EERSTE BLAD 11 D [«Sj ONZE Bruidsportretten S. VAN DER PLAAT ZATERDAG 30 November 1929 w. heimburg. DOOR EENS ANDERS SCHULD. st. nicolaas. "Springende H&nden I KloosterhaSsem MËSiliai Grossier: Firma ft. L. VERBRUGGE, ffliddelharnis 4- zijn onovertrefbaar: fijne kleur keurige afwerking Aanbevelend, Hobbemastraat - Middelharnis 2e atelier van af het station De Centrale Proeftuin voor Goeree en Overtlakkee te Middelharnis (Langeweg) is op eiken werkdag voor belangstel lenden GRATIS TOEGANKELIJK. Desgewenscht geeft de tuinman alle inlichtingen, die mochten worden ver langd. Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Reclame-wenken voor den Middenstand. Reclame is nu eenmaal de eisch van den tijd en zij, die dezen eisch willen negeeren, zullen tot hun schade ondervinden, dat hun standpunt niet houdbaar is. Zoowel voor onze adverteerders, als en meer nog voor de niet-adverteerders willen we hier eenige nuttige raadgevingen naar voren brengen. Allereerst dan dient gewezen op de nood zakelijkheid van reclame maken, waaronder alles dient te verstaan, wat de zaak of artikel aandient of propageert. Een middenstands zaak moet haar reclame-ideaal eerst heel hoog stellen, om daarna uit te rekenen, hoe hoog zij met haar beschikbare middelen naar dat ideaal kan reiken en dan valt het vaak mee. Beschouwen we de reclame in 3 deelen: le. als de aankondiging van het bestaan en de kwaliteiten van zaak of artikel; 2e. in het laten zien ervan; 3e. bij den verkoop en de aflevering van het artikel. Ten opzichte van het onder 1 genoemde moet het als een besliste fout geacht worden, als er overdreven voorstellingen worden ge kweekt, omdat een teleurgestelde kooper bijna nooit meer terug komt, afgezien nog van het nadeel dat zoo iemand den winkelier berokkent door zijn rondvertellen van de desillusie, welke hjj had. In dit verband noemen we bijv. de on- mogelij ke opsnijerij en bjj de reclame in Japan, waar een papierhandelaar annonceert, dat zijn schrijfpapier de soliditeit heeft van een olifantshuid. Een zakenman moet nooit in de laffe methoden vervallen, om een concurrent die succes heeft, na te apen ter misleiding van het publiek. Het moet den zakenman niet onverschillig zijn, wat en hoe de aankondi ging van zijn zaak is. Hü moet zich inspan nen op de keus van woord of teekeniug; vooral de ruimte niet volproppen met woor den. Men neme een opvallende, smaakvolle verdeeling van witte en bedrukte vakken. Plakkaten mogen niet storend aangebracht worden en vooral mag een stil natuurschoon er niet door ontsierd worden, want dan ergert de plaat de bezoekers, wat het tegendeel is van reclame. De advertentie moet gericht worden op het directe doel, dat men voor zijn verkoop heeft: of men uitverkoopt, of een nieuw artikel erin wil werken, dan wel een oud artikel tegen een nieuw wil hand haven, eischt telkens een andere advertentie. Reclame en zaak moeten één geheel vor men. De reclame moet een uitvloeisel zijn van systematische verkoopmethode. Van veel belang dunkt ons de collectieve reclamei eet veel fruit; eet meer brood; enz. Een advertentie als: Laat 's winters uw huis schilderen heeft al heel wat schilders door een slappen winter geholpen. Over het kleureffect zij opgemerkt, dat het verst leesbaar is een zwarte letter op geel papier; daarna volgen: groene letter op wit papier, roode letter op wit papier enz.met als onduidelijkste de roode letter op groen papier. Ten opzichte van brieven en circulaires vermijde men ook de snoeverij netjes en eenvoudig. Niet met de hand, maar met een schrijfmachine geschreven; een FEUILLETON. VERTALING VAN HERMINE. (Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.) 