wwmmm WOENSDAG 5 MAART 1930 MIJNHARDTV DOOR EENS ANDERS SCHULD. Prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,07» ADVERTENTIËN van 1—6 regels 1,20 Elke regel meer f, 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f J,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 12E JAARGANG. - N°. 35 Laat ieder de gelegenheid hebben hiernaar te doen als het uit de pacht komt. Toen het kerkhof moest worden was hjj er tegen. Voorzitter zeide dat het geen begraafplaats meer mag worden. Men mag wel ontheffing vragen om naast een begraafplaats te bouwen doch een begraafplaats aanleggen naast een huis dat mag niet, 'tlijk gek maar 'tis zoo, de wet regelt een en ander afdoende. Struik: Er wringt iets in deze kwestie. Voorzitter: Als de pachtster er tegen is, dan is het afgeloopen. Voorzitter meende dat er njets tegen was, als de grond uit de pacht is, om een stukje af te staan. De andere heeren hebben dit ook b(j hun woning gekregen. Koese wilde dan dien tuin eerstafgraven en de oude begraafplaats daarmee ophoogen. Voorzitter zeide dat zulks slecht zou gaan, men maakt dan den tuin waardeloos en de begraafplaats kan men niet meer ophoogen, want dan worden de grafsteenen bedolven. SlisIk zou wel gaarne willen dat het polderbestuur verzocht wordt voor een betere uitwatering te zorgen. Het voorstel van B. en W. kwam in stem ming en werd aangenomen met 7 stemmen, tegen stemden Struik en Koote. De erfpacht werd bepaald op 10 cents per Vierkanten Meter. Daarna ging de vergadering over in ge sloten zitting ter bespreking van sollicitanten voor Hoofd der O. L. Jongensschool. Na heropening werd tot stemming over gegaan en werd met algemeene stemmen benoemd de heer J. Hekman, onderwijzer alhier. B. en W. stelden nog voor, den weg die loopt langs de nieuwgebouwde woning van tandarts Buijs een meter om te leggen. Alzoo werd besloten. B. en W. stelden voor een nieuwen brand put te maken nab(j het postkantoor en den oude aldaar te dempen. Koese vroeg wat het dempen wel niet zou kosten. Zou men die daar niet beter kunnen laten zitten? Struik stelde voor deze met vuilnis te dempen. Van der Meide: Waarom nu weer zoo krenterig. Jullie weten niet welke onaange naamheden de omwonenden daarvan hebben, 't Is een malaria-bron en wanneer men die met straatvuil wil gaan dempen, dan wordt de rommel nog grooter. 't Zou ook te lang duren, ik zag dien rommel liefst zoo spoedig mogelijk opgeruimd. B. en W. werden gemachtigd den nieuwen put te maken en prijs te laten opgeven voor de demping van den bestaanden put Slis bracht nog rapport uit over de rekening der Gasfabriek over 1928. Deze was door de commissie in orde bevonden en derhalve adviseerden zij tot goedkeuring over te gaan. Deze werd daarna met algemeene stem. men goedgekeurd. Slis merkte nog op dat zij met den direc teur nog een en ander hebben besproken. Zij gaven naar aanleiding daarvan de gas- commissie in overweging, den directeur met een dagelijksch bestuur alle inkoopen en verkoopen te laten, opdat de gemeenteniet zooals thans zonder cokes komt te zitten. Voorzitter zeide dat er thans voldoende maatregelen genomen zijn en art. 2 der gemeenschappelijke regeling stipt zal worden nageleefd. Hierna werd de vergadering gesloten. Vergadering van den Raad der ge meente GOEDEREEDE op Vrijdag 28 Februari 1930, des nam, 7 uur. Aanwezig alle leden. De Voorzitter, Burgemeester J. A. Char- bon, opent de vergadering, waarna de notulen worden voorgelezen en onveranderd vast gesteld. Met Dordrecht wordt een overeenkomst aangegaan inzake het afnemen van electri- citeit van de N.V. „E.M.G.O." met uitsluiting van anderen. Wordt