SLAPEN?
LEVEN!
Ill DER PLAAT
EERSTE BLAD
IRVING'S I
TABLETTEN!
IRLIJK
nze reclame
ZATERDAG
10 AUGUSTUS 1929
VERKOOPINGEN.
MIDDELHARNIS
FEUILLETON.
Tante Mietje
Geeft U op als Abonné
d geen loodrechte maar een horizont
:ing. Hij zendt dus golven uit, die l0o
t omhoog gaan. Deze golven moeten,
iste waterdeeltjes electrisch laden, wjj
waarschijnlijk ten gevolge der werk
afstootende krachten, de vorming
lkorrels wordt verhinderd Men hr?
dit procédé reeds zeer goede resuitaJ
kt. "Voor 24.0C0 H.A. zijn twee „Ko;J
ons voldoende.
schaffhausens rijkdom.
arbeidskracht (energie) van den wat
ipij Schaffhausen is zeer nauwkeurig
renen. Gemiddeld stort zich eenwati
La van 250 kubieke meter per secot
1 een 10 Meter hoog terras naar benei;
maakt als bruikbare kracht beschom
tan 67.000 paardekracht of van 50.®
Jratt. I
lgens deze gegevens zou die watert!
aat zijn een millioen 50-kaars-melal
1 gloeilampen op lichtsterkte te houdel
'tolgens ons tarief zou men haar daj
i per uur 25.000 mark (van 60 ctl
en betalen. Een andere berekening getl
olgend resultaat: de waterval van Schal
sn is evenveel waard als een bergweij
■er dag 145 ton bruinkolen levert.
Prijs per kwartaal f 1,-
Losse nummers 0,07s
ADVERTENTIËN
van 1—6 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
WOENSDAGEN 7 en 14 Augustus 19a|
iv. half acht uur (z.t.) in Hotel Meiji
ing en afslag van: een huis met werj
its (ingericht voor borstelfabriek) l
delharnis, aan de Nieuwstraat toebi
rend aan Jac. van Sliedregt Jr.
Notaris VAN DER SLUYS.i
lOENSDAG, 28 Aug. 1929, bij Inzet
BWOENSDAG, 4 Sept. 1929, bij Afslf
*ens des avonds 6 uur (zomertijd)
Hotel Spee te Sommelsdijk. Vi
IS 50 Hectaren Bouw en Hofland W
lens Groote en Kleine Landbouwschuc-
Sommelsdiik; in diverse perceelen e:
Ibinatién. Ten verzoeke van de ErveiS
den Heer Jan van Schouwen Czn.tJ
hmelsdyk.
Notaris VAN BUUREN.
MAAR IK NAM
ook gisteravond
twee
ïk mg moe, nerveus, of niel
dan weer heelemaal „fit"
;NS 'n FLESCHJE
niddel bij nerveusheid,
Iisverteering, en werkt
zonder bijwerkingen
D TONICUM, dat door
jen wordt. De medicinale
ardevolle geneesmiddelen
:nt een heilzame werking
(isme
)R NAMAAK)
othekers en Drogisten
3.—, en f 6.—.
fe Mij., Denneweg !40. Den Haag
Week-revue.
Binnenland.
Wij genieten in Holland het twijfelachtige
voorrecht, dat ons klimaat sterk wisselend
is. Deze herfstachtige zomer of zomersche
herfst, met een verdwaalde warme dag er
tusschen, speelt ons heel wat parten. De
deelnemers aan het bekende Sterkamp te
Ommen, waar Krishnamurti, de nieuwe
wareldleeraar op geestelijk gebied zijn nieuwe
te verkondigt, hebben dit aan den lijre
ondervonden. Ommon is zoo langzamerhand
een heele beroemdheid geworden door deze
beweging en tydens zoo'n bijeenkomst
heerscht er een bedrijvige drukte. In deze
nieuwe geestelijke richting doet zich de
spytzwam ook al govoelen, want de nieuwe
Orde is reeds nu ontbonden, een maatregel
waartegen eenig verzet is gerezen en die
dus doet verwachten, dat er eerdaags een
splyting zal plaats hebben. Waarom ook hier
niet en overigens overal wel.
