toomwasscherij
Boerenleenbank
elaan weer
eld voor Credietenó^
unchrooni
andarts BUIJS
ok 1ste en 2e Hypt.
br.E.Hl.BRASKAB!P,Rijswiik(Z.H.)
Spenen
,VOORNE& PUTTEN"
ieuw-Helvoet.
Franco verzending
door geheel Flakkee.
M. SPOON Az.
iddeltiarnis-Sommeisdijk
D. JOPPE Cz. te Sommelsdijk
f 1,-
WOENSDAG
12 JUNI 1929
PUROL er op!
3
De slachtoffers der Wraak.
li- en Schuiftafels. Spiegels i„
te. Kapstokken en Kleeden prima
EIV FILIALEN
houdt voortaan
s Maandagsmorgens
EEN spreekuur.
onder no. 8. Bureau v. d. Blad.
Evenals de honingbij uit de voor
ar geschiktste bloemen den honing
urt.zoo moet U, wanneer U zenuw-
ofdpijn hebt, de Zenuwhoofdpijn-
eders van Dr. J. B. Meenk uit de
a soorten en namaak weten te
ien. Deze poeders verfrisschen U
een Meidrank en helpen U van
w hoofdpijn af. De moeite is te
schen de driehoekzegel E M.B. en
t portret van Dr. J. B. Meenk in
poeder 5 ets. per poeder; f 1 10
r doos van 25 poeders.
Gebruikt bij verstopping of dik
oed de Maagversterkende en
ijmafdrijvende Pillen van Dr. J. B.
eenk, 40 ets. per doosje van 30
Hen.
Uitsluitend bij Apothekers en Dro
sten verkrijgbaar. 3—2
bij melkvee, alsmede alle
bij de veestapel voor
komende huidschavingen
en huidverwondingen ge
neest men allerspoedigst
met Purol. Doos 60,90 ct.
en f 1.75. Bij alle Drogisten
Klierziekte is een vorm van tuber-
lose. Verwaarloost deze kwaal dus
iet. Bespoedigt hare genezing door
n kuur met granuline. Leest
e brochure van Dr. J. H. VAN
RAFHORST, arts, waarin deze spe-
alist de gunstige resultaten mede-
eelt met dit middel verkregen bij
e behandeling van tuberculose en
lierziekte. Deze brochure met nut-
ge wenken en raadgevingen en
lrijke verklaringen van dokters en
enezen patiënten wordt U bij onl
angst van uw naam en adres gratis
n franco toegezonden in gesl., on-
edr. enveldoor Pharm. Ond. Dr. J.
I VAN GRAFHORST, Schevenin-
en, Alkmaarschestraat 93 k.
6—3
NIEUW-HELVOET.
De bank leent gelden aan leden
egen 4.6 'sjaars. Zij neemt
-elden op tegen 3,84 °/0 's jaars, ook
an niet-leden. Voorschotten kunnen
dagelijks aangevraagd worden bij een
der leden van het Bestuur.
Gelegenheid tot inbrengen en
terugbetaling van gelden eiken Maan
dagavond en Vrijdagavond van 6—8
uur ten huize van den kassier
ADVERTEERT I
0,07»
li prijs per kwartaal
II Losse nummers
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
jslie regel meer 0,20
gij contract aanzienlijk korting.
piens(aanbiedingen en Dienstaanvragen
1,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
«Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
11E JAARGANG. - N°. 61
Armoe zoekt list.
Onderricht en bedachtzaam geworden
in tevens eenigszins teleurgesteld door de
restadige en geduldige verdediging in
t'0nze Eil.", neemt men in het Sektarische
Jamp zijn toevlucht tot een steeds toe-
nemend misleidende taktiek.
Na de Maas en antirev. Rotterdammer,
kwam dezer dagen weereen sekte-blaadje
onder mijn bereik, dat volgens het opschrift,
geredigeerd moet worden met medewer
king van vooraanstaande hervormde en
^reformeerde personen.
Hoewel nu de kern van hun geschrijf
eigenlijk steeds een herhaling is, tracht men
het omhulsel voortdurend aantrekkelijker
Ie maken, om daardoor de inconsequenties
des te beter te verbergen, althans voor de
minder ontwikkelde massa, tot welke deze
soort propaganda dan toch in hoofdzaak
gericht is.
