Verzorg uw Handen met Purol
Leest „Onze Eilanden"
RECHTZAKEN
Land- en Tuinbouw
Medische Rubriek
JEUGDHOEKJE
KJE I
2
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 18 JANUARI 1930.
Verscheidene meisjes, die in klas S of 4
van de kweekschool gezellig een pagekopje
hadden, zien de noodzakelijkheid in heur
haar maar weer te laten groeien ze krij
gen anders absoluut geen betrekking. Daar
om z(jn ze wat blij, als het haar zoover
gegr oeid is, dat ze het weer zoowat kunnen
samenspelden. U moest ze daar onder elkaar
over hooren babbelen. „En zeg, geen ge-
kleurde kousen aan hoor, als je daar naar
toe gaat en vooral lange mouwen, anders
hoef je geen eens proefles te geven!"
Met de lange haren, de zwarte kousen en
lange mouwen komt dan ook de benoodigde
zwaarte wel.
RECHTBANK TE ROTTERDAM.
Strafzitting.
S. T. K. 50 iaar, losse werkman te Som-
melsdyk, gedetineerd, die terecht had ge
staan wegens opzettelijke brandstichting in
een schuur te Sommelsdtjk, werd veroor
deeld tot 1 jaar gevangenisstraf voorwaar
delijk met een proeftijd van 3 jaar, onder
voorwaarde, dat verdachte geheelonthouder
wordt en onder toezicht komt van een Con
sultatie bureau.
Tegen S. v. d. V., 26 jaar, smid te Nieuwe
Tonge, die terecht moest staan terzake van
het onttrekken van een aantal goederen,
werktuigen en materiaal aan een daarop
krachtens een vonnis van de rechtbank te
Rotterdam door den deurwaarder J. Groenen
dijk gelegd executoriaal beslag, waarbij ver
dachte zelf als bewaarder was aangesteld,
werd geeischt 1 maand gevangenisstraf.
Uitspraak 23 Januari a.s.
Dure bieten.
Het O.M. heeft verder geeischt tegen W.
J. d. B., 36 jaar, kruidenier te Oude Tonge,
wegens diefstal van enkele zakken suiker
bieten ten nadeele van de Coöperatieve Sui
kerfabriek Puttershoek, gepleegd op 12 No
vember, f 75 boete subs. 25 dagen hechtenis.
Verdachte ontkende. HU had wat bieten
langs den weg opgeraapt. Op dien 12en No
vember was hjj het tramemplacement op
gereden, omdat zijn hit schrikachtig was en
hij voor een achteropkomende auto even was
uitgeweken.
De president! als je dat voor elke auto
moest doen, kwam je nooit thuis.
De rijksveldwachter M. v. Es had ver
dachte ongeveer op heeterdaad betrapt. Met
een collega had getuige zich verdekt opge
steld om het verkeer te controleeren. Hij
hoorde toen de zakken bieten op verdachte's
wagen vallen. Getuige J. A. Slis verklaarde,
dat de bieten op verdachte's wagen gevon
den, precies gelijk waren aan die op het
emplacement. De veldwachter D. Viergever
noemde verdachte iemand, die zijn handen
niet thuis kan houden.
Grasland omleggen in tuin.
De heer J. K. te S. schrijft i
Gaarne zou ik van U vernemen, welke en
hoeveel kunstmest ik noodig heb voor een
tuin groot 350 vierk. Meter, om daar dit jaar
met succes groenten te kunnen bouwen Het
is grasland, maar de laatste jaren is er niets
aan gedaan. Bfj voorbaat dank.
Zonder erg stelt vrager hier een hoogst
belangrijke vraag, die zoo zonder meer niet
te beantwoorden is. Die moeilijkheid zit hier
in, dat het grasland is, dat omgezet wordt
in tuin.
Deze kwestie is even belangrijk voor
iemand, die zjjn weiland gaat scheuren,om
er bouwland van te maken of om opnieuw
gras in te zaaien. Daarom zullen we deze
kwestie iets ruimer bekijken. Wellicht heeft
vraagsteller daar nog voordeel by.
