Hoesten\jt&
Aniga
D:
GST VERBRUIK
EERSTE BLAD
HEERENBAAI
Geeft U op als Afeosiné,
ZATERDAG
18 JANUARI 1930
Week-revue.
FEUILLETON.
DOOR EENS ANDERS SCHULD.
jen lager
Ijzondere
S,50 tot
[6,50 tot
[getoond,
It f11,25.
[4,— tot
115,- tot
jjn. Aan
rent 7,10
|t 7,-;
30 stuks.
waren
It: Briel-
I, Zeeuw-
(60, idem
blauwe
i bravo's
|t 1,30.
,4 6ct.
te vraag.
Sappelen,
ïd. Geen
'fc Bronchitis en Kinkhnad
Bronchitis en Kinkhoest
SirOOP perflesch old.
Bonbons perdoos 60ct
Bl| Apotb. t0 Droflm^
(Adv.)
VERKOOPINGEN.
Op Woensdag 15 Jan. 1930, des nam 2 uur
te IMELISSANT aan bet tramstation.
Op DONDERDAG 16 Jan. 1930, des nani.
ten IJ uur te DIRKSLAND aan het tram
station.
Op Vrijdag 17 Jan. 1930, des nam. ten IJ
uur te ACHTHUIZEN aan het tramsta
tion.
Op Vrijdag 17 Januari 1930, des nam, ten
3 uur te OUDE TONGE aan het tram
station.
Op Zaterdag 18 Jan. 1930 des nam. ten IJ
uur te OOLTGENSPLAAT aan het tram"
station, van TIMMERHOUT.
Deurwaarder GROENENDIJK.
Prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1>20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
12E JAARGANG. - N°. 22
Binnenland.
Onze broodetende weerprofeten komen
danig in de knel. Al deze verlichte koppen
hebben ons reeds maanden geleden een stren
gen winter voorspeld, zulks tot groote vreug
de vau den kolenboer en inplaats hiervan, heb
ben we tot heden nagenoeg geen vorst gehad.
Aan stormen hebben we in ieder geval reeds
nu een behoorlijk portie gehad. Begin deze
week gierde en raasde de W.N.W. wind weer
over ons vaderlandje, ook in het buitenland
hebben ze er van gelust, en uit schier alle
hoeken van ons land kwamen berichten bin
nen over min of meer ernstige stormschade.
Op de groote rivieren en langs de kusten
heeft de stormwind eenige slachtoffers ge
maakt, waarbij eenige schepen voor de bin
nenvaart ztjn gezonken en eenige zeeschepen
op de kust zijn gestrand. Het heeft er dus
wel danig gespookt, hoewel de schade geluk
kig alleen tot het materieele beperkt is ge
bleven.
Ook in letterlijken zin heeft het deze week
gespookt en zulks wel te Enkhuizen, Gouda
en Rotterdam. Te Enkhuizen werd een min-
nekoozend paartje op onaangename wijze
door een jeugdig spook, later bleek het een
bengel van 16 jaar te zijn, terwijl de Gouwe
naars door een slagersjongen op spooksen-
saties werden onthaald. De Rotterdammers
deden het nog veel erger. Daar waren velen
die een lugubere spookverschijning op een
der zolders aan 'n pand op den Schiedamschen
dijk hadden gezien en eenige avonden achter
een stonden honderden, weldra aangroeiend
tot eenige duizenden, met kloppend hart uit
te zien naar het geheimzinnige spook, dat
blijkbaar niet gesteld op een dergelijk groote
belangstelling, zich niet meer vertoonde.
Achteraf bleek het een meisje te zijn, aan
gezet door de moeder en zulks uit wraak,
daar de huisbaas de huur had opgezet. Voor
deze jeugdige verschijning, voorzien van
mombakkes, laken en een electrische lan
taarn, hebben vier pootige kerels plus een
vrouw, die een onderzoek op den zolder wil
den instellen, overhaast de vlucht genomen,
zoodra de spookverschijning den eersten stap
in hun richting deed. Booze tongen beweren
dat deze vier helden bij deze overhaaste
vlucht te laat de behoefte ontdekten aan een
bepaald kleedingstuk, hetwelk de mensch in
zijn prilste jeugd pleegt te dragen.