De hoogstaande sektarische voorlich
iingsdienst begrijpt echter niet, dat hij in
z'n blinde machtswellust voorbijziet, juist
zijn lezers of toehoorders te compromittee-
ren, door hen zonder uitzondering voor
zóó dom te houden, dat zij een epistel
als genoemd: „Christelijk Onderwijs eisch
des beginsels'' nog in overeenstemming
zullen brengen met God's wil en met de
Christelijke moraal.
Om hun stralende Christelijke liefde en
ehtische gedachte te vertolken, geven zij
een proza, waarvan een kwalificatie, zonder
de Nederlandsche taal te beleedigen, niet
wel mogelijk zou zijn.
Evenwel met onverstoorbare volharding
en geduld, gevoelen wij ons verplicht om
voor de zooveelste maal de lezers te waar
schuwen voor bun misleidende taal en
tevens om ons te rechtvaardigen. Immers,
al wat de schrijver tracht vóór te stellen
als: uitbraken van haat en vijandschap
tegen allen, die nog vragen naar den
eisch des Woords, natuurlijk gekruid met
de noodige hatelijkheden, verdachtmakin
gen, beleedigingen enz., is, op z'n zachtst
uitgedrukt, grove onwaarheid, in blinde
woede uitgebrald.
Onze Eil. toch heeft immer getuigd
eerbied te hebben voor den waren Christen,
doch terecht met wrevel haar verontwaar
diging uitgesproken over de toepassing
van de Christelijke Leer door de sektariërs
en ik herhaal dan ook weer het kardinale
punt.de oorzaakvan die verontwaardiging:
Hoe kan men op Christelijken grond
slag de middelen verdedigen, welke
gebruikt zijn bij de poging tot stichting
eener Christel. U. L. O. School.
Verder heeft Onze Eil. aangetoond, dat,
als het sektarische beginsel consequent
wordt doorgevoerd, dan ons land met
zijn meer dan 100 sekten overstroomd
wordt met scholen en belastingbiljetten en
dat deze scholenproductie dus inderdaad
een splijtzwam is, die ons volk, ja reeds
de onschuldige jeugd, tot verdeeldheid
aanspoort en de kiem in zich draagt van
burger- en godsdienstoorlog.
Verder beweert de schr. in dat blaadje,
dat zij niet in de eerste plaats den vijand
bestrijden, doch hopen menschen van
Christelijke levensopvatting te kunnen
overtuigen, dat voor hun kinderen de
eenige juiste plaats van opvoeding en
onderwijs is op de Chr. School.
Dat bestrijden van den vijand klinkt
hier te wreed, daar had de schr. moeten
zetten: Onze liefderijke pogingen om de
arme zondaars tot inkeer te brengendat
had althans een meer Christelijken indruk
gemaakt. En de hoop, om menschen met
Christelijke levensopvatting tot genoemde
overtuiging te brengen, dat verzeker ik U,
is ijdel. Het kan gelukken om een troepje
sektariërs bij elkaar te trommelen en daar
mee scholen te stichten, doch dan is het
doel duidelijk, n.l. met misbruiken van
den godsdienst jagen naar macht, mate-
riëelevoordeelenals baantjes en leveranties
aan die scholen, enz., negotiëeren dus met
Gods Woorddoch iemand met een Chris
telijke levensopvatting zal daaraan geen
deel nemen. Hij toch beschouwt dezulken
als Farizeërs van de gevaarlijkste soort.
Genoemde overtuiging, zegt hel blaadje
verder, is zoo noodig op Flakkee, gezien
de geestesgesteldheid van ons volk. Op
welke wijze de sektariërs deze geestes
gesteldheid trachten te exploiteeren, heb
ben we reeds eerder genoemd.
En het verwijt van het blaadje, dat bij
velen nog zooveel misverstand en onkunde
heerscht omtrent den eisch van God's
Woord inzake de opvoeding en omtrent
den grondslag en het doel van het Chr.
