HoesémhÉË Anja flinke Huishoudster. GIMBORN'S JIJANOl WOENSDAG 19 FEBRUARI 1930 Een wacht voor de Poort. DOOR EENS ANDERS SCHULD. TREKPAARDEN STAMBOEK. Aardbeienteelers op Flakkee. van Vugt en Anna E. C. M. Hopmans; nelia Lena, d, v. Adrianus M. L. van Grient en Krijntje Leijdens; Maria The- ia, d. v. Hartinus Bubbert en Catherina d. Cappelle; Witte, z. v.LevinusVer at en Cornelia Blok; Elisabeth Jacoba, Cornelis Huysmans en Anthonia Hui- chtse. Iverledeni Dingena Ardon, 63 j.echtgen. Jacob Beijer; Margrieta in 't Veld, 80 wed. van Simon Beijer. Predikbeurten. Zondag 16 Februari 1930. NEDEKLANDsCÜ HERVORMDE KERK. Idelharms, vm. leeskerk en 's av. dhr. Vetter, nmelsdijk, vm. leesk. en 's av. ds. van Araeide. bsland, vm. ds. v. d. Wal. rkingen, nm ds Dekker uit Nieuwe Tonge. issant, nm. ds. van der Wal. iiendaai, vm. en 's av. dhr. Bouman. 3dereede, nm. ds. Polhuijs uit Stad. ddorp, vm. leeskerk en nm. ds. Vlasblom, mwe Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds. Dekker, de Tonge, vm ds. Vlasblom en's ar. leeskerk. tgeusplaat, vm. ds, van Ameide en 's av. eeskerk. igstraat, vm. en nm. dhr. Vetter. Bommel, vm. leeskerk en nm. ds. v. Amstel an Putten. aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhujjs en aam leeskerk. llevoetsluis, vm. en 's av. ds. Timmer. mw-Helvoet, vm. ds. Priester, juwenhoorn, vm. ds. de Voogd v. d.Straaten. ckanje, vm. ds. Los van Zwartewaal. stvoorne, vm. ds. Brinkerink. Brpolders, vm. ds. Los. envliet, vm. ds. Mol van Charante. benbroek, nm. ds Meurs van Hekelingen, denhoorn vm. ds. Bons. PROTESTANTENBOND, mmelsdijk, (Langeweg) 's av. 7 uur Ds. Kie- loom te Bergen. GEREFORMEERDE KERK. ddelharnis, vm. en 's av. leeskerk. ellendam, vm. en 's av. leeskerk. ddorp, vm. en nm. leeskerk. ltgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange, u Bommel, vm. en 's av. ds. Schaafsma. ad a.'t Haringvliet, vm. en's av. ds. de Graaft*, dlevoetsluis, 's av. ds. Westerhuijs. suw-Helvoet, vm. ds. Westerhuys. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE, id aan 't Haringvliet, vm., nm. en'sav.lees- terk. GEREFORMEERDE GEMEENTEN, ddelharnis, vm. en 's av. leeskerk. rksland, vm. en 's av. ds. de Blois. :rkingen, vm. en 'sav. leeskerk, ddorp, vm. en nm. leeskerk. Schoonhouden van sieraden. Een zilveren gouden sieraad krijgt men het snelst en st schoon met een borsteltje met lauw iter en zeep. Doublé wordt het beste glim- md gewreven met een drogen doek. Schoensmeer. Hard geworden schoen- ïeer kan men weer zacht maken door er een :inigje terpentijn aan toe te voegen. Vleeschpannen kan men grondig reinigen or ze uit te koken met soda. Door in een ,n met een uien-smaak sodawater te laten Iken kan men eveneens reuk en smaak van verdrijven. S. AG :nis. :ocht bij- Biet Allen, die iets te vorderen hebben van- ot verschuldigd zijn aan de nalatenschap van den Heer PIETER PIETERSE, over leden te Middelharnis, 20 Januari 1930 worden verzocht daarvan op gave of betaling te doen ten kan tore van Notaris P. A. VAN BUU- REN te Middelharnis, vóór of op den 1 Maart 1930. ai en 'eken. KLOTMSU LAAT NIET LOS Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren ADVERTEERT IN Gevraagd een Brieven en inlichtingen aan A. MUNTERS Jr., Gem.-Secretaris te HERRINGEN. ONZE EILANDEN^ Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0»075 ADVERTENTIËN van 16 regels 1»20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 12E JAARGANG. N°. 