32) Mijn beschroomd tikje aan de deur werd met een luid en toornig „Binnen!" beantwoord, wat mij niet vee! goeds voorspelde. De oude dame had een dikken doek omgeslagen en zag er zoo kwaad aardig uit als een bulhond. „Goedenmorgen, tante!" zeide ik neerslachtig. „Goedendag, kind! Een volgenden keer kunt ge alleen naar een bruiloft gaan. Zooals die brui loften nu zijn, wil ik er niets mee te maken hebben, zelfs niet met je eigen!" „Hebt ge kou gevat, tante?" stamelde ik. „Kou gevat? Ik vat nooit kou! Ik ben geschrikt ik heb 't in de lever en dat is nu eens zoo! O, die menschheid tegenwoordig! En met jou heb ik ook een appeltje te schillen," voer zij plotseling tegen mij uit, „die zoogenaamde mijnheer van Brankwitz gaat zoo familiaar met je om, dat de kerel een oorvijg verdient. Hij ziet er uit als een kaasmat, met een stroopsaus overgoten. Doch als 't maar een heer is, niet waar? 't Doet er niet toe, wie!" „Och, tante, tante," smeekte ik. „Luister toch eens gezellige toon in de brieven, geen breed sprakigheid. Vooral moeten de circulaires of brieven maar niet luk raak gestuurd worden, er moet zaakkundige selectie plaats hebben. Een aankondiging van feestartikelen zendt men niet in een gezin, waar een sterfgeval is. Wie graag met boekjes werkt, zorge er voor, dat behalve de reclame, er ook andere waardevolle gegevens instaan,danbljjfthet bewaard. Het toonen van een zaak en haar artike len, d w.z. het voorkomen moetin orde zijn. Een eerste eisch daarvoor is, dat de kennis making niet mag tegenvallen. Wat geannon ceerd is, moet aanwezig zijn. Een zeer groote rol speelt bij winkels de etalage. Rustige etalages met eenheid, een goede onder- en achtergrond, netjes geprijsd, doen het beter dan drukke. Er moet rekening gehouden worden met de clientèleeen elitezaak wekke voor zjjn chique clientèle geen afkeer door populair gedoe. En vooral moeten de winke liers op de jeugd speculeeren. Door verlokke lijke etalages voor kinderen heeft het vleiend dwingen van de kleine reeds menig moeder hart tot den koop overgehaald. Versieringen in etalages moeten spaarzaam en met zorg worden aangebracht. Bij de opening van een slagerswinkel moet het niet lijken, alsof tusschen de bloemen hier en daar een stuk vleesch ligt. Het spiegelen der ruiten wordt voorkomen door lichten achtergrond. De waren moeten met zorg opgesteld worden, terwijl de prijs aanduiding uniform moet zijn. Netheid moet wel nummer één zijn, ook van het personeel en onmiddellijk daaraan past correctheid. Zelfs de loopjongens op straat moeten ge controleerd worden. De aflevering der waren moet solide zijn: goed papier en netjes, degelijk verpakt. Vooral op tijd afleveren is een eerste eisch en ook het achteraf komen, dat men zich in den prijs vergist heeft, maakt een onsoliden indruk. Besluiten wij met te waarschuwen tegen gemakzucht onder middenstands-menschen; er wordt geklaagd bver en gescholden bp de toestanden en op anderen; overal wordt ge zocht, alleen niet bij zichzelf. Wij hopen, dat allen hard voor hun zaak gaan werken, en dat begrepen wordt, wat gepaste en doel matige reclame vermag te bereiken, want reclame is de uiting van de energie en de thermometer van zaakkundige bruikbaar heid. INGEZONDEN MEDEDEELING. DRAISfflA-vAN-VALKErfBURG'S- e A -i LEVERTRAM De zesde van Wintermaand.een wonder lijke dag, 'n vreemdsoortige dag, maar toch een aardige, prettige dag en vooral dien avond te voren. De voorpret is grooter dan het eigen lijke feest van overvloedige mildheid en ver