SLAPEN? LEVEN! Ill DER PLAAT EERSTE BLAD IRVING'S I TABLETTEN! IRLIJK nze reclame ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1929 VERKOOPINGEN. MIDDELHARNIS FEUILLETON. Tante Mietje Geeft U op als Abonné d geen loodrechte maar een horizont :ing. Hij zendt dus golven uit, die l0o t omhoog gaan. Deze golven moeten, iste waterdeeltjes electrisch laden, wjj waarschijnlijk ten gevolge der werk afstootende krachten, de vorming lkorrels wordt verhinderd Men hr? dit procédé reeds zeer goede resuitaJ kt. "Voor 24.0C0 H.A. zijn twee „Ko;J ons voldoende. schaffhausens rijkdom. arbeidskracht (energie) van den wat ipij Schaffhausen is zeer nauwkeurig renen. Gemiddeld stort zich eenwati La van 250 kubieke meter per secot 1 een 10 Meter hoog terras naar benei; maakt als bruikbare kracht beschom tan 67.000 paardekracht of van 50.® Jratt. I lgens deze gegevens zou die watert! aat zijn een millioen 50-kaars-melal 1 gloeilampen op lichtsterkte te houdel 'tolgens ons tarief zou men haar daj i per uur 25.000 mark (van 60 ctl en betalen. Een andere berekening getl olgend resultaat: de waterval van Schal sn is evenveel waard als een bergweij ■er dag 145 ton bruinkolen levert. Prijs per kwartaal f 1,- Losse nummers 0,07s ADVERTENTIËN van 1—6 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. WOENSDAGEN 7 en 14 Augustus 19a| iv. half acht uur (z.t.) in Hotel Meiji ing en afslag van: een huis met werj its (ingericht voor borstelfabriek) l delharnis, aan de Nieuwstraat toebi rend aan Jac. van Sliedregt Jr. Notaris VAN DER SLUYS.i lOENSDAG, 28 Aug. 1929, bij Inzet BWOENSDAG, 4 Sept. 1929, bij Afslf *ens des avonds 6 uur (zomertijd) Hotel Spee te Sommelsdijk. Vi IS 50 Hectaren Bouw en Hofland W lens Groote en Kleine Landbouwschuc- Sommelsdiik; in diverse perceelen e: Ibinatién. Ten verzoeke van de ErveiS den Heer Jan van Schouwen Czn.tJ hmelsdyk. Notaris VAN BUUREN. MAAR IK NAM ook gisteravond twee ïk mg moe, nerveus, of niel dan weer heelemaal „fit" ;NS 'n FLESCHJE niddel bij nerveusheid, Iisverteering, en werkt zonder bijwerkingen D TONICUM, dat door jen wordt. De medicinale ardevolle geneesmiddelen :nt een heilzame werking (isme )R NAMAAK) othekers en Drogisten 3.—, en f 6.—. fe Mij., Denneweg !40. Den Haag Week-revue. Binnenland. Wij genieten in Holland het twijfelachtige voorrecht, dat ons klimaat sterk wisselend is. Deze herfstachtige zomer of zomersche herfst, met een verdwaalde warme dag er tusschen, speelt ons heel wat parten. De deelnemers aan het bekende Sterkamp te Ommen, waar Krishnamurti, de nieuwe wareldleeraar op geestelijk gebied zijn nieuwe te verkondigt, hebben dit aan den lijre ondervonden. Ommon is zoo langzamerhand een heele beroemdheid geworden door deze beweging en tydens zoo'n bijeenkomst heerscht er een bedrijvige drukte. In deze nieuwe geestelijke richting doet zich de spytzwam ook al govoelen, want de nieuwe Orde is reeds nu ontbonden, een maatregel waartegen eenig verzet is gerezen en die dus doet verwachten, dat er eerdaags een splyting zal plaats hebben. Waarom ook hier niet en overigens overal wel. Onze regeering, wel te verstaan het oude kabinet do Geer, want altyd is de vorming van een nieuw kabinet een vrome wensch en zal de lieer Ruys een extra parlemen tair kabinet in elkaar timmeren nu een par lementair kabinet onmogelijk is gebleken, heeft als gastvrouwe ter gelegenheid van de opening der herstelconferentie een druk be zochte receptie gegeven in de Ridderzaal, welke zeer smaakvol versierd was en waar in bonte mengeling vele leden der verschil lende delegaties en vooraanstaande Haag- sche kringen tegenwoordig waren. Het was een schitterende