Leest „Onze Eilanden" I- Boerenleenbank Ploegen noodig? m at- Predikbeurten. »IIVG I bij Inzet S M. DE JAGER Westdijk, Middelharnis Mi d d e I harnis-Sommelsdijk D. JOPPE Cz. te Sommelsdijk VAN RUMPT AAMBEIEN. JL DE SALAMANDER JU WOENSDAG 5 FEBRUARI 1930 DOOR EENS ANDERS SCHULD. Keurig zittend Haar i v.m. Land- aan Jurp, BN. Inzet |recht li per- |2682, yeest adin Jtie B. !±74 eelen hee- :3D. inzet btj het |td(jk door N. den held. uur and- van en luis, Tariu erdt (Sand den Zoodag 2 Februari 1930. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. Middelharnis, vm. Ds. van Ameide (doop) en's a v leeskerk. Sommelsdjjk, vm. geen dienst en 's av. ds. van Ameide. Dirksland, vm. en's av. ds. Remme uit A'dam. Herkingen, geen opgaaf. Melissant, nm. dhr. Boaman van Stellendam. Stellendam, vm. en 's av. dhr. Bouman. Goedereede, nm. ds. Vlasblom van Oude Tonge. Ouddorp, vm. leeskerk en nm. ds. Remme van Amsterdam. Nieuwe Tonge, vm. ds. Oskam van Lexmond en 's av. ds. Dekker. Oude Tonge, vm. ds. Vlasblom en 's ar. leeskerk. Ooltgensplaat, vm. ds. Dekker en'sav.leeskerk. Langstraat, vm. en nam. dhr. Vetter. Den Bommel, nm. ds. Polhuys van Stad envm. leeskerk. Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en nam. leeskerk. Hellevoetsluis, vm. ds. Timmer. Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester. (Doop) Nieuwenhoorn, 'sav. ds.de Voogd v. d.Straaten. Rockanje, 's av. ds Timmer van Hellevoetsluis. Oostvoorne, vm. ds. Los van Vierpolders. Vierpolders, vm. ds. Brinkerink van Oostvoorne. Zwarte waal. vm. ds Los. Oudenhoorn vm. ds. Bons. Abbenbroek, nm. ds. Mol van Charante van Heenvlint. LUTHERSCHE KERK. Hellevoetsluis, 's av. ds. Schimdt uit Schiedam PROTESTANTENBOND. Sommelsdpk. (Langeweg) 's av. 7 uur Prof. Dr. M. C. van Mourik-Broekman uit Breda. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. ds. Ousoorn van Spijkenisse. Stellendam, vm. en 's av. ds. Bouma van R\js- senburg. Ouddorp, vm. en nm. leeskerk. Ooltgensplaat, vm. en nm. ds. de Lange. Den Bommel, vm. en nam. ds. Schaafsma. Stad a.'t Haringvliet, vm. en'sav. ds. deGraaff. Hellevoetsluis, 's av. ds. Westerhuijs. Nieuw-Helvoet. vm. ds. Westerhuijs. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Stad aan 't Haringvliet, vm., nm. en'sav. lees kerk. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk. Dirksland, vm. en 's av. ds. de Blois. Herkingen, vm. en 'sav. leeskerk. Ouddorp, vm. en nm. leeskerk. [iiiiiiiniiniiiiiiiiJiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiijniiniiinnininiiiiniiiTiniiiiiiiiiiiiiiiuiiuiiiiniiiijOiiiiii oiiDnionmiinniiiuniii innmnuiin nnnn m: uur in het LHARNIS. ej. de Wed. lelsdijk. JUREN. els ter rege- r H.H. Doc- pnschadelijk i bij ons talrijke al- Tte en vol- anco fle- its insluiten |leiding. 10- zeker van Succesvol I door mln- d de lange WIJ zijn olledste op. rijscourant. ERS Vinter Uw beien met DOM CAR- fan de N. V. sulfaten, j afdoende Ier deze be- rktulgen egezonden voor Goe- VENDE, ^ten voor nelsdljk. iftuin akkee ngeweg) lelangstel- KELIJK. iman alle irden ver- Gedipl. DAMESKAPPER Onze Damesbediende Is eiken dag aanwezig van 9-12, behalve Zaterdag, en 2-8 uur voor-het Onduleeren. APARTE SALON De bank leent gelden aan leden tegen 4.6 'sjaars. Zij neemt gelden op tegen 3,84 °/0 's jaars, ook van niet-leden. Voorschotten kunnen dagelijks aangevraagd worden bij een der leden van bet Bestuur. Gelegenheid tot inbrengen en terugbetaling van gelden eiken Maan dagavond en Vrijdagavond van 68 uur ten huize van den kassier Nieuwe, gebruikte of inruilen? Alle merken, alle modellen, alle prijzen. Steeds keus uit plm. 30 nieuwe en gebruikte modellen. UW ADRES IS: Stad aan 't Haringvliet RADICALE GENEZING de hardnekkigste Aambeien kunt U genezen binnen enkele weken. I Kipstraat 59, R'rtam I Niet goed. geld terng ADVERTEERT I.NTl Prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels» elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 12E JAARGANG. - N°. 