Onderwijs, dat verwijt is volkomen on
gegrond; integendeel, deze kennis is, bij
uitstek op Flakkee, zelfs zeer intensief.
De meesten n.l. weten heel goed, dat zij bij
de doopplechtigheid den plicht op zich
nemen om hun kinderen een Christelijke
opvoeding te geven, maar dit is wat anders
dan die opvoeding uit gemakzucht aan
anderen op te dragen, en dus die verplich
ting van zich af te schuiven.
Het Chr. Schooibeginsel komt dus hierop
neer, dat de gemakzucht van de ouders
tot gevolg moet hebben de massa-school-
ptoductie met den aankleve van hooge
belastingen, volkshaat enz.
Neen, over die kennis valt hier niet te
klagen, doch de sektariërs willen het volk
onderricht geven in de methode om Chr.
Scholen te stichtendat wij daarvoor be
waard blijven, trouwens, nog eens referee-
rende aan die geestesgesteldheid, geloof
ik niet, dat de meerderheid voor die studie
ontvankelijk is.
A. P.
Wordt vervolgd.
JAARVERSLAG
der Vereeniging „Centrale Veiling voor
Goeree en Overflakbee" te Middelharnis,
over het boekjaar 1928—1829.
Waar het eindigen van het boekjaar zeer
vele werkzaamheden mede brengt, als ac
countantsonderzoek, controle van de admi
nistratie door een commissie uit de leden,
het houden van vergaderingen, etc. werd het
vorige jaar op voorstel van het Bestuur in
een algemeene vergadering besloten, om het
boekjaar in het vervolg te doen eindigen in
een meer stille periode en wel op 31 Maart,
inplaats van op 31 Mei.
Het Bestuur bestond uit de heeren: A. A.
Mjjs te Sommelsdijk, Voorzitter, H. van
Heest te Middelharnis, Secretaris, D. Joppe
te Sommelsdijk, J. A. Slis Dzn. te Middel
harnis, S. Zeedijk te Middelharnis, J.Vroeg-
indeweij Lzn. te Middelharnis, A. van den
Tol te Stad aan 't Haringvliet, J. P. de Wilde
te Nieuwe Tonge, G. C. van Schouwen te
Oude Tonge, L. Mijs te den Bommel, J. A.
v. Nieuwenhuizen te Ooltgensplaat, C. v. d.
Velde te Herkingen, Jb. Buth teDirksiand,
P. D. Sieling te Melissant, J. L. Koese te
Stellendam, D. Lodder te Goedereede, en Jb.
Breen te Ouddorp.
Aan de beurt van aftreding zün de heeren:
A. Slis, C. v. d. Velde, G. C. van Schou
wen en J. A. v. Nieuwenhuizen.
De Vereeniging telde over het afgeloopen
jaar 189 leden, tegen 200 leden in het vorige
jaar.
Het dagelijksch Bestuur kwam vijf maal
en het geheele Bestuur drie maal bijeen,
terwijl één Algemeene Ledenvergadering
werd gehouden.
In het personeel, bestaande uit een Direc
teur, twee kantoorbedienden en een afslager
had geen verandering plaats.
Gedurende het tijdvak 1 Juni 1928 tot
31 Maart 1929 werden 173 veilingen ge
houden met een totaal opbrengst van
ƒ118.342,82 tegen 140 veilingen met een
totaal opbrengst van 97.975,21 over een
gelijk tijdvak van het vorige jaar.
Geveild werd als volgt:
Diverse groenten
Klein fruit
Appelen en peren 45984 K.G.
Aardappelen 28964 K6.
Kruis- en Zwarte
37898 K G.
356484 K.G.
501894 stuks
16438,71
3866,48
6698,24
1778,99
Uien
Eieren
Boter en Kaas
Aardbeien
14880,59
34264,85
32381,50
3461,16
,15
15086 K.G.
Diverse producten343,95
Totaal omzet
FEUILLETON.
Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij
Brand- en Snijwonden, Ontvellingen
en allerlei Huidverwondingen
Hei verzacht en geneest
ƒ118342,82
Blijkens de exploitatierekening bedraagt
het voordeelig saldo van den tuin, groot
260 Roeden, 227,09 tegen 437,48 in het
vorige jaar. De lagere opbrengst moet in
hoofdzaak worden toegeschreven aan de lage
aardappelen- en koolprijzen.