Waarom zet men grasland om in bouw
land?
Eerstens wegens een mogelyke verande
ring van bedryf.
Tweedens wegens een slechten stand van
de grassen en zoodoende slechte opbreng
sten.
Mogeiyk ook nog wel om andere reden.
Als het geschiedt wegens verandering van
bedryf, bij v. omzetting van land- in tuinbouw
of van vee houden in landbouwen, dan is
scheuren van het gras noodzakelyk. Maar
als de tweede reden scheuren noodzakelyk
maakt, is uitkijken de boodschap.
Waarom zyn vele graslanden er zoo slecht
aan toe? Waarom is de kwaliteit der grassen
vaak zoo slecht? Hoe komt het, dat onkruid
vaak meer ruimte inneemt dan het gras?
Het kan liggen aan verschillende oorzaken,
maar bemesting, waterstand en kalktoestand
van den grond zyn wel de voornaamste.
Op de zandgronden geeft het scheuren van
zulke slechte landen altyd voordeel. De kalk
toestand kan dan gemakkeiyk in orde ge
bracht worden, de bemestings-toestand even
eens en by schoon land of anders na eenige
jaren verbouwen van hakvruchten kan dan
weer gras ingezaaid worden. Op kleigronden
gaat dit niet zoo gemakkelijk. Daar moet
het bestand al heel slecht zijn, willen we
adviseeren tot scheuren over te gaan. Want
o, die zoogenaamde sukkeljaren op de klei
by nieuw aangelegd gras zyn zoo bekend.
Wat gebeurt er nu by het scheuren of
INGEZONDEN MEDEDEELING.
het omspitten van de zoden? Er wordt dan
veel gras en wortelresten onder gebracht, veel
humusvormende stoffen dus aangevoerd. Die
gaan rotten en moeten ook rotten, vergaan.
Het voedsel, dat er inzit, komt dan weer
tot beschikking van de planten, Een bekal-
king doet hierby veel goed. Op kalk, kali en
phosphor in de zode moeten we maar niet
rekenen, maar wel op stikstof. Deze zit er in,
in een slecht opneembaren vorm, maar toch
komen er flinke porties voor de planten ter
beschikking, vooral als de kalktoestand
tevens in orde is gebracht en de grond de
lucht goed doorlaat. Vaste gronden geven
geen lucht door en daar wil het met het
wegrotten maar niet goed gaan, daar duurt
het jaren. Die ondergebrachte zode maakt
den grond los, veel te los. En hier denk ik
vooral aan vraagsteller, die op het zand woont.
Daarom is onderspitten zoo vroeg mogeiyk
in het voorjaar, dus maar zoo spoedig moge-
iyk, wel gewenscht. De vertering kan dan
gedeelteiyk beginnen en de grond kan dan
meteen bezakken, want op losse gronden
doet die zode vaak verkeerd werk. Die belet
de opstyging van water naar boven en doet
het gewas verdrogen of niet opkomen. Daarom
vroeg spitten en zoo noodig den grond goed
aanrollen om daardoor een betere aansluiting
te verkrygen met den ondergrond.
Wat de bemesting betreft, moeten we
rekening houden met de stikstof, die uit de
zode komt. Of dit veel zal zyn of weinig,
hangt af van de meer of mindere dikte van
de zode, van den voedingstoestand er van,
enz. Als er al eenige jaren niets meer aan
het gras gedaan is, zal het wel niet zoo
welig meer zyn. Voor bladgroenten geeft
weligheid ook niets, die kunnen niet te welig
zyn, maar voor wortelplanten en knolplanten
(bieten, wortels, aardappels) en ook voor boo-
nen is weligheid geen voordeel.
