ABDUSimP GRIEP en INFLUENZA MBBMsmmpmmm WOENSDAG 19 MAART 1930 DOOR EENS ANDERS SCHULD. Prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,07° ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f l,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 12E JAARGANG. - N°. 39 Oorlogswee. x. Wanneer we de boeken opslaan, die de ge schiedenis der menschheid beschry ven, valt het ons op, hoe op haast iedere bladzijde sprake is van strijd en oorlog, van krijgs- smart en oorlogswee. Ja, valt het ons nog wol op?Weztjnzoo aan den inhoud van onze geschiedenisleerboe ken gewend, dat het oorlogsgerucht zoo ver trouwd in onze ooren klinkt. We weten eigen lijk niet anders. Geschiedenis leeren is oorlo gen leeren. Al is dit op zichzelf niet zoo onjuist, toch leven we in een tijd dat het vredesidealisme meer dan ooit de harten der menschen heeft bevangen. Tegenwoordig zijn er zelfs velen voor wie het ideaal van „vrede en geen oor log" dat als een heldere vlam in de donker heid der tijden schijnt, niet zoo heel ver meer af is. Niet alleen schreeuwen harde, ruwe menschen de ontwapeningsleuze uit, maar ook roepen fijn besnaarde zielen, die schreien over al de oorlogsellende, om den wereld vrede. Vrede is immers wel iets waarnaar vele grage handen zich uitstrekken, maar het won derlijke is altyd weer dat diezelfde handen de zoozeer begeerden vrede zelve telkens ver storen. Vrede geeft immers een verhouding aan, waarin volken of personen tot elkander staan en dan een verhouding waarin alles harmenie is, waarin alles saamwerkt tot bereiking van één doel en geen strijd die samenwerking verbreekt. Hoe heerlijk is b.v. de vrede in een gezin. Als vader en moeder en kinderen in goede verstandhouding met elkaar leven en er geen ruzie en twist gemaakt wordt, heerscht in zoo'n gezin de vrede, ja daar bloeit de vrede als een zacht-geurende bloem. En hoe ellendig is er een gezin aan toe, waarin ouders en kinderen en kinderen onder ling het niet goed met elkaar kunnen vinden en ruzie maken by elke gelegenheid, die zich maar voordoet, waarin twist en tweedracht den heerlijken vrede onttronen en de haat op den troon verheffen, de haat, bloed-rood. Maar met den haat is ook de ellende en het verdriet binnengehaald. Er is oorlogswee. Daarom zijn ook de predikers van den haat, de predikers van de ellende. Maar nog zegenrijker is de vrede tusschen volkeren. Als tusschen hen do gerezen ge schillen op vriendschappelijke, vreedzame manier kunnen worden opgelost, als er niet een zondige naijver, maar een voortdurende saamwerking gevonden wordt om elkanders belangen te behartigen, dan is daar de vrede als een engel en we hooren in de stilte het klapwieken der vleugelen. Velen z|jn er die, om den vrede te ver zekeren, de ontwapeningsleuze aanheffen, schreven we zoojuist. Nu willen we het over de ontwapening niet hebben, maar we zéggen tot elkaar: de menschen die zoo graag den vrede tusschen de volkeren zien heerschen, zullen toch zeker in hun persoonlijk leven en in de verhouding van de verschillende volks groepen tot elkander, vrede willen. En dan is dit het onverklaarbare, dat die zelfden, die den wereldvrede door ontwape ning tot werkelijkheid willen maken, in hun eigen land predikers zijn van den haat. Wanneer het geroep om den vrede voort kwam uit liefde tot den naaste, dan zeker •FEUILLETON. W. HEIMBURG. VERTALING VAN HERMINE. {Geautoriseerde uitgave van D. Botte.) zouden de haat-strooiers spoedig uitgeroeid