wwmmm
WOENSDAG
5 MAART 1930
MIJNHARDTV
DOOR EENS ANDERS SCHULD.
Prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,07»
ADVERTENTIËN
van 1—6 regels 1,20
Elke regel meer f, 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f J,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
12E JAARGANG. - N°. 35
Laat ieder de gelegenheid hebben hiernaar
te doen als het uit de pacht komt. Toen het
kerkhof moest worden was hjj er tegen.
Voorzitter zeide dat het geen begraafplaats
meer mag worden. Men mag wel ontheffing
vragen om naast een begraafplaats te bouwen
doch een begraafplaats aanleggen naast een
huis dat mag niet, 'tlijk gek maar 'tis zoo,
de wet regelt een en ander afdoende.
Struik: Er wringt iets in deze kwestie.
Voorzitter: Als de pachtster er tegen is,
dan is het afgeloopen.
Voorzitter meende dat er njets tegen was,
als de grond uit de pacht is, om een stukje
af te staan. De andere heeren hebben dit
ook b(j hun woning gekregen.
Koese wilde dan dien tuin eerstafgraven
en de oude begraafplaats daarmee ophoogen.
Voorzitter zeide dat zulks slecht zou gaan,
men maakt dan den tuin waardeloos en de
begraafplaats kan men niet meer ophoogen,
want dan worden de grafsteenen bedolven.
SlisIk zou wel gaarne willen dat het
polderbestuur verzocht wordt voor een betere
uitwatering te zorgen.
Het voorstel van B. en W. kwam in stem
ming en werd aangenomen met 7 stemmen,
tegen stemden Struik en Koote.
De erfpacht werd bepaald op 10 cents per
Vierkanten Meter.
Daarna ging de vergadering over in ge
sloten zitting ter bespreking van sollicitanten
voor Hoofd der O. L. Jongensschool.
Na heropening werd tot stemming over
gegaan en werd met algemeene stemmen
benoemd de heer J. Hekman, onderwijzer
alhier.
B. en W. stelden nog voor, den weg die
loopt langs de nieuwgebouwde woning van
tandarts Buijs een meter om te leggen. Alzoo
werd besloten.
B. en W. stelden voor een nieuwen brand
put te maken nab(j het postkantoor en den
oude aldaar te dempen.
Koese vroeg wat het dempen wel niet
zou kosten. Zou men die daar niet beter
kunnen laten zitten?
Struik stelde voor deze met vuilnis te
dempen.
Van der Meide: Waarom nu weer zoo
krenterig. Jullie weten niet welke onaange
naamheden de omwonenden daarvan hebben,
't Is een malaria-bron en wanneer men die
met straatvuil wil gaan dempen, dan wordt
de rommel nog grooter. 't Zou ook te lang
duren, ik zag dien rommel liefst zoo spoedig
mogelijk opgeruimd.
B. en W. werden gemachtigd den nieuwen
put te maken en prijs te laten opgeven
voor de demping van den bestaanden put
Slis bracht nog rapport uit over de rekening
der Gasfabriek over 1928. Deze was door de
commissie in orde bevonden en derhalve
adviseerden zij tot goedkeuring over te gaan.
Deze werd daarna met algemeene stem.
men goedgekeurd.
Slis merkte nog op dat zij met den direc
teur nog een en ander hebben besproken.
Zij gaven naar aanleiding daarvan de gas-
commissie in overweging, den directeur met
een dagelijksch bestuur alle inkoopen en
verkoopen te laten, opdat de gemeenteniet
zooals thans zonder cokes komt te zitten.
Voorzitter zeide dat er thans voldoende
maatregelen genomen zijn en art. 2 der
gemeenschappelijke regeling stipt zal worden
nageleefd.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Vergadering van den Raad der ge
meente GOEDEREEDE op Vrijdag
28 Februari 1930, des nam, 7 uur.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter, Burgemeester J. A. Char-
bon, opent de vergadering, waarna de notulen
worden voorgelezen en onveranderd vast
gesteld.
Met Dordrecht wordt een overeenkomst
aangegaan inzake het afnemen van electri-
citeit van de N.V. „E.M.G.O." met uitsluiting
van anderen.
Wordt gunstig beschikt op een verzoek
van het Bestuur der Bijzondere Lagere School
om een voorschot ingevolge art. 101 der
Lager Onderwijswet voor het dienstjaar 1930,
tot een bedrag van 494,59.
