pirin-
JNEN EN GEDISTILLEERD
lamm,
rkt dat de Hoofdpijn
i
ERTENTIE TARIEF.
tabletten
Influenza
de
IE-WATERVERF
este!
WOENSDAG
25 September 1929
11e JAARGANG. - n°. 91
Officieele Mededeelingen.
Bij en Spin.
feuilleton.
DOOR EENS ANDERS SCHULD.
sms&ki als mom
VERSTOPPING
Van „ernstige menschen, die een
serieuse zaak voorstaan."
:n Bommel, vm. ds. Dekker en's av.leeskerfc
ad aan 't Haringvliet, vmHAen's a v. (domu I
ds. Polhuijs. v W
llevoetsluis, vm. en 's av. ds. Timmer.
euw-Helvoet, vm. ds. Priester,
euwenhoorn, vm. ds. de Voogd van derStraaten
stvoorne, 's av. ds. Brinkerink.
ckanje, vm. ds. van der Grient van Briello
erp^lders, vm. de heer C. F. Nolte, cand. t I
artewaal, vm. ds. Los.
envliet, nm. ds. Stegenga van Simonshaven
benbroek, nm. ds. van Meurs van Hekelingen'
denhoorn, vm. ds. Loron van Brielle. (Schaal'
ollecte Orgelfonds.)
LUTHEBSCHE KERK.
llevoetsluis, 'sav. ds. Visser uit Rotterdam.
PROTESTANTENBOND,
melsdijk. vm. 10 uur ds. v. Sillingen Mole,
aar uit Warmenhuizen.
elle, (Kerkstraat) vm. dhr. Wijngaarden.
GEREFORMEERDE KERK.
delharnis, vm. en 'sav. ds. JansenuiiDoes.
urg.
llendam, vm. en 's av. ds. Lummel uit Zuiöl
nd.
dorp, vm. en nm. leeskerk
tgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange.
Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma.
d a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaft
levoetsluis, 'sav. ds. Westerhuijs.
uw-Helvoet vm. ds. Westerhuijs.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE,
aan 't Haringvliet, vm.,nm.en 's av lezen.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN,
delbarnis, vm. en 's av. leeskerk.
sland, vm. en 's av. ds. de Blois.
kingen. vm. en 'sav. leeskerk.
dorp, vm. en nm. leeskerk.
'en en gij U lusteloos en terneergeslagen
'boofdpijnpoeder van Dr. J. B.
in, rust 3 a 5 minuten en gij zijt weder
n kunt met ijver Uw dagtaak verrichten,
ofdpijnpoeders kosten 5 ets. per
eders. De echte poeders met portret en
bekomen bij Uw Apotheker of Drogist,
stoppen. 3_3
AMP, Rijswijk (Z.-H.)
ICHT 1768.
- MIDDELHARNIS
opers.
t op aanvraag gratis en franco.
Men
lette
vooraj op
den- naam
Sanapirin
daar deze
tabletten wettig
beschermd zijn
tegen namaak
en vervalsching.
Prijs 40 en 75 ct.
Proef bui sj e s
25 ct.
Bff A potti. cn Drogisten.
ken boekhandel.
Prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent*
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
KOSTELOOZE INENTING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Middelharnis maken bekend, dat op Woens-
dag 25 Sept. a s., des voormiddags 10 uur,
de gelegenheid zal zijn opengesteld tot KOS
TELOOZE INENTING OF II ERIN ENTING
van hen, die zich daartoe ten huize van den
heer C. F. Arends, arts, aanmelden.
Middelharnis, '28 September 1929.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
NIJGH. L. J DEN HOLLANDER.
Voor een juiste vermelding in de v a c-
cinebewijzen van de namen en
geboortedatums der kinderen is het
gewenscht, dat bij de aanmelding worden
medegebracht trouwteoekjesderouders
of geboortebewijzen der kinderen.
„Waar de bij honing uit zuigt, daaruit
haalt de spin venyn."
