek verdragen. Ik wilde lezen; maar wat? Papa's bibli otheek kende ik even goed in- als uitwendig, de oude gehavende romans uit de leesinrichting te Westenberg konden mij niet bekoren, de boeken schat van freule Degenberg bevatte ook niets nieuws meer voor mij; hij bestond uit. „De be- tooverde roos" van-Schulze, „Urania" van Tiedge, eenige werken van jean Paul, „De buren" van Grederika Bremer, én natuurlijk den completen Schiller en Goethe. Gaarne had ik aan papa's boek handelaar te Berlijn geschreven mij het een en ander te sturen, maar ik had geen cent geld. De kennissen bezochten mij van tijd tot tijd. Frederik liet deze dan in mama's salon en ik zat met haar op de sofa; maar al de herinneringen, die de kamers en het gezicht van de door mama ge bruikte meubeis bij mij opwekten, verhinderden mij bij die gelegenheden vriendelijk en voorkomend te zijn. Ze bleven dan ook nooit lang, noch Cato van Tollen en hare vriendinnen, noch de oudere dames. „Kom toch ook eens bij ons," zeiden zij. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1