De meeromzet van de veiling is bijna voor
het geheel toe te schrijven aan den grooteren
uienaanvoer en hooge uienprijzen. Deze
varieerden van 2,— tot 11,50 per H.L.
Mochten wjj ons vorige jaren verbeugen
in een steeds stijgenden omzet van de kleine
veilingen, dit jaar is deze vrijwel gelijk ge
bleven. Dit vindt z(jn oorzaak hierin, dat er
dit jaar zeer weinig appelen en peren z(jn
aangevoerd. De schaarschte daarvan kwam
in de prijzen zeer duidelijk tot uitdrukking.
De prijzen van de zwarte bessen waren
matig. Deze varieerden van 31 tot 45 cent
per K.G., welke prijs b}) een goed gewas
toch nog wel loonend genoemd mag worden.
De princesseboonen en de snijboonen wa
ren hoog in prijs. Dit was te verwachten,
want in het voorjaar van 1928 waren alle
conservenfabrieken zoo goed als uitverkocht.
Zonder ons aan voorspellingen te wagen be
looft 1929 wellicht ook weer een goeden
boonenprtjs. Dit jaar, met zijn strengen,
langdurigen winter zijn de nog op het veld
staande groenten totaal vervroren en is dien
tengevolge de consumptie weer op de con
servenfabrieken aangewezen geweest.
De aardb6ienteelt breidt zich op ons eiland
ook meer en meer uit en wordt dientenge
volge de aanvoer van dat product aan onze
veiling steeds grooter. Het meerendeel der
aangevoerde aardbeien werd in voorkoop
verkocht, wat echter niet de goede methode
van verkoop is. Aangezien echter de partijtjes
te kiein waren voor een regelmatigen aan
voer, was men hiertoe wel genoodzaakt.
Verschillende aardbeientelers hebben hunne
aardbeien op het eiland langs de deur uit
gevent, doch een dergelijke handel is nog
veel minder aanbevelingswaardig. Wil men
de aardbeienteelt tot uitbreiding brengen en
loonend maken, dan is meu op veilingver
koop aangewezen. Gezien de ligging van ons
eiland is het bezwaarlijk om de vroege aard
beien, de zoogenaamde consumptieaardbeien
in groote massa's te telen. Voor de con
sumptie op het eiland is de markt algauw
overvoerd en voor verzending naar de steden
liggen wij te ver weg. Men zal dus voor-
loopig wel aangewezen z(jn op de export-
aardbei (Jecunda).
Betreffende de uienveilingen moaten wtj
wederom onze ontevredenheid te kennen
geven. Zooals boven omschreven werd door
de landbouwers 356.484 K.G. uien met een
opbrengst van 34264,85 geveild, terwjjl
voor handelaren werd gesorteerd en verpakt
138.450 K.G. uien. Weliswaar is de aanvoer
grooter geweest dan het vorige jaar, doch
onze verwachtingen waren hooger gestemd.
Zeer vele pogingen heeft ons bestuur reeds
aangewend om het veilen van landbouw
producten en wel speciaal die van uien in
gang te doen vinden, doch de medewerking
van de landbouwers blijft achterwege.
Dikwijls moeten wü in delaudbouwkriu-
gen de uitdrukking hooren „we moesten
alles veilen", maar daar blijft het in den
regel bij. Van een gezamenlijk aanpakken
is tot dusverre geen sprake. Als de oogst
tijd weer is aangebroken, gaan onze land
bouwers, de traditie getrouw, weer door met
het gebruikelijke verkoopsysteem met den
aankleve van de vele fouten en gebreken.
Om altijd maar op hetzelfde aambeeld te
blijven hameren en niets onbeproefd te laten,
werd door ons bestuur in den voorzomer
van 1928 een commissie uit de leden be
noemd, aan welke commissie werd opge
dragen, een onderzoek in te stellen, op welke
wijze het veilen van landbouwproducten dan
wel ingang kan vinden. Na een serieus in
gesteld onderzoek, samenspreking en over
leg met den handel, heeft de commissie van
haar bevindingen uitvoerig rapport uitge
bracht, waarin zij mededeelde, dat alleen
door invoering van verplicht veilen het doel
zal kunnen worden bereikt.