Door de overvloedige regens der laatste
weken is de spoordijk nabij Moordrecht, lig
gende aan het baanvak Rotterdam—Gouda,
voor de zooveelste maal weer eens in ver
zakking gekomen. Alleen dank zij de voort
durende waakzaamheid is hier een ernstige
ramp voorkomen. De verzakking was van
dien aard, dat het verkeer gedurende een
dag moest worden gestopt, doch nadat men
ijlings eenige zandtreinen naar de bedreigde
plek had gedirigeerd, is de verzakking be
zworen. Waar het baanvak Rotterdam -
Gouda veel te wenschen over laat, is voort
durende controle hier noodzakelijk.
W. HEIMBURG.
VERTALING VAN HERMINE.
(Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.)
45)
Ik knikte toestemmend. Toen bleef ik alleen met
de oude vrouw; het geluid van zijn voetstappen
stierf allengs weg op de trap. De nicht ontwaakte
plotseling en was min of meer verstoord, dat wij
haar hadden laten slapen, maar ging toch met van
geluk stralend gelaat naar haar bed. ik stond nog
geruimen tijd aan het venster en zag een manne
lijke gedaante na, die zich langzaam verwijderde,
totdat zij in de kromming van de dorpsstraat ver
dween. Nu wierp ik mij ook in de kussens, maar
slapen kon ik niet.
Den volgenden dag bescheen een omeedoogendn
felle winterzon het witte land en deed met haar
stroomen van licht, dat tot in de kleinste hoekjes
doordring, alle sprookjesheerlijkheid verdwijnen.
De nicht zag er in dat heldere ochtendlicht ver
scheidene jaren ouder uit; zij was bij mij in de
kamer gekomen en zag 't met leede oogen aan, dat
ik de doos met rozen uit Cannes weer inpakte en
aan mijn stiefvader adresseerde, ik was erg be
droefd. Al vroeg had ik mama's kistje uitgepakt
Een buitengewoon lafhartige moordaan
slag heeft zich te Stompwijk, onder den rook
van Voorburg, afgespeeld, waarbij de 40-jarige
manufacturier Van der Drift, gehuwd en
vader van 8 kinderen, het slachtoffer is ge
worden. Toen Van der Drift 's avonds van
Leidschendam naar huis via den Vlietweg
terugkeerde, werd hy op een onbebouwd ge
deelte van den weg, door twee onverlaten
neergeschotenHet onderzoek in,deze zaak is
voor de politie zeer moeilijk, aangezien de
opgegeven signalementen der twee vermoe
delijke daders zeer vaag zjjn. Ook omtrent
de motieven tast men volkomen in het duis
ter, daar het slachtoffer zeer gunstig bekend
stond en geen vijanden had. Het is daarom
zeer wel mogelijk dat het hier een wraak
neming betreft, waarbij de daders zich in
den persoon hebben vergist.
Buitenland.
De aanwezige journalisten in Den Haag,
welke de wereld moeten inlichten over het
verdere verloop der Haagsche conferentie,
z(jn eenparig van oordeel dat het een saaie
vertooning in onze residentie is, aangezien
er dezen keer niet de minste spanning heeft
geheerscht. Terwijl dit ter perse gaat loopt
de conferentie op haar laatste beenen en is
alle kans op een klein heibeltje geheel en
al verkeken.
Zelfs Dr. Schacht, de president der Duitsche
Rijksbank, tegen 't einde der conferentie
naar den Haag ontboden, is er niet in kun
nen slagen de boel op't laatste nippertje nog
even op stelten te zetten, hoewel hij reeds
dadelijk na zijn aankomst in Den Haag in
deze richting een stevige poging ondernam.
In de op te richten Internationale Bank
van Betalingen, het financieele lichaam dat
het mogelijk moet maken dat de in Den Haag
aangegane financieele transacties kunnen
worden uitgevoerd, was de deelneming der
Duitsche Rijksbank bepaald op 100 miilioen
mark.
In een brief aan den voorzitter van de
commissie voor de Internationale Bank van
Betalingen, heeft Dr. Schacht de deelneming
van de Rijksbank aan het kapitaal van de
Internationale Bank van Betalingen gewei
gerd, indien niet aan drie door Schacht ge
stelde voorwaarden werd voldaan.
