tonhuis metErf EERSTE BLAD t MS 9.75 ons Advertentie-tarief 33- 38- 47- 56- 66°^ ÏJES ERKOOPING ZATERDAG 8 JUNI 1929 De slachtoffers der Wraak. Uit de periode der Lijfstraffelijke rechtspleging. Bij Scheren PUROL Provinciale Staten van Zuid-Holland. r r*itw=' -- Aanb. prijs ,0 42- 81° ^50 b.c. patiënten bespoedigt uw zing door een kuur met gra- line. Leest de brochure van J. H. VAN GRAFHORST, arts, in deze specialist de gunstige taten mededeelt; met dit mid- /erkregen bij de behandeling van tuberculose, gewrichtstuberculo- 'eeneter) en klierziekte. Deze bro- met nuttige wenken en raad- ngen en talrijke verklaringen van .ers en genezen patiënten, wordt |ij ontvangst van uw naam en gratis en franco toegezonden IPharm. Ond. Dr. J. H VAN FHORST, Scheveningen, Alk- •schestraat 93 k. G—4 van een ait de Voorstraat MIDDELHARNIS, Ikend A 260, bewoond doorMej. KN DE ROVAART, op Dins- 4 Juni 1929 bij Inzet en dinsdag 11 Juni 1929 fslag, telkens des avonds 7 uur lertijd), in het HOTEL MEIJER JDDELHARNIS. Notaris VAN BUUREN. prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,07® ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 gij contract aanzienlijk korting, Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 11E JAARGANG. - N°. 60 Week-revue. Binnenland. Naarmate ook hier de verkiezingen met rassche schreden naderen, neemt ook de acti viteit der verschillende partijen|toe. De ver- kiezingsiectuur, ongevraagd en gratie bezorgd vormde de inzet der politieke schermutselin gen en sindsdien heeft de strijd zich dermate ontwikkeld, dat het gilde der politieke klod deraars is gekomen. Nu de straat tot een gratis publiek reclameobject is geproclameerd worden de. straten ontsierd met koeien van letters, aankondigende de namen van de honderden candidaten voor bet baantje van kamerlid, dat gezien de liefhebberij die er voor heerscht, toch door zeer velen nog zoo slecht niet wordt beoordeeld. In een der talrijke verkiezingsblaadjes werd aangeraden voor ieder raam en iedere stoep gebruik te maken van de geboden reclamegelegenheid. Wordt dit advies door de kiezers opgevolgd, dan hebben de hande laren in witkalk en aanverwante artikelen nog eenige gouden dagen voor den boeg. Zelfs kerkgebouwen zjjn voor de verkie- zingsmodder niet veilig en te Amsterdam heeft dit reeds aanleiding gegeven tot een heibeltje tusschen verontwaardigde kerk gangers en een klodderaar der communisten, waarbij het resultaat was dat een juffrouw het kalkemmertje omschopte. Gevolg een woedende ridder van de witkwast, die de laatste resten van zijn kalk aan zijn tegen standers trachtte te slijten. Er wordt vaak beweerd, dat wjj Neder landers doorgefourneerde kankeraars zjjn, die met graagte aan dit euvel te buiten gaan en dat wy niets zoo slecbt weten te waar deuren, dan die duizenden groote en kleine liefdevolle zorgen, waar de ambtenaren van vadertje „Staat" ons dagelijks mee omringen Hoe nauwgezet wel over ons gewaakt wordt, zelfs over de nietigste kleinigheden, hebben we dezer dagen gelezen in een verslag van een rede van een bestuurslid derlsraëlietische gezondheidskolonie Rotterdam, ter gelegen heid van het zilveren feest van het kolonie huis Terheide uitgesproken. Hierin lezen we dat het rijk per kind en per dag een subsidie geeft van 0.18 en dat het bestuur verplicht ia hiervoor per kind een lijst van niet min der dan 44 vragen te beantwoorden. Slechts enkele vragen hiervan kan het bestuur be antwoorden en voor de rest moeten nog vjjf andere personen in actie komen, om deze vragenlijst te beantwoorden. Behalve een gewone werkverschaffing bestaat er dus ook nog zoo iets als een bureaucratische werk verschaffing. Wat jammer dat op dit terrein stakingen zoo