Deze bewering, in beeld toegepast op den
mensch, is inderdaad als zoodanig, in vele
gevallen niet te versmaden. De natuur is
zeer leerrijk en houdt heel wat leerstoffen
in, waarvan de mensch en het dier niet de
minst belangrijke zijn. De natuur is ryk aan
beelden, en het is niet moeilijk die te vinden.
Ook in onze volkstaal zijn heel wat juiste
spreekwijzen in gebruik, die aan haar zijn
ontleend. Zoo ook het bovenstaande.
De honigolj zuigt honing uit dezeifde bloem,
waaruit de onsympathieke spin venijn zuigt
gif-stof dus. Zoo ook het leven, zoo óók
de geest van den mensch doch in sym
bolische beteekenis. In den mensch bedoelen
wij daarmede: booze, voor anderen schade
lijk werkende eigenschappen. Er kan venijn
aanwezig zijn in menschelijke eigenschappen
en bedoelingen. De mensch in 't algemeen
weet dit, en als hij wat levenservaringen
heeft opgedaan, dan komt hij allicht in de
verzoeking om in het gemoedsleven en in
de bedoelingen van zijn medemenschen het
kwade te zien, te ontdekken of op te sporen.
Wij noemen dat, zonder genade „gifzuigen",
en gifzuigers zijn nu eenmaal onaangename
menschen en dus niet in trek. Wij vragen
by het uitspreken van dit oordeel, evenwel
niet: of er wellicht'ook dieper liggende oor
zaken kunnen bestaan of bestaan hebben,
waardoor die mensch er toe gekomen is,
kwade bedoelingen (dus venijn) in het stre
ven, handelen en spreken zijner medemen
schen te veronderstellen of aan te nemen.
Men argumenteert niet: dat de spin zich
absoluut neerzet op die bloemen, (de fraai
ste somtijds) waar zij ook werkelijk de gif
stof kan vinden, die zij noodig heeft om te
verwerken want die bloem bevat mis
schien ook honigstof, waar de „bij" haar
nut in zoekt. Doch wie zegt ons, dat die
spin, ook die zoete stoffen niet waardeert
en mede afs voedsel aanwendt. Of de bloem
schooner wordt of afsterft, wanneer die gif
stoffen worden weggenomen, dan of zij
voortgaet nieuw venyn t9 vormen, is hier
van ondergeschikt belang. Het aangehaalde
beeld wint er niet door in waarde of in
duidelijkheid.
De honingzoekende mensch, die, evenals
W. HEIMBURG.
VERTALING VAN HERMINE.
{Geautoriseerde uitgave van D. Bolle.)
13)
Zijn stralende glimlach verdween onmiddellijk
bij mijn gezicht, om voor een neerbuigend vrien
delijke uitdrukking plaats te maken. „Mijn lieve
kind, mijn goede Annelise," begon hij, terwijl hij
mij beide handen toestak, ,,'t zal je niet onbekend
zijn gebleven, hoeveel mijn lieve overleden vrouw
en ik altijd van je gehouden hebben. Wees ver
zekerd, dat 't mij verheugt je voortaan als een
vader ter zijde te mogen staan; wees verzekerd,
dat je eigen vader je niet trouwer en en op
rechter
Hier bleef hij in zijn woorden steken en legde
zijn leeg gebleven handen op zijn rug. Hij werd
geweldig rood en verlegen. Wat hij verder deed,
kon ik niet zien, daar ik hem den rug had toege
keerd.
„Mama is niet wel en 't spijt haar u niet te
kunnen afwachten, mijnheer. Van avond zal zij,
denk ik, wel beneden komen." Dit zeggende, stapte
ik, echt kinderachtig, op papa's portret toe, plaat
ste mij daarvoor en bekeek 't. Op deze wijs wilde
ik toonen, dat mijnheer Wolmeijer's vaderlijke
gevoelens en voornemens mij niets konden schelen,
wij van de „bij" veronderstellen, de gif
stof onaangeroerd laat, doet zich, uit den
aard der zaak, als een veel aangenamere per
soonlijkheid kennen en heeft met zijn zacht
moedig oordeel vooral bij oppervlakkige
beschouwing bij zijne medemenschen méér
succes dan de kwaaddenkende, schuwe ve-
nijnzoeker. De bloem is immers zoo mooi
en zij geurt zoo liefelijk. Weet die mensch
dan niet wat venijn is O gewis.Doch
immers, vlinders fladderen eveneens van
bloem tot bloem en zoeken alléén de zoete
sappen tot eigen voeding of tot eigen genot.
