Hé met Bakkerij en Erf 1 blik aan Begunstigd onze adverteerders ct., 40 ct. en 45 ct. ijzen in vergelijk met II als nergens te vinden ff DAMES J, DE SALAMANDER4. Kipstraat 59, Rotterdam VERKOOPING te Stad aan 't Haringvliet. Verkooping Het Huis met Tuin TE KOOP: UIENREN, WOENSDAG 4 September 1929 11e jaargang. - n°. 85 SPOT DOOR EENS ANDERS SCHULD. TUINBOUW. WETENSWAARDIGHEDEN Centrale Veiling te Middelharnis. Veiling van Donderdag 29 Aug. 1929. ipeieren 50-52 kg. ƒ5,46 t. fhfin id. 58-60 6,25 645 ld. 60-61 6,50 id. bruin 60 6,55 endeieren J 6,20 tot 6,50 oelpetaatseieren 3,45 Alles per 100 stuks. 6,70 6,75 Vraagt onze pillen en druppels ter rege ling v. d. bloedsomloop, door H.H. Doc toren aanbevolen, beslist onschadelijk voor de gezondheid. Alleen bij ons Is succes verzekerd. Vraagt ons boekje met talrijke af beeldingen met duidelijke en vol ledige inlichtingen in blaneo ge sloten Convert met 25 cents insluiten aan postzegels. Wacht U voor snfslelding of teleurstelling. Koopt in zaken waar U zeker van kan zijn vakkundig en succesvol geholpen te worden, en niet door min derwaardige namaak op delange baan geschoven te worden. Wij zijn vanouds bekend het soliedste adres. Let daar vooral op. Vraagt gratis inlichtingen of prijscourant VAN Op Vrijdag, 30 Augustus 1929, bij Inzet, in het Café Smits. Op Vrijdag, 6 September 1929, bij Afslag, in het Café Peekstok. Telkens des nam. 4 uur (Zomer tijd) Ten verzoeke van den Heer J. VAN SOEST Hz te Stellendam. Notaris VAN BUUREN. van te Stad aan 't Haringvliet nr. 1374 groot 2 aren 87 een. tiaren Op Vrijdag 6 September 1929 bij Inzet in het café PEEKSTOK Op Vrijdag 13 September 1929 bij afslag in het café SMITS, telkens des nam. 4.30 uur (zomertijd) Ten verzoeke van Mej.A. TROMMEL Jd. aldaar. Notaris VAN BUUREN. een goed onderhouden voor 600 mad. H. C. SPOON Az. 2-2 NIEUW HELVOET. De Centrale Proeftuin voor Goeree en Overtlakkee te Middelharnis (Langeweg) is op eiken werkdag voor belangstel lenden GRATIS TOEGANKELIJK Desgewenscht geeft de tuinman alle inlichtingen, die mochten worden ver langd. Prijs per kwartaal Losse nummers ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel, Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Onder de wapenen, die, in het maatschap pelijk leven en m den meer intiemen omgang van de menschen, in grooteren of kleineren strijd met elkaar, menigmaal worden gebe zigd, is voorzeker de Spot wel van het wa pen van het allerminste allooi, Het is in de meeste gevallen, waarin het wordt gebezigd, scherp, lomp en giftig. Het spreekt vanzelf, dat daarmede niet wordt bedoeld die onschul dige spotternij, die uit een opgewekten, le- venslustigen en schitterenden geest voort komt, en die niet geboren wordt uit on edele hartstochten en uit eigenschappen van niet beminnelyken of wel zeer onaangena- men aard, voortspruitende toch ook uit een weinig vriendelijken en geenszins opbouwen- den karakteraanleg. Een niet afbrekende en niet kwaad bedoelde spotternij kan menig maal de stemming veraangenamen en de gesprekken aan pittigheid doen winnen zonder wanklank en oneenigheid te veroor zaken. Een dusdanige spotternij is gemak kelijk te herkennen en zal ongetwijfeld nie mand, die niet aan licht-geraaktheid lijdende is, deren. In dit opstel wordt echter niet bepaaldelijk die spot bedoeld, die ten allen tijde een slachtoffer zoekt, en niet uit een eerlijke en rechtvaardige bedoeling kan voort komen. Menigmaal kenmerkt toch de spot een niet voor indrukken en vatbaren