toomwasscherij Boerenleenbank elaan weer eld voor Credietenó^ unchrooni andarts BUIJS ok 1ste en 2e Hypt. br.E.Hl.BRASKAB!P,Rijswiik(Z.H.) Spenen ,VOORNE& PUTTEN" ieuw-Helvoet. Franco verzending door geheel Flakkee. M. SPOON Az. iddeltiarnis-Sommeisdijk D. JOPPE Cz. te Sommelsdijk f 1,- WOENSDAG 12 JUNI 1929 PUROL er op! 3 De slachtoffers der Wraak. li- en Schuiftafels. Spiegels i„ te. Kapstokken en Kleeden prima EIV FILIALEN houdt voortaan s Maandagsmorgens EEN spreekuur. onder no. 8. Bureau v. d. Blad. Evenals de honingbij uit de voor ar geschiktste bloemen den honing urt.zoo moet U, wanneer U zenuw- ofdpijn hebt, de Zenuwhoofdpijn- eders van Dr. J. B. Meenk uit de a soorten en namaak weten te ien. Deze poeders verfrisschen U een Meidrank en helpen U van w hoofdpijn af. De moeite is te schen de driehoekzegel E M.B. en t portret van Dr. J. B. Meenk in poeder 5 ets. per poeder; f 1 10 r doos van 25 poeders. Gebruikt bij verstopping of dik oed de Maagversterkende en ijmafdrijvende Pillen van Dr. J. B. eenk, 40 ets. per doosje van 30 Hen. Uitsluitend bij Apothekers en Dro sten verkrijgbaar. 3—2 bij melkvee, alsmede alle bij de veestapel voor komende huidschavingen en huidverwondingen ge neest men allerspoedigst met Purol. Doos 60,90 ct. en f 1.75. Bij alle Drogisten Klierziekte is een vorm van tuber- lose. Verwaarloost deze kwaal dus iet. Bespoedigt hare genezing door n kuur met granuline. Leest e brochure van Dr. J. H. VAN RAFHORST, arts, waarin deze spe- alist de gunstige resultaten mede- eelt met dit middel verkregen bij e behandeling van tuberculose en lierziekte. Deze brochure met nut- ge wenken en raadgevingen en lrijke verklaringen van dokters en enezen patiënten wordt U bij onl angst van uw naam en adres gratis n franco toegezonden in gesl., on- edr. enveldoor Pharm. Ond. Dr. J. I VAN GRAFHORST, Schevenin- en, Alkmaarschestraat 93 k. 6—3 NIEUW-HELVOET. De bank leent gelden aan leden egen 4.6 'sjaars. Zij neemt -elden op tegen 3,84 °/0 's jaars, ook an niet-leden. Voorschotten kunnen dagelijks aangevraagd worden bij een der leden van het Bestuur. Gelegenheid tot inbrengen en terugbetaling van gelden eiken Maan dagavond en Vrijdagavond van 6—8 uur ten huize van den kassier ADVERTEERT I 0,07» li prijs per kwartaal II Losse nummers ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 jslie regel meer 0,20 gij contract aanzienlijk korting. piens(aanbiedingen en Dienstaanvragen 1,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij «Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 11E JAARGANG. - N°. 61 Armoe zoekt list. Onderricht en bedachtzaam geworden in tevens eenigszins teleurgesteld door de restadige en geduldige verdediging in t'0nze Eil.", neemt men in het Sektarische Jamp zijn toevlucht tot een steeds toe- nemend misleidende taktiek. Na de Maas en antirev. Rotterdammer, kwam dezer dagen weereen sekte-blaadje onder mijn bereik, dat volgens het opschrift, geredigeerd moet worden met medewer king van vooraanstaande hervormde en ^reformeerde personen. Hoewel nu de kern van hun geschrijf eigenlijk steeds een herhaling is, tracht men het omhulsel voortdurend aantrekkelijker Ie maken, om daardoor de inconsequenties des te beter te verbergen, althans voor de minder ontwikkelde massa, tot welke deze soort propaganda dan toch in hoofdzaak gericht is. De hoogstaande sektarische voorlich iingsdienst begrijpt echter niet, dat hij in z'n blinde