gunstig beschikt op een verzoek van het Bestuur der Bijzondere Lagere School om een voorschot ingevolge art. 101 der Lager Onderwijswet voor het dienstjaar 1930, tot een bedrag van 494,59. De rekening van het Algemeen Armbe stuur over 1929 wordt nagezien door de Heeren Den Eerzamen en C. J. Lodder en in orde bevonden. Deze wordt onveranderd vastgesteld als volgt, ontvang 3039,82, uitgaaf 1232,70, batig slot 1807,12. Rondvraag: De heer Lokker vraagt of B. en W. al hebben opgenomen de kwestie omtrent het rioleeren van de sloot achter de schuren van A. van Asperen en J. Tanis, aan den Ach terweg. De Voorzitter zegt zulks is geschied, doch hij meent zulks niet ligt op den weg van het Gemeentebestuur. Daarna sluiting. Verslag der jaarvergadering van de veTeeniging Steun bjj Ziekenhuis- verpleging te Herkingen. De Voorzitter dhr. A. W. Keizer, opent te 7 uur met een woord van welkom deze tweede algemeene vergadering. Blijkens de presentielijst waren 47 leden tegenwoordig. Spr. memoreert in het kort den gang van zaken, waarna aan den Secr. de gelegenheid wordt gegeven de notulen der vorige ver gadering voor te lazen. Deze worden onver anderd goedgekeurd en geteekend. Ingekomen stukken. Ingekomen is een schrijven van het Algem. Armbest. dezer gemeente, inhoudende dat op het door de vereeniging ingediende ver zoek om een jaarlljksche bgdrage, afwijzend is beschikt, omreden de kas der vereeniging nog geen tekort aangeeft. Daarna brengt de secr. het jaarverslag uit. Hieruit blijkt dat het ledental sterk in aantal is toegenomen. Op 29 Juli 1929 telde de vereen. 150leden, welk aantal thans is gestegen tot ruim 400. In het afgeloopen tijdvak zijn geen leden ten laste der vereen, verpleegd, of door den dood aan de vereeniging ontrukt. Het verslag van den penningmeester geeft aan dat de inkom sten der vereeniging bedroegen: ƒ436,06, waarvan 432,56 aan contributie en ƒ12,50 aan vrije giften. De uitgaven bedroegen: 399,44J, waarvan 339.61 op de spaarbank is belegd. Kassaldo 36,61$. De rekening is afgesloten einde December 1929, zoodat het zuiver batig saldo iets hooger is. Met alge meene stemmen wordt besloten den bode een gratificatie toe te kennen groot 9,04, voor bijzondere werkzaamheden. Voorts wordt met algemeene stemmen besloten de contri butie op dezelfde hoogte te houden als het vorige jaar. Op voorstel van dhr. A. Munters wordt besloten het reglement zoodanig te wijzigen, dat het Bestuur machtiging wordt verleend, om, ingeval bedragen moeten wor- (Adv.) den betaald waarover de kas eventueel niet beschikt, een geldleening aan te gaan groot hoogstens een gulden per lid. B(j de gehouden bestuursverkiezing worden de beide aftre denden A. Munters en P. Stout met groote meerderheid van stemmen herkozen. In de rondvraag worden enkele, voor de vereeni ging van minder belang zjjnde, kleine be sprekingen gehouden. Niets meer aan de orde zijnde en niemand meer het woord verlan gende, sluit de voorz. de vergadering. Verslag van de Jaarvergadering van de Vereeniging het „Groene Kruis" te OUDDORP, op Vrjjjdag 28 Febr, 1930. Voorzitter de heer J. Breen Pz. De ver gadering was bezocht door 178 leden. De notulen der vorige vergadering werden door dr. Polderman, secretaris, voorgelezen en onveranderd goedgekeurd. Volgde het jaar verslag over 1929. In keurig uitgekozen bewoordingen en uit muntende door degelijkheid bracht de secr. het volgende verslag uit. Het aantal leden was geklommen van 701 tot 707, zoodat bijna alle gezinnen waren aangesloten. De bazar, 't vorige jaar gehouden, had ruim 2400,— zuivere winst opgele verd. De geest onder de leden en het bestuur was steeds zoo gunstig mogelijk geweest. De bergplaats van de eigendommen der ver eeniging Week echter te klein en ongeschikt te zijn, zoodat daarin noodig verandering gebracht moest worden. De behoefte aan schoolartsen deed zich dringend gevoelen. De zuster, mej. van den Berg had in het afgeloopen jaar 4201 bezoeken afgelegd, door weer en wind, storm, regen en sneeuw. Het aantal bezoeken aan t.b.c.