31
ZATERDAG
AUGUSTUS 1929
11E JAARGANG. - N°. 84
Week-revtte.
FEUILLETON.
DOOR EENS ANDERS SCHULD.
MEDISCHE RUBRIEK
prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
t 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Binnenland.
Onze deftige residentie telt een groote
aantrekkelijkheid minder, nu de conferentie
tot het verleden behoort en de politieke
kopstukken hun koffers hebben gepakt en
jn afgereisd, om voor een groot deel naar
Genëve af te reizen. Ook de buitenlandsche
journalisten zijn weer vertrokken.
Zoowel voor als tijdens de conferentie is
er met prijzenswaardigen |j ver naar gestreefd
het alle deelnemers naar den zin te maken
en hierin is men zeer gelukkig geslaagd.
Op de talrijke uitstapjes hebben de heeren
ons land beter leeren kennen, dragen allen
aangename herinneringen mee aan het kleine
landje aan de zee, ontwoekerd aan de baren,
waar met noesten vlijt wordt gewerkt en
waar meer welvaart heei scht, dan wel eens in
mopperige stemming wordt erkend. Menige
loftrompet is door de buitenlanders over ons
landje gestoken en de zwoegende ambtenaren
van tante Pos, welke zoo schitterend heb
ben gezorgd voor uitstekende en vlugge ver
bindingen, hebben behalve hartelijke pluim
pjes, ook allen een souvenir van de geza-
melijke persmenschen ontvangen Een hulde
welke volkomen is verdiend.
Voor de Haagsche rechtbank heeft zich
dezer dagen het eerste naspel afgespeeld
van het bekende revolverdrama van 13 Mei
in de Adriaan Goedkooplaan, waarbij de
twintigjarige student O. de C., de even
eens twintigjarige mej. A. B., dochter van
een der vice-presidenten der Haagsche recht
bank, in de opwelling eener jaloersche bui
heeft neergeschoten, omdat het slachtoffer
een einde aan de kennismaking wenschte te
maken en de gewisselde correspondentie
opvroeg.
Voor de behandeling dezer zaak bestond
vooral van de zijde der balie zeer groote
belangstelling. Het publiek werd teleurge
steld, aangezien alleen die menschen wer
den toegelaten, die uit beroepsbelangen er
bij moesten zjjn. Het slot van dit droeve
drama, waardoor twee families zoo zwaar
zijn getroffen, was de eisch van den officier
mr. Blok, de veroordeeling van verdachte
tot acht jaar gevangenisstraf.
Voor de verkiezingen is er in de Tweede
Kamer meer dan eens een lans gebroken
voor de Zuiderzeevisschers, welke in verband
met de drooglegging financiëele schade on
dervinden en waarvan zeer velen een ander
beroep moeten kiezen. De oplossing van dit
vraagstuk is geenzins gemakkelijk en tot
overmaat van ramp werken de betrokkenen
lang niet altijd in die mate mee, als eigen
lijk wel' mocht worden verwacht.
Uit het verslag der Generale Commissie,
bedoeld in artikel 3 derZuiderzeesteunwet,
welke commissie naarstig zoekende is naar
werkgelegenheid, wordt dienaangaande een
ernstige klacht geuit.
In de mededeelingen dezer commissie
over het 2e kwartaal 1929 staat o.a Tot
haar leedwezen moest de commissie meer
malen vaststellen, dat belanghebbenden, die
W HEIMBURG.
VERTALING VAN HERMINE.
Geautoriseerde uitgave van D. Bo le.)
6)
Ik moest nog lang kloppen, eer zij opendeed en
ik onzen ouden huisvriend, den dokter, bij haar
kon aandienen. Zij was terstond bereid hem te
ontvangen en ik hoorde hem nog even zeggen:
„Wel, wel, wat is er weer gaande, mevrouw van
Sternfeld? Zit ge te schreien?" Daarop werd de
deur achter hem gesloten en stond ik alleen aan
het venster van onze huiskamer en zag in de
schemering van dien Octoberavond op het dood
sche voorplein neer, dat echt vorstelijk met een
groot, door een ijzeren hek ingesloten grasperk
versierd was. In het midden verhief zich een fraaie
zandsteenen fontein, een waterspuwende leeuw
voorstellende, die het wapenschild van het ge
slacht van Serrenburg nog altijd in zijn klauwen
hield, zeker tot groote blijdschap van mijnheer
Wolmeijer, die om het andere woord van „feudaal"
sprak.
