'INGERDEN'S Meubelhuis
IfW SlJLL liüTENBOGAflRD
Dancing „Lybelle"
llfiOStG 60
iTTERDAM.
bzer Advertentie 5
korting.
IDEL HU1SKES APON
rt in Onze Eilanden.
[OTTERDAM
adres voor Dameshoeden
RDAM
en ontspanning
Inkhaus
ling
'ERF
6ed. Vest, Calandplein
DANSEN
35 Cent
MAX. PARSER
MEF.
WEET U?
Heinekens bieren. 3de klas prijzen.
advertIntiën
WOENSDAG
24 JULI 1929
11E JAARGANG. - N°. 73
Slapeloosheid
Mijnhardt's Zenuwtabletten
V^or tcide migV-tei cl
AKrCer'e AbdLjai roop
PLUIMVEE
FEUILLETON.
Tante Mietje
8 - t.o. de Delftschepoort,
0/
/O
9, bij het Viaduct - Tel. 9238 - ROTTERDAM
sermabersfournituren Manchester
ch leer Billart- en Bestuurstafellaken
Gevestigd 1882
na Ameublementen blijven wij doorgaan,
.en prima 54.-, Linnenkast prima 27.-,
uffetten, massief eiken met 10 jaar garantie
ds Stoelen met prima effen trijp, Slaap-
179.-, met garantie. Nieuwste modellen
fht sorteering Queen Anne Buffetten met
jste, om reden wij alles zelf maken.
S3 - Gedempte Slaak 87
e en Fluweel, Gaasvormen vanaf 25 cent.
-teering HINDERHOEDEN,
n Hoed vervormen vanaf f 1.75,
't nieuwste model weer terug.
ONZE ADVERTEERDERS.
DNDlt
ir Billijk
Harnasse-
optochten,
ter lapwerk,
itterdam.
linnefeesten.
nsumptie
>ORN
55652
Brug
Telefoon 51256
Rotterdam
GEOPEND op:
Zaterdagavond v. 8—1 uur
Zondag-en 1 8-12uur
Woensdagav.
Zondagsmiddags v. 3-6 uur
VRIJ ENTREE
TWEE DANSVLOEREN
Consumptie vanaf
ALGEMEEN LEIDER
DAT Café Concert
„HET WESTEN"
94 OUDE BINNENWEG 94
het meest gezellige en intieme
Cafe Is te ROTTERDAM.
Van 1212 uur doorloopend
schitterend muziekprogramma.
De Centrale Proeftuin
voor
Goeree en Overflakkee
Je Middelharnis (Langeweg)
is op eiken werkdag voor belangstel
lenden GRATIS TOEGANKELIJK
Desgewenscht geeft de tuinman alle
inlichtingen, die mochten worden ver
langd.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,076
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Het Leesteeken.
„Neem tot U, wat g' aan wijsheid
hebt verkregen;
verwerk dat trouw en zet uw
zwerftocht voort.
De Mensch vooral ook de Mensch van
deze eeuw tracht op velerlei wijzen zijn
geest te verrijken met kennis van velerlei
aard. Hij weet, of dient althans te weten,
dat hü, bij het voortzetten van zijn zwerf
tocht door het Leven in het groote, vóór
hem liggende Levensboek zal hebben te lezen
in dat boek, waaruit de ware en voor zijn
leven zoo onmisbare levenswijsheid zal
moeten worden opgenomen. Hij zal daarin
voortdurend en met juistheid moeten lezen
zal het vruchtbaar worden wat hij daar
uit leert.
Hij leest ook voor een groot deel wat de
gewone leestafel hem te lezen aanbiedt,
wat de uitgevers aankondigen en wellicht
ook wel iets van den voorraad in zijn boe
kenkast. En daarbij zal voorzeker een schat
van door anderen opgedane kennis en levens
wijsheid worden aangetroffen. Maar, het le
zen zelf is een kunst van niet gering allooi,
waarbij het leesteeken onschatbare diensten
bewijst Wjj kunnen de gedachten en mee
ningen van een schrij ver of van een dichter
niet met juistheid in ons opnemen, wanneer
deze het leesteeken niet juist ter plaatse
heeft aangebracht, of wanneer wij lezende
geen acht slaan op de aangebrachte lees-
teekens. Het leesteeken is bijgevolg onmis
baar om een uitgedrukte gedachte goed te
doen verstaan of wel, de juiste bedoeling
daarvan in zich op te nemen.
