31 ZATERDAG AUGUSTUS 1929 11E JAARGANG. - N°. 84 Week-revtte. FEUILLETON. DOOR EENS ANDERS SCHULD. MEDISCHE RUBRIEK prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen t 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Binnenland. Onze deftige residentie telt een groote aantrekkelijkheid minder, nu de conferentie tot het verleden behoort en de politieke kopstukken hun koffers hebben gepakt en jn afgereisd, om voor een groot deel naar Genëve af te reizen. Ook de buitenlandsche journalisten zijn weer vertrokken. Zoowel voor als tijdens de conferentie is er met prijzenswaardigen |j ver naar gestreefd het alle deelnemers naar den zin te maken en hierin is men zeer gelukkig geslaagd. Op de talrijke uitstapjes hebben de heeren ons land beter leeren kennen, dragen allen aangename herinneringen mee aan het kleine landje aan de zee, ontwoekerd aan de baren, waar met noesten vlijt wordt gewerkt en waar meer welvaart heei scht, dan wel eens in mopperige stemming wordt erkend. Menige loftrompet is door de buitenlanders over ons landje gestoken en de zwoegende ambtenaren van tante Pos, welke zoo schitterend heb ben gezorgd voor uitstekende en vlugge ver bindingen, hebben behalve hartelijke pluim pjes, ook allen een souvenir van de geza- melijke persmenschen ontvangen Een hulde welke volkomen is verdiend. Voor de Haagsche rechtbank heeft zich dezer dagen het eerste naspel afgespeeld van het bekende revolverdrama van 13 Mei in de Adriaan Goedkooplaan, waarbij de twintigjarige student O. de C., de even eens twintigjarige mej. A. B., dochter van een der vice-presidenten der Haagsche recht bank, in de opwelling eener jaloersche bui heeft neergeschoten, omdat het slachtoffer een einde aan de kennismaking wenschte te maken en de gewisselde correspondentie opvroeg. Voor de behandeling dezer zaak bestond vooral van de zijde der balie zeer groote belangstelling. Het publiek werd teleurge steld, aangezien alleen die menschen wer den toegelaten, die uit beroepsbelangen er bij moesten zjjn. Het slot van dit droeve drama, waardoor twee families zoo zwaar zijn getroffen, was de eisch van den officier mr. Blok, de veroordeeling van verdachte tot acht jaar gevangenisstraf. Voor de verkiezingen is er in de Tweede Kamer meer dan eens een lans gebroken voor de Zuiderzeevisschers, welke in verband met de drooglegging financiëele schade on dervinden en waarvan zeer velen een ander beroep moeten kiezen. De oplossing van dit vraagstuk is geenzins gemakkelijk en tot overmaat van ramp werken de betrokkenen lang niet altijd in die mate mee, als eigen lijk wel' mocht worden verwacht. Uit het verslag der Generale Commissie, bedoeld in artikel 3 derZuiderzeesteunwet, welke commissie naarstig zoekende is naar werkgelegenheid, wordt dienaangaande een ernstige klacht geuit. In de mededeelingen dezer commissie over het 2e kwartaal 1929 staat o.a Tot haar leedwezen moest de commissie meer malen vaststellen, dat belanghebbenden, die W HEIMBURG. VERTALING VAN HERMINE. Geautoriseerde uitgave van D. Bo le.) 6) Ik moest nog lang kloppen, eer zij opendeed en ik onzen ouden huisvriend, den dokter, bij haar kon aandienen. Zij was terstond bereid hem te ontvangen en ik hoorde hem nog even zeggen: „Wel, wel, wat is er weer gaande, mevrouw van Sternfeld? Zit ge te schreien?" Daarop werd de deur achter hem gesloten en stond ik alleen aan het venster van onze huiskamer en zag in de schemering van dien Octoberavond op het dood sche voorplein neer, dat echt vorstelijk met een groot, door een ijzeren hek ingesloten grasperk versierd was. In het midden verhief zich een fraaie zandsteenen fontein, een waterspuwende leeuw voorstellende, die het wapenschild van het ge slacht van Serrenburg nog altijd in zijn klauwen hield, zeker tot groote blijdschap van mijnheer Wolmeijer, die om het andere woord van „feudaal" sprak. 