EERSTE BLAD
11
D
[«Sj
ONZE
Bruidsportretten
S. VAN DER PLAAT
ZATERDAG
30 November 1929
w. heimburg.
DOOR EENS ANDERS SCHULD.
st. nicolaas.
"Springende
H&nden
I KloosterhaSsem
MËSiliai
Grossier: Firma ft. L. VERBRUGGE, ffliddelharnis
4-
zijn onovertrefbaar:
fijne kleur
keurige afwerking
Aanbevelend,
Hobbemastraat - Middelharnis
2e atelier van
af het station
De Centrale Proeftuin
voor
Goeree en Overtlakkee
te Middelharnis (Langeweg)
is op eiken werkdag voor belangstel
lenden GRATIS TOEGANKELIJK.
Desgewenscht geeft de tuinman alle
inlichtingen, die mochten worden ver
langd.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Reclame-wenken voor den
Middenstand.
Reclame is nu eenmaal de eisch van den
tijd en zij, die dezen eisch willen negeeren,
zullen tot hun schade ondervinden, dat hun
standpunt niet houdbaar is. Zoowel voor
onze adverteerders, als en meer nog voor
de niet-adverteerders willen we hier eenige
nuttige raadgevingen naar voren brengen.
Allereerst dan dient gewezen op de nood
zakelijkheid van reclame maken, waaronder
alles dient te verstaan, wat de zaak of artikel
aandient of propageert. Een middenstands
zaak moet haar reclame-ideaal eerst heel hoog
stellen, om daarna uit te rekenen, hoe hoog
zij met haar beschikbare middelen naar dat
ideaal kan reiken en dan valt het vaak mee.
Beschouwen we de reclame in 3 deelen:
le. als de aankondiging van het bestaan
en de kwaliteiten van zaak of artikel;
2e. in het laten zien ervan;
3e. bij den verkoop en de aflevering van
het artikel.
Ten opzichte van het onder 1 genoemde
moet het als een besliste fout geacht worden,
als er overdreven voorstellingen worden ge
kweekt, omdat een teleurgestelde kooper
bijna nooit meer terug komt, afgezien nog
van het nadeel dat zoo iemand den winkelier
berokkent door zijn rondvertellen van de
desillusie, welke hjj had.
In dit verband noemen we bijv. de on-
mogelij ke opsnijerij en bjj de reclame in Japan,
waar een papierhandelaar annonceert, dat
zijn schrijfpapier de soliditeit heeft van een
olifantshuid.
Een zakenman moet nooit in de laffe
methoden vervallen, om een concurrent die
succes heeft, na te apen ter misleiding van
het publiek. Het moet den zakenman niet
onverschillig zijn, wat en hoe de aankondi
ging van zijn zaak is. Hü moet zich inspan
nen op de keus van woord of teekeniug;
vooral de ruimte niet volproppen met woor
den. Men neme een opvallende, smaakvolle
verdeeling van witte en bedrukte vakken.
Plakkaten mogen niet storend aangebracht
worden en vooral mag een stil natuurschoon
er niet door ontsierd worden, want dan ergert
de plaat de bezoekers, wat het tegendeel is
van reclame. De advertentie moet gericht
worden op het directe doel, dat men voor
zijn verkoop heeft: of men uitverkoopt, of
een nieuw artikel erin wil werken, dan wel
een oud artikel tegen een nieuw wil hand
haven, eischt telkens een andere advertentie.
Reclame en zaak moeten één geheel vor
men. De reclame moet een uitvloeisel zijn
van systematische verkoopmethode. Van veel
belang dunkt ons de collectieve reclamei
eet veel fruit; eet meer brood; enz. Een
advertentie als: Laat 's winters uw huis
schilderen heeft al heel wat schilders door
een slappen winter geholpen.
Over het kleureffect zij opgemerkt, dat
het verst leesbaar is een zwarte letter op
geel papier; daarna volgen: groene letter
op wit papier, roode letter op wit papier
enz.met als onduidelijkste de roode letter
op groen papier. Ten opzichte van brieven
en circulaires vermijde men ook de snoeverij
netjes en eenvoudig. Niet met de hand, maar
met een schrijfmachine geschreven; een
FEUILLETON.
VERTALING VAN HERMINE.
(Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.)