collectie vette baantjes, zooals we oneerbiedig lazen. Rijk voorziene buffetten en een keur van ververschingen streelden het gehemelte der bezoekers en bezoeksters en droegen eveneens het hunne b(j tot de opgewekte stemming. De Haagscho koks dragen tegenwoordig minstens even veel verantwoording als een minister want indien zjj ook slechts maar één keer de boel laten aanbranden, bestaat het gevaar dat van den weeromstuit deze hooge oomes heel Europa laten aanbranden. Ook in do politiek maag een groote rol. ^AF HET STATION Op de Haagsche klokkententoonstelling, waar naast de meest antieke exemplaren ook de meest moderne uurwerken te be wonderen vallen, bevindt zich ook een spre kend exemplaar, dat de uren en kwartieren luide afroept. De nachtwaker van het ge bouw was hiermede onbekend en toen deze VRIJ BEWERKT NAAR EEN NOVELLE VAN J. O. L. MARUNIER. 's nachts in gezelschap van zijn hond de ronde maakte, hoorde hy onduideiyk zeg gen, het is twee uur. Natuurlijk dacht de man aan inbrekers en toen hij andermaal hoorde, het is kwart over twee, twijfelde h(j geen oogenblik meer. Met den hond in de voorhoede, je kunt nooit weten, stelde hij een onderzoek jn, de revolver in de vuist geklemd en met van emotie kloppend hart. Mogeiyk kwam dit laatste ook van iets an ders. Toen de klok „half drie" aankondigde werd het raadsel opgelost en begreep de man dat hij het slachtoffer der klok was. Buitenland. Honderden Hagenaars hebben zich ver gaapt, hebben een pijnlijke nek getrotseerd, om toch maar iets te zien van de aankomst der verschillende delegaties en Jhr. Beelaerts van Blokland, de minister van Buitenland- sche Zaken heeft het druk gehad met de begroeting der verschillende diplomaten en hun mindere goden. Namens België, Duitschland, Engeland, Frankrijk, Italië en Japan is deze politieke herstelconferentie byeengeroepen en zijn ver schillende andere staten o.a. Griekenland, Polen, Roemenië eveneens uitgenoodigd. Voor de Vereenigde Staten is een waarnemer aanwezig. Ieder delegatie heeft een staf van deskundigen en dat er heel wat werk ver wacht wordt, blykt o.a. uit het feit dat de Engelscbe delagatie een 60 schr(jfmachiues heeft gehuurd en dat de nagezonden 29 kof fers dezer delegatie maar eventjes vooreen gewicht van 4800 KG. aan notulen, rappor ten, afschriften enz. bevatten. Er wordt nu reeds gemompeld dat deze conferentie niet een kwestie van weken zal zijn, doch van maanden. Als dit waar is dan zien we aan het eind de Engelschen vertrekken meteen scheepslading papier. De eerste openbare bijeenkomst in de ver gaderzaal der Eerste Kamer, heeft een vlot verloop gehad. Namens Harer Majesteits regeering sprak Jhr. Beelaerts een kort woord van welkom, daarbij zün beste wenschen voor het welslagen der conferentie uitspre kende. Deze welkomstrede, uitgesproken in vlot Pransch en door een der tolken in het Engelsch vertaald, de talenkennis dezer hooge oomes is vaak omgekeerd evenredig aan hun beroemdheid, werden door korte verklaringen van Briand, Streseman en Snowden (Britsche minister van financiën) gevolgd. De volledige weergave dezer rede voeringen zou te veel ruimte vragen en daarom bepalen we ons tot enkele grepen. Briand bedankte voor de gastvryheid, noemde Den Haag symbool van den vrede, stal hiermede het hart van alle Hagenaars, prees de organisatie, memoreerde droeve ervaringen van den oorlog zoowel wat de overwinnaars als de overwonnene betreft en sprak zijn overtuiging uit, dat als deze con ferentie is afgeloopen, er een nieuwe stap in de richting van den vrede is gedaan Zijn heeie rede ademde een geest van vriendelijke welwillendheid, hetgeen onder de gegeven