't Was vreemd, dat alle menschen in onze kleine
stad veel met Wolmeijer ophadden; ik ten minste
vond dit vreemd, daar ik hem niet kon uitstaan.
Waarom niet? Ik had 't niet kunnen zeggen, en
wist ook niets van eenig belang tegen hem in te
haar hulp ter verkrijging van werk hadden
ingeroepen, wanneer hun werk werd aan
geboden, zich niet beschikbaar wenschten
te stellen. Het is zelfs voorgekomen, dat
door de Ned. Spooorwegen de vervulling
van een vacature waarvoor talrijke andere
'adigden waren, tevergeefs werd aange
boden aan achtereenvolgens vyf belangheb
benden, die zich aanvankelijk daarvoor had
den aangemeld.
Zullen de Zuiderzeeridders in de Tweede
Kamer straks bij heropening nog zoo hard
op de groote reclametrom slaan, of zullen
ze dan een toontje lager zingen.
Buitenland.
De Engelsche regeering heeft de handen
meer dan vol en nauwelijks isdeeenezorg
verdwenen, of andere zorgen kondigen zich
eds weer aan of zijn er reeds.
Een van de nieuwe zorgen van Londen
zijn de plaats gehad hebbende onlusten in
Palestina tusschen Joden en Arabieren Bij
deze onlusten is het ver van kalmpjes toe
gegaan en tientallen Joden en Arabieren zijn
gedood, terwijl eenige honderden min of
meer ernstig zijn gewond. Uit de verschil
lende telegrammen, die elkaar meer dan eens
gedeeltelijk tegenspreken blijkt ongeveer dat
het totaal aantal dooden schommelt tusscben
200 h 300.
Niet alleen in Jeruzalem is er gevochten,
doch ook in de omliggende plaatsen is er
stevig geknokt. De Engelsche regeering
schijnt door deze plotselinge uitbarsting ge
heel overrompeld te ziju en de beschikbare
troepen en politie waren volkomen onmach
tig om den toestand te beheerschen. Hals
over kop zijn er versterkingen afgezonden,
door eenige oorlogsbodems met troepen te
zenden, aangezien een snel onderdrukken
urgent werd.
De moeilijkheden tusschen de Joden en
Arabieren zijn het gevolg van strijd over den
klaagmuur, het laatste overblijfsel van den
tempel van Salomo, thans tevens een dei-
muren van de Haram ssj Sjerif, een moskee,
op de plaats van den tempel gebouwd en
waaruit volgens den Koran, Mohamed op zijn
paard Borah vertrokken is op zyn nachte
lijken rit naar den hemel. De twistappel
waar het hier dus om gaat, waar nu zoo
bloedig om is gestreden, is dus gewijde
Joodsche en Mohamedaansche grond.
Bij deze muur komen de Joden hun klaag
zangen opzeggen en deponeeren ze hun ver
zoekschriften in den muur en onder Turksch
bewind gaf dit weinig aanleiding tot botsin
gen. Sinds Palestina Britsch mandaatsgebied
is, hebben zich meerdere malen ernstige
incidenten afgespeeld en schijnt de verhou
ding tusschen Joden en Arabieren aanmer
kelijk te zijn verslechterd. Verdraagzaamheid
op godsdienstig gebied is een teer iets, dat
zeer gemakkelijk kan worden verstoord. Wat
nu wel de juiste toedracht en wat de juiste
oorzaken zijn, doen momenteel weinig ter
zake en zyn door niemand vanuit de verte
aan te geven. Daarvoor is de zaak van alle
kanten wat te rijkelijk vertroebeld. Beide
partyen geven elkaar de schuld en geen van
beide is in dezen vrij van schuld. Fanatieke
elementen hebben deze onderlinge kibbel-
partijtjes tot overdreven proporties opge
blazen, met het bekende gevolg.
Als het kalf verdronken is dempt men de
put en de Engelsche regeering die tot voor
kort een veel te slappe houding in deze
kwestie heeft aangenomen, zeer tot schade
der Engelsche reputatie, heeft krachtige
maatregelen genomen tot onderdrukking
dezer relletjes, welke in korten tijd zoo'n
geweldigen omvang hebben genomen.
