Anij Eiken Orgel tn koop Waterstokerij. Even Eventjes Denken PLUIMVEE Bij Gevaite Koude C«ig^fmrin Ingezonden Stukken Burgerlijke Stand Predikbeurten. verkoopingen. Vraagt uitsluitend de Heer KLAAS RUITER, den Heer HENDRIK DE VOOGD, GRAAF EGBERT SIGAREN VERBRUGGE Ie huur oi te koop gevraagd Woon- en Winkel of Woonhuis. Aanbesteding. w. ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 2 NOVEMBER 1929. Warme kabmetspudding. Benoodigd: 1 onscolombyn-biscuits, 1 ons bitterkoekjes, 3 eieren, 2 theekopjes melk, half ons rozijnen zonder pitten, half ons su- cade, 10 gram snippers, halve citroenschil, 2 eetlepels suiker, wat boter. Bereiding: Besmeer een warme pudding vorm met boter, leg tegen den opstaanden rand de biscuits, goed aaneen sluitend. Leg op den bod9m een laagje dooreen geroerde roz(jnen, snippers en geraspte citroenschil, daarop weer een laagje van de rozijnen met de sucade en snippers, weer een laagje bit terkoekjes en zoo vervolgens tot de bovenste laag iets onder den rand van den vorm uit bitterkoekjes bestaat. Klop dan de eieren, roer er de suiker en de melk door en giet het mengsel in den gevulden vorm. Als de vloeistof is wegge zakt, wordt de vorm gesloten. Kook dan den pudding au bien Marie gedurende 1 1,5 uur. Stort hem op een verwarmden schotel en serveer er een saus van vruchtensap bij. INGEZONDEN MEDEDEELING. HMB NIEUWE OPGAVEN. Vraagstuk No. 1. Dicté. Gevraagd wordt in cijfers het getali der tien duizend dertien honderd en dertien even voor ons te noteeren en ons dan even het briefje, waarop men dit heeft gedaan, toe te zenden. Vraagstuk No. 2. Tooveren. Uit een doosje met lucifers neme men zes gave lucifers. Wij vragen thans, wie er kans ziet om uitsluitend met behulp van die zes lucifers er drie en een half dozijn van te maken, zonder ze te breken of op andere wijze te „bewerken". OPLOSSINGEN DER PUZZLES uit ons nummer van 11 Oct. Een tooverkwadraat. We geven hieronder een oplossing hoe aan alle eischen, door deze tooverruit gesteld, kan worden voldaan. Er zijn meerdere op lossingen mogelijk. 2 4 6 8 is 20 8 6 4 2 is 20 4 2 8 6 is 20 6 8 2 4 is 20 20 20 20 20 De royale oom. Ook nu zijn er bij de oplossing van deze puzzle weer vele van onze, anders toch zoo gewiekste lezeressen en lezers ingeloopen. Oom Piet verdeelde 23 peren, n.i. als volgt: Willem krijgt de helft plus een halve peer, dat is 8, want er waren nog slechts 15 peren over... omdat er eerst twee en een half dozijn afgetrokken moesten worden voor den heer en mevrouw De Jong en hun dochter Mien, dus acht en geen dertig, want 2 plus, 1/2 dozijn (6) is 8. Herman kreeg van de rest (dus 7) de helft plus een halve peer, dat maakt 4 stuks. Van het restant, dat er nu nog is, krijgt Prederika weer de helft, plus een halve peer is 2 peren, terwijl ten slotte de kleine Charles het overschot, bes staande uit één peer, ontvangt. De legtijd nadert. Het najaar is gekomen. De nachten worden reeds koud en hier en daar vriest het al een weinig. Overdag in de zon is het lekker, maar als de zon er niet is, doet de kachel ons goed. Zoo is het tenminste op 21 Oct. Hoe het weer is, als dit stukje onder de oogen der lezers(essen) komt, weet ik niet, maar zomer zal wel voor goed weg zijn. We zijn nu te wachten het gure najaarsweer. Eu bij elk ongeluk hoort toch ook weer een geluk, we zijn van onze jonge hennen de eitjes te wachten. En wie zich nu maar