Huiduitslag WINGERDEN'S Meubelhuis Predikbeurten. >ordeeligste in meubelen knechts BUIJS DRN'S NOL HOFNAR SIGAREN VERBRUGGE +DE SUMMKIU, DOOR EENS ANDERS SCHULD. erdestrook beneden, eksel uit de k van Straf- r in een wit srs en num- twee keer iplaats. Het m z$n links 't biljet ge- naam van nen,en van eld. alle zflden veer 10.1x 1 n 18 Apri n postzegel desbetref- zonden. De daar ons blicatie de t op koste- hebben op: veeteelt te jad. ingen, tee- :ct, Acacia- W. Vrij- rdrecht. Afdeeling 'Ven. de Jong Den Haag. 'tSas, per rt en Spel, bijMevr. weg No. 3, Assurantiën e Talen zijn le met een te richten na daarop, nogen ligt, Het bovenstaande zal het ieder duidelijk doen zijn, dat deze vragenbus uitsluitend op de practische zijde van het leven gebaseerd is en vertrouwen wij dan ook onzen abonné's hiermede een genoegen te doen. Aangezien de oprichting van deze afdeeling met groote offers onzerzijds gepaard is gegaan en binnenkort nog aanzienlijk uitgebreid zal worden, zal het ons een voldoening zijn te ervaren, dat de vragenbus werkelijk aan een bestaande be hoefte beantwoordt. Zondag 19 Januari 1930. NEDERLAJN DSCH HERVORMDE KERK. Middelharnis, vm. ds. Dekker en 's av dhr. Vetter. Sommelsdijk, vm. leeskerk en 's av. ds. van Ameide. Dirksland, vm. ds. van der Wal en 's av. leeskerk. Herkingen, nm. ds. Dekker uit Nieuwe ToDge. Melissant, nm.- ds. Polhuijs (Doop). Stellendam, vm. en 's av. dhr. Bouman. Goedereede, geen opgaaf. Ouddorp, geen opgaaf. Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds. Dekker. Oude Tonge, vm. ds. Vlasblom. Ooltgensplaat, vm. leeskerk en'sav. ds. van der Wal uit Dirksland. Langstraat, vm. dhr. Vetter. Den Bommel, nm. ds. Vlasblom tn 's av. leeskerk Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuis en nam. leeskerk. Hellevoetsluis, vm. (voorb. H. A.) en 's av. ds. Timmer. Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester. Nieuwenhoorn, vm. ds. de Voogd v. d.Straaten. Rockanje, 's av. ds Brinkerink van Oostvoorne. Oostvoorne, vm. ds. Brinkerink. PROTESTANTENBOND. Sommelsdijk. (Langeweg) 'sav.6.15ds.A. Pries ter. Pred. te Nieuw Helvoet. Brielle, (Kerkstraat) 's av. ds. A. Kleijn uit Den Haag. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk. Stellendam, vm. en 's av. ds. Speelman uit Nieuwveen. Den Bommel, vm. en nam. ds. Schaafsma. Ouddorp, vm. en nm. leeskerk. OoltgeDsplaat, vm. en nm. ds. de Lange. Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaft*. Hellevoetsluis, vm ds. Westerhuijs Nieuw-Helvoet, 'sav. ds. Westerhuijs. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Dirksland, vm. en 's av. ds. de Blois. Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk. Herkingen, vm., nm. en 'sav. leeskerk. Ouddorp, vm. en nm. leeskerk. )TE UITVERKOOP is brand- en waterschade. 8, t/o. De Delftschepoort, Rotterdam AME. Uitsluitend deze week WAAIER- MENT met vochtechte Trijp bekleed, massief in-vulling 115,Dressoir vanaf 37,50. Salontafels :ssolrs 15,75. Spiegels met eiken lijsten, Fransch blementen, bekleed met leer, 26,Komt zien, het U bespaart veel geld. eenden franco door bet geheele land. aagd Woning dispo- VAN VUGT Bz. oorlaan igsmorgens reeknnr. ITTERS dezen Winter Uw etc. sproeien met RUCHTBOOM CAR- pen" van deN. V. este resultaten, lan spuit U afdoende ures over deze be- oelwerktnlgen franco toegezonden rkooper voor Goe- C. v. d. WENDE, eerproducten voor v, Sommelsdijk. LOS le Boekhandelaren verkrijgbaar voor winkeliers bij MIDDELHARNIS ■I" DAMES Vraagt onze pillen en druppels ter rege ling v. d. bloedsomloop, door H.H. Doc toren aanbevolen, beslist onschadelijk voor de gezondheid. Alleen bij ons Is succes verzekerd. Vraagt ons boekje met talrijke al- beeldingen met duidelijke en vol ledige inlichtingen in blanco ge sloten Convert met 25 cents insluiten aan postzegels. Wacht