Deze voorwaarden waren:
ongewjjzigde aanneming van het plan
Young.
herziening der met Engeland en Polen
gesloten liquidatie-overeenkomsten be
treffende vroegere Duitsche eigendom
men.
c. afgezien van politieke en militaire sanc
ties in eiken vorm.
Even dreigde de gunstige en hoopvolle
stemming door deze eischen te worden be
dorven, alle verschijnselen van een naderend
stormpje werden waarneembaar, doch minis-
Dubbel is het genot met
Wybert-tabletten, de keel
is tegen ontsteking be
veiligd, de adem zuiver!
In origin, doozen 45 en 65 ets.
(Adv
en daarin, behalve een zeer koelen en oppervlak-
kigen brief, een paar nietsbeteekenende presenten
aangetroffen, dingen, zooals niemand ze schenkt,
die 't lastig vindt iets te moeten geven, en, knor
rig gestemd, het eerste het beste koopt en weg
stuurt. Vooreerst een ieeren tasje met naaigereed-
schap, zooals er bij dozijnen in de galanteriewinkels
hangen; ten tweede een dagboek, in rood leder
gebonden; ten derde glacé handschoenen, hier in
het gebergte geheel overbodig; vervolgens een
kabinetportret van den ouden keizer, zich over de
wieg van zijn achterkleinzoon buigende, de zeer
slechte afdruk van een zeer slecht portret, en dan
nog wat suikergoed en wat rose papier met blauwe
viooltjes in de hoeken.
Zóó gaf mama vroeger nooit. Alles tot de minste
kleinigheden toe had zij altijd zoo verstandig, met
zooveel kiescli gevoel uitgekozen een jaar ge
leden gaf ze mij papa's kleine ijzeren kruisje, dat
hij in het knoopsgat placht te dragen, als hij burger-
kleeding aanhad. Ik hing 't diep getroffen aan mijn
horlogeketting en was daarmee zoo gelukkig. Met
een dergelijk bewijs, dat zij mij nog liefhad, zou ik
nu zoo innig blij zijn geweest, maar zij had
andere dingen om aan te denken. Mijn stiefvader
schreef mij, dat zijn kerstgeschenk mij thuis wacht
te; mama begon al erg naar mij te verlangen en in
de eerste helft van Januari zou hij mij persoonlijk
komen afhalen,
„Dat zal niet goed worden opgenomen, Anne-
liseke," zeide de nicht, toen zij de doos naar be
neden bracht om deze aan Hubner mede te geven.
En toen zij terugkwam, herhaalde zij: „Dat zal
niet goed worden opgenomen, als hij die doos open
maakt hoe zal 't toch nog gaan? Ik had mij
alles zoo anders voorgesteld. Ik kan mij eigenlijk
ter Curtius, de verantwoordelijke leider der
Duitsche delegatie, heeft na onderhandeling
met Dr. Schacht diens verzet weten te bre
ken. Dit verzet van Dr. Schacht, oogenschijn-
lijk gericht tegen de vroegere geallieerden,
was in werkelijkheid eerder een pijl tegen
de eigen delegatie, doch naar alle waar
schijnlijkheid zal Schacht er zelf de wrange
vruchten van plukken.
Curtius heeft een zoodanige wijziging van
het plan Young voorgesteld, dat de Duitsche
Rijksbank verplicht is tot deelneming in het
kapitaal der Internationale Bank van Beta
lingen en hierdoor wordt het voor Schacht
mogelijk te zwichten voor een dwingende
bepaling, zonder dat hij zelf voor de getroffen
regeling de verantwoordelijkheid aanvaardt.
Een groot deel der Duitsche pers en vooral
de links georienteerde bladen, zijn over deze
houding van Dr. Schacht hevig verontwaar
digd. Alleen de bladen van Hugenberg prijzen
Schacht geweldig en stellen hem voor als de
sterke maD, die den moed heeft met de vuist
op tafel te durven slaan.
Het Berliner Tageblatt schrijft: Het spreekt
van zelf, dat de Rijksregeering, wier ver
tegenwoordigster de Duitsche delegatie is,
zich haar buitenlandsche politiek niet zal
laten voorschrijven door Dr. Schacht. Een
zoo krachtig mogelijk protest is noodig om
te voorkomen, dat de president van de Duit
sche Rijksbank thans weer met eischen voor
den dag komt, die in het tegenwoordige
stadium niet de minste kans hebben en klaar
blijkelijk alleen ten doel hebben, hen te laten
optreden als de sterke man, die met de vuist
op tafel slaat.
