1II rum
„Onze Eilanden"
JWELHAINIS
inn-
EERSTE BLAD
ze reclame
Puistjes
ERKOOPINGEN.
tabletten
nfluenza
ZATERDAG
22 JUNI 1929
11E JAARGANG. - N°. 64
Nog steeds geen antwoord.
FEUILLETON.
De slachtoffers der Wraak.
Uit de periode der Lijfstraffelijke rechtspleging.
Transpireerende Voeten
Week-revue.
en aanzien beluste ouders daa
rgeloos slachtoffer te zoeken. Is ten
domineesambt niet de doorgang
tot allerlei maatschappelijke en
carrière?
'gelijks is, naar wij vermoeden, de
gang van de Plaagsche classis
elaat verdwijnen spoedig door deze
nds met wat PUROL in te wrijven
zich des morgens te wasschen met
ater en gewone zeep of beter nog
Izeep. 't Voldoet iedereen.
(Adv.)
SDAG 19 Juni 1929, 's voorm.10
tte Stellendam, ter herberge van
sboek van 18 perceelen Klavers,
tellendam, ten verzoeke van den
Goekoop te Goedereede.
"SDAG 19 Juni 1929 's avonds. 7
te Dirksland, ter herberge van
lderman, van 24 perceelen Klavers
oeke van diverse eigenaren.
AG 21 Juni 1929, 's avonds half
(Oude tijd) te Nieuwe Tonge, ter
a van I. de Witte, van 6 perc.
ten verzoeke van de Heeren K.
aar en J. B d' Huygelaere.
Notaris VAN DEK SLUYS.
RDAG 4 Juli 1929, bij Inzet, op
RDAG 11 Juli 1929, bij Afslag
des avonds 7 uur (zomertijd) in
el Meijer te Middelbarnis, van het
et Erf en Schuur aan den Ring te
amis groot 1 are 62 centiarenin
rceelen en combinatie; ten ver-
an den heer P. Verolme Jz., al-
Notaris VAN BUTJREN.
RASSE SJEIK GESTORVEN.
D, 14 Juni. - Een bladteMosoel
dood van een Sjeik in den ouder-
120 jaar. De sjeik liet vier weduwen
an 100 kinderen en kleinkinderen
or eenige jaren nam de sjeik nog
erkzaamheden waar en men be-
zijn jongste kind pas 10 jaar
F HET STATION
9
Men
lette
vooraop
den- naam
Sanapirin
daar deze
tabletten wettig
beschermd zijn
tegen namaak
en vervalsching.
Prijs 40 en 75 et'.
Proefbui sj es
25 ct.
Btf Apoth. ca Drogisten.
I Prijs per kwartaal f 1,—
I Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V, Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Het is een eigenaardig verschijnsel in
de sektarische literatuur, dat, zoodra een
andere categorie dan de sektariërs wat
meer vrijheid van beweging krijgt dan hun
aangenaam is, zij dan spreken van ver
drukking, terwijl, als de sektariërs zelf
dwang gaan uitoefenen op anderen, dan
heet het de zoo lang begeerde en be
vochten vrijheid.
Een kroniek, geredigeerd in het raam
van het sektarisme, kan natuurlijk niet
maatgevend zijn voor een algemeene, ob
jectieve opvatting, reeds alleen niet door
het feit, dat wij rekening hebben te hou
den met de veranderde omstandigheden,
de moreele en intellectueele ontwikkeling,
kortom de evolutie. Een verstard conser
vatisme toch kan niet anders dan een
deprimeerenden invloed uitoefenen op de
geestelijke ontwikkeling van den mensch.
Het is natuurlijk een geniale krijgslist
in het sektarische kamp, om met een der
gelijke voorstelling van de geschiedenis,
het publiek af te leiden van het oorspron
kelijke onderwerp, en het is tevens ken
merkend, dat deze taktiek het meeste suc
ces heeft, juist op het platteland.
