pirin- JNEN EN GEDISTILLEERD lamm, rkt dat de Hoofdpijn i ERTENTIE TARIEF. tabletten Influenza de IE-WATERVERF este! WOENSDAG 25 September 1929 11e JAARGANG. - n°. 91 Officieele Mededeelingen. Bij en Spin. feuilleton. DOOR EENS ANDERS SCHULD. sms&ki als mom VERSTOPPING Van „ernstige menschen, die een serieuse zaak voorstaan." :n Bommel, vm. ds. Dekker en's av.leeskerfc ad aan 't Haringvliet, vmHAen's a v. (domu I ds. Polhuijs. v W llevoetsluis, vm. en 's av. ds. Timmer. euw-Helvoet, vm. ds. Priester, euwenhoorn, vm. ds. de Voogd van derStraaten stvoorne, 's av. ds. Brinkerink. ckanje, vm. ds. van der Grient van Briello erp^lders, vm. de heer C. F. Nolte, cand. t I artewaal, vm. ds. Los. envliet, nm. ds. Stegenga van Simonshaven benbroek, nm. ds. van Meurs van Hekelingen' denhoorn, vm. ds. Loron van Brielle. (Schaal' ollecte Orgelfonds.) LUTHEBSCHE KERK. llevoetsluis, 'sav. ds. Visser uit Rotterdam. PROTESTANTENBOND, melsdijk. vm. 10 uur ds. v. Sillingen Mole, aar uit Warmenhuizen. elle, (Kerkstraat) vm. dhr. Wijngaarden. GEREFORMEERDE KERK. delharnis, vm. en 'sav. ds. JansenuiiDoes. urg. llendam, vm. en 's av. ds. Lummel uit Zuiöl nd. dorp, vm. en nm. leeskerk tgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange. Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma. d a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaft levoetsluis, 'sav. ds. Westerhuijs. uw-Helvoet vm. ds. Westerhuijs. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE, aan 't Haringvliet, vm.,nm.en 's av lezen. GEREFORMEERDE GEMEENTEN, delbarnis, vm. en 's av. leeskerk. sland, vm. en 's av. ds. de Blois. kingen. vm. en 'sav. leeskerk. dorp, vm. en nm. leeskerk. 'en en gij U lusteloos en terneergeslagen 'boofdpijnpoeder van Dr. J. B. in, rust 3 a 5 minuten en gij zijt weder n kunt met ijver Uw dagtaak verrichten, ofdpijnpoeders kosten 5 ets. per eders. De echte poeders met portret en bekomen bij Uw Apotheker of Drogist, stoppen. 3_3 AMP, Rijswijk (Z.-H.) ICHT 1768. - MIDDELHARNIS opers. t op aanvraag gratis en franco. Men lette vooraj op den- naam Sanapirin daar deze tabletten wettig beschermd zijn tegen namaak en vervalsching. Prijs 40 en 75 ct. Proef bui sj e s 25 ct. Bff A potti. cn Drogisten. ken boekhandel. Prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent* Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. KOSTELOOZE INENTING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Middelharnis maken bekend, dat op Woens- dag 25 Sept. a s., des voormiddags 10 uur, de gelegenheid zal zijn opengesteld tot KOS TELOOZE INENTING OF II ERIN ENTING van hen, die zich daartoe ten huize van den heer C. F. Arends, arts, aanmelden. Middelharnis, '28 September 1929. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, NIJGH. L. J DEN HOLLANDER. Voor een juiste vermelding in de v a c- cinebewijzen van de namen en geboortedatums der kinderen is het gewenscht, dat bij de aanmelding worden medegebracht trouwteoekjesderouders of geboortebewijzen der kinderen. „Waar de bij honing uit zuigt, daaruit haalt de spin venyn." Deze bewering, in beeld toegepast op den mensch, is inderdaad als zoodanig, in vele gevallen niet te versmaden. De natuur is zeer leerrijk en houdt heel wat leerstoffen in, waarvan de mensch en het dier niet de minst belangrijke zijn. De natuur is ryk aan beelden, en het is niet moeilijk die te vinden. Ook in onze volkstaal zijn heel wat juiste spreekwijzen in gebruik, die aan haar zijn ontleend. Zoo ook het bovenstaande. De honigolj zuigt honing uit dezeifde bloem, waaruit de onsympathieke spin venijn zuigt gif-stof dus. Zoo ook het leven, zoo óók de geest van den mensch doch in sym bolische beteekenis. In den mensch bedoelen wij daarmede: booze, voor anderen schade lijk werkende eigenschappen. Er kan venijn aanwezig zijn in menschelijke eigenschappen en bedoelingen. De mensch in 't algemeen weet dit, en als hij wat