32)
Mijn beschroomd tikje aan de deur werd met
een luid en toornig „Binnen!" beantwoord, wat
mij niet vee! goeds voorspelde. De oude dame had
een dikken doek omgeslagen en zag er zoo kwaad
aardig uit als een bulhond. „Goedenmorgen,
tante!" zeide ik neerslachtig.
„Goedendag, kind! Een volgenden keer kunt ge
alleen naar een bruiloft gaan. Zooals die brui
loften nu zijn, wil ik er niets mee te maken hebben,
zelfs niet met je eigen!"
„Hebt ge kou gevat, tante?" stamelde ik.
„Kou gevat? Ik vat nooit kou! Ik ben geschrikt
ik heb 't in de lever en dat is nu eens zoo! O,
die menschheid tegenwoordig! En met jou heb ik
ook een appeltje te schillen," voer zij plotseling
tegen mij uit, „die zoogenaamde mijnheer van
Brankwitz gaat zoo familiaar met je om, dat de
kerel een oorvijg verdient. Hij ziet er uit als een
kaasmat, met een stroopsaus overgoten. Doch als
't maar een heer is, niet waar? 't Doet er niet
toe, wie!"
„Och, tante, tante," smeekte ik. „Luister toch
eens
gezellige toon in de brieven, geen breed
sprakigheid. Vooral moeten de circulaires of
brieven maar niet luk raak gestuurd worden,
er moet zaakkundige selectie plaats hebben.
Een aankondiging van feestartikelen zendt
men niet in een gezin, waar een sterfgeval
is. Wie graag met boekjes werkt, zorge er
voor, dat behalve de reclame, er ook andere
waardevolle gegevens instaan,danbljjfthet
bewaard.
Het toonen van een zaak en haar artike
len, d w.z. het voorkomen moetin orde zijn.
Een eerste eisch daarvoor is, dat de kennis
making niet mag tegenvallen. Wat geannon
ceerd is, moet aanwezig zijn. Een zeer groote
rol speelt bij winkels de etalage. Rustige
etalages met eenheid, een goede onder- en
achtergrond, netjes geprijsd, doen het beter
dan drukke. Er moet rekening gehouden
worden met de clientèleeen elitezaak wekke
voor zjjn chique clientèle geen afkeer door
populair gedoe. En vooral moeten de winke
liers op de jeugd speculeeren. Door verlokke
lijke etalages voor kinderen heeft het vleiend
dwingen van de kleine reeds menig moeder
hart tot den koop overgehaald. Versieringen
in etalages moeten spaarzaam en met zorg
worden aangebracht. Bij de opening van een
slagerswinkel moet het niet lijken, alsof
tusschen de bloemen hier en daar een stuk
vleesch ligt.
Het spiegelen der ruiten wordt voorkomen
door lichten achtergrond. De waren moeten
met zorg opgesteld worden, terwijl de prijs
aanduiding uniform moet zijn. Netheid moet
wel nummer één zijn, ook van het personeel
en onmiddellijk daaraan past correctheid.
Zelfs de loopjongens op straat moeten ge
controleerd worden. De aflevering der waren
moet solide zijn: goed papier en netjes,
degelijk verpakt. Vooral op tijd afleveren is
een eerste eisch en ook het achteraf komen,
dat men zich in den prijs vergist heeft, maakt
een onsoliden indruk.
Besluiten wij met te waarschuwen tegen
gemakzucht onder middenstands-menschen;
er wordt geklaagd bver en gescholden bp de
toestanden en op anderen; overal wordt ge
zocht, alleen niet bij zichzelf. Wij hopen, dat
allen hard voor hun zaak gaan werken, en
dat begrepen wordt, wat gepaste en doel
matige reclame vermag te bereiken, want
reclame is de uiting van de energie en de
thermometer van zaakkundige bruikbaar
heid.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
DRAISfflA-vAN-VALKErfBURG'S-
e A -i LEVERTRAM
De zesde van Wintermaand.een wonder
lijke dag, 'n vreemdsoortige dag, maar toch
een aardige, prettige dag en vooral dien avond
te voren. De voorpret is grooter dan het eigen
lijke feest van overvloedige mildheid en ver
rassingen. Donker is de winter, somber het
vooruitzicht op de steeds dieper zinkende zon,
doch Sinterklaas komt ais een lichtende engel
in deze duisternis, verbreekt de avonden van
sleur, scherpt reeds dagen van te voren onzen
geest in het bedenken, wat anderen aangenaam
kan zijn en leert ons de waarheid begrijpen van
het spreekwoord: „Het is zaliger te geven dan
te ontvangen".