slecht gedijen. Zou bepaald de sympathie hebben van bet overgroote deel van ons volk. Het Belgische kroonprinselijk paar heeft onder de namen graaf en gravin de Rehty, een studiereis door odzs koloniën gemaakt en is in Makenden welstand weer te Brussel gearriveerd. Naar aanleiding hiervan geeft het Brusselsche blad „Het laatste Nieuws" een zeer waardeerend artikel over de schit terende ontvangst, waarmede de hooge gas ten in ons Insulinde zjjn ontvangen. Het blad is erkentelijk voor de liefde die, aldus Het laatste Nieuws, in den geest van allen die het wel meenen, Nederland en België nader tot elkander brengt. Deze sympathieke woorden aan het adres van ons schoone Insulinde, zjjn volkomen verdiend. Overal heeft men zich in Indië beijverd om het de gasten zoo aangenaam mogelijk te maken en de bezoekers hebben een onvergetelijken indruk van Indië in her innering naar Brussel meegenomen. Dat zich tijdens het bezoek ook een pijnlijk incident heeft voorgedaan, meldt de Nieuwe Soeraba- jasche courant. Toen aan boord van de „Siri- us" indertijd het bericht doordrong van de beruchte Utrechtsche publicaties, liet de ad judant van den kroonprins, majoor Raquez zich aan tafel ontvallen, dat de Nederlanders toch eigenlijk maar verkapte Duitschers waren. Onmiddellijk stond de kapitein van de „Sirius"op, boog hoffelijk voor den kroon prins en verliet kalm het salon. Wit van woede over deze lompheid stond de kroon prins op, haalde den kapitein in, bood zijn excuses aan en noodzaakte eveneens zijn ad judant hetzelfde te doen. Voor straf bleef de adjudant vier dagen uit de omgeving van den kroonprins. INGEZONDEN MEDEDEELING. FEUILLETON. (UIT HET DUITSCH.) 23) Arthur daarentegen had zich gemakkelijk op een stoel neergevleid en ondersteunde met de rechterhand zijn voorhoofd. Zijn knap gelaat volkomen op dat zijner zuster gelijkende verried een hevige strijd. Wolken, echte schaduwbeelden van ontevredenheid, vertoonden zich op zijn voor hoofd, terwijl een trotsche onverschilligheid om den gesloten mond speelde. Zijn gestalte was klein en sierlijk. Men zou hem echter de verbazende spierkracht niet toegekend hebben, waarover hij beschikte en die hem tot den besten leerling van den onderwijzer in de gymnastiek gemaakt had. Gevoelloos zat hij daar neer, hij scheen nauwelijks te bemerken, dat zijn ouden neef de kamer driftig op en neer liep. „Wat komt er nu van de begrafenis, Arthur?" vroeg hij wrevelig. „Men schijnt veel plichtplegingen met den onden Rohrburg te maken," wierp Jenny lachend in het midden. „Maar de tijd gaat voorbij, kinderen elke minuut is kostbaar geen gebed is in staat den verloren tijd terug te brengen. Waarom blijven wij terwille van den ouden Rohrburg nog langer hier? Laten we den berg overklimmen en trachten Buitenland. Het einde der verschillende buitenland- sche verkiezingen hebben we gelukkig be reikt. De Engelsehe verkiezingen, de hek kensluiter in deze buitenlandsche reeks, voor de conservatieven een zeer onaangename hekkensluiter brengt in Engeland een Mac Donald al dan niet met steun der liberalen aan het bewind. Het conservatieve kabinet Baldwin, beschikkende over een meerderheid heeft een zware nederlaag geleden en het aantal zetels is gedaald van 400 tot 257, terwfjl de uitslagen van 7 districten nog onbekend zijn. De liberalen zijn gestegen van 46 op 57, terwijl labour is geklommen van 162 tot 288 zetels en daarmede voor het eerst in Engeland het grootste aantal zetels heeft veroverd. Waar deze zetelverhouding geen juist beeld geeft van de werkelijke stemmenverhouding der verschillende partijen, een gevolg van de bestaande kieswetten in Engeland, nog de volgende cijfers over de stemmen. In 1925 behaalde de arbeiderspartij 