U voor misleiding of teleurstelling. Koopt in zaken waar U zeker van kan zijn vakkundig en snccesvol geholpen te worden, en niet door min derwaardige namaak op de lange baan geschoven te worden. Wl] zijn vanouds bekend het soliedste adres. Lèt daar vooral op. Kipstraat 59, Rotterdam Vraagt gratis inlichtingen of prijscourant ADVERTEERT I IN ONZE EILANDEN - 1,20 0,20 Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,07® ADVERTENTIËN van 16 regels Elke regel meer Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. WOENSDAG 22 JANUARI 1930 Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 12E JAARGANG. - N°. 23 Het vrije Standpunt. „Gelukkig is de mensch, die de zonnestralen leerde opvangen, welke altijd nog door den nevel van het verdriet doordringen." Het verdriet is rechtvaardiger dan wjj menschen in het algemeen wel willen ge- looven hoewel ook hier de schijn tegen is; want het gaat maar aan zeer weinigen geheel voorbij. En nu moge men, tegen deze meening protesteerende, zeggen: „Jawel, .maar de een krijgt een zakvol en de ander slechts een handvol van 's levens ellende en moeilijkheden". Dit is of schpnt althans vol komen juist, doch is evenwel al zeer moei lijk na te gaan. Er zijn nog geen X-stralen gevonden voor de doorlichting van de men- schenziel en wjj weten waarlijk niet, welk een massa grievend zieleleed of onherken bare wanhoop ons somwijlen in een prachtige luxe auto voorbij snort, of wel, verborgen ligt achter den opg6Wekten glimlach van den mensch, die U schertsend de hand drukt en die D de incarnatie toeschijnt van voor spoed en onbezorgdheid. De raadselen van het leven zijn zoo groot en zoo veelvuldig, en het licht, dat tot op den bodem van de menschenziel doordringt, is nog steeds zoo zwak. Vreugde en smart gaan ons iederen dag en meestal onherkenbaar voorbij. Laten wij dat vooral niet uit het oog verliezen, als wij gelooven, dat wij te ruim ons deel hebben gekregen van 's werels ellende, van levenszorgen en bezwaren en te weinig van 's levens voorspoed en vreugde. In negen tig van de honderd gevallen misschien, zijn wij nog hoegenaamd niet misdeeld, en vallen er nog heel wat zonnestralen door ons ziele- venster in de binnenkamer van ons wèl ge slingerd, doch ook niet altijd dankbaar hart zonnestralen, die, wanneer wij het maar willen opmerken, nog heel wat warmte en licht geven. Verreweg de meeste menschen hebben wel een open oog en ook wel een open hart voor het lij den en de smart van hunne me- demenschen vooral tijdelijk; maar toch schijnt veelal de eigen levenslast ons, in de meeste gevallen, niet de minst zware toe. Het zijn dan ook onze eigen schouders, welke dien last moeten dragen, en daarom blijft meestal de vergelijking met het levenspak van anderen achterwege. Doch wanneer wfj wèl vergelijkingen maken, dan zullen wij toch een enkele uitzondering misschien niet medegeteld tot de erkenning moeten komen, dat we het, bij anderen vergeleken, nog zoo kwaad niet hebben en dat er voor ons nog heel wat stof tot dankbaarheid valt te boeken. Evenwel... er is verdriet in ieders leven. Verdriet ten aanzien van ons lichamelijk welzijn en niet minder betreffende onze geestelijke en stoffelijke belangen. Er is verdriet, dat wij ons zelve berokkenden, en daar zijn ook smarten en ergernissen, die onze medemenschen onsaandeden.Somtijds heeft de mensch onverdienden smaad of door afgunst toegebrachte schade in bedrijf als anderszins te verduren en ziet hij zich door lastertongen besproken of op een andere onedele wijze, buiten eigen schuld of aan leiding, aangevallen en hevig gewond in eer en goeden naam. Menigmaal ook spelen de omstandigheden van het leven, niet zelden daarin geholpen door het toeval, hem parten FEUILLETON. W. HEIMBURG. VERTALING VAN HERMINE. (iGeautoriseerde uitgave van D. Bolle.) en