De toebereidselen, al die geheime complotjes
welke worden gesmeed, dat alles geeft zop'n
prettige afwisseling aan het prozaische heen
gaan van doodgewone dagen. Het St. Nicolaas-
feest is de erkende tijd voor huiselijke feest
viering en het schept voor de ouderen de ge
legenheid, zij het dan ook voor slechts weinige
uren, weder jong te zijn met de jongeren, om
gang te hebben met hen in hun oorspronkelijke
frischheid, met hen mee te leven in hun ge
lukkige onbekendheid met de zorgen des le
vens. Wij genieten van hun bewegelijkheid van
geest, van hun onbedorvenheid van hart, van
hun onbedwingbare geestdrift en hun vrolijk
heid die hun zoo goed afgaat, wijj ze natuurlijk
is. Het is aangenaam en nuttig voor beiden,
zoowel voor de volwassenen als voor de jon
geren, deze samenstemmingder zielen in feest
vreugde en zelfs als de last der jaren de veeren
van het raderwerk des levens hebben verslapt
dan nog blijft het St. Nicolaasfeest in hooge
mate aantrekkelijk.
Het moderne leven stelt zware eischen en
reeds op jeugdigen leeftijd wordt de spes patria
volgepropt met een geweldige dosis kennis. De
strijd om het bestaan wordt voortdurend moei
lijker, het eischt een voortdurend zwaarder
wordende voorbereiding en achtereenvolgens
wordt de jeugd op verschillende scholen verder
bijgeschaafd, terwijl de weinige vrije uren wor
den benut voor eenige sport of het muzikaal
leeren niezen of zuchten op noten.
Dit alles ligt in de lijn der ontwikkeling van
onze moderne samenleving, waarbij velen hun
oorspronkelijkheid verliezen, doch dat we ge
laten hebben te aanvaarden. Daarom zien we
des te gretiger uit naar de herdenking van oude
gebruiken, waaronder ook het St. Nicolaas
feest ressorteert, omdat het de gelegenheid
biedt ons voor een korte wijle te ontrukken aan
den sleur der dagelijksche verplichtingen,
waarvan we allen van hoog tot laag, tot op
zekere hoogte het slachtoffer zijn.
Het St. Nicolaasfeest heeft bovendien de
niet geringe verdienste, dat het een middel is
om de banden in den familie- en vrienden
kring nauwer aan te halen. Kleine geschenken
onderhouden de vriendschap. Wonder dat het
jaar zoo sluit; dat het met al zijn narigheid
uitloopt op suikergoed en marsepein. Dat ein
digt op een strooiavond van weldaden en wel
gezindheid. Dat liet ons allen tot elkaar brengt
in een wisseling van geschenken, mits deze
geschenken met zorg en liefde zijn gekozen en
hieraan geen laakbare materieele gedachten
aan ten grondslag liggen.
In één opzicht is het St.. Nicolaasfeest be
denkelijk minder geworden en wel door het
feit, dat ook deze heilige als voorwerp der
reclame wordt uitgebuit. Het wordt voor de
ouders steeds moeilijker om hun kleuters aan
het sprookje van St. Nicolaas te doen gelooven.
Op heel jeugdigen leeftijd weten ze het al, dat
het een fabeltje is, slikken ze hun eerste ont
goocheling, Velen hebben bezwaar om den kin
deren St. Nicolaas als een werkelijk bestaande
persoonlijkheid voor te stellen en plaatsen hen
liever voor de realiteit. Over de voor- en na-
,,lk wil niets hooren, ik wil je alleen zeggen, dat
als je moeder bij haar eerste domheid nog een
tweede voegt en toelaat, dat die vogelverschrikker,
die nu, ik zal maar zwijgen haar dochter
meepakt, wij voor goed gescheiden zijn Compli
ment van mij! Met alle respect voor mijnheer
Wolmeijer zijn neef is een Hier begon zij
te hoesten.
„Tante, mag ik 't u eens vertellen?"