omstandigheden niemand anders had ver wacht. Na Briand kwam Stresemann aan het woord. In tegenstelling met z(jn aankomst, zag de leider der Duitsche delegatie er ver moeid en mat uit, doch deze zichtbare ver moeidheid was geen beletsel, meteen stevig van wal testeken. De beraadslagingen,aldus Stresemann, welke hier zullen worden gehou den, zijn stellig niet het uitvloeisel van nuch tere financieele overwegingen alleen;zezyn een voortzetting van de pogingen die reeds in '24 een aanvang hebben genomen te Londen en waaraan eenigen die thans aan deze tafel gezeten zyn, hebben deelgenomen om te komen tot de oeconomische liquidatie van den oorlog. Deze pogingen hadden geen definitief re sultaat, zij zijn voortgezet te Parijs door deskuudigen die tot een economisch resultaat zijn gekomen. Doch het spreekt vanzelf dat het daarbij niet kan blyven. De werkzaam heden dezer conferentie zullen verderstrek kende gevolgen moeten hebben, niet alleen voor de landen die in den oorlog zijn ge weest, maar voor alle landen. Er is een nieuwe oriëntatie der geesten noodig. In Duitschland herinnert men zich met een glimlach den tijd, dat elke Duitsche staat (dit waren er 24) zyn eigen munt en eigen douanen had. Ik hoop dat er een tijd zal komen dat men zich met denzelfden glim lach den tyd zal herinneren, dat in Europa elk land zyn munt en douanen had, (het bekende Pan-Europeesche idee.) Doch niet alleen in dit opzicht moet er verbetering komen. Ook de vreugde van het voortbren gen en de arbeidslust moeten aan de vol ken worden teruggegeven. Ik hoop dat deze conferentie in dit opzicht resultaat mag heb ben en dat zij tot een accoord zal leiden op den grondslag van volkomen gelijkheid, van volledige souvereiniteit en algeheele samen werking. Ontgoochelingen op dit terrein zijn moeilijk te dragen. Ik meen te hebben op gemerkt, dat de polsslag van den wil tot goede verstandhouding de laatste jaren een lichte verzwakking heeft ondergaan en hoop dat deze bijeenkomst er toe zal bydragen rhythme van dien polsslag te versnellen. Hier bij kunnen wy niet wachten dat 90% der publieke opinie achter ons staat, doch als ware leiders moeten wij voorgaan in de be vordering van goede verstandhouding. Snowden, de Britsche minister van finan ciën begon met een geestigheid naar aanlei ding van de rede van Jhr. Beelaerts van Blokland, welke daarin had verklaard dat Nederland niet rechtstreeks by deze conferen- 11) „Sprak ze niet van mijn moeder.vroeg Louis ontroerd. „Je moeder neen; dat hooren we later. De voorname zaak is, dat we weten waar je erfportie gebleven is." „Voor jou, geldhond, ellendeling, die op dat geld aast..." vloog Louis op, terwijl hij den ouden met zijn vuist dreigde, „voor jou is dat de eenige wensch, maar ik, ik verlang naar mijn moeder. Sedert ik Horsey, onzen metgezel op de boot zag sterven, sedert ik dat vreeselijk, martelend sterf bed bijgewoond heb, is mij een licht opgegaan en ben ik tot inkeer gekomen." „Heel aardig, uitmuntend gespeeld!" viel d'An- thol hem lachende in de rede. „Heel aardig, mijn heer heeft maar een pleizierreisje in de nieuwe wereld gemaakt; hier en daar voor uitspanning een valsch wisseltje geteekend, een uitstapje in eens anders zakken gedaan en zoo al meer en nu mijnheer in het vaderland komt en toevallig ver neemt dat hij een rijk erfgenaam is, wordt hij vroom en eerlijk! Maar,..." en hierbij stond d'Anthol op, sloeg de armen over elkaar en plaatste zich voor Louis, ;,maar je bent in mijn handen, en ofschoon Horsey dood is en ik derhalve voor je schelmstreken geen getuigen kan aanvoeren, zal ik toch je familienaam overal bezoedelen, door in het openbaar je