geest, en dient deze slechts om onwetendheid en gebrek aan onderwerpen voor gesprekken te verbergen plus een zucht om geestig te zijn en de aandacht te trekken. In dat geval is de spot hoe zouteloos en ongemoti veerd dan ook, nog niet het meest ge vaarlijk, hoewel hinderlijk en de aangename stemming storend. Men zou deze spotzucht meer uitsluitend een laf en ongepast gespreks- middel kunnen noemen, dat eindelijk gaat vervelen en ten slotte de persoon, die het bezigt, zelf treft. Doch daar is ook een spotzucht van min der onschuldigen aard, een wreede grieven de spot, die de ziel krenkt van wie zij treft, die hopeloos wondt en verbittert, die ter stond aangename, opgewekte en vrien delijke stemmingen bederft, goede voorne mens terughoudt en het vertrouwen voor altijd wegneemt. Dat is dat laffe wapen van hem of haar, die opzettelijk wil ver wonden, die geen zelfbeheersching heeft in de uiting van zijn (of haar) haat en afgunst, die éénzijdig oordeelende, vele levensjaren Iaat voorbijgaan in een halsstarrig volhou den, die nooit spijt gevoelt over eigen dwaas en verachtelijk optreden en nooit bedenkt wat het einde zijn kan van de moedwillig opgewekte verbittering. Dergelijke spot is niet anders dan een getuigenis van een wreed, wraakzuchtig en in hooge mate zelf zuchtig karakter; het is het vuige, gif tige wapen van den mooi schijnenden, maar onverbiddelijken geluksmoordenaar,die dood arm is aan echten geest en aan goedheid des harten. Zulk een laat z'n ongemotiveer- den, 'sarrenden spotlach schuilgaan achter z'n heen en weer schuifelende hand of ach ter eenig ander laf gebaar, doch draagt daar bij zorg, dat z'n min gedoe alleen door z'n slachtoffer wordt opgemerkt. Dat is de in het donker toegebrachte dolksteek, die het diepst treft en 't zwaarst vergiftigd is. Spot is behalve al het bovengenoemde, ook menigmaal een toejuiching van ver meend, eigen verstand, wijsheid of bekwaam heid, doch in werkelijkheid is het: gebrek aan zeggingskracht en aan gegronde motie ven. Spotzucht spruit menigmaal ook voort uit eene hoogmoedige vereering van het eigen ik, van een dwaze zelfverheffing en van velerlei bijoogmerken. Ook is spot in vele gevallen een uitweg voor onwetendheid een reddingspoging van den oppervlak- kigen, kortzichtigen mensch, die nimmer diep in zichzelf is ingegaan, maar toch door anderen wil worden opgemerkt en toege juicht. De verstandige, rechtvaardige en ge voelige mensch versmaadt dat oneerlijke en laffe wapen, dat zelden den ontwikkelden, nimmer den ernstigen, maar veelal den één- zljdigen en bekrompen mensch dieDt, om zichzelf te verheffen, anderen te kwetsen en menigmaal ook, om zich bij anderen aan genaam en groot te maken. De waarlijk er varen mensch bewerkt het oordeel van zijne toehoorders nimmer door spot. Maar de er varingen van het rijke leven zijn voor den eenen mensch méér toegankelijk dan voor den ander. Niet iedereen is ontvankelijk voor den echten, leerenden levensernst. Er zijn menschen, die nooit leeren, en bijgevolg niet ernstig nadenken. Hun mentaliteit is van gering allooi en grof aangelegd; zij mist althans diepte en fijne voelhorens. Het is zoo gemakkelijk anderen bespotte lijk te maken en te intimideeren door woord of daad; en het is zoo eenvoudig, de lachers in actie te brengen vooral die menschen, die een blind en volkomen vertrouwen stel len in hen, die hun spotlust met bedekking in praktijk brengen, en die hun eerlijkheid en goede trouw zonder voorbehoud aannemen. Er is veel