De rekening van het Algemeen Armbe
stuur over 1929 wordt nagezien door de
Heeren Den Eerzamen en C. J. Lodder en
in orde bevonden. Deze wordt onveranderd
vastgesteld als volgt, ontvang 3039,82,
uitgaaf 1232,70, batig slot 1807,12.
Rondvraag:
De heer Lokker vraagt of B. en W. al
hebben opgenomen de kwestie omtrent het
rioleeren van de sloot achter de schuren van
A. van Asperen en J. Tanis, aan den Ach
terweg.
De Voorzitter zegt zulks is geschied, doch
hij meent zulks niet ligt op den weg van
het Gemeentebestuur.
Daarna sluiting.
Verslag der jaarvergadering van de
veTeeniging Steun bjj Ziekenhuis-
verpleging te Herkingen.
De Voorzitter dhr. A. W. Keizer, opent
te 7 uur met een woord van welkom deze
tweede algemeene vergadering. Blijkens de
presentielijst waren 47 leden tegenwoordig.
Spr. memoreert in het kort den gang van
zaken, waarna aan den Secr. de gelegenheid
wordt gegeven de notulen der vorige ver
gadering voor te lazen. Deze worden onver
anderd goedgekeurd en geteekend.
Ingekomen stukken.
Ingekomen is een schrijven van het Algem.
Armbest. dezer gemeente, inhoudende dat
op het door de vereeniging ingediende ver
zoek om een jaarlljksche bgdrage, afwijzend
is beschikt, omreden de kas der vereeniging
nog geen tekort aangeeft. Daarna brengt de
secr. het jaarverslag uit. Hieruit blijkt dat
het ledental sterk in aantal is toegenomen.
Op 29 Juli 1929 telde de vereen. 150leden,
welk aantal thans is gestegen tot ruim 400.
In het afgeloopen tijdvak zijn geen leden ten
laste der vereen, verpleegd, of door den dood
aan de vereeniging ontrukt. Het verslag van
den penningmeester geeft aan dat de inkom
sten der vereeniging bedroegen: ƒ436,06,
waarvan 432,56 aan contributie en ƒ12,50
aan vrije giften. De uitgaven bedroegen:
399,44J, waarvan 339.61 op de spaarbank
is belegd. Kassaldo 36,61$. De rekening is
afgesloten einde December 1929, zoodat het
zuiver batig saldo iets hooger is. Met alge
meene stemmen wordt besloten den bode
een gratificatie toe te kennen groot 9,04,
voor bijzondere werkzaamheden. Voorts wordt
met algemeene stemmen besloten de contri
butie op dezelfde hoogte te houden als het
vorige jaar. Op voorstel van dhr. A. Munters
wordt besloten het reglement zoodanig te
wijzigen, dat het Bestuur machtiging wordt
verleend, om, ingeval bedragen moeten wor-
(Adv.)
den betaald waarover de kas eventueel niet
beschikt, een geldleening aan te gaan groot
hoogstens een gulden per lid. B(j de gehouden
bestuursverkiezing worden de beide aftre
denden A. Munters en P. Stout met groote
meerderheid van stemmen herkozen. In de
rondvraag worden enkele, voor de vereeni
ging van minder belang zjjnde, kleine be
sprekingen gehouden. Niets meer aan de orde
zijnde en niemand meer het woord verlan
gende, sluit de voorz. de vergadering.
Verslag van de Jaarvergadering van
de Vereeniging het „Groene Kruis" te
OUDDORP, op Vrjjjdag 28 Febr, 1930.
Voorzitter de heer J. Breen Pz. De ver
gadering was bezocht door 178 leden.
De notulen der vorige vergadering werden
door dr. Polderman, secretaris, voorgelezen
en onveranderd goedgekeurd. Volgde het jaar
verslag over 1929.
In keurig uitgekozen bewoordingen en uit
muntende door degelijkheid bracht de secr.
het volgende verslag uit.
Het aantal leden was geklommen van 701
tot 707, zoodat bijna alle gezinnen waren
aangesloten. De bazar, 't vorige jaar gehouden,
had ruim 2400,— zuivere winst opgele
verd. De geest onder de leden en het bestuur
was steeds zoo gunstig mogelijk geweest.
