Huiduitslag
WINGERDEN'S Meubelhuis
Predikbeurten.
>ordeeligste in meubelen
knechts
BUIJS
DRN'S
NOL
HOFNAR
SIGAREN
VERBRUGGE
+DE SUMMKIU,
DOOR EENS ANDERS SCHULD.
erdestrook
beneden,
eksel uit de
k van Straf-
r in een wit
srs en num-
twee keer
iplaats. Het
m z$n links
't biljet ge-
naam van
nen,en van
eld.
alle zflden
veer 10.1x
1
n 18 Apri
n postzegel
desbetref-
zonden. De
daar ons
blicatie de
t op koste-
hebben op:
veeteelt te
jad.
ingen, tee-
:ct, Acacia-
W. Vrij-
rdrecht.
Afdeeling
'Ven.
de Jong
Den Haag.
'tSas, per
rt en Spel,
bijMevr.
weg No. 3,
Assurantiën
e Talen zijn
le met een
te richten
na daarop,
nogen ligt,
Het bovenstaande zal het ieder duidelijk
doen zijn, dat deze vragenbus uitsluitend op
de practische zijde van het leven gebaseerd is
en vertrouwen wij dan ook onzen abonné's
hiermede een genoegen te doen. Aangezien de
oprichting van deze afdeeling met groote offers
onzerzijds gepaard is gegaan en binnenkort
nog aanzienlijk uitgebreid zal worden, zal het
ons een voldoening zijn te ervaren, dat de
vragenbus werkelijk aan een bestaande be
hoefte beantwoordt.
Zondag 19 Januari 1930.
NEDERLAJN DSCH HERVORMDE KERK.
Middelharnis, vm. ds. Dekker en 's av dhr. Vetter.
Sommelsdijk, vm. leeskerk en 's av. ds. van
Ameide.
Dirksland, vm. ds. van der Wal en 's av. leeskerk.
Herkingen, nm. ds. Dekker uit Nieuwe ToDge.
Melissant, nm.- ds. Polhuijs (Doop).
Stellendam, vm. en 's av. dhr. Bouman.
Goedereede, geen opgaaf.
Ouddorp, geen opgaaf.
Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds. Dekker.
Oude Tonge, vm. ds. Vlasblom.
Ooltgensplaat, vm. leeskerk en'sav. ds. van der
Wal uit Dirksland.
Langstraat, vm. dhr. Vetter.
Den Bommel, nm. ds. Vlasblom tn 's av. leeskerk
Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuis en
nam. leeskerk.
Hellevoetsluis, vm. (voorb. H. A.) en 's av. ds.
Timmer.
Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester.
Nieuwenhoorn, vm. ds. de Voogd v. d.Straaten.
Rockanje, 's av. ds Brinkerink van Oostvoorne.
Oostvoorne, vm. ds. Brinkerink.
PROTESTANTENBOND.
Sommelsdijk. (Langeweg) 'sav.6.15ds.A. Pries
ter. Pred. te Nieuw Helvoet.
Brielle, (Kerkstraat) 's av. ds. A. Kleijn uit Den
Haag.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
Stellendam, vm. en 's av. ds. Speelman uit
Nieuwveen.
Den Bommel, vm. en nam. ds. Schaafsma.
Ouddorp, vm. en nm. leeskerk.
OoltgeDsplaat, vm. en nm. ds. de Lange.
Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaft*.
Hellevoetsluis, vm ds. Westerhuijs
Nieuw-Helvoet, 'sav. ds. Westerhuijs.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Dirksland, vm. en 's av. ds. de Blois.
Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
Herkingen, vm., nm. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp, vm. en nm. leeskerk.
)TE UITVERKOOP
is brand- en waterschade.
8, t/o. De Delftschepoort, Rotterdam
AME. Uitsluitend deze week WAAIER-
MENT met vochtechte Trijp bekleed, massief
in-vulling 115,Dressoir vanaf 37,50. Salontafels
:ssolrs 15,75. Spiegels met eiken lijsten, Fransch
blementen, bekleed met leer, 26,Komt zien, het
U bespaart veel geld.
eenden franco door bet geheele land.
aagd
Woning dispo-
VAN VUGT Bz.
oorlaan
igsmorgens
reeknnr.