Onze regeering, wel te verstaan het oude
kabinet do Geer, want altyd is de vorming
van een nieuw kabinet een vrome wensch
en zal de lieer Ruys een extra parlemen
tair kabinet in elkaar timmeren nu een par
lementair kabinet onmogelijk is gebleken,
heeft als gastvrouwe ter gelegenheid van de
opening der herstelconferentie een druk be
zochte receptie gegeven in de Ridderzaal,
welke zeer smaakvol versierd was en waar
in bonte mengeling vele leden der verschil
lende delegaties en vooraanstaande Haag-
sche kringen tegenwoordig waren. Het was
een schitterende collectie vette baantjes,
zooals we oneerbiedig lazen. Rijk voorziene
buffetten en een keur van ververschingen
streelden het gehemelte der bezoekers en
bezoeksters en droegen eveneens het hunne
b(j tot de opgewekte stemming. De Haagscho
koks dragen tegenwoordig minstens even
veel verantwoording als een minister want
indien zjj ook slechts maar één keer de boel
laten aanbranden, bestaat het gevaar dat
van den weeromstuit deze hooge oomes heel
Europa laten aanbranden. Ook in do politiek
maag een groote rol.
^AF HET STATION
Op de Haagsche klokkententoonstelling,
waar naast de meest antieke exemplaren
ook de meest moderne uurwerken te be
wonderen vallen, bevindt zich ook een spre
kend exemplaar, dat de uren en kwartieren
luide afroept. De nachtwaker van het ge
bouw was hiermede onbekend en toen deze
VRIJ BEWERKT NAAR EEN NOVELLE VAN
J. O. L. MARUNIER.
's nachts in gezelschap van zijn hond de
ronde maakte, hoorde hy onduideiyk zeg
gen, het is twee uur. Natuurlijk dacht de
man aan inbrekers en toen hij andermaal
hoorde, het is kwart over twee, twijfelde h(j
geen oogenblik meer. Met den hond in de
voorhoede, je kunt nooit weten, stelde hij
een onderzoek jn, de revolver in de vuist
geklemd en met van emotie kloppend hart.
Mogeiyk kwam dit laatste ook van iets an
ders. Toen de klok „half drie" aankondigde
werd het raadsel opgelost en begreep de
man dat hij het slachtoffer der klok was.
Buitenland.
Honderden Hagenaars hebben zich ver
gaapt, hebben een pijnlijke nek getrotseerd,
om toch maar iets te zien van de aankomst
der verschillende delegaties en Jhr. Beelaerts
van Blokland, de minister van Buitenland-
sche Zaken heeft het druk gehad met de
begroeting der verschillende diplomaten en
hun mindere goden.
Namens België, Duitschland, Engeland,
Frankrijk, Italië en Japan is deze politieke
herstelconferentie byeengeroepen en zijn ver
schillende andere staten o.a. Griekenland,
Polen, Roemenië eveneens uitgenoodigd.
Voor de Vereenigde Staten is een waarnemer
aanwezig. Ieder delegatie heeft een staf van
deskundigen en dat er heel wat werk ver
wacht wordt, blykt o.a. uit het feit dat de
Engelscbe delagatie een 60 schr(jfmachiues
heeft gehuurd en dat de nagezonden 29 kof
fers dezer delegatie maar eventjes vooreen
gewicht van 4800 KG. aan notulen, rappor
ten, afschriften enz. bevatten. Er wordt nu
reeds gemompeld dat deze conferentie niet
een kwestie van weken zal zijn, doch van
maanden. Als dit waar is dan zien we aan
het eind de Engelschen vertrekken meteen
scheepslading papier.
De eerste openbare bijeenkomst in de ver
gaderzaal der Eerste Kamer, heeft een vlot
verloop gehad. Namens Harer Majesteits
regeering sprak Jhr. Beelaerts een kort woord
van welkom, daarbij zün beste wenschen
voor het welslagen der conferentie uitspre
kende. Deze welkomstrede, uitgesproken in
vlot Pransch en door een der tolken in het
Engelsch vertaald, de talenkennis dezer
hooge oomes is vaak omgekeerd evenredig
aan hun beroemdheid, werden door korte
verklaringen van Briand, Streseman en
Snowden (Britsche minister van financiën)
gevolgd. De volledige weergave dezer rede
voeringen zou te veel ruimte vragen en
daarom bepalen we ons tot enkele grepen.
