tonhuis metErf
EERSTE BLAD
t
MS
9.75
ons Advertentie-tarief
33-
38-
47-
56-
66°^
ÏJES
ERKOOPING
ZATERDAG
8 JUNI 1929
De slachtoffers der Wraak.
Uit de periode der Lijfstraffelijke rechtspleging.
Bij Scheren
PUROL
Provinciale Staten van
Zuid-Holland.
r r*itw=' --
Aanb.
prijs
,0 42-
81°
^50
b.c. patiënten bespoedigt uw
zing door een kuur met gra-
line. Leest de brochure van
J. H. VAN GRAFHORST, arts,
in deze specialist de gunstige
taten mededeelt; met dit mid-
/erkregen bij de behandeling van
tuberculose, gewrichtstuberculo-
'eeneter) en klierziekte. Deze bro-
met nuttige wenken en raad-
ngen en talrijke verklaringen van
.ers en genezen patiënten, wordt
|ij ontvangst van uw naam en
gratis en franco toegezonden
IPharm. Ond. Dr. J. H VAN
FHORST, Scheveningen, Alk-
•schestraat 93 k. G—4
van een
ait de Voorstraat
MIDDELHARNIS,
Ikend A 260, bewoond doorMej.
KN DE ROVAART, op Dins-
4 Juni 1929 bij Inzet en
dinsdag 11 Juni 1929
fslag, telkens des avonds 7 uur
lertijd), in het HOTEL MEIJER
JDDELHARNIS.
Notaris VAN BUUREN.
prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,07®
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
gij contract aanzienlijk korting,
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
11E JAARGANG. - N°. 60
Week-revue.
Binnenland.
Naarmate ook hier de verkiezingen met
rassche schreden naderen, neemt ook de acti
viteit der verschillende partijen|toe. De ver-
kiezingsiectuur, ongevraagd en gratie bezorgd
vormde de inzet der politieke schermutselin
gen en sindsdien heeft de strijd zich dermate
ontwikkeld, dat het gilde der politieke klod
deraars is gekomen. Nu de straat tot een
gratis publiek reclameobject is geproclameerd
worden de. straten ontsierd met koeien van
letters, aankondigende de namen van de
honderden candidaten voor bet baantje van
kamerlid, dat gezien de liefhebberij die er
voor heerscht, toch door zeer velen nog zoo
slecht niet wordt beoordeeld.
In een der talrijke verkiezingsblaadjes
werd aangeraden voor ieder raam en iedere
stoep gebruik te maken van de geboden
reclamegelegenheid. Wordt dit advies door
de kiezers opgevolgd, dan hebben de hande
laren in witkalk en aanverwante artikelen
nog eenige gouden dagen voor den boeg.
Zelfs kerkgebouwen zjjn voor de verkie-
zingsmodder niet veilig en te Amsterdam
heeft dit reeds aanleiding gegeven tot een
heibeltje tusschen verontwaardigde kerk
gangers en een klodderaar der communisten,
waarbij het resultaat was dat een juffrouw
het kalkemmertje omschopte. Gevolg een
woedende ridder van de witkwast, die de
laatste resten van zijn kalk aan zijn tegen
standers trachtte te slijten.
Er wordt vaak beweerd, dat wjj Neder
landers doorgefourneerde kankeraars zjjn, die
met graagte aan dit euvel te buiten gaan
en dat wy niets zoo slecbt weten te waar
deuren, dan die duizenden groote en kleine
liefdevolle zorgen, waar de ambtenaren van
vadertje „Staat" ons dagelijks mee omringen
Hoe nauwgezet wel over ons gewaakt wordt,
zelfs over de nietigste kleinigheden, hebben
we dezer dagen gelezen in een verslag van
een rede van een bestuurslid derlsraëlietische
gezondheidskolonie Rotterdam, ter gelegen
heid van het zilveren feest van het kolonie
huis Terheide uitgesproken. Hierin lezen we
dat het rijk per kind en per dag een subsidie
geeft van 0.18 en dat het bestuur verplicht
ia hiervoor per kind een lijst van niet min
der dan 44 vragen te beantwoorden. Slechts
enkele vragen hiervan kan het bestuur be
antwoorden en voor de rest moeten nog vjjf
andere personen in actie komen, om deze
vragenlijst te beantwoorden. Behalve een
gewone werkverschaffing bestaat er dus ook
nog zoo iets als een bureaucratische werk
verschaffing. Wat jammer dat op dit terrein
stakingen zoo slecht gedijen. Zou bepaald
de sympathie hebben van bet overgroote
deel van ons volk.