zja. Alleen hij die in zijn eigen leven, in het maatschappelijk leven, in het staatkundige leven van zijn volk den vollen vrede tot ideaal gesteld heeft, heeft ook het recht om voor den vrede tusschen de volkeren, te jjveren. En als zij, die nooit persooniyk een oorlog hebben meegemaakt al een afschuw er van hebben, hoeveel te meer dan degenen, die de verschrikking van den oorlog persooniyk hebben ondergaan. Want wat oorlog is kan hij eigeniyk alleen zeggen, die in den oorlog Een poosje geleden is in Duitschland een boek verschenen, getiteld: lm Westen nicbts Neues{Aan't Westeljk front geen nieuws) ge schreven door Erich Maria Remarque, iemand die zelf aan 't Westeiyk front in het Duitsche leger gestreden heeft. Remarque vertelt van de oorlogsverschrik king en de heele wereld luistert met inge spannen aandacht. In haast alle talen wordt of is dit boek vertaald. Alleen in 't Duitsch zyn op 't oogen- blik een half millioen exemplaren verschenen. Duizenden, honderdduizenden lezen het. Ge ziet het boek overal. In alle landen dringt het door, in alle steden der wereld ligt het in de etalages der boekwinkels; het wordt gelezen in trams en treinen, op booten en misschien wel in vliegmachines en overal houdt het zyn zegetocht; jade wereld luistert naar de stem van Remarque. In enkele artikelen wil ik dit modelboek bespreken, het boek van het „oorlogswee." Remarque's stem is soms fluisterend en stil, dan luid en haitstochteiyk, soms snik kend en weenend, dan heesch en schor, doch nergens gezwollen, onecht. Dit boek heeft niet een bioscoopachtigen inventaris. Het is een sober boek. Dit is 't geheim van zijn kracht. „Deze straffe sober heid, die aan elk der woorden 't accent van volstrekte oprechtheid en ernst geeft, is het resultaat van de tucht, die Remanque zich zelf oplegde door 10 jaar te zwygen." (Just Havelaur in „De Stem" van Juni 1929). En wat is nu het doel van dit boek?De schryver zegt heti „Dieses Buch soil weder eine Anklage noch ein Bekenntnis sein, Es soil nur den Versuch machten über eine Generation zu berichten, die vom kriege ge stort wurde, auch wenn sie seinen Gra naten entkwam. (Dit boek wil nóch een aan klacht, nóch een bekentenis zijn. Het wil slechts een poging wagen over een generatie in te lichten, die door den oorlog verwoest werd, ook wanneer zy aan zyn granaten ontkwam. De oorlog wordt hier beschreven in al zyn angstige verschrikkingen. (Wordt vervolgd.) De voorzitter hield een korte toespraak tot het van zqn langdurige ziekte herstelde raadslid W. Mastenbroek en drukte den wensch uit hem nog vele jaren als raadslid te mogen ontmoeten. Door den secretaris werden de notulen van de vorige vergadering voorgelezen, die onveranderd werden goedgekeurd. Een verzoek om subsidie van Oude Tonge ter bevordering van het landbouwonderwys. De raad stond 50 toe. Van den raad van Middelharnis kwam het verzoek om 3 maal 20 te betalen voor 3 leerlingen van Ouddorp aan de Ulo-school te Middelharnis. Toegestaan. Electriciteit. De gemeente Dordrecht wil genoegzame zekerheid, dat de contracten zullen nagekomen worden. Genoemde ge meente heeft een contract gesloten met de E. M. G. O. tot levering van stroom en deze vereeniging heeft weer contracten gesloten met de verschillende gemeenten. Er moeten groote kosten gemaakt worden met het leggen van een kabel in het Haring vliet. De gemeente heeft indertyd besloten 42 aandeelen elk van 1000 te nemen voor de electriciteitsvoorziening