levenservaring en veel men- schenkennis noodig om de spotters te ont wapenen en zich volkomen te verheffen boven hunne praktijken. Nu is het al alge meen erkende waarheid, dat het aanschouwen van de wereld (in ruimen zin) en de ont moeting van velerlei menschen in 't algemeen, leerzaam is; doch dat zien en die ontmoetiDg alléén, brengen niet altijd en niet aan iederen mensch groote wereld- en diepe menscben- kennis aan. Verreweg het grootste deel der menschen toch, tracht zich in het openbare leven van de gunstigste zijde voor te doen, wat op zichzelf beschouwd, natuurlijk is. Doch deze eigenschap maakt het den men- schenkenner tegelijkertijd moeilijk den schijn van de waarheid te onderscheiden. Wie schooner schijnen wil dan hij is, wie zijne ware gevoelens, en de waarheid in het alge meen, wil verbergen, plooit zijn gelaat in die richting, en bezigt de woorden, die hjj (of zij) voor het beoogde doel geschikt acht. En voor dat feit staan wereldwijze en levens wijze menschen menigmaal pal. Vandaar zooveel misleiding; vanda&r zooveel ver keerde beoordeeling. Er wordt menigmaal veel, wat niet verschoonbaar is, voor deugd aangezien, en veel wat deugd of goede eigen schap is, als karakterfouten en gebreken aangemerkt. De spotter weet in dat opzicht een redmiddel, waar ziine verdedigingsmid delen, zijn kennis en zijne motieven te kort schieten. H(j maakt eenvoudig personen, I zaken, kortom alles belachelijk, en is dan vrij zeker van zijn succes. Neen, menschen- kennis wordt niet door oppervlakkigen om gang met de menschen, niet uitsluitend door het langdurig verblijf in groote steden of door het bezoeken van vreemde en verre landen verkregen. Levenservaring en men- schenkennis schuilen overal, en somtijds zeer dichtbij. Het doorleven van toestanden, van levensmoeilijkheden, zooals tegenstand, slimme berekeningen, duistere handelingen, kortom van de bittere en teleurstellende ervaringen, die wij vooral van hen, die ons niet gezind zijn, die ons schier altijd tegen streven en die geen middelen, om hun doel te bereiken, onaangewend laten, ondervinden dit alles te zamen, is de rijke, de onuit puttelijke bron van levenswijsheid en van menschenkennis. Want zooals de levens omstandigheden en levenswendingen den mensch ontwikkelen en vormen, zoo leveren toch de karakters en de handelingen van menschen, de rjjkste, hoewel moeilijkste leerstof, voor de school van het leven, waarin met den leerplicht niet valt te spotten. En onze ervaringen van menschen mogen maar niet met een lichtvaardig oordeel en een kort praatje, als afdoener, op rekening van onze verbeelding worden gesteld en met een steeds gereedstaand spotlachje worden ter zijde geschoven. Wij menschen staan nu eenmaal niet zóó hoog, dat wij maar met een kort gebaar zouden mogen beweren, boven alles en nog wat te staan. Wij staan niet boven onze zwakheden en hartstochten. Doch de werkelijk verstandige mensch traaht wel daarvoor een open oog en een eerlijke er kenning te hebben. En hjj poogt zich boven die tekortkomingen, doch niet tot de waar heid te verheffen. Geen goedmoedig geloof in de menschen kan de nadeelige werkiDg van den spot weg- redeneeven of vergoelijken. Het gift van den spot bewerkt ontsteking vanmenscheltjken toorn en verontwaardiging, waarvan menig maal de ernstige gevolgen niet zijn te voor zien. In het minst ernstige geval verwekt de spot toch een pijnlijke stemming, zoo al niet verbetering. De spot sluit meestal eene ver nedering in van hem of haar, wien