ITTERS
dezen Winter Uw
etc. sproeien met
RUCHTBOOM CAR-
pen" van deN. V.
este resultaten,
lan spuit U afdoende
ures over deze be-
oelwerktnlgen
franco toegezonden
rkooper voor Goe-
C. v. d. WENDE,
eerproducten voor
v, Sommelsdijk.
LOS
le Boekhandelaren
verkrijgbaar voor winkeliers bij
MIDDELHARNIS
■I" DAMES
Vraagt onze pillen en druppels ter rege
ling v. d. bloedsomloop, door H.H. Doc
toren aanbevolen, beslist onschadelijk
voor de gezondheid. Alleen bij ons
Is succes verzekerd.
Vraagt ons boekje met talrijke al-
beeldingen met duidelijke en vol
ledige inlichtingen in blanco ge
sloten Convert met 25 cents insluiten
aan postzegels.
Wacht U voor misleiding
of teleurstelling.
Koopt in zaken waar U zeker van
kan zijn vakkundig en snccesvol
geholpen te worden, en niet door min
derwaardige namaak op de lange
baan geschoven te worden. Wl] zijn
vanouds bekend het soliedste
adres. Lèt daar vooral op.
Kipstraat 59, Rotterdam
Vraagt gratis inlichtingen of prijscourant
ADVERTEERT
I IN
ONZE EILANDEN
- 1,20
0,20
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,07®
ADVERTENTIËN
van 16 regels
Elke regel meer
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
WOENSDAG
22 JANUARI 1930
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
12E JAARGANG. - N°. 23
Het vrije Standpunt.
„Gelukkig is de mensch, die de
zonnestralen leerde opvangen, welke
altijd nog door den nevel van het
verdriet doordringen."
Het verdriet is rechtvaardiger dan wjj
menschen in het algemeen wel willen ge-
looven hoewel ook hier de schijn tegen
is; want het gaat maar aan zeer weinigen
geheel voorbij. En nu moge men, tegen deze
meening protesteerende, zeggen: „Jawel,
.maar de een krijgt een zakvol en de ander
slechts een handvol van 's levens ellende en
moeilijkheden". Dit is of schpnt althans vol
komen juist, doch is evenwel al zeer moei
lijk na te gaan. Er zijn nog geen X-stralen
gevonden voor de doorlichting van de men-
schenziel en wjj weten waarlijk niet, welk
een massa grievend zieleleed of onherken
bare wanhoop ons somwijlen in een prachtige
luxe auto voorbij snort, of wel, verborgen
ligt achter den opg6Wekten glimlach van
den mensch, die U schertsend de hand drukt
en die D de incarnatie toeschijnt van voor
spoed en onbezorgdheid. De raadselen van
het leven zijn zoo groot en zoo veelvuldig,
en het licht, dat tot op den bodem van de
menschenziel doordringt, is nog steeds zoo
zwak. Vreugde en smart gaan ons iederen
dag en meestal onherkenbaar voorbij. Laten
wij dat vooral niet uit het oog verliezen,
als wij gelooven, dat wij te ruim ons deel
hebben gekregen van 's werels ellende, van
levenszorgen en bezwaren en te weinig
van 's levens voorspoed en vreugde. In negen
tig van de honderd gevallen misschien, zijn
wij nog hoegenaamd niet misdeeld, en vallen
er nog heel wat zonnestralen door ons ziele-
venster in de binnenkamer van ons wèl ge
slingerd, doch ook niet altijd dankbaar hart
zonnestralen, die, wanneer wij het maar
willen opmerken, nog heel wat warmte en
licht geven.