Briand bedankte voor de gastvryheid,
noemde Den Haag symbool van den vrede,
stal hiermede het hart van alle Hagenaars,
prees de organisatie, memoreerde droeve
ervaringen van den oorlog zoowel wat de
overwinnaars als de overwonnene betreft en
sprak zijn overtuiging uit, dat als deze con
ferentie is afgeloopen, er een nieuwe stap in
de richting van den vrede is gedaan Zijn
heeie rede ademde een geest van vriendelijke
welwillendheid, hetgeen onder de gegeven
omstandigheden niemand anders had ver
wacht.
Na Briand kwam Stresemann aan het
woord. In tegenstelling met z(jn aankomst,
zag de leider der Duitsche delegatie er ver
moeid en mat uit, doch deze zichtbare ver
moeidheid was geen beletsel, meteen stevig
van wal testeken. De beraadslagingen,aldus
Stresemann, welke hier zullen worden gehou
den, zijn stellig niet het uitvloeisel van nuch
tere financieele overwegingen alleen;zezyn
een voortzetting van de pogingen die reeds
in '24 een aanvang hebben genomen te
Londen en waaraan eenigen die thans aan
deze tafel gezeten zyn, hebben deelgenomen
om te komen tot de oeconomische liquidatie
van den oorlog.
Deze pogingen hadden geen definitief re
sultaat, zij zijn voortgezet te Parijs door
deskuudigen die tot een economisch resultaat
zijn gekomen. Doch het spreekt vanzelf dat
het daarbij niet kan blyven. De werkzaam
heden dezer conferentie zullen verderstrek
kende gevolgen moeten hebben, niet alleen
voor de landen die in den oorlog zijn ge
weest, maar voor alle landen. Er is een
nieuwe oriëntatie der geesten noodig. In
Duitschland herinnert men zich met een
glimlach den tijd, dat elke Duitsche staat
(dit waren er 24) zyn eigen munt en eigen
douanen had. Ik hoop dat er een tijd zal
komen dat men zich met denzelfden glim
lach den tyd zal herinneren, dat in Europa
elk land zyn munt en douanen had, (het
bekende Pan-Europeesche idee.) Doch niet
alleen in dit opzicht moet er verbetering
komen. Ook de vreugde van het voortbren
gen en de arbeidslust moeten aan de vol
ken worden teruggegeven. Ik hoop dat deze
conferentie in dit opzicht resultaat mag heb
ben en dat zij tot een accoord zal leiden op
den grondslag van volkomen gelijkheid, van
volledige souvereiniteit en algeheele samen
werking. Ontgoochelingen op dit terrein zijn
moeilijk te dragen. Ik meen te hebben op
gemerkt, dat de polsslag van den wil tot
goede verstandhouding de laatste jaren een
lichte verzwakking heeft ondergaan en hoop
dat deze bijeenkomst er toe zal bydragen
rhythme van dien polsslag te versnellen. Hier
bij kunnen wy niet wachten dat 90% der
publieke opinie achter ons staat, doch als
ware leiders moeten wij voorgaan in de be
vordering van goede verstandhouding.
Snowden, de Britsche minister van finan
ciën begon met een geestigheid naar aanlei
ding van de rede van Jhr. Beelaerts van
Blokland, welke daarin had verklaard dat
Nederland niet rechtstreeks by deze conferen-
11)
„Sprak ze niet van mijn moeder.vroeg Louis
ontroerd.
„Je moeder neen; dat hooren we later. De
voorname zaak is, dat we weten waar je erfportie
gebleven is."
„Voor jou, geldhond, ellendeling, die op dat geld
aast..." vloog Louis op, terwijl hij den ouden
met zijn vuist dreigde, „voor jou is dat de eenige
wensch, maar ik, ik verlang naar mijn moeder.
Sedert ik Horsey, onzen metgezel op de boot zag
sterven, sedert ik dat vreeselijk, martelend sterf
bed bijgewoond heb, is mij een licht opgegaan en
ben ik tot inkeer gekomen."
„Heel aardig, uitmuntend gespeeld!" viel d'An-
thol hem lachende in de rede. „Heel aardig, mijn
heer heeft maar een pleizierreisje in de nieuwe
wereld gemaakt; hier en daar voor uitspanning
een valsch wisseltje geteekend, een uitstapje in
eens anders zakken gedaan en zoo al meer en nu
mijnheer in het vaderland komt en toevallig ver
neemt dat hij een rijk erfgenaam is, wordt hij
vroom en eerlijk! Maar,..." en hierbij stond
d'Anthol op, sloeg de armen over elkaar en plaatste
zich voor Louis, ;,maar je bent in mijn handen,
en ofschoon Horsey dood is en ik derhalve voor
je schelmstreken geen getuigen kan aanvoeren,
zal ik toch je familienaam overal bezoedelen, door
in het openbaar je geheele levensgeschiedenis te
verspreiden en, op gevaar van mij zelf te wagen,
zal ik je gedrag in Amerika wijd en zijd rond
bazuinen. En gelooven zal men mij, daarvoor ken
ik de wereld tc goed."