5538181 en nu 8373938, de conservatieven 7634324 en 8644324 en liberalen 2941946 en 5275648. De andere groepjes laten we wegens hun volkomen onbelangrijkheid buiten beschou wing. Het totaal aantal uitgebrachte stem men bedroeg in 1924 20634324 en nu 28828890 Deze belangrijke toenammg is te wijten aan de ongeveer 7 millioen jonge dames vanaf 21 jaar en ouder, welke nu voor het eerst naar de stembus trokken. Door deze belangrijke toename van rokken, er werdoneerbiediggesproken van „flappers"; is het aantal mannelijke kiezers in de min derheid gekomen. Er zijn IJ millioen meer vrouwelijke kiezers dau mannelijke. Hieruit volgt dus al, dat in Engeland de vrouwtjes het mannelijk geslacht overheerschen en dat deze laatsten ook op politiek terrein met armpjes en beentjes slaan, indien het de vrouwtjes behaagt aan de touwtjes te trekken. Er is wat gebedeld om de gunst van het zwakke, doch overheerschende ge slacht. Sir John Gonzoni, conservatief can- didaat in Ipswich, heeft verklaard, dat hij zich in elke kapperwinkei heeft laten scheren, dat hij in ieder cafe een glas bier heeft ge dronken en dat hij, zoo ver als mogelijk was, elk aardig meisje in Ipswich heeft gekust. Het beeft de conservatieven niet mogen baten en voor wat deze kussende candidaat betreft, hem wordt de pil der nederlaag verguld door de herinnering aan de aardige meisjes in Ipswich. We hebben in ons leven wel eens verslagen candidaten ontmoet, die heel wat slechtere herinnerin gen aan den strijd bewaarden. Doch laten we nog even naar de dorre cijfers terugkeeren. Dat het aantal zetels niet in juiste verhouding staat tot het aantal uitgebrachte stemmen, springt duidelijk in het oog. De conservatieven, voorstanders van het huidige systeem, zijn er deze keer zelf min of meer de dupe van geworden. De conservatieven en labour hebben per 30000 stemmen een zetel, terwijl de liberalen er al heel bekaaid zjjn afgekomen, omdat zij ongeveer per 100000 stemmen slechts een zetel bezetten. Geen wonder dat de liberalen met kracht aandringen op wijzi gingen der bestaande kieswetten. En hier voor maken ze geen slechte kans. Baldwin heeft aan den opnieuw ziek geworden koning het ontslag van zijn kabinet aangeboden en Mac Donald zal een nieuw ministerie in elkaar timmeren. Waar de arbeiderspartij zich alleen met de medewerking der liberalen kan staande houden, zal er dus tusschen labour en liberalen eerdaags onderhandeld worden over den prijs van samenwerking. Bovenaan op het verlanglijstje der liberalen staat de verandering der kieswetten. Lloyd George, de handige tacticus, zal best partij weten te trekken van de huidige politieke constellatie en graag of niet graag. Mac Donald zal tot meer toeschietelijkheid ge dwongen worden, als waartoe hij blijkens zijn laatste uitlatingen wel bereid is. Eindelijk komen er dan ook uit Parijs, van de conferentie der flnancieele deskun digen, gunstige berichten. Nou is het geen fopperij meer, doch bittere ernst. Najal het gepingel zijn de heeren het voor 99 eens geworden, valt dezer dagen zelfs de onder- teekening van het rapport. Alleen de tijdens de bezetting (in België uitgegeven marken hebben nog eenige moeilijkheden opgeleverd, doch hierover wordt rechtstreeks tusschen Berlijn en Brussel onderhandeld. geen stukgaan en pijn meer en ook geen na- schrijnen der huid, als men vóór het inzeepen de huid even inwrijft met slechts een weinig Doos 30, 60, Tube 80 ct. (Adv.) Nu deze moeilijkheden opgelost schijnen, komt een andere weer om het hoekje kijken. Ingevolge het zoogenaamde Rijnland-Gonfe- rentie, zal de ontruiming van het Rijnland plaats hebben, zoodra de herstelbesprekingen tot een overeenkomst zijn gebracht. Poincaré zal deze kwestie