Leest „Onze Eilanden"
EERSTE BLAD
[JIJ s
STUDIE-WATERVERF
HEERENBAAI
VERKOOPINGEN.
orgens
uur.
ADVERTEERT IN
ONZE EILANDEN
p en Influenza
e Koude
atiek
ijneny
jn
Sanapirin
jiet Beste!
5 ADVERTENTIE TARIEF.
f 1,—
ZATERDAG
1 FEBRUARI 1930
DOOR EENS ANDERS SCHULD.
S.B.Z. Middelharnis-Sommelsdijk.
;ijn
hts
de
)29,
I VI
de
leel
de
lari
md
zijn
ird-
ing
ge-
een
iwd
l.A.
ten
pe
pe
rt,
gen
Op WOENSDAG, 5 Februari 1930, des v.m.
10 uur. Van PAARDEN, Wagens en Land
bouwwerktuigen, Ten verzoeke- en aan
de Bouwschuur van den Heer C. v. Gurp
nabij „PANHUIS" te Middelharnis.
Notaris VAN BUUREN.
Op DONDERDAG 20 Febr. 1930, bh" Inzet
en
op DONDERDAG 27 Febr. 1930 bij Af
slag, des avonds 6 uur in het Hotel Spee
te Sommelsciyk van:
A. Het HUIS met het altijd durend recht
van erfpacht van den grond van het per
ceel te Sommelsdljk, Sectie B nr 2682,
groot 1 are 4 centiaren, bewoonde geweest
door Jan Kattestaart Rz.
B. Het perceel tuin- en boomgaardland in
den Wildeman te Sommelsdijk, Sectie B.
nr 816, groot 9 aren 90 centiaren, (±74
Sommelsdijksche roeden) in 2 perceelen
en combinatie, ten verzoeke van de hee-
ren P. C. Appel en Abr. de Mooy.
Notaris van Buuren.
Op DONDERDAG 6 Februari 1930 bij Inzet
op DONDERDAG 13 Februari 1930 bij
Afslag telkens des avonds 7 uur in het
Hotel Meijer te Middelharnis.
Het Woonhuis met erf aan den Oostdyk
te Middelharnis, bewoond geweest door
den Heer P. Pieterse.
Notaris VAN BUUREN.
Op DONDERDAG, 13 Februari 1930, des n.m.
2 uur, van Meubilaire Goederen en ver
deren inboedel aan het huis, bewoond ge
weest door den Heer P. Pieterse aan den
Oostdijk te Middelharnisom contant geld.
Notaris VAN BUUREN.
Op DONDERDAG, 20 Februari 1930, des v.m.
9£ uur, aan den Waterweg te Middelhar
nis, van 6 PAARDEN, 13 stuks Hoornvee,
Veer wagen, Landbouwwerktuigen,[enz. ten
verzoeke van den Heer Johs. Struik, al
daar.
Notaris VAN BUUREN.
I iiiiiiijjiiiiiijiiiiiiiiniiJiiiiiiiiiiiiiuiiiimiiiiiiiiiffliifflfflïiiiiiiiiniïaDiiiiJiiiiiiMUiiiiiuuiim]
tkiüartoaC-fl.25 fn per post
X per maand, tsihen? mei twee
ïbladen.
ng bevat 16 bladzyden, groot formaat
T van modellen voor elk soort dames-
eding en handwerken. Abonneert V
ie Uitgevers dezer courant
t
n
Men
lette
vooral op
den naam
daar deze
tabletten wettig
beschermd zijn
tegen namaak
en vervalsching.
Prijs 40 en 75 cf.
Proefb.uisjes
25 ct.
B? Apoth. ca DrogftUa.
ar in eiken boekhandel.
Prijs per kwartaal
Losse nummers
0,07'
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
12E JAARGANG. - N°. 26
Week-revue.
Binnenland.
Het gaat met de voetbalpaladijnen in de
verkeerde richting, aangezien het edele spel
steeds meer gaat ontaarden in ruw spel, on
danks een circulaire der K.N.V.B. De wed
strijdverslagen der afgeloopen Zondag leveren
verschillende gevallen van ernstige verwon
dingen op, uitsluitend te wijten aan ruw spel.