Ik zou U aanraden op de zode per roe
zoo'n 1,5 K.G. mergel te strooien en dit mede
onder te spitten en dan over het gespitte
land nog zoo'n 1,6 K.G. en deze goed met
de bovenlaag te vermengen. Wendt U om een
juiste toepassing maar eens tot den landbou w-
onderwyzer ter plaatse. Verder zoo'n 1,5 K.G.
slakkenmeel per roe en even zooveel patent
kali. Wat de stikstof betreft houdt U zich
hierby aan kalksalpeter of chili, wantik heb
zoo'n vermoeden, dat de grond by U wel duur
zal zyn. Van één van tweeën 2,5 ons per roe
even voor het zaaien of planten, dus niet
zooals het slakkenmeel, die U liefst geeft
direct na het spitten, dat mergel en slakken
meel byt elkaar toch niet. De patent geeft
U een paar weken voor U den grond gaat
bepoten of bezaaien. Mocht U voor slakken
meel geen tyd meer hebben, zaai in de plaats
daarvan dan super, evenveel en terzelfder
tyd als de patent. Ook die twee byten elkaar
niet.
Hiermede geeft U een goede bemesting.
Mogeiyk kan het bij U iets minder, maar
het eerste jaar zou ik maar niet minder gaan,
want dat gras heeft ook niet te veel weelde
gehad.
Ik gaf opper roe 2,5 ons kalksalpeter of
chili. Daarna moet U verder zien hoe het
land het doet. Als de zode goed inteert, kan
het er soms al mee door, anders geeft U na
een maand weer zoo'n portie en zoo noodig
nog eens.
Het Gooi en de radio.
Dat mooie Gooi met zyn wyde heidenen
plechtig# bosschen is zoo in korten tyd een
echt radioland geworden. Het heeft er dus
een attractie bygekregen en 's zomers weer
een aanleiding meer voor de fietsers en
automobilisten, om de vele wegen, die in
het Gooi uitmonden, in te slaan en dan maar
hun oogen uit te kijken aan het onbekrom
pen groen en paars, en vol enthousiasme
te wijzen naar het puntje van een antenne
toren, dat achter een groepje huisjes of
boomen opduikt.
De Gooische burger ziet nu ook langs
zyn huisje allerlei vreemde wezens gaan,
menschen die eigeniyb in zyn afgesloten
milieu nooit zullen passen, maar toch weer
te veel Gooier worden om by de forensen
te kunnen worden ingedeeld; het zyn de
mensshen van de „radio", door industrie of
omroep naar het Gooi gezogen.
Het begon in 1018. Het buitenland leverde
geen radio-installaties voor de schepen meer
en de reeders wilden vooral in dien tyd van
mynen en torpedo's hun schepen zoo maar
niet de zee opsturen; er moest dus een
nationale industrie komen en die kwam er
met de oprichting van de Nederlandsche
Seintoestellenfabriek te Hilversum, maar
deze onderneming heeft zich niet tot haar
eerste taak beperkt: behalve dat de vlieg
tuigen met haar installaties werden toege
rust, heeft zy ook de grondslagen gelegd
voor ons huidig omroepwezen. Er werd n.I.
in 1923 een telefoniezender gebouwd, die
later nog eens vernieuwd werd, en rondom
dien zender vormde zich een clubje, eerst
in, later buiten den boezem der onderne
ming, welks eerste naam uit do letters
H. D. O. bestondde Hilversumsche Draad-
looze Omroep.
Maar wat zyn een zender en een oproep
zonder ontvangers? Er werden dus ook om-
roep-ontvangtoestellen gefabriceerd. Steeds
eenvoudiger en naar mate het aantal zend
stations in Europa waste, steeds selectiever
ook.
Er is in Hilversum echter niet alleen een
industrie met een zendstation, er zyn ook
nog plaatsen, waar men datgene maakt, dat
die zender in electrische trillingen omzet
en door het ontvangtoestel weer in zyn
oorspronkeiyken vorm wordt teruggebracht,
dus geluid, maar dan gemoduleerd geluid:'
mooie muziek en verstandige woorden. Er
zyn n.I. ook drie studio's: een van de A.V.R.O.,
een van de V.A.R.A.eneen van deN.C.R.V.,
waarvan de laatste met het zendstation van
den Ned. Draadloozen Omroep - een naam-
looze vennootschap gevormd door den Katho
lieken Radio Omroep, de Nederl. Christelyke
Radio Yereeniging en de Nederlandsche
Seintoestellen Fabriek te Huizen is ver
bonden. Maar er is in Hilversum eigenlijk
nog meer, de wereldwyde kortegolf-zender
PCJ in welks studio de „five languages an
nouncer" Eduard Startz zynpractisch inter
nationalisme botviert, door elk land op zyn
eigen wyze te amuseeren en aldus prettig
te stemmen voor de Nederlandsche Industrie,
die dezen zender bestaan doet.