't Was vreemd, dat alle menschen in onze kleine stad veel met Wolmeijer ophadden; ik ten minste vond dit vreemd, daar ik hem niet kon uitstaan. Waarom niet? Ik had 't niet kunnen zeggen, en wist ook niets van eenig belang tegen hem in te haar hulp ter verkrijging van werk hadden ingeroepen, wanneer hun werk werd aan geboden, zich niet beschikbaar wenschten te stellen. Het is zelfs voorgekomen, dat door de Ned. Spooorwegen de vervulling van een vacature waarvoor talrijke andere 'adigden waren, tevergeefs werd aange boden aan achtereenvolgens vyf belangheb benden, die zich aanvankelijk daarvoor had den aangemeld. Zullen de Zuiderzeeridders in de Tweede Kamer straks bij heropening nog zoo hard op de groote reclametrom slaan, of zullen ze dan een toontje lager zingen. Buitenland. De Engelsche regeering heeft de handen meer dan vol en nauwelijks isdeeenezorg verdwenen, of andere zorgen kondigen zich eds weer aan of zijn er reeds. Een van de nieuwe zorgen van Londen zijn de plaats gehad hebbende onlusten in Palestina tusschen Joden en Arabieren Bij deze onlusten is het ver van kalmpjes toe gegaan en tientallen Joden en Arabieren zijn gedood, terwijl eenige honderden min of meer ernstig zijn gewond. Uit de verschil lende telegrammen, die elkaar meer dan eens gedeeltelijk tegenspreken blijkt ongeveer dat het totaal aantal dooden schommelt tusscben 200 h 300. Niet alleen in Jeruzalem is er gevochten, doch ook in de omliggende plaatsen is er stevig geknokt. De Engelsche regeering schijnt door deze plotselinge uitbarsting ge heel overrompeld te ziju en de beschikbare troepen en politie waren volkomen onmach tig om den toestand te beheerschen. Hals over kop zijn er versterkingen afgezonden, door eenige oorlogsbodems met troepen te zenden, aangezien een snel onderdrukken urgent werd. De moeilijkheden tusschen de Joden en Arabieren zijn het gevolg van strijd over den klaagmuur, het laatste overblijfsel van den tempel van Salomo, thans tevens een dei- muren van de Haram ssj Sjerif, een moskee, op de plaats van den tempel gebouwd en waaruit volgens den Koran, Mohamed op zijn paard Borah vertrokken is op zyn nachte lijken rit naar den hemel. De twistappel waar het hier dus om gaat, waar nu zoo bloedig om is gestreden, is dus gewijde Joodsche en Mohamedaansche grond. Bij deze muur komen de Joden hun klaag zangen opzeggen en deponeeren ze hun ver zoekschriften in den muur en onder Turksch bewind gaf dit weinig aanleiding tot botsin gen. Sinds Palestina Britsch mandaatsgebied is, hebben zich meerdere malen ernstige incidenten afgespeeld en schijnt de verhou ding tusschen Joden en Arabieren aanmer kelijk te zijn verslechterd. Verdraagzaamheid op godsdienstig gebied is een teer iets, dat zeer gemakkelijk kan worden verstoord. Wat nu wel de juiste toedracht en wat de juiste oorzaken zijn, doen momenteel weinig ter zake en zyn door niemand vanuit de verte aan te geven. Daarvoor is de zaak van alle kanten wat te rijkelijk vertroebeld. Beide partyen geven elkaar de schuld en geen van beide is in dezen vrij van schuld. Fanatieke elementen hebben deze onderlinge kibbel- partijtjes tot overdreven proporties opge blazen, met het bekende gevolg. Als het kalf verdronken is dempt men de put en de Engelsche regeering die tot voor kort een veel te slappe houding in deze kwestie heeft aangenomen, zeer tot schade der Engelsche reputatie, heeft krachtige maatregelen genomen tot onderdrukking dezer