Een vluchtige telling levert vier slachtoffers
met een beenbreuk, een met een gat in 't hoofd,
mitsgaders eenige scheidsrechters die ter
nauwernood aan de woedende aanvallen van
voetbal-inboorlingen zijn ontsnapt. Het af
takelingsproces voltrekt zich in een angst
wekkend snel tempo en zoo langzamerhand
wordt het baantje van scheidsrechter een der
meest gevaarlijke liefhebberijen. Het zijn niet
aile koks die lange messen dragen, doch het
zijn evenmin allemaal sportmenschen die het
bruine monster nahollen, of nastaren.
Voor eenige jaren hadden de Amerikanen
een handig zakenman, die tegen vergoeding
van de noodige dollars de Amerikaansche boe
ren idem zooveel regenval garandeerde. Hoe
meer men betaalde hoe natter het werd. Dit
moet een voordeeiig zaakje zijn geweest, doch
in het vervolg krijgen zulke zakenmenschen
geen kans meer.
De heer Veraart uit Rijswijk heeft in samen
werking met het natuurkindug laboratorium
van prof. Keesom te Leiden langdurige proef
nemingen verricht en zullen dezer dagen hun
mislukte proeven van verleden week herhalen,
teneinde aan te toonen dat er langs kunst-
matigen weg regen is te verwekken. Dit resul
taat moet bereikt worden door tot poeder ge
wreven ijs met een temperatuur van min 100
graden Celsius, welk poeder vanuit een vlieg
machine op groote hoogte wordt uitgestrooid.
Door de koude-verwekking en door de elec-
trische lading van de met tamelijke snelheid
dalende ijsdeeltjes, hoopt men de wolken
massa tot neerslag te dwingen.
Het denkbeeld iijkt niet kwaad, regenbuitjes
op bestelling, zelfs al raken hierdoor de baro
meters heeiemaal in discrediet.
De beurscrisis, waardoor duizenden in en
buiten ons land hun geheele vermogen hebben
vergokt en dat reeds in het buitenland tot
verschillende drama's heeft gevoerd, heeft
deze weer in Den Haag eveneens tot een droef
drama geleid.
De heer K., oud-administrateur uit Indië,
heeft als gevolg der geleden verliezen aan de
beurs ernstige onaangenaamheden met zijn
vrouw gekregen, en heeft waarschijnlijk eerst
zijn vrouw en daarna zichzelf door recolver-
schoten van het leven beroofd. Toen een 15-
jarig dochtertje even na vieren uit school
thuiskwam, vond het ontstelde kind eerst het
lijk van haar vader, waarna ze de straat op
liep, vrijwel direct in de armen van haar broe
der, welke even te voren door den heer K.
was uitgezonden voor een boodschap. Het
drama moet zich snel hebben voltrokken en
uit het ingestelde onderzoek valt af te leiden,
dat hier sprake is van moord en zelfmoord.
FEUILLETON.
W. HEIMBURG.
VERTALING VAN HERMINE.
(1Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.)
49)
„Neen," bekende zij met neergeslagen oogen,
„want ik heb ge zult 't wel niet kwalijk nemen,
Annelise ik heb toevallig dat pak in ontvangst
genomen en 't achter gehouden, omdat ik dacht
omdat ik 't beter vond dat gij den inhoud aan
Brankwitz zelf teruggaaft, of 't anders door de
nicht liet doen, want Bernhard, ziet ge hij hij"
Zij beefde nog meer en haar dunne gloeiende vin
gers trilden tusschen de mijnen.
„Verontrust u maar niet, mama. Ge hebt mis
schien gelijk," stemde ik toe. „Als ik zijn adres
had geweten, zou ik 't natuurlijk per omgaande
zeg mij maar, waar die vervelende afzender zich
tegenwoordig ophoudt, dan zal ik 't dadelijk doen."
Zij zag mij aan, even hulpeloos als een ziek kind.
„Ik kan 't je niet zeggen, Annelise; hij heeft nu
Cannes verlaten, maar nauwelijks hoorbaar
kwam 't uit haar mond „over een paar dagen
komt hij hier."