van West-Flak- kee. De voorzitter betoogde, dat men zich niet voor altyd verbond aan de E.M. G. O. Mejuffr. A. Joppe, onderwijzeres "aan de O. L. School is sedert November ziek. Tot tydelyk onderwijzeres is in haar plaats be noemd mejuff. KI. Sperling. Mejuff. Joppe heeft getracht, haar functie weer op zich te nemen, maar het ging nog niet, zoodat de voorzitter haar aanried weer naar huis terug te keeren. De verzekering der kasgelden der gemeente tegen inbraak moet jaarlyks 9,75 kosten. Op voorstel van den burgemeester zal een leening worden gesloten van 4500 a 5 'sjaars met een jaariyksche aflossing van f 500. De leening wordt in Ouddorp geplaatst. Door het dempen der brandsloot en de verbreeding van den weg moest een stukje grond van P. Mierop onteigend worden. De kosten bedroegen 25. T. Tanis meende, dat de weg aan den polder behoorde en dat deze dus moest be talen. Een verzoek van J. de Later van Stellen dam om te Ouddorp een radio-centrale te mogen oprichten. Een gelijk verzoek kwam in van P. van Splunder te Ouddorp. De voorzitter meende, dat bij hapering van de leiding het niet aan ging zich eerst naar Stellendam te moeten wenden en dat het dus het best zou zijn Van Splunder te nemen. De raad vond dat goed. C. Bosland vroeg, hoe het nu by brand zal gaan, als de brandslooten gedempt zyn en of het dan niet het beste zou z|jn, nor- tonpompen te slaan. De voorzitter deelde mede, dat dit vraag stuk zeer de aandacht van B. en W. had Verslag van de Raadsvergadering der gemeente OUDDORP op Vrij dag 14 Maart 1930. Voorzitter Burgemeester Gobius du Sart. Aanwezig 10 leden. Afwezig C. Breen met kennisgeving. De vergadering werd geopend met het voorlezen van een gebedsformule 62) „Och, ze wist alles, Anneliseke, en dit was ook zoo goed als de oorzaak van haar dood. Zie, toen indertijd dat bevel tot gevangenneming en het signalement van Nordrnan werd uitgevaardigd 't is hard om daarover te spreken kind; Wolmeijer had zelf bij het gerecht aangegeven, dat de voort vluchtige het vermogen van zijn zoon had gestolen toen is zijn vrouw zoo goed als krankzinnig ge weest, want en de nicht liet haar stem tot een zacht gefluister dalen „want Wolmeijer zelf was de dief, Annelise! Uit Johanna's kast heeft hij die ellendige effecten weggenomen, midden in den nacht, (pen hij meende dat zij sliep. In de woon kamer naast, daar stond die groote eikenhouten kast en zij is wakker geworden en zacht op gestaan en heeft gezien wat hij daar uitvoerde. Nog dienzelfdén nacht is zij doodziek geworden en toen zij na een veertien dagen weer tot bezinning kwam, was het ongeluk geschied en had 't in alle couranten gestaan." „En zijn vrouw ziin arme vrouw?" vroeg ik stamelend. „Wat zij tegen hém gezegd heeft, weet ik niet; tegenover mij zweeg zij. Eerst later heb ik het een en ander vernomen, maar van dien tijd at is zij nooit meer de oude geweest en het kind, onzen Robert, had zij bijna afgodisch lief, alsof zij aan hem alles moest goedmaken, wat er tegen zijn ouders misdreven was." „Och, Annelise, die heele zaak was door Wol meijer met zooveel overleg behandeld, dat dit eerst bekend werd toen de arme man al hoog en droog in Amerika zat en zich niet meer verdedigen kon." ,,'t Is ontzettend, nicht! En dat andere, dat vreeselijke, dat met dat bankroet wist uwe zus ter dat ook?" „Ja, door een toeval kwam zij ook achter die schuld van haar man. Och, freule Annelise, wij, vrouwen, hebben van dien dag af al heel wat onder vonden! Ik dacht dat mijn goede Johanna onder mijn handen dood bleef, toen zij bij het opruimen van haar oude schrijftafel dat ding vond. 