geheele levensgeschiedenis te verspreiden en, op gevaar van mij zelf te wagen, zal ik je gedrag in Amerika wijd en zijd rond bazuinen. En gelooven zal men mij, daarvoor ken ik de wereld tc goed." „D'Anthol, waarom zoo duivelachtig wreed. Komaan, laat ons de zaak schikken; ik zal je een zekere som, bijvoorbeeld een derde der erfenis, geven, en dan nemen we afscheid en gaan ieder onzen weg." „Daar zal ik nog eens over denken, een derde is wat weinig. Zie je, ik word oud en zou graag een rustigen ouden dag hebben ieder mensch heeft zoo zijn zwak wanneer je mij dus honderd duizend gulden geeft, vertrek ik onmiddellijk naar Italië en zet nooit meer een voet op je vaderland- schen bodem, neem je dat aan?" „Wanneer mijn erfenis zooveel geld bedraagt. maar mag ik.kan ik dat.sprak Louis ver ward, terwijl hij wanhopig zijn handen wrong. „Geef mij dezen naciit tijd om erover na te denken, d'Anthol, morgen zeg ik je dan mijn besluit." Inmiddels was de tweede flesch jenever besteld en leegde d'Anthol het eene glas na het andere; Louis lag met zijn hoofd en armen op de tafel. Ten slotte stond d'Anthol waggelend op, greep zijn pet en strompelde de deur uit. VIII. Het was een heerlijke herfstmorgen. De natuur bood dien gloed en die rijkdom van kleuern aan, welke door rijkdom vergoedt wat ze aan frischheid en volheid van 'tjonge lentegroen te kort schiet. Op den straatweg, waaraan het buitentje „Eigen Rust" gelegen was, vielen de goudgele bladeren van de lindeboomen en waren er herfstdraden in menigte. Ondanks het uitlokkende weer vertoonde zich slechts één wandelaar op den weg. Hetzij dat de liefelijke natuur hem in dien wee moedigen toestand bracht, waarin een herfst- tooneel ons zoo licht vermag te stemmen, of dat hij, diep in gedachten verzonken, zich zelf van niets bewust was, de armoedig gekleede man stond elk oogenblik stil en peinsde en zag treurig in het rond. Toen hij aan het hek van „Eigen Rust" genaderd was en aan de bei trok, trilde zijn hand merkbaar en toen hij den tuinman verzocht iemand der bewoners te spreken, beefden zijn lippen. Een oogenblik later bevond zich de vreemdeling in een net, eenvoudig gemeubileerd vertrek, waarin de oude Kees in een armstoel, met een grooten bril gewapend, een boek zat te lezen. „Ga zitten, meneer, wat is er van uw dienst." De vreemdeling moest zich aan den stoel vast klemmen, toen de oude Kees hem toesprak 't scheen alsof het geheele vertrek met hem rond draaide. Hij zette zich neer en sprak zenuwachtig. „Ik kom ii, mijnheer, eenig nieuws brengen van zekeren Louis Roland..." „Van Louis Roiandi" riep de oude stotterend van verbazing en aandoening uit, terwijl hij bijna van zijn stoel opvloog. En de handen in elkaar slaande, terwijl 't grijze hoofd voortdurend van ontsteltenis schudde, herhaalde hij: „van Louis tie was betrokken. Nu mijnheer, aldus Snow den, dit is een felicitatie waard. Ook hij be toogde de noodzakelijkheid van welslagen, dankte voor de gastvryheid, roemde eveneens Den Haag en sprak tevens zijn beste wen schen uit voor een spoedig herstel van Poin- caré en Herman Muller. Dit lesje in beleefd heid werd door Briand en Stresemann met eenige woorden van dank beantwoord. Dit wat het openbare voorspel van het groote stuk betreft, dat verder achter de scher men zal worden uitgevochten. Dat er achter deze schermen heel wat vinniger woorden zullen vallen, is buiten twyfel. De Engelschen zijn ontevreden over de verdeeling der bedra gen van het plan-Young, waarby in stryd met de vroegere verdeeling, Engeland een veer heeft gelaten van ruim 2J millioen pond, Snowden heeft zyn eerste aanval op dit punt reeds ingezet en duidelyk