27 DE GROOTEWERELD-SCHOUWBURG. Laat hier terstond gezegd zijn, dat onder het bovengenoemde onderwerp voor deze wel zeer oppervlakkige beschouwing, de oroote menschenwereld moet worden ver staan, die zoo onnoembaar veel omvat en waarin bij voortduring zoo oneindig veel wordt ten tooneele gevoerd, hetzij in too- neelspel, drama Qf blijspel. Nooit valt op het oroote wereldtooneel het scherm. Doch er bestaat een zeer groot verschil tusschen de millioenen acteurs, die in deze nooit gesloten schouwburg optreden en den artist-tooneelspeler, die in de kleine schouw- tooneelen, die wij ter ontspanning wenschen te bezoeken, voor het voetlicht optreedt. Immers laatstgenoemde de beroepsac teur tracht wel het leven uit te beelden zooals het is, doch hij weet daarbij, dat hij slechts een nabootser is van de werkelijk heid, die niet de zijne is. Hij geeft weer, hij stelt voor, maar misleidt niet; en straks, als zijn rol is' afgespeeld, trekt zijn eigen levens- rol in de werkelijkheid, hem weer terug hetzij dan bewogen of onbewogen hetzij dan met een lach of met een traan. Meestal heeft hij alléén zijn kunst lief, doch niet zoozeer de rol die hij vervult, die hij telkens en telkens weer moet uitbeelden, die gewoonte wordt inplaats van toegewijden kunstzin. Maar hoe dan ook de beroeps acteur zoekt de werkelijkheid uit te breiden en zijn poging daartoe is een streven naar kunstspel. Of de ingeoogste toejuiching hem beloont?... Heel anders is het in het wer kelijke leven. Ddar toch wordt geen naboot sing van de waarheid, maar de waarheid zelf gevraagd; geen comediespel, maar echtheid. Ddar bedoelen vereering en toejuiching: waar heid en echtheid. De mensch die nabootst, die spel geeft in- stede van werkelijkheid, geeft valsche munt uit en neemt de toejuichingen van zijne mede- menschen onrechtmatig in ontvangst. Het gewone schouwtooneel geeft spel, ver dichting en nabootsing; want dit toch wordt van dat tooneel gevraagd. Van de groote veelomvattende menschenwereld evenwel, wor den waarheid en werkelijkheid onvoorwaar delijk geëischt. De tooneelspeler op de planken tracht, indien hij waarlijk kunstenaar is, het leven en de menschen nauwgezet gade te slaan en de levenstoestanden, het doen en laten, het karakter, de hartstochten en het streven van den mensch zoo treffend mogelijk weer te geven. Maar de levenstaak van den mensch is een geheel andere. Zijn schouwtooneel, in den grootenschouwburg, die door ons„De Wereld" wordt genoemd, is het leven, en in dat leven vervult ook hij een rol, doch een geheel andere dan de beroepsacteur. Zijn optreden mag voor al geen spel zijn. De wereld is echtheid, het leven werkelijkheid, en de macht die alles geschapen heeft, is de Hoogste Waarheid, die wij steeds in vervulling zien gaan. Wij menschen kunnen, in het leven en in ons leven, geen waardige plaats innemen, als wij slechts een taak van nabootsing tot de onze maken, wanneer wij een rol van ver dichting, van onwaarheid spelen. De groote schouwburg de menschenwereld geeft helaas veel, heel veel spel te zien, hoewel de natuur, waarvan wij een levend, door de Hoogste Macht bevoorrecht en geïnspireerd voortbrengsel zijn, ons voortdurend toont, dat zij geen verdichting, maar in al hare openbaringen „Waarheid" is. FEUILLETON. ONZE EILANDEN W. HEIMBURG. VERTALING VAN HERMINE. Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.) 