In de groote steden n.l., waar allerlei
gezonde gelegenheden zijn voor geestelijke
en lichamelijke ontwikkeling, schijnt veel
minder belangstelling te bestaan voor de
laakbare praktijken, welke elders gebezigd
worden om door dik en dun de school-
productie door te drijven. Dadr weet b.v.
het kind niet eens, tot welken godsdienst
of sekte zijn speelmakkertje behoort, daar
is geen verdeeldheid, geen vóórbereiding
tot een politieken- of godsdienststrijd,
neen, daar spelen ze allen te zamen zon
der aanzien des persoons en waardeeren
slechts elkanders deugden en genieten
van de vroolijke speelsche dartelheid, welk
begeerlijk genot het kenmerk is van een
onverdorven jeugd, en waaraan ieder
mensch zijn geheele leven met vreugde
terugdenkt.
Als een extra'tje op 't gebied van sek
tarisch succes ten plattelande werd mij o.a.
Moerdijk genoemd, een plaatsje van
1000 inwoners, alwaar 5 scholen ge
vestigd zijn.
Naar deze verhouding zou bijv. Mid
delharnis 20 scholen en Amsterdam 3500
scholen moeten hebben. Wel overbodig
om aan te toonen, welk een gruwelijke
geldverspilling en tevens welk een ver
deeldheid dit teweeg brengt onder ons
volk.
Doch laten wij hierop niet verder in
gaanreeds herhaaldelijk is de principiëele
kwestie behandeld en daaruit voldoende
gebleken, dat de massa-schoolproductie
voor ons land een onheil beteekent.
Om dus niet af te dwalen, keeren wij
(UIT HET DU1TSCH.)
27)
Jenny werd getroffen. Haar geslepenheid bewees
haar een goede dienst. „Slechts een enkele keer
heb ik Eduard na zijn terugkomst uit Italië gezien,''
en zij gaf zich het voorkomen eener nadenkende
„als een wervelwind kwam hij binnen en ijlde
weer weg."
„Was dat niet op dien dag?" vroeg de rechter
in gespannen verwachting.
„Misschien wel maar des voormiddags
men kon het geen bezoek noemen, mijnheer,"
sprak zij met een bekoorlijk lachje. „Als men
binnenstuift, wartaal spreekt en weder vertrokken
is, alvorens men elkander gegroet heeft, dan is dat
toch geen bezoek te noemen."
„Waarschijnlijk heeft mijnheer von Rohl niet
zonder bedoeling dit zoogenaamde bezoek afge
legd. Hebt u geen bepaalde verstrooidheid en
zekere gejaagdheid aan hem bemerkt?"
„Juist. Hij wilde geen minuut blijven, ofschoon
ik hem zeide dat mijn broeder dadelijk komen
moest. Van zijn reis vertelde hij mij niets, kortom,
hij kwam mij zeer vreemd voor. Zijn geheele voor
komen verbaasde mij; gewichtige gebeurtenissen
veroorzaakten later dat ik er in het geheel niet
meer aan dacht en zelfs vergat aan Arthur zijn
op onze schreden terug en bepalen ons
weer bij de onderneming in Middelharnis.
Laten we eens even veronderstellen, dat
hier behoefte was aan een Christel. School.
Zou het dan niet in de allereerste plaats
op den weg gelegen hebben van bijv. 50
of 60 paar ouders om aan die behoefte
uitdrukking te geven en naar aanleiding
daarvan pogingen in het werk te stellen
om een bestuur te vormen, hetwelk dan
met gebruikmaking van fatsoenlijke mid
delen de stichtingsmogelijkheden onder
het oog kon zien?