Verreweg de meeste menschen hebben
wel een open oog en ook wel een open hart
voor het lij den en de smart van hunne me-
demenschen vooral tijdelijk; maar toch
schijnt veelal de eigen levenslast ons, in de
meeste gevallen, niet de minst zware toe. Het
zijn dan ook onze eigen schouders, welke
dien last moeten dragen, en daarom blijft
meestal de vergelijking met het levenspak
van anderen achterwege. Doch wanneer wfj
wèl vergelijkingen maken, dan zullen wij
toch een enkele uitzondering misschien
niet medegeteld tot de erkenning moeten
komen, dat we het, bij anderen vergeleken,
nog zoo kwaad niet hebben en dat er voor
ons nog heel wat stof tot dankbaarheid valt
te boeken.
Evenwel... er is verdriet in ieders leven.
Verdriet ten aanzien van ons lichamelijk
welzijn en niet minder betreffende onze
geestelijke en stoffelijke belangen. Er is
verdriet, dat wij ons zelve berokkenden, en
daar zijn ook smarten en ergernissen, die
onze medemenschen onsaandeden.Somtijds
heeft de mensch onverdienden smaad of
door afgunst toegebrachte schade in bedrijf
als anderszins te verduren en ziet hij zich
door lastertongen besproken of op een andere
onedele wijze, buiten eigen schuld of aan
leiding, aangevallen en hevig gewond in eer
en goeden naam. Menigmaal ook spelen de
omstandigheden van het leven, niet zelden
daarin geholpen door het toeval, hem parten
FEUILLETON.
W. HEIMBURG.
VERTALING VAN HERMINE.
(iGeautoriseerde uitgave van D. Bolle.)
en daartegen vermag zelfs de meest ener
gieke mensch geen strijdmiddelen aan te
voeren.
Zjjn er dan nog geen middelen van ver
weer tegen het verdriet?
Bestaan er ook geen wapenen tegen het
noodlot, tegen de levensomstandigheden en
tegen het kwaad, dat ons menschen wordt
aangedaan
Directe wapenen tegenover dat alles zijn
slechts zelden te vinden of te smeden....
doch er bestaat een houding een vrije
houding, die niet zelden een onneembaar
bolwerk blijkt, vooral tegen de aanvallen van
menschen, hoe geducht en hoe verradelijk
die ook mogen zijn. Met een vrije houding
kan de mensch zich menigmaal de overwin
ning verzekeren over zijn levenslot, over het
noodlot en over de menschen. In dat geval
wordt zijn houding zijn vrije houding
hem tot een wapen en wel een treffend,
maar edel wapen, dat niet voor aanvallen,
maar slechts voor zelfverdediging wordt aan
gewend en dat het recht op zijn plaats
brengt en in eere herstelt. Staande op het
„vrije standpunt", is de mensch op zijn
sterkst en het meest „vrij". Want het woord
„vrij" is veelal slechts een holle klank, zoo
wel als „onafhankelijk zijn" en „een vrijen
wil hebben", slechts holle phrasen zijn. Maar
„een vrij standpunt innemen", is een term,
die recht heeft van bestaan, en die een ab
solute krachtige positie aanduidt.
Want onder een „vrij standpunt" zal men
toch moeten verstaan: een zelfverworven,
onbetwistbare vrijplaats in de groote maat
schappij en mede in het bizonder leven van
den mensch, waarin hij zich veilig weet...
omdat hij alleen de zuiverheid van zijn
standplaats kan beoordeelen en zich zelf
rekenschap geeft betreffende een eerlijke,
trouwe plichtsbetrachting en aangaande een
correcten levenswandel. Hierbij behoort zelf
bedrog vooral te worden geweerd. Vanuit
die zelfverworven vrijplaats in de maatschap
pij kan de mensch rustig en onbevangen
om zich heen in de wereld kijken. En de
wereld zal het niet durven wagen: hem of
haar, die dat mooie, dat vaste, dat veilige
standpunt inneemt, brutaal uit te werpen.
