Leest „Onze Eilanden"
I-
Boerenleenbank
Ploegen noodig?
m at-
Predikbeurten.
»IIVG
I bij Inzet
S
M. DE JAGER
Westdijk, Middelharnis
Mi d d e I harnis-Sommelsdijk
D. JOPPE Cz. te Sommelsdijk
VAN RUMPT
AAMBEIEN.
JL DE SALAMANDER JU
WOENSDAG
5 FEBRUARI 1930
DOOR EENS ANDERS SCHULD.
Keurig zittend Haar
i v.m.
Land-
aan
Jurp,
BN.
Inzet
|recht
li per-
|2682,
yeest
adin
Jtie B.
!±74
eelen
hee-
:3D.
inzet
btj
het
|td(jk
door
N.
den
held.
uur
and-
van
en
luis,
Tariu
erdt
(Sand
den
Zoodag 2 Februari 1930.
NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
Middelharnis, vm. Ds. van Ameide (doop) en's a v
leeskerk.
Sommelsdjjk, vm. geen dienst en 's av. ds. van
Ameide.
Dirksland, vm. en's av. ds. Remme uit A'dam.
Herkingen, geen opgaaf.
Melissant, nm. dhr. Boaman van Stellendam.
Stellendam, vm. en 's av. dhr. Bouman.
Goedereede, nm. ds. Vlasblom van Oude Tonge.
Ouddorp, vm. leeskerk en nm. ds. Remme van
Amsterdam.
Nieuwe Tonge, vm. ds. Oskam van Lexmond
en 's av. ds. Dekker.
Oude Tonge, vm. ds. Vlasblom en 's ar. leeskerk.
Ooltgensplaat, vm. ds. Dekker en'sav.leeskerk.
Langstraat, vm. en nam. dhr. Vetter.
Den Bommel, nm. ds. Polhuys van Stad envm.
leeskerk.
Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en
nam. leeskerk.
Hellevoetsluis, vm. ds. Timmer.
Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester. (Doop)
Nieuwenhoorn, 'sav. ds.de Voogd v. d.Straaten.
Rockanje, 's av. ds Timmer van Hellevoetsluis.
Oostvoorne, vm. ds. Los van Vierpolders.
Vierpolders, vm. ds. Brinkerink van Oostvoorne.
Zwarte waal. vm. ds Los.
Oudenhoorn vm. ds. Bons.
Abbenbroek, nm. ds. Mol van Charante van
Heenvlint.
LUTHERSCHE KERK.
Hellevoetsluis, 's av. ds. Schimdt uit Schiedam
PROTESTANTENBOND.
Sommelsdpk. (Langeweg) 's av. 7 uur Prof. Dr.
M. C. van Mourik-Broekman uit Breda.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. ds. Ousoorn van
Spijkenisse.
Stellendam, vm. en 's av. ds. Bouma van R\js-
senburg.
Ouddorp, vm. en nm. leeskerk.
Ooltgensplaat, vm. en nm. ds. de Lange.
Den Bommel, vm. en nam. ds. Schaafsma.
Stad a.'t Haringvliet, vm. en'sav. ds. deGraaff.
Hellevoetsluis, 's av. ds. Westerhuijs.
Nieuw-Helvoet. vm. ds. Westerhuijs.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Stad aan 't Haringvliet, vm., nm. en'sav. lees
kerk.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
Dirksland, vm. en 's av. ds. de Blois.
Herkingen, vm. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp, vm. en nm. leeskerk.
[iiiiiiiniiniiiiiiiiJiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiijniiniiinnininiiiiniiiTiniiiiiiiiiiiiiiiuiiuiiiiniiiijOiiiiii
oiiDnionmiinniiiuniii innmnuiin nnnn m:
uur in het
LHARNIS.
ej. de Wed.
lelsdijk.
JUREN.
els ter rege-
r H.H. Doc-
pnschadelijk
i bij ons
talrijke al-
Tte en vol-
anco fle-
its insluiten
|leiding.
10-
zeker van
Succesvol
I door mln-
d de lange
WIJ zijn
olledste
op.
rijscourant.