Doch niets van dat alles. Neen, plot
seling verschijnt er een bestuur ten
tooneele, of liever een clubje propagan
disten schiet naar alle windstreken uit en
tracht met alle mogelijke middelen de
handteekeningen te verzamelen van men-
schen, die eendeels omgepraat worden en
anderdeels hun naam maar zetten om
eraf te zijn, ofschoon ze reeds vooruit
weten, dat nooit een kind van hen die
school zal bezoeken.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
smaakt als room
In de eerste plaats dus is van een lang
gevoelde behoefte geen sprake; ten tweede
is, gezien de toegepaste middelen, de ge
heele opzet anti-christelijk en ten derde
moet, aan de hand van deze gegevens,
nu toch wel bij ieder de vraag rijzen:
„Hebben deze ijveraars voor de sekte
school, die de dorpen ailoopen nu wer
kelijk zóóveel bekommernis en zorgen om
de zielen van anderen, dat zij met een
apostolischen ijver te werk gaan, om toch
maar den mensch te brengen op hun weg,
den eenigen heilsweg? Kunnen verder de
langs deze methode gestichte scholen aan
spraak maken op den naam van „instituten
ter eere Gods" of zijn het veeleer Baai
monumenten?
Men kan de geschiedenis ophalen van
Bonifacius tot heden, men zal dan nergens
motieven vinden, die genoemde methode
rechtvaardigen en alle sektariërs, die er
zijn en die nog komen kunnen, zullen niet
slagen hun praktijken zóón mooi pakje
aan te trekken, dat zij op een waren chris
ten of zelfs maar op een weldenkend
mensch den indruk maken van een Gode-
welgevallig werk te zijn. Ook uit een zuiver
maatschappelijk oogpunt kunnen derge
lijke praktijken beschouwd worden als te
zijn in het volstrekte tégen-belang van ons
volk. Er spreekt de grofste verguizing uit
van alles, wat het christendom leert.
Door één wending (er zijn misschien
ook nog andere) in het huidige stelsel kan
waarschijnlijk een gunstig resultaat bereikt
terugkomst mede te deelen."
Zij sprak zoo ernstig, zoo ongekunsteld, dat de
rechter er niet aan dacht het gesprokene voor
een leugen te houden.
Deze laatste liet wel is waar niet na Jenny te
wijzen op een tegenstrijdigheid in haar opgaven,
wijl zij nu bekende den heer von Rohl op dien
dag gezien en ontvangen te hebbenzij sloeg
echter dezen aanval dapper af en verklaarde dat
de vergissing door het stellen der veie vragen
ontstaan was.
Nadat men het over de hoofdzaak eens geworden
was en vastgesteld had, dat dit vluchtige bezoek
Eduard niet voldoende kon verschoonen, eindigde
de rechter bet verhoor en ontsloeg Jenny met de
beleefdheid, welke hij een waarheidslievende ge
tuige meende schuldig te zijn.
Daarentegen scheidde zij van hem met de over
tuiging, dat er niets belachelijker en dwazer kon
bestaan, dan voor zulke dwaze vragen gehaald te
worden. Met een trotschen blik knikte zij den
ouden Martin toe, welke haar in plaats van den
gendarme het rijtuig opende.
Arthur verwachtte haar met ongeduld. Daar hij
niet zeker wist, of zij alleen zou terugkomen, bleef
hij in zijn kamer tot het rijtuig voorkwam en
Jenny in een opgeruimde stemming er uit sprong,
„Dat was een traaie komedie," fluisterde zij
Arthur toe, terwijl ze met hem het huis binnen
stapte. „Moet je begrijpen dat men van mij wilde
weten of Eduard den namiddag, die het onweer
voorafging, bij mij doorgebracht had."
Een kreet van verrassing ontsnapte Arthur's
mond. Hij begreep dadelijk het gewicht dezer
vraag.
„Wat heb je geantwoord?"
worden n.l. dat de animo voor de paeda-
gogische loopbaan wat getemperd wor
de; ik heb alle hoop, dat dan de behoefte
aan de sekte-scholen verrassend zal
afnemen.