Zij zal veeleer dien vrljstaanden mensch eer
biedig en misschien wel „met neergeslagen
oogen", voorbijgaan. Want een wilskrach
tige mensch, die door eigen kracht en
streven zich een „vrijplaats" in de maat
schappij en het leven verwierf, mag inder
daad fier zjjn. En die mensch dwingt respect
af ook van de „vuilwerpers", die den
ernst van het leven en de hooge waarde
van een „goeden naam" niet schijnen te
kennen. Het komt bij den „vrijen menscb"
in hoofdzaak aan op de kwaliteit van zijn
„wil". Alléén een wil, die den plicht, die het
mooie en verhevene in den mensch alléén
bedoelt, kan aan dien mensch een vrijplaats
in het leven verschaffen, en mag met zekere
fierheid zich toonen in verband met wat
hij presteert. Doch een zoogenaamde „vrije
wil", die ten allen tijde allerlei afkeurens
waardige gewoonten, eigenschappen en zelfs
hartstochten in de wereld en in het particu
liere leven introduceert en als gangbare munt
durft aanbevelen, is niet anders dan de
onderdanige dienaar laat ik liever zeggen
„de slaaf" Jvan die verkeerde gewoonten,
eigenschappen en hartstochten, die hij als
absoluut onmisbaar met het leven verbindt.
Een zoodanige halsstarrige doorzetter^ van
46)
„Pas op, daar is een greppel Hopsa!" riep hij
en hielp mij daaroverheen. „De sneeuw maakt al
het ongelijke gelijk, freule Annelise," ging hij voort,
„kom wat dichter bij mij zoo! en loop wat
langzamer alsjeblieft, 't Is zoo mooi onder deze
kerstboomen, die de lieve Heer zelf heeft versierd.
Kijk eens, hoe de dennenappels glinsteren van den
typ, juist alsof ze van gesponnen glas zijn; en welke
mooie blauwachtige tinten heeft de sneeuw in de
schaduw!"
"ufat 11615 me* de zorgen te maken, die de
nicht om uwentwil schept?" vroeg ik, voet bij
stuk houdende.
,"P'£e vergeet gij behoort nu ook tot de fa
milie! antwoordde hij schertsend.
„Neen, ik behoor n i e t tot de familie!" riep
ik knorrig. „En dat is 't ook niet ge vertelt mij
maar iets.
„iHJa'nSii beh00rt wel tot de familie Wolmeijers
L„Lfe,ï fer "!lstiS' „en eens", zal een
dag aanbreken, dat gij t.iij niet meer kunt uitstaan,
^vragen: Gi»?t ge mee in het boscli
wandelen? dan zult ge mij den rug toekeeren
met drogredeneeringen bepleite ondeugden
en misbruiken, heeft waarlijk niet het recbt,
zich den naam aan te matigen van „vasten
sterken wil". Want deze kruipende slaaf
van menschelijke zwakheid, colporteert aan
de goedgeloovenden onder de menschen
niet anders dan waardelooze surrogaten van
flinkheid, philantropie en deugdzaamheid.
Het verdriet vindt in menschen, die met
een dergelijken pseudo-wil zijn behept, een
welkome prooi. Maar hij of zij, wiens of
wier wil hand aan hand gaat met het ver
stand, met zelfbeheersching en eergevoel,
verovert zich een vrijplaats in de wereld, een
bolwerk ter beschutting tegen 's levens ram
pen en moeilijkheden en tegen het licht
vaardig oordeel en veroordeel der menschen.
Wat welsprekendheid en bewflsaanvoerin-
gen niet vermogen, brengt de zich „vrij"
gevoelende, hoogstaande mensch met een
voudig zwjjgen tot stand. Want deze plaatst
zich niet in de gevechtslinie dergenen, die
strijdlustig optrekken tegen het wreede sla
gen toebrengende leven en tegen de hen niet
welgezind zijnde, veelal hen benijdende men
schen. H(j trekt zich niet terug uit gebrek
aan moed, doch slechts uit een diep gevoel
van eigenwaarde en uit verachting van de
strijdwijze van een minderwaardigen vijand.
En aan zijn levenslot zegt hij, vol overtui
ging, maar met diepen weemoed terugziend
in het verleden: „Ik dank U, voor wat gij
mij onder strijd en hopen hebt geleerd. Ver
geef rnjj. Ik wist immers niet, dat gij zoo
rijk waart aan liefde. Gij hebt mij opgevoed."