relletjes, welke in korten tijd zoo'n geweldigen omvang hebben genomen. Ook buiten Palestina, waar talrijke Kain's, de vergelijking is niet juist, met moord plannen rondloopen, is er herrie in over vloed, meer dan eigenlijk wel wenschelyk is. De eeuwige burgerstrijd in Afganistan duurt nog altijd voort, met afwisselend suc ces, doch waarby in ieder geval talrijke slachtoffers vallen. In het Oosten staan de Russische en Chineesche legers dreigend tegenover elkaar, wordt er door ongeregelde troepen gevochten, wat deze ongeregelde troepen zijn is niemand duidelijk, trouwens de heele toestand is dermate verward dat niemand er meer uit wijs kan worden. Dezer dagen hebben we het feit herdacht dat het Kellogg-pact een jaar oud is en met dank baarheid geconstateerd dat het eerste jaar de geest van dit pact niet al te zeer is aan gerand, doch als men de dreigende berichten leest, dan heeft het er veel van, dat het tweede jaar minder gunstig zal verloopen. Als men de verschillende berichten over Rusland bestudeert, dan zou men anders wel tot de conclusie komen, dat Moskou eigenlijk meer urgente dingen aan het hoofd moest hebben dan oorlogvoeren. Na het bezoek der Engelsche handels delegatie zijn er nu in Rusland do Ameri kanen eens gaan zien of er wat te halen viel. De indruk der Amerikanen is ver van gunstig geweest, de heeren hebben eenige duizenden K.M. gereisd, natuurlyk onder controle, zoo wel gedurende den dag als 's nachts en de Sowjet zal er wel voor gezorgd hebben, dat de heeren alleen daar kwamen neuzen, waai de toestand het best is. Van groote zaken en vooral van het beleggen van Amerikaansch kapitaal op langen termijn, is voorloopig geen sprake, omdat men dit wegens de poli tieke opvattingen der Sowjet-machthebbers ongewenscht achtte. Een zeer felle aanklacht tegen het huidige regiem in Rusland, is een in de Iswestia van 18 Augustus gepubliceerde brief van een groep jongelui, welke dezen brief aan den bekenden schrijver Maxim Gorki hebben ge richt. Deze brief luidt: Kameraad Gorki 1 Wij allen hebbende middelbare school beëindigd en onze droom is in een inrichting van hooger onder wys opgenomen te worden, maar wij zijn, helaas, kinderen van vroegere bourgeois en wij vin den overal gesloten deurenwij worden niet toegelaten tot de scholen, wij kunnen geen betrekking krijgen, wij kunnen geen werk vinden. Wij zijn door het leven uitgestooten En waarom? Alleen omdat onze ouders door den Sowjetstaat als vreemd element worden beschouwd Wat jammer, dat wij geen armere ouders konden kiezen om op deze wijze recht van bestaan te verwerven. Tot de scholen worden wij niet toegelaten, uit alle bureaux worden wij geweerd, in geen enkele fabriek worden wij aangenomen, grond om te bewer ken krijgen wij niet. Wat moeten wij doen Hoe moeten wij bestaan? U stelt belang in het leven van Rusland maar hebt ge iets over dit vraagstuk gehoord over de lijdende kinderen? Of sluit ge opzet telijk uw oogen voor ons leed en mist ge den brengen en paste dus wel op openlijk hiervoor uit te komen, daar ik 't in dit geval zelfs met tante Degenberg aan den stok zou gekregen hebben. Mijnheer Wojmeijer, lid van den stedelijken raad. stelde de oude dame jaarlijks omstreeks kerstmis een groote som gelds ter hand, zonder welke 't er zeer schraaljes met haar „armekinderenbedeeling" zou hebben uitgezien. Mijnheer Wolmeijer deed bovendien véél goed. Hij had een huis gebouwd voor oude vrouwen, die niet meer in staat waren haar brood te verdienen, dat hij ter eere van zijne echtgenoote „Johannastichting" noemde: hij had aan de stad een zuil geschonken „ter herinnering aan de in de oorlog gevallenen", en