31 „Dit is het kenmerk der waarach tige liefde! dat zp niet kan verbitteren." Een zeer behartenswaardige raadgeving is voorzeker déze: „Stel een wacht voor uwe lippen". De mond toch is de poort waardoor de gedachten de Wereld ingaan, dus vóór die poort dient een wacht gesteld, die alles wat daar uitgaat, streng en nauwgezet contro leert. Die controle mag natuurlijk niet uit sluitend door de voorzichtigheid worden waargenomen, want dan houdt laatstge noemde eerlijkheid en oprechtheid al te zeer terug. Liefde en vriendelijkheid voor anderen behooren bij die controle de voorzichtigheid te assisteeren en mede bij de poort zitting te houden en net „Gezond Verstand" zal de functie van waehtkommandant behooren waar te nemen. De woorden, die onzen mond verlaten, voeren ongetwijfeld onze gedachten mede, doch zeer zeker niet altfld onze gevoelens. Voorzichtigheid houdt bij den mensch, me nigmaal maar al te veel de ware gevoelens terug en laat waardelooze surrogaten daar van zonder bezwaar door. Liefde en vriend schap protesteeren daartegen menigmaal en oprechtheid en eerlijkheid laten zich ont stemd en niet zonder protest, weder naar binnen duwen. Doch voorzichtigheid, liefde en mededoogen reiken elkander ook wel me nigmaal de hand daar, waar het gesproken woord veel kwaads zou verrichten. Zij ver scherpen dan met recht hunne controle. Het „Stel een wacht voor uwe lippen", beteekent evenwel niet zoo zeer, „Wees be dacht op eigen veiligheid, op eigen belang, op eigen gemak en op het voorkomen van onaangenaamheden voor zelf", dan welt „Overweeg de belangen, de vreugde en het levensgeluk van anderen". Somtijds toch vor deren deze belangrijke argumenten, dat onze woorden, die onze gedachten naar buiten willen brengen, met kracht worden terugge drongen; doch niet zelden ook waarschuwen ons geweten, onze liefde, onze vriendschap en ons rechtvaardigheidsgevoel onsom toch vooral en zonder voorbehoud, uit te spre ken wat wij door overtuiging meenen en wat ons gevoel ons dringt te openbaren. En in dat opzicht mogen wjj absoluut niet de raadgevingen, de meeningen en inzichten van anderen volgen, maar moeten wij uitsluitend rekenschap houden met onze eigen ervarin gen, ons eigen beterweten en vooral naar de rechtsprekende stem in ons binnenste luisteren. De beweegredenen van anderen en hunne uitspraken mogen niet onvoor waardelijk en zonder uitsluiting de onze zijn. Onze eigen stoffelijke oogen moeten aan schouwen, ons zielsoog moeten waarnemen en ons eigen verstand moet, aan de hand van een strikt rechtvaardigheidsgevoel, oor- doelen alvorens onze handelingen naar hunne resultaten worden ingericht en ten uitvoer gebracht. Onze mond de poort woordoor onze gedachten en bijgevolg ook onze wenschen en ons willen uitgaan moet ten alle töde streng worden bewaakt, maar over 'den drempel van die poort mogen de in orde bevonden gedachten, meeningen en gevoe lens vrijelijk de wereld en de vrijheid, in- gaan. Wjj mogen geen moordkuil van', ons hart makenuit vrees, dat onze ware ge FEUILLETON. W. HEIMBURG. VERTALING VAN HERMINE. Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.) 54) Onder deze menschlievende leugen had zij ^/ol- meijer krachtig de hand gedrukt, vluchtig voor de Brankwitzen gebogen en mama een zoen op het voorhoofd gegeven, waarop zij zich met een uiter lijk zóó welbehaaglijk voorkomen in een gro'qten stoel liet neervallen, dat ik ondanks alles een glim lach niet kon weerhouden. Ik had Olga Selman en ook Otto van Brankwitz met een stijf hoofdknikje begroet, weerstond kalm den vorschenden en verstoorden blik van mijn stiefvader en zette mij tusschen mama en Olga, zonder aan het gesprek deel te nemen, 't Was een wonderlijk gemengd gezelschap. De gesprekken liepen over zeer algemeene zaken, politieke gebeur tenissen, Berlijnsche nieuwtjes en verdere kleine voorvallen uit het dagelijksche leven. De freule, die de