50) „Ja, ik weet ook wel, oude heks, dat een hoogere macht de hand in 't spel heeft," hernam hij lachend. „Vertel eens, wat hebt ge daarginds eigenlijk uit gevoerd? Als ik Brankwitz zijn zin had gegeven, zou ik je al met kerstmis uit je ballingschap ver lost hebben, maar gestraft moeten ze worden, heb ik tot mijn vrouw gezegd." En opnieuw lachte hij allerbeminnelijkst. „Dat zou jammer zijn geweest," antwoordde de nciht bedaard, maar haar doodsbleek gelaat ver ried hare inwendige ontroering. „We hadden zulke heerlijke kerstdagen." De toon van haar stem trof hein. Hij zag haar verwonderd aan. „Hoe zoo?" „Ik had nooit gedacht, dat ik dat geluk nog zou beleven," ging zij voort, terwijl zij met trillende hand een paar kruimels van de ontbijttafel veegde, ..en ik wilde maar dat Johanna 't ook nog beleefd had - dat Robert terug is." Hij was opgesprongen, nu even doodsbleek als de oude vrouw. „Robert?" herhaalde hij. „O daarom!" „Robert Nordman," zeide zij nog eens, met het Gevoelen wij het dan niet, zijn wij het dan niet bewust, hoe buitengewoon moeilijk, neen, hoe onmogelijk het leven van den mensch geworden is, doordat hij vergat, dat hij niet geroepen is, zijn leven tof een tooneelspel te maken en een rol van verdichting, van on waarheid te spelen. De weg van de wieg tot het graf is niet bevloerd met tooneelplanken of mag dit althans nimmer zijn. Het leven is ons groote schouwtooneel en „Werkelijkheid" is het leven. Wij mogen niet spelen... wij moeten ge ven wij moeten zijn. Alle verwarringen, alle moeilijkheden ontstaan door dat nietzijn". Wij komen elkaar gekunsteld tegemoet, wij spelen zijn rol, van verdichting, van naboot sing, van onwaarheid. Wij willen ons wit toonen... "en wij zijn, al of niet van aanleg, zoo niet zwart, dan toch in een groot deel van ons streven, van ons doen en laten, van een donkere kleur niet wit althans. Neen, dat moeten wij worden, daarnaar moeten wij streven. De natuur, zoo zal men zeggen, heeft vele kleuren: fraaie lichte en ook donkere kleuren. In het leven van den mensch zijn ook vele, vele kleuren. De donkere kleuren worden niet het minst door ons bewonderd. Maar in die kleuren eischen wij toch reinheid, en in hare samenvoeging vragen wij naar harmonie. Het zwart harmonieert in het zieleleven met geen andere kleur. De zwarte kleur verdonkert alles. De mensch wordt met zwart omfloerst naar zijn laatste rustplaats gedragen. Maar het graf het „einde" vraagt evenwel van ons levensboek een witte laatste bladzijde, als titelblad voor een vervolgd, voor een nieuw en hooger leven. Het is waar: alle kleuren zijn in de natuur en alle nuances zijn in het" menschenhart. Donkere en lichte kleuren vervangen daarin elkaar. Maar doen zij dat in volkomen har monie?... Ja, de mensch weet wel, dat de heldere kleuren hem goed staan, dat een vriendelijke lach en een vriendelijk woord ge- reedelijk toegang verschaffen tot de harten der menschen. Immers bij de meest treffende en toejuichende tooneelvoorstellingen in de schouwburgen, waarin afleiding, verstrooiing en ook waarheid wordt gezocht, weet de acteur en de actrice door lach en traan de toeschouwers te boeien en hunne toejuichin gen in te oogsten. Zóó ook weet de bekwame speler in het werkelijke leven, aan dengoed- geloovigen medemensch, met goed succes, schijn voor waarheid op te dringen en hem door woord en gebaar te boeien. Maar ons leven mag vooral geen spel zijn. Het is een taak, een hoogst ernstige taak. De mede mensch, ook zelfs de leugenaar, verwacht van ons waarheid; en dit vertrouwen in ons mag onder geen voorwendsel worden be schaamd; het moet ons integendeel aansporen, dat vertrouwen waardig te worden. In het leven is alle schijnvoorstelling mis leiding en geeft deze onwaarheid veelal aan leiding tot verkeerde beoordeeling, ook van anderen wier streven is, in woord en daad der waarheid getrouw te zijn. Er is, helaas, veel comediespel in de groote en in de kleinere samenleving der menschen, vee! spel dat aan velen ontging, dat aan