„Hier?" riep ik, driftig en angstig tegelijk.
Zij zweeg met bezorgd gelaat.
„Mama," smeekte ik, op haar toetredende, ma
ma, zeg mij tenminste toch dit ééne, stel mij gerust
In verband met den laffen moordaanslag op
den manufacturier Van der Drift uit Voorburg,
heeft de Haagsche politie na. gekregen aan-
vvijzigingen den 35-jarigen J. B. te Den Haag
gearresteerd. De gearresteerde ontkende alle
schuld, doch de aanwijzigingen zijn van zoo-
danigen aard, dat hij in het Huis van Bewaring
is opgesloten. Nadere inlichtingen omtrent
deze aanwijzingen wenscht de politie voor-
loopig niet te doen, zulks ook in verband met
een ander spoor, dat door de politie wordt
gevolgd.
Buitenland.
De groote verrassing, inzonderheid voor de
Spaansche bevolking, was de mededeeling dat
Primo de Rivera zijn ontslag had aangeboden,
welk ontslag door den koning is aanvaard.
Reeds meerdere malen werd vanuit Spanje
bericht dat de dictatuur van Primo de Rivera
naar 't einde liep, dat de positie der regeering
steeds meer onhoudbaar werd, doch steeds
werden dergelijke berichten later weer anders
uitgelegd, weersproken, in ieder geval niet
door de feiten achterhaald. Primo deelde den
koning mede, dat bij tot de overtuiging is ge
komen, dat zijn kabinet een groote vergissing
is geweest. Eenige dagen voor de constateering
dezer vergissing heeft de afgetreden dictator
aan de hoogste militaire commandanten ge
vraagd, of een verder aanblijven van hem
werd gewaardeerd en deze origineele manier
van optreden wees allerminst op kracht.
Waarschijnlijk zal hem hierbij we] gebleken
zijn dat ook in militaire kringen geen bewon
dering meer voor zijn regeering bestond, waar-
Jjo© rkom&n f
Zoo gauw hebt U kou
gevat, lastig zijn de ge
volgen. Neem steeds een
paar Wybert-tabletten.
(Adv.)
door het regeeringskussen wat al te warm werd
om er nog langer op te blijven zitten.
Koning Alfonso heeft in zijn hart misschien
niet al te droef gestemd dat hij met eere en
zonder kleerscheuren Van Primo af is, heeft
generaal Berenguer, hoofd van het militaire
huis van den koning, met de vorming van een
nieuw kabinet belast. Terwijl dit ter perse gaat
is er evenwel niets bekend omtrent de plannen
van generaal Berenguer. Of de verloopen zaak
van Primo onder andere firma zal worden
voortgezet, dan wel of er eindelijk weer eens
een constitutioneel kabinet zal komen, daar-,
omtrent valt niets te zeggen.
Evenmin valt er iets definitiefs te zeggen
over de Londensche vlootconferentie. Het be
looft in iedere geval en echte conferentie te
worden, want nauwelijks was de opening een
voldongen feit, of de eerste schermutselingen
hadden reeds plaats. We zullen aan deze lichte
ontstemming verder geen aandacht wijden, de
heeren zullen het waarschijnlijk nog wel veel
erger met elkaar aan den stok krijgen. Achter
de schermen wordt er zeer druk geconfereerd
doch ondanks dit is men er nog niet in geslaagd
ik kan niet gelooven, dat gij, die altijd zooveel
van mij hieldtHier zweeg ik, daar Wolmeijer zich
juist op den drempel vertoonde. Hij zag er rood
en warm uit, zooals altijd als hij goed gegeten en
gedronken had.
„Helena, mag ik je verzoeken!" riep hij op ver
wijtenden toon, „je logee staat daar aan de piano
al met haar aria in de hand kom toch mee, wie
moet haar anders accompagneeren? Goeden
avond, Annelise; wij spreken elkaar morgen wel
eens. Is de nicht meegekomen? Best! Ze zal mij
wel veel nieuws te vertellen hebben. Goedendag
dus! Kom aan, Helena!" Hiermede gingen zij heen.