VIKING.
OS/tf Wybert-tabietten on-
der het oefenen ter
bescherming van de
keel, vóór het op
treden ter zuivering
van de stem.
(Adv.)
Bespuiting van boomen en struiken
met Garbolineum.
Daar het tijdstip voor de uitvoering van
bespuitingen met carbolineum wederom is
aangebroken, vestigt de Plantenziektenkun-
dige Dienst te Wageningen de aandacht van
alle belanghebbenden op deze zeer nuttige,
in vele gevallen zelfs noodzakeiyke winter-
werkzaamheid.
Deze bespuitingen moeten worden uitge
voerd:
le. In kassen op druiven en perziken, ter
bestrijding van dopluizen (die het zwart ver
oorzaken), eenige spintsoorten en bladluizen;
voor druiven neme men een 7,5 pCt. oplos
sing, voor perziken een 5 pCt., terwijl de be
spuiting resp. voor eind Januari en voor
midden Januari uitgevoerd moet zijn;
2e. In vruchtentuinen en boomgaarden ter
bestryding van diverse blad-, schild-en dop
luizen, bloedluis, appelbladvloo,spruitvreter
spint (voor kruisbessen geheel
afdoende), roode worm (frambozen), som
mige rupsen en vlindereieren (speciaal die
van den wintervlinder) die alle den gezond
heidstoestand der ooftboomen en -struiken
en daardoor ook de voortbrenging van
vruchten in sterke mate benadeelen, of die
rechtstreeks de vruchten aantasten.
Men gebruike steeds een 7,5 pCt. oplos
sing (voor bloedluis is 10 pCt. beter) emspuite
bessenstruiken en frambozen voor het mid
den van Februari, pruimeboomen voor eind
Februari en de andere vruchtboomen uiterlijk
in Maart.
Be. In boomkweekerijen ter bestrijding van
een zeer groot aantal insecten, die den groei
en het uiterlijk der planten zeer kunnen doen
verminderen. Vrijwel alle gewassen op de
boomkweekerijen, ook Coniferen (met slechts
enkele uitzonderingen) Buxous en Azalea's
kunnen zonder bezwaar met een 7,5 pCt. op
lossing bespoten worden; de vroeguitloo-
pende tot begin of het midden van Maart,
de later uitloopende tot eind Maart.
Deze bespuiting is voor alle boomkwee
kerijen, zoowel die van sierplanten als die
van vruchtboomen, ten zeerste aan te beve
len en met het oog op den uitvoerhandel
zelfs noodzakelijk te achten.
4e. In tuinen en parken, op rozen, sneeuw
bal en andere struiken, zoomede sier- en
laanboomen, voor zoover deze laatste niet te
hoog zjjn, eveneens ter bestrijding van allerlei
(op het hout overwinterende) insecten, die
den groei en het uiterlijk der planten zeer
bunnen schaden. Ook hiervoor kan men een
7,5 pCt. oplossing nemen en de bespuiting
moet als regel voor het midden van Maart
uitgevoerd zijn.
Waar men voor de uitvoering der bespui
tingen thans over zeer goede machines, zoo
wel voor uitvoering in het kleine (rugpul-
verisateurs), als voor die in het groot (motor-
sproeimachines), beschikken kan, wordt de
toepassing van carbolineum, ter bestrijding
van vele insecten, die in den winter op de
boomen en struiken in verschillende ont
wikkelingstoestanden overwinteren, ten
zeerste aanbevolen.
Nadere inlichtingen worden gaarne ver
strekt door den Plantenziektekundigen Dienst
te Wageningen en door de op verschillende
plaatsen werkzame ambtenaren van dien
Dienst.
Antwoord aan den Heer Ma te D. B.
Het valt niet mee bij een koppel van 18
W. Leghorn (1, 2 en 8 jaar oud), die er alle
even goed uitzien, de oudste er uit te halen.
De gladde poot, die jonge hennen kenmerkt,
is ruwer b$ de oudere dieren. Dit is een
kenmerk. Ook de levendigheid is bp de jonge
dieren grooter.