Ook buiten Palestina, waar talrijke Kain's,
de vergelijking is niet juist, met moord
plannen rondloopen, is er herrie in over
vloed, meer dan eigenlijk wel wenschelyk
is. De eeuwige burgerstrijd in Afganistan
duurt nog altijd voort, met afwisselend suc
ces, doch waarby in ieder geval talrijke
slachtoffers vallen. In het Oosten staan de
Russische en Chineesche legers dreigend
tegenover elkaar, wordt er door ongeregelde
troepen gevochten, wat deze ongeregelde
troepen zijn is niemand duidelijk, trouwens
de heele toestand is dermate verward dat
niemand er meer uit wijs kan worden. Dezer
dagen hebben we het feit herdacht dat het
Kellogg-pact een jaar oud is en met dank
baarheid geconstateerd dat het eerste jaar
de geest van dit pact niet al te zeer is aan
gerand, doch als men de dreigende berichten
leest, dan heeft het er veel van, dat het
tweede jaar minder gunstig zal verloopen.
Als men de verschillende berichten over
Rusland bestudeert, dan zou men anders wel
tot de conclusie komen, dat Moskou eigenlijk
meer urgente dingen aan het hoofd moest
hebben dan oorlogvoeren.
Na het bezoek der Engelsche handels
delegatie zijn er nu in Rusland do Ameri
kanen eens gaan zien of er wat te halen viel.
De indruk der Amerikanen is ver van gunstig
geweest, de heeren hebben eenige duizenden
K.M. gereisd, natuurlyk onder controle, zoo
wel gedurende den dag als 's nachts en de
Sowjet zal er wel voor gezorgd hebben, dat
de heeren alleen daar kwamen neuzen, waai
de toestand het best is. Van groote zaken
en vooral van het beleggen van Amerikaansch
kapitaal op langen termijn, is voorloopig
geen sprake, omdat men dit wegens de poli
tieke opvattingen der Sowjet-machthebbers
ongewenscht achtte.
Een zeer felle aanklacht tegen het huidige
regiem in Rusland, is een in de Iswestia van
18 Augustus gepubliceerde brief van een
groep jongelui, welke dezen brief aan den
bekenden schrijver Maxim Gorki hebben ge
richt.
Deze brief luidt:
Kameraad Gorki 1 Wij allen hebbende
middelbare school beëindigd en onze droom
is in een inrichting van hooger onder wys
opgenomen te worden, maar wij zijn, helaas,
kinderen van vroegere bourgeois en wij vin
den overal gesloten deurenwij worden niet
toegelaten tot de scholen, wij kunnen geen
betrekking krijgen, wij kunnen geen werk
vinden. Wij zijn door het leven uitgestooten
En waarom? Alleen omdat onze ouders door
den Sowjetstaat als vreemd element worden
beschouwd Wat jammer, dat wij geen armere
ouders konden kiezen om op deze wijze recht
van bestaan te verwerven. Tot de scholen
worden wij niet toegelaten, uit alle bureaux
worden wij geweerd, in geen enkele fabriek
worden wij aangenomen, grond om te bewer
ken krijgen wij niet. Wat moeten wij doen
Hoe moeten wij bestaan?
U stelt belang in het leven van Rusland
maar hebt ge iets over dit vraagstuk gehoord
over de lijdende kinderen? Of sluit ge opzet
telijk uw oogen voor ons leed en mist ge den
brengen en paste dus wel op openlijk hiervoor uit
te komen, daar ik 't in dit geval zelfs met tante
Degenberg aan den stok zou gekregen hebben.
Mijnheer Wojmeijer, lid van den stedelijken raad.