levenservaringen heeft opgedaan, dan komt hij allicht in de verzoeking om in het gemoedsleven en in de bedoelingen van zijn medemenschen het kwade te zien, te ontdekken of op te sporen. Wij noemen dat, zonder genade „gifzuigen", en gifzuigers zijn nu eenmaal onaangename menschen en dus niet in trek. Wij vragen by het uitspreken van dit oordeel, evenwel niet: of er wellicht'ook dieper liggende oor zaken kunnen bestaan of bestaan hebben, waardoor die mensch er toe gekomen is, kwade bedoelingen (dus venijn) in het stre ven, handelen en spreken zijner medemen schen te veronderstellen of aan te nemen. Men argumenteert niet: dat de spin zich absoluut neerzet op die bloemen, (de fraai ste somtijds) waar zij ook werkelijk de gif stof kan vinden, die zij noodig heeft om te verwerken want die bloem bevat mis schien ook honigstof, waar de „bij" haar nut in zoekt. Doch wie zegt ons, dat die spin, ook die zoete stoffen niet waardeert en mede afs voedsel aanwendt. Of de bloem schooner wordt of afsterft, wanneer die gif stoffen worden weggenomen, dan of zij voortgaet nieuw venyn t9 vormen, is hier van ondergeschikt belang. Het aangehaalde beeld wint er niet door in waarde of in duidelijkheid. De honingzoekende mensch, die, evenals W. HEIMBURG. VERTALING VAN HERMINE. {Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.) 13) Zijn stralende glimlach verdween onmiddellijk bij mijn gezicht, om voor een neerbuigend vrien delijke uitdrukking plaats te maken. „Mijn lieve kind, mijn goede Annelise," begon hij, terwijl hij mij beide handen toestak, ,,'t zal je niet onbekend zijn gebleven, hoeveel mijn lieve overleden vrouw en ik altijd van je gehouden hebben. Wees ver zekerd, dat 't mij verheugt je voortaan als een vader ter zijde te mogen staan; wees verzekerd, dat je eigen vader je niet trouwer en en op rechter Hier bleef hij in zijn woorden steken en legde zijn leeg gebleven handen op zijn rug. Hij werd geweldig rood en verlegen. Wat hij verder deed, kon ik niet zien, daar ik hem den rug had toege keerd. „Mama is niet wel en 't spijt haar u niet te kunnen afwachten, mijnheer. Van avond zal zij, denk ik, wel beneden komen." Dit zeggende, stapte ik, echt kinderachtig, op papa's portret toe, plaat ste mij daarvoor en bekeek 't. Op deze wijs wilde ik toonen, dat mijnheer Wolmeijer's vaderlijke gevoelens en voornemens mij niets konden schelen, wij van de „bij" veronderstellen, de gif stof onaangeroerd laat, doet zich, uit den aard der zaak, als een veel aangenamere per soonlijkheid kennen en heeft met zijn zacht moedig oordeel vooral bij oppervlakkige beschouwing bij zijne medemenschen méér succes dan de kwaaddenkende, schuwe ve- nijnzoeker. De bloem is immers zoo mooi en zij geurt zoo liefelijk. Weet die mensch dan niet wat venijn is O gewis.Doch immers, vlinders fladderen eveneens van bloem tot bloem en zoeken alléén de zoete sappen tot eigen voeding of tot eigen genot. De nijvere „bij" daarentegen verwerkt do honigstof, die zij inzamelt tot honing; waar van ook de mensch zich bedienen en voor deel kan trekken. Het is voorzeker geen beminnelyke eigen schap om stug en achterdochtig, uit het spre ken en handelen van hen met wie wij, het zij voortdurend, hetzij van tijd tot tijd, in meer of minder vriendschappelijke aanraking zyn geweest of nog zijn, minder edele of zelfs slechte bedoelingen te vermoeden. Het getuigt in het algemeen van goed heid des harten en van goede trouw, zoo wij in het woord en in de daad van onzen mede- mensch eveneens goede trouw" en een eer lijk streven, in de eerste plaats, veronder stellen. Doch de ervaring in het leven, na korteren of langeren tijd opgedaan, geeft ons te dien opzichte menig bittere doch leerrijke les. Want er schuilen ook inderdaad gifstoffen in de schoonste bloemkelken van het leven, evenzeer als in de als gevaarlijk bekend staande planten. De betoovering, die van het schoone en schijnbaar liefelijke