In de algemeene vergadering van 20 Juli
1928, waarin bedoeld rapport in behandeling
I ONZE EILANDEN
Uit de periode der Lijfstraffelijke rechtspleging.
(UIT HET DUITSCH.)
24)
Angstig ondervragend zag Jenny haar broeder
aan, doch zonder gevolg. Door een menigte ver
schrikkelijke vermoedens neergeslagen, scheen hij
zijn gewone heerschzitcht verloren te hebben. Op
de vensterbank leunende staarde hij in gedachten
naar buiten en liet zijn zuster zich zelf redden.
De dringende aanmaningen van den gendarme
maakten aan haar besluiteloosheid een einde. Zij
sloeg een doek om de schouders, drukte een hoed
op het hoofd en wilde nu de kamer verlaten.
„Ik hoop terug te zijn, alvorens ons rijtuig uit
de stad aankomt," zeide zij. „Ik zal de heeren doen
opmerken, dat wij
„Dat wij een uitnoodiging van den baron Kal-
gera aangenomen hebben," sneed Arthur haar het
woord af, en zag haar beteekenend aan. Jenny
bleef geen oogenblik in onzekerheid omtrent de
bedoeling, welke in deze woorden lag opgesloten.
Zij knikte hem toe en verliet de kamer.
Toen zij in de wagen wilde klimmen stond
Arthur aan de huisdeur en vroeg den koetsier
Martin, welke als een gebieder op den bok zat:
„Is Eduard van zijn reis terug, Martin?"
„Ja, sedert vier dagen," antwoordde de oude
man morrend.
Inmiddels had Jenny plaats genomen, zij
trachtte nog een blik met Arthur te wisselen; zijn
oog rustte echter onbeweeglijk op het gebarenspel
van den gendarme, die door zijn vraag zichtbaar
getroffen was. De bleekheid van Arthur's gezicht
verried zijn gemoedsbeweging. Hij volgde elk ge
baar van den gendarme met de nieuwsgierigheid
van een mensch, die door waarnemingen de ge
dachten van anderen wil raden. De gendarme
sprong vlug naast Martin op het rijtuig en nu
waagde Arthur het eerst zijn zuster aan te zien.
Ongemerkt legde hij den vinger op zijn lippen;
zij begreep niet recht wat hij daarmede zeggen
wilde, maar wierp trotsch het hoofd achterover,
te kennen gevende dat het haar niet moeilijk zou
vallen een geheele verzameling rechters een rad
voor de oogen te draaien.
Nauwelijks was het rijtuig er of Arthur's blik
verdwenen en hij vloog als een razende de kamer
weer binnen, waar de houtvester nerveus en zenuw
achtig heen en weer liep te ijsberen.
„Begrijp je daar iets van Arthur?" vroeg hij
met nadruk.
Arthur scheen alles te begrijpen. Hij gaf zich
evenwel het voorkomen van een beleedigde. „Den
hemel zal ik danken, als wij uit de nabijheid van
menschen zijn, die ons tot werktuigen van hun
wil verlagen. Wat wil dat volk van Jenny weten?
Men zou dwaas zijn, zich aan zulke gerechtelijke
aanmatiging te onderwerpen! Het betreft zeker
een bagatel en Jenny moet even als een gehoor
zaam kind komen, als de justitie het beveelt.
„Als ik slechts begrijpen kon, wat zij hier wil
len," mom pelde de houtvester. „Nu kan ik mij
het verhaal van Peter verklaren. Men heeft de kist
geopend ohi vast te stellen op welke wijze de oude
kwam, kon het verplicht veilen evenwel
geen ingang vinden. Wel verklaarden ver
schillende landbouwers zich bereid, een be
paalde hoeveelheid uien via de veiling te
doen verkoopen en stortten tot nakoming
hunner verplichtingen vooraf 0,25 per op
gegeven H.L. uien in de veilingkas. Doch
deze methode heeft evenmin tot het ge-
wenschte resultaat geleid. Er zyn zelfs nog
verscheidene landbouwers, die, ondanks hun
belofte en hun waarborgstorting, geen ui
hebben geveild.