ERS
Vinter Uw
beien met
DOM CAR-
fan de N. V.
sulfaten,
j afdoende
Ier deze be-
rktulgen
egezonden
voor Goe-
VENDE,
^ten voor
nelsdljk.
iftuin
akkee
ngeweg)
lelangstel-
KELIJK.
iman alle
irden ver-
Gedipl. DAMESKAPPER
Onze Damesbediende Is
eiken dag aanwezig van 9-12,
behalve Zaterdag, en 2-8 uur
voor-het Onduleeren.
APARTE SALON
De bank leent gelden aan leden
tegen 4.6 'sjaars. Zij neemt
gelden op tegen 3,84 °/0 's jaars, ook
van niet-leden. Voorschotten kunnen
dagelijks aangevraagd worden bij een
der leden van bet Bestuur.
Gelegenheid tot inbrengen en
terugbetaling van gelden eiken Maan
dagavond en Vrijdagavond van 68
uur ten huize van den kassier
Nieuwe, gebruikte of inruilen?
Alle merken, alle modellen, alle
prijzen. Steeds keus uit plm. 30
nieuwe en gebruikte modellen.
UW ADRES IS:
Stad aan 't Haringvliet
RADICALE GENEZING
de hardnekkigste Aambeien
kunt U genezen binnen enkele weken.
I Kipstraat 59, R'rtam I
Niet goed. geld terng
ADVERTEERT I.NTl
Prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels» elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
12E JAARGANG. - N°. 27
DE GROOTEWERELD-SCHOUWBURG.
Laat hier terstond gezegd zijn, dat onder
het bovengenoemde onderwerp voor deze
wel zeer oppervlakkige beschouwing, de
oroote menschenwereld moet worden ver
staan, die zoo onnoembaar veel omvat en
waarin bij voortduring zoo oneindig veel
wordt ten tooneele gevoerd, hetzij in too-
neelspel, drama Qf blijspel. Nooit valt op het
oroote wereldtooneel het scherm.
Doch er bestaat een zeer groot verschil
tusschen de millioenen acteurs, die in deze
nooit gesloten schouwburg optreden en den
artist-tooneelspeler, die in de kleine schouw-
tooneelen, die wij ter ontspanning wenschen
te bezoeken, voor het voetlicht optreedt.
Immers laatstgenoemde de beroepsac
teur tracht wel het leven uit te beelden
zooals het is, doch hij weet daarbij, dat hij
slechts een nabootser is van de werkelijk
heid, die niet de zijne is. Hij geeft weer, hij
stelt voor, maar misleidt niet; en straks, als
zijn rol is' afgespeeld, trekt zijn eigen levens-
rol in de werkelijkheid, hem weer terug
hetzij dan bewogen of onbewogen hetzij
dan met een lach of met een traan.
Meestal heeft hij alléén zijn kunst lief,
doch niet zoozeer de rol die hij vervult, die
hij telkens en telkens weer moet uitbeelden,
die gewoonte wordt inplaats van toegewijden
kunstzin. Maar hoe dan ook de beroeps
acteur zoekt de werkelijkheid uit te breiden
en zijn poging daartoe is een streven naar
kunstspel. Of de ingeoogste toejuiching hem
beloont?... Heel anders is het in het wer
kelijke leven. Ddar toch wordt geen naboot
sing van de waarheid, maar de waarheid zelf
gevraagd; geen comediespel, maar echtheid.
Ddar bedoelen vereering en toejuiching: waar
heid en echtheid.
De mensch die nabootst, die spel geeft in-
stede van werkelijkheid, geeft valsche munt
uit en neemt de toejuichingen van zijne mede-
menschen onrechtmatig in ontvangst.