den vast vertrouwenden mensch niet alleen traan of lach ontlokt, doch dat hem ook menigmaal in verblindheid doet medewerken aan veel, waarvan zijn eigen waarheidsliefde en ook de goedheid van zijn hart hem, bij vol besef, zou hebben teruggehouden. De mensch in het werkelijke leven, moet hoofd knikkende. Hij haalde de schouders op en deed zijn best er onverschillig uit te zien, hoewel de uitdrukking van zijn oogen nog den schrik over dit onverwachte nieuws verried. „Dan zullen we in den zak moeten tasten," zeide hij„gij zult zeker zijn voorspraak zijn, niet waar?" „Hij heeft mij niets daarvan gezegd," antwoord de zij, zonder een spier op haar gelaat te vertrekken „En dus hebt ge dat pleziertje al met kerstmis gehad?" vroeg hij, terwijl zijn schrik allengs tot toorn oversloeg. „Hoe komt 't dan, dat ik die prettige tijding eerst vandaag verneem?" „Ik wist niet dat 't nog een nieuws voor je was, Wolvneijer," antwoordde zij, zonder zich van haar stuk te laten brengen. „Ik dacht dat het bevel aan ons om terug te komen met Robert's aanwezigheid in verband stond." „Aanwezigheid?" Hij zag paarsch van drift. „Hoe lang is hij daar dan geweest?" „Dat weet ik niet. Wij hebben hem achter gelaten." „En legt hij zijn anker daar maar neer in m ij n huis, zonder mij een woord te gunnen?" barstte hij uit, blijkbaar verheugd een gegronde reden voor zijn gramschap te hebben. „Hij heeft zijn intrek genomen in het logement," viel de nicht hem in de rede. „Wel zoo! En daar rondgesnuffeld en-dezen en genen uitgehoord en berekend hoe hoog de som kan zijn, waarom hij mij moet aanspreken! Dat weet ik anders had hij zich we! rechtstreeks tot mij gewend." „Hij verlangde alleen zijn geboorteland eens terug te zien," was het antwoord. ik zat zwijgend op een stoel, de handen in elkaar zijn niet schijnen. Indien wij dat in ons eigen leven in uiterste getrouwheid tot stand weten te brengen, dan zullen wij veel mis verstand voorkomen, veel ergernis wegnemen en veel slechte resultaten verhinderen. Want een goede samenleving is slechts mogelijk, door het verstaan van eerlijkheid en waar heid. Het leven dat ons geschonken werd, mogen wij niet tot een spel verlagen. Door de raadselen van dat leven heen, kunnen al léén licht en waarheid ons leiden langs de rechte lijn naar het rechte doelpunt. Wij kunnen als opgewekte, blijde menschen leven, en toch inzien, dat ons leven een „zuiveringsproces" behoort te zijn. Wij verlangen immers, dat ons leven licht zij. Weg dan schermen, coulissen en gordijnen. Voor het heldere voetlicht moeten in den grooten schouwburg onze levens zich afwik kelen en onze daden zich toonen. Wèl ons, als wij dit in ons leven reeds vroeg begrijpen. Waar licht 'is, daar is rust en levensblijheid; en daar in het licht - is ook het succes van ons leven te vinden. Viking. een paar Wyberi- tabletten! Zij bescher men tegen verkoud heid en infectie. (Adv.) AFSCHEIDSHULDE AAN PRINSES JULIANA. Album in perkamenten band aangeboden. Deputatie naar Katwijk. LEIDEN, 30 Jan. Donderdagavond zijn de leden der Vereeniging van Vrouwelijke Stu denten te Leiden in extra-trams naar Katwijk gegaan om Prinses Juliana een afscheidshulde te brengen en haar tevens een album aan te bieden als een herinnering aan haar studietijd te Leiden. Het album, dat keurig geslaagd mag heeten, werd door een deputatie der V.V.S.L. aan de Prinses aangeboden. Het werd door A W Sijthoffs Uitgeversmaatschappij te Leiden uit gevoerd en biedt een volledig overzicht van alles, wat op den studententijd van de Prinses betrekking heeft. Het geheel is gevat in een zwaren band van echt perkament, waarop in de kleuren der vereeniging het V.V.S.L.