daartegen vermag zelfs de meest ener gieke mensch geen strijdmiddelen aan te voeren. Zjjn er dan nog geen middelen van ver weer tegen het verdriet? Bestaan er ook geen wapenen tegen het noodlot, tegen de levensomstandigheden en tegen het kwaad, dat ons menschen wordt aangedaan Directe wapenen tegenover dat alles zijn slechts zelden te vinden of te smeden.... doch er bestaat een houding een vrije houding, die niet zelden een onneembaar bolwerk blijkt, vooral tegen de aanvallen van menschen, hoe geducht en hoe verradelijk die ook mogen zijn. Met een vrije houding kan de mensch zich menigmaal de overwin ning verzekeren over zijn levenslot, over het noodlot en over de menschen. In dat geval wordt zijn houding zijn vrije houding hem tot een wapen en wel een treffend, maar edel wapen, dat niet voor aanvallen, maar slechts voor zelfverdediging wordt aan gewend en dat het recht op zijn plaats brengt en in eere herstelt. Staande op het „vrije standpunt", is de mensch op zijn sterkst en het meest „vrij". Want het woord „vrij" is veelal slechts een holle klank, zoo wel als „onafhankelijk zijn" en „een vrijen wil hebben", slechts holle phrasen zijn. Maar „een vrij standpunt innemen", is een term, die recht heeft van bestaan, en die een ab solute krachtige positie aanduidt. Want onder een „vrij standpunt" zal men toch moeten verstaan: een zelfverworven, onbetwistbare vrijplaats in de groote maat schappij en mede in het bizonder leven van den mensch, waarin hij zich veilig weet... omdat hij alleen de zuiverheid van zijn standplaats kan beoordeelen en zich zelf rekenschap geeft betreffende een eerlijke, trouwe plichtsbetrachting en aangaande een correcten levenswandel. Hierbij behoort zelf bedrog vooral te worden geweerd. Vanuit die zelfverworven vrijplaats in de maatschap pij kan de mensch rustig en onbevangen om zich heen in de wereld kijken. En de wereld zal het niet durven wagen: hem of haar, die dat mooie, dat vaste, dat veilige standpunt inneemt, brutaal uit te werpen. Zij zal veeleer dien vrljstaanden mensch eer biedig en misschien wel „met neergeslagen oogen", voorbijgaan. Want een wilskrach tige mensch, die door eigen kracht en streven zich een „vrijplaats" in de maat schappij en het leven verwierf, mag inder daad fier zjjn. En die mensch dwingt respect af ook van de „vuilwerpers", die den ernst van het leven en de hooge waarde van een „goeden naam" niet schijnen te kennen. Het komt bij den „vrijen menscb" in hoofdzaak aan op de kwaliteit van zijn „wil". Alléén een wil, die den plicht, die het mooie en verhevene in den mensch alléén bedoelt, kan aan dien mensch een vrijplaats in het leven verschaffen, en mag met zekere fierheid zich toonen in verband met wat hij presteert. Doch een zoogenaamde „vrije wil", die ten allen tijde allerlei afkeurens waardige gewoonten, eigenschappen en zelfs hartstochten in de wereld en in het particu liere leven introduceert en als gangbare munt durft aanbevelen, is niet anders dan de onderdanige dienaar laat ik liever zeggen „de slaaf" Jvan die verkeerde gewoonten, eigenschappen en hartstochten, die hij als absoluut onmisbaar met het leven verbindt. Een zoodanige halsstarrige doorzetter^ van 46) „Pas op, daar is een greppel Hopsa!" riep hij en hielp mij daaroverheen. „De sneeuw maakt al het ongelijke gelijk, freule Annelise," ging hij voort, „kom wat dichter bij mij zoo! en loop wat langzamer alsjeblieft, 't Is zoo mooi onder deze kerstboomen, die de lieve Heer zelf heeft versierd. Kijk eens, hoe de dennenappels glinsteren van den typ, juist alsof ze van gesponnen glas zijn; en welke mooie blauwachtige tinten heeft de sneeuw in de schaduw!" "ufat 11615 me* de zorgen te maken, die de nicht om uwentwil schept?" vroeg ik, voet bij stuk houdende. ,"P'£e vergeet gij behoort nu ook tot de fa milie! antwoordde