We hebben ons laten vertellen, dat een
zendtoestel eigeniyk niet zoo heel veel van
een ontvangtoestel verschilt, alleen gaat
alles in omgekeerde volgorde en is, omdat
een zender reusachtige afstanden te over
schreeuwen heeft, alles veel grooter en mon
strueuzer, zoodat iemand, die van een ont
vanger naar een zender loopt, zich zoo'n
beetje voelt als Gulliver op reis van de
dwergen naar de reuzen, by wie hy dan
spoelen krygt te zien als vogelkooien, con
densators als stellages en lampen als bloe-
menvazen ja met water erin! want er
zyn watergekoelde" lampen om te voor
komen, dat door een buitengewone verhit
ting ongewenschte uitzettingen zouden plaats
vinden. Het benoodigde water krygt de
Hilversumsche zender uit de waterleiding,
maar in Huizen is geen waterleiding en
zoo hoorden we daar in den z.g. Phohi-
zender, dat hier 27 watergekoelde lampen
worden gebruikt, waarvoor 100 M3. water
in één uur tijds een „vy ver", een pomp en
de lampen doorlóópt en dan weer met 10°
verhooging opnieuw in den „vyver" terecht
komt.
In elk van de drie Hilversumsche omroep-
studio's die, zooals oorspronkeiyk de gewoon
te was, dus afgezien van de door den minis
ter voorgeschreven omruiling, op den zender
van de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek
te Hilversum zyn aangesloten, heeft deze
haar „enclave" in den vorm van een con-
tröle-kamer, waar het ter studio geprodu
ceerde geluid, gecontroleerd en versterkt
wordt voordat het per lfin naar den zender
gaat. Door middel van lichtsignalen staat de
controleerende technicus met dengene, die
in de studio optreedt in contact, in dier
voege, dat de eerste tydig zorgt, dat hij de
lynverbinding instelt en de laatste niet te
vroeg begint te spelen of te speechen, en
niet met een collega een genoegeiyk praatje
maakt in de meening, dat de microfoon is
afgezet 1
In het gebouw van de A. V,R. 0. aan den
Oude-Engweg ontdekten wy twee studio's,
een tameiyk groote voor muziek en een
kleine voor sprekers, twee keurig ingerichte
vertrekken, uiteraard eenvoudig en wegens
de plechtige draperieën langs de wanden veel
geiykend op doodskamers. In de kleine stu
dio, waarin, toen men er ons binnenleidde,
nog de parfum van een der trouwe spreek
sters tegen de vele plooien opkroop, 'is een
royale katheder opgesteld die den „aange
zochte" ongetwyfeld in staat moet stellen
rustig en wel „in de ruimte" te praten. Voor
groote uitvoeringen heeft men beslag gelegd
op de concertzaal van het hotel „Hof van
Holland", dat via een speciale lyn met het
A. V. R, O.-gebouw is verbonden.
Om den echo, die het geluid zyn volheid
geeft en door studio's dikwyis opgeheven
wordt, te herwinnen, is een leeg kamertje
als echo-kamer ingericht: wat de microfoon
in de studio opslorpt, geeft een luidspreker
hier weer, om het, nu van wat echo voor
zien, door een tweede microfoon weer te
laten opnemen. Ook de V. A. R. A. heeft in
haar residentie aan de Heuvellaan een kamer
om echo te maken.
De genoemde arbeiders-omroep beschikt
over een royale villa, waarin de verdwenen
kapitalist zich ongetwyfeld zeer behageiyk
zal hebben gevoeld, een flinke tuin ligt er
om heen en uit de inrichting van het geheel
waarvan het orgel wel de clou is - blijkt
dat de organisaties der geestverwanten haar
eigen omroep niet in den steek hebben ge
laten.