of wie hij geldt, en is in elk geval een vreugde- of stemmingsbederver. Want immers, bespot ting, die persoonlijk is bedoeld, vindt meestal altijd bijval bij niet zeer gevoelige en niet fijn beschaafde menschen. En waar hij hooge, geestelijke dingen aanrandt, wekt de spot ergernis en veroordeel. Het beste, meest af doende middel tegen bespotting en spotternij, is wellicht nog niet gevonden, doch als doel treffende tegenwapenen van dit als gifgas werkende aanvalswapen zijn, in elk geval, zelfbeheersching, waardige houding en stil zwijgen aan te bevelen. VIKING. INGEZONDEN MEDEDEEL1NG. FEUILLETON. W HEIMBURG. VERTALING VAN HERMINE. Geautoriseerde uitgave van D. Bole.) 7) Mijne moeder schrikte blijkbaar. „Freule Degen- berg meende toch stamelde zij. „Freule Degenberg heeft geen flauw begrip van hygiëne; dat weet ge toch immers ook wel, me vrouw? Zij verknoeit zichzelve en onglukkig ook anderen met de wonderbaarlijkste middelen en zweert bij den Boddenstadter Schaapherder; deze kan volgens haar alle mogelijke kwalen genezen. In alle andere opzichten acht en waardeer ik haar hoog, maar op dit wil ik niets van haar weten. Van het wonen in dat huis komt niets!" „Bravo! Bravo!" riep mijnheer Wolmeijer lachend. „Ge ziet, mevrouw, dat ge hier niet weg komt. Over de voorwaarden, als ge soms een kamer wilt missen, spreekt mijne cousine wel met u." Hij zeide niet: nicht; dit klonk niet deftig genoeg. „En nu geen woord meer. Uw onderdanige dienaar en huisheer, dames!" Hij schonk ons ditmaal den handkus, wuifde ons goedendag met zijn hoed en liep buigend ach terwaarts naar de deur, alsof hij zich haastte om weg te komen. Ik keerde mij om, zoodat hij mijn lachen niet kon zien. Dat kleine dikke mannetje met zijn blozend aangezicht, dat mij altijd aan een Borsdorfer appel deed denken, en zijn machtelooze pogingen om zich elegant voort te doen, wekte altijd half mijn minachting, half mijn spotlust op. „Maar, mevrouw," begon de dokter, „hoe komt gij op het denkbeeld van te willen verhuizen? Wees dankbaar, dat ge een van de weinige gezonde en goed gebouwde woningen te Westenberg kunt bewonen." „Ja, maar, dokter, ze is mij te duur, zooals ge weet. En daar het huurcontract afgeloopen is, wilde ik ook voorkomen dat Wolmeijer mij de huur opzeide „Waarom zou hij dit doen?" „Mama werd verlegen. „Och, ik dacht 't zoo, ik meende 't stellig, maar hij schijnt nu weer van plan veranderd te zijn, Voor veertien dagen sprak hij er nog van, dat hij later de bel-etage wilde be trekken." „Nu, maar ge ziet, hij is er op gesteld dat ge blijft, en dit raad ik u dan ook dringend aan. Dat's dus afgedaan! En hoe gaat 't nu met hoesten, freuletje?" dus wendde hij zich tot mij met eene onderzoekenden doktersblik. „O, 't gaat nog al ik hoest wat minder," ant woordde ik. „Niet te veel zitten! Meer beweging in de vrije lucht!" „Ja, maar, dokter kwam mama gejaagd en zenuwachtig hiertegen op „hoe kan zij dat?" Plotseling verscheen weer die diepe, lijdende trek om haar mond, dien ik~daar altijd opmerkte, als er sprake was van mijn toekomst. „Bedenk toch, dat ze voor haar examen werkt! Er wordt tegen woordig zooveel gevergd; ze moet altijd nog tot 1 's avonds laat zitten werken smaakt als room Keuring van gewassen te velde. (Slot). Na m(jn vorige uiteenzetting over de keu ring van gevrassen op het veld, zal wel dui delijk geworden zijn, dat alles wat niet goed is, beslist niet voorzien wordt van een certi ficaat en loodje. Bovendien zijn er nog ver schillende