De jonge hennen gaan eerstdaags flink aan
t leggen en dan nadert de pootkleur meer
naar wit. De lichtgekleurde poot wijst dus
op grooteren leg en dit loopt vrijwel parallel
met den leeftijds hoe ouder, hoe minder
eieren.
Voorkom alle moeite voor volgende jaren
en voorzie de jonge hennen jaarlijks van een
anderen gekleurden ring. De ringkleur geeft
dan de ouderdom aan.
moeten toekeeren, daar ik je een lasteraar, een eer-
roover zal toeschijnen
„Wat een onzin!" riep ik, hem een een handvol
sneeuw roerlings langs het hoofd werpende, „nu
wil ik er niets meer van weten!"
„Maar, niet waar?" vroeg hij, zonder mijn schert
senden toon op te merken, „men kan ook zijn vij
anden achten en begrijpen niet waar, freule
Annelise?"
„O ja wel maar niet liefhebben," zeide ik
onbedacht, denkende aan mijnheer Wolmeijer, den
geachtsten burger van Westenberg, zooals freule
Degenberg hem eens had genoemd, en volgens
mijne overtuiging mijn bittersten vijand, ,,'t Is
heel moeilijk, wat Christus van ons voor onze vij
anden eischt! Zouden veel menschen 't wezenlijk
zoover brengen, dat ze hun vijanden liefhebben,
denkt ge?"
„Niet liefhebben dat was het best in dit ge
val het allerbest!" zeide hij zacht, „of er zou
een groote strijd aanbreken, een strijd, waartegen
men nauwelijks is opgewassen." En alsof hij die
gedachten van zich wilde afzetten, begon hij een
marsch of een ander vrooiijk deuntje te fluiten en
sprak verder over onverschillige dingen.
Ik begreep echter eensklaps wat hij bedoelde en
toen wij in de buurt van het voederhuisje stonden
en stil naar een paar reeën keken, die het hooi uit
de ruif trokken, zeide ik zonder voorafgaande in
leiding: „Ik weet één geval, dat ik u als mijn vijand
zou kunnen beschouwen, zelfs als ik u begreep en
achtte." Hij zag mij verbaasd aan.
„Als gij iets deedt, wat mijne moeder nog onge
lukkiger maakte dan ze al is!" ging ik voort.
„Is zij ongelukkig?" klonk 't zacht uit zijn mond
„Ik geloof, dat zij 't wel zijn m o e t gij weet
even goed als ik dat zij 't moet zijn."
Hij tuurde weer naar de reeën. „Ik zou uw moeder
op de handen willen dragen," zeide hij.
Ik beefde van angst en ontroering. „Vertel mij
toch alles!" verzocht ik. „Dat Wolmeijer, de man
van mijne moeder ,u slecht heeft behandeld, dit
heeft de nicht mij meegedeeld en dit weet ik
maar
„Vandaag niet, och, vandaag niet!" viel hij mij
in de rede. „Laat mij deze paar dagen toch alsje
blieft in vrede doorbrengen! Als ge eens wist wat
ik sedert dien avond dien avond vóór kerstmis
heb gestreden en geleden, zoudt gij mij niets vra
gen."
Hij deed haastig een paar schreden voorwaarts
en kwam toen even haastig terug; zijn open frisch
gelaat had zulk een verdrietige uitdrukking, dat
't geheel veranderd scheen. Ik stond bij den stam
van een beukhij had met een tak, dien zij onder
weg sneed, de sneeuw van een boomstronk ver
wijderd. Nu zette hij zich hierop neer en steunde
het hoofd met de hand.
„Wees overtuigd, dat gij geen overijld, liefdeloos
oordeel van mij te verwachten hebt. Zeg 't mij dus
maar," drong ik bij hem aan. „Gij kunt niet ge
looven, hoe 't mij hindert, niets zekers van al die
omstandigheden te weten; ge weet niet, in welk
een treurigen toestand ik mij bovendien bevind.