't Was toen wij uit den molen hierheen zouden gaan. Wol meijer had zelf zijn papieren in een lessenaar ge borgen, dien hij expres voor dat doel had gekocht hij was altijd zoo bang voor zijn brieven en boe- en Johanna wel het allerminst mocht met hand of vinger' aan zijn paperassen raken. Daar komt zij eens met knikkende knieën en doodsbleek bij mij op mijn kamertje, ge weet wel, dat vlier,ngkamertje met dien lindeboom voor het venster. Ik zat wat uit te-rusten, want ik was druk aan het oppakken geweest. „Doortjei Door- tje!" hijgde zij, „waarmee heb ik verdiend dat ik zóó gestraft moet worden? Is 't nog niet genoeg, dat hij het kind besteelt en den vader voor den dief uitmaakt? Na dit ook nogi Nooit van mijn leven kan ik meer vroolijk worden, want verbeeld je eens, Doortje, elk stuk brood, dat wij eten, is za«i ge/trZ Wybert-tabletten on der liet oefenen ter bescherming van de keel, vóór het op treden ter zuivering van de stem. getrokken en de raad er spoedig wel meer van zou hooren. M. Bosland wenscht te spreken over de oude plankenschutting by den mooi aange- legden nieuwen weg en of men den eigenaar niet kon dwingen, daar verandering in te brengen. De voorzitter had er met den eigenaar over gesproken, maar deze wilde slechts de helft der onkosten vergoeden, de andere helft zon voor rekening van de gemeente z|jn. De voorzitter zeide, daarop niet te kunnen ingaan en ook de raad was van hetzelfde gevoelen. J. Westhoeve vroeg of het niet noodig was op den gevaarlijken hoek bj' het voor malige postkantoor een spiegel te plaatsen In Goederoede werkte het zeer goed. De voorzitter vond dit een pracht idee en verklaarde gelukkig aan dat verzoek te kun nen voldoen. INGEZONDEN MEDEDEELING. zijn een gevolg van besmetting langs de ademhalingsorganen. Tast de kwaal in haar oorzaak aan. De planten-extracten in Abdijsiroop zuiveren Uw borst van de slijm met ziektekiemen en zullen den hoest verdrijven, 't Aangewezen middel bij Griep, ÏS bronchitis, Kink- hoest en Asthma. Voorde Borst Flacons:f 1.50, f2.75, f4.50 Iets NieuwsVoor onderweg Het is gelukt Abdijsiroop te „stollen" met behoud van alle genezende bestanddeelen tot Terslag van de vergadering van den Raad der Gemeente Nieuwe Tonge op Vrijdag 14 Maart des nam. twee unr. Voorzitter Burgemeester Sterk. Alle leden tegenwoordig. De Voorzitter opende de vergadering met gebed, waarna de notulen der laatste ver gadering werden gelezen. Van Nieuwenhuljzen merkte op dat door den Raad z.i z. niet is besloten dat aan den eigenlijk gestolen goed." Ge kunt begrijpen, freule Annelise, dat mijn hart, toen ik dit ailes hoorde, bijna ophield met kloppen. Wat het arme mensch heeft geleden en gestreden in de jaren, die daarop volgden, is niet te beschrijven. Eerst heeft ze haar uiterste best gedaan om hem te overtuigen zijn misdaad te bekennenze heeft voor hem op de knieën gelegen en hem gebeden en gesmeekt hij bleef alles ontkennen en dreigde haar in het krankzinnigenhuis te laten opsluiten, en toen dit niet hielp, heeft hij haar zelfs geslagen. Hij eischte dat ze hem het papier zou teruggeven, dat zij ge vonden en geheel verkeerd begrepen had, zooais hij beweerde. En wat ze van Robert's vermogen bazelde, dat raakte kant noch wal, zeide hij; toen had ze al de koorts gehad en was doodziek geweest. Maar ze