machtswellust voorbijziet, juist zijn lezers of toehoorders te compromittee- ren, door hen zonder uitzondering voor zóó dom te houden, dat zij een epistel als genoemd: „Christelijk Onderwijs eisch des beginsels'' nog in overeenstemming zullen brengen met God's wil en met de Christelijke moraal. Om hun stralende Christelijke liefde en ehtische gedachte te vertolken, geven zij een proza, waarvan een kwalificatie, zonder de Nederlandsche taal te beleedigen, niet wel mogelijk zou zijn. Evenwel met onverstoorbare volharding en geduld, gevoelen wij ons verplicht om voor de zooveelste maal de lezers te waar schuwen voor bun misleidende taal en tevens om ons te rechtvaardigen. Immers, al wat de schrijver tracht vóór te stellen als: uitbraken van haat en vijandschap tegen allen, die nog vragen naar den eisch des Woords, natuurlijk gekruid met de noodige hatelijkheden, verdachtmakin gen, beleedigingen enz., is, op z'n zachtst uitgedrukt, grove onwaarheid, in blinde woede uitgebrald. Onze Eil. toch heeft immer getuigd eerbied te hebben voor den waren Christen, doch terecht met wrevel haar verontwaar diging uitgesproken over de toepassing van de Christelijke Leer door de sektariërs en ik herhaal dan ook weer het kardinale punt.de oorzaakvan die verontwaardiging: Hoe kan men op Christelijken grond slag de middelen verdedigen, welke gebruikt zijn bij de poging tot stichting eener Christel. U. L. O. School. Verder heeft Onze Eil. aangetoond, dat, als het sektarische beginsel consequent wordt doorgevoerd, dan ons land met zijn meer dan 100 sekten overstroomd wordt met scholen en belastingbiljetten en dat deze scholenproductie dus inderdaad een splijtzwam is, die ons volk, ja reeds de onschuldige jeugd, tot verdeeldheid aanspoort en de kiem in zich draagt van burger- en godsdienstoorlog. Verder beweert de schr. in dat blaadje, dat zij niet in de eerste plaats den vijand bestrijden, doch hopen menschen van Christelijke levensopvatting te kunnen overtuigen, dat voor hun kinderen de eenige juiste plaats van opvoeding en onderwijs is op de Chr. School. Dat bestrijden van den vijand klinkt hier te wreed, daar had de schr. moeten zetten: Onze liefderijke pogingen om de arme zondaars tot inkeer te brengendat had althans een meer Christelijken indruk gemaakt. En de hoop, om menschen met Christelijke levensopvatting tot genoemde overtuiging te brengen, dat verzeker ik U, is ijdel. Het kan gelukken om een troepje sektariërs bij elkaar te trommelen en daar mee scholen te stichten, doch dan is het doel duidelijk, n.l. met misbruiken van den godsdienst jagen naar macht, mate- riëelevoordeelenals baantjes en leveranties aan die scholen, enz., negotiëeren dus met Gods Woorddoch iemand met een Chris telijke levensopvatting zal daaraan geen deel nemen. Hij toch beschouwt dezulken als Farizeërs van de gevaarlijkste soort. Genoemde overtuiging, zegt hel blaadje verder, is zoo noodig op Flakkee, gezien de geestesgesteldheid van ons volk. Op welke wijze de sektariërs deze geestes gesteldheid trachten te exploiteeren, heb ben we reeds eerder genoemd. En het verwijt van het blaadje, dat bij velen nog zooveel misverstand en onkunde heerscht omtrent den eisch van God's Woord inzake de opvoeding en omtrent den grondslag en het doel van het Chr. Onderwijs, dat verwijt is volkomen on gegrond; integendeel, deze kennis is, bij uitstek op Flakkee, zelfs zeer intensief. De meesten n.l. weten heel goed, dat