gehouden heeft aan de wenken, die telkenmale gegeven zijn over het broeden op tijd, over het koopen van goede broedeieren en of kuikens, over het opfokken van kuikens en jonge hennen, kan onbezorgd de toekomst tegemoet gaan, ten minste als hij zijn dieren heeft laten inenten. Het is wel laat, maar wie het vergeten is of meende er wel buiten te kunnen, iaat die dan onmiddellijk zijn dieren laten behande len, hij zal er later bl(j om zijn. Voor onze jonge hennen breekt een nare tijd aan. Hoe kan dat nu, zult ge vragen, wij vinden die vele wintereieren wel fijn. Ja, zoo is het ook. Maar de kip vindt al die eieren niet fijn, die vindt dat leggen een kwelling, die zou veel liever den winter doorbrengen met luieren en vet worden. Maar de dieren zijn er ten genoege van de m,enschen en niet omgekeerd. Wij willen eieroD, vooral in den winter. Maar daarom moeten wij zorgen, dat onze hennen het zoo goed mogelijk hebben. Dat zyn we ver plicht aan de dieren, die wij ter verzorging hebben aangenomen en bovendien ook aan ons zelf, want zonder goede verzorging geen voordeel. Van nature legt een kip 's winters niet. Daarvoor mist zij de voedingsstoffen en ook de bescherming tegen ons gure klimaat. Die Influenza, Griep en S fta bletb r-H Koorts: RheumatiekT®»Y t7, 7.ii.s. Koorts; Rheumatiek' Hoofdpijn en Kiespijn letten Wettig beschermd tegen Vervalschingen Prijs 40 en 75 ct. Bij Apolh en Drogisten aanvulling geven wjj en de dieren leggen 's winters. Maar elke fout door ons tegen de natuur gemaakt, zal zich wreken. Niet op tijd gebroed geeft dus tegenslag. Te vlug opgefokt, zoodat de dieren aan den leg zijn op 4—5 maanden, geeft tegenslag. Niet laten enten geeft tegenslag. Geen goed voer gedu rende den winter geeft tegenslag. Een on doelmatige huisvesting geeft tegenslag. Ver lichting, verkeerd toegepast, geeft tegenslag. En zoo kunnen we doorgaan. Maar beter lijkt het me eens na te gaan, wat dan geen tegenslag geeft, wat ons leidt naar het doel: wintereieren. Als er verkeerd gebroed is en verkeerd opgefokt, kan ik er ook niets aan doen. Voor dezulken schrijf ik evenals vorig jaar: doe volgend jaar beter. Goed voer is noodig. En onder goed voer wordt op de eerste plaats verstaan goed ochtendvoer. Dat is in den winter volstrekt noodig, want dierlijk voedsel is dan in het geheel niet te vinden. Dat ochtendvoer wordt het best gegeven droog. Dat zfjn de dieren gewend. Het noodige water vinden ze schoon in den drinkbak. Warm aanmaken 's morgens kan goed zijn, maar duizenden sparen de moeite en doen dit nooit en rapen toch veel wintereieren. Noodig is nat aanmaken dus geenszins. En of de dieren het liever hebben, weten we niets van. Als het menschon waren, dan geloof ik van wel, maar omdat het geen menschen zijn, behoeven we heel niet ze als menschen op te passen en te voeden. Het kan zelfs heel verkeerd zijn. Er zijn menschen die alles wat dieren betreft afpassen als waren het menschen. Daarmee kan ik niet overweg. Menschen zijn menschen en dieren zfin dieren. Elk met heel verschillende eigen schappen en heel verschillende eischen. Als een dier het met een bepaalde voeding goed doet en goed produceert en niets doet ver moeden, dat wy verkeerd handelen, dan is onze voeding en verpleging goed. En omdat bij droogvoer ook 's winters de kippen het goed doen, zeker net zoo goed als wanneer wy ze zouden vertroetelen met eiken morgen een lekker kopje