gaf hem het papier niet weer en vertelde hem dat 't verbrand was. Ze droeg 't echter altoos in een zakje genaaid bij zich. In dien tijd heeft hij ook al de kisten en kasten heimelijk met een val- schen sleutel geopend en naar dien brief gezocht, maar hij vond niets. En haar ontbrak de moed om den man, wiens vrouw zij nu eenmaal was, den vader van haar gestorven kind, openlijk aan te klagen. Maar zij waren voor altijd gescheiden; nooit heeft ze weer een vriendelijk woord tot hem kunnen spreken. Zijn mooie praatjes, zijn deftige manieren, zijn aanzien hier in de stad konden haar niets schelen; ais hij met haar onder vier oogen was, durfde hij nauwelijks den mond opendoen wél heeft hij ondervonden wat verachting be- teekent!" De oude vrouw was op haar praatstoel gekomen. Zij zat nu bij mij aan het venster en al sprekende wond zij de linten van haar voorschoot in kleine rolletjes op en af, hoewel haar handen geweldig Burgemeester verlof is verleend tot uitwo ning. Voorzitter; Er is geen gelegenheid tot wonen in de gemeente, dus kan de raad een dergelyk besluit niet nemen. Nelisse zeide dat door voorzitter is be loofd uit te zullen zien naar een huis en vertrouwde dat dit ook door den voorzitter zal worden gedaan. Visbeen: Nieuwenhuyzen komt neer op het besluit, zooals het is geformuleerd en dat is niet juist. Voorzitter zeide dat het gesprokene daar over door hem ter kennis zal worden gebracht aan den Commissaris der Koningin. De gemeente begrooting dienst 'SO werd gewijzigd. Het Kohier der Hondenbelasting werd vastgesteld op f 173,-. De Voorzitter deelde mee den prys te heb ben opgevraagd van verkeersspiegels. Deze varieeren van f 40,— tot f 50,-. De proe ven zyn genomen doch waren zeer onbe vredigend voor den Molendyk, bij den gas- ketel zou een spiegel geplaatst kunnen wor den doch B. en W. zyn zeer bang dat deze vry spoedig aan scherven zal liggen en stelden dan mitsdien ook voor een waar schuwingsbord te plaatsen. Visbeen meende dat een bord niet veel helpen zal. Voorzitter: De gemeente heeft dan toch haar plicht gedaan. Van Nieuwenhuyzen zeide de proeven te hebben gevolgd om een spiegel te plaatsen waarin het beeld van den Molendijk kwam. Dit bleek onmogelyk. Van Alphen meende dat men het verkeer kan regelen door de maximum snelheid streng te handhaven en dat alleen zal veel bezwaren weg nemen. Van Nieuwenhuyzen meende dat zulks makkelijker gezegd is dan gedaan. Het is haast praktisch niet mogelijk om alleen de snelheid te bepalen, dan zou men twee agenten moeten hebben' Van der Kroon meende dat elk zedeiyk verplicht was voor zyn medemensch te zor gen. Besloten werd by dengasketeleenbordte plaatsen en voorts de zaak te laten zooals het is. Op verzoek werd aan den heer M. Hagens eervol ontslag verleend tegen 1 Mei a.s. Visbeen vroeg of de hoofdacte verplicht was en of het niet met een vrouweiyke kracht kon, daar de manneiyke zoo slecht te krygen zijn. Voorzitter zeide dat B. en W. geen voor keur geven aan de vrouwelijke krachten, omdat die er al twee zyn. Met ingang van 1 Mei werd aan den heer Staby eervol ontslag verleend als onderwijzer. Van Nieuwenhuyzen sprak woorden van dank en hulde voor hetgeen de heer Staby, een onderwyzer van den ouden stempel, in den tyd dat hij hier was, aan het onderwys heeft gedaan. Voorzitter: Ik ken het resultaat van zyn werken niet, anders had ik wel een enkel woord daaraan gewyd. Ik zou dan eerst het advies van het Hobfd der School moeten