„Neen," viel zij uit, „ik wil niets verteld hebben I'
„Maar gij moet mij helpen," riep ik nu nog luider
dan zij. „Ik moet hem nemen en ik wil niet, tante."
Zij was op eens doodstil. „Zoo,, zoo?" hernam zij
eindelijk, „moet ge, maar wilt ge niet? En wie wil
dat dan wél hebben? Je moeder toch niet?"
„Mama weet er niets.van," bracht ik snikkende
uit. „Ze mag 't ook niet weten, daar 't haar anders
te veel zou agiteeren, is mij gezegd. Hij, Wolmeijer,
moet morgen middag mijn antwoord hebben en hij
wil geen neen, heeft hij gezgd, tante."
„Och wat, gekkepraat!" antwoordde zij. „Dat
zegt hij maar om je bang te maken."
Ik zweeg en was 't niet met mijzelve eens of ik
haar het gesprek zou vertellen, dat ik had afge
luisterd. Maar een onbestemd gevoel, dat ik daar
mee het een of ander akeligs, dat zekere, dat „aan
stoot zou geven," aan het licyt zou brengen, hield
mij daarvan terug. „Hij heeft 't toch gezegd,
tante," stamelde ik slechts, „en ik heb zoo'n
angst voor hem. Als ik maar eens met mama mocht
praten mama zou mij wel gelijk geven, dat kan
niet anders, dunkt mij."
,,'t Komt mij vreemd voor, dat mama daarvan
niets zou weten," knorde zij. „Een schoonzoon is
een voorwerp, waarmee een moeder zich nooit
graag laat verrassen; bij zoo'n gelegenheid wilde
deelen zullen we zwijgen» Veel en fel is er over
deze vraag reeds gestreden en zooals altijd,
deskundigen zijn het nooit met eikaar eens.
Week-revue.
Binnenland.
Het is voor den rustigen staatsburger altijd
zoo'n aangenaam weldadig gevoel, indien hij
zich omringd weet door de teedere zorgen van
vadertje „staat" en deszelfs ambtenaren. Deze
laatsten worden niet altijd voldoende gewaar
deerd, het gaat er mee als schoonmoeders, ze
staan bij de massa in geen al te best blaadje,
doch als we af en toe van die berichtjes lezen,
waaruit hun nauwgezette plichtsbetrachting
ongewild naar voren komt, dan krijgt menig
een een zoodanige wroeging, welke alleen maar
door een gang naar het belastingkantoor kan
worden overtroffen.
Een overtuigend bewijs dezer ambtelijke
nauwgezetheid:
De Raad van Arbeid te Rotterdam had bij
de berekening van een premie voor de vrij
willige verzekering krachtens de Ouderdoms
wet van 1919 een fout gemaakt van zegge en
schrijf één cent. Nauwgezet als men daar
evenwel is, werd deze kapitale fout ontdekt, er
werd fluks een nieuwe quitantie geschreven en
de looper werd uitgezonden voor de incasso
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Doe het dit jaar beter dan den vorigen
winter. Zorg dat ge een pot Akkers
Kloosterbalsem tn huis hebt, en bescherm
Uw huid tegen inwerking van koud? en
vocht, door haar iederen avond voor het
naar bed gaan, in te smeren met Akkers
„Geen goud
zoo goed"
INGEZONDEN MEDEDEELING.
verdient
billykerwys
DE NOBELPRI
(Moet duz fete
bijzonders wezen.
Toch maar
IC/ of ./5 c/s. per A ony
dezer kapitale som van één cent, welke ge
lukkig, zulks met het oog op onze guldenkoers,
zonder mankementen verliep. De betrokken
ambtenaar, het is jammer dat zijn naam onbe
kend is, zulks met het oog op plannen vooreen
borstbeeld, heeft de dank van het vaderland
verdiend en is bovendien een ernstige candi-
daat voor ambtelijkevul maar in lezer
In schril contrast met bovenstaande, is de
mededeeling in een onzer dagbladen, dat de
curatoren in het faillissement der Veendammer
eerste uitdeeling in genoemd faillissement,
maar eventjes het kleine sommetje van
65.000,hebben ontvangen. Bij verdere
uitkeeringen krijgen curatoren opnieuw een
uitkeering, want ieder rechtgeaard Neder
lander kan zich indenken, dat ƒ65.000,per
man veei te weinig is voor de diensten die deze
heeren bij de verdere financieele afbraak
hebben bewezen. Mogelijk dat de pandbrief-
houders, de arme stakkers, die aan deze Veen-
dammer-zwendelzaak hun spaar3uitjes hebben
verloren, er anders over denken, doch de
advocatuur staat tegenwoordig in zoo'n hoog.
aanzien, dat zelfs een bescheiden gebaar van
protest misplaatst schijnt.