Het Belgische kroonprinselijk paar heeft
onder de namen graaf en gravin de Rehty,
een studiereis door odzs koloniën gemaakt
en is in Makenden welstand weer te Brussel
gearriveerd. Naar aanleiding hiervan geeft
het Brusselsche blad „Het laatste Nieuws"
een zeer waardeerend artikel over de schit
terende ontvangst, waarmede de hooge gas
ten in ons Insulinde zjjn ontvangen. Het
blad is erkentelijk voor de liefde die, aldus
Het laatste Nieuws, in den geest van allen
die het wel meenen, Nederland en België
nader tot elkander brengt.
Deze sympathieke woorden aan het adres
van ons schoone Insulinde, zjjn volkomen
verdiend. Overal heeft men zich in Indië
beijverd om het de gasten zoo aangenaam
mogelijk te maken en de bezoekers hebben
een onvergetelijken indruk van Indië in her
innering naar Brussel meegenomen. Dat zich
tijdens het bezoek ook een pijnlijk incident
heeft voorgedaan, meldt de Nieuwe Soeraba-
jasche courant. Toen aan boord van de „Siri-
us" indertijd het bericht doordrong van de
beruchte Utrechtsche publicaties, liet de ad
judant van den kroonprins, majoor Raquez
zich aan tafel ontvallen, dat de Nederlanders
toch eigenlijk maar verkapte Duitschers
waren. Onmiddellijk stond de kapitein van
de „Sirius"op, boog hoffelijk voor den kroon
prins en verliet kalm het salon. Wit van
woede over deze lompheid stond de kroon
prins op, haalde den kapitein in, bood zijn
excuses aan en noodzaakte eveneens zijn ad
judant hetzelfde te doen. Voor straf bleef de
adjudant vier dagen uit de omgeving van den
kroonprins.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
FEUILLETON.
(UIT HET DUITSCH.)
23)
Arthur daarentegen had zich gemakkelijk op
een stoel neergevleid en ondersteunde met de
rechterhand zijn voorhoofd. Zijn knap gelaat
volkomen op dat zijner zuster gelijkende verried
een hevige strijd. Wolken, echte schaduwbeelden
van ontevredenheid, vertoonden zich op zijn voor
hoofd, terwijl een trotsche onverschilligheid om
den gesloten mond speelde. Zijn gestalte was klein
en sierlijk. Men zou hem echter de verbazende
spierkracht niet toegekend hebben, waarover hij
beschikte en die hem tot den besten leerling van
den onderwijzer in de gymnastiek gemaakt had.
Gevoelloos zat hij daar neer, hij scheen nauwelijks
te bemerken, dat zijn ouden neef de kamer driftig
op en neer liep.
„Wat komt er nu van de begrafenis, Arthur?"
vroeg hij wrevelig.
„Men schijnt veel plichtplegingen met den onden
Rohrburg te maken," wierp Jenny lachend in het
midden.
„Maar de tijd gaat voorbij, kinderen elke
minuut is kostbaar geen gebed is in staat den
verloren tijd terug te brengen. Waarom blijven
wij terwille van den ouden Rohrburg nog langer
hier? Laten we den berg overklimmen en trachten
Buitenland.
Het einde der verschillende buitenland-
sche verkiezingen hebben we gelukkig be
reikt. De Engelsehe verkiezingen, de hek
kensluiter in deze buitenlandsche reeks, voor
de conservatieven een zeer onaangename
hekkensluiter brengt in Engeland een Mac
Donald al dan niet met steun der liberalen
aan het bewind. Het conservatieve kabinet
Baldwin, beschikkende over een meerderheid
heeft een zware nederlaag geleden en het
aantal zetels is gedaald van 400 tot 257,
terwfjl de uitslagen van 7 districten nog
onbekend zijn. De liberalen zijn gestegen
van 46 op 57, terwijl labour is geklommen
van 162 tot 288 zetels en daarmede voor
het eerst in Engeland het grootste aantal
zetels heeft veroverd.