De nijvere „bij" daarentegen verwerkt do
honigstof, die zij inzamelt tot honing; waar
van ook de mensch zich bedienen en voor
deel kan trekken.
Het is voorzeker geen beminnelyke eigen
schap om stug en achterdochtig, uit het spre
ken en handelen van hen met wie wij, het
zij voortdurend, hetzij van tijd tot tijd, in
meer of minder vriendschappelijke aanraking
zyn geweest of nog zijn, minder edele of
zelfs slechte bedoelingen te vermoeden.
Het getuigt in het algemeen van goed
heid des harten en van goede trouw, zoo wij
in het woord en in de daad van onzen mede-
mensch eveneens goede trouw" en een eer
lijk streven, in de eerste plaats, veronder
stellen. Doch de ervaring in het leven, na
korteren of langeren tijd opgedaan, geeft
ons te dien opzichte menig bittere doch
leerrijke les. Want er schuilen ook inderdaad
gifstoffen in de schoonste bloemkelken van
het leven, evenzeer als in de als gevaarlijk
bekend staande planten. De betoovering, die
van het schoone en schijnbaar liefelijke uit
gaat, wordt niet zelden door de uitkomst
verbroken en op uiterst pijnlijke wyze, in
menig menschenleven, geloochenstraft.
Waar heerschzucht, haat en jaloerschheid
hun slooperswerk in het leven voortzetten,
daar verkwijnen de ievensbloemen met on
rustbarende snelheid. Maar het is een geluk
kig verschijnsel in de natuur, dat wij méér
honingzoekende bijen en ook méér dartele
vlinders zich op de schoone en welriekende
bloemen zien neerzetten dan gifzoekende
spinnen, die zich bij voorkeur in duistere
hoeken ophouden en daar hun net weven,
om argeloos indwalende vliegjes en muggen
langzaam martelend te dooden. De spin
weeft kunstig haar webbe, doch zij doet
dit bij voorkeur niet in 't volle zonlicht.
De mensch, die het kunstige en fijne van
dat weefsel wel erkent, haast zich evenwel
deze muggen- en vliegenvallen, die hij het
werk heet van een afzichtelijken moordenaar,
te verwijderen.Een spinneweefsel verschrikt
méér dan het bewondering wekt. Ook stof
en allerlei onreinheid blijft daarin hangen.
Het is de kunstige webbe van het egoïsme.
De mensch huivert bij het aanschouwen en
herkennen van een spin. Daarom dan ook,
is de teleurgestelde, de verbitterde en be
drogen mensch, in zijn ongeloof en wantrou
wen in menschelijke deugden, veeleer te
beklagen dan te veroordeelen; en geens
zins te vergelijken bij de sinistere spin, die
gifstoffen tracht te vinden in bloemen. Doch
helaas komt het werk en het werkdoel van
de kunstige spin ook wel in het streven
van een minderheid van menschen voor.
De waarheid, die, waar het haar gelukt
door te dringen, de menschendaad alléén
vermag in het licht te stellen, dwingt ons
dat te erkennen, maar het is vooral nood
zakelijk haar te herkennen. Zoogenaamde
ja, zelfs zeer onaangenaam waren. Ik hoorde dat
dat hij snel ademhaalde. Blijkbaar was hij diep
beleedigd.
„Annelise, 't is niet vriendelijk van je, mij op
die manier te ontvangen, en vroeg of laat zal 't je
spijten."
Ik keek even achterom. „Nooit, mijnheer!"