Waar dit in zoo hooge mate reeds het
geval is, wanneer het, in de gewone betee-
kenis, het geschreven of wel het gesproken
woord geldt, hoeveel te meer zal dit alsdan
het geval zijn waar het betreft de nauwkeu
rige lezing van het „Groote Levensboek"
met zijn vele raadselen, zijn eindelooze vra
gen en antwoorden, zijn schokkende uit
roepen, zijn ontstellende of anderszins ingrij
pende gebeurtenissen, zijn blijdschap en
smart, zfjn weemoed en puntstelling. Dit
laatste vooral - het einde dat zinnen en
hoofdstukken afsluit, dat een levensboek doet
eindigen en dat feitelijk het geheele leven
beheerscht, door zijn dreigend aanzien en
zoo menigmaal ook, door zijn plotseling ko
men „de veelzeggende „punt" speelt
mede een hoofdrol in '3 menschen levensboek.
Het leesteeken wij moeten het in ons
leven reeds gereed hebben, wij moeten het
steeds op het rechte oogenblik weten te
plaatsen, wij moeten het zien en opmerken
waar het reeds geplaatst is, waar het ons
waarschuwt bij het lezen van hetLeveD,bii
het lezen van ons leven. Het leesteeken, wij
moeten het kennen en weten te beoordeelen;
de „komma" - als korte rust; het „ver-
bindingsteeken" zoo noodig in alles wat
het Leven ons saam te voegen geeft, ter ver
duidelijking van wat het ons zeggen wil;
het vraagtoeten bij de lange reeks van
omstandigheden, toestanden, gebeurtenissen
en aanvechtingen, die wij niet begrijpen
en die wij wellicht nimmer zullen ver
staan; het uitroepteeken aangevende onze
verwondering, onze verbazing, onze blijheid
en andere ontroeringen. En dande
„dubbele punt" - die duidt op wat volgen
zal, wat als antwoord dienen zal op vele
levensvragen, op vele levensverwachtingen,
op den juichtoon, op het zaligheidsgevoel,
op den smartkreet, op den wanhoopssnik.
De „punt", als leesteeken in het Leven,
wijst een afsluiting, een oponthoud, eenty-
delijken stilstand na iederen volzin in ons
spreken en handelen aan tot zy geplaatst
wordt aan het einde van onze levensgeschie
denis, als ook het laatste hoofdstuk daarvan
is voleind.
O, als wij slechts beseften, hoe aandachtig
wij het Leven moeten lezen, hoe oplettend
en met hoeveel ernst wij zelf ook met woord
en daad ons levensge beuren moeten mee
schrijven hoe geheel anders zou dan de
inhoud van ons Levensboek er wellicht
uitzienDan zou althans het leesteeken niet
zoo menigmaal zijn misplaatst dan zouden
wij ongetwijfeld ook beter verstaan: wat het
korte, moeilijke, raadselachtige, maar toch
zoo rtjke en aan schoonheid gewijde Leven
ons heeft te zeggen. Laten wfj daarom met
inspanning en hoogen ernst, maar tevens met
blijdschap en dankbaarheid, zoo vèrhetons
gegeven is zulks te doen, lezen de ver
schillende leesteekens ter gestelde plaatse
opmerken... en gehoorzamen. Laten wij
niet minder nauwgezet, waar wij zelf het
Leven en ons leven medeschrijven, het lees
teeken plaatsen opdat onze medelezers
in dat veelomvattende Leven en niet minder
in ons leven, niet in verwarring geraken. Laat
een ieder althans een leven kunnen verstaan
en niet behoeven te twijfelen aan den inhoud
daarvan
Het „Groote Levensboek" heeft in het
Groot Heelal begin noch einde. Maar het
Leven kent aan iederen Aardebewoner af
zonderlijk een levensboek toe van grooter
of kleiner formaat. En dat boek schrijft de
Mensch dagelijks medejmaarnaastzijnpen,
schrijft een andere, geheimnisvolle pen op
iedere bladzijde, en dkt geheel vormt zijn
leven. Al wat d&ar geschreven staat moet
conform zijn. De hooge, machtige „Beoor-
deelaar" zal eenmaal ieder levensboek op
vragen, en „de Engel der Stilte" zal het
neerleggen voor den Troon der Hoogste
Macht... ter beoordeeling van den inhoud.