Brankwitzen totaal negeerde en als zij niet kan nalaten het woord tot hen te richten, hen toch met ijskoude onverschilligheid voorbijzag, bracht het gesprek op het feest van den volgenden dag, vroeg of zij wij aten ditmaal in mama's kamer in de feestzaal de tombola met de prijzen eens mocht bekijken, en dankte al bij voorbaat voor de voelens mede zullen ontsnappen. Want juist op die ware gevoelens hebben onze mede- menschen het volste recht. Recht en billik1 beid bestaan niet slechts, om van anderen te worden geëischt. De poortwacht is menig maal wel wat nalatig en flauw en laat daar door drogredeneeringen, overdrijvingen en fantastische beschouwingen maar al tedik- ls, zonder tegenwerpingen en ongehin derd door. Het gevaar daarvan voor anderen, maar ook voor onszelf, behoeft ter nauwer-, nood aangetoond; het is duidelijk waarneem baar. Die open mondpoort en die onbetrouw bare poortwacht, die menigmaal niet op haar post is, mogen als de onmiddellyke oorzaken worden beschouwd van nameloos menschenleed, van groot gevaar en veel ver warring. Er zijn maar al te zeer menschen te vinden, die oordeelen zonder zelf ervaren te hebben, die op gezag van anderen hunne conclusies maken die onware voorstellingen zonder nadenken verspreiden en menigmaal zelf nog wat bijkleuren of aandikken. Ja, die poort zonder poortwacht maakt heel wat slachtoffers; doch de poortwacht zelf is nu en dan ook lang niet veilig. Zij toch houdt veeltijds heel wat terug, waaraan noodwendig de ruimte moest worden gege ven en dat de wijde wereld behoorde te worden ingezonden om begane onrechtvaar digheden te herstellen en wreede vonnissen te herroepen. De onbewaakte mondpoort heeft oorlogen te weeg gebracht, heeft aan duizenden en nog eens duizenden het leven gekost, heeft scheiding gebracht waar liefde had vereend, heeft misstanden doen ontstaan, die nimmer zijn opgehelderd, heeft bloesems doen af rukken, die heerlijke vruchten zouden hebben gegeven en bloemen doen verflensen, die liefelijk zouden hebben gegeurd. Hoe licht vaardig toch worden menigmaal woorden daarheen geworpen, die dieper wonden dan het scherpste zwaard. Wat brengt, behalve het onbedachtzaam uitgesproken woord, de opzettelijke leugen niet al ontroering, vaak ontsteltenis te weeg. Gewone babbelzucht kan oorzaak worden, dat iemands ongerepte naam door het slijk wordt gesleurd, dat de eer van hem of haar voor altijd wordt be zoedeld. En dit alles, omdat de poortwacht niet aanwezig was, of wel niet nauwgezet handelend optrad. O, rechtvaardigheid in oordeelen kan zooveel duisternis voorkomen, zooveel licht maken wat duister is. Een vriendelijk, deelnemend of rechtsprekend woord kan zooveel machtiger blflken te zLjn, dan 'n scherpe, vinnige uiting, dan een be vooroordeelde of partijdige uitspraak, die toch altyd verbittert en nimmer iets goeds uitwerken. De mensch ook de verstandige, de ernstig zoekende mensch, wordt meeren- deels ten strijde geroepen door zyne nei gingen, door zijne hartstochten en vooral ook door zijne zwakheden. Het verstand heeft de zware taak, dien strijd tot de over winning te leiden. Achter de mondpoort, die de uitgang van 's menschen gedachten is, wordt die strijd gestreden; en onze ge dachten verlaten, door het verstand, door het rechtsgevoel en niet het minst door de algemeene menschenliefde gecontroleerd, de mondpoort. Zóó althans zal het zjjn, wan neer „de wacht" vóór de poort aanwezig is en haar plicht doet onverflauwd en streng O, de liefde heeft, bij het onderzoek der gedachten, het verstand sterk te steunen en haar taak is mede zwaar. Hier wordt niet. zoozeer bedoeld de persoonlijke liefde, die maar al te vaak hare