-lijders had 421 bedragen. 'tLid van Dam klaagde er over, dat er geen genoegzaam aantal ledikanten voor handen was, veel te gering voor een gemeente van bjjna 3700 zieleD. Dr. Polderman moest toegeven, dat door een ongelukkigen samen loop van omstandigheden het beweren van van Dam waarheid bevatte, maar dat nu reeds 9 ledikanten aanwezig zijn en deze hoe veelheid, zoo noodig vermeerderd zal worden. Nu werd aan de vergadering medegedeeld, dat Zuster van den Berg tegen 1 Maart ont slag had aangevraagd, daar zij een andere werkkring had gevonden. De voorzitter be tuigde zijn spijt over dit ontslag. Zuster van den Berg toch kende het geheim, zich bij elk bemind te maken en overal welkom te zijn. Hij sprak een woord van hartelijken dank aan de vertrekkende Zuster en nog nooit, ook maar één klacht over haar gehoord te hebben. Haar vriendin, Zuster Zuiderduin heeft zich bereid verklaard haar taak te zullen vervullen, tot een andere wijkverpleegster benoemd is. Nog leerde ons het jaarverslag van den secretaris, dat de vereeniging nu beschikt over ruim 5700 gld. en dat arm-, kerkbe- VERSLAG van de vergadering van den Raad der Gemeente MIDDELHAR NIS op Vrjjdag 28 Februari 1930, des namiddags half drie ure. Voorzitter: Burgemeester Den Hollander. Afwezig met kennisgeving de heeren Doorn bos en Vogelaar. De voorzitter opende de vergadering met gebed, waarna de notulen der laatste ver gadering werden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken De goedkeuring van Ged. Staten over ge- nomen raadsbesluiten. Een schrijven van den heer Driesse dat hij de benoeming tot concerge van de U L O. school aanneemt. Een mededeeling van de verschillende ge meenten betreffende de benoeming van een lid in de commissie der stichting eener waterleiding. Het verslag van de commissie tot wering van schoolverzuim over het jaar 1929. Een schrijven van den Raad van State, waarin werd medegedeeld dat eerstdaags het verslag van de behandeling der U.L.O. School- kwestie zal worden toegezonden, i Een schrijven van de hoofden der O.L. I scholen om het rijden met auto's langs de scholen te beperken, althans de snelheid. Z|j adviseerden daarbij de auto langzaam te laten rijden van een half uur vóór school tijd en een half uur n4 schooltijd. Een verzoek van Mej. L. Blok om ver hooging van haar jaarwedde als handwerk- onderwijzeres. De voorzitter deelde mede dat beide adres sen pas gisteren waren ingekomen, bij B. en W. nog niet in behandeling zijn geweest, en derhalve thans nog niet voor behandeling in aanmerking kwamen. Een verzoek van den heer J. Geelhoed om den weg die langs zijn woning is geprojec teerd ook uit te voeren daar hij thans zeer veel hinder heeft met zLjn auto in en uit zijn garage te rijden. Ook dit diende eerst door B. en W. be handeld te wordeD, volgens den voorzitter. Van der Meide meende dat een dergelijke oude kwestie toch nu wel afgehandeld kon worden. Door den raad werd vastgesteld een over eenkomst met de gemeente Dordrecht, waar bij aan de laatste werd gegarandeerd dat geen andere electrische stroom zal worden afgenomen dan van de N.V. „E.M.G.O." Nog was een verzoek ingekomen van den Cht. en Modernen landarbeidersbond om het loon van de werklieden der gemeente te be