in de kamer brengen, doch daarbij zeker op ernstig verzet stuiten van de groep Marin, de sterkste groep in de kamer waar zijn ministerie op steunt. De groep Marin, uiterst rechts, heeft besloten zich uit te spreken tegen een vervroegde ontruiming en de socialistische fractie heeft hierin aanleiding gevonden een interpellatie aan te vragen. Aan den voor eenige dagen volmaakt helderen politieken hemel, pakken zich dreigende onweerswolkjes samen, wach tende slechts op een explosieve ontlasting en die best in staat kunnen zijn, den tot heden gevolgde koers van het regeerings- scheepje te wijzigen, zelfs een heel ander regeeringsscheepje op de helling kunnen doen zetten. Op inviatie van Primo de Rivera vergadert de Volkenbond te Madrid en Stressemann zal natuurlijk bij Briand met kracht aan dringen op een spoedige ontruiming van het Rijnland. Sir Austen Chamberlain, blijft in verband met de nederlaag der conservatieven, gespeend van de genoegens van een uitstapje naar het zonnige Spanje. De Engelsehe ge zant zal Engeland vertegenwoordigen. Het gaat den Duitschen adel niet naar den vleeze en diverse grootere en kleinere schandaaltjes, waarbij adellijke zwendelaars betrokken zijn, hebben de aandacht getrok ken. Erg fortuinlijk zijn de heeren, niet, althans de meesten vliegen spoedig tegen de lamp. Na het schandaal van het lang- vingerig baronnesje dat de gastvrijheid van haar tante misbruikte om haar voor een 100.000 mark te bestelen, waarbij nog meer dere adelijke heeren betrokken waren, heb ben de Duitschers nu een kleiner schandaaltje van een baron, die een verzekeringsmaat schappij trachte op te lichten. Hij verzond een kostbaar halssnoer, verzekerde dit, doch vergat opzettelijk het halssnoer in te sluiten en deed er een leVende muis in. Zijn hoop dat dit diertje behoorlijk de plichten van een fatsoenlijke muis zou nakomen en zich al knagende in veiligheid brengen en te ver dwijnen, is niet vervuld. Het arme dier ging dood, het pakket kwam ongeschonden over en bevatte een doode muis en Duitschland telt een berouwvol adellijk zondaar meer. Verder genieten de Duitschers van het straf proces tegen Stinnes, beschuldigd van zwen del met oud en nieuw leeningsbezit, waarbij de staat voor millioenen moet zijn benadeeld. Wat tot heden bekendis geworden is weinig of niet bezwarend voor de beklaagden. Aansluitende op deze reeks van schan daaltjes, worden uit Praag bijzonderheden geseind over het verdwijnen van militaire documenten, gepleegd door een voormalig kapitein, voormalig onderofficier. De stukken werden ter inzage jerstrekt en later weer netjes op hun oude plaats gedeponeerd. Aan het departement van oorlog koestert men de hoop, doet men tenminste alsof, dat het hier alleen stukken van minder belang be treft. Ook aan het ministerie van financiën heb- (Adv. ben zich ongeregeldheden voorgedaan. Eenige ambtenaren zijn reeds gearresteerd en heb ben gedeeltelijk bekend eenige millioenen, bestemd voor den Staat, in eigen zak te hebben laten verdwijnen. Een dergelijk voorschot op salaris of pensioen is inderdaad wel wat aan den hoogen kant. Tot slot nog eenige korte opmerkingen. Mexico heeft eindelijk vrede. De opstand is definitief onderdrukt en de uitgewezen geeste- lijkheid mag terugkeeren. Verdere onderhan delingen tusschen partijen z^jn gaande. Turkije heeft een wet in voorbereiding, waarby alle mannelyke bewoners vanaf 18 tot 60 jaar verplicht worden wekelijks vier uur te werken aan straataanleg. Uitgezon derd zijn zieken, vaders van 5 en meer kin deren, actieve militairen en degenen, die zich met 8 Turksche ponden vrijkoopen van deze verplichting. Het vorig jaar werden vlak voor de ver kiezingen in Griekenland twee politici door