thee, daarom zeggen we: doe geen overbodige moeite. Ge denkt mis schien voor uw dieren meer dan goed te zjjn en het is slechts schijn. Ik wil hiermee niet zeggen, dat iemand, die 5-6 kippetjes houdt en eiken morgen keurig aangemaakt het ochtendvoer presen teert, dat zoo iemand moet gaan droog voeren, maar ik wil toch groot-kippenhouders er op wijzen, dat droogvoeren zulke prachtresul- taten geeft met zoo weinig moeite. Wat de dieren 's winters graag hebben, dat is groenvoer. Geeft toch groen. En dat is er genoeg. Wie rogge gezaaid heeft, kan den heelen winter snijden of uittrekken, wie boerekool gepoot heeft, heeft daarmee voor zijn dieren een kosteiyk wintergroen. En wie bieten of rapen heeft, doet zijn dieren daarmee eveneens een groot pleizier en voor ziet daarmee in een groote behoefte. Gras in den winter is nagenoeg, misschien wel geheel waardeloos. Want alleen wat groeit bevat de noodzakelijke vitaminen. Wij geven aan onze kippen geen groen als voed sel, wij geven het voor aanvulling van de zoo noodige levensstoffen, waarbjj zegezond biyven en levenslustig en veel sterker zijn tegen verschillende invloeden, vooral ziekten. (Slot volgt.) (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Geachte Eedactie. Ik verzoek U vriendelijk onderstaande op te nemen in Uw blad. Naar;aanleiding van de critiek van den heer Struijk op myn ingezonden stuk, diene het volgende Het is mijn bedoeling niet, aangaande die critiek en de daarbij gevoegde dogmatische waarheden, deze stuk voor stuk opnieuw te gaan becritiseeren en wel uit de volgende overweging. Na lezing van het stuk is mij glashelder gebleken, dat de denkbeelden en principe's van den heer Struijk en van mij zoo ontzet tend veel verschillen, dat van overeenkomen absoluut geen sprake kan zijn. Daar dit ver der aanleiding geeft tot veel noodeloos ge schrijf, wil ik me alleen bepalen, bij wat mijns inziens het goede is, aangaande de kwestie, die ik te berde bracht n.i. het foutieve in de manie om alle vereenigingen te voorzien van „Chr." Door oprichting van zulke vereenigingen sluit men een aantal menschen buiten, die hun religieuze gevoelens niet in het open bare leven willen blootleggen; menschen, die ook den strijd om het bestaan uit te vechten hebben, maar die in zulke vereeni gingen zich niet thuis gevoelen. Noodwendig gevolg daarvan is.tweedracht.Men kweekt nijd en naijver tusschen de verschillende vereenigingen. De neutrale vereenigingen daarentegen verzamelen menschen van ver schillende denkwijzen, die werkelijk eens gezind samenwerken en streven naar een zelfde doel. Door deze vereenigingen op te richten is men mijns inziens een stap nader tot de groote gedachte dezer eeuw. Immers in het andere geval treft men menschen aan met ongeveer gelijke prin cipe's, een zorgvuldig uitgekozen groepje uit allen; de neutralen daarentegen vormen als het ware een greep uit de massa en laten hun hunne overeenkomstigheden zien. En zoo moet het toch zijn. Tenslotte moe ten de groepen uit de massa zich verzame len tot de massa en als deze dan, machtig door onderling verband, haar wensch uit, dan is de verwezenlijking van het ideaal en wel dat van de vredesgedachte, zoo goed als bereikt. Dan zal de menschheid verder zijn, dan wanneer zich groepjes afzonderen in hokjes van dogmatiek en gelijke principe's. Nog een paar dingen moeten me van het hart. Ik kan me n.i. niet indenken, dat