„Gij zijt een stijfkopje," hernam hij, zijn uiterste
doende om alles als gekheid op te nemen. „Nu, ik
Iaat Hel je mama beterschap wenschen en haar
verzoeken om er van avond mooi, héél mooi uit
te zien, Annelise." En hij vertrok den mond weer
tot zijn gewonen, niets beteekenenden lach. „Er
komt een groote verrassing, Annelise een vree-
selijk groote verrassing. Tot ziens!"
O, die avond! Natuurlijk was het gewichtig
nieuws al door de geheele stad verbreid en nie
mand verhinderd om te komen. Mama was opge
staan en zag er beelderig uit, zooals zij nu voor
den spiegel in haar slaapkamer stond. Evenals
altijd in het zwart gekleed, had zij een purper-
roode roos in het bruine haar en een paar donker-
roode rozen in haar ceintuur gestoken. Ja, zij zag
er beelderig uit ten toch angstwekkend bleek en
rampzalig. Al wel een kwartier stond zij daar met
starende oogen voor den spiegel, terwijl ik haar
uit de woonkamer bespiedde, die al in dieper
schemering lag, en het roode licht van de onder
gaande zon rondom mama's gestalte speelde.
Beneden hoorde ik onophoudelijk de huisschel
overgaan; de gasten van mijnheer Wolmeijer
kwamen dien dag bij uitzondering stipt op den
bepaalden tijd.
En eindelijk moesten wij ook gaan. Freule
Degenberg, die de betrekking van eeredame op
zich had genomen, kwam boven om ons af te
bewijzen voor de waarheid onzer beweringen,
zijn er altijd eu door sommige menschen
soms zelfs zeer gemakkelijk te vinden; doch
daarmede is de waarheid nog niet altijd
bewezen.
Positieve waarheid vraagt niet naar 'n
bewijs, maar naar het bewijs, niet naar
een verklaring, een uitleg, maar naar abso
lute, op solieden grondslag rustende zeker
heid. Die zekerheid te verschaffen, is plicht
voor iedereen, die iets beweert wat anderen
raakt, voor iedereen ook, die een vermoe
den oppert, die op eenigerlei wijze de hand
uitsteekt naar eens anders levensbloem.
Als wij menschen ernstig en met opge
wektheid trachten naar het sympathieke
werk van de nijvere, honingzoekende bij,
dan zullen wy, ook zelfs in de minst aan
zienlijke, door velen versmade bloem, allicht
zooveel honing vinden, dat wy de hand weer
houden die, onder een of ander voorwendsel,
zich uitstrektom die bloem uitonzon levens
hof te verwijderen.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
De mensch, die, na al zijn (haar) levens
ervaringen en levensteleurstellingen, zich
tot een milder en zachter oordeel over men
schen en levenstoestanden voelt aangetrok
ken, en de dingen des Levens uit een ruimer
en rechtvaardiger oogpunt gaat bezien, zal
zich ten slotte vanzelf gedrongen gevoelen:
de bloem, die van lieverlede in zijn levenshof
een plaatsje in de schaduw is gaan innemen,
de bloem, die hare frischheid en kleuren-
schoon reeds lang heeft ingeboet, nog één
maal al de liefde te hergeven, die zij mocht
bezitten, toen Amor haar plantte in zijn (haar)
bloemenhof. Uit haren kelk heeft eenmaal
de werkzame honing-by mede haar voedsel
ingedronken en dartele kleurrijke vlinders
hebben zich op hare, toen nog frissche blaad
jes neergezet. Nu is zij verdroogd en ver
schrompeld; en aan haar dorrenden stengel
hebben venijnzoekende spinnen hun wel
kunstig, maar stoffig web bevestigd. Toch
leeft zij nog; en hoewel verbleekt, tracht
zij nog steeds hooger te klimmen, om aan
de belemmeringen om haar heen, die zich
dagelijks nog hooger opstapelen, te kunnen
ontkomen. De bloem, die ter zijde werd
geplaatst, door onszelf of door raadgevende
hoveniers, zoekt naar warmte, zoekt haar
licht, zoekt de zon, die haar nog zon
kunnen koesteren.