roovers ontvoerd. Deze heeren z£jn nu einde lijk berecht en kregen van vijfjaar tot levens lang. Dit vonnis wordt nog te clement ge vonden. Wat een brave politici moeten dat wel geweest zyn. We zouden haast de ver zuchting slaken, kom naar Holland, ontvoer er geen twee, doch veel en veel meer. We geven je hier geen levenslang, doch duizen den zullen je vorstelijk beloopen en het na geslacht zal je eeren met een groot stand beeld, een grootsche daad waardig. Benstedt te voet te bereiken. Wij hebben deze weg immers meermalen reeds geloopen?" Dit voorstel scheen Arthur weinigaanlokkeiijk. Op vasten, beslissenden toon sprak hij: „Daar wij heden voor altijd het dal verlaten, moet zulks niet heimelijk, maar met eenig opzien geschieden. Onze vrienden verwachten ons eerst tegen zeven uur, om vijf uur zal een rijtuig uit de stad ons komen halen." „Heb je den koffer gesloten, Arthur?" vroeg Jenny, zich naar den spiegel begevende, om zich zelf te bewonderen. „Ja," antwoordde hij kortaf. „Waarom?" „Ik zou graag een ander snoer paarlen aandoen. „Dat kan niet, Jenny! De koffer blijft toe!" sprak hij bits. Geraakt wierp Jenny haar hoofd achteruit. „Je heerschzucht strekt zich te ver uit, Arthur! Kom, geef mij den sleutel van den koffer!" Arthur antwoordde met een afwijzend gebaar. „De barones Kalgera had volkomen gelijk jou met een schichtig paard te vergelijken, dat naar gebit, noch teugels luistert en dat bij liefkoozingen zelfs begint te slaan. Ik verheug mij eindelijk van je schepter ontheven te worden, als ik met de barones naar de badplaats vertrek. Waar ga jij dan naar toe, Arthur?" „Ik heb nog geen vast plan gemaakt," luidde het koele antwoord. „Jullie gemis zal mij zwaar vallen kinderen," klaagde de houtvester, „en vooral de afwezigheid van Jenny, onze schoone koningin," voegde hij er op zachten toon bij. Jenny zag hem verachtelijk aan. „Het verheugt mij te kunnen vertrekken," sprak zij hooghartig. Zoowel de huldeblijken van den een, als de grof heden van den ander zijn mij even lastig. En dan, wat de lofredenen op mijn schoonheid betreft, ben ik toch in twijfel of ik niet ^testandiger deed een welgestelden burger te trouwen, dan de beminde van prins Alexander „Je zult niet de beminde, doch zijn gemalin worden," viel de oude heer in. „Bedenk toch hoe veel schoone burgermeisjes den troon reeds be klommen hebben, omdat zij slim genoeg waren van haar schoonheid gebruik te maken." „Ja, ja! Vele menschen denken er anders over, en zeggen dat de eer bij zulke speculaties verloren ging en mijn eer moet mij toch heilig en dierbaar blijven." Eensklaps sprong Arthur als uit een droom op. „Wat vertel je, Jenny? Wie zegt dat?" Op het punt van te antwoorden bracht Jenny plotseling den vinger op de lippen en luisterde. De klokken begonnen te luiden. „Nu brengen zij den ouden Rohrburg naar zijn laatste rustplaats," zeide zij. „Waarom zouden zij toch zoo lang ge wacht hebben? Het is drie uur mijn God, welk een alarm voor niets!" „Ik heb mijn kleinen loopjongen Picter heen gezonden, om naar de oorzaak te vernemen, welke de begrafenis zoo lang deed verschuiven," sprak de houtvester, „maar de jongen is te dom. Hij vertelde dat er eerst genoodigden uit de stad zijn gekomen, welke zich tegen de begrafenis verzet hadden. Deze hebben zich naar Rohrburg's huis begeven en de kist weer laten openen. Wat dat beduiden moet, begrijp ik werkelijk niet." Arthur sprong snel van zijn stoel op en naderde het venster. Het luiden duurde voort, doch maakte volstrekt geen indruk op de drie ongevoelige men schen, welke in deze kamer vertoefden. Jenny De drinkwatervoorziening van Goeree en Overflakkee. In de Dinsdag gehouden zitting van de Staten is tot lid der Staten