Laten wij daarom nauwkeurig medescbrii-
ven, het leesteeken met juistheid plaatseD en
bij elk hoofdstuk, bij iedere bladzijde on
middellijk onzen persoonlijken corrector la
ten oordeelen die corrector n.l., die, in
spijt van ons verzet, zich niet iaat afwijzen,
maar steeds zal blijven oordeelen over ons
eigen werk, over ons doen en nalaten. Im
mers, ten allen tijde moeten wij ons „beter
weten" toelaten tot de beoordeeling, tot
de correctie van ons leven. Wij moeten dat
bij ieder hoofdstuk, neen, bij iederen volzin
in ons levensboek doen en daarbij bedenken,
dat, waar wij vragen stellen in dat boek, dat
daar menigmaal de ongeziene „pen van het
Lot", naast onze vragen het antwoord zicht
baar neerschrijft; als wij maar goed lezen
en niet over het leesteeken heenzien. Bij
dat alles behoeven wij ons geenzins de
vreugden des Levens te ontzeggen; als wij
maar zorg dragen, dat wij, lezende en lee-
rende in het rijke leven, levenswijsheid tot
ons nemen en deze verwerken bij het voort
zetten van onzen zwerftocht. Want de vele
vraagteekens, die op ons wisselend levens
pad oprijzen, maken het Leven inderdaad tot
een zwerftocht te meer nog, wanneer wij
de antwoorden niet verstaan, die de onzicht
bare pen toch veeltijds duidelijk enovertui-
gend neerschrijft, naast onze vragen in het
Leven in 't bizonder in ons persoonlijk
leven. Ten allen tijde moeten wij, waar wij
zelf in ons levensboek schrijven en het daar
bij noodig geoordeelde leesteeken plaatsen,
bedenken, dat wij onzen corrector daarbin
nen hebben te raadplegen want wij kun
nen immers niet weten, wanneer de „Engel
der Stilte" ons levensboek zal komen op-
eischen om het over te brengen naar
de andere zijde van het Leven en het neer
te leggen onder het „Hoogste Licht".
Het is ruim en mooi gedacht van hem of
haar, die het leven van den Mensch het
eerst „een zwerftocht" heeft genoemd
onzeker als wij zijn: waar wij gaan, waar
wij zullen komen.
Het is waar: een gids hebben wij om te
raadplegenDie gids meldt zich immers van
zelf aan; hij zetelt daarbinnen in ons, hij is
de Corrector van ons levensboek en moet
wel van Goddelijke afkomst zfjn.
Het LeesteekenHoe kunnen wij het
Leven en meer bepaaldelijk ons leven
lezen, zonder dat. Hoe kunnen wij levens
wijsheid opdoen op onzen zwerftocht door
het onzekere leven, met zijn warnet van
kronkelpaden, waardoor „de rechte weg"
wordt omgeslingerd zoo wij de verschillen
de leestekens niet opmerken en niet weten
te onderscheiden en te plaatsen. "Waarheen
zal ons de „Engel der Stilte" voeren, als
hij ons Levensboek sluit en opneemt? Zal
het zijn naar oorden van Zaligheid van
Licht en Herkenning? Hoe hopeloos klein
is toch het mensebelijk weten... Daarom:
„Neem tot U, wat g' aan wijsheid hebt ver
kregen.
Vraag niet: „Waarom?" en zet uw
zweiftocht voort".