rassingen. Donker is de winter, somber het vooruitzicht op de steeds dieper zinkende zon, doch Sinterklaas komt ais een lichtende engel in deze duisternis, verbreekt de avonden van sleur, scherpt reeds dagen van te voren onzen geest in het bedenken, wat anderen aangenaam kan zijn en leert ons de waarheid begrijpen van het spreekwoord: „Het is zaliger te geven dan te ontvangen". De toebereidselen, al die geheime complotjes welke worden gesmeed, dat alles geeft zop'n prettige afwisseling aan het prozaische heen gaan van doodgewone dagen. Het St. Nicolaas- feest is de erkende tijd voor huiselijke feest viering en het schept voor de ouderen de ge legenheid, zij het dan ook voor slechts weinige uren, weder jong te zijn met de jongeren, om gang te hebben met hen in hun oorspronkelijke frischheid, met hen mee te leven in hun ge lukkige onbekendheid met de zorgen des le vens. Wij genieten van hun bewegelijkheid van geest, van hun onbedorvenheid van hart, van hun onbedwingbare geestdrift en hun vrolijk heid die hun zoo goed afgaat, wijj ze natuurlijk is. Het is aangenaam en nuttig voor beiden, zoowel voor de volwassenen als voor de jon geren, deze samenstemmingder zielen in feest vreugde en zelfs als de last der jaren de veeren van het raderwerk des levens hebben verslapt dan nog blijft het St. Nicolaasfeest in hooge mate aantrekkelijk. Het moderne leven stelt zware eischen en reeds op jeugdigen leeftijd wordt de spes patria volgepropt met een geweldige dosis kennis. De strijd om het bestaan wordt voortdurend moei lijker, het eischt een voortdurend zwaarder wordende voorbereiding en achtereenvolgens wordt de jeugd op verschillende scholen verder bijgeschaafd, terwijl de weinige vrije uren wor den benut voor eenige sport of het muzikaal leeren niezen of zuchten op noten. Dit alles ligt in de lijn der ontwikkeling van onze moderne samenleving, waarbij velen hun oorspronkelijkheid verliezen, doch dat we ge laten hebben te aanvaarden. Daarom zien we des te gretiger uit naar de herdenking van oude gebruiken, waaronder ook het St. Nicolaas feest ressorteert, omdat het de gelegenheid biedt ons voor een korte wijle te ontrukken aan den sleur der dagelijksche verplichtingen, waarvan we allen van hoog tot laag, tot op zekere hoogte het slachtoffer zijn. Het St. Nicolaasfeest heeft bovendien de niet geringe verdienste, dat het een middel is om de banden in den familie- en vrienden kring nauwer aan te halen. Kleine geschenken onderhouden de vriendschap. Wonder dat het jaar zoo sluit; dat het met al zijn narigheid uitloopt op suikergoed en marsepein. Dat ein digt op een strooiavond van weldaden en wel gezindheid. Dat liet ons allen tot elkaar brengt in een wisseling van geschenken, mits deze geschenken met zorg en liefde zijn gekozen en hieraan geen laakbare materieele gedachten aan ten grondslag liggen. In één opzicht is het St.. Nicolaasfeest be denkelijk minder geworden en wel door het feit, dat ook deze heilige als voorwerp der reclame wordt uitgebuit. Het wordt voor de ouders steeds moeilijker om hun kleuters aan het sprookje van St. Nicolaas te doen gelooven. Op heel jeugdigen leeftijd weten ze het al, dat het een fabeltje is, slikken ze hun eerste ont goocheling, Velen hebben bezwaar om den kin deren St. Nicolaas als een werkelijk bestaande persoonlijkheid voor te stellen en plaatsen hen liever voor de realiteit. Over de voor- en na- ,,lk wil niets hooren, ik wil je alleen zeggen, dat als je moeder bij haar eerste domheid nog een tweede voegt en toelaat, dat die vogelverschrikker, die nu, ik zal maar zwijgen haar dochter