De Vorwarts (Sociaal-democratisch) legt er
nog een schepje extra op en schrijft:
De heer Schacht heeft in December de
financieele politiek van het Rijk gecomman
deerd (gevolg de duikeling van Dr. Hilferding
de sociaal-democratische minister van finan
cien, aan wiens invloed het niet in de laatste
plaats is te wijten dat Schacht tot president
der Rijksbank is benoemd);in Januari,aldus
de Vorwarts, voert hij in Den Haag een
eigen buitenlandsche politiek; wat zal er in
Februari gebeuren? Zou hjj zich tot keizer
willen laten kronen In elk geval behoeven
de rijkscommissies van Hugenberg, Stahl-
held en Wehrwolf niet meer te roepen om
een dictator; hij is er al.
Dit alles is slechts een bescheiden greep
uit de vele aanvallen welke Dr. Schacht
zijn gericht. Geen wonder dan ook dat deze
bladen aandringen de nieuwe wet op de
Rijksbank zoo te wijzigen, dat de rechten
van den president aanmerkelijk zullen wor
den beperkt.
Ondanks al deze heibeltjes en gebbetjes
van den tweeden rang mag als vaststaande
worden aangenomen, dat de uitvoering van
het plan Young verzekerd is, waardoor dus
een einde gemaakt wordt aan deze finan
cieele oorlog. Amerika was bij het opvoeren
van dit internationale schouwspel de lachen
de derde. Het had alleen belang dat de finan
cieele machinerie in elkaar werd gezet en
op gang gebracht, doch hoe de onderlinge
verhoudingen eigenlijk werden geregeld, was
voor Amerika van minder belang. De Duit
sche goudstroom, zich via de Internationale
Bank van Betalingen splitsend in Fransche,
Engelsche, Belgische en nog meerder stroom
pjes, zal zich na deze korte splitsing weer
vereenigen tot één krachtige stroom, gaande
in de richting van Amerika. Op de eerste
niet verheugen over den jongen, Anneliseke. Het
liefst lag ik ginds onder de witte sneeuw."
Terstond na tafel kwam hij en ondanks dit ge
zegde, kon zij toch niet anders dan trotsch naar
hem opzien en hem toeknikken. „Ge zijt een knappe
Vent geworden, Robert!" zeide zij bewonderend.
Hij was vroeg in de kerk geweest en had ons
gemist.
„Annelise heeft zich verslapen," verontschul
digde de nicht ons. „Zij is niet gewoon zoo iaat op
te blijven; wij hebben samen een preek gelezen."
„Ik ben na de kerk bij den dominé en in de
school geweest, 't Is daar overal nog net als vroeger
en toch zoo geheel anders, nicht. En toen heb ik
langs de molenbeek gewandeld en een praatje ge
houden met een molenaarsknecht. Er zijn groote
veranderingen aangebracht ai die stoommolens
en dan die meelmagazijnen; het meel wordt zelfs
naar Posen verstuurd. Overigens," ging hij voort,
„is 't vandaag het prachtigste weer van de wereld
om te wandelen. Hoe denkt ge daarover, nicht?"
„Och, Robert, ik met mijn oude beenen? ik zou
te veel van je geduld moeten vergen. Maar Anne
lise?Zoudt gij 't niet prettig vinden, zeg?" dus
wendde zij zich tot mij.
Hij zag mij ook vragend aan. Hij zat bij het
venster, waar de zon op zijn bruinen krullebol
scheen, en als hij lachte, blonken zijn tanden onder
zijn knevel. „Gij kunt goed loopen, freule van Stern-
feid - maar hebt gij er niets tegen met zoo'n vreem
den man door het bosch te draven? De sneeuw
ligt een voet hoog en tot het voederhuisje te Heim-
bacli is 't wei een goed uur loopen."
„Ik ben niet bang voor sneeuw en verre reizen,"
zeide ik, „en ik verheug mij nieuwe wandelingen
te ieeren kennen." Met deze woorden verliet ik de
conferentie in Den Haag was Snowden de
overwinnaar, de man die een groote mond
opzette en daverend met de vuist op tafel
sloeg, op de tweede was het de zwijgende
waarnemer van Amerika, die niets anders
had te doen dan toe te zien, hoe de tol der
Europeesche oorlogswaanzin naar Amerika
werd gericht.