Het gewone schouwtooneel geeft spel, ver
dichting en nabootsing; want dit toch wordt
van dat tooneel gevraagd. Van de groote
veelomvattende menschenwereld evenwel, wor
den waarheid en werkelijkheid onvoorwaar
delijk geëischt. De tooneelspeler op de planken
tracht, indien hij waarlijk kunstenaar is, het
leven en de menschen nauwgezet gade te slaan
en de levenstoestanden, het doen en laten, het
karakter, de hartstochten en het streven van
den mensch zoo treffend mogelijk weer te
geven. Maar de levenstaak van den mensch is
een geheel andere. Zijn schouwtooneel, in den
grootenschouwburg, die door ons„De Wereld"
wordt genoemd, is het leven, en in dat leven
vervult ook hij een rol, doch een geheel andere
dan de beroepsacteur. Zijn optreden mag voor
al geen spel zijn. De wereld is echtheid, het
leven werkelijkheid, en de macht die alles
geschapen heeft, is de Hoogste Waarheid, die
wij steeds in vervulling zien gaan.
Wij menschen kunnen, in het leven en in
ons leven, geen waardige plaats innemen, als
wij slechts een taak van nabootsing tot de
onze maken, wanneer wij een rol van ver
dichting, van onwaarheid spelen. De groote
schouwburg de menschenwereld geeft
helaas veel, heel veel spel te zien, hoewel de
natuur, waarvan wij een levend, door de
Hoogste Macht bevoorrecht en geïnspireerd
voortbrengsel zijn, ons voortdurend toont,
dat zij geen verdichting, maar in al hare
openbaringen „Waarheid" is.
FEUILLETON.
ONZE EILANDEN
W. HEIMBURG.
VERTALING VAN HERMINE.
Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.)
50)
„Ja, ik weet ook wel, oude heks, dat een hoogere
macht de hand in 't spel heeft," hernam hij lachend.
„Vertel eens, wat hebt ge daarginds eigenlijk uit
gevoerd? Als ik Brankwitz zijn zin had gegeven,
zou ik je al met kerstmis uit je ballingschap ver
lost hebben, maar gestraft moeten ze worden, heb
ik tot mijn vrouw gezegd." En opnieuw lachte hij
allerbeminnelijkst.
„Dat zou jammer zijn geweest," antwoordde de
nciht bedaard, maar haar doodsbleek gelaat ver
ried hare inwendige ontroering. „We hadden zulke
heerlijke kerstdagen."
De toon van haar stem trof hein. Hij zag haar
verwonderd aan. „Hoe zoo?"
„Ik had nooit gedacht, dat ik dat geluk nog zou
beleven," ging zij voort, terwijl zij met trillende
hand een paar kruimels van de ontbijttafel veegde,
..en ik wilde maar dat Johanna 't ook nog beleefd
had - dat Robert terug is."
Hij was opgesprongen, nu even doodsbleek als
de oude vrouw.
„Robert?" herhaalde hij. „O daarom!"
„Robert Nordman," zeide zij nog eens, met het
Gevoelen wij het dan niet, zijn wij het
dan niet bewust, hoe buitengewoon moeilijk,
neen, hoe onmogelijk het leven van den mensch
geworden is, doordat hij vergat, dat hij niet
geroepen is, zijn leven tof een tooneelspel te
maken en een rol van verdichting, van on
waarheid te spelen. De weg van de wieg tot
het graf is niet bevloerd met tooneelplanken
of mag dit althans nimmer zijn. Het leven is
ons groote schouwtooneel en „Werkelijkheid"
is het leven.
Wij mogen niet spelen... wij moeten ge
ven wij moeten zijn. Alle verwarringen, alle
moeilijkheden ontstaan door dat nietzijn".
Wij komen elkaar gekunsteld tegemoet, wij
spelen zijn rol, van verdichting, van naboot
sing, van onwaarheid. Wij willen ons wit
toonen... "en wij zijn, al of niet van aanleg,
zoo niet zwart, dan toch in een groot deel van
ons streven, van ons doen en laten, van een
donkere kleur niet wit althans. Neen, dat
moeten wij worden, daarnaar moeten wij
streven. De natuur, zoo zal men zeggen, heeft
vele kleuren: fraaie lichte en ook donkere
kleuren. In het leven van den mensch zijn ook
vele, vele kleuren. De donkere kleuren worden
niet het minst door ons bewonderd. Maar in
die kleuren eischen wij toch reinheid, en in
hare samenvoeging vragen wij naar harmonie.