VIKING.
tengevolge van de zomerwarmte, overwint
men spoedig door het gebruik van- een paar
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
(Adv.)
bestrijden is zooveel mogelijk de menschen
er van op de hoogte te brengen en hun de
bestrijdingsmiddelen te leeren. En nu begin
ik van achter aan en noem eerst een der
bestrijdingsmiddelen die het meeste resul
taat beloven op het oogenblik en die zeer
eenvoudig zijn, n.l. de reeds bij de pullorum
door mij beschreven gaasvloertjes,tezamen
met hygiënische voer- en drinkbakken.
Een trouw lezeres bracht mij er toe nog
even over deze gaasvloertjes te schrijven. Ik
zelf dacht dat ik alles nauwkeurig genoeg
uitgelegd had, doch haar brief doet my anders
concludeeren. Men ziet er tevens weer uit
hoe ontzettend noodig en nuttig het is tegen
de ziekte te waarschuwen en aan te geven
wat men in het algemeen er tegen doen kan.
Voor speciale behandeling raadpleegt men
natuurlijk den dierenarts, maar er zyn een
massa algemeene zaken die men zelf doen
kan en zich voor veel schade kan vrijwaren.
De brief luidt ongeveer aldus: „Ik was in
het eerst er wel wat verlegen mee dat U
mijn brief in de courant heeft gepubliceerd
maar ik zal maar denken, zooals mij een
vriend beweerde, dat het voor een boeren
vrouw netjes gesteld was. (Dat was het ook
de wetenschap dat de ziekten (zoowel pul
lorum als coccidiosis) het sterkst zich ver
spreiden door de besmetting met mest, drink
water en voer. Zorgen we nu dat de mest
door het gaas heen buiten het bereik der
kuikens valt, dan voorkomen we een gewel
dige hoeveelheid besmetting. Het gaas dat
daartoe gebruikt wordt is feitelijk een recht
hoekig gevlochten ramenstelvan betrekkelijk
dikke ijzerdraden die vertind zyn. Het is dus
niet het gewone kippen- en musschengaas
dat uit heel dun Ijzerdaad bestaat die tot
zeshoekige mazen ineengedraaid wordt. Ik
heb heel weinig verstand van ijzergaassoor
ten en weet enkel dat ze in verschillende
maaswijdte te krijgen zyn, terwijl ook de
breedte der rollen verschilt.
Doordat dit ijzergaas van dik ijzerdraad ge
vlochten is heeft het geen scherpe randen
en de kuikens loopen er heel gemakkelijk
op. Om nu te voorkomen dat de diertjes
toch nog door het gaas heen op den grond
kunnen pikken, wordt de gaasbodem onge
veer 10 k 12 c.M. boven den eigenlijken
vloer van het hok aangebracht. Den vloer
bedekt men met een laagje turfmolm en is
nu kant en klaar. Al naar de grootte van
ru.4>Vig en Wtcio-l dieja
cadec-o no. V-»eV %/cli-»
(Adv. in Blokschrift)
VRIJ bewerkt naar een novelle van
J- O. L. MARUNIER.
6)
Dus was er één schrikbeeld verdwenen: de vree-
seIijke angst om als misdadiger, als moordenaar
voor het gerecht te komen. Doch toen die vrees
hem niet weer folterde, greep de wroeging over
zijn misdrijf hem des te sterker aan, en traden de
beelden van zijn verwoest geluk voor zijn geest
op. Nu eerst gevoelde hij wat hjj verjorer]j wejke
schitterende toekomst hij lichtzinnig vertrapt had.
Zijn moeder die voor hem leefde, die in hem
haar trots en geluk vond, zijn lieve bruid, die hem
behalve haar nart, ook onmisbare schatten zou
ten huwelijk brengen, dat alles was voor hem ver
loren.. onherstelbaar verloren.
De reis naar New-York was voor Louis een tijd
van voortdurenden angst. Hoe hij zich ook in
spande, hij was zich niet zoo geheel meester, om
al die inwendige martelingen te kunnen verbergen.
Gelukkig waren de passagiers hem allen vreemd.