uit gesproken neutrale bladen door christenen niet gelezen mogen worden. Myn meening is, dat iemand, die uitsluitend Chr. couranten leest, een zeer eenzijdig oordeel moet kr(jgen, wat betreft verschillende economische en staatkundige gebeurtenissen, waardoor de klaarheid van het voorgevallene niet tot hem doordringt. In een neutraal blad daarentegen wordt de geconstateerde realiteit zonder meer weergegeven, met dikwijls de aanwij zing, dat die of die courant van C. H., Anti- Rev. Lib. of Kath. richting er zoo en zoo over denkt. In zoo'n geval verkrijgt men een helder begrip van de zaak, vormt men uit de vanuit verschillend oogpunt beziene toestanden of voorvallen een eigen meening. En wat betreft de school, die de heer Struijk ook nog aanhaalt, herinnere men zich dat de L. O.-wet in Art. 42 punt 1 vereischt, dat het onderwijs aan de kinderen „dienst baar gemaakt wordt" o.a. „aan hun oplei ding tot alle christelijke en maatschappelijke deugden" en punt 4, dat „het godsdienst onderwijs aan de godsdienstleeraren blijft overgelaten", bovendien dat Art. 26 „gele genheid biedt tot het ontvangen van gods dienstonderwijs tydens de schooluren". De onderwijzer is verantwoord voor de verstandelijke en zedelijke vorming van het kind, religieus onderwijs voor hen ressorteert onder de verplichtingen van den godsdienst leeraar. En ten slotte: Er zijn veel religieuze stroomiDgen in ons land en de aanhangers van vele dezer zijn er in hun ziel van over tuigd, dat hun godsdienst de ware en eenige is en dat zij de ware Christenen zijn. Wie geeft hun recht daartoe? Is het aan ons, hier omtrent een oordeel te vellen? Is het niet een aanmatiging die grenst aan bru taliteit „Oordeelt niet, opdat ge zelf niet geoor deeld wordt". Ik hoop, dat de heer Struijk inziet, dat wij door verder geschrijf niet tot klaarheid komen. Onze beginselen zijn op geheel verschil lende leest geschoeid. U, geachte Redactie, hartelijk dankend voor de plaatsruimte, verbiyf ik met Hoogachting, Melissant. W. MOELIJKER. Jubileum J. Hameeteman. Op Dinsdag 29 October 1929, herdacht de heer J. Hameeteman den dag dat bij voor 25 jaar als gemeente-secretaris van Ouddorp werd benoemd. Deze dag is voor hem niet onopgemerkt voorbijgegaan. Te zijner eere wapperde de vlag van het gemeentehuis. In de raadzaal waren aanwezig de Edelacht bare heer Burgemeester met zijn echtge- noote en dochtertje, de raadsleden, secre- tariepersoneel en de andere ambtenaren der gemeente, allen te zamen gekomen ter com plimenteering van deD geachten jubilaris. Te ruim halfelf ure werd hij per auto van zijn woning gehaald en door den heer Van Noord, eerste ambtenaar ter secretarie, in de Raadzaal binnen geleid. De Burgemees ter richtte zich onmiddellijk tot den jubi laris met een hartelijk welkom en sprak ongeveer het volgende: „Mijnheer Hameeteman, het zij my ver gund eenige woorden tot U te spreken. Als ge eens nadenkt dat het vandaag juist 25 jaar is dat U. als secretaris van deze ge meente werkzaam zijt, kunt ge wel begre pen, dat we dezen gewichtigen dag maar niet zoo voorbij mogen laten gaan. By het vertrek in 1904 van den toen maligen secre taris den heer Bosschieter, die benoemd was als Burgemeester van Stellendam, viel het MIDDELHARNIS. Geboren: Hendrik, z. v. J. Kievit en C. Verweij; Johanna, d. v. C. v. d. Waal en H. Bakker; Cor nelia, d. v. J. Breeman en M. C. Driesse. STELLENDAM. Geboren: Arentje, d. v. R. v. Seters en H. Brink man; Arie, z. v. A. Human en H. C. Schaaf; Jacob, z. v. K. Kalle en N. M. v. Dam; Andries, z. v. A. Jansen en E. J. Lokker; Krijna, d. v. H. Blokland èn J. C. Schaaf. Ondertrouwd: A. Keizer 26 j. en C. v. Seters 24 j.; G. A. Jansen 29 j. en P. Markus 21 j. te Oolt- gensplaat; C. B. Mijnders 26 j. en A. Koese J.Ld. 23 j. Getrouwd: A. Keizer en C. v. Seters; G. A. Jan? sen en P. Markus. oog (ofschoon u betrekkelyk nog zeer jong was) op u om in diens plaats, als gemeente secretaris benoemd te worden, zulks onder het bewind van Burgemeester Carsten, die tot 1907 Burgemeester is geweest. Daarna hebt ge gekregen Burgemeester van Ves- sem, met wien u tot ^920 hebt samenge werkt. Toen in 1914 de oorlog uitbrak nam het aantal inkomende en uitgaande stukken zeer toe, tengevolge waarvan uw werkzaam heden ter secretarie zeer werden verzwaard Niettegenstaande dit alles hebt ge, er niet tegen op ziende, om wanneer het moest des avonds na uwe kantooruren nog ter secre tarie terug te keeren, steeds gezorgd dat het u opgedragen werk op tyd werd afgewerkt. Ook zyt ge nog secretaris der brandstoffen- commissie geweest, zulks onder voorzitter schap van wijlen Wethouder Jan Masten broek en al werden hierdoor uw werkzaam heden nog in meerdere mate verzwaard, u hebt ze toch zoo goed mogelijk verricht. Nu ruim negen jaar ben ik zelf Burgemeester van deze gemeente. Het is my een verblij dend verschynsel dat er gedurende al die jaren zulk een goede harmonie tusschen u en mij heeft bestaan en gaarne breng ik u van deze plaats een woord van dank, waar gij my, by myn intrede in deze gemeente met haar plaatselijke toestanden op de hoogte gebracht hebt en ik rnLj in de onderscheidene aangelegenheden kon inwerken. Maar ook met blijdschap constateer ik, dat, toen ik de raadsleden mededeelde dat gy op dezen dag uw 25 jarig ambtsjubileum hoopte te herdenken, zij allen er in mee instemden dezen dag niet onopgemerkt te laten voorby gaan. Dit alles wel strekkende tot uw eer dat zoowel door mij als door de leden van d n gemeenteraad uw werkzaamheden als secretaris zeer op prijs worden gesteld. En geachte secretaris, de herinneringen die u op dit oogenblik bestormen zyn zonder twy- fel zeer gemengd, zij zullen u eensdeels tot vreugde anderdeels tot droefheid stemmen, vooral wat de droefheid betreft; want im mers niet heel lang geleden toch werd uw vaderhart getroffen door het verlies van uw geliefd dochtertje. Maar ziet nu niet te veel op de donkere wolken die over dezen dag hangen, maar hebt een dankbaar hart voor al het goede wat u deze 25 jaar hebt mogen ondervinden, temeer nu ge ziet dat wij hier allen tegenwoordig, rondom u geschaard, hierdoor van onze waardeering blijk willen geven. Nu zijn wij niet alleen bijeen ter begroeting maar ook voor het aanbieden van een stoffeiyk biyk, hetwelk u door den ge meenteraad als blijk van hulde een „Jaars- ma Haard" wordt geschonken. Zoowel het secretarie-personeel met de andere gemeente ambtenaren en ik, hebben gemeend, als blijk van waardeering een geschenk te geven en bied ik u namens hen allen aan, dezeelec- trische salonlamp en rooktafel met toebe- hooren. Ik spreek nu de wensch en de hoop uit, dat het u gegeven moge zijn, wanneer gij, thuis komende en vermoeid zijt van uw dagtaak, menig uurtje genoeglijk in den kring uwer familie door te brengen, genie tende van