„D'Anthol, waarom zoo duivelachtig wreed.
Komaan, laat ons de zaak schikken; ik zal je een
zekere som, bijvoorbeeld een derde der erfenis,
geven, en dan nemen we afscheid en gaan ieder
onzen weg."
„Daar zal ik nog eens over denken, een derde
is wat weinig. Zie je, ik word oud en zou graag
een rustigen ouden dag hebben ieder mensch
heeft zoo zijn zwak wanneer je mij dus honderd
duizend gulden geeft, vertrek ik onmiddellijk naar
Italië en zet nooit meer een voet op je vaderland-
schen bodem, neem je dat aan?"
„Wanneer mijn erfenis zooveel geld bedraagt.
maar mag ik.kan ik dat.sprak Louis ver
ward, terwijl hij wanhopig zijn handen wrong.
„Geef mij dezen naciit tijd om erover na te denken,
d'Anthol, morgen zeg ik je dan mijn besluit."
Inmiddels was de tweede flesch jenever besteld
en leegde d'Anthol het eene glas na het andere;
Louis lag met zijn hoofd en armen op de tafel.
Ten slotte stond d'Anthol waggelend op, greep
zijn pet en strompelde de deur uit.
VIII.
Het was een heerlijke herfstmorgen. De natuur
bood dien gloed en die rijkdom van kleuern aan,
welke door rijkdom vergoedt wat ze aan frischheid
en volheid van 'tjonge lentegroen te kort schiet.
Op den straatweg, waaraan het buitentje „Eigen
Rust" gelegen was, vielen de goudgele bladeren
van de lindeboomen en waren er herfstdraden in
menigte. Ondanks het uitlokkende weer vertoonde
zich slechts één wandelaar op den weg.
Hetzij dat de liefelijke natuur hem in dien wee
moedigen toestand bracht, waarin een herfst-
tooneel ons zoo licht vermag te stemmen, of dat
hij, diep in gedachten verzonken, zich zelf van
niets bewust was, de armoedig gekleede man stond
elk oogenblik stil en peinsde en zag treurig in het
rond.
Toen hij aan het hek van „Eigen Rust" genaderd
was en aan de bei trok, trilde zijn hand merkbaar
en toen hij den tuinman verzocht iemand der
bewoners te spreken, beefden zijn lippen.
Een oogenblik later bevond zich de vreemdeling
in een net, eenvoudig gemeubileerd vertrek, waarin
de oude Kees in een armstoel, met een grooten
bril gewapend, een boek zat te lezen.
„Ga zitten, meneer, wat is er van uw dienst."
De vreemdeling moest zich aan den stoel vast
klemmen, toen de oude Kees hem toesprak
't scheen alsof het geheele vertrek met hem rond
draaide. Hij zette zich neer en sprak zenuwachtig.
„Ik kom ii, mijnheer, eenig nieuws brengen van
zekeren Louis Roland..."
„Van Louis Roiandi" riep de oude stotterend
van verbazing en aandoening uit, terwijl hij bijna
van zijn stoel opvloog. En de handen in elkaar
slaande, terwijl 't grijze hoofd voortdurend van
ontsteltenis schudde, herhaalde hij: „van Louis
tie was betrokken. Nu mijnheer, aldus Snow
den, dit is een felicitatie waard. Ook hij be
toogde de noodzakelijkheid van welslagen,
dankte voor de gastvryheid, roemde eveneens
Den Haag en sprak tevens zijn beste wen
schen uit voor een spoedig herstel van Poin-
caré en Herman Muller. Dit lesje in beleefd
heid werd door Briand en Stresemann met
eenige woorden van dank beantwoord.
