1II rum „Onze Eilanden" JWELHAINIS inn- EERSTE BLAD ze reclame Puistjes ERKOOPINGEN. tabletten nfluenza ZATERDAG 22 JUNI 1929 11E JAARGANG. - N°. 64 Nog steeds geen antwoord. FEUILLETON. De slachtoffers der Wraak. Uit de periode der Lijfstraffelijke rechtspleging. Transpireerende Voeten Week-revue. en aanzien beluste ouders daa rgeloos slachtoffer te zoeken. Is ten domineesambt niet de doorgang tot allerlei maatschappelijke en carrière? 'gelijks is, naar wij vermoeden, de gang van de Plaagsche classis elaat verdwijnen spoedig door deze nds met wat PUROL in te wrijven zich des morgens te wasschen met ater en gewone zeep of beter nog Izeep. 't Voldoet iedereen. (Adv.) SDAG 19 Juni 1929, 's voorm.10 tte Stellendam, ter herberge van sboek van 18 perceelen Klavers, tellendam, ten verzoeke van den Goekoop te Goedereede. "SDAG 19 Juni 1929 's avonds. 7 te Dirksland, ter herberge van lderman, van 24 perceelen Klavers oeke van diverse eigenaren. AG 21 Juni 1929, 's avonds half (Oude tijd) te Nieuwe Tonge, ter a van I. de Witte, van 6 perc. ten verzoeke van de Heeren K. aar en J. B d' Huygelaere. Notaris VAN DEK SLUYS. RDAG 4 Juli 1929, bij Inzet, op RDAG 11 Juli 1929, bij Afslag des avonds 7 uur (zomertijd) in el Meijer te Middelbarnis, van het et Erf en Schuur aan den Ring te amis groot 1 are 62 centiarenin rceelen en combinatie; ten ver- an den heer P. Verolme Jz., al- Notaris VAN BUTJREN. RASSE SJEIK GESTORVEN. D, 14 Juni. - Een bladteMosoel dood van een Sjeik in den ouder- 120 jaar. De sjeik liet vier weduwen an 100 kinderen en kleinkinderen or eenige jaren nam de sjeik nog erkzaamheden waar en men be- zijn jongste kind pas 10 jaar F HET STATION 9 Men lette vooraop den- naam Sanapirin daar deze tabletten wettig beschermd zijn tegen namaak en vervalsching. Prijs 40 en 75 et'. Proefbui sj es 25 ct. Btf Apoth. ca Drogisten. I Prijs per kwartaal f 1,— I Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V, Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Het is een eigenaardig verschijnsel in de sektarische literatuur, dat, zoodra een andere categorie dan de sektariërs wat meer vrijheid van beweging krijgt dan hun aangenaam is, zij dan spreken van ver drukking, terwijl, als de sektariërs zelf dwang gaan uitoefenen op anderen, dan heet het de zoo lang begeerde en be vochten vrijheid. Een kroniek, geredigeerd in het raam van het sektarisme, kan natuurlijk niet maatgevend zijn voor een algemeene, ob jectieve opvatting, reeds alleen niet door het feit, dat wij rekening hebben te hou den met de veranderde omstandigheden, de moreele en intellectueele ontwikkeling, kortom de evolutie. Een verstard conser vatisme toch kan niet anders dan een deprimeerenden invloed uitoefenen op de geestelijke ontwikkeling van den mensch. Het is natuurlijk een geniale krijgslist in het sektarische kamp, om met een der gelijke voorstelling van de geschiedenis, het publiek af te leiden van het oorspron kelijke onderwerp, en het is tevens ken merkend, dat deze taktiek het meeste suc ces heeft, juist op het platteland. In de groote steden n.l., waar allerlei gezonde gelegenheden zijn voor geestelijke en lichamelijke ontwikkeling, schijnt veel minder belangstelling te bestaan voor de laakbare praktijken, welke elders gebezigd worden om door dik en dun de school- productie door te drijven. Dadr weet b.v. het kind niet eens, tot welken godsdienst of sekte zijn speelmakkertje behoort, daar is geen verdeeldheid, geen vóórbereiding tot een politieken- of godsdienststrijd, neen, daar spelen ze allen te zamen zon der aanzien des persoons en waardeeren slechts elkanders deugden en genieten van de vroolijke speelsche dartelheid, welk begeerlijk genot het kenmerk is van een onverdorven jeugd, en waaraan ieder mensch zijn geheele leven met