HoesémhÉË
Anja
flinke Huishoudster.
GIMBORN'S
JIJANOl
WOENSDAG
19 FEBRUARI 1930
Een wacht voor de Poort.
DOOR EENS ANDERS SCHULD.
TREKPAARDEN STAMBOEK.
Aardbeienteelers op Flakkee.
van Vugt en Anna E. C. M. Hopmans;
nelia Lena, d, v. Adrianus M. L. van
Grient en Krijntje Leijdens; Maria The-
ia, d. v. Hartinus Bubbert en Catherina
d. Cappelle; Witte, z. v.LevinusVer
at en Cornelia Blok; Elisabeth Jacoba,
Cornelis Huysmans en Anthonia Hui-
chtse.
Iverledeni Dingena Ardon, 63 j.echtgen.
Jacob Beijer; Margrieta in 't Veld, 80
wed. van Simon Beijer.
Predikbeurten.
Zondag 16 Februari 1930.
NEDEKLANDsCÜ HERVORMDE KERK.
Idelharms, vm. leeskerk en 's av. dhr. Vetter,
nmelsdijk, vm. leesk. en 's av. ds. van Araeide.
bsland, vm. ds. v. d. Wal.
rkingen, nm ds Dekker uit Nieuwe Tonge.
issant, nm. ds. van der Wal.
iiendaai, vm. en 's av. dhr. Bouman.
3dereede, nm. ds. Polhuijs uit Stad.
ddorp, vm. leeskerk en nm. ds. Vlasblom,
mwe Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds. Dekker,
de Tonge, vm ds. Vlasblom en's ar. leeskerk.
tgeusplaat, vm. ds, van Ameide en 's av.
eeskerk.
igstraat, vm. en nm. dhr. Vetter.
Bommel, vm. leeskerk en nm. ds. v. Amstel
an Putten.
aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhujjs en
aam leeskerk.
llevoetsluis, vm. en 's av. ds. Timmer.
mw-Helvoet, vm. ds. Priester,
juwenhoorn, vm. ds. de Voogd v. d.Straaten.
ckanje, vm. ds. Los van Zwartewaal.
stvoorne, vm. ds. Brinkerink.
Brpolders, vm. ds. Los.
envliet, vm. ds. Mol van Charante.
benbroek, nm. ds Meurs van Hekelingen,
denhoorn vm. ds. Bons.
PROTESTANTENBOND,
mmelsdijk, (Langeweg) 's av. 7 uur Ds. Kie-
loom te Bergen.
GEREFORMEERDE KERK.
ddelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
ellendam, vm. en 's av. leeskerk.
ddorp, vm. en nm. leeskerk.
ltgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange,
u Bommel, vm. en 's av. ds. Schaafsma.
ad a.'t Haringvliet, vm. en's av. ds. de Graaft*,
dlevoetsluis, 's av. ds. Westerhuijs.
suw-Helvoet, vm. ds. Westerhuys.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE,
id aan 't Haringvliet, vm., nm. en'sav.lees-
terk.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN,
ddelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
rksland, vm. en 's av. ds. de Blois.
:rkingen, vm. en 'sav. leeskerk,
ddorp, vm. en nm. leeskerk.
Schoonhouden van sieraden. Een zilveren
gouden sieraad krijgt men het snelst en
st schoon met een borsteltje met lauw
iter en zeep. Doublé wordt het beste glim-
md gewreven met een drogen doek.
Schoensmeer. Hard geworden schoen-
ïeer kan men weer zacht maken door er een
:inigje terpentijn aan toe te voegen.
Vleeschpannen kan men grondig reinigen
or ze uit te koken met soda. Door in een
,n met een uien-smaak sodawater te laten
Iken kan men eveneens reuk en smaak van
verdrijven.
S.
AG
:nis.