-wapen is gedrukt, terwijl er tevens de datum op is aangebracht waarop de overhandiging heeft plaats gehad n.l. 30.1.1930 en de jaartallen 1927 en 1930, de jaren, waarin de Prinses haar studie begon en eindigde. Op de eerste bladzijde staat de opdracht: „Aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana ter herinnering aan haar studietijd aangeboden door de Vereeniging van Vrouwe lijke Studenten te Leiden." Een groot antal foto's, alle betrekking hebbende op den tijd, dien de Prinses te Kat wijk en Leiden doorgebracht heeft, verlucht het werk. De eerstejfoto brengt de villa'tWaerle te Katwijk in beeld, waarna interieurkiekjes volgen van het Universiteitsgebouw, foto's der muurschilderingen, van de Senaatkamer, het geklemd en van ontroering bevende. „Verlangen naar zijn geboorteland?" herhaalde hij. „Ja, daar voor heeft hij wel alle reden, zoodat de herinnering niet verloren gaat, die zijn vader heeft achter gelaten." De oude vrouw kromp ineen,alsof zij een slag in het aangezicht had ontvangen. Ge weet wel, Wolmeijer," zeide zij langzaam, „dat de Langen- walders zich zelfs nu nog voor den ouden Nordman zouden laten doorslaan in de eerste plaats die genen, wier leermeester hij was en die nu groot geworden zijn. Nordman's nagedachtenis wordt in eere gehouden ondanks alles?' „Jan Rap en zijn maat zijn altijd op de hand van zulke lui," antwoordde hij. ,,'t Is de geest van den tegenwoordigen tijd, dat men tegen fatsoen lijke menschen partij trekt. En nu, zeg mij zonder omwegen wat komt die bengel in Duitschland uitvoeren?" „Aan zijn dienstplichtigheid voldoen." „Hoe? Wat?" Hij lachte luid. „Dat 's weer net iets van die familie! Altijd den mantel van gods vrucht en vaderlandsliefde over wat slecht en be dorven is! Hij zal de Langenwalders niet weinig ontzag hebben ingeboezemd, als hij daar zoo trotsch in zijn uniform heeft rondgeloopen. Ja, die Nord- mans weten zich maar mooi voor te doenEn welk regiment heeft de eer dien dapperen jonkman in zijn gelederen te tellen?" „Hij ligt te Haile in garnizoen, waar hij tegelijk ook nog voorlezingen bijwoont over het strafrecht," zeide ik nu uiterst bedaard. „O, zijt gij daar ook, freulel Gij hebt zeker ook van dien merkwaaridgen bezoeker genoten. Is hij een knappe jongen geworden? In Amerika gedijt zoo iemand uitstekend. Wat buitenlandsche ma- zweetkamertje, het bureau der pedellen, van de buitenzijde der Universiteitsgebouwen, van het Rapenburg, in de Kloksteeg en het Noord einde. Ook„zijn er foto's bij van het inwendige van het Universiteitsgebouw en van de colle gezalen, waar de Prinses zoo vaak vertoefde. Op deze foto's volgen portretten van de presi dent-curatoren Jhr. de Gijzelaar en Mr. A. van de Sande Bakhuyzen, van de rectoren Jhr. van Eysingaen Van Wijk, benevens van profes soren en andere docenten (Huizinga, mej. Serrurier, Verwey, Vogel, Duyvendak, de Vries Van Blom, de Blécourt, Van Vollenhoven, Kristensen, Snouck, Hurgronje) van wie de Prinses college heeft gekregen. Voorts is ook van de collegezalen ten huize van prof. Snouck Hurgronje een tweetal foto's gereproduceerd. De overige inhoud is geheel gewijd aan liet studentenleven van de Prinses. Allereerst zijn de drie achtereenvolgende V.V.S.L.-besturen van de jaren, die Prinses te Leiden studeerde, in beeld gebracht. Dan voigen foto's van de novitaatscommissie, kiek jes van uitstapjes, feestavondjes, enz., alle foto's die het studentenleven van de Prinses doen uitkomen zoowel in de rustige en intieme sfeer van het clubgebouw der vereeniging als daarbuiten, bijv. bij de roeiwedstrijden van Njord. Als laatste zijn de foto's afgebeeld, welke de zoo juist geëindigde viering van het zesde lustrium der V. V. S. L. in herinnering brengen. Op de achterzijde van den band prijkt het stedelijke wapen, uitgevoerd in rood. Het prachtwerk is vervat in een cassette van fijn sierhout, gevoerd met donkerblauw fluweel