hij schertsend. „Neen, ik behoor n i e t tot de familie!" riep ik knorrig. „En dat is 't ook niet ge vertelt mij maar iets. „iHJa'nSii beh00rt wel tot de familie Wolmeijers L„Lfe,ï fer "!lstiS' „en eens", zal een dag aanbreken, dat gij t.iij niet meer kunt uitstaan, ^vragen: Gi»?t ge mee in het boscli wandelen? dan zult ge mij den rug toekeeren met drogredeneeringen bepleite ondeugden en misbruiken, heeft waarlijk niet het recbt, zich den naam aan te matigen van „vasten sterken wil". Want deze kruipende slaaf van menschelijke zwakheid, colporteert aan de goedgeloovenden onder de menschen niet anders dan waardelooze surrogaten van flinkheid, philantropie en deugdzaamheid. Het verdriet vindt in menschen, die met een dergelijken pseudo-wil zijn behept, een welkome prooi. Maar hij of zij, wiens of wier wil hand aan hand gaat met het ver stand, met zelfbeheersching en eergevoel, verovert zich een vrijplaats in de wereld, een bolwerk ter beschutting tegen 's levens ram pen en moeilijkheden en tegen het licht vaardig oordeel en veroordeel der menschen. Wat welsprekendheid en bewflsaanvoerin- gen niet vermogen, brengt de zich „vrij" gevoelende, hoogstaande mensch met een voudig zwjjgen tot stand. Want deze plaatst zich niet in de gevechtslinie dergenen, die strijdlustig optrekken tegen het wreede sla gen toebrengende leven en tegen de hen niet welgezind zijnde, veelal hen benijdende men schen. H(j trekt zich niet terug uit gebrek aan moed, doch slechts uit een diep gevoel van eigenwaarde en uit verachting van de strijdwijze van een minderwaardigen vijand. En aan zijn levenslot zegt hij, vol overtui ging, maar met diepen weemoed terugziend in het verleden: „Ik dank U, voor wat gij mij onder strijd en hopen hebt geleerd. Ver geef rnjj. Ik wist immers niet, dat gij zoo rijk waart aan liefde. Gij hebt mij opgevoed." VIKING. OS/tf Wybert-tabietten on- der het oefenen ter bescherming van de keel, vóór het op treden ter zuivering van de stem. (Adv.) Bespuiting van boomen en struiken met Garbolineum. Daar het tijdstip voor de uitvoering van bespuitingen met carbolineum wederom is aangebroken, vestigt de Plantenziektenkun- dige Dienst te Wageningen de aandacht van alle belanghebbenden op deze zeer nuttige, in vele gevallen zelfs noodzakeiyke winter- werkzaamheid. Deze bespuitingen moeten worden uitge voerd: le. In kassen op druiven en perziken, ter bestrijding van dopluizen (die het zwart ver oorzaken), eenige spintsoorten en bladluizen; voor druiven neme men een 7,5 pCt. oplos sing, voor perziken een 5 pCt., terwijl de be spuiting resp. voor eind Januari en voor midden Januari uitgevoerd moet zijn; 2e. In vruchtentuinen en boomgaarden ter bestryding van diverse blad-, schild-en dop luizen, bloedluis, appelbladvloo,spruitvreter spint (voor kruisbessen geheel afdoende), roode worm (frambozen), som mige rupsen en vlindereieren (speciaal die van den wintervlinder) die alle den gezond heidstoestand der ooftboomen en -struiken en daardoor ook de voortbrenging van vruchten in sterke mate benadeelen, of die rechtstreeks de vruchten aantasten. Men gebruike steeds een 7,5 pCt. oplos sing (voor bloedluis is 10 pCt. beter) emspuite bessenstruiken en frambozen voor het mid den van Februari, pruimeboomen voor eind Februari en de andere vruchtboomen uiterlijk in Maart. Be. In boomkweekerijen ter bestrijding van een zeer groot aantal insecten, die den groei en het uiterlijk der planten zeer kunnen doen verminderen. Vrijwel alle gewassen op de boomkweekerijen, ook Coniferen (met slechts enkele uitzonderingen) Buxous en Azalea's kunnen zonder bezwaar met een 7,5 pCt. op lossing bespoten worden; de vroeguitloo- pende tot begin of het midden van Maart, de later uitloopende tot eind Maart. Deze bespuiting is voor alle boomkwee kerijen, zoowel die van sierplanten als die van vruchtboomen, ten zeerste aan te beve len en met het oog op den uitvoerhandel zelfs noodzakelijk te achten. 