Een paar Engelsche families, die een plezierreis
naar de nieuwe wereld ondernamen, bemoeiden
zich bijna met niemand; de jonge, stijve ladies
vormden op t dek met haar zonneschermen een
soort van omheining, die iedereen eerbiedigde.
Eenige Duitschers zaten den geheelen tijd te
praten over die liebe Heimath en betreurden blijk
baar hun Sauerkraut en hoopten verder op ge
lukkige zaken in Amerika. HoIIandsche kooplieden
tuurden meestal in hun notitieboekjes of maakten
berekeningen. Voorts bevond zich een groot aantal
landverhuizers op de boot, die als een opgedreven
kudde schapen bijeen stonden, en zich uitsluitend
onder elkander bezig hielden.
Niemand sloeg dus bijzonder acht op Louis,
behalve een zekere passagier, die onder den naam
van d'Anthol had plaats genomen, en die Louis
tersluiks gadesloeg.
D'Anthol scheen, evenals Louis, elk gezelschap
te vermijden. Zijn scherp geteekende gelaatstrek
ken, het zwarte ravenoog dat ongunstig onder het
half gesloten ooglid zijdelings loerde, maakte zijn
voorkomen ongunstig, zijn manieren waren stil,
bedaard en uiterst beschaafd; zijn kleeding was
onberispelijk en tot in de geringste bijzonderheden
den echten aristocraat waardig.
Het schip doorsneed de onafzienbare watervlakte
met groote snelheid. Binnen een paar dagen be
rekende de kapitein, zou men de nieuwe wereld
in het gezicht hebben.
Op zekeren nacht wierp de maan haar helder
licht op de schuimende zee, geen wolkje dreef „er
in het onafzienbare blauw. Het was de laatste
nacht dien de passagiers waarschijnlijk op de boot
zouden doorbrengen. Morgen hoopte men New-
York te bereiken. De meeste passagiers hadden
zich derhalve vroeg ter rust begeven, om met het
aanbreken van den dag de plaats hunner bestem
ming te begroeten.
Tegen de verschansing geleund, tuurde Louis
peinzend over de watervlakte. Hij kon niet slapen.
Hij gevoelde dat het keerpunt in zijn leven was
aangebroken. Geld, zorgen van stoffelijken aard
Vragendeze rubriek betreffendekunnen
door onze abonné's worden gezonden aan
Dr. B. JC. te Hennepe, Diergaarde
singel 96a Rotterdam. Postzegel van
cent voor antwoord insluiten en Blad
vermelden.
Over Gaas*Vloertjes en Coccidiosis.
Nu de zomer in het land is begintonder
de kuikens die al eenigzins op scheut zijn
een ziekte te heerschen, die in haar ver
schijnselen heel vaak aan vergiftiging doet
denken en die weer zeer veel kuikens doet
sneuvelen.
Soms sterven de dieren plotseling, soms
nadat ze eenige dagen verschijnselen ver
toond hebben waarvan het voornaamste dan
wel is, roode diarrhee, bloeddiarrhee. Deze
ziekte is uiterst besmettelijk en zal ik, hoe
wel ik het verleden jaar ook al eens gedaan
heb, nog eens gaan beschrijven, want de
eenige middelen om dergelijke ziekten te
en het voornaamste is dat uit zoo'n brief
blijkt dat de lezeres medewerkt om alles
goed te begrijpen.) Juist dit nauw contact
tusschen lezer en schr^ver geeft de beste
voorlichting. Mijn doel is altijd zoo nauw
mogelijk met alles in de praktijk mee te
leven en de andere lezers te laten profiteeren
van brieven van anderen en van gesprekken
van anderen. Daarom is juist de vragenbus
van zoo hooge waarde. De schrijver blijft
daardoor op 'de hoogte van wat zijn lezers
interessant vinden en heel vaak kan hij op
grond van de een of andere brief wenken
geven die voor allen nuttig zijn. Ik kan na
tuurlijk niet op alle brieven ingaan, er zijn
dagen dat er zoo'n vjjftig stuks zijn en de
meesten krijgen natuurlijk maar een kort
bericht als het zaken van minder belang
betreffen. Doch laten we doorgaan aan den
brief.