Men weet, dat een der vele radio-vraag
stukken luidt: wel of geen publiek in de
studio? Als een poging ter oplossing, zoo
deelde men ons ter V.A.R.A. mede, zou men
in de sprekers-studio een verlichte afbeelding
hangen, die den spreker den indruk zou moe
ten geven een zichtbaar, reageerend publiek
vóór zich te hebben.
„En hier hebt u onze leeuw", zei men een
tonnetje toonend, dat men vervaarlijk kon
laten brullen. Er waren nog andere trucs,
allerlei hoogst onschuldig kinderspeelgoed,
dat véér de microfoon als een razende fabriek
of een verscheurend dier had te fungeeren.
Als groote studio van de Ned. Chr. Radio-
vereeniging doet aan de Boomberglaan een
Luthersche kerk dienst, tenzp er een gods
dienstoefening gehouden moet worden. De
voortdurende omwisseling kerk-studio heeft
de heeren van de N. C. R. V. op vernuftige
middeltjes doen zinnen om die zoo vlot
mogeiyk te doen geschieden: het doet eenigs-
zins denken aan het voormalige schuilkerkje
op de O. Z. Voorburgwal te Amsterdam, dat
nu als „Museum Amstelkring" de geniale
maskeeriDgen voor belangstellenden demon
streert.
We zyn ook eens naar Huizen geweest,
het rustige dbrp met zyn zwarte rokken en
breede kappen, dat nu telkens in zyn rust
verstoord wordt door vreemdelingen, die een
van de beide zenders komen bezichtigen.
In een klein vriendeiyk en modern gesty-
leerd gebouwtje is het station van den N.D.O.
ondergebracht. Er is ook een allerkunst stu-
diootje met een celotex (suikerrietvezel)-
bekleeding in plaats van draperieën. Dit ver
trekje is er echter alleen volledigheidshalve,
doch wordt practisch nooit gebruikt. Men
vestigde onze aandacht ook op een inrichting,
om in tyd van rypvorming de antenne des
nachts, wanneer de zender niet „draait", te
verwarmen en de wintersche parasiet te doen
smelten.
Een belangryk grooter gebouw herbergt
den zender van den Philips' Omroep Holland-
Indië, welke op een golflengte ongeveer 16 M.
proefuitzendingen doet naar onze koloniën in
het Oosten en WeBten en daartoe een speciaal
antenne-stelsel in toepassing brengt, dat de
in de studio te Amsterdam geproduceerde
muziek slechts in twee richtingen den aether
injaagt.
Uit deze vluchtige trip biykt wel, dat wie
het Gooi een echt radioland noemt, niet
overdryft. Waar de N. S.P. 12 jaren geleden
begon in een klein huisje met een schuin
dak, zooals er nog zooveel in de kern van
Hilversum staan, als een oorlogskindje met
onzekere toekomst maar doelbewust opge
voed, is thans opgegroeid een groote indus
trie die nog andere uitingen van radio-leven
naar het Gooi toe trok; waarby komt, dat
het Gooi niet alleen voor industrieels doel
einden gunstig gelegen is, doch ook als
centrum, dat het heele land met de electri
sche uitstralingen van twee zenders, zooals
een tuinsproeier een bloemperk, gelijkeiyk
besproeien moet, wèl gelegen is.
M. v. W.
krygt men zyn valschekiezen het laatst. We
moeten wel geiyk geven!
MEDEDEELING.
Herhaaldeiyk ontvang ik brieven van pa
tiënten met verzoek om raad. Slechts in
enkele gevallen kan ik daaraan voldoen, na-
meiyk wanneer het een geval betreft, dat,
als zynde van algemeen belang, in deze ru
briek kan worden besproken. Voor het m<Te-
rendee] moet ik naar den huisdokter ver
wijzen en worden vragen dan ook schriftelijk
beantwoord, of wel onder „Correspondentie"
in dit blad. Het doel van deze Medische Ru
briek is slechts voorlichting te geven om
ziekten te voorkomen, of wel daarvan de
symptomen te omschryveD, zoodat men tij
dig geneeskundige hulp kan inroepen, als
men meent deze by zichzelf te kunnen waar
nemen.