:ocht
bij-
Biet
Allen, die iets te vorderen
hebben van- ot verschuldigd zijn
aan de nalatenschap van den Heer
PIETER PIETERSE, over
leden te Middelharnis, 20 Januari
1930 worden verzocht daarvan op
gave of betaling te doen ten kan
tore van Notaris P. A. VAN BUU-
REN te Middelharnis, vóór of op
den 1 Maart 1930.
ai en
'eken.
KLOTMSU
LAAT NIET LOS
Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren
ADVERTEERT IN
Gevraagd een
Brieven en inlichtingen aan A.
MUNTERS Jr., Gem.-Secretaris te
HERRINGEN.
ONZE EILANDEN^
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0»075
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1»20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
12E JAARGANG.
N°. 31
„Dit is het kenmerk der waarach
tige liefde! dat zp niet kan verbitteren."
Een zeer behartenswaardige raadgeving is
voorzeker déze: „Stel een wacht voor uwe
lippen".
De mond toch is de poort waardoor de
gedachten de Wereld ingaan, dus vóór die
poort dient een wacht gesteld, die alles wat
daar uitgaat, streng en nauwgezet contro
leert. Die controle mag natuurlijk niet uit
sluitend door de voorzichtigheid worden
waargenomen, want dan houdt laatstge
noemde eerlijkheid en oprechtheid al te zeer
terug. Liefde en vriendelijkheid voor anderen
behooren bij die controle de voorzichtigheid
te assisteeren en mede bij de poort zitting
te houden en net „Gezond Verstand" zal
de functie van waehtkommandant behooren
waar te nemen.
De woorden, die onzen mond verlaten,
voeren ongetwijfeld onze gedachten mede,
doch zeer zeker niet altfld onze gevoelens.
Voorzichtigheid houdt bij den mensch, me
nigmaal maar al te veel de ware gevoelens
terug en laat waardelooze surrogaten daar
van zonder bezwaar door. Liefde en vriend
schap protesteeren daartegen menigmaal en
oprechtheid en eerlijkheid laten zich ont
stemd en niet zonder protest, weder naar
binnen duwen. Doch voorzichtigheid, liefde
en mededoogen reiken elkander ook wel me
nigmaal de hand daar, waar het gesproken
woord veel kwaads zou verrichten. Zij ver
scherpen dan met recht hunne controle.
Het „Stel een wacht voor uwe lippen",
beteekent evenwel niet zoo zeer, „Wees be
dacht op eigen veiligheid, op eigen belang,
op eigen gemak en op het voorkomen van
onaangenaamheden voor zelf", dan welt
„Overweeg de belangen, de vreugde en het
levensgeluk van anderen". Somtijds toch vor
deren deze belangrijke argumenten, dat onze
woorden, die onze gedachten naar buiten
willen brengen, met kracht worden terugge
drongen; doch niet zelden ook waarschuwen
ons geweten, onze liefde, onze vriendschap
en ons rechtvaardigheidsgevoel onsom toch
vooral en zonder voorbehoud, uit te spre
ken wat wij door overtuiging meenen en wat
ons gevoel ons dringt te openbaren. En in
dat opzicht mogen wjj absoluut niet de
raadgevingen, de meeningen en inzichten van
anderen volgen, maar moeten wij uitsluitend
rekenschap houden met onze eigen ervarin
gen, ons eigen beterweten en vooral naar
de rechtsprekende stem in ons binnenste
luisteren. De beweegredenen van anderen
en hunne uitspraken mogen niet onvoor
waardelijk en zonder uitsluiting de onze zijn.
Onze eigen stoffelijke oogen moeten aan
schouwen, ons zielsoog moeten waarnemen
en ons eigen verstand moet, aan de hand
van een strikt rechtvaardigheidsgevoel, oor-
doelen alvorens onze handelingen naar
hunne resultaten worden ingericht en ten
uitvoer gebracht.