bepalingen voor de kweekers, waardoor het moeilijk, ja zoo niet onmoge lijk is, te knoeien. Zoo'n loodje met een cer tificaat geeft dan ook waarborg. En welke is die waarborg, die daardoor gegeven wordt? Die waarborg is deze, dat bi) onbeschadigd loodje en bfl aanwezigheid van certificaat, de zak bevat de soort en variëteit, die op het certificaat vermeld staat. Tevens, dat dit zaad of die poters werkelijk go9d en gezond zijn gegroeid, zoodat ziekten, die met het zaad of met den knol kunnen worden overgebracht, niet of bijna niet aanwezig zijn bij het vullen van de zakken. Ik schrijf hier expres; bij vullen van de zakken. Want er zijn er zoo velen, die wel eens poters of zaaizaad bestel len, dat goedgekeurd is, maar dit geen twee den keer doen, omdat het niet overeen kwam met hun verwachtingen. Een kleine vergelijking zal U dit iets ver duidelijken. Witte Leghorns zijn wit. Mis, ze kunnen het z(jn. En die witte Leghorns koopt op een hoenderpark, mag zeer zeker verwachten, dat ze hem wit worden afgeleverd. Maar de kooper mag niet verwachten, dat zé altijd onder alle omstandigheden wit zullen big ven. Want roet is zwart en teer ook. En wanneer men zijn dieren daarmee in aanraking laat komen, zijn ze niet wit meer. Wanneer een kooper als eisch zich indenkt, dat Witte Leg horns dus ten allen tijde wit moeten blijven, maakt zich over dit wit een verkeerd idee. Zoo zijn er ook, die zich een verkeerd idee gevormd hebben over het goedgekeurde zaai zaad en pootgoed. Dat was goed en is nog goed als het in de zakken gaat, maar verder gaat de garantie niet. Dit kan ook niet want het zou onmogelijk zijn bij elke afgeleverde zak een keurmeester te zetten, totdat het zaad of de poters aan den grond toevertrouwd zijn geworden. Wie weet wat er verder met die zakken gebeurt? Dezen winter is het meermalen voorgekomen, dat iemand poters onderweg had, juist toen heer Winter zich geducht liet voelen. En aardappels kunnen er niet tegen, dat ze geheel of gedeeltelijk bevriezen. Maar de schuld daarvan is niet bij de keuring. Wie zijn poters in dikke lagen bewaart heeft veel kans, dat de kwaliteit een stuk teruggaat, maar ook hier alweer ligt de schuld niet bij de keuring. Wie zijn zaaizaad op warme of vochtige plaats bewaart, mag niet boos kij ken, als b(j den uitzaai de kiemkracht sterk verminderd is. De schuld ligt niet bij de keu ring, maar bij den kooper. Het komt hter dus maar op goed begrij pen aan. Het is zelfs voorgekomen en door proeven bevestigd, dat gezonde poters in het voorjaar en ook wel gedurende den winter bij doel matige bewaring besmet werden met een ziekte, die een veel mindere opbrengst tenge volge had, dan men redelijkerwijze had mo gen verwachten. Later bleek, dat bladluizen niet zelden huizen op de uitloopers van de aardappels in den kelder of schuur. En die zuigende luizen brachten de ziekte over van den eenen poter op den anderen. Wij kunnen een ieder aanraden: gebruikt niets anders meer dan goedgekeurd zaai- en poot goed om te zaaien of te poten. Maar hecht geen grootere waarde aan de keuring, dan men er aan hechten mag. Een andere klacht is deze, dat men poters bestelt en men groote krjjgt. Dan moet men snijden en dit is voor iemand, die het niet meer bij de hand had, een minder prettig werkje. Het komt ook vaak voor, dat men van alles krijgt, groot en klein door elkaar, veld gewas dus. Dat is ook niet prettig als men op mooie poters rekende. Maar dekweeker, die blfl was, dat zijn veld was goedgekeurd, dacht