Deze kan door uw toedoen nauwelijks verergeren
en al was dit zoo. liever de droevigste zekerheid,
dan dit te vermoeden en dat te vreezen." Ik kwam
nu dicht vóór hem staan. „Och, alsjeblieft," her
haalde ik.
,,'t Kan niet erger worden, zegt ge misschien
voor u niet, maar voor mij is alles zooveel moei
lijker geworden, sinds gij daarin zijt betrokken
Verwachtingen voor 1930,
Ouder gewoonte wenscht men elkander
bij de intrede van een nieuw jaar veel heil
en zegen, en vooral op Nieuwjaarsdag pleegt
|Wasch de aangedane plaatsen met warm a
Iwater en Purolzeep; droog dan voor- K
izichtig af en doe er wat Purol op. Herhaal I
dit eiken dag, zoo lang het noodig is«J
(Adv.)
men in optimistische stemming te ver-
keeren.
Is er ditmaal reden voor zoodanig opti
misme? Kunnen wij, speciaal wat het eco
nomische leven in het algemeen, het Neder-
landsche bedrijfsleven in het bijzonder betreft,
met rooskleurige verwachtingen de naaste
toekomst tegemoet gaan?
Er is reden tot twijfel. Het nieuwe jaar
opent niet met byster gunstige vooruitzich
ten voor den wereldhandel, als uitvloeisel
van den val der prijzen van vele der voor
naamste grondstoffen en levensmiddelen. De
feiten en verschpnselen wijzen op een terug
gang in de wereldconjunctuur, en op ver
wezenlijking van het denkbeeld derEngelsche
Regeering inzake een wapenstilstand van
twee jaar in de verhooging van invoerrechten
valt weinig te rekenen, wegens den tegen
stand van vele Staten, met name Frankrpk,
tegen zoodanige „tarieven-vacantie".
De wijziging in de wereldconjunctuur, in
de eerste plaats de sterk verminderde ren
dabiliteit der Indische ondernemingen, weer
spiegelt zich reeds sedert eenige maanden
in het afnemend aantal opdrachten aan de
Nederlandsche ny verheid; zeer merkbaar is
dit vooral in Twente en in de machine-
ny verheid. Toch zou het aanpassingsver;
mogen, dat ons bedrijfsleven reeds herhaal;
delijk aan den dag heeft gelegd, niet tot groot
pessimisme stemmen, ware het niet, dat
getwijfeld moet worden aan de aanwezig
heid van juiste economische inzichten bij
de regeerders, die over ons nationale be
drijfsleven moeten waken. Niet te ontkennen
valt, dat het bedrijfsleven reeds zwaar door
de overheid is belast geworden, hetgeen de
werkgelegenheid beperkte. En hoewel de
tijdsomstandigheden dringend manen tot
matiging in den druk, op ons bedrijfsleven
gelegd, heeft de nieuwe Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid een aantal plannen in
voorbereiding, welke groote nieuwe ver
zwaring der lasten beteekenen. Zeker, bij
alle voorgenomen maatregelen wil de Minis
ter de draagkracht der samenleving niet
uit het oog verliezen, maar intusschen zal
die toch heel zwaar belast worden bij uit
voering van zyn overladen programma. Im
mers, bij invoering van de ziekteverzekering
zal deze van het bedrijfsleven vergen een
dertig millioen, waarvan zeg twintig aan
nieuwe lasten. Kan het met 1 Januari 1932
komen tot invoering van een aanmerkelijk
verbeterde sociale verzekering, vooral wat
betreft de invaliditeits- en ouderdomsver-
zekering, dan vergt dit nieuwe lasten, die
in totaal op twintig millioen te schatten zijn.
Inderdaad zal het bedrijfsleven in de naaste
toekomst, als 's Ministers voornemens tot
uitvoering komen, weder voor belangrijke
nieuwe lasten komen te staan ter bekosti
ging van sociale maatregelen. Deze bewinds
man denkt waarlijk veel te optimistisch
over de lasten voor het bedrijfsleven, wan
neer hij zoo pertinent verklaart: „Elke sociale
maatregel, die gemotiveerd en gezond is,
„Och, spreek toch niet zoo onbegrijpelijk, zeg
mij toch eenvoudig de waarheid!"