en voorzien van linten in dezelfde kleuren, n.l. die van de V.V.S.L. INGEZONDEN MEDEDEELING. Als men zoo nu en dan des morgens slechts een weinig Purol even tusschen de handen wrijft, dan wordt dit bij het uitstrijken door de haren, onmiddellijk daarin opgenomen en het gevolg hiervan is dat na het kammen Uw haar den geheelen dag keurig blijft zitten. KAMERPLANTEN, ENZ. BLOEMENMEST. Vandaag werd in m'n brievenbus een pa piertje gestopt van een koopman in bloemen- mest. Met prijzenswaardigen ijver wordt in dit drukwerkje aan de goegemeente duidelijk ge maakt, dat zonder voedsel de planten niet kunnen leven. En als slot, dat bij den opsteller van dit geschrift plantenmest te krijgen is tegen 35 cent per pakje. Natuurlijk vliegen er weer een aantal men schen in, door deze mest te koopen. Ik ontving althans reeds zoo'n pakje, dat welgewogen juist V3 ons zwart goedje bevatte, dat sterk naar Carbolballetjes riekte, 't Komt me voor, dat 't grootendeels uit Thomasslakkenmeel bestaat, waar wat naftaschilfertjes door ge mengd zijn. Die nafta zal geen kwaad doen, de Thomasslakkenmeel ook niet. 't Is echter niet op te lossen in water, zooals ik ook pro beerde. Voor de kamerplanten is het dan ook vrijwel waardeloos goedje. Ik zou hierover niet geschreven hebben, was het niet, dat de koopman zich wel wat erg groote winst veroorlooft. De slakkenmeel toch kost op 't oogenblik zoo ongeveer 2 f 2.25 nieren, een eenigszins vreemd accent en men staart hem vol bewondering aan. Hij is je best bevallen, niet waar?" ,Ja ik vond 't aardig dat hij zijn dienstjaar kwam afdoen." „En in de rechten kwam studeeren! Daarmee zal hij de Amerikanen bij zijn terugkeer wel een rad voor de oogen draaien. Vrijwilliger en student, als men de vijfentwintig al achter zich heeft! Een mooi iets!" Hij lachte wederom. „Daaraan had hij wat vroeger moeten denken." „Dat heeft hij ook gedaan. Hij is al sinds ver scheidene jaren gedoctoreerd en zou zeker al vroe ger hierheen zijn gekomen, als hij zijn vader had kunnen verlaten antwoordde ik. „Hij schijnt de dames mooie sprookjes op den mouw te hebben gespeld! Ge zijt toch anders niet zoo lichtgeloovig, Annelise! Maar nu eindelijk ter zake hoeveel wil hij van mij hebben? Of hebt gij nu eens de rijke nicht gespeeld en je spaar duitjes weggegeven, oudje? Ja, dat zal wel het geval zijn!" „Ik geloof niet, dat hij er juist aan denkt om iets te krijgen," zeide zij met, een eigenaardigen klank in haar stem. „O, verbeeldt hij zich misschien, dat hij het recht heeft om iets te eischen? Dan zal hij wel gauw van het tegendeel overtuigd worden. Maar overigens komt 't er bij mij niet op een honderd gulden meer of minder aan, al heeft hij 't dan ook niet door zijn gedrag verdiend. Wilt ge hem dit schrijven ga je gang! Maar vergeet niet er bij te voegen, dat hij vooral zuinig moet zijn met het reisgeld naar hier. Goedenmorgen! Annelise, gij komt straks zeker wel eens bij je moeder?" Hiermede ging hij heen. De nicht zag hem zwij- de 100 K.G. Een half ons van dat goedje komt dus op ongeveer 0.1 cent. Wanneer daar nu 35 cent voor gevraagd wordt, noem ik dat af zetterij en bedrog. Voor wie bezoek van dezen koopman mocht krijgen, weet nu, waar hij zich aan te houden heeft. Daar hij ook nog een probaat middel tegen bladluizen heeft, dat hij voor 40 cent per fleschje verkoopt, mogen we ook daar nog even voor waarschuwen. Vermoedelijk, 'k heb het niet gezien, bestaat het uit een aftreksel van tabaksstelen in water. Wie last heeft van bladluizen op zijn planten, doet beter ze met zeepspiritus te verdelgen. Op 1 emmer water lost men 2 ons groene zeep op en doet er 2 kopjes brandspiritus bij. Dat kost geen 40 cent en 't helpt probaat. Met dank voor de plaatsing. C. SMITS. Sommelsdijk, 30 Januari 1930. BEMESTING VAN