talen met 2,—, zooals dat voor de laatste gehouden vergadering was. Daarbij werd tevens verzocht hetgeen te weinig is betaald sindsdien dit alsnog uit te betaleD. B. eiW. stelden voor hierop gunstig te beschikken. Van der Meide meende dat B. en W. zich in deze niet aan het besluit haddenmoeten houden, de begrooting gaf voldoende ruimte. Om een uitgaaf gerekend over 13 weken van 250,— heeft men al dat stof laten opwaaien onder de arbeiders en dit was zeer terecht. FEUILLETON. w. HE1MBURG. VERTALING VAN HERMINE. (Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.) 58) Jasmijn beste. En op haar graf leggen we geen steen» Annelise. Wij zullen de klimopranken, van papas graf ook naar het hare overbrengen, dan weterj de menschen dat zij bij elkander behooren. gfju niet opstaan„Hier rust Helena Wolmeijer." ft knikte toestemmend. ,pe nicht was er niet; misscnien is ze niet wel, de oude stumperd. Wolmeijer verscheen met de ridderorde, die hij eergisteren heeft gekregen," gintij met trillende lippen voort. lïvpelCe, hoe al het bloed mij naar het hoofd steel-Tante," zeide ik op smeekenden toon, „dat kanik niet hooren!' Geen wonder ook! Nu, we zullen niet meer overtero spreken, mijn arm kind! Schrei maar eens goed mt!" Verscheidene weken gingen voorbij, zonder dat er indien tijd iets merkwaardigs gebeurde. Mijn heer Wolmeijer dwaalde als treurende, het alge meen medelijden opwekkende weduwnaar met Voorzitter zeide dat geen loon in de be grooting was genoemd. Koote zeide dat hij wel gedacht had, dat de arbeiders daartegen zouden opkomen. De opstand is ook te billijken want als ze nu 5 dagen werken krijgen ze een loon van 7,50 per week, dat toch geen loon is voor een ook maar denkbaar menschwaardig bestaan. De bezuiniging die we hebben te handhaven dienen we niet in de allereerste plaats te verhalen op den werkman. We geven ƒ2000,- aan de landbouwschool en sparen daarvoor reeds 250,uit op het werkloon, dat is niet rationeel. Dat men de werklieden in dienst der ge meente gelijk wil betalen met datgene wat de boeren betalen daar was niets tegen mits dat ook op een aannemelijk peil stond, ik juich het voorstel van B. en W. dan ook ten zeerste toe. Struik: Ik had gaarne dat Koote ook zei wat in de vorige geheime vergadering daar over is gesproken. Voorzitter! Dat kan ik niet toelaten, wat in geheime vergadering is gesproken dient geheim te blijven. Vroegindeweij, (S G.P.)j Laten we dit punt eerst nog eens in besloten zitting bespreken. Slis: Ik ga met de gemeentelijke loon regeling niet accoord. Van der Meide: Waarom maakt men bij het vaststellen van het loon der gemeente werklieden altijd gebruik van het loon dat de boeren betalen, en nimmer eens met die van een timmerman, metselaar of zoo. De voorzitter bracht daarna het voorstel van B. en W. in stemming en dat werd aan genomen met 6 stemmen. Blanco stemden de heeren Struik, Koese en Slis. StruikIk wensch toch nog even te zeggen dat 't besluit in de laatste vergadering over deze kwestie met bijna algemeene stemmen is genomen. Van de Landarbeidersvereenigingen was een verzoek ingekomen om de werkeloozen te werk te stellen bij het aanleggen van nieuwe wegen en rioleeringen. Voorzitter zeide dat deze clausule reeds is opgenomen in de bestekken. Nog was een verzoek ingekomen om de uitgetrokken werkeloozen eerst te werk te stellen. B. en W. zeiden dat dit een zeer moeilijk punt was, wel was het billijk doch we kun nen dat toch niet doortrekken, er zijn nog te veel ongeorganiseerden. B. en W. zullen trachten zooveel mogelijk werkloozen te werk te stellen. De heer J. M. van Paasschen had een verzoek ingediend om een