het standpunt der Britsche regeering doen uitkomen en heeft hierby ook aangevoerd, dat Engeland tot he den ongeveer 200 millioen pond sterling meer aan Amerika heeft betaald dan het tot heden heeft ontvangen en volgens de huidige rege ling ook zal ontvangen, hetgeen in stryd is met de bekende Balfournota, waar in het be kende standpunt werd aangegeven, dat Enge land niet meer en ook niet minder wenschte te ontvangen dan noodig was om de schulden aan Amerika te voldoen. Verder z(jn verschil lende kleinere staten ontevreden over de kleine brokjes die de groote broers hun heb ben toegedacht. Ook dit zal de eenstemmig heid niet bevorderen. Doch de heeren zijn reeds zonder eenstemmigheid begonnen met een gekibbel om het voorzitterschap, waarbij ze het niet tot overeenstemming konden brengen. Om beurten wordt nu voorloopig het voorzitterschap waargenomen- De agenda is eveneens nog niet vastgesteld en ieder komt natuurlijk met een heel lijstje vuile wasch aandraven. Algemeen geeft men zich rekenschap van het feit dat er heel wat bezwaren te over winnen zijndat alle haast in dezen uit den booze is, is trouwens altijd een verboden artikel in de diplomatiek geweest, doch dat de wil om te slagen bij allen aanwezig is. Alle deelnemers hebben gratis trammen en toegang in het zeebad te Scheveningen. Als de hoofden te heet en de harten te koel worden, want juist andersom is noodzake lijk, dan kunnen de heeren in de zilte baren hun evenwicht herwinnen. Het verdere nieuws is in vergelijking met bovenstaande van secundair belang. Het Duitsche luchtschip Graf Zeppelin heeftop- nieuw een welgeslaagden tocht naar Amerika gemaakt, dezen keer met een heuschen ver stekeling aan boord. Een vorige vervalschte werd allerlei vette baantjes aangeboden, doch deze pechvogel, het is een jeugdige bak ker die zyn broodjes in den steek liet, werd in een kajuit opgesloten, in Amerika in arrest gesteld en zal per schip naar Duitschland worden getransporteerd en aldaar zich weer zuchtend aan de zorgen voor zyn cadetjes te wyden. Voor den betrokkene een harde tegenvaller en voor eventueele opvolgers een duidelijke waarschuwing dat we de ver stekeling-kolder te boven z(jn. Na dezen geslaagden tocht duiken natuur lijk weer berichten op over het bouwen van grootere schepen met meer snelheid voor een geregelden dienst op Amerika. Gezien de ervaring met soortgelijke voorgaande be richten dient men dit met een korreltje zout te aanvaarden. Verschillende ernstige ongelukken hebben heel wat slachtoffers geëischt. De mijnramp in Duitschland, waarby een 30 dooden vielen is door een Japansche mijnramp met 75 dooden nog aanmerkelijk overtroffen en om deze maat van ongelukken heelemaal te doen overloopen komt uit Ostende, de Belgische badplaats, het bericht van het overvaren van een piezierbootje door een uitvarende sleep boot, waarbij reeds nu 11 verdronkenen en 6 of 7 personen nog worden vermist. Voor de oogen der verschrikte badgasten speelde zich dit droeve drama af. De aangekondigde betoogingen der com munisten hebben over het algemeen een heel kalm verloop gehad en op verschillende plaatsen was de belangstelling beneden het vriespunt. Ook te Berlijn is alles heel rustig gebleven, zoodat de herinnering aan de bloe dige Meidagen toch niet heelemaal vergeten blijken. Hetgeen maar gelukkig is. De Chineezen en Russen schelden elkaar op de bekende wijze de huid vol, wat even wel geen beletsel is voor verdere toenade» ring. Op zulke kleinigheden van schelden mag niet gezien worden. De besprekingen Rusland-Engeland z(jn op het doode punt gekomen en Moskou neemt een afwachtende houding aan, onder- wyi de gelegenheid