een heeriyke sigaar, beschenen door de electrische lamp, terwyi gy des winters van den haard de warmte ontvangt die men behoeft." Met een stevigen handdruk werd de jubi laris door den Burgemeester harteiyk ge feliciteerd, den wensch uitsprekende, dat hy steeds op den ingeslagen weg voort zal bly- ven gaan. Daarna werd de heer Hameete man door de raadsleden en verdere genoo- digden gecomplimenteerd, en door het doch tertje van den Burgemeester een prachtig bloemstuk aangeboden. Hierna bedankte de heer Hameeteman den Burgemeester met de volgende woorden: Hooggeachte Heer Burgemeester, Edelachtbare Hceren leden van den Raad. Het is mij een diepgevoelde behoefte des harten U met een enkel woord mijn innigen, hartelijken dank te betuigen voor de bewijzen van sympathe en warme woorden van waardeering op dezen, voor mij zoo gedenkwaardigen dag van U onder vonden. Het zij mij vergund een wijle stil te staan bij de en mijlpaal mijns ambtelijken levens. Zwak en ziekelijk bij de aanvaarding van het mij op zeer jeugdigen leeftijd toevertrouwd ambt, hoewel van een betrekkelijk kleine gemeente, toch niet van alle gewicht en verantwoordelijkheid ontbloot, was het aanvankelijk niet te voorzien, dat ik dezen gewich tigen dag zou mogen beleven, doch de mensch wikt, God beschikt. Groeiende in de mij toever trouwde taak en de vele moeilijkheden daaraan verbonden langzamerhand te boven komende, maakte ik het ook in lichamelijk opzicht meer en meer beter. Kwam ik door Gods hulp mijn lichame lijke zwakheid geheel te boven, door ijverige zelf studie en onderzoek, leerde ik mij ook weldra in mijn administratie thuis gevoelen, zoodanig, dat ik, zonder hoovaardij mag ik het zeggen, mijn ambt tot tevredenheid van Burgemeester en Wet houders en van den raad mocht vernemen. Dit bleek ook uit het raadsbesluit van tien Februari 1906 waarbij mij de betrekking voor onbepaalden tijd werd opgedragen. Enkele jaren daarna, op 1 Juli 1911, moest ik op aandringen van den raad, mij ook het ontvangersambt Uwer gemeente laten welgevallen. Oppervlakkig gezien, dus een aan eenschakeling van zonnige, onbewolkte dagen en jaren. Het werk viel mij licht. Bovendien werd ik in die eerste jaren bijgestaan door de niet te ver smaden hulp van den heer J. C. Tanis, thans hoofd commies ter secretarie van Haarlemmermeer, een jongen reeds toen bezield met een verbazende werkkracht. In al die jaren, wisselden vele malen de gezichten in uwen raad; dezen vielen aan politie- ken hartstocht ten offer, anderen gingen den weg van alle vleesch, genen vermeenden wegens hoogen ouderdom of lichaamsgebrken zich aan het ambte lijk leven te moeten terug trekken. Alleen één bleef. En die eene waart gij, wethou der Voogd. Ruim 24 jaren hebben wij, geachte wethouder te samen in deze gemeente mogen die nen. Veel bn ik U verschuldigd, mijn tekort- komingei: zaagt gij welwillend door de vingers. Aangenaam en zonder eenigen achterdocht was onze samenwerking. Moge er nog meerdere jaren aan worden toegevoegd. Onder een drietal burge meesters heb ik mogen dienen. Is lest best? Ik mag het niet zeggen, maar wel weet ik, dat het laatste tiental jaren, tot de alleraangenaamste van mijn ambtelijk leven behooren. Toondet gij U Hoog geachte Burgemeester een humaan chef, gij waart voor mij meer. Zonder schroom mag ik verklaren, dat de onderlinge samenwerking tusschen U en|mij nimmer iets te wenschen