zij bij de doopplechtigheid den plicht op zich nemen om hun kinderen een Christelijke opvoeding te geven, maar dit is wat anders dan die opvoeding uit gemakzucht aan anderen op te dragen, en dus die verplich ting van zich af te schuiven. Het Chr. Schooibeginsel komt dus hierop neer, dat de gemakzucht van de ouders tot gevolg moet hebben de massa-school- ptoductie met den aankleve van hooge belastingen, volkshaat enz. Neen, over die kennis valt hier niet te klagen, doch de sektariërs willen het volk onderricht geven in de methode om Chr. Scholen te stichtendat wij daarvoor be waard blijven, trouwens, nog eens referee- rende aan die geestesgesteldheid, geloof ik niet, dat de meerderheid voor die studie ontvankelijk is. A. P. Wordt vervolgd. JAARVERSLAG der Vereeniging „Centrale Veiling voor Goeree en Overflakbee" te Middelharnis, over het boekjaar 1928—1829. Waar het eindigen van het boekjaar zeer vele werkzaamheden mede brengt, als ac countantsonderzoek, controle van de admi nistratie door een commissie uit de leden, het houden van vergaderingen, etc. werd het vorige jaar op voorstel van het Bestuur in een algemeene vergadering besloten, om het boekjaar in het vervolg te doen eindigen in een meer stille periode en wel op 31 Maart, inplaats van op 31 Mei. Het Bestuur bestond uit de heeren: A. A. Mjjs te Sommelsdijk, Voorzitter, H. van Heest te Middelharnis, Secretaris, D. Joppe te Sommelsdijk, J. A. Slis Dzn. te Middel harnis, S. Zeedijk te Middelharnis, J.Vroeg- indeweij Lzn. te Middelharnis, A. van den Tol te Stad aan 't Haringvliet, J. P. de Wilde te Nieuwe Tonge, G. C. van Schouwen te Oude Tonge, L. Mijs te den Bommel, J. A. v. Nieuwenhuizen te Ooltgensplaat, C. v. d. Velde te Herkingen, Jb. Buth teDirksiand, P. D. Sieling te Melissant, J. L. Koese te Stellendam, D. Lodder te Goedereede, en Jb. Breen te Ouddorp. Aan de beurt van aftreding zün de heeren: A. Slis, C. v. d. Velde, G. C. van Schou wen en J. A. v. Nieuwenhuizen. De Vereeniging telde over het afgeloopen jaar 189 leden, tegen 200 leden in het vorige jaar. Het dagelijksch Bestuur kwam vijf maal en het geheele Bestuur drie maal bijeen, terwijl één Algemeene Ledenvergadering werd gehouden. In het personeel, bestaande uit een Direc teur, twee kantoorbedienden en een afslager had geen verandering plaats. Gedurende het tijdvak 1 Juni 1928 tot 31 Maart 1929 werden 173 veilingen ge houden met een totaal opbrengst van ƒ118.342,82 tegen 140 veilingen met een totaal opbrengst van 97.975,21 over een gelijk tijdvak van het vorige jaar. Geveild werd als volgt: Diverse groenten Klein fruit Appelen en peren 45984 K.G. Aardappelen 28964 K6. Kruis- en Zwarte 37898 K G. 356484 K.G. 501894 stuks 16438,71 3866,48 6698,24 1778,99 Uien Eieren Boter en Kaas Aardbeien 14880,59 34264,85 32381,50 3461,16 ,15 15086 K.G. Diverse producten343,95 Totaal omzet FEUILLETON. Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij Brand- en Snijwonden, Ontvellingen en allerlei Huidverwondingen Hei verzacht en geneest ƒ118342,82 Blijkens de exploitatierekening bedraagt het voordeelig saldo van den tuin, groot 260 Roeden, 227,09 tegen 437,48 in het vorige jaar. De lagere opbrengst moet in hoofdzaak worden toegeschreven aan de lage aardappelen- en koolprijzen. De meeromzet van de veiling is bijna voor het geheel toe te schrijven aan den grooteren uienaanvoer en hooge uienprijzen. Deze varieerden van 2,— tot 11,50 per H.L. Mochten wjj