vreugde terugdenkt. Als een extra'tje op 't gebied van sek tarisch succes ten plattelande werd mij o.a. Moerdijk genoemd, een plaatsje van 1000 inwoners, alwaar 5 scholen ge vestigd zijn. Naar deze verhouding zou bijv. Mid delharnis 20 scholen en Amsterdam 3500 scholen moeten hebben. Wel overbodig om aan te toonen, welk een gruwelijke geldverspilling en tevens welk een ver deeldheid dit teweeg brengt onder ons volk. Doch laten wij hierop niet verder in gaanreeds herhaaldelijk is de principiëele kwestie behandeld en daaruit voldoende gebleken, dat de massa-schoolproductie voor ons land een onheil beteekent. Om dus niet af te dwalen, keeren wij (UIT HET DU1TSCH.) 27) Jenny werd getroffen. Haar geslepenheid bewees haar een goede dienst. „Slechts een enkele keer heb ik Eduard na zijn terugkomst uit Italië gezien,'' en zij gaf zich het voorkomen eener nadenkende „als een wervelwind kwam hij binnen en ijlde weer weg." „Was dat niet op dien dag?" vroeg de rechter in gespannen verwachting. „Misschien wel maar des voormiddags men kon het geen bezoek noemen, mijnheer," sprak zij met een bekoorlijk lachje. „Als men binnenstuift, wartaal spreekt en weder vertrokken is, alvorens men elkander gegroet heeft, dan is dat toch geen bezoek te noemen." „Waarschijnlijk heeft mijnheer von Rohl niet zonder bedoeling dit zoogenaamde bezoek afge legd. Hebt u geen bepaalde verstrooidheid en zekere gejaagdheid aan hem bemerkt?" „Juist. Hij wilde geen minuut blijven, ofschoon ik hem zeide dat mijn broeder dadelijk komen moest. Van zijn reis vertelde hij mij niets, kortom, hij kwam mij zeer vreemd voor. Zijn geheele voor komen verbaasde mij; gewichtige gebeurtenissen veroorzaakten later dat ik er in het geheel niet meer aan dacht en zelfs vergat aan Arthur zijn op onze schreden terug en bepalen ons weer bij de onderneming in Middelharnis. Laten we eens even veronderstellen, dat hier behoefte was aan een Christel. School. Zou het dan niet in de allereerste plaats op den weg gelegen hebben van bijv. 50 of 60 paar ouders om aan die behoefte uitdrukking te geven en naar aanleiding daarvan pogingen in het werk te stellen om een bestuur te vormen, hetwelk dan met gebruikmaking van fatsoenlijke mid delen de stichtingsmogelijkheden onder het oog kon zien? Doch niets van dat alles. Neen, plot seling verschijnt er een bestuur ten tooneele, of liever een clubje propagan disten schiet naar alle windstreken uit en tracht met alle mogelijke middelen de handteekeningen te verzamelen van men- schen, die eendeels omgepraat worden en anderdeels hun naam maar zetten om eraf te zijn, ofschoon ze reeds vooruit weten, dat nooit een kind van hen die school zal bezoeken. INGEZONDEN MEDEDEELING. smaakt als room In de eerste plaats dus is van een lang gevoelde behoefte geen sprake; ten tweede is, gezien de toegepaste middelen, de ge heele opzet anti-christelijk en ten derde moet, aan de hand van deze gegevens, nu toch wel bij ieder de vraag rijzen: „Hebben deze ijveraars voor de sekte school, die de dorpen ailoopen nu wer kelijk zóóveel bekommernis en zorgen om de zielen van anderen, dat zij met een apostolischen ijver te werk gaan, om toch maar den mensch te brengen op hun weg, den eenigen heilsweg? Kunnen verder de langs deze methode gestichte scholen aan spraak maken op den naam van „instituten ter eere Gods" of zijn het veeleer Baai monumenten? Men kan de geschiedenis ophalen van Bonifacius tot heden, men zal dan nergens motieven vinden, die genoemde methode rechtvaardigen en alle sektariërs, die er zijn en die nog komen kunnen, zullen niet slagen hun praktijken zóón mooi pakje aan te trekken, dat zij op een waren chris ten of zelfs maar op een weldenkend mensch den indruk maken van een Gode- welgevallig werk te zijn. Ook uit een zuiver maatschappelijk