Pas op, hiermee is nog niet gezegd,
dat deze scholen zoo begeerd worden om
onderwijzers onder dak te brengen, deze
menschen zijn dermate veelzijdig onder
legd, dat zij in velerlei" richtingen in de
bedrijfswereld met open armen worden
verwelkomd. Neen, genoemde begeerte is
van meer adellijke geboorte. Het is de
jacht naar eer en roem der schoolbe
stuurderen, om ook straks door het nage
slacht ingedeeld te worden bij het corps
der vaderen, dewelke ook thans in alle
sektarische liteiatuur voortdurend een
heilige vereeniging genieten.
Nu, als wij echter ook moesten boeten
voor de stommiteiten, die onze vaderen
gemaakt hebben, dan zou die vereering,
vooral bij het nageslacht der schoolpro-
ducenten, wel eenigszins bekoelen.
A. P.
Het beginsel dei-hervorming.
Br. De Uartog over het beginsel der
hervorming. De vrjjheid van den
Christenmensch. liet wezen van het
Protestantisme. Leven bjj Woord
en Geest.
In Excelsior te 's-Gravenhage heeft prof.
dr. A. H. de Hartog dezer dagen voor de
afdeeling Den Haag van de Evangelische
Maatschappij gesproken over bovenstaand
onderwerp. Er was veel belangstelling.
Ons protestantsch besef bestaat, begon
spr., niet in de eerste plaats in de antithese
met Rome. Hij wil dan ook niets over de
Roomsche kerk zeggen, doch laten zien.dat
het protestantsch beginsel den bezitter ri
kan maken. Het protestansch beginsel is bet
vrijheidsbeginsel, dat echter reeds voor de
hervorming bestond in maatschappij, weten
schap en samenleving De vrijmaking op
godsdienstig gebied heeft echter het bijzon
dere, dat zij niet is gewelddadig (staatkundig),
noch die van de Renaissance (de humanisti
sche; maar zjj een breken is van den mensch
tot aanbidding in vrjjheid. De vrijheid van
den persoonlijken mensch is in de reformatie
tot zegepraal gekomen. Hier is het onder
scheid tusschen roomsch en protestantsch:
de katholieke kerk tracht als moeder alle
geesten onder zich te krijgen. De protestant-
sche kerk waagt het met de vrjjheid der
persoonlijkheid. Het beginsel der hervorming
is het waagstuk de mensch in onmiddellijke
aanraking met God te brengen, hem te doen
leven niet uit macht, maar uit kracht.
Daarom is in de reformatie ook het Woord
van God naar voren gekomen. Tegenwoor
dig wordt het Woord geacht te zijn de Bfjbel,
maar de uitleggers gedragen zich veelal als
pausjes, die hun uitlegging tot heerschappij
willen brengen. Dit wordt letterknechterjj,
terwijl het Woord is het hooren van het
spreken Gods. De almacht des Woords als
energie is het beginsel der reformatie. Het
Woord van God is niet alleen maar een
bijbel, maar zooals Johannes het omschrijft.
De Bijbel mag geen afgod worden i Het
„Dat Eduard even bij ons is geweest, maar des
voormiddags," gaf zij schaterend ten antwoord.
Haar verklaring liep de blijdschap op het gelaat
van Arthur terug, die zich daardoor van de folte
ringen der hel bevrijd zag.
„Goed, Jenny, zeer goed! Maar laten we nu
haast maken, de koets staat al klaar. Je kunt
direct afrijden. Een geen uitstel duldende zaak
roept mij in het gebergte. Verwondert je over niets
en ondervraag mij ook niet. Als het kan, kom ik
later in Benstedt aan, om morgen vroeg verder
te reizen; kan ik mijn zaak niet zoo spoedig alleen
afdoen, rijd dan gerust weg, ik zal je in Baden
ontmoeten. De koffer laat je gesloten! Hier is de
sleutel en hier heb je geld. De koffer mag slechts
door mij geopend worden! Haast je opdat je weg
bent, alvorens het Eduard mocht invallen je we
gens je leugens te ondervragen."