ons vorige jaren verbeugen in een steeds stijgenden omzet van de kleine veilingen, dit jaar is deze vrijwel gelijk ge bleven. Dit vindt z(jn oorzaak hierin, dat er dit jaar zeer weinig appelen en peren z(jn aangevoerd. De schaarschte daarvan kwam in de prijzen zeer duidelijk tot uitdrukking. De prijzen van de zwarte bessen waren matig. Deze varieerden van 31 tot 45 cent per K.G., welke prijs b}) een goed gewas toch nog wel loonend genoemd mag worden. De princesseboonen en de snijboonen wa ren hoog in prijs. Dit was te verwachten, want in het voorjaar van 1928 waren alle conservenfabrieken zoo goed als uitverkocht. Zonder ons aan voorspellingen te wagen be looft 1929 wellicht ook weer een goeden boonenprtjs. Dit jaar, met zijn strengen, langdurigen winter zijn de nog op het veld staande groenten totaal vervroren en is dien tengevolge de consumptie weer op de con servenfabrieken aangewezen geweest. De aardb6ienteelt breidt zich op ons eiland ook meer en meer uit en wordt dientenge volge de aanvoer van dat product aan onze veiling steeds grooter. Het meerendeel der aangevoerde aardbeien werd in voorkoop verkocht, wat echter niet de goede methode van verkoop is. Aangezien echter de partijtjes te kiein waren voor een regelmatigen aan voer, was men hiertoe wel genoodzaakt. Verschillende aardbeientelers hebben hunne aardbeien op het eiland langs de deur uit gevent, doch een dergelijke handel is nog veel minder aanbevelingswaardig. Wil men de aardbeienteelt tot uitbreiding brengen en loonend maken, dan is meu op veilingver koop aangewezen. Gezien de ligging van ons eiland is het bezwaarlijk om de vroege aard beien, de zoogenaamde consumptieaardbeien in groote massa's te telen. Voor de con sumptie op het eiland is de markt algauw overvoerd en voor verzending naar de steden liggen wij te ver weg. Men zal dus voor- loopig wel aangewezen z(jn op de export- aardbei (Jecunda). Betreffende de uienveilingen moaten wtj wederom onze ontevredenheid te kennen geven. Zooals boven omschreven werd door de landbouwers 356.484 K.G. uien met een opbrengst van 34264,85 geveild, terwjjl voor handelaren werd gesorteerd en verpakt 138.450 K.G. uien. Weliswaar is de aanvoer grooter geweest dan het vorige jaar, doch onze verwachtingen waren hooger gestemd. Zeer vele pogingen heeft ons bestuur reeds aangewend om het veilen van landbouw producten en wel speciaal die van uien in gang te doen vinden, doch de medewerking van de landbouwers blijft achterwege. Dikwijls moeten wü in delaudbouwkriu- gen de uitdrukking hooren „we moesten alles veilen", maar daar blijft het in den regel bij. Van een gezamenlijk aanpakken is tot dusverre geen sprake. Als de oogst tijd weer is aangebroken, gaan onze land bouwers, de traditie getrouw, weer door met het gebruikelijke verkoopsysteem met den aankleve van de vele fouten en gebreken. Om altijd maar op hetzelfde aambeeld te blijven hameren en niets onbeproefd te laten, werd door ons bestuur in den voorzomer van 1928 een commissie uit de leden be noemd, aan welke commissie werd opge dragen, een onderzoek in te stellen, op welke wijze het veilen van landbouwproducten dan wel ingang kan vinden. Na een serieus in gesteld onderzoek, samenspreking en over leg met den handel, heeft de commissie van haar bevindingen uitvoerig rapport uitge bracht, waarin zij mededeelde, dat alleen door invoering van verplicht veilen het doel zal kunnen worden bereikt. In de algemeene vergadering van 20 Juli 1928, waarin bedoeld rapport in behandeling I ONZE EILANDEN Uit de periode der Lijfstraffelijke rechtspleging. (UIT HET DUITSCH.) 