Toch wflst alles er op, dat er verandering
in de aflevering van onze producten moet
komen. Niet, omdat wij dat zoo graag wilr
len, maar omdat wy er toe genoodzaakt
zullen worden.
In verschillende ons beconcurreerende lan
den is controle op uit te voeren land- en
tuinbouwproducten bij de wet geregeld. Ook
onze regeering heeft al stappen in die rich
ting gedaan, dit als uitvloeisel van de ver
schenen herfst getroffen maatregelen bij den
uitvoer van onze uien naar Amerika. Door
den Minister is reeds een wetsontwerp voor
controle, op uit te voeren land-en tuinbouw
producten bij de Tweede Kamer ingediend.
Reeds vyf jaren achtereen heeft het Uitvoer
Controle Bureau getracht de controle vrij
willig in te voeren, doch het van verre blijven
staan van de nog zoovele on willigen, heeft
het voor een spoediger bereiken van het
beoogde doel den steun van de Regeering
verzocht. Men deed dit, omdat men er ten
volste van overtuigd is, dat er ingegrepen
moet worden. Wij vertrouwen dan ook, dat
onze landbouwers den ernst van het sor-
teerings- en verpakkingsvraagstuk zullen
leeren inzien en zich eendrachtig achter het
Veilingbestuur zullen scharen, dit in aller
belang. Laten onze landbouwers toch vooral
beseffen, dat een betere sorteering en ver
pakking van onze producten geen zaak van
weelde is, doch dat alles in het werk moet
worden gesteld, willen wij onze plaats op
de Buitenlandsche markten behouden.
Verschillende steden in Engeland hebben
wij door aflevering van minderwaardige
producten reeds verloren en ondanks dat,
blijven wij toch voortgaan met aflevering
van bevroren uien en koepeen, waarmede
de markt totaal bedorven wordt.
Verder meenen wij er nog op te moeten
wijzen, dit met het oog op de uitbreiding
van den tuinbouw op ons eiland, dat men
meer en meer op onze veiÜDg is aangewezen.
Voorheen was by de veiling te Rotterdam
„De Zuid-HoIIandsche Eilanden" alles wel
kom, doch gezien de steeds groote re aan
voeren aan die veiling is men genoodzaakt
geworden, zoo min mogelijk nieuwe leden
meer aan te nemen. Het is wel gemakkelijk
als men kan profiteeren van het werk van
anderen, maar in den regel wordt men de
kans daartoe ontnomen. Wij moeten dus
ons zelf redden. Weliswaar zal dit ons, even
Rohrburg gestorven is, men gelooft aan een moord,
dom volk, wie tocb zou in staat zijn iemand in het
gewelf te vermoorden en hoe zou de booswicht
daarin kunnen komen? Dom volk! Is het misschien
een idéé fixe van Eduard? Die heeft altijd vreemde
denkbeelden gehad."
De oude man had over dit thema nog uren lang
kunnen mijmeren, zonder door Arthur met een
antwoord verwaardigd te worden. Deze liep steeds
sneller door de kamer en wierp den ouden hout
vester toornige blikken toe.
De houtvester scheen eindelijk te begrijpen dat
hij hier overbodig was. Zonder gedruisch te maken
verwijderde hij zich. Zoodra hij de deur achter zich
gesloten had 'hoorde hij Arthur er den grendel i
voorschuiven; ijlings keek hij door het sleutelgat.
Hij zag dat Arthur zijn slaapkamer binnentrad,
waarin zich allerlei gereedschappen bevonden,
zag hem er met een jachtgeweer, een weitasch
en andere dergelijke zaken weer uitkomen en
daarna den grooten kofferwaarin kleeren van hem
en Jenny .voortslepen.
„Ha, ha! hij bereidt zich op een reis voor,"
murmelde de oude man tevreden gesteld. „Het
wordt ook eindelijk tijd dat wij wegkomen. Zulk
een vervelende dag heb ik in lang niet beleefd!