als bedoeld in art. 89 der provinciale wet, benoemd de heer W. Warnaar. Bij het verslag omtrent den toestand der provincie in 1928 bespreekt de heer Trouw de quaestie van de watervoorziening op de Zuid-Hollandsche eilanden, waar zelfs distri butie van water plaats heeft. Het provinciaal verslag zwijgt geheel over deze quaestie en daarom vraagt spr. hoe het thans met deze watervoorziening staat, wat Ged. Staten in dezen hebben gedaan of nog voornemens zijn te doen om aan dezen ellendigen toestand op de eilanden zoo spoedig mogelijk een einde te maken. De heer de Bruin verwyst naar het artikel in de Voorwaarts van 1 Juni onder het op schrift: Het eiland zónder water. Uit dat artikel blijkt duidelijk, in welk een ellendige toestand de eilandbewoners verkeeren. Men moet soms water koopen voor 5 a 6 cent per emmer, terwylhetook voorkomt, dat het water in gierwagens wordt aangevoerd. Deze zaak is van groot belang. De Staten hebben steeds in de meening ver keerd, dat Ged. Staten alles in het werk staarde onverschillig naar buiten en Arthur scheen zich buitengewoon te vervelen. Of was het de ernst van een diepe overweging, die zijn gezicht een schijn van slaperigheid bijzette? Het luiden duurde steeds voort, alsof men de gerechtigheid Gods door deze vrome en heilige tonen wilde inroepen. „Dat is niet om uit te houden!" schreeuwde de geërgerde houtvester. „Als zij met dat bom, bam maar ophouden. Eduard heeft zulks zeker be volen." Haastig draaide Arthur zich om. „Eduard?" herhaalde hij. „Is hij terug?" „Zeker!" sprak Jenny. „Voor eenige dagen was hij hier en hield mij een groote preek." „Hij was het dus, die toen riepmompelde Arthur. „Heb je hem misschien ontmoet? Het was op den dag van den vreeselijken storm." „Tot hoelang bleef hij?" vroeg Arthur gejaagd. „Tot aan het oogenblik waarop de storm begon te woeden." „Zeg dat aan niemand," fluisterde hij zijn zuster nauw hoorbaar toe. „Nooit!" Graag had Jenny hem naar aanleiding hiervan meer vragen gedaan, doch een sombere, onheil spellende uitdrukking op zijn gelaat, weerhield haar hiervan. „Heêft Eduard niets voor je meegebracht?" vroeg de houtvester. „Neen!" „Nu, sedert den dood van den ouden Dornberg ontbreekt het hem ook aan geld. Goddank, nu houdt het luiden op," vervolgde hij, terwijl Arthur zijn zuster zacht toefluisterde: „Heeft Eduard naar mij gevraagd?" „Ja. Ik heb hem gezegd dat je op jacht was." Toornig richtte Arthur zich op. „Wat een on- noozelheid! Wanneer toch was „Wees toch verstandig," viel Jenny in de rede. „Wij hebben ons immers overtuigd dat je met een ander doel vertrokken was. Je geweren hingen aan den wand." „Waarom heb je mij daar niets van gezegd?" sprak hij verwijtend. „Omdat ik er geen waarde aan hechtte en omdat prins Alexander mijn verbeelding en ge dachten bezig hield," luidde het antwoord, dat zonder eenige schaamte gegeven werd. „Wat is dat toch, Arthur?" schreeuwde de hout vester eensklaps: „Daar komt een rijtuig in vollen draf aan zou de door jou bestelde koetsier te vroeg komen? Neen, kinderen, het is de equipage van Dornberg, een gendarme zit op den bok, zij slaat het bosch in, de koets komt hierheen!" „Halt klonk het eenige minuten later. Een groote, krachtige gendarme klom uit het rijtuig en stond bijna onmiddellijk op den drempel van het vertrek. Het gebeurde moest een vreeselijken indruk op hen gemaakt hebben, want alle drie stonden bleek en ontzet den verderen loop van dit tooneel af te wachten. De gendarme maakte een stijve buiging en ver zocht namens de rechterlijke commissie, dat Jenny hem onmiddellijk moest volgen naar het huis Dornberg, waar haar verklaringen noodzakelijk werden geacht. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1