Het zwart harmonieert in het zieleleven met
geen andere kleur. De zwarte kleur verdonkert
alles. De mensch wordt met zwart omfloerst
naar zijn laatste rustplaats gedragen. Maar het
graf het „einde" vraagt evenwel van ons
levensboek een witte laatste bladzijde, als
titelblad voor een vervolgd, voor een nieuw
en hooger leven.
Het is waar: alle kleuren zijn in de natuur
en alle nuances zijn in het" menschenhart.
Donkere en lichte kleuren vervangen daarin
elkaar. Maar doen zij dat in volkomen har
monie?... Ja, de mensch weet wel, dat de
heldere kleuren hem goed staan, dat een
vriendelijke lach en een vriendelijk woord ge-
reedelijk toegang verschaffen tot de harten
der menschen. Immers bij de meest treffende
en toejuichende tooneelvoorstellingen in de
schouwburgen, waarin afleiding, verstrooiing
en ook waarheid wordt gezocht, weet de
acteur en de actrice door lach en traan de
toeschouwers te boeien en hunne toejuichin
gen in te oogsten. Zóó ook weet de bekwame
speler in het werkelijke leven, aan dengoed-
geloovigen medemensch, met goed succes,
schijn voor waarheid op te dringen en hem
door woord en gebaar te boeien. Maar ons
leven mag vooral geen spel zijn. Het is een
taak, een hoogst ernstige taak. De mede
mensch, ook zelfs de leugenaar, verwacht
van ons waarheid; en dit vertrouwen in ons
mag onder geen voorwendsel worden be
schaamd; het moet ons integendeel aansporen,
dat vertrouwen waardig te worden.
In het leven is alle schijnvoorstelling mis
leiding en geeft deze onwaarheid veelal aan
leiding tot verkeerde beoordeeling, ook van
anderen wier streven is, in woord en daad der
waarheid getrouw te zijn.
Er is, helaas, veel comediespel in de groote
en in de kleinere samenleving der menschen,
vee! spel dat aan velen ontging, dat aan den
vast vertrouwenden mensch niet alleen traan
of lach ontlokt, doch dat hem ook menigmaal
in verblindheid doet medewerken aan veel,
waarvan zijn eigen waarheidsliefde en ook de
goedheid van zijn hart hem, bij vol besef, zou
hebben teruggehouden.
De mensch in het werkelijke leven, moet
hoofd knikkende.
Hij haalde de schouders op en deed zijn best er
onverschillig uit te zien, hoewel de uitdrukking
van zijn oogen nog den schrik over dit onverwachte
nieuws verried. „Dan zullen we in den zak moeten
tasten," zeide hij„gij zult zeker zijn voorspraak
zijn, niet waar?"
„Hij heeft mij niets daarvan gezegd," antwoord
de zij, zonder een spier op haar gelaat te vertrekken
„En dus hebt ge dat pleziertje al met kerstmis
gehad?" vroeg hij, terwijl zijn schrik allengs tot
toorn oversloeg. „Hoe komt 't dan, dat ik die
prettige tijding eerst vandaag verneem?"
„Ik wist niet dat 't nog een nieuws voor je was,
Wolvneijer," antwoordde zij, zonder zich van haar
stuk te laten brengen. „Ik dacht dat het bevel aan
ons om terug te komen met Robert's aanwezigheid
in verband stond."
„Aanwezigheid?" Hij zag paarsch van drift.
„Hoe lang is hij daar dan geweest?"
„Dat weet ik niet. Wij hebben hem achter
gelaten."
„En legt hij zijn anker daar maar neer in m ij n
huis, zonder mij een woord te gunnen?" barstte
hij uit, blijkbaar verheugd een gegronde reden voor
zijn gramschap te hebben.
„Hij heeft zijn intrek genomen in het logement,"
viel de nicht hem in de rede.
„Wel zoo! En daar rondgesnuffeld en-dezen en
genen uitgehoord en berekend hoe hoog de som
kan zijn, waarom hij mij moet aanspreken! Dat
weet ik anders had hij zich we! rechtstreeks tot
mij gewend."