Nauwelijks vijf minuten later reed Jenny onder
geleide van den houtvester weg en Arthur trad
met een verlicht hart het huis binnen om zich
voor de reis gereed te maken, welke hij, geheel
tegen zijn vroegere voornemens, in stilte wenschte
te doen. Alvorens hij zijn jagerspak aantrok,
onderzocht hij nogmaals zijn geweer en mompelde
„Alles klaar! Mocht hij mij nu in den weg komen,
dat zou zijn laatste werk zijn!"
Zijn oog viel op Pieter, den kleinen loopjongen,
die zonder "gedruisch te maken binnengekomen
was om zijn meester iets te vertellen.
„Wat sta jij daar te doen?" snauwde Arthur
hem woedend toe.
De jongen vreesde zijn toorn en dacht er niet
meer aan het nieuws mede te deelen.
Woord is de goddelijke kracht. Het eenige
woord van God is het eeuwige woord vaD
God, het albemiddeiend eenheidsbeginsel.
Het Woord van God hebben wij nog nauwe
lijks benaderd.
Het Woord moet vernomen worden als
een goddelijke bazuin. Naast het Woord is
in de reformatie ook getuigd van den Geest.
Woord en Geest hebben wjj te onderschei
den. In de stoffelijke werkelijkheid zien wij
botsing: zy geeft te zien weerstandsvermo
gen en vorm, orde wet (actualiteit). In den
mensch is ook de tweeledigheid i leven en
kennen, of zijn en bewustzijn. Z(j corres-
pondeeren op Geest en Woord in den Bijbel,
goddelijke kracht en goddelijke wijsheid.
Daarom hooren Geest en Woord bij elkaar,
ook in de reformatie. De Geest geeft licht,
het Woord kennis. De Geest maakt levend,
het Woord geeft inhoud. Daarom kan alleen
de geestelijke mensch den Bijbel lezen. Zoo-
ais niemand die blind is kan schilderen, zoo
kan niemand die den Geest niet heeft, den
Bijbel verstaaD. Geestdrijvers en Woorddrij
vers loopen dood en de laatsten zijn nog
gevaarlijker dan de eersten. Jezus is aan het
kruis geklonken door de Woorddrijvers, die
meenden Gode een dienst te doen. De echte
protestant moet uit den Geest geboren en
door het Woord gevoed zijn. Dat is gerefor
meerd zijn, d.i. bang zjjn voor niemand,
omdat men zich voelt vrijgemaakt door
Geest en Woord Gods beiden.
Het beginsel der hervorming ieeft dan ook
bij de bronwel der Eeuwigheid. Daarom blij
ven wezenlijke principesi de rechtvaardige
zal uit het geloof leven (het geloof voor
waarde tot leven, dus niet een boek, al zit
natuurlijk in het geloof een element van
luisteren en gehoorzamendoor het gelooven
tot het beleven, het begrijpen en het...,
aanschouwen) en het stuk der uitverkiezing,
tot aoodlotsverzuchting verkalkt bij velen
De gereformeerde moet den binnenkant
van het stuk verstaan Uitverkiezing is niet
„uitpikken" door God. Het is een protest
tegen alle uitwisseling, verdienste van wer
ken enz., neen, de gereformeerde uitverkie
zing wil enkel God's liefde voor den zondaar
doen uitblinken. Wie den Romeinenbrief
goed leest, weet dat God allen onder de
zonde besloot, om allen te kunnen redden
Eenzijdig is alleen Rom. 9 aan te voeren.
De leer der uitverkiezing is 'de leer der in
schrijving. De vrijheid van den Christen
mensch is het open hart van God, besloot
spr. zijn rede en dat is de volle rijkdom van
het reformatisch beginsel.