uit gaat, wordt niet zelden door de uitkomst verbroken en op uiterst pijnlijke wyze, in menig menschenleven, geloochenstraft. Waar heerschzucht, haat en jaloerschheid hun slooperswerk in het leven voortzetten, daar verkwijnen de ievensbloemen met on rustbarende snelheid. Maar het is een geluk kig verschijnsel in de natuur, dat wij méér honingzoekende bijen en ook méér dartele vlinders zich op de schoone en welriekende bloemen zien neerzetten dan gifzoekende spinnen, die zich bij voorkeur in duistere hoeken ophouden en daar hun net weven, om argeloos indwalende vliegjes en muggen langzaam martelend te dooden. De spin weeft kunstig haar webbe, doch zij doet dit bij voorkeur niet in 't volle zonlicht. De mensch, die het kunstige en fijne van dat weefsel wel erkent, haast zich evenwel deze muggen- en vliegenvallen, die hij het werk heet van een afzichtelijken moordenaar, te verwijderen.Een spinneweefsel verschrikt méér dan het bewondering wekt. Ook stof en allerlei onreinheid blijft daarin hangen. Het is de kunstige webbe van het egoïsme. De mensch huivert bij het aanschouwen en herkennen van een spin. Daarom dan ook, is de teleurgestelde, de verbitterde en be drogen mensch, in zijn ongeloof en wantrou wen in menschelijke deugden, veeleer te beklagen dan te veroordeelen; en geens zins te vergelijken bij de sinistere spin, die gifstoffen tracht te vinden in bloemen. Doch helaas komt het werk en het werkdoel van de kunstige spin ook wel in het streven van een minderheid van menschen voor. De waarheid, die, waar het haar gelukt door te dringen, de menschendaad alléén vermag in het licht te stellen, dwingt ons dat te erkennen, maar het is vooral nood zakelijk haar te herkennen. Zoogenaamde ja, zelfs zeer onaangenaam waren. Ik hoorde dat dat hij snel ademhaalde. Blijkbaar was hij diep beleedigd. „Annelise, 't is niet vriendelijk van je, mij op die manier te ontvangen, en vroeg of laat zal 't je spijten." Ik keek even achterom. „Nooit, mijnheer!" „Gij zijt een stijfkopje," hernam hij, zijn uiterste doende om alles als gekheid op te nemen. „Nu, ik Iaat Hel je mama beterschap wenschen en haar verzoeken om er van avond mooi, héél mooi uit te zien, Annelise." En hij vertrok den mond weer tot zijn gewonen, niets beteekenenden lach. „Er komt een groote verrassing, Annelise een vree- selijk groote verrassing. Tot ziens!" O, die avond! Natuurlijk was het gewichtig nieuws al door de geheele stad verbreid en nie mand verhinderd om te komen. Mama was opge staan en zag er beelderig uit, zooals zij nu voor den spiegel in haar slaapkamer stond. Evenals altijd in het zwart gekleed, had zij een purper- roode roos in het bruine haar en een paar donker- roode rozen in haar ceintuur gestoken. Ja, zij zag er beelderig uit ten toch angstwekkend bleek en rampzalig. Al wel een kwartier stond zij daar met starende oogen voor den spiegel, terwijl ik haar uit de woonkamer bespiedde, die al in dieper schemering lag, en het roode licht van de onder gaande zon rondom mama's gestalte speelde. Beneden hoorde ik onophoudelijk de huisschel overgaan; de gasten van mijnheer Wolmeijer kwamen dien dag bij uitzondering stipt op den bepaalden tijd. En eindelijk moesten wij ook gaan. Freule Degenberg, die de betrekking van eeredame op zich had genomen, kwam boven om ons af te bewijzen voor de waarheid onzer beweringen, zijn er altijd eu door sommige menschen soms zelfs zeer gemakkelijk te vinden; doch daarmede is de waarheid nog niet altijd bewezen. Positieve waarheid vraagt niet naar 'n bewijs, maar naar het bewijs, niet naar een verklaring, een uitleg, maar naar abso lute, op solieden grondslag rustende zeker heid. Die zekerheid te verschaffen, is plicht voor iedereen, die iets beweert wat anderen raakt, voor iedereen ook, die een vermoe den oppert, die op eenigerlei wijze de hand uitsteekt naar eens anders levensbloem. Als wij menschen ernstig en met opge wektheid