natuurlijk; elk mud is er één. En alles is goed om te poten, dus.... Wenscht U dus speciaal potermaat of groot of klein of veldgewas, let dan goed op in de prijscouranten, de prijs staat er bij en de maat eveneens. Wijt het dan aan U zelf, als de maat niet goed is... of bij afwijking van maat; reclameer dan bij den leverancier. De verkoo- per is altijd te achterhalen, want op het cer tificaat staat aangegeven de verbouwer. PRACTISCH ALLERLEI. Het stekken van Kruisbessen, Wie kruisbessen in zyn tuin heeft, kan in deze maand gerust een begin maken met stekken. Deze wyze van voortkweeking levert geen bijzondere moeilijkheden op en geeft in de meeste gevallen goede resultaten. Voor dit doel kiest men eenige krachtige gezonde struiken uit en van de goed ont wikkelde scheuten worden stekken gesne den, waarvan de lengte varieert tusschen 25-30 c.M. Het is bijna overbodig nog eens te her halen dat zulk een stek altijd vlak onder den knoop moet worden afgesneden en liefst al- tyd van een zoogenaamd „hieltje" voorzien moet zijn. De stekken bomen ongeveer voor 6/8 ge deelte in den grond te staan. Voor men hem daarin plaatst worden eerst de bladeren, welke zich op dat gedeelte en nog even daar boven bevinden, verwyderd. De planting geschiedt by voorkeur op een beschut plaatsje in den tuin en het verdient aanbeveling den grond van te voren met wat zand en bladaarde te vermengen. Nadat deze stekken in den grond geplaatst zyn worden ze flink aangedrukt. In October kunnen de roode en witte bes- senstruiken op dezelfde wijze behandeld wor den. Het planten van Aardbeien. Eenigen ty d geleden schreven wij over het afleggen van aardbeien. September nu is de maand, waarin de afleggers van de moeder planten moeten worden afgesneden en op de rabatten kunnen worden uitgeplant. De vak= ken zijn natuurlijk eerst goed gespit en be mest voor men aan het uitplanten begint. Wij herinneren er nog eens aan, dat de plantjes op een onderlingen afstand van on geveer 25 c.M. komen te staan en op rijen worden gezet die 50 c.M. tusschenruimte hebben. EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG WOENSDAG. De voorbereiding voor den verkoop is de halve overwinning in het strijdperk van den koophandel. „Om haar gezondheid daarbij totaal te verliezen Later heeft ze het hoofd dan vol geleerdheid en is er maar één ding, dat haar verhindert praktisch nut daarvan te, trekken haar zieklijk lichaam. Maar dit heb ik u al dikwijs genoeg voorbehouden en ge weet precies hoe ik daarover denk, mevrouw. Goedenavond." Hij zeide dit op knorrigen toon en ging schielijk heen. Ik had hem nog nooit zoo gezien. Na zijn vertrek bleef 't een geruime poos stil. Mijne moeder had zich in een van de uitgebouwde vensterbanken neergezet en keek naar buiten. Ik wachtte, dat zij iets zou zeggen, en staarde ook naar den verbleekenden gloed aan den hozizon, waartegen de huizen van het dorp zich aan de overzijde van de uitgestrekte weilanden scherp afteekenden. Geen woord liet zich echter hooren. Eindelijk een zacht gesteun. „Mama!" riep ik, op haar toesnellende. Zij liet mij de hand, waar wendde het gelaat af. Mama, vindt gij 't beter dat wij verhuizen? Laten wij 't dan maar doen; we behoeven immers niemand rekenschap daarvan te geven. Zal ik naar beneden gaan en aan de nicht zeggen dat we tóch heengaan.' „Neen!" antwoordde zij kortaf. „Blijven we hier?" „Ja, 't zal wel moeten," antwoordde zij met een gpdwongen lach, die mij akelig in de ooren klonk. Ik herinner mij dien avond nog