Onze mond de poort woordoor onze
gedachten en bijgevolg ook onze wenschen
en ons willen uitgaan moet ten alle töde
streng worden bewaakt, maar over 'den
drempel van die poort mogen de in orde
bevonden gedachten, meeningen en gevoe
lens vrijelijk de wereld en de vrijheid, in-
gaan. Wjj mogen geen moordkuil van', ons
hart makenuit vrees, dat onze ware ge
FEUILLETON.
W. HEIMBURG.
VERTALING VAN HERMINE.
Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.)
54)
Onder deze menschlievende leugen had zij ^/ol-
meijer krachtig de hand gedrukt, vluchtig voor de
Brankwitzen gebogen en mama een zoen op het
voorhoofd gegeven, waarop zij zich met een uiter
lijk zóó welbehaaglijk voorkomen in een gro'qten
stoel liet neervallen, dat ik ondanks alles een glim
lach niet kon weerhouden.
Ik had Olga Selman en ook Otto van Brankwitz
met een stijf hoofdknikje begroet, weerstond kalm
den vorschenden en verstoorden blik van mijn
stiefvader en zette mij tusschen mama en Olga,
zonder aan het gesprek deel te nemen, 't Was een
wonderlijk gemengd gezelschap. De gesprekken
liepen over zeer algemeene zaken, politieke gebeur
tenissen, Berlijnsche nieuwtjes en verdere kleine
voorvallen uit het dagelijksche leven. De freule,
die de Brankwitzen totaal negeerde en als zij niet
kan nalaten het woord tot hen te richten, hen toch
met ijskoude onverschilligheid voorbijzag, bracht
het gesprek op het feest van den volgenden dag,
vroeg of zij wij aten ditmaal in mama's kamer
in de feestzaal de tombola met de prijzen eens
mocht bekijken, en dankte al bij voorbaat voor de
voelens mede zullen ontsnappen. Want juist
op die ware gevoelens hebben onze mede-
menschen het volste recht. Recht en billik1
beid bestaan niet slechts, om van anderen
te worden geëischt. De poortwacht is menig
maal wel wat nalatig en flauw en laat daar
door drogredeneeringen, overdrijvingen en
fantastische beschouwingen maar al tedik-
ls, zonder tegenwerpingen en ongehin
derd door. Het gevaar daarvan voor anderen,
maar ook voor onszelf, behoeft ter nauwer-,
nood aangetoond; het is duidelijk waarneem
baar. Die open mondpoort en die onbetrouw
bare poortwacht, die menigmaal niet op
haar post is, mogen als de onmiddellyke
oorzaken worden beschouwd van nameloos
menschenleed, van groot gevaar en veel ver
warring. Er zijn maar al te zeer menschen
te vinden, die oordeelen zonder zelf ervaren
te hebben, die op gezag van anderen hunne
conclusies maken die onware voorstellingen
zonder nadenken verspreiden en menigmaal
zelf nog wat bijkleuren of aandikken. Ja,
die poort zonder poortwacht maakt heel
wat slachtoffers; doch de poortwacht zelf
is nu en dan ook lang niet veilig. Zij toch
houdt veeltijds heel wat terug, waaraan
noodwendig de ruimte moest worden gege
ven en dat de wijde wereld behoorde te
worden ingezonden om begane onrechtvaar
digheden te herstellen en wreede vonnissen
te herroepen.