weten. Van Nieuwenhuijzen: De heer Staby had hart voor zqn werk en werkte de achter- aankomers in zijn eigen vryen tyd gratis by. Zyn klas is verreweg de beste der school. B. en W. stelden voor van 't Geloof tot beefden. „Nicht," zeide ik, ,,'t Is dus waar, dat hij deNord- mans door een valsch bankroet bedroog?" Zij knikte toestemmend. „Hij had wel een paar verliezen gehad, maar niet van beteekenis voor iemand zóó rijk als hijToen is Brankwitz gekomen en deze heeft hem misschien wel het eerst dien schandelijken voorslag gedaan korten goed, hij is bezweken." En heeft Nordman dit toen gemerkt en hem als bedrieger aangeklaagd?" vroeg ik. „Ja! En toen toen heeft hij dat vreeselijke gedaan toen heeft hij een valschen eed gezworen dat hij niets meer bezüt, dat hij alles had verloren. En uit wraak, begrijpt ge, uit wraak heeft hij Nord man voor dief uitgemaakt." Staroogend knikte zij mij toe. „En, nicht," ging ik voort met vragen, „toen gij en zijn vrouw al die slechtigheid hoorde, kon zij kondt g ij toen bij hem blijven? Kondt gij met hem aan tafel zitten, dezelfde lucht met hem in ademen? Als ik mevrouw Johanna was geweest dan zou ik nog dat zelfde uur „Dat zoudt ge niet gedaan hebben, als ge in haar plaats waart geweest," viel de oude vrouw mij kalm en vast in de rede, „want freule Annelise, ze had toch eens van haar man gehouden. Weet ge, wat 't voor een vrouw beteekent iemand lief te hebben? Dat beteekent alles verdragen, voor hem bidden, zichzelve ten offer brengen om den man voor smaad en schande te bewaren, aan wien men eens in den gelukkigsten tijd van zijn leven ge hecht is geweest." Zij zweeg een oogenblik en ging daarop, diep ademhalende, voort: „Levenslang zal ik niet ver geten, hoe zij in haar witte japon naast hem onder den lindeboom zat. Ik wist er niets van, dat zij 't samen eens waren geworden; zacht kwam ik op den drempel van de huisdeur, omdat ik dacht omdat Zij zweeg wederom. „Nicht," vroeg ik angstig. „Wat hebt ge?" „Niets 't is maar Niemand heb ik er nog ooit over gesproken, en u vertel ik 't nu maar alleen, omdat omdat ge niet zoudt denken „Nicht," hernam ik smeekend, „zwijg maar, als 't u te moeilijk valt. Ik weet wel dat ge hem ver acht." „Ja. Maar laat mij uitpraten, Annelise," ging zij voort, „misschien is 't goed voor mijn oude her sens, dat 't eens naar buiten komt. Ik zeide dan dat ik zacht aan de voordeur kwam, denkende dat mijn vriend mij wachtte. Ziet ge mij verwonderd aan? Ja, ja, Annelise, ik heb ook eens een minnaar gehad, op wiens trouw ik huizen zou gebouwd heb ben. Ik zag er nog knap uit, geloof ik, hoewei ik al zesentwintig was, maar ik was arm, zoo arm als een kerkmuis, en daarom, zeide hij, moesten wij maar stilletjes wachten, totdat hij een betere betrekking en wat meer salaris kreeg. Dat kon ik begrijpen en zoo was ik, arme wees, onuitsprekelijk gelukkig met mijn geheime liefde. Dien dag, waar van ik spreek, had ik 't geducht druk gehad, daar er veel pinksterbezoekers op den molen waren .ge weest, maar alles ging mij even vlug af, omdat ik wist dat de avond mij vergoeding zou brengen en ik hem dan zooals altijd aan den zoom van het bosch ontmoeten en zijn arm om mij heen voelen zou dien arm, die mij steunen en dtagen zou door het gansche leven Och, Annelise, gij weet 't al licht beter dan zoo'n arme oude ziel als ik 't beschrijven kan, wat liefde en hoop ons al kun nen voortooveren. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1