stelde de oude dame jaarlijks omstreeks kerstmis
een groote som gelds ter hand, zonder welke 't er
zeer schraaljes met haar „armekinderenbedeeling"
zou hebben uitgezien. Mijnheer Wolmeijer deed
bovendien véél goed. Hij had een huis gebouwd
voor oude vrouwen, die niet meer in staat waren
haar brood te verdienen, dat hij ter eere van zijne
echtgenoote „Johannastichting" noemde: hij had
aan de stad een zuil geschonken „ter herinnering
aan de in de oorlog gevallenen", en een kunstig
gesmeed ijzeren hek rondom den Luther-beuk; op
een dozijn banken op de singels en wandelpaden
stond met groote letters te lezen: „Opgericht door
het lid van den stedelijken raad Wolmeijer, tot
verpoozing van zijne medeburgers"; zijn naam
prijkte bovenaan op alle inteekenlijsten. Hij ver
tegenwoordigde de behoudende partij van de stad
in den landdag; hij ontbrak zondags nooit in de
kerk, gaf fijne diners en noodigde zijn vrienden
mee op de jacht, waartoe hij uitgestrekte gronden
van de boeren voor grof geld had gepacht. Hij
stuurde een haas of een paar patrijzen huis aan
huis bij de voomaamsten van de stad, gaf aan de
kinderen van zijne bekenden met kerstmis de
uitgezochtste lekkernijen en met Paschen ge
kleurde eieren kortom, alle mannen, vrouwen
en kinderen te Westenberg wisten niets op hem
aan te merken, maar integendeel zeer veel in hem
te prijzen, 't Was alleen maar jammer, dat hij om
Johanna van de eigenlijke „conversatie" buiten
gesloten was, dat hij in de sociëteit nooit een
plaats aan de tafel van de gepensionneerde offi-
moed over dit vraagstuk te schryven.
Zoo verder leven kunnen wij niet, dat is
vreeseiyk lijden. De staat moest zulke kin
deren als wij zijn vernietigen. Wij hebben
toch geen enkele misdaad begaan, waarom
straft ons de staat op zulke wreedewyze?
Vervloekt zij het uur, toen wij op de wereld
kwamen.
Een groep misdeelde kinderen.
Een verdere beschouwing over deze brief,
komende uit een Russisch blad is overbodig,
het is de meest striemende aanklacht tot
heden tegen Moskou geuit.
De Haagsche conferentie heet dan eindeiyk
te zijn geslaagd, terwijl dit wordt neerge?
schreven komen de eerste berichten over het
bereikte accoord binnen, meldende dat de
Engelschen voor nagenoeg 80 hunner
eischen de voorstellen van Frankrijk, Italië,
Japan en België hebben geaccepteerd. De
vasthoudendheid van Snowden, de man die
door zijn tegenstanders gedurende de afge-
loopen weken meer dan eens naar zeer warme
doch niet op de wereldkaart voorkomende
warme streken is verwenscht, heeft de zege
behaald en de Engelsche belastingbetaler
heeft reden hierover tevreden te zyn. Jaar
lijks een veertig millioen mark meer vormt
een aardig sommetje en is werkelijk wel de
moeite waard.
Alles is nu nog wel niet in kannen en
en kruiken, omdat ook de Duitschers in deze
voorstellen nog gekend moeten worden aan
gezien het blok van vier zoo royaal was ook
een Duitsche veer te trekken. Als dit ter
perse gaat wordt hierover onderhandeld, doch
we mogen veilig aannemen dat dit geen
onoverkomelijke bezwaren|zal opleveren. Een
klein beetje meer toegevendheid op het ge
bied der vervroegde ontruiming en de Duit
schers zullen gaarne bereid zijn na het uit
trekken van eenige belangrijke slagpennen,
het plukken van een paar donsveerljes ook
goed te keuren. Of het nu 2050 millioen mark
wordt of 2050 mark per jaar, maakt niet
zoo'n groot verschil. Dat alles zal worden
uitgevoerd zooals tot heden wordt becyferd,
gelooft toch niemand.
Met een zucht van verlichting kunnen de
heeren naar hun haardsteden terugreizen,
om straks te Genève opnieuw bijeen te
komen. Het leven van diplomaten is druk
tegenwoordig, niet alleen wat het onderhan
deion betreft, toch ook het reizen en het ver
slaan van diners enz. Geen wonder dat de
heeren vermoeid zijn en blij dat ze weer
eens van lucht kunnen veranderen.
Van de overblijvende berichten vermelden
we nog het ernstige spoorwegongeluk te
Duren in Duitschland, waar de sneltrein Pa
rijs—Warschau is ontspoord, als gevolg van
te snel rijden, waarbij in totaal 14 personen
werden gedood en ruim 40 min of meer ern
stig gewond.