meepakt, wij voor goed gescheiden zijn Compli ment van mij! Met alle respect voor mijnheer Wolmeijer zijn neef is een Hier begon zij te hoesten. „Tante, mag ik 't u eens vertellen?" „Neen," viel zij uit, „ik wil niets verteld hebben I' „Maar gij moet mij helpen," riep ik nu nog luider dan zij. „Ik moet hem nemen en ik wil niet, tante." Zij was op eens doodstil. „Zoo,, zoo?" hernam zij eindelijk, „moet ge, maar wilt ge niet? En wie wil dat dan wél hebben? Je moeder toch niet?" „Mama weet er niets.van," bracht ik snikkende uit. „Ze mag 't ook niet weten, daar 't haar anders te veel zou agiteeren, is mij gezegd. Hij, Wolmeijer, moet morgen middag mijn antwoord hebben en hij wil geen neen, heeft hij gezgd, tante." „Och wat, gekkepraat!" antwoordde zij. „Dat zegt hij maar om je bang te maken." Ik zweeg en was 't niet met mijzelve eens of ik haar het gesprek zou vertellen, dat ik had afge luisterd. Maar een onbestemd gevoel, dat ik daar mee het een of ander akeligs, dat zekere, dat „aan stoot zou geven," aan het licyt zou brengen, hield mij daarvan terug. „Hij heeft 't toch gezegd, tante," stamelde ik slechts, „en ik heb zoo'n angst voor hem. Als ik maar eens met mama mocht praten mama zou mij wel gelijk geven, dat kan niet anders, dunkt mij." ,,'t Komt mij vreemd voor, dat mama daarvan niets zou weten," knorde zij. „Een schoonzoon is een voorwerp, waarmee een moeder zich nooit graag laat verrassen; bij zoo'n gelegenheid wilde deelen zullen we zwijgen» Veel en fel is er over deze vraag reeds gestreden en zooals altijd, deskundigen zijn het nooit met eikaar eens. Week-revue. Binnenland. Het is voor den rustigen staatsburger altijd zoo'n aangenaam weldadig gevoel, indien hij zich omringd weet door de teedere zorgen van vadertje „staat" en deszelfs ambtenaren. Deze laatsten worden niet altijd voldoende gewaar deerd, het gaat er mee als schoonmoeders, ze staan bij de massa in geen al te best blaadje, doch als we af en toe van die berichtjes lezen, waaruit hun nauwgezette plichtsbetrachting ongewild naar voren komt, dan krijgt menig een een zoodanige wroeging, welke alleen maar door een gang naar het belastingkantoor kan worden overtroffen. Een overtuigend bewijs dezer ambtelijke nauwgezetheid: De Raad van Arbeid te Rotterdam had bij de berekening van een premie voor de vrij willige verzekering krachtens de Ouderdoms wet van 1919 een fout gemaakt van zegge en schrijf één cent. Nauwgezet als men daar evenwel is, werd deze kapitale fout ontdekt, er werd fluks een nieuwe quitantie geschreven en de looper werd uitgezonden voor de incasso INGEZONDEN MEDEDEELING. Doe het dit jaar beter dan den vorigen winter. Zorg dat ge een pot Akkers Kloosterbalsem tn huis hebt, en bescherm Uw huid tegen inwerking van koud? en vocht, door haar iederen avond voor het naar bed gaan, in te smeren met Akkers „Geen goud zoo goed" INGEZONDEN MEDEDEELING. verdient billykerwys DE NOBELPRI (Moet duz fete bijzonders wezen. Toch maar IC/ of ./5 c/s. per A ony dezer kapitale som van één cent, welke ge lukkig, zulks met het oog op onze guldenkoers, zonder mankementen verliep. De betrokken ambtenaar, het is jammer dat zijn naam onbe kend is, zulks met het oog op plannen vooreen borstbeeld, heeft de dank van het vaderland verdiend en is bovendien een ernstige candi- daat voor ambtelijkevul maar in lezer In schril contrast met bovenstaande, is de mededeeling in een onzer dagbladen, dat de curatoren in het faillissement der Veendammer eerste uitdeeling in genoemd faillissement, maar eventjes het kleine sommetje van 65.000,hebben ontvangen. Bij verdere