oogpunt kunnen derge lijke praktijken beschouwd worden als te zijn in het volstrekte tégen-belang van ons volk. Er spreekt de grofste verguizing uit van alles, wat het christendom leert. Door één wending (er zijn misschien ook nog andere) in het huidige stelsel kan waarschijnlijk een gunstig resultaat bereikt terugkomst mede te deelen." Zij sprak zoo ernstig, zoo ongekunsteld, dat de rechter er niet aan dacht het gesprokene voor een leugen te houden. Deze laatste liet wel is waar niet na Jenny te wijzen op een tegenstrijdigheid in haar opgaven, wijl zij nu bekende den heer von Rohl op dien dag gezien en ontvangen te hebbenzij sloeg echter dezen aanval dapper af en verklaarde dat de vergissing door het stellen der veie vragen ontstaan was. Nadat men het over de hoofdzaak eens geworden was en vastgesteld had, dat dit vluchtige bezoek Eduard niet voldoende kon verschoonen, eindigde de rechter bet verhoor en ontsloeg Jenny met de beleefdheid, welke hij een waarheidslievende ge tuige meende schuldig te zijn. Daarentegen scheidde zij van hem met de over tuiging, dat er niets belachelijker en dwazer kon bestaan, dan voor zulke dwaze vragen gehaald te worden. Met een trotschen blik knikte zij den ouden Martin toe, welke haar in plaats van den gendarme het rijtuig opende. Arthur verwachtte haar met ongeduld. Daar hij niet zeker wist, of zij alleen zou terugkomen, bleef hij in zijn kamer tot het rijtuig voorkwam en Jenny in een opgeruimde stemming er uit sprong, „Dat was een traaie komedie," fluisterde zij Arthur toe, terwijl ze met hem het huis binnen stapte. „Moet je begrijpen dat men van mij wilde weten of Eduard den namiddag, die het onweer voorafging, bij mij doorgebracht had." Een kreet van verrassing ontsnapte Arthur's mond. Hij begreep dadelijk het gewicht dezer vraag. „Wat heb je geantwoord?" worden n.l. dat de animo voor de paeda- gogische loopbaan wat getemperd wor de; ik heb alle hoop, dat dan de behoefte aan de sekte-scholen verrassend zal afnemen. Pas op, hiermee is nog niet gezegd, dat deze scholen zoo begeerd worden om onderwijzers onder dak te brengen, deze menschen zijn dermate veelzijdig onder legd, dat zij in velerlei" richtingen in de bedrijfswereld met open armen worden verwelkomd. Neen, genoemde begeerte is van meer adellijke geboorte. Het is de jacht naar eer en roem der schoolbe stuurderen, om ook straks door het nage slacht ingedeeld te worden bij het corps der vaderen, dewelke ook thans in alle sektarische liteiatuur voortdurend een heilige vereeniging genieten. Nu, als wij echter ook moesten boeten voor de stommiteiten, die onze vaderen gemaakt hebben, dan zou die vereering, vooral bij het nageslacht der schoolpro- ducenten, wel eenigszins bekoelen. A. P. Het beginsel dei-hervorming. Br. De Uartog over het beginsel der hervorming. De vrjjheid van den Christenmensch. liet wezen van het Protestantisme. Leven bjj Woord en Geest. In Excelsior te 's-Gravenhage heeft prof. dr. A. H. de Hartog dezer dagen voor de afdeeling Den Haag van de Evangelische Maatschappij gesproken over bovenstaand onderwerp. Er was veel belangstelling. Ons protestantsch besef bestaat, begon spr., niet in de eerste plaats in de antithese met Rome. Hij wil dan ook niets over de Roomsche kerk zeggen, doch laten zien.dat het protestantsch beginsel den bezitter ri kan maken. Het protestansch beginsel is bet vrijheidsbeginsel, dat echter reeds voor de hervorming bestond in maatschappij, weten schap en samenleving De vrijmaking op godsdienstig gebied heeft echter het bijzon dere, dat zij niet is gewelddadig (staatkundig), noch die van de Renaissance (de humanisti sche; maar zjj een breken is van den mensch tot aanbidding in vrjjheid. De vrijheid van den persoonlijken mensch is in de reformatie tot zegepraal gekomen. Hier