De onbewaakte mondpoort heeft oorlogen
te weeg gebracht, heeft aan duizenden en
nog eens duizenden het leven gekost, heeft
scheiding gebracht waar liefde had vereend,
heeft misstanden doen ontstaan, die nimmer
zijn opgehelderd, heeft bloesems doen af
rukken, die heerlijke vruchten zouden hebben
gegeven en bloemen doen verflensen, die
liefelijk zouden hebben gegeurd. Hoe licht
vaardig toch worden menigmaal woorden
daarheen geworpen, die dieper wonden dan
het scherpste zwaard. Wat brengt, behalve
het onbedachtzaam uitgesproken woord, de
opzettelijke leugen niet al ontroering, vaak
ontsteltenis te weeg. Gewone babbelzucht
kan oorzaak worden, dat iemands ongerepte
naam door het slijk wordt gesleurd, dat de
eer van hem of haar voor altijd wordt be
zoedeld. En dit alles, omdat de poortwacht
niet aanwezig was, of wel niet nauwgezet
handelend optrad. O, rechtvaardigheid in
oordeelen kan zooveel duisternis voorkomen,
zooveel licht maken wat duister is. Een
vriendelijk, deelnemend of rechtsprekend
woord kan zooveel machtiger blflken te zLjn,
dan 'n scherpe, vinnige uiting, dan een be
vooroordeelde of partijdige uitspraak, die
toch altyd verbittert en nimmer iets goeds
uitwerken.
De mensch ook de verstandige, de
ernstig zoekende mensch, wordt meeren-
deels ten strijde geroepen door zyne nei
gingen, door zijne hartstochten en vooral
ook door zijne zwakheden. Het verstand
heeft de zware taak, dien strijd tot de over
winning te leiden. Achter de mondpoort,
die de uitgang van 's menschen gedachten
is, wordt die strijd gestreden; en onze ge
dachten verlaten, door het verstand, door
het rechtsgevoel en niet het minst door de
algemeene menschenliefde gecontroleerd, de
mondpoort. Zóó althans zal het zjjn, wan
neer „de wacht" vóór de poort aanwezig is
en haar plicht doet onverflauwd en streng
O, de liefde heeft, bij het onderzoek der
gedachten, het verstand sterk te steunen
en haar taak is mede zwaar. Hier wordt
niet. zoozeer bedoeld de persoonlijke liefde,
die maar al te vaak hare zwakke zyde heeft,
wat men zou kunnen noemen „ledéfautde
sa qualité". Neen, het is die algemeene
liefde, die niet verwant is aan vleesch en
bloed, die niet geïnspireerd wordt door per
soonlijke gehechtheid en bewondering, maar
die geheel vrij staatj waar zij ook geroepen
wordt en in functie treedt. Het is die eerlijke,
die bedachtzame en toch spontane liefde,
die alle schoonheid in zich heeft en die vol
komen zuiver is van eigenbelang, van trots,
van eerzucht, vereerdbeid en verdere aan
klevende zwakheden. De liefde, die sterk
staat, die geen uitzonderingen maakt, die
niet aan het lijntje loopt van persoonlijk
heden, is als 't ware de rechterhand van
het verstand en mede van het recht. Deze
liefde staat veel hooger dan onze persoon
lijke liefde, die menigmaal maar al te veel
door de ylngers ziet wat niet zuiver en niet
recht is, en die ook niet geheel vrij is van
een zekere trots, die meestal uit genegen-
heidsbewondering ontstaat. Bij voorbeeld:
ons eigen kind is „het kind", onze zoon of
broeder, die officier is, is „de officier" enz.
De hooge liefde hierbêdoeld, moet beslist
deel uitmaken van de wacht aan de poort,
waardoor onze gedachten naar buiten komen.
Want het verstand alleen, wordt menigmaal
tane liefde, die alle schoonheid in zich heeft
is meermalen niet op zijn post.
Een nauwgezette poortwacht is zeker wel
mede de beste waarborg voor onze zielsrust,
voor onzen vrede en voor ons werkelijk geluk.
Doch de werkelijke liefde, die niet ver
bitteren kan, die vreugde en vrede wil ver
spreiden, moet deel uitmaken van de wacht
voor onzen mond.
VIKING.
giften, die ongetwijfeld in de armenkas zouden
vloeien. Brankwitz wendde zich verscheidene ma
len tot haar met een vraag, die telkens beleefd,
hoewel zeer kortaf werd beantwoord.