Terwijl de Haagsche conferentie op haar
laatste beenen loopt, te Genève de -58ste
vergadering van den Volkenbond is aange
vangen onder leiding van Zaleski, Poolsch
minister van Buitenlandsche Zaken, wordt
er te Londen koortsachtig gewerkt aan de
laatste voorbereidingen der vlootconferentie.
Zoowel omtrent den duur als omtrent den
afloop valt niets te voorspellen. Volgens
enkele berichten rekent men dat deze con
ferentie wel twee maanden kan duren. De
internationale kopstukken hebben alleen nog
maar een vaste domicilie, overigens zijn de
heeren voortdurend op reis, dan welzijn ze
aangezeten om de een of andere conferentie
tafel. Over de Londensche vlootconferentie
zullen een 300 buitenlandsche journalisten
hun licht laten schijnen, voor zoover het
dan mogelijk is dat er in deze militaire en
politieke vraagstukken wat licht te brengen
valt. Hier zal niet alleen tijdens deze con
ferentie met dreigement-koffers worden ge
werkt, doch reeds voor den aanvang dei-
conferentie is er reeds met dreigementen
gewerkt.
Volgens een artikel in het hoofdorgaan
der Fascistische partij, de spreekbuis dus
van Mussolini, zal Italië onvoorwaardelijk
vasthouden aan den eisch, om een vloot van
dezelfde sterkte als die van Frankrijk te
bezitten. Italië, aldus dit artikel, zal het
kalm aanzien, indien de conferentie op dezen
eisch zou mislukken. Hier begint de herrie
dus al voor men bijeen is en op grond hier
van en eveneens op grond van nog ver
schillende andere kwesties, is het uitermate
twijfelachtig of de heeren het te Londen
twee maanden vreedzaam en vreetzaam
zullen uithouden.
Indien een leek overdenkt, dat tijdens de
laatste vlootmanoeuvres der Amerikaansche
vloot bewezen is, dat militaire vliegtuigen,
uitstrooiend bommen tot een gewicht vaD
1000 K.G., in staat zijn om pantserschepen
van 10.000 ton en grooter binnen eenige
miniten, zelfs binnen de minuut, voor al
tijd naar de haaien te zenden, indien men
verder overdenkt dat juist de bewapening
in de lucht schier dagelijks versterking onder
gaat, uitgezonderd in Duitschland, waar zulks
is verboden, dan vraagt de leek zich on
willekeurig af welk nut het toch wel heeft,
dat men te Londen als groote kinderen gaat
kibbelen over het bezit van heel duur oor
logsspeelgoed, dat in den komenden oorlog
waarschijnlijk weinig meer waarde zal heb
ben dan wat oud roest.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
kamer om mij voor den verren tocht gereed te
maken.
Zoo gingen wij dien dag samen en den volgenden
en den daaropvolgenden, en eerst als 't begon te
schemeren, kwamen wij telkens thuis. De nicht liet
ons kalm met elkander trekken, geheel onbewust
van de plichten eener duenna; zij drong er zelfs
op aan, dat wij de heldere middaguren tot uit
stapjes zouden gebruiken. Onderwijl zat zij te
lezen of te spinnen en wachtte ons dan met warme
thee en een vriendelijk woord op. Robert bleef dan
gewoonlijk den avondmaaltijd bij ons gebruiken,
waartoe de nicht hem uitnoodigde, en wij besloten
den dag met te dammen of een eenvoudig kaart
spel met de oude vrouw om noten, zooals de kin
deren.
Ik leerde al zijn geliefkoosde wandelwegen ken
nen en terwijl wij flink doorstapten, vertelde hij
van Chicago en van de groote zaak, die zijn vader
daar had opgericht en die nu onder opzicht van
een knappen chef was gesteld, zoodat hij zelf zon
der zorg afwezig kon zijn. Eens waren wij ook zoo
uitgelaten als schoolkinderen en wierpen elkaar
met sneeuwballen, en een andermaal zat ik als een
kind in de prikslee en liet mij door hem rondrijden.