is het onder scheid tusschen roomsch en protestantsch: de katholieke kerk tracht als moeder alle geesten onder zich te krijgen. De protestant- sche kerk waagt het met de vrjjheid der persoonlijkheid. Het beginsel der hervorming is het waagstuk de mensch in onmiddellijke aanraking met God te brengen, hem te doen leven niet uit macht, maar uit kracht. Daarom is in de reformatie ook het Woord van God naar voren gekomen. Tegenwoor dig wordt het Woord geacht te zijn de Bfjbel, maar de uitleggers gedragen zich veelal als pausjes, die hun uitlegging tot heerschappij willen brengen. Dit wordt letterknechterjj, terwijl het Woord is het hooren van het spreken Gods. De almacht des Woords als energie is het beginsel der reformatie. Het Woord van God is niet alleen maar een bijbel, maar zooals Johannes het omschrijft. De Bijbel mag geen afgod worden i Het „Dat Eduard even bij ons is geweest, maar des voormiddags," gaf zij schaterend ten antwoord. Haar verklaring liep de blijdschap op het gelaat van Arthur terug, die zich daardoor van de folte ringen der hel bevrijd zag. „Goed, Jenny, zeer goed! Maar laten we nu haast maken, de koets staat al klaar. Je kunt direct afrijden. Een geen uitstel duldende zaak roept mij in het gebergte. Verwondert je over niets en ondervraag mij ook niet. Als het kan, kom ik later in Benstedt aan, om morgen vroeg verder te reizen; kan ik mijn zaak niet zoo spoedig alleen afdoen, rijd dan gerust weg, ik zal je in Baden ontmoeten. De koffer laat je gesloten! Hier is de sleutel en hier heb je geld. De koffer mag slechts door mij geopend worden! Haast je opdat je weg bent, alvorens het Eduard mocht invallen je we gens je leugens te ondervragen." Nauwelijks vijf minuten later reed Jenny onder geleide van den houtvester weg en Arthur trad met een verlicht hart het huis binnen om zich voor de reis gereed te maken, welke hij, geheel tegen zijn vroegere voornemens, in stilte wenschte te doen. Alvorens hij zijn jagerspak aantrok, onderzocht hij nogmaals zijn geweer en mompelde „Alles klaar! Mocht hij mij nu in den weg komen, dat zou zijn laatste werk zijn!" Zijn oog viel op Pieter, den kleinen loopjongen, die zonder "gedruisch te maken binnengekomen was om zijn meester iets te vertellen. „Wat sta jij daar te doen?" snauwde Arthur hem woedend toe. De jongen vreesde zijn toorn en dacht er niet meer aan het nieuws mede te deelen. Woord is de goddelijke kracht. Het eenige woord van God is het eeuwige woord vaD God, het albemiddeiend eenheidsbeginsel. Het Woord van God hebben wij nog nauwe lijks benaderd. Het Woord moet vernomen worden als een goddelijke bazuin. Naast het Woord is in de reformatie ook getuigd van den Geest. Woord en Geest hebben wjj te onderschei den. In de stoffelijke werkelijkheid zien wij botsing: zy geeft te zien weerstandsvermo gen en vorm, orde wet (actualiteit). In den mensch is ook de tweeledigheid i leven en kennen, of zijn en bewustzijn. Z(j corres- pondeeren op Geest en Woord in den Bijbel, goddelijke kracht en goddelijke wijsheid. Daarom hooren Geest en Woord bij elkaar, ook in de reformatie. De Geest geeft licht, het Woord kennis. De Geest maakt levend, het Woord geeft inhoud. Daarom kan alleen de geestelijke mensch den Bijbel lezen. Zoo- ais niemand die blind is kan schilderen, zoo kan niemand die den Geest niet heeft, den Bijbel verstaaD. Geestdrijvers en Woorddrij vers loopen dood en de laatsten zijn nog gevaarlijker dan de eersten. Jezus is aan het kruis geklonken door de Woorddrijvers, die meenden Gode een dienst te doen. De echte protestant moet uit den Geest geboren en door het Woord gevoed zijn. Dat is gerefor meerd zijn, d.i. bang zjjn voor niemand, omdat men zich voelt vrijgemaakt door Geest en Woord Gods beiden. Het beginsel der hervorming ieeft dan