nog eens extra benut tende Mac Donald's vermeend zondenregister na te gaan en hem uit te maken voor de meest conservatieve slippendrager van het Engelsche kapitaal. Dit alles zal den leider der Engelsche regeering weinig zorg baren, hetgeen niet gezegd kan worden van het nog altijd voortdurende conflict in de katoen industrie, dat meer en meer een ramp dreigt te worden voor Engeland. Roland! wat jaren zijn er sedert al verloopen!'' De vreemdeling had intusschen met moeite zijn tranen weerhouden. Hij vermande zich echter en ging voort: „ik heb hem in Noord-Amerika leeren kennen, bij mijn vertrek naar hier verzocht hij mij onderzoek naar zijn familie te doen om hem bij mijn terugkomst aldaar, alles te.kunnen ver tellen." Hij sprak met een van aandoening bevende stem, waaraan hij echter zooveel mogelijk een onverschilligen toon trachtte te geven. Kees haaide een rooden zakdoek voor den dag en moest zijn bril eens afnemen, daarop drukte hij dien weer goed op de neus en antwoordde: „Neem me niet kwalijk, meneer, dat een oud man nog zoo kinderachtig is, maar weet tl, ai die jaren hebben we vergeefs getracht iets van hem te vernemen; er zijn brieven geschreven, oproe pingen in de couranten geplaatst en niets hielp, niets! En nu hooren we eindelijk dat hij nog leeft! Zeg me, om 's hemelsnaam, hoe gaat liet Roland, is hij gelukkig?" „Het is hem niet voordeelig gegaan; hij heeft van alles ondernomen, doch niets is hem gelukt. Maar dikwerf in zijn sombere buien bekende hij mij, dat hij geen geluk verdiende. Schrijven durfde hij niet, doch vóór alles moest ik zijn moeder en u trachten uit te vorschen en beiden om vergiffenis smeeken. Zoo u dus weet, waar zijn moeder woont..." sprak hij met een zonderlinge stem- verheffing, terwijl hij reikhalzend naar het ant woord uitzag. „Zijn moeder..»." schudde de oude smartelijk 't hoofd, „zijn moeder, helaas ze woont in 't krank zinnigengesticht 1" De vreemdeling kromp ineen van smart en be dekte met beide handen zijn gelaat. Een poos bleef het doodstil in de kamer; toen voegde de oude man er bij: „Ja, al twintig jaren lang. 't Was hard, een geweldige slag. Zij is er een oude vrouw geworden, en ofschoon zij kalm en stil schijnt, blijft zij voort durend zinneloos, 't Is verschrikkelijk, meneer!" De vreemdeling knikte slechts en bleef somber voor zich uitstaren. „Roland sprak mij ook van Martha, uw dochter, die hij zoo ongelukkig had gemaakt; meer nog sprak hij over u, dien hij dood waande. Doch zoo geheimzinnig en vreemd, dat ik mij dit alles niet duidelijk verklaren kon." „Ja, mijnheer Roland had groote schuld, er is een tijd geweest waarin ik mij niet kon voorstellen dat ik hem dit alles nog eenmaal zou kunnen vergeven; maar ik ben oud, heel oud geworden, en op mijn jaren leert men de dingen anders zien," zei de oude, kalmer. „Ook Martha," ging hij voort, „heeft dat alles lang vergeven, zij is gelukkig in haar kind, haar Karei, die voor ons beiden alles is. Heeft mijnheer Roland u nooit eens vertrouwe lijk zijn vroeger ieven verteld?" vroeg Kees, bang om zich misschien te verpraten. „Maar wacht eens, Martha zal niet minder belangstellend zijn dan ik, om iets van mijnheer Roland te vernemen; bovendien kan ze alles beter onthouden, want met den ouden dag komen de gebreken ook, en ik ben niet meer wat ik vroeger was, mijnheer!" snapte de oude, terwijl hij naar de deur" strom pelde om Martha te halen. Toen Kees de deur gesloten had, stond de vreemdeling op en begaf zich naar 't open venster der tuinkamer, die uitzag op den fraaien boom gaard en verder op bouw-en weilanden. Toen hij dat rustig, landelijk tafereel aanschouwde, die stilte