O, dat wij den moed mochten hebben
haar te erkennen als de bloem, die eenmaal
onze liefde had; den moed ook, ombaar
opnieuw haar plaats te hergeven in het voile
zonlicht.in ons hart. Ons oordeel isimmers
gewijzigd; het is ruimer, juister en zachter
geworden, en heeft zich weten te verheffen
boven de critiek van hen, die niet met ons
waren in den bloemenhof van weleer, waar
dartele vlinders in het zonlicht zweefden,
waar nijvere bijen honing zochten in dei-
bloemen kelken.
halen. Zij trok mij mee naar het venster en bekeek
mij van het hoofd tot de voeten.
„Nu, dat 's goed, dat ge wat toilet hebt gemaakt.
Ge hadt alleen een rooden strik op dit witte japon
moeten steken. En'dat gezicht?" Waarschuwend
hief zij den wijsvinger op. „Overigens had de goede
man vandaag niet zoo'n drukte moeten maken. Gij
hadt hem daarvan moeten terughouden, Lena!"
„Ik?" vroeg mama met een zonderlingen klank
in haar stem, terwijl zij haar arm in dien van freule
Degenberg legde, daar zij op haar beenen wankelde
als iemand, die na een langdurige ziekte weer moet
leeren loopen. Zóó gingen zij de trap af. Ik volgde
haar met een gevoel, alsof ik mama hielp begraven.
In Johanna's mooie kamer werden de gasten
ontvangen. Al onze bekenden waren hier bijeen
ön het geheele gezelschap verkeerde in een soort
van gespannen verwachting. De omgang was
echter niet zoo vrij en ongedwongen als anders;
misschien werkte de onrust van mijnheer Wol
meijer aanstekelijk, die als bedrijvig gastheer de
ééne buiging vóór en de andere na maakte, zijn
gasten drong een kop thee te gebruiken, en de
heeren uitnoodigde een „scheutje" ruin daarin te
doen, „echte Jamaica, direct geïmporteerd!" Of
was 't soms het afgrijselijk geschilderd portret
van den overlede vrouw des huizes, die in haar
bruidsjapon en met den mirtekrans op het hoofd
met haar verbaasde oogen en eeuwigdurenden
glimlach op het gezelschap neerzag, alsof zij wilde
zeggen: Wat zal er vandaag toch gebeuren?
De jonge meisjes zaten samen in de zijkamer.
De jongste-van de van Tollens, Cato, keek met een
trotsch en medelijdend lachje uit de hoogte op mij
neer; Lore zat als een steenen beeld en volgde
mijne moeder met de oogen. De dokter kwam en
Of zoo zij daar wel aanwezig waren met
ons dan heeft wellicht de teleurstelling
van het leven hun hart gesloten voor de bloe
men die daar bloeiden, daar... inh-tmilde,
vriendelijke zonnelicht der jeugd.
VIKING.
Werlamming in de pooten bij
jonge Saennen.
Den laatsten tijd hoort men nog al eens'
van dit verschijnsel. En ook, dat het over
gaat van de eene hen op de andere.
Allicht denkt men dan aan een verkeerde
voedering en zoekt het dan in de vitaminen.
En hoewel in enkele gevallen de voeding een
rol speelt, zijn er toch vele gevallen aan te
wijzen, dat het daar absoluut niet aan man-
keeren kan. Voor eenige weken heb ik zelf
een drietal dieren behandeld, die dit ver
schijnsel vertoonden, maar noch levertraan,
noch groenvoer, noch gist gaf baat, terwijl
andere hennen dezelfde verschijnselen gingen
vertoonen.
Oogenschijnlijk blijven ze goed gezond
eten in het begin zelfs nog mee, maar zakken
door de pooten heen, net of ze geen kracht
meer hebben, sleepen zich vliegend voort,
als men ze opjaagt, en gaan zoo kalm aan
naar een andere wereld.
Bij opzending van dergelijke dieren naai
de Serum-inrichting te Rotterdam of naar
het Instituut voor Parasitrire en Infectieziek
ten te Utrecht is het antwoord dan veelal:
wormen, ook wel gepaard gaande met cocci-
diose.