„Kent gij soms graaf Arvensleben op Rodwitz,
freule?" vroeg hij.
„Ja wel," antwoordde zij. „Wat is er met hem
gebeurd?"
„O, niets. Ik hoorde onderweg maar óver hem
spreken niet waar, Olga? Zijn goederen moeten
prachtig zijn."
„Ja, zij spannen tegenwoordig de kroon," ant
woordde de oude dame. „De graaf heeft er die
weer bovenop gebracht. Toen hij ze voor vijfen
twintig jaar aankocht, was 't er slecht mee ge
steld, maar door zijn geestkracht en verstandig
beheer zijn ze nu een voorbeeld voor den geheelen
omtrek geworden. Hij is de rijkste grondbezitter
hier in de buurt."
„Wel zoo!" zeide Brankwitz. „En dit zegt tegen
woordig niet weinig, nu men er als oeconoom zoo
menigmaal geld bijlegt."
„Hij heeft zes kinderen," hernam de freule, „twee
gehuwde en één ongehuwde dochter en drie zoons;
de oudste is officier bij de dragonders."
„Dat zal ook niet goedkoop zijn," mompelde
mijn stiefvader. „De oude heer zal wil dikwijls de
hand in de beurs moeten steken." Hierbij wierp hij
Brankwitz een veelbeteekenenden blik toe.
„Hij houdt zijn jongens flink onder den duim,"
merkte de freule aan, een reinet schillende.
„Mama was zeer stil en zag er slechter uit dan
ooit. Mevrouw Selman bracht weer een ander on
derwerp op het tapijt. Zij vond den prijs voor
de loten van de tombola te laag wat zouden die
kwartjes opbrengen?
Wybert-tabletten on
der het oefenen ter
bescherming van de
keel, vóór het op
treden ter zuivering
van de stem.
(Adv.)
De afdeeling Zuid-Holland van het Neder-
landsch Trekpaarden Stamboek heeft Donder
dagmiddag in Suisse te Rotterdam, onder
voorzitterschap van den heer A. A. Mijs te
Sommelsdijk, haar algemeene vergadering
gehouden.
De voorzitter heette in zijn openingswoord
in het bijzonder welkom de heeren Sneep,
lid van het hoofdbestuur, de Vries, secretaris
van het hoofdbestuur, en Verhoeve, lid van
de regelingscommissie.
Spr. achtte het voor de regelingscommissie
een voldoening, dat haar poging om weer
een premie hengstenkeuring in elkaar te
zetten, tot grootere belangstelling heeft ge
leid voor deze vergadering. Hij betreurde
het, dat de oorzaak van die grootere be
langstelling niet gevonden wordt in een op
leving van de paardenfokkerij. Moed houden
en de liefhebberij niet verliezen, geldt vooral
op dit gebied. Spr. hoopte, dat het binnen
niet al te langen tijd anders mag worden,
dat de paardenfokker^ dus weer loonend zal
worden.
Het verslag over 1929 van den secretaris,
den heer L. Slis uit Oude Tonge, zegt dat
er weer een jaar is voorbijgegaan met te
lage prijzen, hetgeen zfln invloed deed go-
voelen op het ledental. De stamboekkeurin
gen hadden een vlot verloop; te Dordrecht
waren goede dieren te zien. De financiën
der afdeeling staan er goed voor. De gewone
rekening heeft een voordeelig saldo van ƒ477
op N.H Landbouwcrediet komt een vermeer
dering voor van 226, zoodat er over 1929
een vermeerdering is van 703. Evenals
vorige jaren stelde de afdeeling premies
beschikbaar voor merries met afstammelin
gen. Deze werden behaald door Jacobinede
Steen van Mijs Koert, Baby van Kort, Camae-
lie van My's Koert, Lidie van denzelfde en
Truida van den secretaris. Ook werden prij
zen beschikbaar gesteld voor ingevoerde
merriëngeen der leden maakte hiervan ge
bruik.