24) Angstig ondervragend zag Jenny haar broeder aan, doch zonder gevolg. Door een menigte ver schrikkelijke vermoedens neergeslagen, scheen hij zijn gewone heerschzitcht verloren te hebben. Op de vensterbank leunende staarde hij in gedachten naar buiten en liet zijn zuster zich zelf redden. De dringende aanmaningen van den gendarme maakten aan haar besluiteloosheid een einde. Zij sloeg een doek om de schouders, drukte een hoed op het hoofd en wilde nu de kamer verlaten. „Ik hoop terug te zijn, alvorens ons rijtuig uit de stad aankomt," zeide zij. „Ik zal de heeren doen opmerken, dat wij „Dat wij een uitnoodiging van den baron Kal- gera aangenomen hebben," sneed Arthur haar het woord af, en zag haar beteekenend aan. Jenny bleef geen oogenblik in onzekerheid omtrent de bedoeling, welke in deze woorden lag opgesloten. Zij knikte hem toe en verliet de kamer. Toen zij in de wagen wilde klimmen stond Arthur aan de huisdeur en vroeg den koetsier Martin, welke als een gebieder op den bok zat: „Is Eduard van zijn reis terug, Martin?" „Ja, sedert vier dagen," antwoordde de oude man morrend. Inmiddels had Jenny plaats genomen, zij trachtte nog een blik met Arthur te wisselen; zijn oog rustte echter onbeweeglijk op het gebarenspel van den gendarme, die door zijn vraag zichtbaar getroffen was. De bleekheid van Arthur's gezicht verried zijn gemoedsbeweging. Hij volgde elk ge baar van den gendarme met de nieuwsgierigheid van een mensch, die door waarnemingen de ge dachten van anderen wil raden. De gendarme sprong vlug naast Martin op het rijtuig en nu waagde Arthur het eerst zijn zuster aan te zien. Ongemerkt legde hij den vinger op zijn lippen; zij begreep niet recht wat hij daarmede zeggen wilde, maar wierp trotsch het hoofd achterover, te kennen gevende dat het haar niet moeilijk zou vallen een geheele verzameling rechters een rad voor de oogen te draaien. Nauwelijks was het rijtuig er of Arthur's blik verdwenen en hij vloog als een razende de kamer weer binnen, waar de houtvester nerveus en zenuw achtig heen en weer liep te ijsberen. „Begrijp je daar iets van Arthur?" vroeg hij met nadruk. Arthur scheen alles te begrijpen. Hij gaf zich evenwel het voorkomen van een beleedigde. „Den hemel zal ik danken, als wij uit de nabijheid van menschen zijn, die ons tot werktuigen van hun wil verlagen. Wat wil dat volk van Jenny weten? Men zou dwaas zijn, zich aan zulke gerechtelijke aanmatiging te onderwerpen! Het betreft zeker een bagatel en Jenny moet even als een gehoor zaam kind komen, als de justitie het beveelt. „Als ik slechts begrijpen kon, wat zij hier wil len," mom pelde de houtvester. „Nu kan ik mij het verhaal van Peter verklaren. Men heeft de kist geopend ohi vast te stellen op welke wijze de oude kwam, kon het verplicht veilen evenwel geen ingang vinden. Wel verklaarden ver schillende landbouwers zich bereid, een be paalde hoeveelheid uien via de veiling te doen verkoopen en stortten tot nakoming hunner verplichtingen vooraf 0,25 per op gegeven H.L. uien in de veilingkas. Doch deze methode heeft evenmin tot het ge- wenschte resultaat geleid. Er zyn zelfs nog verscheidene landbouwers, die, ondanks hun belofte en hun waarborgstorting, geen ui hebben geveild. Toch wflst alles er op, dat er verandering in de