Medicus.
Niersteenen.
Een lezeres vraagt my opgave van een
dieet voor haar geval. Dit moet de huisdokter
opgeven, want zonder persoonlijk onderzoek
kan ik geen voorschriften geven. In het
algemeen moeten ïyders aan niersteenen geen
of slechts weinig vleesch eten, daarentegen
veel aardappelen, aardbeien, tomaten en
peren. Hierdoor wordt de urine in staat ge
steld veel meer urinezure zouten, ureten, op
te lossen, dan in normale omstandigheden;
zelfs kan dit gaan tot 3£ gram per dag meer
dan anders de gewone dagelyksche hoeveel
heid bedraagt. Als men de ontzettende pyn-
aanvallen slechts éénmaal ondervonden heeft,
dan zal men zich duizendmaal liever met een
dieet tevreden stellen dan de kans te willen
loopen opnieuw zulke niersteenaanvallen te
moeten doorstaan.
Het is ongezond
de lucht in kelder-woningen in te ademen.
Stof en minetale bestanddeelen zakken, aan
de wetten der zwaartekracht gehoorzamend,
naar beneden. De kelderbewoner adomtdus
de ongezondste lucht in, die bestaat. Daar
enboven verschaffen de kleine vensters geen
voldoende luchtverversching, zoodat ook van
die zyde gevaar dreigt. Dientengevolge ver-
loopen alle ziekten, mazelen, roodvonk,
diphteritus, kraamvrouwen-koorts enz.) in
kelderwoningen meestal heviger en ongunsti
ger, dan in hoog en luchtig gelegen wonin
gen. Heeft zich eens een ziekte in een kelder
genesteld, dan ïyden alle pogingen om haar
te verdryven byna altyd schipbreuk. Nage
noeg zonder uitzondering worden alle familie
leden door de ziekte aangetast, en het ge
beurt niet zelden, dat een geheel gezin daar
door verloren gaat. Hier helpt geen ander
middel dan zoo spoedig mogeiyk: „naar
hooger sferen.
Tanden en Kiezen.
Het tydstip van doorbreken der tanden is
voor elk kind verschillend. Toch kan men
over biet algemeen eenige gemiddelden aan
nemen, die gelden voor een normaal ver
loop. Voor het melk-gebit kan gelden:
de 2 middelste snytanden in den onderkaak
4e tot 7e maand,
de 4 snijtanden in den bovenkaak 8e tot
10e maand,
de 2 voorste kiesjes in den bovenkaak 12e
tot 15e maand,
de 2 buitenste snytanden in de onderkaak
12e tot 15e maand,
de 2 voorste kiesjes in den onderkaak 12e
tot 15e maand,
de 4 hoektanden 18e tot 21e maand,
de 4 tweede kiesjes 20e toi 30e maand.
Voor het wisselen met het blyvend gebit
geldt:
de 4 eerste achterkiezen 5e tot 6e jaar,
de 4 middelste snytanden 7e tot 8e jaar,
de 4 buitenste snytanden 8e tot 9e jaar,
de 4 eerste voorkiezen 9e tot 10 jaar,
de 4 tweede voorkiezen 10e tot lie jaar,
de 4 hoektanden 11e tot 13e jaar,
de 4 tweede achterkiezen 12e tot 14e jaar,
de 4 derde achterkiezen of verstandskie
zen 18e tot 22e jaar.
Volgens een algemeen aangenomen waar
heid krygt de mensch zijn „Verstandskie
zen" het laatst. Volgens een mop in Het
Amusante Weekblad is dit echter onjuist en
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT 'T
VORIG HOEKJE.
1. Een dobbelsteen.
2. Natuurlijk te Delphi.
3. Een insect als: vlieg, mug en derge-
ïyken, want die zet zich brutaalweg op de
neuzen van koningen en keizers.