Waar deze zetelverhouding geen juist beeld
geeft van de werkelijke stemmenverhouding
der verschillende partijen, een gevolg van
de bestaande kieswetten in Engeland, nog
de volgende cijfers over de stemmen. In
1925 behaalde de arbeiderspartij 5538181 en
nu 8373938, de conservatieven 7634324 en
8644324 en liberalen 2941946 en 5275648.
De andere groepjes laten we wegens hun
volkomen onbelangrijkheid buiten beschou
wing. Het totaal aantal uitgebrachte stem
men bedroeg in 1924 20634324 en nu
28828890 Deze belangrijke toenammg is te
wijten aan de ongeveer 7 millioen jonge
dames vanaf 21 jaar en ouder, welke nu
voor het eerst naar de stembus trokken.
Door deze belangrijke toename van rokken,
er werdoneerbiediggesproken van „flappers";
is het aantal mannelijke kiezers in de min
derheid gekomen. Er zijn IJ millioen meer
vrouwelijke kiezers dau mannelijke. Hieruit
volgt dus al, dat in Engeland de vrouwtjes
het mannelijk geslacht overheerschen en
dat deze laatsten ook op politiek terrein
met armpjes en beentjes slaan, indien het
de vrouwtjes behaagt aan de touwtjes te
trekken. Er is wat gebedeld om de gunst
van het zwakke, doch overheerschende ge
slacht. Sir John Gonzoni, conservatief can-
didaat in Ipswich, heeft verklaard, dat hij
zich in elke kapperwinkei heeft laten scheren,
dat hij in ieder cafe een glas bier heeft ge
dronken en dat hij, zoo ver als mogelijk
was, elk aardig meisje in Ipswich heeft
gekust. Het beeft de conservatieven niet
mogen baten en voor wat deze kussende
candidaat betreft, hem wordt de pil der
nederlaag verguld door de herinnering aan
de aardige meisjes in Ipswich. We hebben
in ons leven wel eens verslagen candidaten
ontmoet, die heel wat slechtere herinnerin
gen aan den strijd bewaarden.
Doch laten we nog even naar de dorre
cijfers terugkeeren. Dat het aantal zetels
niet in juiste verhouding staat tot het aantal
uitgebrachte stemmen, springt duidelijk in
het oog. De conservatieven, voorstanders
van het huidige systeem, zijn er deze keer
zelf min of meer de dupe van geworden.
De conservatieven en labour hebben per
30000 stemmen een zetel, terwijl de liberalen
er al heel bekaaid zjjn afgekomen, omdat
zij ongeveer per 100000 stemmen slechts
een zetel bezetten. Geen wonder dat de
liberalen met kracht aandringen op wijzi
gingen der bestaande kieswetten. En hier
voor maken ze geen slechte kans. Baldwin
heeft aan den opnieuw ziek geworden koning
het ontslag van zijn kabinet aangeboden en
Mac Donald zal een nieuw ministerie in
elkaar timmeren. Waar de arbeiderspartij
zich alleen met de medewerking der liberalen
kan staande houden, zal er dus tusschen
labour en liberalen eerdaags onderhandeld
worden over den prijs van samenwerking.
Bovenaan op het verlanglijstje der liberalen
staat de verandering der kieswetten. Lloyd
George, de handige tacticus, zal best partij
weten te trekken van de huidige politieke
constellatie en graag of niet graag. Mac
Donald zal tot meer toeschietelijkheid ge
dwongen worden, als waartoe hij blijkens
zijn laatste uitlatingen wel bereid is.