zwakke zyde heeft, wat men zou kunnen noemen „ledéfautde sa qualité". Neen, het is die algemeene liefde, die niet verwant is aan vleesch en bloed, die niet geïnspireerd wordt door per soonlijke gehechtheid en bewondering, maar die geheel vrij staatj waar zij ook geroepen wordt en in functie treedt. Het is die eerlijke, die bedachtzame en toch spontane liefde, die alle schoonheid in zich heeft en die vol komen zuiver is van eigenbelang, van trots, van eerzucht, vereerdbeid en verdere aan klevende zwakheden. De liefde, die sterk staat, die geen uitzonderingen maakt, die niet aan het lijntje loopt van persoonlijk heden, is als 't ware de rechterhand van het verstand en mede van het recht. Deze liefde staat veel hooger dan onze persoon lijke liefde, die menigmaal maar al te veel door de ylngers ziet wat niet zuiver en niet recht is, en die ook niet geheel vrij is van een zekere trots, die meestal uit genegen- heidsbewondering ontstaat. Bij voorbeeld: ons eigen kind is „het kind", onze zoon of broeder, die officier is, is „de officier" enz. De hooge liefde hierbêdoeld, moet beslist deel uitmaken van de wacht aan de poort, waardoor onze gedachten naar buiten komen. Want het verstand alleen, wordt menigmaal tane liefde, die alle schoonheid in zich heeft is meermalen niet op zijn post. Een nauwgezette poortwacht is zeker wel mede de beste waarborg voor onze zielsrust, voor onzen vrede en voor ons werkelijk geluk. Doch de werkelijke liefde, die niet ver bitteren kan, die vreugde en vrede wil ver spreiden, moet deel uitmaken van de wacht voor onzen mond. VIKING. giften, die ongetwijfeld in de armenkas zouden vloeien. Brankwitz wendde zich verscheidene ma len tot haar met een vraag, die telkens beleefd, hoewel zeer kortaf werd beantwoord. „Kent gij soms graaf Arvensleben op Rodwitz, freule?" vroeg hij. „Ja wel," antwoordde zij. „Wat is er met hem gebeurd?" „O, niets. Ik hoorde onderweg maar óver hem spreken niet waar, Olga? Zijn goederen moeten prachtig zijn." „Ja, zij spannen tegenwoordig de kroon," ant woordde de oude dame. „De graaf heeft er die weer bovenop gebracht. Toen hij ze voor vijfen twintig jaar aankocht, was 't er slecht mee ge steld, maar door zijn geestkracht en verstandig beheer zijn ze nu een voorbeeld voor den geheelen omtrek geworden. Hij is de rijkste grondbezitter hier in de buurt." „Wel zoo!" zeide Brankwitz. „En dit zegt tegen woordig niet weinig, nu men er als oeconoom zoo menigmaal geld bijlegt." „Hij heeft zes kinderen," hernam de freule, „twee gehuwde en één ongehuwde dochter en drie zoons; de oudste is officier bij de dragonders." „Dat zal ook niet goedkoop zijn," mompelde mijn stiefvader. „De oude heer zal wil dikwijls de hand in de beurs moeten steken." Hierbij wierp hij Brankwitz een veelbeteekenenden blik toe. „Hij houdt zijn jongens flink onder den duim," merkte de freule aan, een reinet schillende. „Mama was zeer stil en zag er slechter uit dan ooit. Mevrouw Selman bracht weer een ander on derwerp op het tapijt. Zij vond den prijs voor de loten van de tombola te laag wat zouden die kwartjes opbrengen? Wybert-tabletten on der het oefenen ter bescherming van de keel, vóór het op treden ter zuivering van de stem. (Adv.) De afdeeling Zuid-Holland van het Neder- landsch Trekpaarden Stamboek heeft Donder dagmiddag in Suisse te Rotterdam, onder voorzitterschap van den heer A. A. Mijs te Sommelsdijk, haar algemeene vergadering gehouden. De voorzitter heette in zijn openingswoord in het bijzonder welkom de heeren Sneep, lid van het hoofdbestuur, de Vries, secretaris van het hoofdbestuur, en Verhoeve, lid van de regelingscommissie. Spr. achtte het voor de