Nu greep hij mijn handen, hield deze voor zijn
oogen en zeide zacht: „Hij heeft mijn vader van
naam en eer beroofd hij ge weet wel wien ik
meen. Mijn vader heeft zijn vrouw en zijn geboorte
land door dien schurkenstreek verloren. Daar ginds
is het geluk hem ook gunstig geweest, tenminste
wat men geluk noemt: hij verwierf zich een ver
mogen, de arme bescheiden schoolmeester, en liet
een groot fortuin na, een van de grootste fabrieken
te Chicago; maar het smachtend verlangen naar
Duitschland kwelde hem tot het uur, dat hij voor
altijd de oogen sloot. En dat verlangen heb ik ge-
erf d; twee maanden na zijn begrafenis ben ik ver
trokken. Het laatste woord, dat mijn vader tot
mij zeide, was: „Maak mij ginds weer tot een eerlijk
man, ga er heen! Gij kunt dat en zijt daartoe in de
gelegenheid, meer dan ik! Gij hebt alles wat daar
voor noodig is: kennis, geld, jeugd en gezondheid."
En ik ben hier gekomen. Ik heb niet alleen wat mijn
vader opnoemde, ik heb ook de bewijzen dat men
mijn vader verkeerd heeft beschuldigd, dat wil
zeggen de nicht moet deze hebben. Ik ben gekomen
met het plan ginds mijn tenten af te breken en ze
in Duitschland weer op te slaan, zoo mogelijk hier
in mijn geboorteland. Ik ben gekomen, omdat ik
ziek was van verlangen naar mijn vaderland, om
dat mij bij allen arbeid en allen voorspoed altijd
slechts dit eene voor oogen heeft gestaan; een
Duitsche woning op Duitschen grond. En hiervoor
moet ik den eerlijken vaderlijken naam terug
hebben O, laat mij u niet ophouden, freule van
Sternfeld!"
„En om dit te bereiken, zal mijne moeder een
ge brandmerkten naam moeten dragen, antwoordde
ik bedaard.
Hij liet mijn handen zinken. „Zie, zoo zijn wij
mompelde hij.
„Denkt ge, dat ik uw plan afkeur?" vroeg ik.
„O, ik zou u verkeerd begrepen hebben, als ge
anders wildet handelen, Robert Nordman!"
„Annelise!" zeide hij zacht.
„Wat behoeft gij u om mijne moeder, wat om
mij te bekommeren?" ging ik voort, luid en hard,
en de borst deed mij pijn, waaruit die woorden
kwamen. „De eer van uw vader, uw naam, dat's
de hoofdzaak voor u. Ik kan denken, dat 't u hin
dert, mij te hebben leeren kennen, vriendelijk met
mij gesproken te hebben; maar, geloof vrij ik be
grijp u best, ik zou ongetwijfeld ja, dat weet
ik stellig precies zóó handelen. Maar kom, laten
we nu naar huis gaan; de zon is weg en ik heb
't koud."
Hij stond op, langzaam en loom als een oud
man die al zijn veerkracht had verloren, en liep
naast mij voort, zonder een woord te spreken. De
schemering viel snel, het geheele landschap in vale
schaduwen hullend, de sneeuw knarste ons onder
de voeten en de sterren begonnen aan het heldere
uitspansel te flikkeren. In de dorpshuizen waren
al de lichten reeds aan, toen wij uit het bosch
kwamen en de velden overstaken. Ook de nicht had
haar kleine lamp al aangestokenanders wachtts
zij hiermee doorgaans tot onze thuiskomst; nu
was alles anders. Vroeger vrooiijk pratende, nu
zonder een woord te wisselen, liepen wij naast
elkander voort. De rozenroode sluier der onge
dwongenheid, die tot dusver onzen omgang had
omspeeld, was vaneengeretendor en koud, met
misvormd aangezicht zag de toekomst ons aan.
(Wordt vervolgd.)