aflevering van onze producten moet komen. Niet, omdat wij dat zoo graag wilr len, maar omdat wy er toe genoodzaakt zullen worden. In verschillende ons beconcurreerende lan den is controle op uit te voeren land- en tuinbouwproducten bij de wet geregeld. Ook onze regeering heeft al stappen in die rich ting gedaan, dit als uitvloeisel van de ver schenen herfst getroffen maatregelen bij den uitvoer van onze uien naar Amerika. Door den Minister is reeds een wetsontwerp voor controle, op uit te voeren land-en tuinbouw producten bij de Tweede Kamer ingediend. Reeds vyf jaren achtereen heeft het Uitvoer Controle Bureau getracht de controle vrij willig in te voeren, doch het van verre blijven staan van de nog zoovele on willigen, heeft het voor een spoediger bereiken van het beoogde doel den steun van de Regeering verzocht. Men deed dit, omdat men er ten volste van overtuigd is, dat er ingegrepen moet worden. Wij vertrouwen dan ook, dat onze landbouwers den ernst van het sor- teerings- en verpakkingsvraagstuk zullen leeren inzien en zich eendrachtig achter het Veilingbestuur zullen scharen, dit in aller belang. Laten onze landbouwers toch vooral beseffen, dat een betere sorteering en ver pakking van onze producten geen zaak van weelde is, doch dat alles in het werk moet worden gesteld, willen wij onze plaats op de Buitenlandsche markten behouden. Verschillende steden in Engeland hebben wij door aflevering van minderwaardige producten reeds verloren en ondanks dat, blijven wij toch voortgaan met aflevering van bevroren uien en koepeen, waarmede de markt totaal bedorven wordt. Verder meenen wij er nog op te moeten wijzen, dit met het oog op de uitbreiding van den tuinbouw op ons eiland, dat men meer en meer op onze veiÜDg is aangewezen. Voorheen was by de veiling te Rotterdam „De Zuid-HoIIandsche Eilanden" alles wel kom, doch gezien de steeds groote re aan voeren aan die veiling is men genoodzaakt geworden, zoo min mogelijk nieuwe leden meer aan te nemen. Het is wel gemakkelijk als men kan profiteeren van het werk van anderen, maar in den regel wordt men de kans daartoe ontnomen. Wij moeten dus ons zelf redden. Weliswaar zal dit ons, even Rohrburg gestorven is, men gelooft aan een moord, dom volk, wie tocb zou in staat zijn iemand in het gewelf te vermoorden en hoe zou de booswicht daarin kunnen komen? Dom volk! Is het misschien een idéé fixe van Eduard? Die heeft altijd vreemde denkbeelden gehad." De oude man had over dit thema nog uren lang kunnen mijmeren, zonder door Arthur met een antwoord verwaardigd te worden. Deze liep steeds sneller door de kamer en wierp den ouden hout vester toornige blikken toe. De houtvester scheen eindelijk te begrijpen dat hij hier overbodig was. Zonder gedruisch te maken verwijderde hij zich. Zoodra hij de deur achter zich gesloten had 'hoorde hij Arthur er den grendel i voorschuiven; ijlings keek hij door het sleutelgat. Hij zag dat Arthur zijn slaapkamer binnentrad, waarin zich allerlei gereedschappen bevonden, zag hem er met een jachtgeweer, een weitasch en andere dergelijke zaken weer uitkomen en daarna den grooten kofferwaarin kleeren van hem en Jenny .voortslepen. „Ha, ha! hij bereidt zich op een reis voor," murmelde de oude man tevreden gesteld. „Het wordt ook eindelijk tijd dat wij wegkomen. Zulk een vervelende dag heb ik in lang niet beleefd! Als de kinderen weg zijn, kan ik op meer zulke dagen rekenen." Zuchtend begaf hij zich