trachten naar het sympathieke werk van de nijvere, honingzoekende bij, dan zullen wy, ook zelfs in de minst aan zienlijke, door velen versmade bloem, allicht zooveel honing vinden, dat wy de hand weer houden die, onder een of ander voorwendsel, zich uitstrektom die bloem uitonzon levens hof te verwijderen. INGEZONDEN MEDEDEELING. De mensch, die, na al zijn (haar) levens ervaringen en levensteleurstellingen, zich tot een milder en zachter oordeel over men schen en levenstoestanden voelt aangetrok ken, en de dingen des Levens uit een ruimer en rechtvaardiger oogpunt gaat bezien, zal zich ten slotte vanzelf gedrongen gevoelen: de bloem, die van lieverlede in zijn levenshof een plaatsje in de schaduw is gaan innemen, de bloem, die hare frischheid en kleuren- schoon reeds lang heeft ingeboet, nog één maal al de liefde te hergeven, die zij mocht bezitten, toen Amor haar plantte in zijn (haar) bloemenhof. Uit haren kelk heeft eenmaal de werkzame honing-by mede haar voedsel ingedronken en dartele kleurrijke vlinders hebben zich op hare, toen nog frissche blaad jes neergezet. Nu is zij verdroogd en ver schrompeld; en aan haar dorrenden stengel hebben venijnzoekende spinnen hun wel kunstig, maar stoffig web bevestigd. Toch leeft zij nog; en hoewel verbleekt, tracht zij nog steeds hooger te klimmen, om aan de belemmeringen om haar heen, die zich dagelijks nog hooger opstapelen, te kunnen ontkomen. De bloem, die ter zijde werd geplaatst, door onszelf of door raadgevende hoveniers, zoekt naar warmte, zoekt haar licht, zoekt de zon, die haar nog zon kunnen koesteren. O, dat wij den moed mochten hebben haar te erkennen als de bloem, die eenmaal onze liefde had; den moed ook, ombaar opnieuw haar plaats te hergeven in het voile zonlicht.in ons hart. Ons oordeel isimmers gewijzigd; het is ruimer, juister en zachter geworden, en heeft zich weten te verheffen boven de critiek van hen, die niet met ons waren in den bloemenhof van weleer, waar dartele vlinders in het zonlicht zweefden, waar nijvere bijen honing zochten in dei- bloemen kelken. halen. Zij trok mij mee naar het venster en bekeek mij van het hoofd tot de voeten. „Nu, dat 's goed, dat ge wat toilet hebt gemaakt. Ge hadt alleen een rooden strik op dit witte japon moeten steken. En'dat gezicht?" Waarschuwend hief zij den wijsvinger op. „Overigens had de goede man vandaag niet zoo'n drukte moeten maken. Gij hadt hem daarvan moeten terughouden, Lena!" „Ik?" vroeg mama met een zonderlingen klank in haar stem, terwijl zij haar arm in dien van freule Degenberg legde, daar zij op haar beenen wankelde als iemand, die na een langdurige ziekte weer moet leeren loopen. Zóó gingen zij de trap af. Ik volgde haar met een gevoel, alsof ik mama hielp begraven. In Johanna's mooie kamer werden de gasten ontvangen. Al onze bekenden waren hier bijeen ön het geheele gezelschap verkeerde in een soort van gespannen verwachting. De omgang was echter niet zoo vrij en ongedwongen als anders; misschien werkte de onrust van mijnheer Wol meijer aanstekelijk, die als bedrijvig gastheer de ééne buiging vóór en de andere na maakte, zijn gasten drong een kop thee te gebruiken, en de heeren uitnoodigde een „scheutje" ruin daarin te doen, „echte Jamaica, direct geïmporteerd!" Of was 't soms het afgrijselijk geschilderd portret van den overlede vrouw des huizes, die in haar bruidsjapon en met den mirtekrans op het hoofd met haar verbaasde oogen en eeuwigdurenden glimlach op het gezelschap neerzag, alsof zij wilde zeggen: Wat zal er vandaag toch gebeuren? De jonge meisjes zaten samen in de zijkamer. De jongste-van de van Tollens, Cato, keek met een trotsch en medelijdend lachje uit de hoogte op mij neer; Lore zat als een steenen beeld en volgde mijne moeder met de oogen. De dokter kwam en Of zoo zij daar wel aanwezig waren met ons dan heeft wellicht de teleurstelling van het leven hun hart gesloten voor de bloe