Dit wat het openbare voorspel van het
groote stuk betreft, dat verder achter de scher
men zal worden uitgevochten. Dat er achter
deze schermen heel wat vinniger woorden
zullen vallen, is buiten twyfel. De Engelschen
zijn ontevreden over de verdeeling der bedra
gen van het plan-Young, waarby in stryd met
de vroegere verdeeling, Engeland een veer
heeft gelaten van ruim 2J millioen pond,
Snowden heeft zyn eerste aanval op dit punt
reeds ingezet en duidelyk het standpunt der
Britsche regeering doen uitkomen en heeft
hierby ook aangevoerd, dat Engeland tot he
den ongeveer 200 millioen pond sterling meer
aan Amerika heeft betaald dan het tot heden
heeft ontvangen en volgens de huidige rege
ling ook zal ontvangen, hetgeen in stryd is
met de bekende Balfournota, waar in het be
kende standpunt werd aangegeven, dat Enge
land niet meer en ook niet minder wenschte
te ontvangen dan noodig was om de schulden
aan Amerika te voldoen. Verder z(jn verschil
lende kleinere staten ontevreden over de
kleine brokjes die de groote broers hun heb
ben toegedacht. Ook dit zal de eenstemmig
heid niet bevorderen. Doch de heeren zijn
reeds zonder eenstemmigheid begonnen met
een gekibbel om het voorzitterschap, waarbij
ze het niet tot overeenstemming konden
brengen. Om beurten wordt nu voorloopig
het voorzitterschap waargenomen- De agenda
is eveneens nog niet vastgesteld en ieder
komt natuurlijk met een heel lijstje vuile
wasch aandraven.
Algemeen geeft men zich rekenschap van
het feit dat er heel wat bezwaren te over
winnen zijndat alle haast in dezen uit den
booze is, is trouwens altijd een verboden
artikel in de diplomatiek geweest, doch dat
de wil om te slagen bij allen aanwezig is.
Alle deelnemers hebben gratis trammen en
toegang in het zeebad te Scheveningen. Als
de hoofden te heet en de harten te koel
worden, want juist andersom is noodzake
lijk, dan kunnen de heeren in de zilte baren
hun evenwicht herwinnen.
Het verdere nieuws is in vergelijking met
bovenstaande van secundair belang. Het
Duitsche luchtschip Graf Zeppelin heeftop-
nieuw een welgeslaagden tocht naar Amerika
gemaakt, dezen keer met een heuschen ver
stekeling aan boord. Een vorige vervalschte
werd allerlei vette baantjes aangeboden,
doch deze pechvogel, het is een jeugdige bak
ker die zyn broodjes in den steek liet, werd
in een kajuit opgesloten, in Amerika in arrest
gesteld en zal per schip naar Duitschland
worden getransporteerd en aldaar zich weer
zuchtend aan de zorgen voor zyn cadetjes
te wyden. Voor den betrokkene een harde
tegenvaller en voor eventueele opvolgers
een duidelijke waarschuwing dat we de ver
stekeling-kolder te boven z(jn.
Na dezen geslaagden tocht duiken natuur
lijk weer berichten op over het bouwen van
grootere schepen met meer snelheid voor
een geregelden dienst op Amerika. Gezien de
ervaring met soortgelijke voorgaande be
richten dient men dit met een korreltje
zout te aanvaarden.
Verschillende ernstige ongelukken hebben
heel wat slachtoffers geëischt. De mijnramp
in Duitschland, waarby een 30 dooden vielen
is door een Japansche mijnramp met 75
dooden nog aanmerkelijk overtroffen en om
deze maat van ongelukken heelemaal te doen
overloopen komt uit Ostende, de Belgische
badplaats, het bericht van het overvaren van
een piezierbootje door een uitvarende sleep
boot, waarbij reeds nu 11 verdronkenen en
6 of 7 personen nog worden vermist. Voor
de oogen der verschrikte badgasten speelde
zich dit droeve drama af.
De aangekondigde betoogingen der com
munisten hebben over het algemeen een
heel kalm verloop gehad en op verschillende
plaatsen was de belangstelling beneden het
vriespunt. Ook te Berlijn is alles heel rustig
gebleven, zoodat de herinnering aan de bloe
dige Meidagen toch niet heelemaal vergeten
blijken. Hetgeen maar gelukkig is.
De Chineezen en Russen schelden elkaar
op de bekende wijze de huid vol, wat even
wel geen beletsel is voor verdere toenade»
ring. Op zulke kleinigheden van schelden
mag niet gezien worden.