„"Wat is het treurig alles te zien sterven
als je de uiterste best er voor doet. Maar ik
ben een Zeelander en zal maar aan het Wapen
van Zeeland denken, ik worstel en ontzwem."
(Een pracht-leuze voor het leven dat vaak
heel moeilijk is en juist bij de pluimvee
houderij zijn er zoo akelig veel die jarenlang
worstelen en toch.... verdrinken. Met een
3tje meer kennis van zaken zou men heel
vaak ontzwommen kunnen zijn.)
,,Van honderd kuikens heb ik er maar
twee overgehouden en die twee doen het
best, maar ik wil ze niet in de foktoom doen."
Dit laatste is heel verstandig en bewijst
dat de schrijfster dezer brief goed begrepen
heeft waar het bij de pullorum om gaat. Met
alle plezier voldoe ik aan haar verzoek de
behoefden hem niet te kwellen, want tante had
hem bijna een kapitaal meegegevenHij dacht
aan zijn moeder, wier levensavond hij vergald
had; aan zijn bruid, die hem teeder liefhad
en al die ongelukken en ellende waren zijn eigen
schuld.
„Een heerlijke nacht, mijnheer!" hoorde hij op
eenmaal in een vreemden tongval naast zich zeg
gen. Louis keerde zich verschrikt om en zag den
geheimzinnigen vreemdeling in het gelaat. Roland
trad eenigszins schuw achteruit en maakte een
stijve buiging die weinig tot verdere vertrouwelijk
heid uitlokte.
D'Anthol scheen zich daaraan echter niet te
storen en vervolgde, terwijl hij gemeenzaam tegen
een pilaar leunde:
„Het is een nacht om te mijmeren; onder zulk
een prachtigen sterrenhemel roepen we onze liefe
lijkste herinneringen op, die het verleden met
schooner kleuren siert dan ze in werkelijkheid
bezaten."
„Inderdaad het zijn hersenschimmen, het is ijdel
bedrog! Wat achter ons ligt, hetzij goed of slecht,
moet verbannen worden uit onzen geest. We mogen
de dooden niet opwekken, maar de werkelijkheid,
het tegenwoordige aanhangen. „Le roi est mort,
vive le Roi", riep de heraut van Frankrijk in één
adem, dat is ook mijn leus! U zult mij misschien
aanmatigend, indringend vinden, wijl ik ongenoo-
digd u in uw wellicht zoete droomerijen stoor en
mijn opvatting van het leven aanprijs. Ik doe het,
omdat uw persoon mij van den beginne af een
levendige belangstelling inboezemde en omdat ik
begreep dat uw geestkracht, uw kloek karakter
door herinneringen ondermijnd werd."
Manier en houding van den vreemdeling lieten
gaasbodem te beschrijven.
Zooals we weten berust de gaasbodem op
het opfokhok, spant men het gaas op ramen
van houten latten die op hun kant staan.
Wil men nu in het hok dan moet men natuur
lijk op deze randen der planken stappen,
anders zakt men door het gaas.
De gewone kuikenvoerbakjes van zink met
een schuifdeksel met gaatjes zijn hygiënische
prullen, daar de kuikens er boven op gaan
zitten en het meel met pooten eD mest be
vuilen. Verder is de voorruimte b(j die bakjes
veel te klein in verhouding met de maat
van de bak, zoodat er veel te weinig kuikens
tegelijk uit kunnen eten.
Ziehier dus nu een en ander over gaas
vloertjes en hygiënische voerbakken.
Voor eventueele op- en aanmerkingen houd
ik mij aanbevolen.
Dr. te Hennepe.
HET BERNER OBERLAND.
In smaakvolle uitvoering heeft de Loetsch-
berg-baan opnieuw een gids uitgegeven voor
het Berner Oberland en haar eigen traject.