4e. In tuinen en parken, op rozen, sneeuw bal en andere struiken, zoomede sier- en laanboomen, voor zoover deze laatste niet te hoog zjjn, eveneens ter bestrijding van allerlei (op het hout overwinterende) insecten, die den groei en het uiterlijk der planten zeer bunnen schaden. Ook hiervoor kan men een 7,5 pCt. oplossing nemen en de bespuiting moet als regel voor het midden van Maart uitgevoerd zijn. Waar men voor de uitvoering der bespui tingen thans over zeer goede machines, zoo wel voor uitvoering in het kleine (rugpul- verisateurs), als voor die in het groot (motor- sproeimachines), beschikken kan, wordt de toepassing van carbolineum, ter bestrijding van vele insecten, die in den winter op de boomen en struiken in verschillende ont wikkelingstoestanden overwinteren, ten zeerste aanbevolen. Nadere inlichtingen worden gaarne ver strekt door den Plantenziektekundigen Dienst te Wageningen en door de op verschillende plaatsen werkzame ambtenaren van dien Dienst. Antwoord aan den Heer Ma te D. B. Het valt niet mee bij een koppel van 18 W. Leghorn (1, 2 en 8 jaar oud), die er alle even goed uitzien, de oudste er uit te halen. De gladde poot, die jonge hennen kenmerkt, is ruwer b$ de oudere dieren. Dit is een kenmerk. Ook de levendigheid is bp de jonge dieren grooter. De jonge hennen gaan eerstdaags flink aan t leggen en dan nadert de pootkleur meer naar wit. De lichtgekleurde poot wijst dus op grooteren leg en dit loopt vrijwel parallel met den leeftijds hoe ouder, hoe minder eieren. Voorkom alle moeite voor volgende jaren en voorzie de jonge hennen jaarlijks van een anderen gekleurden ring. De ringkleur geeft dan de ouderdom aan. moeten toekeeren, daar ik je een lasteraar, een eer- roover zal toeschijnen „Wat een onzin!" riep ik, hem een een handvol sneeuw roerlings langs het hoofd werpende, „nu wil ik er niets meer van weten!" „Maar, niet waar?" vroeg hij, zonder mijn schert senden toon op te merken, „men kan ook zijn vij anden achten en begrijpen niet waar, freule Annelise?" „O ja wel maar niet liefhebben," zeide ik onbedacht, denkende aan mijnheer Wolmeijer, den geachtsten burger van Westenberg, zooals freule Degenberg hem eens had genoemd, en volgens mijne overtuiging mijn bittersten vijand, ,,'t Is heel moeilijk, wat Christus van ons voor onze vij anden eischt! Zouden veel menschen 't wezenlijk zoover brengen, dat ze hun vijanden liefhebben, denkt ge?" „Niet liefhebben dat was het best in dit ge val het allerbest!" zeide hij zacht, „of er zou een groote strijd aanbreken, een strijd, waartegen men nauwelijks is opgewassen." En alsof hij die gedachten van zich wilde afzetten, begon hij een marsch of een ander vrooiijk deuntje te fluiten en sprak verder over onverschillige dingen. Ik begreep echter eensklaps wat hij bedoelde en toen wij in de buurt van het voederhuisje stonden en stil naar een paar reeën keken, die het hooi uit de ruif trokken, zeide ik zonder voorafgaande in leiding: „Ik weet één geval, dat ik u als mijn vijand zou kunnen beschouwen, zelfs als ik u begreep en achtte." Hij zag mij verbaasd aan. „Als gij iets deedt, wat mijne moeder nog onge lukkiger maakte dan ze al is!" ging ik voort. „Is zij ongelukkig?" klonk 't zacht uit zijn mond „Ik geloof, dat zij 't wel zijn m o e t gij weet even goed als ik dat zij 't moet zijn." Hij tuurde weer naar de reeën. „Ik zou uw moeder op de handen willen dragen," zeide hij. Ik beefde van angst en ontroering. „Vertel mij toch alles!" verzocht ik. „Dat Wolmeijer, de man van mijne moeder ,u slecht heeft behandeld, dit heeft de nicht mij meegedeeld en dit weet ik maar „Vandaag niet, och, vandaag niet!" viel hij mij in de rede. „Laat mij deze paar dagen toch