regelingscommissie een voldoening, dat haar poging om weer een premie hengstenkeuring in elkaar te zetten, tot grootere belangstelling heeft ge leid voor deze vergadering. Hij betreurde het, dat de oorzaak van die grootere be langstelling niet gevonden wordt in een op leving van de paardenfokkerij. Moed houden en de liefhebberij niet verliezen, geldt vooral op dit gebied. Spr. hoopte, dat het binnen niet al te langen tijd anders mag worden, dat de paardenfokker^ dus weer loonend zal worden. Het verslag over 1929 van den secretaris, den heer L. Slis uit Oude Tonge, zegt dat er weer een jaar is voorbijgegaan met te lage prijzen, hetgeen zfln invloed deed go- voelen op het ledental. De stamboekkeurin gen hadden een vlot verloop; te Dordrecht waren goede dieren te zien. De financiën der afdeeling staan er goed voor. De gewone rekening heeft een voordeelig saldo van ƒ477 op N.H Landbouwcrediet komt een vermeer dering voor van 226, zoodat er over 1929 een vermeerdering is van 703. Evenals vorige jaren stelde de afdeeling premies beschikbaar voor merries met afstammelin gen. Deze werden behaald door Jacobinede Steen van Mijs Koert, Baby van Kort, Camae- lie van My's Koert, Lidie van denzelfde en Truida van den secretaris. Ook werden prij zen beschikbaar gesteld voor ingevoerde merriëngeen der leden maakte hiervan ge bruik. De rekening van den penningmeester werd goedgekeurd. Aan contributie van 269 leden werd ontvangen 941,50. De heer van Strien bracht verslag uit van de algemeene vergadering 1929. Behandeld werd de agenda voor de alge meene vergadering, 26 dezer te 's-Gravenhage te houden. De voorzitter beval den leden het bijwonen van deze vergadering aan. Besloten werd het voorstel Gelderland, om hengsten jonger dan 3| jaar niet in het Stamboek B. over te schrijven, niet te steunen, en ook het tweede voorstel-Gelderland, om hengsten boven 8 jaar voor 8 of 10 jaar goed te laten keuren, geen steun te verleenen. De voor zitter sprak den wensch uit, dat de algemeene vergadering den periodiek aftredenden voor zitter, jhr. van Vredenburgh, zal herkiezen. Hy achtte dit zeer in het belang van het Stamboek. De vergadering gaf hiermee haar instemming te kennen. Nu de heer de Vries als secretaris-penningmeester zal heengaan, meende de voorzitter te mogen wijzen op diens verdiensten. Hij betreurde het, dat de heer de Vries zyn functie neerlegt, en hp bracht dezen hulde en dank, waaraan hy den wensch toevoegde, dat de heer de Vries een welverdiende rust zal genieten, maar dat hy zijn belangstelling aan het Stamboek zal blij ven geven. Tot afgevaardigden naar de algemeene ver gadering werden benoemd de heeren Staring en van Strien. Tot jury-lid en tot plaatsvervangend jury lid voor de stamboekkeuring van merriën in Zuid-Holland, werden benoemd resp. de heeren de Bruin en Dam. De aftredende bestuursleden, de heeren L. Bosschieter en L. Slis, werden herkozen. Het aftredende hoofdbestuurslid, de heer A. A. Mijs, werd met algemeene stemmen herkozen. Besloten werd voorts, weer als bijslag op de provinciale premiekeuring medailles en pryzen beschikbaar te stellen. Het voorstel om vergoeding te geven voor den aankoop van ionge paarden, lokte een vrij uitvoerige gedachtenwisseling uit. De vergadering ver- eenigde er zich ten slotte mede, ter aan moediging van de fokkerij in Zuid-Holland en ter bevordering van de uitbreiding van het aantal fokkers, uit de afdeelingskas gelden beschikbaar te stellen en aan het hoofdbestuur gelden aan te vragen voor den „Ik vind een kwartje al te veel voor onze Westen bergers," kwam de freule hiertegen op. „Wij heb ben de kwartjes hier maar niet zoo voor het op rapen." 