Eindelijk komen er dan ook uit Parijs,
van de conferentie der flnancieele deskun
digen, gunstige berichten. Nou is het geen
fopperij meer, doch bittere ernst. Najal het
gepingel zijn de heeren het voor 99 eens
geworden, valt dezer dagen zelfs de onder-
teekening van het rapport. Alleen de tijdens
de bezetting (in België uitgegeven marken
hebben nog eenige moeilijkheden opgeleverd,
doch hierover wordt rechtstreeks tusschen
Berlijn en Brussel onderhandeld.
geen stukgaan en pijn meer en ook geen na-
schrijnen der huid, als men vóór het inzeepen
de huid even inwrijft met slechts een weinig
Doos 30, 60, Tube 80 ct.
(Adv.)
Nu deze moeilijkheden opgelost schijnen,
komt een andere weer om het hoekje kijken.
Ingevolge het zoogenaamde Rijnland-Gonfe-
rentie, zal de ontruiming van het Rijnland
plaats hebben, zoodra de herstelbesprekingen
tot een overeenkomst zijn gebracht. Poincaré
zal deze kwestie in de kamer brengen, doch
daarbij zeker op ernstig verzet stuiten van
de groep Marin, de sterkste groep in de
kamer waar zijn ministerie op steunt. De
groep Marin, uiterst rechts, heeft besloten
zich uit te spreken tegen een vervroegde
ontruiming en de socialistische fractie heeft
hierin aanleiding gevonden een interpellatie
aan te vragen. Aan den voor eenige dagen
volmaakt helderen politieken hemel, pakken
zich dreigende onweerswolkjes samen, wach
tende slechts op een explosieve ontlasting
en die best in staat kunnen zijn, den tot
heden gevolgde koers van het regeerings-
scheepje te wijzigen, zelfs een heel ander
regeeringsscheepje op de helling kunnen
doen zetten.
Op inviatie van Primo de Rivera vergadert
de Volkenbond te Madrid en Stressemann
zal natuurlijk bij Briand met kracht aan
dringen op een spoedige ontruiming van het
Rijnland. Sir Austen Chamberlain, blijft in
verband met de nederlaag der conservatieven,
gespeend van de genoegens van een uitstapje
naar het zonnige Spanje. De Engelsehe ge
zant zal Engeland vertegenwoordigen.
Het gaat den Duitschen adel niet naar
den vleeze en diverse grootere en kleinere
schandaaltjes, waarbij adellijke zwendelaars
betrokken zijn, hebben de aandacht getrok
ken. Erg fortuinlijk zijn de heeren, niet,
althans de meesten vliegen spoedig tegen
de lamp. Na het schandaal van het lang-
vingerig baronnesje dat de gastvrijheid van
haar tante misbruikte om haar voor een
100.000 mark te bestelen, waarbij nog meer
dere adelijke heeren betrokken waren, heb
ben de Duitschers nu een kleiner schandaaltje
van een baron, die een verzekeringsmaat
schappij trachte op te lichten. Hij verzond
een kostbaar halssnoer, verzekerde dit, doch
vergat opzettelijk het halssnoer in te sluiten
en deed er een leVende muis in. Zijn hoop
dat dit diertje behoorlijk de plichten van
een fatsoenlijke muis zou nakomen en zich
al knagende in veiligheid brengen en te ver
dwijnen, is niet vervuld. Het arme dier ging
dood, het pakket kwam ongeschonden over
en bevatte een doode muis en Duitschland
telt een berouwvol adellijk zondaar meer.
Verder genieten de Duitschers van het straf
proces tegen Stinnes, beschuldigd van zwen
del met oud en nieuw leeningsbezit, waarbij
de staat voor millioenen moet zijn benadeeld.
Wat tot heden bekendis geworden is weinig
of niet bezwarend voor de beklaagden.
Aansluitende op deze reeks van schan
daaltjes, worden uit Praag bijzonderheden
geseind over het verdwijnen van militaire
documenten, gepleegd door een voormalig
kapitein, voormalig onderofficier. De stukken
werden ter inzage jerstrekt en later weer
netjes op hun oude plaats gedeponeerd. Aan
het departement van oorlog koestert men
de hoop, doet men tenminste alsof, dat het
hier alleen stukken van minder belang be
treft.