„Alles nog net eender," zeide ik, naar papa's
portret opziende. „Ik alleen ben een ander mensch
geworden."
En op eens werd er aan de deur getikt, juist toen
de oude vrouw en ik zaten thee te drinken, en trad
freule Degenberg binnen.
„Wel, wel!" riep zij, „in het nestje terug?" En
ze kuste mij, drukte mij weer in mijn stoel en zette
zich naast mij. „Laat ik je niet storen, ik wil je
maar even goedendag zeggen. Hoe gaat 't, mijn
gansje? Ik geloof waarlijk, dat gij gegroeid zijt en
ge hebt iets ernstigs in de oogen gekregen!" Zij
streek mij onder de kin en hief mijn gelaat op.
„Waar is je brutaliteit gebleven, kind?" vroeg zij
goedaardig. „Ge ziet er uit als een tam reetje; is
dit het gevolg van dat opsluiten daar tusschen de
bergep? En nu begon zij te vragen en te vertellen
en hoorde ik van alles wat.
„De Brankwitzers zijn dus op komende wegen.
Je stiefvader geeft een bal, een „bal costumé",
zooals 't heet; de uitnoodigingen worden al rond
gestuurd. Gij moet je moeder een handje helpen,
Annelise, en je best doen, dat zij wat opgewekter
het eens te worden over de vaststelling de-
agenda. Als dat zoo door moet gaan dan ber
looft de behandeling der vast te stellen agenda
nog heel wat ergers. Ondertusschen heeft de
EngeJsche regeering reeds een welwillend ge
baar in de goede richting gedaan, door haar
besluit den aanbouw van twee nieuwe kruisers
definitief te schrappen. Door dit besluit wordt
een bedrag van ruim 50 millioen gulden be
spaart, hetgeen vooral de Engelsche belasting
betaler zeer welkom zal zijn.
Een kleine opkikkering heeft de Engelsche
belastingbetaler wel noodig, we kennen meer
landen waar zulks eveneens het geval is, aan
gezien naast andere zorgen van min of meer
ernstigen aard, de berichten uit Britsch-Indië
voor Engelsche ooren bepaald onaangenaam
klinken. Na het congres te Lahore, waar de
heerschende ontevredenheid duidelijk aan het
licht kwam, werd met eenige ongerustheid
uitgezien naar de viering van den „Onafhanke
lijkheidsdag", waarbij zich evenwei geen ern
stige incidenten hebben voorgedaan.
Overal waren op dezen dag door geheel
Britsch-Indië bijeenkomsten belegd, waar de
sprekers bijzonder fel tegen het Britsche gezag
van leer trokken. Te Calcutta noemde de bur
gemeester de Union Jack een beleediging voor
de nationale eer van Indië en wekte de be
woners op, uitvoering te geven aan de be
sluiten van het Al-Indische Nationaal Congres
te Lahore.
Al deze demonstraties werden besloten met
een uniforme resolutie, luidende ongeveer als
volgt:
Wij gelooven aan het onaantastbaar recht
van het Indische volk. Het Britsche bewind
heeft het Indische volk niet alleen van zijn
vrijheid beroofd, doch heeft zich verrijkt door
uitbuiting en Indië economische, politiek, cul
tureel en in geestelijk opzicht te gronde ge
richt. Daarom gelooven wij, dat Indië zijn ver
binding met Groot-Brittanië moet verbreken
en naar onafhankelijkheid moet terugwinnen.
De resolutie spreekt verder uit, dat het ont
zeggen van elke hulp aan het Britsche bestuur
en het staken van belastingbetaling tot het
doel zullen voeren.
Tusschen het opdienen van pap en het
lepelen hiervan is altijd eenig verschil en de
Engelsche regeering en met haar de over
weldigende meerderheid der bevolking, denkt
er niet over deze te heete Britsch-Indische pap
te slikken.