De voorzitter, ds. Zwahier bracht den spre
ker dank voor z(jn schitterende rede, waarin
de spreker zooveel van z(jn eigen diepste
ervaring gaf.
en andere transpireerende lichaamsdeelen moet
men behandelen met Purolpoeder, als zijnde het
meest afdoende middel daarvoor.
Purol-Voet,- Toilet- en Kinderpoeder in Bussen
van 60 cent en 1 gld. Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv.)
Binnenland.
De aangekondigde publicatie der tusschen
Brussel en Den Haag gewisselde documenten
over den stand der hervatte onderhandelin-
XIV.
Tevreden over de uitkomsten zijner voorloopige
maatregelen besloot de rechter nadat Jenny zich
verwijderd had, zijn reis te bespoedigen en de zaak
zoo snel mogelijk te ontwikkelen. Wat hij ge-
wenscht had, was bereikt. De verdenking van
moord was door de lijkschouwing zekerheid ge
worden, de gronden voor het vermoeden waren in
waarschijnlijkheden veranderd. Wel is waar bezat
men geen rechtstreeks bewijs van schuld, doch de
rechter peinsde er over na om Eduard onmiddellijk
gevangen te laten nemen.
Door den arbeid vermoeid verliet hij het kantoor-
locaal en liet zijn oog over het bekoorlijke land
schap weiden. Hij ontwaardde dat Eduard langs
het woonhuis naderde met de haast van een
mensch, die zich in een goed nieuws verheugt.
Indien de rechter hem eerder had bemerkt, zou
hij hem vermeden hebben, want voor heden achtte
hij de zaak genoeg besproken.
Met eenige groote passen was Eduard hem ge
naderd. „Nu zult u overtuigd zijn, mijnheer, dat
uw wantrouwen ten opzichte van mijn woorden
niet gerechtvaardigd is."
De man der wet zag hem verdrietig aan. „Ver
trouw niet te veel op deze meening. Uw beweringen
stemmen met de opgaven der jonge dame niet
volkomen overeen."
Eduard zette een ongeloovig gezicht. „Dat kan
u geen ernst zijn, mijnheer," riep hij openhartig uit.
De rechter vertrok zijn mond tot een veelbe-
teekenden glimlach.
„Het is mij ernst f De dame was, in weerwil van
al haar beminnenswaardigheid, niet zoo beleefd
jegens u, om het verschil der tijdsopgaven te ver
gen met België, heeft eindelijk plaats gehad.
De weg van officieele documenten is „a long
way" en haast en officieele documenten lig
gen sinds eeuwen met elkaar overhoop. De
minister van Buitenlandsche Zaken heeft aan
beide Kamers der Staten-Generaal een wit
boek doen geworden, dat de stukken bevat,
die sedert de verwerping van het ontwerp-
tractaat Nederland-België van 8 April 1925
cusschen partijen zyn gewisseld. In België
heeft de publicatie dezer stukken plaatsge
had in den vorm van een Grijsboek. Uit bet
gepubliceerde blijkt duidelijk dat er van toe
nadering nauwelijks gesproken kan worden.
Op ondergeschikte punten is vooruitgan g te be
speuren, doch wat de hoofdzaak betreft, is al
les als voorheen. België bJ^ft steeds maar za
niken over het kanaal Antwerpen-Hollandsch
Diep en de aangeboden regeling Hellegat en
Zeeuwsche wateren, bevredigt de Belgische
verlangens niet. Dat dit na de verwerping
door de Eerste Kamer een absolute onmo
gelijkheid is, isduideiyk. HetNederlandsche
antwoord hierop is duidelijk en beslist Woor
delijk staat er aangegeven: „Iedere Neder-
landsche regeering die dit mocht vergeten
zou door de natie gewraakt worden. Voort
gaan met het vragen om een zoodanig kanaal
zou het najagen van hersenschimmen be-
teekenen".