Het werkje, dat vele nuttige aanwijzingen
geeft voor het reizen in dit zeer mooie stuk
Zwitserland laat zich aangenaam lezen. Er
gaan 50 illustraties mee, die een prachtig
getuigenis afleggen van de schoonheid, welke
het Berner Oberland en het kanton Wallis
bieden. Deze gids zal eiken bezoeker van
deze gewesten zeer nuttig zijn en wordt
tegen inzending van eene postaan wij zing van
20 cents (aan alle postbureaux verkrijgbaar)
kostenloos toegezonden door het: Verkehrs-
büro der Loetschbergbahn, Bern, Schweiz.
niet na eenigen indruk op Louis te maken. On
willekeurig voelde hij zich tot hem aangetrokken.
„Doch wanneer dat verleden ook zelfs het heden
en onze toekomst vernield heeft, dan...."
„Vergeef mij mijnheer, dat ik u in de rede val,
doch dit zou ik bijna een drogreden durven noe
men. Het heden behoort ons, geheel ons: willen
is kunnen. Een man van geestkracht, van talenten
baant zich een weg zoo schoon en zoo prachtig
als hij slechts wil. Heeft de fortuin hem in de
oude wereld een harer wispelturige trekken ge
speeld, hij draait haar den rug toe en begroet de
nieuwe wereld als zijn vaderland."
De jonge Roland voelde zich al meer en meer
tot dezen man aangetrokken, die met zooveel
overredingskracht en overtuiging, met zooveel
warmte en beschaving sprak. Alengskens raakten
beiden in een druk gesprek.
Reeds steeg de zon prachtig aan den hemel,
toen Roland en d'Anthol nog steeds vertrouwelijk
zaten te praten. D'Anthol, een man van onder
vinding, die overal gezworven had en de menschen
kende, had spoedig den jeugdigen Roland zoodanig
voor zich weten te winnen, dat Louis hem zijn
volle vertrouwen schonk.
„Land!" werd er geroepen, en werkelijk kon
een scherp oog een nevelige strook aan den ge
zichtseinder bespeuren. Die onbestemde omtrekken
werden langzamerhand duidelijker, totdat uit die
nevelen zich eindelijk de wereldstad New-York
vertoonde.
Nu lag de boot aan wal. Passagiert, vreemde
lingen, matrozen, men verdrong elkaar op dek en
duwde en stiet elkander met pakjes en koffers.
Het was een beweging, een onstuimig heen en
weer loopen, waarvan Louis zich in zijn bedrijvige
vaderstad geen denkbeeld had 'kunnen vormen.
D'Anthol bleef natuurlijk bij Louis. Zij lieten eerst
de haastige passagiers met hun drukte en beredde
ring de boot verlaten, vóór zij besloten aan wal
te gaan. Na een kort afscheid van den kapitein
te hebben genomen, wien Louis welgemeend voor
zijn bewezen diensten dank zegde, verlieten ook
zij de boot en begaven zich naar een der voor
naamste hotels van New-York.
Roland's nieuwe vriend had zich inderdaad over
de oude wereld te beklagen; men had er zijn titel
zijn ridderschap met voeten getreden. Hij was
chevalier d'industrie, en men had zijn ridderlijke
feiten veroordeeld. D'Anthol behoorde tot de hoog
ste klasse der oplichters, en bewoog zich in de
voornaamste kringen. De meeste Europeesche
talen sprak hij gemakkelijk en vlug; hij wist zich
op de innemendste wijze voor te doen en bezat
geest en algemeene kennis om een gesprek belang
wekkend en boeiend te maken. In de meeste Euro
peesche badplaatsen had d'Anthol zijn geluk be
proefd en menigeen in zijn netten verstrikt. Le
vicomte d'Anthol had aldus geschitterd in de
hoogste kringen; hij was de gast geweest van
voorname families, die aan de lippen hingen van
den geestigen verteller wanneer hij zijn treffende
of humoristische ontmoetingen verhaalde. Doch
die gouden tijd was nu voorbij, mijnheer d'Anthol
was bekend geworden en had zich verplicht gezieo
de oude wereld te verlaten en in de nieuwe zijn
geluk te beproeven.
Wordt vervolgd.