„Hij verlangde alleen zijn geboorteland eens
terug te zien," was het antwoord.
ik zat zwijgend op een stoel, de handen in elkaar
zijn niet schijnen. Indien wij dat in ons
eigen leven in uiterste getrouwheid tot stand
weten te brengen, dan zullen wij veel mis
verstand voorkomen, veel ergernis wegnemen
en veel slechte resultaten verhinderen. Want
een goede samenleving is slechts mogelijk,
door het verstaan van eerlijkheid en waar
heid. Het leven dat ons geschonken werd,
mogen wij niet tot een spel verlagen. Door
de raadselen van dat leven heen, kunnen al
léén licht en waarheid ons leiden langs de
rechte lijn naar het rechte doelpunt.
Wij kunnen als opgewekte, blijde menschen
leven, en toch inzien, dat ons leven een
„zuiveringsproces" behoort te zijn.
Wij verlangen immers, dat ons leven licht
zij. Weg dan schermen, coulissen en gordijnen.
Voor het heldere voetlicht moeten in den
grooten schouwburg onze levens zich afwik
kelen en onze daden zich toonen.
Wèl ons, als wij dit in ons leven reeds
vroeg begrijpen. Waar licht 'is, daar is rust
en levensblijheid; en daar in het licht -
is ook het succes van ons leven te vinden.
Viking.
een paar Wyberi-
tabletten! Zij bescher
men tegen verkoud
heid en infectie.
(Adv.)
AFSCHEIDSHULDE AAN
PRINSES JULIANA.
Album in perkamenten band aangeboden.
Deputatie naar Katwijk.
LEIDEN, 30 Jan. Donderdagavond zijn
de leden der Vereeniging van Vrouwelijke Stu
denten te Leiden in extra-trams naar Katwijk
gegaan om Prinses Juliana een afscheidshulde
te brengen en haar tevens een album aan te
bieden als een herinnering aan haar studietijd
te Leiden.
Het album, dat keurig geslaagd mag heeten,
werd door een deputatie der V.V.S.L. aan de
Prinses aangeboden. Het werd door A W
Sijthoffs Uitgeversmaatschappij te Leiden uit
gevoerd en biedt een volledig overzicht van
alles, wat op den studententijd van de Prinses
betrekking heeft. Het geheel is gevat in een
zwaren band van echt perkament, waarop in
de kleuren der vereeniging het V.V.S.L.-wapen
is gedrukt, terwijl er tevens de datum op is
aangebracht waarop de overhandiging heeft
plaats gehad n.l. 30.1.1930 en de jaartallen
1927 en 1930, de jaren, waarin de Prinses haar
studie begon en eindigde.
Op de eerste bladzijde staat de opdracht:
„Aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses
Juliana ter herinnering aan haar studietijd
aangeboden door de Vereeniging van Vrouwe
lijke Studenten te Leiden."
Een groot antal foto's, alle betrekking
hebbende op den tijd, dien de Prinses te Kat
wijk en Leiden doorgebracht heeft, verlucht
het werk. De eerstejfoto brengt de villa'tWaerle
te Katwijk in beeld, waarna interieurkiekjes
volgen van het Universiteitsgebouw, foto's der
muurschilderingen, van de Senaatkamer, het
geklemd en van ontroering bevende. „Verlangen
naar zijn geboorteland?" herhaalde hij. „Ja, daar
voor heeft hij wel alle reden, zoodat de herinnering
niet verloren gaat, die zijn vader heeft achter
gelaten."
De oude vrouw kromp ineen,alsof zij een slag
in het aangezicht had ontvangen. Ge weet wel,
Wolmeijer," zeide zij langzaam, „dat de Langen-
walders zich zelfs nu nog voor den ouden Nordman
zouden laten doorslaan in de eerste plaats die
genen, wier leermeester hij was en die nu groot
geworden zijn. Nordman's nagedachtenis wordt in
eere gehouden ondanks alles?'