men die daar bloeiden, daar... inh-tmilde, vriendelijke zonnelicht der jeugd. VIKING. Werlamming in de pooten bij jonge Saennen. Den laatsten tijd hoort men nog al eens' van dit verschijnsel. En ook, dat het over gaat van de eene hen op de andere. Allicht denkt men dan aan een verkeerde voedering en zoekt het dan in de vitaminen. En hoewel in enkele gevallen de voeding een rol speelt, zijn er toch vele gevallen aan te wijzen, dat het daar absoluut niet aan man- keeren kan. Voor eenige weken heb ik zelf een drietal dieren behandeld, die dit ver schijnsel vertoonden, maar noch levertraan, noch groenvoer, noch gist gaf baat, terwijl andere hennen dezelfde verschijnselen gingen vertoonen. Oogenschijnlijk blijven ze goed gezond eten in het begin zelfs nog mee, maar zakken door de pooten heen, net of ze geen kracht meer hebben, sleepen zich vliegend voort, als men ze opjaagt, en gaan zoo kalm aan naar een andere wereld. Bij opzending van dergelijke dieren naai de Serum-inrichting te Rotterdam of naar het Instituut voor Parasitrire en Infectieziek ten te Utrecht is het antwoord dan veelal: wormen, ook wel gepaard gaande met cocci- diose. Die wormen schijnen heel wat op hun ge weten te hebben. Ze matten de dieren zoo af, dat ze geen ons vleesch meer aan het lijf houden en de dood er vaak mede ge moeid is. Ook andere oorzaken kunnen pootzwakte doen optreden, maar zelden blijven ze daar bij oogenschijnlijk gezond. Tuberculose geeft als eindbeeld ook vaak verlamming en cho lera eveneens, maar dit gaat veel sneller, diarrhee maakt spoedig een einde aan zoo'n leven. Zoo'n dier geeft geen gezond beeld te zien. Ook een slecht hok met weinig ventilatie en weinig licht geeft wel een derge lijk verschijnsel. Maar op een leeftijd van drie-vier maan den en dau pootverlamming, vaak bij meer deren tegelijk, wijst sterk op wormen. Precies weet U pas, wat de hennen man- keeren, als U er een opzendt, maar dat kost U een jonge hen. Een heel goed middel tegen wormen is een wormkuur. De Heer Jos. Boshouwers beantwoordde zoo pas een dergelijk onder werp in Het Boeren- en Tuindersblad en ik neem het hier in zijn geheel over: „Velen klagen, dat nun 8-4 maandsch hen netjes, ofschoon ze los loopen, het in de pooten krijgen. Dat is een typische ziekte, welke zich meestal op dien ieeftijd open baart. Natuurlijk kan de voeding oorzaak wezen, hetzij er geen voederkalk genoeg in het ochtendvoer zit, hetzij de dieren geen malsch jong groenvoeder kunnen vinden. Het gras is overal te hard, te taai. Daarom klopte mij op den schouder. „Hoe gaat 't? Goed gemutst? Zult gij er vandaag niet van doorgaan? Oppassen maar! Dat hoofdje, dat eigenzinnige hoofdje, zal je nog last veroorzaken, kind! Nu, Annelise, ge begrijpt mij wel, wij zijn immers oude vrienden." „Ik zal wel klaar komen met mijn hoofd," antwoordde ik. „Wanneer zal toch eindelijk de boni losbarsten?" vroegJJ een jong meisje, reeds van zekeren leeftijd. „Misschien 'is 't nog wel niet waar." En ze zag doodsbleek en bleef tot het laatste oogenblik toe hopen. Ze had mijnheer Wolmeijer zoo héél graag het verlies van die onvergetelijke Johanna ver goed en vreesde nu dat niet zij, maar een ander daartoe was uitverkoren. En eindelijk barstte de bom los. Al toen het gebraden vleesch werd rondgediend, nam de gast heer zijn glas champagne in de hand en deelde zijn geachten gasten mede, dat het geluk zijn een zaam huis weer was binnengetreden, beter en schooner dan hij 't ooit had durven hopen, en dat een edele vrouw haar edel hart hem met innige toewijdende liefde had geschonken. „En ik ver zoek u dus, mijne heeren en dames, de glazen op te heffen en met mij te klinken op de gezondheid van mijn dierbare verloofde, op het welzijn van mevrouw Helena van Sternfeld, geboren van Plettenhausen." Eén oogenblik bleef 't zoo stil, dat men den waaier in de hand van het jongste Tollentje kon hooren ruischen. Nu klonk echter