De bergplaats van de eigendommen der ver
eeniging Week echter te klein en ongeschikt
te zijn, zoodat daarin noodig verandering
gebracht moest worden. De behoefte aan
schoolartsen deed zich dringend gevoelen.
De zuster, mej. van den Berg had in het
afgeloopen jaar 4201 bezoeken afgelegd, door
weer en wind, storm, regen en sneeuw. Het
aantal bezoeken aan t.b.c.-lijders had 421
bedragen.
'tLid van Dam klaagde er over, dat er
geen genoegzaam aantal ledikanten voor
handen was, veel te gering voor een gemeente
van bjjna 3700 zieleD. Dr. Polderman moest
toegeven, dat door een ongelukkigen samen
loop van omstandigheden het beweren van
van Dam waarheid bevatte, maar dat nu
reeds 9 ledikanten aanwezig zijn en deze hoe
veelheid, zoo noodig vermeerderd zal worden.
Nu werd aan de vergadering medegedeeld,
dat Zuster van den Berg tegen 1 Maart ont
slag had aangevraagd, daar zij een andere
werkkring had gevonden. De voorzitter be
tuigde zijn spijt over dit ontslag. Zuster van
den Berg toch kende het geheim, zich bij
elk bemind te maken en overal welkom te
zijn. Hij sprak een woord van hartelijken
dank aan de vertrekkende Zuster en nog
nooit, ook maar één klacht over haar gehoord
te hebben. Haar vriendin, Zuster Zuiderduin
heeft zich bereid verklaard haar taak te zullen
vervullen, tot een andere wijkverpleegster
benoemd is.
Nog leerde ons het jaarverslag van den
secretaris, dat de vereeniging nu beschikt
over ruim 5700 gld. en dat arm-, kerkbe-
VERSLAG van de vergadering van
den Raad der Gemeente MIDDELHAR
NIS op Vrjjdag 28 Februari 1930, des
namiddags half drie ure.
Voorzitter: Burgemeester Den Hollander.
Afwezig met kennisgeving de heeren Doorn
bos en Vogelaar.
De voorzitter opende de vergadering met
gebed, waarna de notulen der laatste ver
gadering werden gelezen en onveranderd
goedgekeurd.
Ingekomen stukken
De goedkeuring van Ged. Staten over ge-
nomen raadsbesluiten.
Een schrijven van den heer Driesse dat
hij de benoeming tot concerge van de U L O.
school aanneemt.
Een mededeeling van de verschillende ge
meenten betreffende de benoeming van een
lid in de commissie der stichting eener
waterleiding.
Het verslag van de commissie tot wering
van schoolverzuim over het jaar 1929.
Een schrijven van den Raad van State,
waarin werd medegedeeld dat eerstdaags het
verslag van de behandeling der U.L.O. School-
kwestie zal worden toegezonden,
i Een schrijven van de hoofden der O.L.
I scholen om het rijden met auto's langs de
scholen te beperken, althans de snelheid. Z|j
adviseerden daarbij de auto langzaam te
laten rijden van een half uur vóór school
tijd en een half uur n4 schooltijd.
Een verzoek van Mej. L. Blok om ver
hooging van haar jaarwedde als handwerk-
onderwijzeres.
De voorzitter deelde mede dat beide adres
sen pas gisteren waren ingekomen, bij B. en
W. nog niet in behandeling zijn geweest, en
derhalve thans nog niet voor behandeling
in aanmerking kwamen.
Een verzoek van den heer J. Geelhoed om
den weg die langs zijn woning is geprojec
teerd ook uit te voeren daar hij thans zeer
veel hinder heeft met zLjn auto in en uit
zijn garage te rijden.
Ook dit diende eerst door B. en W. be
handeld te wordeD, volgens den voorzitter.
Van der Meide meende dat een dergelijke
oude kwestie toch nu wel afgehandeld kon
worden.
Door den raad werd vastgesteld een over
eenkomst met de gemeente Dordrecht, waar
bij aan de laatste werd gegarandeerd dat
geen andere electrische stroom zal worden
afgenomen dan van de N.V. „E.M.G.O."
Nog was een verzoek ingekomen van den
Cht. en Modernen landarbeidersbond om het
loon van de werklieden der gemeente te be
talen met 2,—, zooals dat voor de laatste
gehouden vergadering was. Daarbij werd
tevens verzocht hetgeen te weinig is betaald
sindsdien dit alsnog uit te betaleD.