„Jan Rap en zijn maat zijn altijd op de hand
van zulke lui," antwoordde hij. ,,'t Is de geest van
den tegenwoordigen tijd, dat men tegen fatsoen
lijke menschen partij trekt. En nu, zeg mij zonder
omwegen wat komt die bengel in Duitschland
uitvoeren?"
„Aan zijn dienstplichtigheid voldoen."
„Hoe? Wat?" Hij lachte luid. „Dat 's weer net
iets van die familie! Altijd den mantel van gods
vrucht en vaderlandsliefde over wat slecht en be
dorven is! Hij zal de Langenwalders niet weinig
ontzag hebben ingeboezemd, als hij daar zoo trotsch
in zijn uniform heeft rondgeloopen. Ja, die Nord-
mans weten zich maar mooi voor te doenEn welk
regiment heeft de eer dien dapperen jonkman in
zijn gelederen te tellen?"
„Hij ligt te Haile in garnizoen, waar hij tegelijk
ook nog voorlezingen bijwoont over het strafrecht,"
zeide ik nu uiterst bedaard.
„O, zijt gij daar ook, freulel Gij hebt zeker ook
van dien merkwaaridgen bezoeker genoten. Is hij
een knappe jongen geworden? In Amerika gedijt
zoo iemand uitstekend. Wat buitenlandsche ma-
zweetkamertje, het bureau der pedellen, van
de buitenzijde der Universiteitsgebouwen, van
het Rapenburg, in de Kloksteeg en het Noord
einde. Ook„zijn er foto's bij van het inwendige
van het Universiteitsgebouw en van de colle
gezalen, waar de Prinses zoo vaak vertoefde.
Op deze foto's volgen portretten van de presi
dent-curatoren Jhr. de Gijzelaar en Mr. A.
van de Sande Bakhuyzen, van de rectoren Jhr.
van Eysingaen Van Wijk, benevens van profes
soren en andere docenten (Huizinga, mej.
Serrurier, Verwey, Vogel, Duyvendak, de Vries
Van Blom, de Blécourt, Van Vollenhoven,
Kristensen, Snouck, Hurgronje) van wie de
Prinses college heeft gekregen.
Voorts is ook van de collegezalen ten huize
van prof. Snouck Hurgronje een tweetal foto's
gereproduceerd. De overige inhoud is geheel
gewijd aan liet studentenleven van de Prinses.
Allereerst zijn de drie achtereenvolgende
V.V.S.L.-besturen van de jaren, die Prinses
te Leiden studeerde, in beeld gebracht. Dan
voigen foto's van de novitaatscommissie, kiek
jes van uitstapjes, feestavondjes, enz., alle
foto's die het studentenleven van de Prinses
doen uitkomen zoowel in de rustige en intieme
sfeer van het clubgebouw der vereeniging als
daarbuiten, bijv. bij de roeiwedstrijden van
Njord. Als laatste zijn de foto's afgebeeld,
welke de zoo juist geëindigde viering van het
zesde lustrium der V. V. S. L. in herinnering
brengen.
Op de achterzijde van den band prijkt het
stedelijke wapen, uitgevoerd in rood. Het
prachtwerk is vervat in een cassette van fijn
sierhout, gevoerd met donkerblauw fluweel en
voorzien van linten in dezelfde kleuren, n.l.
die van de V.V.S.L.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Als men zoo nu en dan des morgens slechts een
weinig Purol even tusschen de handen wrijft,
dan wordt dit bij het uitstrijken door de
haren, onmiddellijk daarin opgenomen en het
gevolg hiervan is dat na het kammen Uw
haar den geheelen dag keurig blijft zitten.
KAMERPLANTEN, ENZ.
BLOEMENMEST.
Vandaag werd in m'n brievenbus een pa
piertje gestopt van een koopman in bloemen-
mest. Met prijzenswaardigen ijver wordt in dit
drukwerkje aan de goegemeente duidelijk ge
maakt, dat zonder voedsel de planten niet
kunnen leven. En als slot, dat bij den opsteller
van dit geschrift plantenmest te krijgen is
tegen 35 cent per pakje.