de stem van freule Degenberg, terwijl haar stoel met luid ge- druisch achteruitvloog: „Je gezondheid, lieve Helena, en heel, héél veel geluk!" „Lang zullen ze leven!" riepen daarop de anderen. En nu volg tabletten TEGEN Bij Apotb. eo DrogUte» (Adv.) is aan te raden, wat levertraan onder het hardvoer te doen en dit dan gedeeltelijk in een bak te geven. En tevens wat meer voe derkalk er bij doen. Te veel dieren in één hok, te weinig ven tilatie, veroorzaken ook pootziekte. Heel vaak moet de oorzaak echter ook gezocht worden in de aanwezigheid van wormen. Hiervoor is noodig, de dieren een kuur te laten ondergaan. Tevens echter voor meer voederkalk en levertraan zorgen, want dat kan ook de oorzaak wezen. De kuur kunt U doen aldus: Haal een pond zware tabak, doe die in een emmer water, laat de tabak aftrekken, knijp ze nu en dan eens goed uit ook. Met dit aftreksel het weekvoer rullig aanmaken en dit den dieren in den laten voormiddag geven, nadat U ze eerst honger heeft laten lijden. Dus vast houden en van te voren niets geven. Bovendien haalt U wat tabaksstof of ta- bakszand en meng hiervan een maandlang 1 pCt. onder het droge weekvoer. Gekookte uien onder aardappels gestampt is ook goed, want uien drijven de wormen eveneens af. Maar niet al te veel aardappels, anders zouden de dieren diarrhee krijgen". Ik heb met bovenstaand stukje vraagsteller B. te W. voldoende ingelicht. Op zijn vraag, of Zilver Duquin goed ge schreven is, moet ik neen antwoorden; het is: Zilver Duckwing. In het Mei-nummer van ons orgaan wezen we op de eigenaardige wijze) waarop in Middelharnis handteekeningen verzameld waren voor een bizondere U. L. O. school. O a. kwam er op de „lijst" voor de hand- teekening van iemand, die niet schrijven kan, en er was geteekend voor een iongen, die reeds in 1924 overleden was; aldus schrijft „Volksonderwijs" waaruit we dit artikel overnemen. Door eenige ingezetenen, waaronder de bestuurders van onze afdeeling, was tegen de beslissing van den Raad, waarbij mede werking tot stiehtiDg van deze school was toegezegd, beroep ingesteld bij Ged. Staten en in de openbare zitting van 9 September werd deze zaak behandeld. Als gemachtigde van de appellanten trad onze administrateur, de heer Van Diesen, op. Het adres werd uitvoerig toegelichter werd op gewezendat de meening van de meerder heid van den Raad een onderzoek is on- noodig er wel heel erg naast was. Thans was een uitgebreid ambtelijk onderzoekin- gesteld, zoowel door den Inspecteur als door den Hoofd-InspeGteur,en eigenaardige dingen waren komen vast te staan. den de gewone uitroepen van verbazing. Geluk- wenschen en kussen overstelpten mijne moeder, die beurtelings rood en wit werd. Er ontstond een volksverhuizing rondom de tafel en ik maakte juist plan om daarvan gebruik en mij uit de voeten te maken, toen de freule mij op hceterdaad bij de deur betrapte en bij mijn japon vasthield. Mijnheer Wolmeijer kwam nu met zijn glas in de hand op mij toe, maar veranderde plotseling van richting, daar mijn wanhopig gelaat hem wei nig goeds scheen te voorspellen, en wendde zich verlegen tot Cato van Tollen, die onder al die drukte en beweging rustig op haar plaats was gebleven. „Wilt gij eens niet met mij klinken?" vroeg hij, zoetsappig grijnzende. Maar hij boog tegen haar Ieegen stoel, daar het meisje op eens naast mij stond en mij de wang streelde. „Ik heb medelijden met je, Annelise, erg mede lijden hoor! Als ik in je plaats was, liep ik weg." Ach, de moed om weg te loopen ontzonk mij hoe langer hoe meer. Altijd zag ik, hoe mama's oogen mij zochten, zag ze met zulk een smeekende, wan hopige uitdrukking op mij gevestigd, alsof die aanblik alleen haar kracht verleende om staande te blijver». Ik kon niet nalaten naar haar te kijken, en trad haar onwillekeurig op zijde en drukte even haar bevenden arm om haar te troosten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1