Die wormen schijnen heel wat op hun ge
weten te hebben. Ze matten de dieren zoo
af, dat ze geen ons vleesch meer aan het
lijf houden en de dood er vaak mede ge
moeid is.
Ook andere oorzaken kunnen pootzwakte
doen optreden, maar zelden blijven ze daar
bij oogenschijnlijk gezond. Tuberculose geeft
als eindbeeld ook vaak verlamming en cho
lera eveneens, maar dit gaat veel sneller,
diarrhee maakt spoedig een einde aan zoo'n
leven. Zoo'n dier geeft geen gezond beeld
te zien. Ook een slecht hok met weinig
ventilatie en weinig licht geeft wel een derge
lijk verschijnsel.
Maar op een leeftijd van drie-vier maan
den en dau pootverlamming, vaak bij meer
deren tegelijk, wijst sterk op wormen.
Precies weet U pas, wat de hennen man-
keeren, als U er een opzendt, maar dat kost
U een jonge hen.
Een heel goed middel tegen wormen is
een wormkuur. De Heer Jos. Boshouwers
beantwoordde zoo pas een dergelijk onder
werp in Het Boeren- en Tuindersblad en ik
neem het hier in zijn geheel over:
„Velen klagen, dat nun 8-4 maandsch hen
netjes, ofschoon ze los loopen, het in de
pooten krijgen. Dat is een typische ziekte,
welke zich meestal op dien ieeftijd open
baart. Natuurlijk kan de voeding oorzaak
wezen, hetzij er geen voederkalk genoeg in
het ochtendvoer zit, hetzij de dieren geen
malsch jong groenvoeder kunnen vinden.
Het gras is overal te hard, te taai. Daarom
klopte mij op den schouder. „Hoe gaat 't? Goed
gemutst? Zult gij er vandaag niet van doorgaan?
Oppassen maar! Dat hoofdje, dat eigenzinnige
hoofdje, zal je nog last veroorzaken, kind! Nu,
Annelise, ge begrijpt mij wel, wij zijn immers oude
vrienden."
„Ik zal wel klaar komen met mijn hoofd,"
antwoordde ik.
„Wanneer zal toch eindelijk de boni losbarsten?"
vroegJJ een jong meisje, reeds van zekeren leeftijd.
„Misschien 'is 't nog wel niet waar." En ze zag
doodsbleek en bleef tot het laatste oogenblik toe
hopen. Ze had mijnheer Wolmeijer zoo héél graag
het verlies van die onvergetelijke Johanna ver
goed en vreesde nu dat niet zij, maar een ander
daartoe was uitverkoren.
En eindelijk barstte de bom los. Al toen het
gebraden vleesch werd rondgediend, nam de gast
heer zijn glas champagne in de hand en deelde
zijn geachten gasten mede, dat het geluk zijn een
zaam huis weer was binnengetreden, beter en
schooner dan hij 't ooit had durven hopen, en dat
een edele vrouw haar edel hart hem met innige
toewijdende liefde had geschonken. „En ik ver
zoek u dus, mijne heeren en dames, de glazen op te
heffen en met mij te klinken op de gezondheid
van mijn dierbare verloofde, op het welzijn van
mevrouw Helena van Sternfeld, geboren van
Plettenhausen."
Eén oogenblik bleef 't zoo stil, dat men den
waaier in de hand van het jongste Tollentje kon
hooren ruischen. Nu klonk echter de stem van
freule Degenberg, terwijl haar stoel met luid ge-
druisch achteruitvloog: „Je gezondheid, lieve
Helena, en heel, héél veel geluk!" „Lang zullen
ze leven!" riepen daarop de anderen. En nu volg
tabletten
TEGEN
Bij Apotb. eo DrogUte»
(Adv.)
is aan te raden, wat levertraan onder het
hardvoer te doen en dit dan gedeeltelijk in
een bak te geven. En tevens wat meer voe
derkalk er bij doen.