uitkeeringen krijgen curatoren opnieuw een uitkeering, want ieder rechtgeaard Neder lander kan zich indenken, dat ƒ65.000,per man veei te weinig is voor de diensten die deze heeren bij de verdere financieele afbraak hebben bewezen. Mogelijk dat de pandbrief- houders, de arme stakkers, die aan deze Veen- dammer-zwendelzaak hun spaar3uitjes hebben verloren, er anders over denken, doch de advocatuur staat tegenwoordig in zoo'n hoog. aanzien, dat zelfs een bescheiden gebaar van protest misplaatst schijnt. In onze Tweede Kamer, waar de afgevaar digden naarstig bezig zijn om zich te laven aan de begrootingstaart, waarbij vaak als onverwachte toegift de meest uiteenloopende onderwérpen worden ter sprake gebracht, is de beruchte Gfessen-Nieuwkerk-zaak nog eens opgerakeld, waarbij minister Donner o.a. heeft medegedeeld, dat rijksrechercheur de Jong buiten dienst is gesteld, in afwachting van de nadere beslissing. Naar aanleiding van deze onverwikkeiijke zaak en de gemaakte fouten, hierbij door politie en justitie bedreven, het is de vraag waar hier de zwaarste fouten zijn gemaakt, overweegt de minister de vraag, of in verband met het gebeurde geen verandering behoort gebracht te worden in de geheele orga nisatie van justitie en politie. Velen zullen ook afgezien hiervan een dergelijke vraag zonder den minsten twijfel bevestigend beantwoorden. Als de weg tusschen opwerping der vraag be antwoording en uitwerking maar niet al te lang is, want de ondervinding is in dezen niet al te bemoedigend. De huismoeders der groote steden klagen sinds geruimen tijd over de steeds toenemende colportage, waardoor ze per dag ettelijke malen worden geplaagd en inplaats van Verbetering, wordt deze toestand nog voortdurend erger. Men gaat namelijk nu ook over tot telefonische colportage, een middel waartegen de slacht offers vrijwel machteloos staan en hoogstens woedend den haak kunnen neergooien. Buitenland. Na een smartelijk, doch moedig gedragen lijden, is Georges Clemenceau op 88-jarigen leeftijd te Parijs in zijn woning in de Rue Franklin, overleden. Georges Clemenceau, man van meer dan geweldige werkkracht, vaak aangeduid als „De Tijger", was iemand van ongeëvenaard temperament, die naar buiten menigmaal den indruk maakte van onverzoen lijke wreedheid, die zich uitsluitend liet leiden door de belangen van zijn vaderland en die in het kritieke jaar 1917, toen Frankrijk op het punt stond den oorlog te verliezen, op 77-jari- ze ook een duit in het zakje werpen." En op eens liet ze haar doek met een ruk van de schouders glijden. „Mondeling strijden kan ik niet met hem," riep zij: „hij is lid van den raad en dat soort van menschen kan ons gemakkelijk dood praten, maar zijn zin krijgt hij niet. Annelise. In allen ernst, kind, vertel mij alles nu eens openhartig, want naar wat ik daarvan begrijp, zou ik die heele zaak als 'n ware yamp beschouwen. Hoe is 't toch gekomen? Voor den dag er mee!" Zoo recht als een kaars zat zij vóór mij, met een uitdrukking op het gelaat als een rechter van instructie. „Heeft hij, die Brank witz, zich al zelf aan je gedeclareerd?" „Ja, tante, onlangs op dien rijtoer en toen begon hij gisteren avond weer na het diner. Zij staarde strak voor zich uit. Zie me nu dat gansje eens aan!" hernam zij, een gezicht trek kende alsof zij nadacht of haar ooit iets dergelijks overkomen was. „4 Is je eigen schuld," barstte zij nu tegen mij uit, „'t is altijd de schuld van de vrouwen, als de mannen haar van liefde durven praten en dan onbeschaamd worden altijd, zeg ik. Niemand heeft 't met mij durven wagen, dat kan ik je