Lord Irwin heeft zulk duidelijk laten blijken,
toen hij o.a. in zijn redevoering in de Wet
gevende vergadering te Dehli verklaarde, dat
hij zich zal kwijten van de plichten en ver
antwoordelijkheden, die op hem en de regee
ring rusten met betrekking tot de toepassing
van de wet en de handhaving van de orde.
Veel uitwerking heeft deze waarschuwing niet
gehad. Reeds bevinden zich een twaalftal lei
ders in arrest, aangezien deze heeren wat al. te
sterk tot opstand tegen het Britsche gezag
hadden aangezet en in het noordelijk deel van
Bombay heeft de politie een volledig ingericht
fabriekje ontdekt voor de vervaardiging van
bommen en meer dezer onaangename dingen.
Een huiszoeking in de omliggende wijk van
bedoeld fabriekje bracht eveneens soortgelijke
dingen aan het licht. Nu krijgt men aan de
hand van dergelijke berichten heel gemakkelijk
een zeer overdreven voorstelling van de toe
stand aldaar, doch het niettemin de toestand
de toekomst tegengaat."
„Ja, tante."
„Sedert wanneer zijt ge zoo meegaand, dat ge
dadelijk ja en amen zegt," vroeg zij verbaasd.
„Vroeger waart gij stellig daartegen opgekomen.
Nu, ik hoop dat gij 't niet zijt geworden op dat
bewuste punt, of zijt ge daar ginds tot andere ge
dachten gekomen?"
„O neen, tante."
„Dan is 't goed. En omdat ge dan nu wat ver
standig zijt geworden, zal ik je eens iets vertellen.
Weet ge ook, nicht," viel zij zichzelve in de rede,
„of Brankwitz een broer heeft of dat er buitendien
nog andere Brankwitzen te Berlijn wonen?"
„Neen, freule, hij heeft geen broer," mompelde
de nicht, „hij is het eenig exemplaar. Zooveel ik
weet, heeft hij geen andere familie dan zijn zuster."
Nu zette zij het lepeltje in haar kopje, een be
wijs dat haar maaltijd was afgeloopen, vouwde de
magere handen even als dankens samen, nam de
schalen en borden bijeen en verliet met een ouder-
wetsch knikje de kamer.
„Dat's een van die menschen, die hoe langer hoe
zeldzamer worden," zeide de freule, haar naziende.
„Maar nu, Juister eens! Gij waart n'dg niet lang
weg, toen er op een goeden morgen bij mij gescheld
wordt en Josephine mijn kamer komt binnen
stuiven; maar van blijdschap kan ze nauwelijks
een woord uitbrengen. Ik kijk op, en achter haar
staat mijn „neef", zooals ik hem doorgaans noem,
met zijn goedaardigen glimlach om den mond. Ge
kent hem nog wel, hij was vroeger hier als vaan
drig in garnizoen en heeft nog eens op de schutters-
weide met je in het caroussel gezeten. Zoo'n langen
jongen vergeet men niet licht. Maar gij waart toen
nog een kleine peuzel. Nu dan, hij is tegenwooridg
daar in ieder geval slechter wordt, dat het
steeds meer begint te spannen, is buiten kijf.
Tot op zekere hoogte valt er over de geheele
wereld een min of meer grootere spanning
waar te nemen, zoowel op economisch als op
politiek gebied. Deze week kwamen uit Zuid-
Amerika weer berichten binnen dat Bolivia
en Paraguay het weer eens voor de zooveelste
maal aan den stok hadden over het inmiddels
berucht geworden Chaco-gebied. dat er in
Albanië een opstand was uitgebroken, het
heeft ons meer verwonderd dat het zoo lang
geduurd heeft in deze kleine heksenketel voor
een dergelijk bericht de wereld werd ingezon
den, terwijl de Russen in angstige spanning
afwachten wat de laatste krachttoer van Mos
kou tegen de boeren zal uitrichten.
In den Russischen heilstaat deelt Stalin de
lakens uit, hij is feitelijk de eenige man der
ruim 1|- millioen leden tellende communistische
partij, een bedroevend gering aantal ten op
zichte van een bevolking van ongeveer 150
millioen, doch deze overweldigende meerder
heid wordt eenvoudig door de punten van
bajonetten in bedwang gehouden. Het ge
ringste of minste vergrijp tegen de macht
hebbers van Moskou wordt in bloed gesmoord
en hierbij worden geen halve maatregelen ge
nomen.