genoot, welke alleen door 't geritsel der val lende bladeren en 't gesjilp der vogels verbroken werd, toen hij dat kalme leven besefte en dit met zijn eigen woelige, ja misdadige loopbaan ver geleek, met zijn zondig leven, dat zoo ellendig was heengevloden, rolden hem de tranen over de wangen. Ai zijn daden stonden item als een on verklaarbare macht voor den geest; hij zag wat hij had kunnen zijn, en wat hij geworden was. Toen vouwde hij voor 't eerst .sedert tal van jaren de handen, murmelde iets, dat naar een gebed geleek, en. Toen hij zich omwendde, stond Kees, op Marthas arm geleund, in 't vertrek. Zij waren onopgemerkt binnengekomen en hadden hem niet in zijn gepeins willen storen. Doch toen Martha hein in 't gelaat zag, trad hij ontsteld eenige schreden achteruit. Hij kon zich niet langer bedwingen en zich met een Harts tochtelijk gebaar tot Kees wendende, riep hij snik kende uit: „Kees, vergiffenis, vergiffenis, voor mijn schan delijk gedrag, ik heb zwaar geboet, vergiffenis. „Mijnheer... Roland...!" stamelde de oude, bijna beseffeloos van schrik. „Eigen Rust" heeft de belofte van zijn titel gehouden. Na een veelbewogen, stormachtig leven, na de verschrikkelijke gevolgen van een eersten misstap, die zoovele anderen na zich sleepte, is er eindelijk rust, kalmte opgedaagd. Meer dan een stof- felijke, wereldsche rust, is het een inwendige rust. Toch zou Louis Roland dat kalme leven nimmer gesmaakt hebben, wanneer niet de plotselinge dood van zijn voormaligen makker, d'Anthol, hem be vrijd had van een wezen, dat een hinderpaal zou zijn gebleven voor den terugkeer tot het eerlijke leven. Doch nadat d'Anthol hem des avonds in het logement in beschonken toestand verlaten had, werd hij drie dagen later uit een der stadsgrachten opgevischt, waarin hij, waarschijnlijk in zijn dron kenschap, geloopen was. Terwille van tante Mietje, die men nog herdacht en ook ter wille van zijn oprecht berouw, ver gaven Kees en Martha aan Roland het hun be rokkend leed. Een paar maanden later kon Martha haar zoon bij zijn wettigen naam Roland noemen; Louis had Martha ten huwelijk gevraagd; Martha had in haar binnenste een hevigen strijd gevoerd tusschen de moederjijke begeerte om haar kin gewettigd te zien, en zekeren onoverwinbaren tegenzin tegen den man, die haar eenmaal zoo schandelijk be drogen en haar vader zoo wreed bejegend had. Doch de herinnering aan tante Mietje, wier vurig ste wensch aldus nog na haar dood vervuld werd, en Louis houding jegens haar en haar vader, maar bovenal de toekomst van haar zoon, deden haar besluiten zijn hand aan te nemen. Het is nu winter en op den straatweg langs „Eigen Rust" vertoont zich bijna geen levend wezen. Ook de plaats zelf is met een dik sneeuw kleed bedekt en ziet er ongastvrij en naakt uit. Doch daar binnen, in de huiskamer, is het zoo gezellig en behagelijk. Lustig knapt en knettert het vuur in den grooten haard; oude Kees heeft zijn voeten op de blankgeschuurde plaat uitge spreid, doet nu en dan een trek aan zijn sigaar en blaast de rook langzaam en diepzinnig voor zich heen. Roland zit aan de overzijde en verhaalt van de nieuwe wereld, en dit met zooveel vuur, dat Karei, die in een landbouwkundig boek zat tc studeeren, aan zijn vaders lippen hangt, en ook Martha geen oog van Louis afhoudt. „Het is een mooi land, maar een gevaarlijk land!" zegt Louis, nauwelijks een zucht kunnende onderdrukken, „en de Amerikanen zijn ongetwij feld de meest ondernemende en practische men- schen ter wereld." „Wel mogelijk," hetneemt de oude Kees, „maar ik zeg altijd: „Oost, West, thuis best"." EINDE.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1