een kunstig gesmeed ijzeren hek rondom den Luther-beuk; op een dozijn banken op de singels en wandelpaden stond met groote letters te lezen: „Opgericht door het lid van den stedelijken raad Wolmeijer, tot verpoozing van zijne medeburgers"; zijn naam prijkte bovenaan op alle inteekenlijsten. Hij ver tegenwoordigde de behoudende partij van de stad in den landdag; hij ontbrak zondags nooit in de kerk, gaf fijne diners en noodigde zijn vrienden mee op de jacht, waartoe hij uitgestrekte gronden van de boeren voor grof geld had gepacht. Hij stuurde een haas of een paar patrijzen huis aan huis bij de voomaamsten van de stad, gaf aan de kinderen van zijne bekenden met kerstmis de uitgezochtste lekkernijen en met Paschen ge kleurde eieren kortom, alle mannen, vrouwen en kinderen te Westenberg wisten niets op hem aan te merken, maar integendeel zeer veel in hem te prijzen, 't Was alleen maar jammer, dat hij om Johanna van de eigenlijke „conversatie" buiten gesloten was, dat hij in de sociëteit nooit een plaats aan de tafel van de gepensionneerde offi- moed over dit vraagstuk te schryven. Zoo verder leven kunnen wij niet, dat is vreeseiyk lijden. De staat moest zulke kin deren als wij zijn vernietigen. Wij hebben toch geen enkele misdaad begaan, waarom straft ons de staat op zulke wreedewyze? Vervloekt zij het uur, toen wij op de wereld kwamen. Een groep misdeelde kinderen. Een verdere beschouwing over deze brief, komende uit een Russisch blad is overbodig, het is de meest striemende aanklacht tot heden tegen Moskou geuit. De Haagsche conferentie heet dan eindeiyk te zijn geslaagd, terwijl dit wordt neerge? schreven komen de eerste berichten over het bereikte accoord binnen, meldende dat de Engelschen voor nagenoeg 80 hunner eischen de voorstellen van Frankrijk, Italië, Japan en België hebben geaccepteerd. De vasthoudendheid van Snowden, de man die door zijn tegenstanders gedurende de afge- loopen weken meer dan eens naar zeer warme doch niet op de wereldkaart voorkomende warme streken is verwenscht, heeft de zege behaald en de Engelsche belastingbetaler heeft reden hierover tevreden te zyn. Jaar lijks een veertig millioen mark meer vormt een aardig sommetje en is werkelijk wel de moeite waard. Alles is nu nog wel niet in kannen en en kruiken, omdat ook de Duitschers in deze voorstellen nog gekend moeten worden aan gezien het blok van vier zoo royaal was ook een Duitsche veer te trekken. Als dit ter perse gaat wordt hierover onderhandeld, doch we mogen veilig aannemen dat dit geen onoverkomelijke bezwaren|zal opleveren. Een klein beetje meer toegevendheid op het ge bied der vervroegde ontruiming en de Duit schers zullen gaarne bereid zijn na het uit trekken van eenige belangrijke slagpennen, het plukken van een paar donsveerljes ook goed te keuren. Of het nu 2050 millioen mark wordt of 2050 mark per jaar, maakt niet zoo'n groot verschil. Dat alles zal worden uitgevoerd zooals tot heden wordt becyferd, gelooft toch niemand. Met een zucht van verlichting kunnen de heeren naar hun haardsteden terugreizen, om straks te Genève opnieuw bijeen te komen. Het leven van diplomaten is druk tegenwoordig, niet alleen wat het onderhan deion betreft, toch ook het reizen en het ver slaan van diners enz. Geen wonder dat de heeren vermoeid zijn en blij dat ze weer eens van lucht kunnen veranderen. Van de overblijvende berichten vermelden we nog het ernstige spoorwegongeluk te Duren in Duitschland, waar de sneltrein Pa rijs—Warschau is ontspoord, als gevolg van te snel rijden, waarbij in totaal 14 personen werden gedood en ruim 40 min of meer ern stig gewond. Uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat de chef van dienst van het station Dueren den machinist van den verongelukten trein verkeerde instructies heeft meegegeven, waardoor deze op de verkeerde plaats de snelheid verminderde en juist de gevaarlijke plaats met volle snelheid passeerde Onder de slachtoffers bevinden zich geen Neder landers. eieren kon veroveren, dat de burgemeester bij zijn officiëele heerendiners ter eere van den gouver neur der provinsie steeds vergat mijnheer Wol meijer een uitnoodiging te zenden, en dat het knoopsgat van zijn jas tot dusver nog onversierd was gebleven. Ik had gemerkt, dat hij deze en dergelijke minder aangename ondervindingen aan zijne Johaana geweten en, daardoor knorrig be stemd, haar afschuwelijk behandeld had. Kinde ren hebben een scherpziend oog voor onrechtvaar digheden. Dit was misschien wel de reden, waarom ik mijnheer Wolmeijer niet kon uitstaan; ik was verontwaardigd, dat hij met zulk een spotachtig medelijden tegenover anderen van zijne vrouw sprak en ook van de nicht, die zich overigens nooit in gezelschap vertoonde. Ik wist wel beter, wie het roer in handen had, wist dat hij, zonder die een voudige vrouw, de eene domheid vóór en de andere na zou hebben begaan. Juist zag ik hem met de nicht het voorplein overstappen; misschien kwamen zij van het kerk hof terug, waar ze een krans op dezen herinnerings dag hadden neergelegd. Ja, de nicht had immers gezegd dat zij mijne moeder wilde spreken. Zeker over onze woning. O, die woning! 't Zou hard vallen haar te veralten en tegen een klein burger huis te verwisselen, van die kamers en gangen afscheid te nemen, die er ondanks alle ontbre kende behangsels en kachels, ondanks muizen en door ouderdom slecht sluitende vensters zoo voor naam uitzagen! Hoe vreeselijk lang bleef de dokter dien dag en hoe zacht werd daarbinnen gesproken! Op eens werd er aan de deur gerikt zoo luid en onbeschaamd als ik 't nog nooit had gehoord. Wie zou 't zijn? Nicht Hemel's beschroomd tikje INGEZONDEN MEDEDEELING. Over de gezondheid onzer kinderen. Uit 't voorgaande hebt U dus kunnen leeren, dat men de borst moet geven, echter nog niet, hoe men dit moet doen. Nu dit is bij de meeste kinderen eenvoudig genoeg en enkele algemeene regels wil ik hier gaarne geven, alweer met dien verstande, dat er uitzonderingen op zyn, die alleen na onderzoek van het kind zelve zijn teregelen. Men weet door allerlei onderzoekingen (o.a. X-foto's van de maag;, dat ongeveer 3 uur verloopen, voordat 't voedsel door de maag is verwerkt, dus voor de maag weer leeg is. Men moet als eerste regel vasthouden aan een vasten rusttyd van minstens drie uur tusschen twee voedingen; anders zouden half verteerd en versch voedsel tegelijk in de maag samenkomen, en de vertering van beiden zou hieronder lijden. By borstkinderen kan men meestal langer dan drie uur wach ten met de volgende voeding en dit heeft bovendien het voordeel, dat de maag door de rust die zij, leeg zynde, gehad heeft, ontvankelijker wordt voor't volgend voedsel en dit dus beter verwerkt. Men wachte (en dit geldt ook vaak voor flesch-kinderen) liefst vier uur tusschen eiken maaltijd en daar wij den kinderen's nachts rust geven (ook hun maag) komen wy dus op vijf borstvoedingen per 24 uur en wel om 6, 10, 2, 6 en 10 uur. Ieder richte deze uren naar zijn eigen levenswijs in en daarom is bijvoorbeeld 7, 11, 3, 7 en 11 uur even goed. Men geve echter slechts één borst eiken keer en late hieraan ongeveer 10-15 minuten drinken, 't Is steeds noodig dat het kind de borst goed leeg drinkt, daar 't laatste zog het vetste, dus voedzamer is en bovendien een borst zich alleen goed vult, als