Natuurlijk doen verschillende Belgische
bladen Den Haag verwijten, wordt het voor
gesteld alsof Brussel een en al toegevend is
geweest en Den Haag weigerachtig. In een
booze stemming worden wel eens meer on
doordachte dingen gezegd. Als men belang
hebbende is in een zaak, is het zeer moeilijk
een objectief standpunt te nemen. Voorloopig
zijn de Belgische ooren nog ontoegankelijk
voor de Nederlaodsche argumenten en zit de
heele zaak hopeloos vast, en zal het komende
ministerie dit geval graag of niet als erfenis
hebben te aanvaarden.
De storm van verontwaardiging over het
gebeurde ie Curagao is nog lang niet geluwd.
Aan verwijten geen gebrek en vooral onze
Indische pers is hevig verontwaardigd. Be
halve ook de regeering, wordt ook het op
treden van den Gouverneur en den militairen
commandant gelaakt, aangezien deze heeren
zoo'n gemakkelijke prooi der bandieten wor
den. Welk nut er nu in een dooden gouver
neur en dito kapitein kan schuilen en hoe
dit de aangedane smaad kan verzachten, ont
gaat ons geheel en al. De regeering heeft
maatregelen van blij venden aard toegezegd
en reeds gedeeltelijk genomen, om een herha
ling van het droevig gebeuren te voorkomen.
Van verschillende kanten gaan er stemmen
op, om de gevallen onderofficieren naar het
moederland over te brengen en dezen een
waardige begrafenis te geven. Dit is inder
daad een eereschuld, die niet te vroeg kan
worden ingelost.
Het drama van den millioenenzwendel
Veendammer is voorloopig beëindigd door
den eisch tegen Liebermann, van 3 jaar en 6
maanden gevangenisstraf met aftrek van pre
ventief.
De beruchte moordgeschiedenis op den heer
Lans te Rotterdam, waarvan verdacht de
heer van O. procuratiehouder van de zaak
waar de heer Lans directeur van was, is naar
de instructie teruggewezen. Zooals bekend
zwijgen en dit doet veel af."
Eduard staarde den rechter onverschrokken aan.
„Als ik u goed versta, dan bestreed Jenny mijn
tegenwoordigheid ten harent?"
De rechter maakte een ontkennend gebaar en
wilde zich verwijderen.
„Neen, neen, mijnheer," verzocht Eduard drin
gend, „dit verandert mijn toestand deze uit
spraak dwingt mij tot het uiterste! Ik verzoek u
dringend mij aan te hooren!"
„U zult spoedig in de gelegenheid gesteld worden
u te verdedigen."
„Neen, mijnheer, ik verlang oogenblikkelijk ge
hoord te worden. Ik verzoek u uw beide gendarmen
naar het huis der Geiserheims te zenden en wel
zoo spoedig mogelijk, want men zal zich ,daar
waarschijnlijk haasten, een wapen te doen ver
dwijnen, dat hen, als bewijs noodlottig zou kunen
worden. De nood dwingt mij tot deze handelwijze!
Het zal hem wel bedroeven dat ik dit vermoeden
heb uitgesproken, maar de noodzakelijkheid kent
geen wet. Laat alles in beslag nemen wat de
gendarmes vinden, alle wapenen, toestellen, werk
tuigen, alles, alles!"
Verbazing had den rechter sprakeloos gemaakt.
Hij vertrouwde nauwelijks zijn ooren en twijfelde
sterk aan de waarheid der verklaring. Eindelijk
liet hij zich overtuigen en beval de gendarmen
huiszoeking te gaan doen.
Eduard drong op spoed aan. „De zaak is erger
dan ik dacht. Jean!" schreeuwde hij uit alle macht.
De knecht verscheen oogenblikkelijk. „Kan de
Duivelsberg beloopen worden?"
„Ja wel, mijnheer."
Wordt vervolgd.