In onze Tweede Kamer, waar de afgevaar
digden naarstig bezig zijn om zich te laven
aan de begrootingstaart, waarbij vaak als
onverwachte toegift de meest uiteenloopende
onderwérpen worden ter sprake gebracht, is de
beruchte Gfessen-Nieuwkerk-zaak nog eens
opgerakeld, waarbij minister Donner o.a. heeft
medegedeeld, dat rijksrechercheur de Jong
buiten dienst is gesteld, in afwachting van
de nadere beslissing. Naar aanleiding van deze
onverwikkeiijke zaak en de gemaakte fouten,
hierbij door politie en justitie bedreven, het
is de vraag waar hier de zwaarste fouten zijn
gemaakt, overweegt de minister de vraag, of in
verband met het gebeurde geen verandering
behoort gebracht te worden in de geheele orga
nisatie van justitie en politie. Velen zullen ook
afgezien hiervan een dergelijke vraag zonder
den minsten twijfel bevestigend beantwoorden.
Als de weg tusschen opwerping der vraag be
antwoording en uitwerking maar niet al te
lang is, want de ondervinding is in dezen niet
al te bemoedigend.
De huismoeders der groote steden klagen
sinds geruimen tijd over de steeds toenemende
colportage, waardoor ze per dag ettelijke malen
worden geplaagd en inplaats van Verbetering,
wordt deze toestand nog voortdurend erger.
Men gaat namelijk nu ook over tot telefonische
colportage, een middel waartegen de slacht
offers vrijwel machteloos staan en hoogstens
woedend den haak kunnen neergooien.
Buitenland.
Na een smartelijk, doch moedig gedragen
lijden, is Georges Clemenceau op 88-jarigen
leeftijd te Parijs in zijn woning in de Rue
Franklin, overleden. Georges Clemenceau, man
van meer dan geweldige werkkracht, vaak
aangeduid als „De Tijger", was iemand van
ongeëvenaard temperament, die naar buiten
menigmaal den indruk maakte van onverzoen
lijke wreedheid, die zich uitsluitend liet leiden
door de belangen van zijn vaderland en die in
het kritieke jaar 1917, toen Frankrijk op het
punt stond den oorlog te verliezen, op 77-jari-
ze ook een duit in het zakje werpen." En op eens
liet ze haar doek met een ruk van de schouders
glijden. „Mondeling strijden kan ik niet met hem,"
riep zij: „hij is lid van den raad en dat soort van
menschen kan ons gemakkelijk dood praten, maar
zijn zin krijgt hij niet. Annelise. In allen ernst,
kind, vertel mij alles nu eens openhartig, want naar
wat ik daarvan begrijp, zou ik die heele zaak als
'n ware yamp beschouwen. Hoe is 't toch gekomen?
Voor den dag er mee!" Zoo recht als een kaars zat
zij vóór mij, met een uitdrukking op het gelaat
als een rechter van instructie. „Heeft hij, die Brank
witz, zich al zelf aan je gedeclareerd?"
„Ja, tante, onlangs op dien rijtoer en toen
begon hij gisteren avond weer na het diner.
Zij staarde strak voor zich uit. Zie me nu dat
gansje eens aan!" hernam zij, een gezicht trek
kende alsof zij nadacht of haar ooit iets dergelijks
overkomen was. „4 Is je eigen schuld," barstte zij
nu tegen mij uit, „'t is altijd de schuld van de
vrouwen, als de mannen haar van liefde durven
praten en dan onbeschaamd worden altijd, zeg
ik. Niemand heeft 't met mij durven wagen, dat
kan ik je verzekeren."