naar zijn kamer welke aan den anderen kant lag. Kort daarna rolde een koets van de tegenover gestelde zijde op het huis toe. Het was de huur koetsier uit Benstedt, die Arthur en Jenny kwam halen. Vlug liep Arthur de deur uit. Zijn gelaat toonde niet meer de sporen der moedeloosheid I maar een fris&chen levensmoed; een vastberaden- I heid, een hoogmoedige trotschheid en wilde drift had zich van zijn geheele wezen meester gemaakt. Ingevolge zijn bevelen werd de koffer onmiddellijk opgeladen. De paarden moesten niet uitgespannen worden. „Dat is goed bedacht, Arthur!" riep de hout vester verheugd. „Zoodra Jenny aankomt, stapt zij van de eene koets in de andere en kunnen jullie meteen vertrekken. XIII. Gedurende den korten rit van nauwelijks een kwartier, had Jenny haar gewone opgewektheid herkregen. Zij vroeg den gendarme naar het uit stellen der begrafenis en vernam, dat eenige tot de justitie behoorende personen waren aange komen, welke het noodzakelijk achtten, het lijk van Rohrburg te doen onderzoeken. „Wat een drukte voor zoo'n ouden vrijgezel," spotte zij. De justitie was tijdig aangekomen om de ter aarde bestelling te verbieden. Ingevolge rechterlijk bevel werd aanstonds een geneesheer gehaald en een lijkschouwing begonnen. Dokter Boltmann, die zich werkelijk had weten aan te sluiten, ver meed het zich te vertoonen, opdat Arthur hem niet eerder zou zien, dan hij wenschelijk oordeelde. Alvorens men met het onderzoek een aanvang maakte, begaf de rechter zich in het kantoor om de plaats te zien, waar de doode gevonden werd. De bedienden ontvingen hem eerbiedig, maar ver klaarden dat de ingang door Eduard gesloten en voor de aankomst van den eigenaar Arnold Dorn- berg, door niemand te openen was. De rechter lachte ongeloovig. Hij zond zijn klerk naar het woonhuis en liet om den sleutel van het gewelf verzoeken. Eduard, geraakt door de in het oog loopende minachting van de zijde der justitie, liet antwoorden dat het zijn moeder niet gelegen kwam den sleutel uit handen te geven, welke bovendien toet tot niets dienen kon. De rechter begaf zich nu persoonlijk naar me vrouw Dornberg en gaf onomwonden te kennen, dat hij bevoegd was den sleutel te eischen. Me vrouw Dornberg ontving den rechter met de waar digheid, haar stand eigen, doch verklaarde op beslisten toon, den sleutel niet te mogen afgeven. Overigens beriep zij zich nog op de getuigenis van alle bewoners, van alle kantoorbedienden, van alle arbeiders en handwerkslieden, die in Ammerbach woonden, welke haar bewering, dat niemand het gewelf kon openen behalve Arnold, konden staven. Haar geheele voorkomen toonde vastberadenheid en onverschrokkenheid. Bij het binnentreden van den rechter, had Eduard zich eenigszins teruggetrokken en uitte verder geen verlangen zich in de zaak te mengen. Het scheen hem onwellevend toe, dat een aantal vreemde menschen, die in de uitoefening van hun ambt dikwerf beleedigend zijn, zich op een terrein plaatsten, waarop zijn moeder gebiedster was, zonder haar te eerbiedigen. In den gewonen om gang hield hij wel veel van schertsen, doch met het oog op het dringend verzoek zijner moeder, gedroeg hij zich zeer verstandig en ernstig, mengde zich nergens in en liet de commissie haar gang gaan. Door den eisch, rechtstreeks aan zijn moeder gedaan, veranderde de zaak eenigermate. Hij hield zich gereed haar elk oogenblik te beschermen. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1