Natuurlijk vliegen er weer een aantal men
schen in, door deze mest te koopen. Ik ontving
althans reeds zoo'n pakje, dat welgewogen
juist V3 ons zwart goedje bevatte, dat sterk
naar Carbolballetjes riekte, 't Komt me voor,
dat 't grootendeels uit Thomasslakkenmeel
bestaat, waar wat naftaschilfertjes door ge
mengd zijn. Die nafta zal geen kwaad doen, de
Thomasslakkenmeel ook niet. 't Is echter
niet op te lossen in water, zooals ik ook pro
beerde. Voor de kamerplanten is het dan ook
vrijwel waardeloos goedje.
Ik zou hierover niet geschreven hebben, was
het niet, dat de koopman zich wel wat erg
groote winst veroorlooft. De slakkenmeel toch
kost op 't oogenblik zoo ongeveer 2 f 2.25
nieren, een eenigszins vreemd accent en men
staart hem vol bewondering aan. Hij is je best
bevallen, niet waar?"
,Ja ik vond 't aardig dat hij zijn dienstjaar
kwam afdoen."
„En in de rechten kwam studeeren! Daarmee
zal hij de Amerikanen bij zijn terugkeer wel een
rad voor de oogen draaien. Vrijwilliger en student,
als men de vijfentwintig al achter zich heeft! Een
mooi iets!" Hij lachte wederom. „Daaraan had hij
wat vroeger moeten denken."
„Dat heeft hij ook gedaan. Hij is al sinds ver
scheidene jaren gedoctoreerd en zou zeker al vroe
ger hierheen zijn gekomen, als hij zijn vader had
kunnen verlaten antwoordde ik.
„Hij schijnt de dames mooie sprookjes op den
mouw te hebben gespeld! Ge zijt toch anders niet
zoo lichtgeloovig, Annelise! Maar nu eindelijk ter
zake hoeveel wil hij van mij hebben? Of hebt
gij nu eens de rijke nicht gespeeld en je spaar
duitjes weggegeven, oudje? Ja, dat zal wel het
geval zijn!"
„Ik geloof niet, dat hij er juist aan denkt om
iets te krijgen," zeide zij met, een eigenaardigen
klank in haar stem.
„O, verbeeldt hij zich misschien, dat hij het recht
heeft om iets te eischen? Dan zal hij wel gauw van
het tegendeel overtuigd worden. Maar overigens
komt 't er bij mij niet op een honderd gulden meer
of minder aan, al heeft hij 't dan ook niet door zijn
gedrag verdiend. Wilt ge hem dit schrijven ga
je gang! Maar vergeet niet er bij te voegen, dat hij
vooral zuinig moet zijn met het reisgeld naar hier.
Goedenmorgen! Annelise, gij komt straks zeker
wel eens bij je moeder?"
Hiermede ging hij heen. De nicht zag hem zwij-
de 100 K.G. Een half ons van dat goedje komt
dus op ongeveer 0.1 cent. Wanneer daar nu
35 cent voor gevraagd wordt, noem ik dat af
zetterij en bedrog.
Voor wie bezoek van dezen koopman mocht
krijgen, weet nu, waar hij zich aan te houden
heeft. Daar hij ook nog een probaat middel
tegen bladluizen heeft, dat hij voor 40 cent per
fleschje verkoopt, mogen we ook daar nog even
voor waarschuwen.
Vermoedelijk, 'k heb het niet gezien, bestaat
het uit een aftreksel van tabaksstelen in water.
Wie last heeft van bladluizen op zijn planten,
doet beter ze met zeepspiritus te verdelgen. Op
1 emmer water lost men 2 ons groene zeep op
en doet er 2 kopjes brandspiritus bij. Dat kost
geen 40 cent en 't helpt probaat.
Met dank voor de plaatsing.
C. SMITS.
Sommelsdijk, 30 Januari 1930.
BEMESTING VAN KAMERPLANTEN.