alsje blieft in vrede doorbrengen! Als ge eens wist wat ik sedert dien avond dien avond vóór kerstmis heb gestreden en geleden, zoudt gij mij niets vra gen." Hij deed haastig een paar schreden voorwaarts en kwam toen even haastig terug; zijn open frisch gelaat had zulk een verdrietige uitdrukking, dat 't geheel veranderd scheen. Ik stond bij den stam van een beukhij had met een tak, dien zij onder weg sneed, de sneeuw van een boomstronk ver wijderd. Nu zette hij zich hierop neer en steunde het hoofd met de hand. „Wees overtuigd, dat gij geen overijld, liefdeloos oordeel van mij te verwachten hebt. Zeg 't mij dus maar," drong ik bij hem aan. „Gij kunt niet ge looven, hoe 't mij hindert, niets zekers van al die omstandigheden te weten; ge weet niet, in welk een treurigen toestand ik mij bovendien bevind. Deze kan door uw toedoen nauwelijks verergeren en al was dit zoo. liever de droevigste zekerheid, dan dit te vermoeden en dat te vreezen." Ik kwam nu dicht vóór hem staan. „Och, alsjeblieft," her haalde ik. ,,'t Kan niet erger worden, zegt ge misschien voor u niet, maar voor mij is alles zooveel moei lijker geworden, sinds gij daarin zijt betrokken Verwachtingen voor 1930, Ouder gewoonte wenscht men elkander bij de intrede van een nieuw jaar veel heil en zegen, en vooral op Nieuwjaarsdag pleegt |Wasch de aangedane plaatsen met warm a Iwater en Purolzeep; droog dan voor- K izichtig af en doe er wat Purol op. Herhaal I dit eiken dag, zoo lang het noodig is«J (Adv.) men in optimistische stemming te ver- keeren. Is er ditmaal reden voor zoodanig opti misme? Kunnen wij, speciaal wat het eco nomische leven in het algemeen, het Neder- landsche bedrijfsleven in het bijzonder betreft, met rooskleurige verwachtingen de naaste toekomst tegemoet gaan? Er is reden tot twijfel. Het nieuwe jaar opent niet met byster gunstige vooruitzich ten voor den wereldhandel, als uitvloeisel van den val der prijzen van vele der voor naamste grondstoffen en levensmiddelen. De feiten en verschpnselen wijzen op een terug gang in de wereldconjunctuur, en op ver wezenlijking van het denkbeeld derEngelsche Regeering inzake een wapenstilstand van twee jaar in de verhooging van invoerrechten valt weinig te rekenen, wegens den tegen stand van vele Staten, met name Frankrpk, tegen zoodanige „tarieven-vacantie". De wijziging in de wereldconjunctuur, in de eerste plaats de sterk verminderde ren dabiliteit der Indische ondernemingen, weer spiegelt zich reeds sedert eenige maanden in het afnemend aantal opdrachten aan de Nederlandsche ny verheid; zeer merkbaar is dit vooral in Twente en in de machine- ny verheid. Toch zou het aanpassingsver; mogen, dat ons bedrijfsleven reeds herhaal; delijk aan den dag heeft gelegd, niet tot groot pessimisme stemmen, ware het niet, dat getwijfeld moet worden aan de aanwezig heid van juiste economische inzichten bij de regeerders, die over ons nationale be drijfsleven moeten waken. Niet te ontkennen valt, dat het bedrijfsleven reeds zwaar door de overheid is belast geworden, hetgeen de werkgelegenheid beperkte. En hoewel de tijdsomstandigheden dringend manen tot matiging in den druk, op ons bedrijfsleven gelegd, heeft de nieuwe Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid een aantal plannen in voorbereiding, welke groote nieuwe ver zwaring der lasten beteekenen. Zeker, bij alle voorgenomen maatregelen wil de Minis ter de draagkracht der samenleving niet uit het oog verliezen, maar intusschen zal die toch heel zwaar belast worden bij uit voering van zyn overladen programma. Im mers, bij invoering van de ziekteverzekering zal deze van het bedrijfsleven vergen een dertig millioen, waarvan zeg twintig aan nieuwe lasten. Kan het met 1 Januari 1932 komen tot invoering van een aanmerkelijk verbeterde sociale verzekering, vooral