Geen oogenblik had ik het gevoel, dat ik iets deed,
wat in de samenleving gewoonlijk niet betamelijk
wordt gevonden, 't Was alsof ik met een broer of
een neef wandelde, met iemand, die men evenals
zichzelf vertrouwt.
De nicht zag ons als vragend in de oogen, als
wij terugkwamenmaar als wij ongedwongen voort
praatten en schertsten, zuchtte zij.
De dertigste December was aangebroken; den
eersten Januari moest Robert Nordman weer ver
trekken. Nu begaven wij ons nog eens voor de
INGEZONDEN MEDEDEELING.
VerwklaÉak
ly.
uUfmnatdhdd':
ECHTE FRIESCHE
20-50ct.perons
(ook In onsen,'/» ponden en pond*)
'"Ifraayt 1lttr Witike&er h. pa/ye ïbE
SOLLICITATIES.
Op de weegschaal. Met pagehaar en korte
mouwen geen kans.
Wij lezen in „De School met den Bijbel":
Laatst, toen menschen van buiten twee
kweekelingen tegelijk kwamen hooren, werd
me de moeilijke vraag voorgelegd„Wie van
de twee is wel de zwaarste?" Ze kunnen
bij ons namelijk niet zwaar genoeg zijn. Ik
beken eerlijk, dat ik op die vraag het ant
woord schuldig bleef.
Er zou wel een bloemlezing aan te leggen
zijn van vragen, die tegenwoordig, nu er
overvloed is van jonge leerkrachten,bij sol
licitaties gesteld worden. Niet lang geleden
kwam er een Hervormd hoofd een kweeke-
lingetje „keuren". Ze had een Kweekschool
op Gereformeerden grondslag bezocht. Dat
was een aanbeveling voor haar. De vraag
werd listiglijk gesteld! „En juffrouw, waar
om is u op die Kweekschool geweest en
niet op de Hervormde?" Het meisje zegt
in haar gelukkige argeloosheid„Ja meneer,
ik had eigenlijk wel op de Hervormde ge
hoord, maar het hoofd van de school, waar
ik vroeger leerling was, heeft me de andere
.aangeraden." „En kun je wel verschil hoo
ren als ds. A. confessioneel preekt of
ds, B. Ger. Bond Een schuchter, niet
begrijpend„Nee, meneer", was 't eenige
antwoord. Sancta simplicitasl Ze was er my
te liever om, maar de betrekking was
wegl
Dan wordt er tegenwoordig ook bijzonder
acht geslagen op den haartooi! Een page
kopje is natuurlijk absoluut contrabande.
Een kweekelinge werd uitgenoodigd proef
les te geven, ergens op een dorpje, maar
het hoofd der school schreef er maar vast
bij: „Wanneer u soms pagehaar mocht dra
gen, kunt u de moeite wel sparen, dan
wordt u toch niet benoemd". Dat was ten
minste eerlijk vooraf gezegd.
laatste maal op weg, wat stiller dan anders, daar
de nicht had geschreid. Zij ging de stoep met ons
af en zag ons van het voorplein na, totdat wij in
het bosch verdwenen. Zij hield de hand voor de
oogen, zoo verblindend was de sneeuw.
,.Nu zit zij daar weer en schept zich allerlei zor
gen," zeide ik tot mijn geleider, die zwijgend naast
mij liep.
„Die behoeft zij zich helaas niet te scheppen,
freule van Sternfeld," antwoordde hij; „die heeft
ze al genoeg, maar ik kan ze haar niet afnemen. Ik
zou alles voor het goede oude mensch overhebben,
maar datgene, wat zij verlangt, mag ik niet doen.
Verbeeld u eens, gisteren avond, nadat ik heen
ging heeft zij mij met haar stramme vingers een
brief geschreven en mij dien door den oudsten
jongen van Hubner vóór dag en dauw laten be
zorgen, Tot nu toe was mij nog nooit een epistel
van de nicht onder de oogen gekomen en 't zou
mij op de lachspieren hebben gewerkt, als als
alles was zij schrijft niet zoo hartbrekend waar en
klaar was. Overigens hebt gij haar betooverd,
freule Annelise Om het andere woord schrijft
zij tenminste: mijn arm Anneliseke!"
„Wat heb i k daarmee te doen?" vroeg ik schie
lijk.
Hij zag mij aan. „Eigenlijk niets, en toch
„Maar hoe dan?"
(Wordt vervolgd.)