Als de kinderen weg zijn, kan ik op meer zulke
dagen rekenen." Zuchtend begaf hij zich naar zijn
kamer welke aan den anderen kant lag.
Kort daarna rolde een koets van de tegenover
gestelde zijde op het huis toe. Het was de huur
koetsier uit Benstedt, die Arthur en Jenny kwam
halen. Vlug liep Arthur de deur uit. Zijn gelaat
toonde niet meer de sporen der moedeloosheid
I maar een fris&chen levensmoed; een vastberaden-
I heid, een hoogmoedige trotschheid en wilde drift
had zich van zijn geheele wezen meester gemaakt.
Ingevolge zijn bevelen werd de koffer onmiddellijk
opgeladen. De paarden moesten niet uitgespannen
worden.
„Dat is goed bedacht, Arthur!" riep de hout
vester verheugd. „Zoodra Jenny aankomt, stapt
zij van de eene koets in de andere en kunnen jullie
meteen vertrekken.
XIII.
Gedurende den korten rit van nauwelijks een
kwartier, had Jenny haar gewone opgewektheid
herkregen. Zij vroeg den gendarme naar het uit
stellen der begrafenis en vernam, dat eenige tot
de justitie behoorende personen waren aange
komen, welke het noodzakelijk achtten, het lijk
van Rohrburg te doen onderzoeken.
„Wat een drukte voor zoo'n ouden vrijgezel,"
spotte zij.
De justitie was tijdig aangekomen om de ter
aarde bestelling te verbieden. Ingevolge rechterlijk
bevel werd aanstonds een geneesheer gehaald en
een lijkschouwing begonnen. Dokter Boltmann,
die zich werkelijk had weten aan te sluiten, ver
meed het zich te vertoonen, opdat Arthur hem
niet eerder zou zien, dan hij wenschelijk oordeelde.
Alvorens men met het onderzoek een aanvang
maakte, begaf de rechter zich in het kantoor om
de plaats te zien, waar de doode gevonden werd.
De bedienden ontvingen hem eerbiedig, maar ver
klaarden dat de ingang door Eduard gesloten en
voor de aankomst van den eigenaar Arnold Dorn-
berg, door niemand te openen was.
De rechter lachte ongeloovig. Hij zond zijn klerk
naar het woonhuis en liet om den sleutel van het
gewelf verzoeken. Eduard, geraakt door de in het
oog loopende minachting van de zijde der justitie,
liet antwoorden dat het zijn moeder niet gelegen
kwam den sleutel uit handen te geven, welke
bovendien toet tot niets dienen kon.
De rechter begaf zich nu persoonlijk naar me
vrouw Dornberg en gaf onomwonden te kennen,
dat hij bevoegd was den sleutel te eischen. Me
vrouw Dornberg ontving den rechter met de waar
digheid, haar stand eigen, doch verklaarde op
beslisten toon, den sleutel niet te mogen afgeven.
Overigens beriep zij zich nog op de getuigenis van
alle bewoners, van alle kantoorbedienden, van alle
arbeiders en handwerkslieden, die in Ammerbach
woonden, welke haar bewering, dat niemand het
gewelf kon openen behalve Arnold, konden staven.
Haar geheele voorkomen toonde vastberadenheid
en onverschrokkenheid.
Bij het binnentreden van den rechter, had
Eduard zich eenigszins teruggetrokken en uitte
verder geen verlangen zich in de zaak te mengen.
Het scheen hem onwellevend toe, dat een aantal
vreemde menschen, die in de uitoefening van hun
ambt dikwerf beleedigend zijn, zich op een terrein
plaatsten, waarop zijn moeder gebiedster was,
zonder haar te eerbiedigen. In den gewonen om
gang hield hij wel veel van schertsen, doch met
het oog op het dringend verzoek zijner moeder,
gedroeg hij zich zeer verstandig en ernstig, mengde
zich nergens in en liet de commissie haar gang
gaan. Door den eisch, rechtstreeks aan zijn moeder
gedaan, veranderde de zaak eenigermate. Hij hield
zich gereed haar elk oogenblik te beschermen.
Wordt vervolgd.