hij de vorige maal ontledigd is; dit laatste aan te toonen door de borst na 't drinken met de hand te trachten te ontledigen. Er mogen dan geen stralen meer uitkomen. Soms geeft één borst te weinig, 't kind is dan nog hongerig en men kan reeds na korten drinktyd bespeuren dat de borst vol ledig is leeggedronken, 't Is dan noodig de andere borst te geven. Bedenk echter wel, dat menig kind 't makkelijker vindt van beide borsten 't bovenste af te drinken dan één borst door flink trekken geheel leeg te drinken. Toch is dit laatste beter en moet men dus alléén de tweede borst geven, als de eerste geheel leeg is en te weinig zog in zich had. Geeft men beide borsten dan kan men aan beide samen 20 minuten laten drinken. Langer drinken vermoeit moeder was 't niet. „Binnen!" zeide ik aarzelend. „Doe ik u geen belet, mevrouw?" vroeg een mannenstem. „O, zijt gij daar, freule Annelise? Zou ik uw mama even kunnen spreken? Een oogen- blik maar?" Mijnheer Wolmeijer zelf! Hoe merkwaardig! Hij was nooit bij ons geweest, sedert hij nog tijdens het leven van papa bij zijn telkens herhaalde, vriendschappelijke bezoeken „mijnheer en me vrouw" toevallig nooit thuis had getroffen, zelfs als hij hen kort van te voren de stoep had zien opgaan. „Mama?" vroeg ik verwonderd. „Mama heeft den dokter bij zich." „Waarom zegt hij niet: „freule,van Sternfeld?" dacht ik wrevelig. De man kon nu ééns niets naar mijn zin doen. „Uwe moeder heeft mij zeer veel verdriet ge daan," begon hij droefgeestig, terwijl hij zijn nieuwen grijzen cilinder voorzichtig naast zijn stoel op den grond neerlegde. „Zij schrijft mij dat ze wil verhuizen! Maar waarom? En waarvoor? Wel, 't zou mij geweldig spijten, als uw moeder een andere wonig betrok! Weet gij soms de aanleiding tot dat besluit, freule Annelise? Ik kan niet anders zeggen, dan dat 't mij pijnlijk heeft getroffen, juist nu ik ben nog zóó getroffen, zoo weemoedig gestemd Op dit oogenblik trad mijne moeder binnen met een blosje op de wangen en een vochtigen glans in de oogen, beeldschoon in haar eenvoudige zwartwollen japon, zooals zij na papa's dood meest al droeg. Zij keek verbaasd op, toen zij mijnheer Wolmeijer gewaar werd, die zijn lorgnet aan het zwartzijden lint even schielijk afnam, als hij 't bij haar komst opgezet had. „Maar, mevrouw," hief hij aan op klagenden toon, „maar, mijn lieve mevrouw, waarmee heb ik 't verdiend, dat ge mijn huis wilt verlaten? Ik ben hier gekomen Hij had de hand van mama gegregen en bracht deze lomp en onbeholpen aan zijn mond „ik ben hier gekomen om u te vragen wat ge in uwe woning anders zoudt verlangen. Zeg 't mij zonder omwegen, ik ben tot alles bereid, ik ,,'t Is mij hier te groot," antwoordde mijne moe der bedaard. „Ge zoudt mij een dienst doen, als ge mij nog een van uw kamers wilt afstaan," hernam hij. „Ik laat 't aan u over, mevrouw, welke gij het best zult kunnen missen." ,,'t Spijt mij, ik heb al ten minste zoo goed als een andere woning gehuurd." „Al gehuurd? Waar dan, als ik vragen mag?" klonk op dit oogenblik de stem van den dokter, wiens gestalte op den drempel van het vertrek verscheen. „Waar dan mevrouw?" „In de Kamerstraat bij den rentmeester Schultze antwoordde ik in hare plaats. „Tante Degenberg zal die voor ons huren." „Dan schijnt ze, met alle respect gezegd, wel Hier onderdrukte hij een woord, dat niet oorbaar scheen, te wezen. „Wilt ge daar soms een visch- of eendenvijver aanleggen? De kelder staat een hal ven meter hoog vol water en het nat druipt het geheele jaar van de muren. Kent ge dat huis dan niet? 't Zou.een zelfmoord zijn, als gij (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1