Uit het ingestelde onderzoek is gebleken
dat de chef van dienst van het station Dueren
den machinist van den verongelukten trein
verkeerde instructies heeft meegegeven,
waardoor deze op de verkeerde plaats de
snelheid verminderde en juist de gevaarlijke
plaats met volle snelheid passeerde Onder
de slachtoffers bevinden zich geen Neder
landers.
eieren kon veroveren, dat de burgemeester bij zijn
officiëele heerendiners ter eere van den gouver
neur der provinsie steeds vergat mijnheer Wol
meijer een uitnoodiging te zenden, en dat het
knoopsgat van zijn jas tot dusver nog onversierd
was gebleven. Ik had gemerkt, dat hij deze en
dergelijke minder aangename ondervindingen aan
zijne Johaana geweten en, daardoor knorrig be
stemd, haar afschuwelijk behandeld had. Kinde
ren hebben een scherpziend oog voor onrechtvaar
digheden. Dit was misschien wel de reden, waarom
ik mijnheer Wolmeijer niet kon uitstaan; ik was
verontwaardigd, dat hij met zulk een spotachtig
medelijden tegenover anderen van zijne vrouw
sprak en ook van de nicht, die zich overigens nooit
in gezelschap vertoonde. Ik wist wel beter, wie het
roer in handen had, wist dat hij, zonder die een
voudige vrouw, de eene domheid vóór en de andere
na zou hebben begaan.
Juist zag ik hem met de nicht het voorplein
overstappen; misschien kwamen zij van het kerk
hof terug, waar ze een krans op dezen herinnerings
dag hadden neergelegd. Ja, de nicht had immers
gezegd dat zij mijne moeder wilde spreken. Zeker
over onze woning. O, die woning! 't Zou hard
vallen haar te veralten en tegen een klein burger
huis te verwisselen, van die kamers en gangen
afscheid te nemen, die er ondanks alle ontbre
kende behangsels en kachels, ondanks muizen en
door ouderdom slecht sluitende vensters zoo voor
naam uitzagen!
Hoe vreeselijk lang bleef de dokter dien dag en
hoe zacht werd daarbinnen gesproken!
Op eens werd er aan de deur gerikt zoo luid
en onbeschaamd als ik 't nog nooit had gehoord.
Wie zou 't zijn? Nicht Hemel's beschroomd tikje
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Over de gezondheid onzer kinderen.
Uit 't voorgaande hebt U dus kunnen
leeren, dat men de borst moet geven, echter
nog niet, hoe men dit moet doen.
Nu dit is bij de meeste kinderen eenvoudig
genoeg en enkele algemeene regels wil ik
hier gaarne geven, alweer met dien verstande,
dat er uitzonderingen op zyn, die alleen na
onderzoek van het kind zelve zijn teregelen.
Men weet door allerlei onderzoekingen
(o.a. X-foto's van de maag;, dat ongeveer
3 uur verloopen, voordat 't voedsel door de
maag is verwerkt, dus voor de maag weer
leeg is.
Men moet als eerste regel vasthouden aan
een vasten rusttyd van minstens drie uur
tusschen twee voedingen; anders zouden
half verteerd en versch voedsel tegelijk in
de maag samenkomen, en de vertering van
beiden zou hieronder lijden. By borstkinderen
kan men meestal langer dan drie uur wach
ten met de volgende voeding en dit heeft
bovendien het voordeel, dat de maag door
de rust die zij, leeg zynde, gehad heeft,
ontvankelijker wordt voor't volgend voedsel
en dit dus beter verwerkt.
Men wachte (en dit geldt ook vaak voor
flesch-kinderen) liefst vier uur tusschen eiken
maaltijd en daar wij den kinderen's nachts
rust geven (ook hun maag) komen wy dus
op vijf borstvoedingen per 24 uur en wel
om 6, 10, 2, 6 en 10 uur. Ieder richte deze
uren naar zijn eigen levenswijs in en daarom
is bijvoorbeeld 7, 11, 3, 7 en 11 uur even
goed.
Men geve echter slechts één borst eiken
keer en late hieraan ongeveer 10-15 minuten
drinken, 't Is steeds noodig dat het kind de
borst goed leeg drinkt, daar 't laatste zog
het vetste, dus voedzamer is en bovendien
een borst zich alleen goed vult, als hij de
vorige maal ontledigd is; dit laatste aan te
toonen door de borst na 't drinken met de
hand te trachten te ontledigen. Er mogen
dan geen stralen meer uitkomen.