4. Den dag van gisteren hebben we alle
maal gezien en zullen we nooit terugzien.
5. Natte steenen.
6. Dat is een leugen, want dat kan niet.
NIEUWE RAADSELS.
1. In welke glazen is het't gemakkelijkst
inschenken?
2. Wie brtekt er eer een been, die van
een trap of die van een kerktoren valt?
3. Welke ys-soort kan niet smelten?
4. Welke klokjes kan men niet luiden?
5. By welk woord moet je iets bijvoegen
wil het korter zyn?
6. Ik spreek zonder tong,
Ik roep zonder long,
Zonder zin en verstand,
Roep 'k vreugd en leed door 'tland.
(Al deze raadsels zijn ingezon
den door „Viooltje".)
Het betooverde Slot.
In den tyd toen de stad Tetschen nog door
hooge muren omgeven was, en niemand be
halve de burgers der stad, op een mijl gaans
in den omtrek het recht had eenig hand
werk of bedryf uit te oefenen, woonde er in
die stad een snijder, dien het recht voor den
wind ging. Want bij alle kerkelijke feesten
kreeg hy van links en rechts uit de stad en
omstreken bestellingen voor mantels en
wambuizenen dat wilde wat zeggen in dien
tyd, toen de kleeren zóó stevig werden ge
maakt, dat ze ais kostelyke erfstukken van
vader op zoon overgingen.
Nu stond er weer een Palmzondag voor.
de deur en de natuur maakte alle toebereid
selen om spoedig recht zonnig en zomer-
achtig te worden. De menschen hadden alle
maal hun pelsmantels reeds afgelegd en in
menig huis zat men met ongeduld te wach
ten, dat baas Hietel met de nieuwe kleeren
uit de stad zou aankomen. De snijder was
een man van zijn woord; en gelijk hij ge-
wooniyk deed met het oog op den slechten
en verren weg, vroeg hij ook ditmaal aan
zyn buurman diens ouden karreknol ter leen
en ging Zaterdags heel vroeg met pak en
zak op weg, ten einde bytyds weer thuis te
zyn van zyn rondreis by de buitenklanten.
Maar zooals het meer gaat, hier bood men
hem een kopje koffie, ginder een glas bier;
elders verpraatte hy zyn tijd en nog ergens
anders moest hy wachten, omdat er niemand
thuis was. Kortom, 't was al volslagen don
ker, toen hy van Losdorf naar Tetschen
terug reed, langs den Lausitzer straatweg,
die vlak langs den berg liep en waarvan nog
heden ten dage de sporen bestaan. Hp had
een aanzienlijke som gelds bij zich, endes-
tyds was de bodem rechts en links van den
weg, tot onder de muren der stad toe, be
zet met dicht en donker woud; daarom speet
het hem geducht, dat hy' zich zóó verlaat
had. Ten overvloede ging ook nog zijn py'pje
uit, en daarmee werd in hem het laatste
vonkje van moed uitgedoofd.
In deze gemoedsstemming was hij gena
derd tot den „Boschheuvel", den oostelijken
uitlooper van den Altnederberg, waar men
nog heden ten dage de wagen-sporen van
den ouden straatweg in den harden bodem
ziet uitgesleten toen hy op eenmaal licht
stralen tusschen de boomen heen zag schij
nen; en onmiddellijk daarop bespeurde hp
rechts van den straatweg een groot helver
licht gebouw, met een ruimen voorhof, waar
omheen een hooge muur liep. De oogen wijd
opensperrend, ging onze verschrikte snij dei-
recht in de beugels overeind staan en bracht
met een snelle beweging zyn vermoeiden
klepper tot stilstand. Al zyn levensdagen
had hy langs dezen weg geen kasteel, bier
huis, of wat het dan ook wezen mocht, ge
zien. En 'twas toch een echt heuselijk ge
bouw wat hy nu ineens zag, groot, met
torentjes en allerlei uitsteeksels.
(Wordt vervolgd.)
niiiHiiiiiiiiiHiiiiniiniimD