wat betreft de invaliditeits- en ouderdomsver- zekering, dan vergt dit nieuwe lasten, die in totaal op twintig millioen te schatten zijn. Inderdaad zal het bedrijfsleven in de naaste toekomst, als 's Ministers voornemens tot uitvoering komen, weder voor belangrijke nieuwe lasten komen te staan ter bekosti ging van sociale maatregelen. Deze bewinds man denkt waarlijk veel te optimistisch over de lasten voor het bedrijfsleven, wan neer hij zoo pertinent verklaart: „Elke sociale maatregel, die gemotiveerd en gezond is, „Och, spreek toch niet zoo onbegrijpelijk, zeg mij toch eenvoudig de waarheid!" Nu greep hij mijn handen, hield deze voor zijn oogen en zeide zacht: „Hij heeft mijn vader van naam en eer beroofd hij ge weet wel wien ik meen. Mijn vader heeft zijn vrouw en zijn geboorte land door dien schurkenstreek verloren. Daar ginds is het geluk hem ook gunstig geweest, tenminste wat men geluk noemt: hij verwierf zich een ver mogen, de arme bescheiden schoolmeester, en liet een groot fortuin na, een van de grootste fabrieken te Chicago; maar het smachtend verlangen naar Duitschland kwelde hem tot het uur, dat hij voor altijd de oogen sloot. En dat verlangen heb ik ge- erf d; twee maanden na zijn begrafenis ben ik ver trokken. Het laatste woord, dat mijn vader tot mij zeide, was: „Maak mij ginds weer tot een eerlijk man, ga er heen! Gij kunt dat en zijt daartoe in de gelegenheid, meer dan ik! Gij hebt alles wat daar voor noodig is: kennis, geld, jeugd en gezondheid." En ik ben hier gekomen. Ik heb niet alleen wat mijn vader opnoemde, ik heb ook de bewijzen dat men mijn vader verkeerd heeft beschuldigd, dat wil zeggen de nicht moet deze hebben. Ik ben gekomen met het plan ginds mijn tenten af te breken en ze in Duitschland weer op te slaan, zoo mogelijk hier in mijn geboorteland. Ik ben gekomen, omdat ik ziek was van verlangen naar mijn vaderland, om dat mij bij allen arbeid en allen voorspoed altijd slechts dit eene voor oogen heeft gestaan; een Duitsche woning op Duitschen grond. En hiervoor moet ik den eerlijken vaderlijken naam terug hebben O, laat mij u niet ophouden, freule van Sternfeld!" „En om dit te bereiken, zal mijne moeder een ge brandmerkten naam moeten dragen, antwoordde ik bedaard. Hij liet mijn handen zinken. „Zie, zoo zijn wij mompelde hij. „Denkt ge, dat ik uw plan afkeur?" vroeg ik. „O, ik zou u verkeerd begrepen hebben, als ge anders wildet handelen, Robert Nordman!" „Annelise!" zeide hij zacht. „Wat behoeft gij u om mijne moeder, wat om mij te bekommeren?" ging ik voort, luid en hard, en de borst deed mij pijn, waaruit die woorden kwamen. „De eer van uw vader, uw naam, dat's de hoofdzaak voor u. Ik kan denken, dat 't u hin dert, mij te hebben leeren kennen, vriendelijk met mij gesproken te hebben; maar, geloof vrij ik be grijp u best, ik zou ongetwijfeld ja, dat weet ik stellig precies zóó handelen. Maar kom, laten we nu naar huis gaan; de zon is weg en ik heb 't koud." Hij stond op, langzaam en loom als een oud man die al zijn veerkracht had verloren, en liep naast mij voort, zonder een woord te spreken. De schemering viel snel, het geheele landschap in vale schaduwen hullend, de sneeuw knarste ons onder de voeten en de sterren begonnen aan het heldere uitspansel te flikkeren. In de dorpshuizen waren al de lichten reeds aan, toen wij uit het bosch kwamen en de velden overstaken. Ook de nicht had haar kleine lamp al aangestokenanders wachtts zij hiermee doorgaans tot onze thuiskomst; nu was alles anders. Vroeger vrooiijk pratende, nu zonder een woord te wisselen, liepen wij naast elkander voort. De rozenroode sluier der onge dwongenheid, die tot dusver onzen omgang had omspeeld, was vaneengeretendor en koud, met misvormd aangezicht zag de toekomst ons aan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1