B. eiW. stelden voor hierop gunstig te
beschikken.
Van der Meide meende dat B. en W. zich
in deze niet aan het besluit haddenmoeten
houden, de begrooting gaf voldoende ruimte.
Om een uitgaaf gerekend over 13 weken van
250,— heeft men al dat stof laten opwaaien
onder de arbeiders en dit was zeer terecht.
FEUILLETON.
w. HE1MBURG.
VERTALING VAN HERMINE.
(Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.)
58)
Jasmijn beste. En op haar graf leggen we geen
steen» Annelise. Wij zullen de klimopranken, van
papas graf ook naar het hare overbrengen, dan
weterj de menschen dat zij bij elkander behooren.
gfju niet opstaan„Hier rust Helena Wolmeijer."
ft knikte toestemmend.
,pe nicht was er niet; misscnien is ze niet wel,
de oude stumperd. Wolmeijer verscheen met de
ridderorde, die hij eergisteren heeft gekregen,"
gintij met trillende lippen voort.
lïvpelCe, hoe al het bloed mij naar het hoofd
steel-Tante," zeide ik op smeekenden toon, „dat
kanik niet hooren!'
Geen wonder ook! Nu, we zullen niet meer
overtero spreken, mijn arm kind! Schrei maar eens
goed mt!"
Verscheidene weken gingen voorbij, zonder dat
er indien tijd iets merkwaardigs gebeurde. Mijn
heer Wolmeijer dwaalde als treurende, het alge
meen medelijden opwekkende weduwnaar met
Voorzitter zeide dat geen loon in de be
grooting was genoemd.
Koote zeide dat hij wel gedacht had, dat
de arbeiders daartegen zouden opkomen. De
opstand is ook te billijken want als ze nu 5
dagen werken krijgen ze een loon van 7,50
per week, dat toch geen loon is voor een
ook maar denkbaar menschwaardig bestaan.
De bezuiniging die we hebben te handhaven
dienen we niet in de allereerste plaats te
verhalen op den werkman. We geven ƒ2000,-
aan de landbouwschool en sparen daarvoor
reeds 250,uit op het werkloon, dat is
niet rationeel.
Dat men de werklieden in dienst der ge
meente gelijk wil betalen met datgene wat
de boeren betalen daar was niets tegen mits
dat ook op een aannemelijk peil stond, ik
juich het voorstel van B. en W. dan ook ten
zeerste toe.
Struik: Ik had gaarne dat Koote ook zei
wat in de vorige geheime vergadering daar
over is gesproken.
Voorzitter! Dat kan ik niet toelaten, wat
in geheime vergadering is gesproken dient
geheim te blijven.
Vroegindeweij, (S G.P.)j Laten we dit punt
eerst nog eens in besloten zitting bespreken.
Slis: Ik ga met de gemeentelijke loon
regeling niet accoord.
Van der Meide: Waarom maakt men bij
het vaststellen van het loon der gemeente
werklieden altijd gebruik van het loon dat
de boeren betalen, en nimmer eens met die
van een timmerman, metselaar of zoo.
De voorzitter bracht daarna het voorstel
van B. en W. in stemming en dat werd aan
genomen met 6 stemmen. Blanco stemden
de heeren Struik, Koese en Slis.
StruikIk wensch toch nog even te zeggen
dat 't besluit in de laatste vergadering over
deze kwestie met bijna algemeene stemmen
is genomen.
Van de Landarbeidersvereenigingen was
een verzoek ingekomen om de werkeloozen
te werk te stellen bij het aanleggen van
nieuwe wegen en rioleeringen.
Voorzitter zeide dat deze clausule reeds
is opgenomen in de bestekken.
Nog was een verzoek ingekomen om de
uitgetrokken werkeloozen eerst te werk te
stellen.
B. en W. zeiden dat dit een zeer moeilijk
punt was, wel was het billijk doch we kun
nen dat toch niet doortrekken, er zijn nog
te veel ongeorganiseerden.
B. en W. zullen trachten zooveel mogelijk
werkloozen te werk te stellen.
De heer J. M. van Paasschen had een
verzoek ingediend om een stuk grond in erf
pacht te ontvangen van den tuin die thans
in huur is bij de Wed. Van der Weide, ter
diepte van den grond die aan den heer Van
der Plaat is gegeven.