De besprekingen Rusland-Engeland z(jn
op het doode punt gekomen en Moskou
neemt een afwachtende houding aan, onder-
wyi de gelegenheid nog eens extra benut
tende Mac Donald's vermeend zondenregister
na te gaan en hem uit te maken voor de
meest conservatieve slippendrager van het
Engelsche kapitaal. Dit alles zal den leider
der Engelsche regeering weinig zorg baren,
hetgeen niet gezegd kan worden van het
nog altijd voortdurende conflict in de katoen
industrie, dat meer en meer een ramp dreigt
te worden voor Engeland.
Roland! wat jaren zijn er sedert al verloopen!''
De vreemdeling had intusschen met moeite zijn
tranen weerhouden. Hij vermande zich echter en
ging voort: „ik heb hem in Noord-Amerika leeren
kennen, bij mijn vertrek naar hier verzocht hij
mij onderzoek naar zijn familie te doen om hem
bij mijn terugkomst aldaar, alles te.kunnen ver
tellen."
Hij sprak met een van aandoening bevende
stem, waaraan hij echter zooveel mogelijk een
onverschilligen toon trachtte te geven.
Kees haaide een rooden zakdoek voor den dag
en moest zijn bril eens afnemen, daarop drukte
hij dien weer goed op de neus en antwoordde:
„Neem me niet kwalijk, meneer, dat een oud
man nog zoo kinderachtig is, maar weet tl, ai die
jaren hebben we vergeefs getracht iets van hem
te vernemen; er zijn brieven geschreven, oproe
pingen in de couranten geplaatst en niets hielp,
niets! En nu hooren we eindelijk dat hij nog leeft!
Zeg me, om 's hemelsnaam, hoe gaat liet Roland,
is hij gelukkig?"
„Het is hem niet voordeelig gegaan; hij heeft
van alles ondernomen, doch niets is hem gelukt.
Maar dikwerf in zijn sombere buien bekende hij
mij, dat hij geen geluk verdiende. Schrijven durfde
hij niet, doch vóór alles moest ik zijn moeder en
u trachten uit te vorschen en beiden om vergiffenis
smeeken. Zoo u dus weet, waar zijn moeder
woont..." sprak hij met een zonderlinge stem-
verheffing, terwijl hij reikhalzend naar het ant
woord uitzag.
„Zijn moeder..»." schudde de oude smartelijk
't hoofd, „zijn moeder, helaas ze woont in 't krank
zinnigengesticht 1"
De vreemdeling kromp ineen van smart en be
dekte met beide handen zijn gelaat. Een poos
bleef het doodstil in de kamer; toen voegde de
oude man er bij:
„Ja, al twintig jaren lang. 't Was hard, een
geweldige slag. Zij is er een oude vrouw geworden,
en ofschoon zij kalm en stil schijnt, blijft zij voort
durend zinneloos, 't Is verschrikkelijk, meneer!"
De vreemdeling knikte slechts en bleef somber
voor zich uitstaren. „Roland sprak mij ook van
Martha, uw dochter, die hij zoo ongelukkig had
gemaakt; meer nog sprak hij over u, dien hij dood
waande. Doch zoo geheimzinnig en vreemd, dat
ik mij dit alles niet duidelijk verklaren kon."
„Ja, mijnheer Roland had groote schuld, er is
een tijd geweest waarin ik mij niet kon voorstellen
dat ik hem dit alles nog eenmaal zou kunnen
vergeven; maar ik ben oud, heel oud geworden,
en op mijn jaren leert men de dingen anders zien,"
zei de oude, kalmer. „Ook Martha," ging hij voort,
„heeft dat alles lang vergeven, zij is gelukkig in
haar kind, haar Karei, die voor ons beiden alles
is. Heeft mijnheer Roland u nooit eens vertrouwe
lijk zijn vroeger ieven verteld?" vroeg Kees, bang
om zich misschien te verpraten. „Maar wacht
eens, Martha zal niet minder belangstellend zijn
dan ik, om iets van mijnheer Roland te vernemen;
bovendien kan ze alles beter onthouden, want met
den ouden dag komen de gebreken ook, en ik
ben niet meer wat ik vroeger was, mijnheer!"
snapte de oude, terwijl hij naar de deur" strom
pelde om Martha te halen.