Soms geeft één borst te weinig, 't kind
is dan nog hongerig en men kan reeds na
korten drinktyd bespeuren dat de borst vol
ledig is leeggedronken, 't Is dan noodig de
andere borst te geven. Bedenk echter wel,
dat menig kind 't makkelijker vindt van
beide borsten 't bovenste af te drinken dan
één borst door flink trekken geheel leeg te
drinken. Toch is dit laatste beter en moet
men dus alléén de tweede borst geven, als
de eerste geheel leeg is en te weinig zog
in zich had. Geeft men beide borsten dan
kan men aan beide samen 20 minuten laten
drinken. Langer drinken vermoeit moeder
was 't niet.
„Binnen!" zeide ik aarzelend.
„Doe ik u geen belet, mevrouw?" vroeg een
mannenstem. „O, zijt gij daar, freule Annelise?
Zou ik uw mama even kunnen spreken? Een oogen-
blik maar?"
Mijnheer Wolmeijer zelf! Hoe merkwaardig! Hij
was nooit bij ons geweest, sedert hij nog tijdens
het leven van papa bij zijn telkens herhaalde,
vriendschappelijke bezoeken „mijnheer en me
vrouw" toevallig nooit thuis had getroffen, zelfs
als hij hen kort van te voren de stoep had zien
opgaan.
„Mama?" vroeg ik verwonderd. „Mama heeft
den dokter bij zich."
„Waarom zegt hij niet: „freule,van Sternfeld?"
dacht ik wrevelig. De man kon nu ééns niets naar
mijn zin doen.
„Uwe moeder heeft mij zeer veel verdriet ge
daan," begon hij droefgeestig, terwijl hij zijn
nieuwen grijzen cilinder voorzichtig naast zijn stoel
op den grond neerlegde. „Zij schrijft mij dat ze wil
verhuizen! Maar waarom? En waarvoor? Wel,
't zou mij geweldig spijten, als uw moeder een
andere wonig betrok! Weet gij soms de aanleiding
tot dat besluit, freule Annelise? Ik kan niet anders
zeggen, dan dat 't mij pijnlijk heeft getroffen, juist
nu ik ben nog zóó getroffen, zoo weemoedig
gestemd
Op dit oogenblik trad mijne moeder binnen met
een blosje op de wangen en een vochtigen glans
in de oogen, beeldschoon in haar eenvoudige
zwartwollen japon, zooals zij na papa's dood meest
al droeg. Zij keek verbaasd op, toen zij mijnheer
Wolmeijer gewaar werd, die zijn lorgnet aan het
zwartzijden lint even schielijk afnam, als hij 't bij
haar komst opgezet had.
„Maar, mevrouw," hief hij aan op klagenden
toon, „maar, mijn lieve mevrouw, waarmee heb ik
't verdiend, dat ge mijn huis wilt verlaten? Ik
ben hier gekomen Hij had de hand van mama
gegregen en bracht deze lomp en onbeholpen aan
zijn mond „ik ben hier gekomen om u te vragen
wat ge in uwe woning anders zoudt verlangen.
Zeg 't mij zonder omwegen, ik ben tot alles bereid,
ik
,,'t Is mij hier te groot," antwoordde mijne moe
der bedaard.
„Ge zoudt mij een dienst doen, als ge mij nog
een van uw kamers wilt afstaan," hernam hij. „Ik
laat 't aan u over, mevrouw, welke gij het best
zult kunnen missen."
,,'t Spijt mij, ik heb al ten minste zoo goed
als een andere woning gehuurd."
„Al gehuurd? Waar dan, als ik vragen mag?"
klonk op dit oogenblik de stem van den dokter,
wiens gestalte op den drempel van het vertrek
verscheen. „Waar dan mevrouw?"
„In de Kamerstraat bij den rentmeester Schultze
antwoordde ik in hare plaats. „Tante Degenberg
zal die voor ons huren."
„Dan schijnt ze, met alle respect gezegd, wel
Hier onderdrukte hij een woord, dat niet oorbaar
scheen, te wezen. „Wilt ge daar soms een visch- of
eendenvijver aanleggen? De kelder staat een hal
ven meter hoog vol water en het nat druipt het
geheele jaar van de muren. Kent ge dat huis dan
niet? 't Zou.een zelfmoord zijn, als gij
(Wordt vervolgd.)