Momenteel zijn het de arme Russische boe
ren, in de oogen van Moskou zijn ze rijk, weil
de arme drommels nog anderhalve koe en een
paardekop bezitten, weer eens zoo gelukkig
de bijzondere belangstelling van Moskou te
genieten. Stalin is ontevreden over de tot
heden mislukte graaninzameling en dus moeten
de boeren als schuldigen voor drt euvel hangen.
De stakkers moeten hun hoeven met alles ver
laten en krijgen niets vergoed. Het deert de
machthebbers van Moskou niet of dit voor
duizenden een ellendig omkomen beteekent.
De weg der Sowjet-heilstaat voert langs tal-
looze bloedige puinhoopen en de vrijheid, die
de geestverwanten van deze heeren met groot
misbaar elders voor zich opeischen, wordt in
Rusland volgens alle regelen der bekende
knoet-kunst verijdeld.
Het geeft anders heel wat te denken dat ook
hier de teugels steeds strakker aangehaald
moeten worden, teneinde staande te blijven
in den groeienden stroom van opkomend ver
zet.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
ECHTE FRIESCHE
20-50cf.perons
(ook in Vi onien, 'A ponden en ponden)
Ifratuft 1iurWütfeeÜerbi pakje
§ipiRX,1753
MIJN HAR DT'S
Zenuw-Tabletten 75 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Bij Apoth. en Drogisten
(Adv).
Dinsdag 28 Januari hield bovengenoemde
Vereeniging haar Algemeene Vergadering in
het Zondagsschoolgebouw te Sommelsdijk.
De Voorzitter de Heer Jansen opende deze
vergadering op de gebruikelijke wijze, waarna
de notulen der laatste vergadering werden
gelezen en onveranderd vastgesteld. De Secre
taris, de heer J. C. v. Loo, bracht daarna zijn
jaarverslag uit dat luidde als volgt:
Geachte Vergadering.
Weer ligt een vereenigingsjaar achter ons.
eerste luitenant bij de dragonders, een beeld van
een man. Hm! We zitten dan aan het dessert, en
hij is bezig met een appel volgens alle regels van
de kunst te schillen, wat altijd zijn liefhebberij is
geweest, en we laten de heele familie zoo waar de
revue passeeren en zoo kom ik ook op jou gij
ligt mij toch altijd ook na aan het hart, kleine
bengel die ge zijt! „Luister eens, Frits," zeg ik,
hij heet eigenlijk Frederik Dietrich en wordt in de
wandeling Frits Dietz genoemd „kent gij soms
een mijnheer van Brankwitz te Berlijn? Ik weet
wel, Berlijn is groot, maar hij moet toch al met die
sportheeren omgaan, want hij kent hen allen met
naam en toenaam en gebruikt ook net als deze
allerlei woorden en uitdrukkingen, dit wij gewone
menschen, niet begrijpen." Nu trok hij een lang
gezicht en fronst de wenkbrauwen en herhaalde
knorrig: „Brankwitz? Ja, ik ken dien vent wel
hij is de gemeenste afzetter van heel Berlijn."
„Nu, dan zullen wij wel niet den zelfden meenen,"
zeg ik zoo. „Ik ken gaan ander," knort hij; „ik
wilde dat hij werd opgeknoopt." „Degeen dien ik
meen heeft geld als water," zeg ik, „en wil Dam-
nitz koopen en Annelise van Sternfeld tot vrouw
hebben." „Zoo," mompelt hij, „dan zal 't wel
een ander zijn, anders moest die Annelise zich liever
vooraf verdrinken." Verder hebben wij daarover
niet gepraat en 't is ook haast niet mogelijk, dat
't dezelfde is dien wij beiden kennen. Maar dik
wijls, kindlief, als ik over dat geval zit na te den
ken, krijg ik toch zoo'n angstig gevoel. Laat je in
's hemels naam niet overrompelen. Eén ding zeg
ik je echter: ik bemoei mij daarmee niet meer."