Ik keek zijdelings naar haar op, naar dat groote,
leelijke en toch zoo goede mensch, en mijn blikken
bleven eindelijk op de tot een vuist gebalde hand,
zoo groot als die van een man, gevestigd, die zij
de rafel had laten neerkomen. Ja. zij had iets ont
zag inboezemends, die tante Degenberg.
„Hoe kijkt ge mij zoo aan met zoo'n schelmsch
gezicht, gij kleine dreumes!" knorde zij. „Denkt
ge soms dat de druiven zuur zijn geweest? Hoor,
ik zou je verhalen kunnen doen er zijn er ver
scheidene geweest, die de lange freule graag tot
vrouw hadden gehad maar dat zijn oude koeien
uit de sloot, evenals ikzelve. Wij praten nu over
jou! 't Is je eigen schuld. Annelise, en ge moet je
nu maar uit de kiem redden als ik maar wist,
hoe!" Zij streek zich met hand over het voorhoofd.
„Ge zegt eenvoudig neen," besloot zij eindelijk.
„Ja, dat heb ik al gedaan en zal 't nog eens doen
tante, Als gij
„Als gij er niets anders op weet wilt ge zeg
gen? Recht vriendelijk! Maar ik verzeker je,
gansje, als gij 't samen eens zijt, gij en je moeder,
dan kan Wolmeijer niets ter wereld doordrijven;
ge weet nog niet half, wat wij vrouwen door lijde
lijk verzet gedaan kunnen krijgen. Ik zeg je,
Napoleon zelf zou mij niet de baas zijn geworden
de eerste Napoleon, meen ik de derde is
een schitterend voorbeeld van mijn bewering,
want die is door zijn Eugenie rechts en links ge
voerd, net zooals zij 't verkoos."
„Tante," zeide ik bedroefd, „ge weet niet, hoe
mama is veranderd."
„Maar niet in de liefde tot haar dochter: want
hier spreekt haar moederhart. Laat den moed
niet zinken, kind!"
„En als en als gij u eens mocht vergissen,
tante, als zij er ook eens op gesteld waj wat
zoudt ge dan in mijn plaats doen?"
„Wegloopen!" antwoordde zij schielijk. „Dat
wil zeggen," viel zij zichzeve in de rede, terwijl
het bloed haar naar de wangen steeg, alsof zij van
haar eigen gezegde schrikte „Zet maar niet
zulke groote oogen op, gij, wijsneus! ik meen
eigenlijk, of ge niet eens uit logeeren wilt gaan,
soms naar Hamburg, waarheen ik je al wilde
brengen bij gelegenheid van je moeders verloving?
Wat zoudt ge daarvan denken? Ik zal eens met
mama spreken en ook met Wolmeijer: gij sjjt
nog veel te jong om te trouwen. Ik ontmoet je
moeder van avond bij onzen dominé, dan zal ik
haar eens een hartig woordje toevoegen. Misschiet
zijn die twee er ook wel Brankwitz en die vraag
al van een zuster hoor eens, Annelise, geef je
daarmee toch niet af, die lijkt mij een gevaarlijk
persoon. Dat begrijpt ge nog zoo niet, maar ik ken
Berlijn, ik ken 't in al zijn slechtigheid. Nu, zooals
ik zeg, ik zal doen wat ik kan geef den moed
maar niet verloren! En ga nu heen; straks moet
ik naar die arme van Tollens en dan 's avonds aan
het whisten. Ik kan de anderen niet in den steek
latenze kunnen wel met een blinde spelen, maar
de postdirecteur is er vandaag ook niet en met zijn
tweeën spelen, dat kan hier niemand. Maar daar
toe behoort ook finesse groote finesse!"
Ik kuste haar de hand en ging heen. „Weg
loopen!" had zij gezegd. Als alles vergeefs was,
alle weigeren niets hielp, als mama mij ook haar
steun onthield, dan ik was nu volkomen gerust.
Toen ik thuiskwam, vond ik hier een brief van
de nicht, een grooten, dikken brief met haar spaar
bankboekje en het verzoek om daarop zestig gul
den in ontvangst te nemen en aan haar over te
sturen. Een hartelijke oude-nichtsbrief vol stijl- en
taalfouten, maar zoo vriendelijk en trouw, dat ik
die allen over het hoofd zag.
Wordt vervolgd.)
de
en
en
en
de
Qg
ks.
ks.
ks.
ran
ige
l/nd
JiÜ