B. en W. meenden dat hier tegen niets
was, als de pachtster ermee accoord ging.
De Gemeente mag den grond niet aan de
pachtster onttrekken.
Koote». Het geval van Van der Plaat was
anders als dit, dat was reeds grond waar
over de gemeente de beschikking had en
deze grond niet. Naar ik gehoord heb wil
de pachtster er ook nog geen meter van
missen. Zij heeft thans nog 4 jaar pacht.
Struik zeide er tegen te zijn dit aan Van
Paasschen te geven. Ik wil er ook wel een
stukje van hebben. Waarom zullen we de
heer Van Paasschen daarmede bevoorrechten.
krippen rouwband om hoed en bovenarm en mét
verdrietig gelaat rond. Dat verdrietig gelaat was
hoogstwaarschijnlijk oprecht gemeend, hij was
zeker allesbehalve opgeruimd gestemd, maar kon
niets anders doen dan afwachten. Ik vermeed 't
hem te ontmoeten; de freule gaf hem altijd belet
als hij bij ons kwam haar natuur bracht mede
niets ten halve te doen, ze verafschuwde of be
minde beminde zou in het geval te veel gezegd
zijn of duldde alles. Wolmeijer was haar, zooals
zij zeide, geheel uit de gis gevallen. „Ik kan be
grijpen, dat iemand uit drift een moord begaat,"
zeide zij, „maar woekerenis zoo iets gemeens,
dat 't mijn verstand te boven gaat en alles wat
gemeen is, haat ik."
Nu braken de knoppen van den lindeboom open
en ginds op het kerkhof bloeiden de viooltjes tus-
schen het klimop op de graven. Een doorschijnende
groene sluier breidde zich uit over struiken en vel
den en de spreeuwen tjilpten..
De freule had de voorjaarsschoonmaak; zij liep
heen en weder met haar japon opgenomen, een
grooten, blauwen linnen boezelaar voor, een witten
doek om het hoofd gebonden, de plumeau als een
dolk in haar ceintuur gestoken/een reusachtigen
stofdoek in de hand, en gaf al haar beeldjes en
pullen en andere rariteiten een goede beurt, waarbij
ik haar trouw hielp."
„Zie, kind," dus besloot zij eèri strafpredikatie,
die zij mij juist over mijn stilheid en zwaarmoedig
heid had toegediend, „ge moet eens een vriendin
bij je verzoeken en je mond wat roeren. Jeugd heeft
behoefte aan jeugd. In droefheid zoowel als in
vreugd, zegt het rijmpje immers. Ik kan niet meer
zoo babbelen als toen ik achttien jaar was; vertel
ik eens iets vroolijks, dan is 't van ouden datum
en wat ge verder van mij te hooren krijgt, zijn
levensondervindingen, meest van droevigen aard.
Maar gij moet nog wat vroolijk in de toekomst zien
en droomen van ontluikende rozen en een blauwen
zomerschen hemel. Daarmee kan ik je niet voort
helpen; ik zie niet anders dan dorre takken voor
mij. Zal ik eens naar de van Tollens sturen en
Cato bij je verzoeken? Of Anna Arnstadt? Of
Marie Linden?"
„Lieve hemel, wat zou ik met haar aanvangen
riep ik, terwijl ik een knikkebollenden Chinees weer
op zijn plaats onder den spiegel zette. „Wat die
meisjes van de toekomst hopen, is iets geheel an
ders dan wat mij te wachten staat. Ik zie ook enkel
dorre takken in het verschiet."
„Op je negentiende jaar? Nu, kind, dat's voor
het oogenblik te begrijpen, maar in die dorre tak
ken zit toch al het sap, dat bloesems en vruchten
voortbrengt. Het ergste is den moed te verliezen.
Dat moogt ge niet doen, kind! Nu moet ik je toch
eens beknorren hoor! Zie, als gij den geheelen nacht
laagt te schreien, als gij eiken dag wanhopig bij
mama's graf zat, als gij in één woord je eens aan i
je droefheid toegaaft, dan zou ik mij niet ongerust
over je maken. Maar ge doet juist het tegendeel.
Ge staat 's morgens op alsof er niets is gebeurd.
Ge zit daar bij het venster te naaien of te haken,
alsof ge daar levenslang hadt gezeten; ge praat
met mij alsof je niets ter wereld is overkomen.