„Maak u niet bezorgd, tante, ik zal u niet weer
plagen. Maar ik geloof toch ook, dat 't een ander
moet zijn."
Een jaar, dat voor de vereeniging althans geen
bijzondere reden tot klagen geeft. Mogen wij
al niet tot U kunnen zeggen: „Er is dit jaar
een flink batig saldo, omdat het'aantal patiën
ten zoo gering geweest is;" als wij de eindcij
fers bekijken, dan'kunnen wij, alles te samen
genomen, tevreden zijn.
De groei der vereeniging was buiten ver-
wachtmg. Het ledental toch bedroeg op 31
December 1928 4169 leden en op 31 December
1929 4941 leden. Een toename dus van bijna
800 leden. Vooral voor Sommelsdijk is de toe
name flink. Van 1638 leden klom het tot 2106
leden. Sommelsdijk heeft dus een achterstand,
die het op Middelharnis had, belangrijk ver
kleind.
In het Bestuur is geen verandering gekomen.
Wat de onderlinge samenwerking van het
Bestuur betreft, deze zou niet beter kunnen
zij n.
Met veel animo komen bijna allen steeds
ter vergadering.
Dit wijst op een gezond vereenigingsleven
in onze vereeniging. De uitstekende kalme
leiding van den Voorzitter is de Vereeniging
een zegen. Er zijn 6 Bestuursvergaderingen
gehouden, steeds in de spreekkamer der O. L.
School te Middelharnis, die B. en W. voor dit
doel gratis ter beschikking hebben gesteld.
Vanaf deze plaats daarvoor onzen hartelijken
dank.
Hoe de vereeniging er finantieel voor staat,
zal straks de Penningmeester U wel duidelijk
uiteen zetten. Maar wat U wel niet zoo dadelijk
uit zijn cijfers zult lezen, is de buitengewone
moeilijkheid waarin de Vereeniging zich na
het eerste halfjaar bevond.
Door het zeer groote aantal patiënten in het
eerste halfjaar stonden wij in Juli voor een
Zoo groot tekort, dat het Bestuur meende
onverwijld maatregelen te moeten treffen. Na
ernstige overweging besloot het Bestuur nog
niet tot contributieverhooging te moeten
overgaan, maar enkele wijzigingen in het
„Hoogst waarschijnlijk het denkbeeld alleen
is al afschuwelijk. Goedenavond kind! Kom een
bij mij, als ge tijd daartoe vindt, maar ge zult 't
druk genoeg hebben. Je stiefvader schijnt geheel
Westenberg in rep en roer te willen brengen en ik
hoop maar dat alles niet zonder gevolg zal blijven."
Ik zag haar vragend aan.
Een satirieke glimlach verscheen op het oude
gelaat van de freule. „Hij hoopt op een kruisje;
de een of ander zou hem daartoe hebben voor
gedragen, hoor ik. Nu, 't is mij goed, ik gun hem
den Rooden Adelaar of de Kroon, vierde klasse;
hij heeft zoo iets verdiend, al is 't alleen aan mijn
kerstkinderen. Goedennacht, kind Elk diertje
heeft zijn pleziertje."
Niet het minste voorgevoel van den naderenden
storm bij al die menschen! Natuurlijk niet!
Den volgenden morgen kwam mijnheer Wol
meijer bij mij. Hij scheen opgeruimd gestemd, vroeg
hoe 't mij tusschen de bergen was bevallen en
voegde de nicht ook een paar vriendelijke woord
jes toe of zij er niet tegen opzag terug te komen,
en dat 't hem toch wel plezier deed weer een ver
standig mensch in huis te hebben tegen den tijd,
die aanstaande was, „kortom, we zullen elkaar
maar weer verdragen niet waar, oudje?"
Zij zag hem met een akeligen blik aan, met oogen
als die van een sfinx, zoodat de eenvoudige vrouw
mij op eens een soort van vrees inboezemde.
„Als 't aan mij ligt maar ik heb het roer niet
in handen," antwoordde zij plechtig.
(Wordt vervolgd).