De rekening van den penningmeester werd
goedgekeurd. Aan contributie van 269 leden
werd ontvangen 941,50.
De heer van Strien bracht verslag uit van
de algemeene vergadering 1929.
Behandeld werd de agenda voor de alge
meene vergadering, 26 dezer te 's-Gravenhage
te houden. De voorzitter beval den leden het
bijwonen van deze vergadering aan. Besloten
werd het voorstel Gelderland, om hengsten
jonger dan 3| jaar niet in het Stamboek B.
over te schrijven, niet te steunen, en ook
het tweede voorstel-Gelderland, om hengsten
boven 8 jaar voor 8 of 10 jaar goed te laten
keuren, geen steun te verleenen. De voor
zitter sprak den wensch uit, dat de algemeene
vergadering den periodiek aftredenden voor
zitter, jhr. van Vredenburgh, zal herkiezen.
Hy achtte dit zeer in het belang van het
Stamboek. De vergadering gaf hiermee haar
instemming te kennen. Nu de heer de Vries
als secretaris-penningmeester zal heengaan,
meende de voorzitter te mogen wijzen op
diens verdiensten. Hij betreurde het, dat de
heer de Vries zyn functie neerlegt, en hp
bracht dezen hulde en dank, waaraan hy den
wensch toevoegde, dat de heer de Vries een
welverdiende rust zal genieten, maar dat hy
zijn belangstelling aan het Stamboek zal blij
ven geven.
Tot afgevaardigden naar de algemeene ver
gadering werden benoemd de heeren Staring
en van Strien.
Tot jury-lid en tot plaatsvervangend jury
lid voor de stamboekkeuring van merriën in
Zuid-Holland, werden benoemd resp. de
heeren de Bruin en Dam.
De aftredende bestuursleden, de heeren
L. Bosschieter en L. Slis, werden herkozen.
Het aftredende hoofdbestuurslid, de heer
A. A. Mijs, werd met algemeene stemmen
herkozen.
Besloten werd voorts, weer als bijslag op
de provinciale premiekeuring medailles en
pryzen beschikbaar te stellen. Het voorstel
om vergoeding te geven voor den aankoop
van ionge paarden, lokte een vrij uitvoerige
gedachtenwisseling uit. De vergadering ver-
eenigde er zich ten slotte mede, ter aan
moediging van de fokkerij in Zuid-Holland
en ter bevordering van de uitbreiding van
het aantal fokkers, uit de afdeelingskas
gelden beschikbaar te stellen en aan het
hoofdbestuur gelden aan te vragen voor den
„Ik vind een kwartje al te veel voor onze Westen
bergers," kwam de freule hiertegen op. „Wij heb
ben de kwartjes hier maar niet zoo voor het op
rapen."
't Was een ontzettende middag; en eindelijk
begreep ik mama niet 't was immers maar uit
stel van excecutie, we konden de freule toch niet
eeuwig bij ons houden. Straks ging zij heen en dan
zou de storm met vernieuwde kracht losbarsten,
dan zou die bleeke, onberispelijk net gekleede man
misschien zelf op mij aanstormen, dan zou ik
ja, wat zou ik dan? Hij keek mij onophoudelijk
aanik voelde dit, hoewel ik hem met geen enkelen
blik verwaardigde.
„Annelise," riep de freule over de tafel, „ik
schaak je straks, hoor! Ge moet mij nog even
helpen bij mijn kleine presenten voor de tombola.
Ja, mijn waarde Wolmeijer, ge zult verbaasd staan
over wat ge van mij krijgt. Iets ontzettend pro
zaïsch, maar hoogst practisch! Maar Annelise moet
mij nog helpen, omdat Josephine
Ik glimlachte. Die goede tante!
,,'t Spijt mij, maar Annelise pardon, freule
zal hare moeder moeten helpen, 't Spijt mij wel,
freule maar
„Ik heb niets meer voor Annelise te doen, alles
is klaar," viel mama hier in.