ook bij de bronwel der Eeuwigheid. Daarom blij ven wezenlijke principesi de rechtvaardige zal uit het geloof leven (het geloof voor waarde tot leven, dus niet een boek, al zit natuurlijk in het geloof een element van luisteren en gehoorzamendoor het gelooven tot het beleven, het begrijpen en het..., aanschouwen) en het stuk der uitverkiezing, tot aoodlotsverzuchting verkalkt bij velen De gereformeerde moet den binnenkant van het stuk verstaan Uitverkiezing is niet „uitpikken" door God. Het is een protest tegen alle uitwisseling, verdienste van wer ken enz., neen, de gereformeerde uitverkie zing wil enkel God's liefde voor den zondaar doen uitblinken. Wie den Romeinenbrief goed leest, weet dat God allen onder de zonde besloot, om allen te kunnen redden Eenzijdig is alleen Rom. 9 aan te voeren. De leer der uitverkiezing is 'de leer der in schrijving. De vrijheid van den Christen mensch is het open hart van God, besloot spr. zijn rede en dat is de volle rijkdom van het reformatisch beginsel. De voorzitter, ds. Zwahier bracht den spre ker dank voor z(jn schitterende rede, waarin de spreker zooveel van z(jn eigen diepste ervaring gaf. en andere transpireerende lichaamsdeelen moet men behandelen met Purolpoeder, als zijnde het meest afdoende middel daarvoor. Purol-Voet,- Toilet- en Kinderpoeder in Bussen van 60 cent en 1 gld. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv.) Binnenland. De aangekondigde publicatie der tusschen Brussel en Den Haag gewisselde documenten over den stand der hervatte onderhandelin- XIV. Tevreden over de uitkomsten zijner voorloopige maatregelen besloot de rechter nadat Jenny zich verwijderd had, zijn reis te bespoedigen en de zaak zoo snel mogelijk te ontwikkelen. Wat hij ge- wenscht had, was bereikt. De verdenking van moord was door de lijkschouwing zekerheid ge worden, de gronden voor het vermoeden waren in waarschijnlijkheden veranderd. Wel is waar bezat men geen rechtstreeks bewijs van schuld, doch de rechter peinsde er over na om Eduard onmiddellijk gevangen te laten nemen. Door den arbeid vermoeid verliet hij het kantoor- locaal en liet zijn oog over het bekoorlijke land schap weiden. Hij ontwaardde dat Eduard langs het woonhuis naderde met de haast van een mensch, die zich in een goed nieuws verheugt. Indien de rechter hem eerder had bemerkt, zou hij hem vermeden hebben, want voor heden achtte hij de zaak genoeg besproken. Met eenige groote passen was Eduard hem ge naderd. „Nu zult u overtuigd zijn, mijnheer, dat uw wantrouwen ten opzichte van mijn woorden niet gerechtvaardigd is." De man der wet zag hem verdrietig aan. „Ver trouw niet te veel op deze meening. Uw beweringen stemmen met de opgaven der jonge dame niet volkomen overeen." Eduard zette een ongeloovig gezicht. „Dat kan u geen ernst zijn, mijnheer," riep hij openhartig uit. De rechter vertrok zijn mond tot een veelbe- teekenden glimlach. „Het is mij ernst f De dame was, in weerwil van al haar beminnenswaardigheid, niet zoo beleefd jegens u, om het verschil der tijdsopgaven te ver gen met België, heeft eindelijk plaats gehad. De weg van officieele documenten is „a long way" en haast en officieele documenten lig gen sinds eeuwen met elkaar overhoop. De minister van Buitenlandsche Zaken heeft aan beide Kamers der Staten-Generaal een wit boek doen geworden, dat de stukken bevat, die sedert de verwerping van het ontwerp- tractaat Nederland-België van 8 April 1925 cusschen partijen zyn gewisseld. In België heeft de publicatie dezer stukken plaatsge had in den vorm van een Grijsboek. Uit bet gepubliceerde blijkt duidelijk dat er van toe nadering nauwelijks gesproken kan worden. Op ondergeschikte punten is vooruitgan g te be speuren, doch wat de hoofdzaak betreft, is al les als voorheen. België bJ^ft steeds maar