KAMERPLANTEN. Kamerplanten worden geplant in goede aarde. De wortels groeien daar geheel door heen, vooral naar den buitenkant van den pot, omdat daar de meeste lucht aanwezig is. Daar de aarde voor een zeer groot deel bestaat uit bladaarde en andere organische stoffen, zal deze grootendeels vergaan en door de planten worden opgenomen. Wij vinden dan ook bij planten, die langen tijd in denzelfden pot ge staan hebben, behalve veel wortels, bijna geen aarde meer. Geeft deze aarde nu genoeg voedsel? Neen. Misschien wel geruimen tijd, maar dan alleen bij aarde, die werkelijk voedzaam was. Bloe misten en tuinders hebben wel van die voed zame aarde, vergane blad- en andere planten resten, vaak omgezet en vermengd met beer of dierlijken mest. Wat de particulieren voor aarde gebruiken is meestal niet veel meer dan een losse grond,, die, wat voedsel betreft, meest gering bedeeld is. Bovendien weten de bloemisten met vloei- mest (koemest en water), hun planten heel wat voedsel toe te dienen en er zijn ook vele liefhebbers, die dat doen. Weer anderen ge bruiken hiervoor fijngewreven koeplakken of aftreksel van schapenmest. Maar een zeer groot deel mest nooit of te nimmer. Den laatsten tijd is de kunstmest ook bij het mesten van bloemen en kamerplanten in gebruik genomen. En dat gaat zeer goed, als men maar oordeelkundig deze stoffen gebruikt. Want aan het mesten van kamerplanten zijn groote gevaren verbonden. Waarom? Wei, in den vollen grond loopt het zoo'n vaart niet, de planten hebben daar veelal een zeer uitgebreid wortelstelsel, terwijl de meststoffen, die toegediend worden zich over een groot oppervlak verdeelen. En dat is een voordeel. Want er bestaat geen plant, die een sterke oplossing verdragen kan, zelfs niet in den vollen grond. De landbouwers weten wel, dat gieren bij vochtig weer succes geeft, maar bij. droog weer of op drogen grond al spoedig beschadiging teweeg brengt, die met den naam „verbranden" wordt aangeduid. Wat is dit verbranden eigenlijk? De bodem oplossing was te sterk, die droge grond ver dunde ze hoegenaamd niet. De planten konden deze sterke oplossing niet opnemen, neen, nog erger, de planten zijn zelfs gedwongen door hun wortels water af te staan aan de oplossing in den grond. De planten vertoonen dan ook spoedig slapte, ze verwelken, verschrompelen, verbranden. gend na. Toen hij de deur achter zich sloot, viel zij op een stoel neer en sloeg de handen ineen. „O, goede God!" steunde zij zacht. Ik trad haar op zijde en streelde haar ingevallen wangen; ik had zoo'n medelijden met de oude vrouw; strijdende tusschen de liefde tot haar neef en de liefde tot mama en mij des eenen brood was den anderen dood. Zij lette ook niet op mijn liefkozingen; ze stond op en ging naar haar slaapkamer. Welk een verwarring om mij heen een zoele onweerslucht, al waren we middenin den winter! En daarbij een drukte en omhaal, alsof het huis van mijnheer Wolmeijer, lid van den. stedelijken raad, de residentie van een kleinen vorst was. Altijd bezoeken, altijd gasten. Als ik bij mama kwam, vond ik haar aan haar schrijftafel met een catalogus vóór zich, figuren voor den cotillon uit zoekend en bouquetten bestellend of aan haar naaister schrijvende. En zoo had men nauwelijks den tijd om tot bezinning te komen. Ik was eens bij de freule geweest, waar ik mevrouw van Tollen had aangetroffen, oud geworden en diep bedroefd, nauwelijks te herkennen. Lore was met haar oom naar Italië vertrokken en nu werd er onderhandeld over de scheiding, vertelde de freule mij later. Waarom gaan zij weer van elkaar af?" Och, kind, dat's een nare geschiedenis en me vrouw van Tollen heeft mij verzocht maar niet daarover te spreken Vraag mij maar niets!" Die arme Lore! (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1