Toen Kees de deur gesloten had, stond de
vreemdeling op en begaf zich naar 't open venster
der tuinkamer, die uitzag op den fraaien boom
gaard en verder op bouw-en weilanden. Toen hij
dat rustig, landelijk tafereel aanschouwde, die
stilte genoot, welke alleen door 't geritsel der val
lende bladeren en 't gesjilp der vogels verbroken
werd, toen hij dat kalme leven besefte en dit met
zijn eigen woelige, ja misdadige loopbaan ver
geleek, met zijn zondig leven, dat zoo ellendig
was heengevloden, rolden hem de tranen over de
wangen. Ai zijn daden stonden item als een on
verklaarbare macht voor den geest; hij zag wat
hij had kunnen zijn, en wat hij geworden was.
Toen vouwde hij voor 't eerst .sedert tal van jaren
de handen, murmelde iets, dat naar een gebed
geleek, en.
Toen hij zich omwendde, stond Kees, op Marthas
arm geleund, in 't vertrek. Zij waren onopgemerkt
binnengekomen en hadden hem niet in zijn gepeins
willen storen.
Doch toen Martha hein in 't gelaat zag, trad
hij ontsteld eenige schreden achteruit. Hij kon
zich niet langer bedwingen en zich met een Harts
tochtelijk gebaar tot Kees wendende, riep hij snik
kende uit:
„Kees, vergiffenis, vergiffenis, voor mijn schan
delijk gedrag, ik heb zwaar geboet, vergiffenis.
„Mijnheer... Roland...!" stamelde de oude,
bijna beseffeloos van schrik.
„Eigen Rust" heeft de belofte van zijn titel
gehouden. Na een veelbewogen, stormachtig leven,
na de verschrikkelijke gevolgen van een eersten
misstap, die zoovele anderen na zich sleepte, is er
eindelijk rust, kalmte opgedaagd. Meer dan een stof-
felijke, wereldsche rust, is het een inwendige rust.
Toch zou Louis Roland dat kalme leven nimmer
gesmaakt hebben, wanneer niet de plotselinge dood
van zijn voormaligen makker, d'Anthol, hem be
vrijd had van een wezen, dat een hinderpaal zou
zijn gebleven voor den terugkeer tot het eerlijke
leven.
Doch nadat d'Anthol hem des avonds in het
logement in beschonken toestand verlaten had,
werd hij drie dagen later uit een der stadsgrachten
opgevischt, waarin hij, waarschijnlijk in zijn dron
kenschap, geloopen was.
Terwille van tante Mietje, die men nog herdacht
en ook ter wille van zijn oprecht berouw, ver
gaven Kees en Martha aan Roland het hun be
rokkend leed.
Een paar maanden later kon Martha haar zoon
bij zijn wettigen naam Roland noemen; Louis had
Martha ten huwelijk gevraagd; Martha had in
haar binnenste een hevigen strijd gevoerd tusschen
de moederjijke begeerte om haar kin gewettigd te
zien, en zekeren onoverwinbaren tegenzin tegen
den man, die haar eenmaal zoo schandelijk be
drogen en haar vader zoo wreed bejegend had.
Doch de herinnering aan tante Mietje, wier vurig
ste wensch aldus nog na haar dood vervuld werd,
en Louis houding jegens haar en haar vader, maar
bovenal de toekomst van haar zoon, deden haar
besluiten zijn hand aan te nemen.
Het is nu winter en op den straatweg langs
„Eigen Rust" vertoont zich bijna geen levend
wezen. Ook de plaats zelf is met een dik sneeuw
kleed bedekt en ziet er ongastvrij en naakt uit.
Doch daar binnen, in de huiskamer, is het zoo
gezellig en behagelijk. Lustig knapt en knettert
het vuur in den grooten haard; oude Kees heeft
zijn voeten op de blankgeschuurde plaat uitge
spreid, doet nu en dan een trek aan zijn sigaar
en blaast de rook langzaam en diepzinnig voor
zich heen. Roland zit aan de overzijde en verhaalt
van de nieuwe wereld, en dit met zooveel vuur,
dat Karei, die in een landbouwkundig boek zat
tc studeeren, aan zijn vaders lippen hangt, en ook
Martha geen oog van Louis afhoudt.
„Het is een mooi land, maar een gevaarlijk
land!" zegt Louis, nauwelijks een zucht kunnende
onderdrukken, „en de Amerikanen zijn ongetwij
feld de meest ondernemende en practische men-
schen ter wereld."
„Wel mogelijk," hetneemt de oude Kees, „maar
ik zeg altijd: „Oost, West, thuis best"."
EINDE.