stuk grond in erf pacht te ontvangen van den tuin die thans in huur is bij de Wed. Van der Weide, ter diepte van den grond die aan den heer Van der Plaat is gegeven. B. en W. meenden dat hier tegen niets was, als de pachtster ermee accoord ging. De Gemeente mag den grond niet aan de pachtster onttrekken. Koote». Het geval van Van der Plaat was anders als dit, dat was reeds grond waar over de gemeente de beschikking had en deze grond niet. Naar ik gehoord heb wil de pachtster er ook nog geen meter van missen. Zij heeft thans nog 4 jaar pacht. Struik zeide er tegen te zijn dit aan Van Paasschen te geven. Ik wil er ook wel een stukje van hebben. Waarom zullen we de heer Van Paasschen daarmede bevoorrechten. krippen rouwband om hoed en bovenarm en mét verdrietig gelaat rond. Dat verdrietig gelaat was hoogstwaarschijnlijk oprecht gemeend, hij was zeker allesbehalve opgeruimd gestemd, maar kon niets anders doen dan afwachten. Ik vermeed 't hem te ontmoeten; de freule gaf hem altijd belet als hij bij ons kwam haar natuur bracht mede niets ten halve te doen, ze verafschuwde of be minde beminde zou in het geval te veel gezegd zijn of duldde alles. Wolmeijer was haar, zooals zij zeide, geheel uit de gis gevallen. „Ik kan be grijpen, dat iemand uit drift een moord begaat," zeide zij, „maar woekerenis zoo iets gemeens, dat 't mijn verstand te boven gaat en alles wat gemeen is, haat ik." Nu braken de knoppen van den lindeboom open en ginds op het kerkhof bloeiden de viooltjes tus- schen het klimop op de graven. Een doorschijnende groene sluier breidde zich uit over struiken en vel den en de spreeuwen tjilpten.. De freule had de voorjaarsschoonmaak; zij liep heen en weder met haar japon opgenomen, een grooten, blauwen linnen boezelaar voor, een witten doek om het hoofd gebonden, de plumeau als een dolk in haar ceintuur gestoken/een reusachtigen stofdoek in de hand, en gaf al haar beeldjes en pullen en andere rariteiten een goede beurt, waarbij ik haar trouw hielp." „Zie, kind," dus besloot zij eèri strafpredikatie, die zij mij juist over mijn stilheid en zwaarmoedig heid had toegediend, „ge moet eens een vriendin bij je verzoeken en je mond wat roeren. Jeugd heeft behoefte aan jeugd. In droefheid zoowel als in vreugd, zegt het rijmpje immers. Ik kan niet meer zoo babbelen als toen ik achttien jaar was; vertel ik eens iets vroolijks, dan is 't van ouden datum en wat ge verder van mij te hooren krijgt, zijn levensondervindingen, meest van droevigen aard. Maar gij moet nog wat vroolijk in de toekomst zien en droomen van ontluikende rozen en een blauwen zomerschen hemel. Daarmee kan ik je niet voort helpen; ik zie niet anders dan dorre takken voor mij. Zal ik eens naar de van Tollens sturen en Cato bij je verzoeken? Of Anna Arnstadt? Of Marie Linden?" „Lieve hemel, wat zou ik met haar aanvangen riep ik, terwijl ik een knikkebollenden Chinees weer op zijn plaats onder den spiegel zette. „Wat die meisjes van de toekomst hopen, is iets geheel an ders dan wat mij te wachten staat. Ik zie ook enkel dorre takken in het verschiet." „Op je negentiende jaar? Nu, kind, dat's voor het oogenblik te begrijpen, maar in die dorre tak ken zit toch al het sap, dat bloesems en vruchten voortbrengt. Het ergste is den moed te verliezen. Dat moogt ge niet doen, kind! Nu moet ik je toch eens beknorren hoor! Zie, als gij den geheelen nacht laagt te schreien, als gij eiken dag wanhopig bij mama's graf zat, als gij in één woord je eens aan i je droefheid toegaaft, dan zou ik mij niet ongerust over je maken. Maar ge doet juist het tegendeel. Ge staat 's morgens op alsof er niets is gebeurd. Ge zit daar bij het venster te naaien of te haken, alsof ge daar levenslang hadt gezeten; ge praat met mij alsof je niets ter wereld is overkomen. Wie je niet kende, zou al licht onderstellen dat ge geen hart hadt. Zie, nu zelfs vertrekt zich geen spier in je gelaat; maar ik weet, dat gij niet harte loos zijt, ik zie aan je veranderd uiterlijk, dat ge duizendmaal meer onder alles lijdt, dan anderen 't zouden doen. Dat's niet natuurlijk, Annelise. 