verzekeren." Ik keek zijdelings naar haar op, naar dat groote, leelijke en toch zoo goede mensch, en mijn blikken bleven eindelijk op de tot een vuist gebalde hand, zoo groot als die van een man, gevestigd, die zij de rafel had laten neerkomen. Ja. zij had iets ont zag inboezemends, die tante Degenberg. „Hoe kijkt ge mij zoo aan met zoo'n schelmsch gezicht, gij kleine dreumes!" knorde zij. „Denkt ge soms dat de druiven zuur zijn geweest? Hoor, ik zou je verhalen kunnen doen er zijn er ver scheidene geweest, die de lange freule graag tot vrouw hadden gehad maar dat zijn oude koeien uit de sloot, evenals ikzelve. Wij praten nu over jou! 't Is je eigen schuld. Annelise, en ge moet je nu maar uit de kiem redden als ik maar wist, hoe!" Zij streek zich met hand over het voorhoofd. „Ge zegt eenvoudig neen," besloot zij eindelijk. „Ja, dat heb ik al gedaan en zal 't nog eens doen tante, Als gij „Als gij er niets anders op weet wilt ge zeg gen? Recht vriendelijk! Maar ik verzeker je, gansje, als gij 't samen eens zijt, gij en je moeder, dan kan Wolmeijer niets ter wereld doordrijven; ge weet nog niet half, wat wij vrouwen door lijde lijk verzet gedaan kunnen krijgen. Ik zeg je, Napoleon zelf zou mij niet de baas zijn geworden de eerste Napoleon, meen ik de derde is een schitterend voorbeeld van mijn bewering, want die is door zijn Eugenie rechts en links ge voerd, net zooals zij 't verkoos." „Tante," zeide ik bedroefd, „ge weet niet, hoe mama is veranderd." „Maar niet in de liefde tot haar dochter: want hier spreekt haar moederhart. Laat den moed niet zinken, kind!" „En als en als gij u eens mocht vergissen, tante, als zij er ook eens op gesteld waj wat zoudt ge dan in mijn plaats doen?" „Wegloopen!" antwoordde zij schielijk. „Dat wil zeggen," viel zij zichzeve in de rede, terwijl het bloed haar naar de wangen steeg, alsof zij van haar eigen gezegde schrikte „Zet maar niet zulke groote oogen op, gij, wijsneus! ik meen eigenlijk, of ge niet eens uit logeeren wilt gaan, soms naar Hamburg, waarheen ik je al wilde brengen bij gelegenheid van je moeders verloving? Wat zoudt ge daarvan denken? Ik zal eens met mama spreken en ook met Wolmeijer: gij sjjt nog veel te jong om te trouwen. Ik ontmoet je moeder van avond bij onzen dominé, dan zal ik haar eens een hartig woordje toevoegen. Misschiet zijn die twee er ook wel Brankwitz en die vraag al van een zuster hoor eens, Annelise, geef je daarmee toch niet af, die lijkt mij een gevaarlijk persoon. Dat begrijpt ge nog zoo niet, maar ik ken Berlijn, ik ken 't in al zijn slechtigheid. Nu, zooals ik zeg, ik zal doen wat ik kan geef den moed maar niet verloren! En ga nu heen; straks moet ik naar die arme van Tollens en dan 's avonds aan het whisten. Ik kan de anderen niet in den steek latenze kunnen wel met een blinde spelen, maar de postdirecteur is er vandaag ook niet en met zijn tweeën spelen, dat kan hier niemand. Maar daar toe behoort ook finesse groote finesse!" Ik kuste haar de hand en ging heen. „Weg loopen!" had zij gezegd. Als alles vergeefs was, alle weigeren niets hielp, als mama mij ook haar steun onthield, dan ik was nu volkomen gerust. Toen ik thuiskwam, vond ik hier een brief van de nicht, een grooten, dikken brief met haar spaar bankboekje en het verzoek om daarop zestig gul den in ontvangst te nemen en aan haar over te sturen. Een hartelijke oude-nichtsbrief vol stijl- en taalfouten, maar zoo vriendelijk en trouw, dat ik die allen over het hoofd zag. Wordt vervolgd.) de en en en de Qg ks. ks. ks. ran ige l/nd JiÜ

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1