„Ziet ge wel, Wolmeijer!" riep de freule zege
vierend. „Ge gaat dus straks met mij mee, mijn
gansje!"
De maaltijd was afgeloopen en wij begaven ons
naar de kleine tent, waar de koffie gereed stond.
De heeren wilden een sigaar rooken en trokken zich
in Wolmeijer's daarnaast gelegen kamer terug.
„Breng de koffie hier Annelise!" beval hij.
Ik zette twee volle kopjes op een presenteer
Bronchitis en Kinkhoest
Bronchitis en Kinkhoest
Siroop perflesch 1 qld.
Bonbons per doos 60 ct
Bij Apoth. en Drogisten
(Adv.)
blaadje en stuurde Frederik hiermee naar binnen.
Mevrouw Selman verliet de kamer; zij was moe
van de reis en wilde wat rusten. Met een spotten-
den glimlach ging zij heen.
Wij bleven in de toemenende schemering achter.
De freule praatte over onverschillige zaken door
en mama deed haar best de noodige belangstelling
daarvoor te toonen. Eens na een korte pauze greep
zij de hand van de oude dame en zeide„Ik dank u"
„Ge weet wel, Lena, ge kunt op mij rekenen
maar begrijpen doe ik al dat bedrog niet."
„O, ik zal later alles ophelderen," antwoordde
mama, „en Hier zweeg zij en zette zich rechtop
in haar stoel. Uit de zijkamer de spreker moest
dicht bij de dame staan drongen de woorden
zoo duidelijk tot ons door alsof zij vlak bij ons
werden gesproken.
„De oude Arvensleben is in zeer goeden doen,"
zeide mijn stiefvader, „van risico is dus geen sprake
zesduizend gulden contant, twaalfduizend effecten,
over twee maanden te voldoen. Zeg hem dat maar,
dien vroolijken Frans!"
De freule luisterde onwillekeurig. Haar neus
werd bleek en spits en zij keek nu naar de deur en
dan naar ons. ,,'t Is bijzonder gehoorig hier, Lena
merkte zij kortaf aan. Mama was opgesprongen,
maar ging weer zitten; op haar gelaat stond een
zenuwachtige onrust te lezen.
„Wat zegt ge?" klonk Wolmeijer's stem nu op
nieuw. „Mij dunkt, dat gij tevreden kunt zijn over
de zaken, die ge met mijn geld doet. Hoe kunt ge
zeggen, dat ge daardoor in ongelegenheid zijt ge
komen? Ge leeft immers als een prins. Dat gij je
groot vermogen hebt verspeeld, kan ik toch niet
helpen, en bovendien verdient gij genoeg met je
experimenten."
nvoer van jong fok materiaal, met bepaling
van het maximum bedrag op ƒ1000. Daarby
zal het systeem gevolgd worden, dat ieder
op eigen risico jaarlingen of tweejarige
paarden kan koopen en deze een premie
zullen ontvangen als de keuringscommissie
ze een premie waard acht. Per circulaire
zal den leden van deze aangelegenheid ken
nis worden gegeven.
Nog werd de wenschelijkheid besproken,
reclame te maken voor paardentractie tegen
over motortractie, op kosten van de kas van
het hoofdbestuur. De heer de Vries meende,
dat bij de wegenverbetering het paard niet
verdrongen moet worden dooi* b.v. de glad
heid van den weg; dit is een landbouwbelang.
De vergadering stelde op een bepaalde
reclamecampagne geen prijs, maar had er
geen bezwaar tegen, dat het hoofdbestuur
waakt tegen verkeerde voorstellingen, onjuis
te cyfers enz. en dat het een juiste meening
onder het publiek verspreidt.
Bij de rondvraag dankte de heer de Vries
den voorzitter voor diens vriendelijke woor
den, den heer Slis en de leden voor de ver
leende samenwerking. Hy beval zich in aller
herinnering aan.