1 Ge zijt als versteend, ge moet je eens aangrijpen, ge moet weer droefheid en vreugde leeren gevoelen zóó gaat 't niet langer. Schijndood voert tot wezenlijk stervengij kunt toch niet blijven leven als je hart dood is; Wees voor mijn part zoo eigen zinnig en onuitstaanbaar en wijsneuzig als ge maar wilt, doch niet zóó, als ge deze laatste weken zijt geweest!" „Tante," zeide ik, „hoe zou ik dat kunnen? Ik zie om mij heen en merk dat er niets is, wat waard is om over te schreien, niets, waarover ik zou kun nen lachen, 't Is goed zooals 't is, laat mij dus maar begaan ik heb ten minste nergens pijn." Zij bleef vóór mij staan. „Ge zijt een ondeugend ding, Annelise; 't is de moeite niet waard om van je te houden. Gij denkt in het geheel niet aan mij!" Ik zag haar aan. Zij had de tranen in de oogen. „Goede tante," zeide ik verschrikt. „Och, tante!" nop eens kwam ik tot besef, welk een wereld vol trouwe, oprechte liefde ik in haar bezat. „Vergeef 't mij toch, tante, gij zijt nu mijn alles," stamelde ik, „ik wil wel heb maar geduld met mij ik zal anders „Zwijg maar, gansje!" „Stuur mij niet weg, tante, nu nog niet later! NU Weet ge nu zou ik mij nog niet goed onder vreemden kunnen schikken." „Wel, hoe kunt ge dat nu weer zoo opvatten? Zou ik je wegsturen? Zoolang ik leef, kunt ge hier blijven; maar ge moet wakker worden, ge moet je iets aan de nalatenschap van je moeder laten ge legen liggen, ge moet je boeltje hierheen halen,, onder anderen het portret van papa, en dan moet ge Wolmeijer verzoeken om je hier bij mij te laten." „Hem verzoeken, tante?" Wel ja! Hij is nu eens je voogd en je stiefvader." De oude dame had het rechte middel gevonden om mij wakker te schudden. „Wat heb ik met dien man uit te staan?" riep ik driftig. Zij bleef bedaard en plukte aan de geborduurde neteldoeksche gordijnen. „Hij is verscheidene ma len hier geweest en heeft telkens aan Josephine gevraagd, wanneer gij weer thuiskwaamt. Gisteren, toen gij op het kerkhof de bloemen begoot, ont moette ik hem in de gang; ik dacht toen er gebeld werd dat 't de botervrouw was en ging zelve open maken. Toen zat hij opeens in de tuinkamer bij mij, en klaagde over de leegte bij hem aan huis, en zeide dat hij erg naar je terugkomst verlangde. Ik beefde inwendig van angst Annelise, maar ant woordde kalm: „Het kind is nog veel te ziek, mijnheer Wolmeijer; laat 't nog maar een poosje hier." Daarop zeide hij: „Dat kan ik niet; ik moet den laatsten wil van mijn lieve Helena vervullen§ Nog kort voor haar dood heeft zij mij de belofte afgenomen, dat ik een goed vader voor Annelise zou zijn." „Dat liegt hij!" riep ik verontwaardigd. „Ik wil niet naar hem toe Nooit! Nooit! O, tante, help mij toch! Maar ik heb immers niets met dien naam te maken Hoe zou hij mij kunnen dwingen?" „Annelise, houd je kalm en luister! Ik heb hem duidelijk genoeg gezegd, dat gij voorloopig hier wenscht te blijven. Daarop glimlachte hij, stond op, maakte een van zijn merkwaardige vierkante buigingen en ging heen. Wat hij nu voorheeft, mag God weten." Op ditzelfde oogenblik werd er gescheld en bracht Josephine een brief binnen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1