za niken over het kanaal Antwerpen-Hollandsch Diep en de aangeboden regeling Hellegat en Zeeuwsche wateren, bevredigt de Belgische verlangens niet. Dat dit na de verwerping door de Eerste Kamer een absolute onmo gelijkheid is, isduideiyk. HetNederlandsche antwoord hierop is duidelijk en beslist Woor delijk staat er aangegeven: „Iedere Neder- landsche regeering die dit mocht vergeten zou door de natie gewraakt worden. Voort gaan met het vragen om een zoodanig kanaal zou het najagen van hersenschimmen be- teekenen". Natuurlijk doen verschillende Belgische bladen Den Haag verwijten, wordt het voor gesteld alsof Brussel een en al toegevend is geweest en Den Haag weigerachtig. In een booze stemming worden wel eens meer on doordachte dingen gezegd. Als men belang hebbende is in een zaak, is het zeer moeilijk een objectief standpunt te nemen. Voorloopig zijn de Belgische ooren nog ontoegankelijk voor de Nederlaodsche argumenten en zit de heele zaak hopeloos vast, en zal het komende ministerie dit geval graag of niet als erfenis hebben te aanvaarden. De storm van verontwaardiging over het gebeurde ie Curagao is nog lang niet geluwd. Aan verwijten geen gebrek en vooral onze Indische pers is hevig verontwaardigd. Be halve ook de regeering, wordt ook het op treden van den Gouverneur en den militairen commandant gelaakt, aangezien deze heeren zoo'n gemakkelijke prooi der bandieten wor den. Welk nut er nu in een dooden gouver neur en dito kapitein kan schuilen en hoe dit de aangedane smaad kan verzachten, ont gaat ons geheel en al. De regeering heeft maatregelen van blij venden aard toegezegd en reeds gedeeltelijk genomen, om een herha ling van het droevig gebeuren te voorkomen. Van verschillende kanten gaan er stemmen op, om de gevallen onderofficieren naar het moederland over te brengen en dezen een waardige begrafenis te geven. Dit is inder daad een eereschuld, die niet te vroeg kan worden ingelost. Het drama van den millioenenzwendel Veendammer is voorloopig beëindigd door den eisch tegen Liebermann, van 3 jaar en 6 maanden gevangenisstraf met aftrek van pre ventief. De beruchte moordgeschiedenis op den heer Lans te Rotterdam, waarvan verdacht de heer van O. procuratiehouder van de zaak waar de heer Lans directeur van was, is naar de instructie teruggewezen. Zooals bekend zwijgen en dit doet veel af." Eduard staarde den rechter onverschrokken aan. „Als ik u goed versta, dan bestreed Jenny mijn tegenwoordigheid ten harent?" De rechter maakte een ontkennend gebaar en wilde zich verwijderen. „Neen, neen, mijnheer," verzocht Eduard drin gend, „dit verandert mijn toestand deze uit spraak dwingt mij tot het uiterste! Ik verzoek u dringend mij aan te hooren!" „U zult spoedig in de gelegenheid gesteld worden u te verdedigen." „Neen, mijnheer, ik verlang oogenblikkelijk ge hoord te worden. Ik verzoek u uw beide gendarmen naar het huis der Geiserheims te zenden en wel zoo spoedig mogelijk, want men zal zich ,daar waarschijnlijk haasten, een wapen te doen ver dwijnen, dat hen, als bewijs noodlottig zou kunen worden. De nood dwingt mij tot deze handelwijze! Het zal hem wel bedroeven dat ik dit vermoeden heb uitgesproken, maar de noodzakelijkheid kent geen wet. Laat alles in beslag nemen wat de gendarmes vinden, alle wapenen, toestellen, werk tuigen, alles, alles!" Verbazing had den rechter sprakeloos gemaakt. Hij vertrouwde nauwelijks zijn ooren en twijfelde sterk aan de waarheid der verklaring. Eindelijk liet hij zich overtuigen en beval de gendarmen huiszoeking te gaan doen. Eduard drong op spoed aan. „De zaak is erger dan ik dacht. Jean!" schreeuwde hij uit alle macht. De knecht verscheen oogenblikkelijk. „Kan de Duivelsberg beloopen worden?" „Ja wel, mijnheer." Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1