't Was een ontzettende middag; en eindelijk begreep ik mama niet 't was immers maar uit stel van excecutie, we konden de freule toch niet eeuwig bij ons houden. Straks ging zij heen en dan zou de storm met vernieuwde kracht losbarsten, dan zou die bleeke, onberispelijk net gekleede man misschien zelf op mij aanstormen, dan zou ik ja, wat zou ik dan? Hij keek mij onophoudelijk aanik voelde dit, hoewel ik hem met geen enkelen blik verwaardigde. „Annelise," riep de freule over de tafel, „ik schaak je straks, hoor! Ge moet mij nog even helpen bij mijn kleine presenten voor de tombola. Ja, mijn waarde Wolmeijer, ge zult verbaasd staan over wat ge van mij krijgt. Iets ontzettend pro zaïsch, maar hoogst practisch! Maar Annelise moet mij nog helpen, omdat Josephine Ik glimlachte. Die goede tante! ,,'t Spijt mij, maar Annelise pardon, freule zal hare moeder moeten helpen, 't Spijt mij wel, freule maar „Ik heb niets meer voor Annelise te doen, alles is klaar," viel mama hier in. „Ziet ge wel, Wolmeijer!" riep de freule zege vierend. „Ge gaat dus straks met mij mee, mijn gansje!" De maaltijd was afgeloopen en wij begaven ons naar de kleine tent, waar de koffie gereed stond. De heeren wilden een sigaar rooken en trokken zich in Wolmeijer's daarnaast gelegen kamer terug. „Breng de koffie hier Annelise!" beval hij. Ik zette twee volle kopjes op een presenteer Bronchitis en Kinkhoest Bronchitis en Kinkhoest Siroop perflesch 1 qld. Bonbons per doos 60 ct Bij Apoth. en Drogisten (Adv.) blaadje en stuurde Frederik hiermee naar binnen. Mevrouw Selman verliet de kamer; zij was moe van de reis en wilde wat rusten. Met een spotten- den glimlach ging zij heen. Wij bleven in de toemenende schemering achter. De freule praatte over onverschillige zaken door en mama deed haar best de noodige belangstelling daarvoor te toonen. Eens na een korte pauze greep zij de hand van de oude dame en zeide„Ik dank u" „Ge weet wel, Lena, ge kunt op mij rekenen maar begrijpen doe ik al dat bedrog niet." „O, ik zal later alles ophelderen," antwoordde mama, „en Hier zweeg zij en zette zich rechtop in haar stoel. Uit de zijkamer de spreker moest dicht bij de dame staan drongen de woorden zoo duidelijk tot ons door alsof zij vlak bij ons werden gesproken. „De oude Arvensleben is in zeer goeden doen," zeide mijn stiefvader, „van risico is dus geen sprake zesduizend gulden contant, twaalfduizend effecten, over twee maanden te voldoen. Zeg hem dat maar, dien vroolijken Frans!" De freule luisterde onwillekeurig. Haar neus werd bleek en spits en zij keek nu naar de deur en dan naar ons. ,,'t Is bijzonder gehoorig hier, Lena merkte zij kortaf aan. Mama was opgesprongen, maar ging weer zitten; op haar gelaat stond een zenuwachtige onrust te lezen. „Wat zegt ge?" klonk Wolmeijer's stem nu op nieuw. „Mij dunkt, dat gij tevreden kunt zijn over de zaken, die ge met mijn geld doet. Hoe kunt ge zeggen, dat ge daardoor in ongelegenheid zijt ge komen? Ge leeft immers als een prins. Dat gij je groot vermogen hebt verspeeld, kan ik toch niet helpen, en bovendien verdient gij genoeg met je experimenten." nvoer van jong fok materiaal, met bepaling van het maximum bedrag op ƒ1000. Daarby zal het systeem gevolgd worden, dat ieder op eigen risico jaarlingen of tweejarige paarden kan koopen en deze een premie zullen ontvangen als de keuringscommissie ze een premie waard acht. Per circulaire zal den leden van deze aangelegenheid ken nis worden gegeven. Nog werd de wenschelijkheid besproken, reclame te maken voor paardentractie tegen over motortractie, op kosten van de kas van het hoofdbestuur. De heer de Vries meende, dat bij de wegenverbetering het