zoo duidelijk, de gedrukte stemming, waarin ik verkeerde, evenals vóór een onweer. Het voorgevoel van een dreigend ongeluk overviel mij eensklaps, het begin van iets onbeschrijfelijk treurigs was ophanden. Mama stak eindelijk de lamp aan, schreef aan freule Degenberg, dat wij bleven en stuurde naar de nicht om te zeggen, dat wij dezelfde kamers, die wij tot hiertoe gehad hadden en wel tot den zelfden prijs konden behouden, wij alles onver anderd wilden laten. Ik vond de oude juffrouw beneden in de keuken, in zulk een zindelijke, van ijzer en koper blinkende keuken, als men "alleen daar aantreft, waar de vrouw des huizes zelve nog gaarne kookt en haar eer er in stelt, de wit geschuurde tafels blin- kenste potten en pannen te hebben. De nicht zelve in haar zwarte japon en kraaknetten witten schort zag er als een poppetje in een doosje uit en was zoo stil en toch zoo vlug en handig in haal bewegingen, alsof zij achttien en niet vierenzestig jaren achter den rug had. Haar mager gelaat met de diepe rimpels en de dunne, meestal stijf opeen geklemde lippen behield echter altijd de gewone strenge en bitse uitdrukking, om 't even of zij abrikozen of zure augurken at. Dien dag trof haar voorkomen mij echter bijzon der. Wel zag zij er altijd uit, alsof ze zeer veel ver driet doorstaan, stilzwijgend gezien had, alsof ze het leven slechts als een noodzakelijken arbeid een opgelegde taak beschouwde, die men moest afdoen, ordelijk en netjes, eer men naar bed ging om de wél verdiende rust te smaken. Maar dien dag drukte haar gelaat nog iets heel anders zoo iets angstigs uit. Zij maakt juist het avondeten voor den heer des huizes klaar. Dit bestond uit lijsters ieder op een snede geroosterd brood gelegd; even uitlokkend als nicht Hemel zelve, maar gelukkig niet zoo mager, dachj ik ondeugend, jong ding als ik was. „Goedenavond nicht," zeide ik, en toen zij den door haar gereedgemaakten schotel aan het kamer meisje ter hand had gesteld om dezen naar binnen te brengen, kwam ik met mijn boodschap voor den dag. Op het oud, gerimpeld aangezicht onder de sneeuwwitte tulen muts vertoonde zich een vluch tig rood. „Goed, freule Annelise," zeide zij be daard; „ik zal 't overbrengen." En daarop maakte zij zich gereed mijnheer Wolmijer gezelschap te houden bij zijn souper," terwijl zij den schotel haverdegort, dien zij eiken avond van haar leven placht te eten, opnam en hiermee de keukendeur uitging. Wij liepen naast elkander tot in de groote gang, toen zeide zij nog eens: ,,'t Is goed, ik zal de boodschap overbrengen," en verdween in de eet kamer, welker deur de meid voor haar opende. Ik kon nóg even mijnheer Wolmeijer aan tafel zien zitten, juist in zoo'n ongelukkigen lijster bijtende. Zijn gedachten en besluiten schenen zijn eetlust althans niet bedorven te hebben. Nauwelijks was ik weer bij ons boven terug, toen het kamermeisje haastig achter mij aankwam. Wel de complimenten en dat 't mijnheer Wolmeijer zeer veel genoegen deed en dat 't goed was; eerst daags zou hij het nieuwe huurcontract ter onder- teekening sturen. Mijne moeder, die bij de lamp aan de tafel zat, nog altijd met hetzelfde bleeke gelaat, antwoordde niet anders dan; „Compliment weerom!" Daarop verzonk zij weer in haar gepeins, ik haalde mijn boeken voor den dag, kreeg pen en inkt en verzamelde mijn gedachten om een lied van Béranger in het Duitsch te vertalen. Op eens sloeg zij het boek met een schielijk handgebaar dicht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1