overliet. Waart gij het hoofd, wien zou dit bij onze onderlinge besprekin gen in het belang der gemeente of administratie hebben opgemerkt? Steeds heerscht er een rustige, vertrouwelijke, opfrisschende en opgewekte geest en verstandhouding tusschen ons. Ik kan u niet genoeg dankbaar daarvoor zijn, want dat neemt veelal het eentoonige, geestdoodende in ons vak weg. Waren er fouten en tekortkomingen, en bij wien zijn die niet, want niemand is volmaakt, nimmer dienden harde woorden of verwijtingen als geesel tot verbetering, maar een liefdevol, ver manend vriendschappelijk woord was uw terecht wijzing. Wie zou zijn oor niet neigen tot een derge lijke vermaning? Maar ook een vriend, een beste vriend waart gij mij. Wie toonde er meer belang stelling, medegevoel,f medelijden, als zware rampen mij troffen? Waart gij mij in die bange dagen niet meer dan een vriend? Als ik verslagen van droef heid en rouw daar neder zat, beurdet gij mij op met woorden van troost en bemoediging, niet een holle phrase, een uiten van burgerlijke beleefdheid maar werkelijk gemeend, wellende uit het hart. Moet deze dag voor mij zijn een dag van vreugde en dankbaarheid, voor een belangrijk deel heb ik dat, naast God, aan U te danken. En het is mij een be hoeft des harten U daarvoor in deze gebrekkige woorden mijn diepe erkentelijkheid te betuigen. Moge het ons beiden gegeven zijn, U als Hoofd en mij als Uw eersten ambtenaar nog lage jaren de belangen dezer gemeente, die ons na aan het hart ligt te blijven waarnemen. Nu nog een enkel woord van dank aan de Heeren Van Noord en Kaptijn, die als ambtenaren ter secretarie mede hebben geholpen mijn taak licht te maken. Ik behoef u niet te wijzen op de onder linge goede verstandhouding, die al dien tijd tus schen ons heerschte, want deze is bijna spreekwoor delijk. En toch mijn dank daarvoor. Hoe aange naam zijn de jaren daarheen gevlogen. Terecht wijzingen, een gevolg van laatdunkendheid, of ver keerde gewoonten waren niet noodig. Wij waren in den goeden zin des woord vrienden, wat aan onze administratie slechts ten goede kwam. Laten wij op dezen weg voortgaan en blijven arbeiden in het belang eener gemeente, welks bestuur ons steeds reden tot tevredenheid heeft gegeven. En ook U, eden van den raad mijn dank. Ken ik velen Uwer, in uw ambtelijke waardigheid slechts korten tijd toch lang genoeg om te weten, dat uw eersten ambtenaar u niet geheel en al onverschillig is. Uw tegenwoordigheid op deze plaats en dit uur is daar voor het beste bewijs. Ik spreek den wensch uit, mij nog enkele jaren in uw welwillendheid te mogen verheugen. Nog rest mij u allen dank te zeggen voor de stoffelijke blijken van sympathie en waardeerin mij dezen dag geschonken. Moge zij een aangename herinnering blijven aan de vervlogen jaren van mijn ambtelijk leven, mij bij aanschouwing wijzen op mijn plicht mijn taak steeds nauwgezet en ijve rig te blijven waarnemen, opdat ik mij alzoo moge blijven verheugen in uwe welwillendheid. Zondag 3 November 1929. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. Middelharnis, vm. leeskerk en 's av. ds. van der Wal uit Dirksland. Sommelsdyk, vm. ds. van Ameide en 's av. leeskerk. Dirksland, vm. ds.van der Wal en 's a v. leeskerk. Herkingen, vm. en 'sav. dhr. Dekker uit Bleis- wyk. Melissant, nam. ds. Dekker uit Nieuwe Tonge. Stellendam, vm. en 's av. dhr. Bouman. Goedereede, vm. ds. Polhuijs. Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. Polhuis. Nieuwe Tonge, vm. en 'sav. ds. Dekker Oude Tonge, vm. en 'sav. ds. Vlasblom. Ooltgensplaat, vm. leeskerk en 'sav. ds. van der Zee uit den Bommel. Langstraat, vm. dhr. Vetter. Den Bommel, vm. ds. van der Zee en 's av. leeskerk. Stad aan 't Haringvliet,"vm. leeskerk en nam. dhr. Vetter. Hellevoetsluis, vm. ds. Timmer. Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester. (HerdenkiDg kerkhervorming. Extra collecte voor de Gustaaf-Adolf-Vereeniging.) Nieuwenhoom, vm. ds. de Voogd van der Straaten. Rockanje, 'sav. ds. Timmer van Hellevoetsluis. Oostvoorne, 's av. ds. Brinkerink. Vierpolders, vm. ds. Los. (Dankstond voor het gewas Zwartewaal, vm. ds. Los. Heenvliet, 's av. ds. Warners, vlootpredikant, Abbenbroek, nra. ds. Stegenga van Simonshaven. Oudenhoorn, vm. ds. Bons. (Herdenking Kerkhervorming.) Spijkenisse, nam ds. Bons van Oudenhoorn. LUTHERSCHE KERK. Hellevoetsluis, 'sav. ds. Schmidt uit Schiedam. PROTESTANTENBOND. Brielle, (Kerkstraat) vm. ds. Poortman uit Does burg. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk. Stellendam, vm. en 'sav. leeskerk. Ouddorp, vm. en nm. leeskerk Ooltgensplaat, vm. en dih. ds. de Lange. Den Bommel, vm. en nm- ds. Schaafsma. Stad a.'t Haringvliet, vm. en sav ds. de Graaff. Hellevoetsluis, 's av. ds. Westerhuijs. Nieuw-Helvoet, vm. ds. Westerhuijs. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Stad aan 't Haringvliet, vm.,nm.en'sav.lezen. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm- en 's av. leeskerk. Dirksland, vm. en s av. ds. de Blois. Herkingen, vm-, nm. G,n s>av. leeskerk. Ouddorp, vm. e° leeskerk. Op WOENSDAG 6 Nov. bjj Veiling in Hotel Polderman en op WOENSDAG 13 Nov. bij Afslag, in Hotel Keuvelaar beiden te Dirksland, telkens des 's avonds 7 uur, van 2 Huizen te Dirksland aan en naby de Winterstraat, waarvan één vry' van huur. Notaris VAN DER SLUTS. Heden overleed na een korte on gesteldheid, zacht en kalm, onze innig geliefde Man, Vader, Behuwd- en Grootvader, oud-directeur der Rijksnormaalschool en oud-hoofd der M.U.L.O. school te Middelharnis, in den ouderdom van ruim 62 jaar. Uit aller naam, Mevr. Wed. G. RUITER- STEENBEEK. Haarlem-Noord, Raadhuisplein 5. 31 October 1929. Eenige kennisgeving. Voor de vele en hartelijke deel neming ons betoond bij het plotseling heengaan van onzen besten Man en Vader, betuigen wij onzen welgemeenden dank. Wed. H. DE VOOGD— Tiogelman. HERMAN. BAS MIDDELHARNIS, 31 Oct. 1929. Louis Bouwmeesterplein. zonder gebreken, 12 Registers bij J. P. v. SPLUNTER, Brood- en Banketbakker, MIDDELHARNIS. verkrijgbaar voor winkeliers bij MIDDELHARNIS Door ziekte ter overname aangeboden goed beklante W aterstokeri j, ruitn bestaan. - Hillegersberg. Br. lett. H. R., Boekhandel H. SWARTE, Zwart Janstraat 56, Rotterdam. een Brieven onder letter E. aan het Bureau van dit Blad. Op WOENSDAG 13 NOVEMBER 1929 te 11 uur v.m. zal door BURGE MEESTER en WETHOUDERS der Gemeente MIDDELHARNIS ten Ge meentehuize in het openbaar worden aanbesteed: Het aanleggen van een Speel terrein bij de Openbare U. L. O. school te Middelharnis. Oppervlakte Speelterrein plm. 1000 M2., bestaande uit een dek laag van Teer, Steenslag, Split. Voorwaarden te verkrijgen tegen betaling ad 1,bij den Architect der Gemeentewerken. ALPACCAEN ZILVER-BESTEKS ia -

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 6