Te veel dieren in één hok, te weinig ven
tilatie, veroorzaken ook pootziekte. Heel
vaak moet de oorzaak echter ook gezocht
worden in de aanwezigheid van wormen.
Hiervoor is noodig, de dieren een kuur te
laten ondergaan. Tevens echter voor meer
voederkalk en levertraan zorgen, want dat
kan ook de oorzaak wezen.
De kuur kunt U doen aldus: Haal een pond
zware tabak, doe die in een emmer water,
laat de tabak aftrekken, knijp ze nu en dan
eens goed uit ook. Met dit aftreksel het
weekvoer rullig aanmaken en dit den dieren
in den laten voormiddag geven, nadat U ze
eerst honger heeft laten lijden. Dus vast
houden en van te voren niets geven.
Bovendien haalt U wat tabaksstof of ta-
bakszand en meng hiervan een maandlang
1 pCt. onder het droge weekvoer.
Gekookte uien onder aardappels gestampt
is ook goed, want uien drijven de wormen
eveneens af. Maar niet al te veel aardappels,
anders zouden de dieren diarrhee krijgen".
Ik heb met bovenstaand stukje vraagsteller
B. te W. voldoende ingelicht.
Op zijn vraag, of Zilver Duquin goed ge
schreven is, moet ik neen antwoorden; het
is: Zilver Duckwing.
In het Mei-nummer van ons orgaan wezen
we op de eigenaardige wijze) waarop in
Middelharnis handteekeningen verzameld
waren voor een bizondere U. L. O. school.
O a. kwam er op de „lijst" voor de hand-
teekening van iemand, die niet schrijven
kan, en er was geteekend voor een iongen,
die reeds in 1924 overleden was; aldus
schrijft „Volksonderwijs" waaruit we dit
artikel overnemen.
Door eenige ingezetenen, waaronder de
bestuurders van onze afdeeling, was tegen
de beslissing van den Raad, waarbij mede
werking tot stiehtiDg van deze school was
toegezegd, beroep ingesteld bij Ged. Staten
en in de openbare zitting van 9 September
werd deze zaak behandeld.
Als gemachtigde van de appellanten trad
onze administrateur, de heer Van Diesen, op.
Het adres werd uitvoerig toegelichter werd
op gewezendat de meening van de meerder
heid van den Raad een onderzoek is on-
noodig er wel heel erg naast was. Thans
was een uitgebreid ambtelijk onderzoekin-
gesteld, zoowel door den Inspecteur als door
den Hoofd-InspeGteur,en eigenaardige dingen
waren komen vast te staan.
den de gewone uitroepen van verbazing. Geluk-
wenschen en kussen overstelpten mijne moeder,
die beurtelings rood en wit werd. Er ontstond een
volksverhuizing rondom de tafel en ik maakte
juist plan om daarvan gebruik en mij uit de voeten
te maken, toen de freule mij op hceterdaad bij de
deur betrapte en bij mijn japon vasthield.
Mijnheer Wolmeijer kwam nu met zijn glas in
de hand op mij toe, maar veranderde plotseling
van richting, daar mijn wanhopig gelaat hem wei
nig goeds scheen te voorspellen, en wendde zich
verlegen tot Cato van Tollen, die onder al die
drukte en beweging rustig op haar plaats was
gebleven. „Wilt gij eens niet met mij klinken?"
vroeg hij, zoetsappig grijnzende. Maar hij boog
tegen haar Ieegen stoel, daar het meisje op eens
naast mij stond en mij de wang streelde.
„Ik heb medelijden met je, Annelise, erg mede
lijden hoor! Als ik in je plaats was, liep ik weg."
Ach, de moed om weg te loopen ontzonk mij hoe
langer hoe meer. Altijd zag ik, hoe mama's oogen
mij zochten, zag ze met zulk een smeekende, wan
hopige uitdrukking op mij gevestigd, alsof die
aanblik alleen haar kracht verleende om staande
te blijver». Ik kon niet nalaten naar haar te kijken,
en trad haar onwillekeurig op zijde en drukte
even haar bevenden arm om haar te troosten.
(Wordt vervolgd.)