De vergadering werd hierna gesloten.
In verband met onze geplaatste adver
tentie in „Maas- en Scheldebode" en*„Onze
Eilanden", van j.l. Zaterdag, door middel
waarvan de Flakkeesche aardbeienteelers ter
vergadering worden verzocht tegen Woens
dag 19 Febr. n.m. 3 30 uur in Hotel Zaaijer,
komt het mij gewenscht voor, belangheb
benden er op te wijzen, dat niemand hunner
deze vergadering verzuimd. Gezien de met
aardbeien bebouwde opper vlakte op ons eiland
is het in aller belang en wel speciaal in het
belang van den kleinen verbouwer, dat we
hand aan hand gaan Wanneer enkele groot
verbouwers hun steun ODtzeggen, dan maken
ze het den kleinen verbouwers vrijwel on
mogelijk, om iets ten goede te bereiken.
Een onzer aardbeienkweekers veilingvoor
stander deelde ons vorige week mede, dat
enkele kooplieden nu al bezig zijn om de
aardbeien uit de hand te koopen. Waarom
zij Fiakkee als operatieterreiD kiezen zal U
allen wel duidelijk zijn. Immers indeaard-
beieüstreken als Barendrecht, Beverwijk,
Zuid-Beveland enz. kan men de kweekers
niet zoo gemakkelijk tot verkoop uit de hand
bewegen. Die hebben de voordeelen van hun
veiling reeds lang begrepen Laten wij nu
ook eens verstandige menschen worden en
het zoogenaamde „met de kop door de muur"
laten varen. De geschiedenis heeft reeds lang
bewezen dat een veiling de ideale verkoop
is voor de kweekers. Gezien de groote uit
breiding van verschillende tuinbouwproduc
ten op ons eiland is het dringend noodza
kelijk, dat ook wij een goed functioneerende
„De helft, precies de helft, beste oom," zeide
Brankwitz. „Méér geeft gij inij niet, hoewel ik mij
altijd voor u in de bres moet stellen, als er gevaar
bij de zaak is."
„Is de helft niet genoeg? En van welk gevaar
spreekt ge? Denkt ge, dat de oude Berenroder iets
tegen ons zal durven ondernemen, omdat zijn zoon,
die lichtmis, zich een kogel door het hoofd heeft
gejaagd? Stel je zulke dwaze dingen toch niet voor.
De Berenroders zijn genoeg aan de kaak gesteld
door dat proces over de speelschuld van dien broer
zij zullen zich wel stilhouden."
De freule stond plotseling op. „Ik ga, Annelise,"
mompelde zij, „breng je mama naar een andere
kamer! Lena, sta op, en ga na'ar je eigen kamer!"
liet zij er halfluid op volgen, terwijl zij mama bij
den schouder heen en weder schudde. Het volgend
oogenblik was zij verdwenen.
Ik sloeg den arm om mama heen. „Kom mee,
mama!" riep ik angstig, daar zij zoo strak en akelig
naar de tusschendeur keek.
„Zwijg!" fluisterde zij driftig, mijn de hand op
den mond drukkende. Diepe schemering omringde
ons. Mijn hoofd lag in haar schoot en ik voelde hoe
haar gansche lichaam beefde. Zij hield mijn haar
in hare hand geklemd, zoo krampachtig, dat ze
mij pijn deed, toen het gesprek, dat zij wilde af
luisteren, werd voortgezet:
„Ik zeg u nog eens, oom," hernam Brankwitz,
„ik heb er meer dan genoeg van, op die manier
om den tuin te worden geleid. Uw in dc lucht
zwevende beloften kunnen mij niets ter wereld
schelen. Ik kan niets ondernemen en daar ik nu
inzie, dat ik weinig kans heb ooit uw schoonzoon
te worden, zoo
(Wordt vervolgd).