Wie je niet kende, zou al licht onderstellen dat ge
geen hart hadt. Zie, nu zelfs vertrekt zich geen
spier in je gelaat; maar ik weet, dat gij niet harte
loos zijt, ik zie aan je veranderd uiterlijk, dat ge
duizendmaal meer onder alles lijdt, dan anderen
't zouden doen. Dat's niet natuurlijk, Annelise.
1 Ge zijt als versteend, ge moet je eens aangrijpen,
ge moet weer droefheid en vreugde leeren gevoelen
zóó gaat 't niet langer. Schijndood voert tot
wezenlijk stervengij kunt toch niet blijven leven
als je hart dood is; Wees voor mijn part zoo eigen
zinnig en onuitstaanbaar en wijsneuzig als ge maar
wilt, doch niet zóó, als ge deze laatste weken zijt
geweest!"
„Tante," zeide ik, „hoe zou ik dat kunnen? Ik
zie om mij heen en merk dat er niets is, wat waard
is om over te schreien, niets, waarover ik zou kun
nen lachen, 't Is goed zooals 't is, laat mij dus maar
begaan ik heb ten minste nergens pijn."
Zij bleef vóór mij staan. „Ge zijt een ondeugend
ding, Annelise; 't is de moeite niet waard om van
je te houden. Gij denkt in het geheel niet aan mij!"
Ik zag haar aan. Zij had de tranen in de oogen.
„Goede tante," zeide ik verschrikt. „Och, tante!"
nop eens kwam ik tot besef, welk een wereld vol
trouwe, oprechte liefde ik in haar bezat. „Vergeef
't mij toch, tante, gij zijt nu mijn alles," stamelde
ik, „ik wil wel heb maar geduld met mij ik
zal anders
„Zwijg maar, gansje!"
„Stuur mij niet weg, tante, nu nog niet later!
NU Weet ge nu zou ik mij nog niet goed
onder vreemden kunnen schikken."
„Wel, hoe kunt ge dat nu weer zoo opvatten?
Zou ik je wegsturen? Zoolang ik leef, kunt ge hier
blijven; maar ge moet wakker worden, ge moet je
iets aan de nalatenschap van je moeder laten ge
legen liggen, ge moet je boeltje hierheen halen,,
onder anderen het portret van papa, en dan moet
ge Wolmeijer verzoeken om je hier bij mij te laten."
„Hem verzoeken, tante?"
Wel ja! Hij is nu eens je voogd en je stiefvader."
De oude dame had het rechte middel gevonden
om mij wakker te schudden. „Wat heb ik met
dien man uit te staan?" riep ik driftig.
Zij bleef bedaard en plukte aan de geborduurde
neteldoeksche gordijnen. „Hij is verscheidene ma
len hier geweest en heeft telkens aan Josephine
gevraagd, wanneer gij weer thuiskwaamt. Gisteren,
toen gij op het kerkhof de bloemen begoot, ont
moette ik hem in de gang; ik dacht toen er gebeld
werd dat 't de botervrouw was en ging zelve open
maken. Toen zat hij opeens in de tuinkamer bij
mij, en klaagde over de leegte bij hem aan huis, en
zeide dat hij erg naar je terugkomst verlangde.
Ik beefde inwendig van angst Annelise, maar ant
woordde kalm: „Het kind is nog veel te ziek,
mijnheer Wolmeijer; laat 't nog maar een poosje
hier." Daarop zeide hij: „Dat kan ik niet; ik moet
den laatsten wil van mijn lieve Helena vervullen§
Nog kort voor haar dood heeft zij mij de belofte
afgenomen, dat ik een goed vader voor Annelise
zou zijn."
„Dat liegt hij!" riep ik verontwaardigd. „Ik wil
niet naar hem toe Nooit! Nooit! O, tante, help
mij toch! Maar ik heb immers niets met dien naam
te maken Hoe zou hij mij kunnen dwingen?"
„Annelise, houd je kalm en luister! Ik heb hem
duidelijk genoeg gezegd, dat gij voorloopig hier
wenscht te blijven. Daarop glimlachte hij, stond
op, maakte een van zijn merkwaardige vierkante
buigingen en ging heen. Wat hij nu voorheeft, mag
God weten."
Op ditzelfde oogenblik werd er gescheld en
bracht Josephine een brief binnen.
(Wordt vervolgd).