paard niet verdrongen moet worden dooi* b.v. de glad heid van den weg; dit is een landbouwbelang. De vergadering stelde op een bepaalde reclamecampagne geen prijs, maar had er geen bezwaar tegen, dat het hoofdbestuur waakt tegen verkeerde voorstellingen, onjuis te cyfers enz. en dat het een juiste meening onder het publiek verspreidt. Bij de rondvraag dankte de heer de Vries den voorzitter voor diens vriendelijke woor den, den heer Slis en de leden voor de ver leende samenwerking. Hy beval zich in aller herinnering aan. De vergadering werd hierna gesloten. In verband met onze geplaatste adver tentie in „Maas- en Scheldebode" en*„Onze Eilanden", van j.l. Zaterdag, door middel waarvan de Flakkeesche aardbeienteelers ter vergadering worden verzocht tegen Woens dag 19 Febr. n.m. 3 30 uur in Hotel Zaaijer, komt het mij gewenscht voor, belangheb benden er op te wijzen, dat niemand hunner deze vergadering verzuimd. Gezien de met aardbeien bebouwde opper vlakte op ons eiland is het in aller belang en wel speciaal in het belang van den kleinen verbouwer, dat we hand aan hand gaan Wanneer enkele groot verbouwers hun steun ODtzeggen, dan maken ze het den kleinen verbouwers vrijwel on mogelijk, om iets ten goede te bereiken. Een onzer aardbeienkweekers veilingvoor stander deelde ons vorige week mede, dat enkele kooplieden nu al bezig zijn om de aardbeien uit de hand te koopen. Waarom zij Fiakkee als operatieterreiD kiezen zal U allen wel duidelijk zijn. Immers indeaard- beieüstreken als Barendrecht, Beverwijk, Zuid-Beveland enz. kan men de kweekers niet zoo gemakkelijk tot verkoop uit de hand bewegen. Die hebben de voordeelen van hun veiling reeds lang begrepen Laten wij nu ook eens verstandige menschen worden en het zoogenaamde „met de kop door de muur" laten varen. De geschiedenis heeft reeds lang bewezen dat een veiling de ideale verkoop is voor de kweekers. Gezien de groote uit breiding van verschillende tuinbouwproduc ten op ons eiland is het dringend noodza kelijk, dat ook wij een goed functioneerende „De helft, precies de helft, beste oom," zeide Brankwitz. „Méér geeft gij inij niet, hoewel ik mij altijd voor u in de bres moet stellen, als er gevaar bij de zaak is." „Is de helft niet genoeg? En van welk gevaar spreekt ge? Denkt ge, dat de oude Berenroder iets tegen ons zal durven ondernemen, omdat zijn zoon, die lichtmis, zich een kogel door het hoofd heeft gejaagd? Stel je zulke dwaze dingen toch niet voor. De Berenroders zijn genoeg aan de kaak gesteld door dat proces over de speelschuld van dien broer zij zullen zich wel stilhouden." De freule stond plotseling op. „Ik ga, Annelise," mompelde zij, „breng je mama naar een andere kamer! Lena, sta op, en ga na'ar je eigen kamer!" liet zij er halfluid op volgen, terwijl zij mama bij den schouder heen en weder schudde. Het volgend oogenblik was zij verdwenen. Ik sloeg den arm om mama heen. „Kom mee, mama!" riep ik angstig, daar zij zoo strak en akelig naar de tusschendeur keek. „Zwijg!" fluisterde zij driftig, mijn de hand op den mond drukkende. Diepe schemering omringde ons. Mijn hoofd lag in haar schoot en ik voelde hoe haar gansche lichaam beefde. Zij hield mijn haar in hare hand geklemd, zoo krampachtig, dat ze mij pijn deed, toen het gesprek, dat zij wilde af luisteren, werd voortgezet: „Ik zeg u nog eens, oom," hernam Brankwitz, „ik heb er meer dan genoeg van, op die manier om den tuin te worden geleid. Uw in dc lucht zwevende beloften kunnen mij niets ter wereld schelen. Ik kan niets ondernemen en daar ik nu inzie, dat ik weinig kans heb ooit uw schoonzoon te worden, zoo (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1