Kamerplanten worden geplant in goede
aarde. De wortels groeien daar geheel door
heen, vooral naar den buitenkant van den pot,
omdat daar de meeste lucht aanwezig is. Daar
de aarde voor een zeer groot deel bestaat uit
bladaarde en andere organische stoffen, zal
deze grootendeels vergaan en door de planten
worden opgenomen. Wij vinden dan ook bij
planten, die langen tijd in denzelfden pot ge
staan hebben, behalve veel wortels, bijna geen
aarde meer.
Geeft deze aarde nu genoeg voedsel? Neen.
Misschien wel geruimen tijd, maar dan alleen
bij aarde, die werkelijk voedzaam was. Bloe
misten en tuinders hebben wel van die voed
zame aarde, vergane blad- en andere planten
resten, vaak omgezet en vermengd met beer
of dierlijken mest.
Wat de particulieren voor aarde gebruiken
is meestal niet veel meer dan een losse grond,,
die, wat voedsel betreft, meest gering bedeeld
is. Bovendien weten de bloemisten met vloei-
mest (koemest en water), hun planten heel
wat voedsel toe te dienen en er zijn ook vele
liefhebbers, die dat doen. Weer anderen ge
bruiken hiervoor fijngewreven koeplakken of
aftreksel van schapenmest. Maar een zeer groot
deel mest nooit of te nimmer.
Den laatsten tijd is de kunstmest ook bij
het mesten van bloemen en kamerplanten in
gebruik genomen. En dat gaat zeer goed, als
men maar oordeelkundig deze stoffen gebruikt.
Want aan het mesten van kamerplanten zijn
groote gevaren verbonden.
Waarom? Wei, in den vollen grond loopt
het zoo'n vaart niet, de planten hebben daar
veelal een zeer uitgebreid wortelstelsel, terwijl
de meststoffen, die toegediend worden zich
over een groot oppervlak verdeelen. En dat is
een voordeel. Want er bestaat geen plant, die
een sterke oplossing verdragen kan, zelfs niet
in den vollen grond. De landbouwers weten
wel, dat gieren bij vochtig weer succes geeft,
maar bij. droog weer of op drogen grond al
spoedig beschadiging teweeg brengt, die met
den naam „verbranden" wordt aangeduid.
Wat is dit verbranden eigenlijk? De bodem
oplossing was te sterk, die droge grond ver
dunde ze hoegenaamd niet. De planten konden
deze sterke oplossing niet opnemen, neen, nog
erger, de planten zijn zelfs gedwongen door hun
wortels water af te staan aan de oplossing in
den grond. De planten vertoonen dan ook
spoedig slapte, ze verwelken, verschrompelen,
verbranden.
gend na. Toen hij de deur achter zich sloot, viel zij
op een stoel neer en sloeg de handen ineen. „O,
goede God!" steunde zij zacht. Ik trad haar op zijde
en streelde haar ingevallen wangen; ik had zoo'n
medelijden met de oude vrouw; strijdende tusschen
de liefde tot haar neef en de liefde tot mama en
mij des eenen brood was den anderen dood.
Zij lette ook niet op mijn liefkozingen; ze stond
op en ging naar haar slaapkamer.
Welk een verwarring om mij heen een zoele
onweerslucht, al waren we middenin den winter!
En daarbij een drukte en omhaal, alsof het huis
van mijnheer Wolmeijer, lid van den. stedelijken
raad, de residentie van een kleinen vorst was.
Altijd bezoeken, altijd gasten. Als ik bij mama
kwam, vond ik haar aan haar schrijftafel met een
catalogus vóór zich, figuren voor den cotillon uit
zoekend en bouquetten bestellend of aan haar
naaister schrijvende. En zoo had men nauwelijks
den tijd om tot bezinning te komen. Ik was eens
bij de freule geweest, waar ik mevrouw van Tollen
had aangetroffen, oud geworden en diep bedroefd,
nauwelijks te herkennen. Lore was met haar oom
naar Italië vertrokken en nu werd er onderhandeld
over de scheiding, vertelde de freule mij later.
Waarom gaan zij weer van elkaar af?"
Och, kind, dat's een nare geschiedenis en me
vrouw van Tollen heeft mij verzocht maar niet
daarover te spreken Vraag mij maar niets!"
Die arme Lore!
(Wordt vervolgd).