Ook aan het ministerie van financiën heb-
(Adv.
ben zich ongeregeldheden voorgedaan. Eenige
ambtenaren zijn reeds gearresteerd en heb
ben gedeeltelijk bekend eenige millioenen,
bestemd voor den Staat, in eigen zak te
hebben laten verdwijnen. Een dergelijk
voorschot op salaris of pensioen is inderdaad
wel wat aan den hoogen kant.
Tot slot nog eenige korte opmerkingen.
Mexico heeft eindelijk vrede. De opstand is
definitief onderdrukt en de uitgewezen geeste-
lijkheid mag terugkeeren. Verdere onderhan
delingen tusschen partijen z^jn gaande.
Turkije heeft een wet in voorbereiding,
waarby alle mannelyke bewoners vanaf 18
tot 60 jaar verplicht worden wekelijks vier
uur te werken aan straataanleg. Uitgezon
derd zijn zieken, vaders van 5 en meer kin
deren, actieve militairen en degenen, die zich
met 8 Turksche ponden vrijkoopen van deze
verplichting.
Het vorig jaar werden vlak voor de ver
kiezingen in Griekenland twee politici door
roovers ontvoerd. Deze heeren z£jn nu einde
lijk berecht en kregen van vijfjaar tot levens
lang. Dit vonnis wordt nog te clement ge
vonden. Wat een brave politici moeten dat
wel geweest zyn. We zouden haast de ver
zuchting slaken, kom naar Holland, ontvoer
er geen twee, doch veel en veel meer. We
geven je hier geen levenslang, doch duizen
den zullen je vorstelijk beloopen en het na
geslacht zal je eeren met een groot stand
beeld, een grootsche daad waardig.
Benstedt te voet te bereiken. Wij hebben deze
weg immers meermalen reeds geloopen?"
Dit voorstel scheen Arthur weinigaanlokkeiijk.
Op vasten, beslissenden toon sprak hij: „Daar wij
heden voor altijd het dal verlaten, moet zulks niet
heimelijk, maar met eenig opzien geschieden. Onze
vrienden verwachten ons eerst tegen zeven uur,
om vijf uur zal een rijtuig uit de stad ons komen
halen."
„Heb je den koffer gesloten, Arthur?" vroeg
Jenny, zich naar den spiegel begevende, om zich
zelf te bewonderen.
„Ja," antwoordde hij kortaf. „Waarom?"
„Ik zou graag een ander snoer paarlen aandoen.
„Dat kan niet, Jenny! De koffer blijft toe!"
sprak hij bits.
Geraakt wierp Jenny haar hoofd achteruit. „Je
heerschzucht strekt zich te ver uit, Arthur! Kom,
geef mij den sleutel van den koffer!"
Arthur antwoordde met een afwijzend gebaar.
„De barones Kalgera had volkomen gelijk jou
met een schichtig paard te vergelijken, dat naar
gebit, noch teugels luistert en dat bij liefkoozingen
zelfs begint te slaan. Ik verheug mij eindelijk van
je schepter ontheven te worden, als ik met de
barones naar de badplaats vertrek. Waar ga jij
dan naar toe, Arthur?"
„Ik heb nog geen vast plan gemaakt," luidde
het koele antwoord.
„Jullie gemis zal mij zwaar vallen kinderen,"
klaagde de houtvester, „en vooral de afwezigheid
van Jenny, onze schoone koningin," voegde hij er
op zachten toon bij.
Jenny zag hem verachtelijk aan. „Het verheugt
mij te kunnen vertrekken," sprak zij hooghartig.
Zoowel de huldeblijken van den een, als de grof
heden van den ander zijn mij even lastig. En dan,
wat de lofredenen op mijn schoonheid betreft, ben
ik toch in twijfel of ik niet ^testandiger deed een
welgestelden burger te trouwen, dan de beminde
van prins Alexander
„Je zult niet de beminde, doch zijn gemalin
worden," viel de oude heer in. „Bedenk toch hoe
veel schoone burgermeisjes den troon reeds be
klommen hebben, omdat zij slim genoeg waren
van haar schoonheid gebruik te maken."
„Ja, ja! Vele menschen denken er anders over,
en zeggen dat de eer bij zulke speculaties verloren
ging en mijn eer moet mij toch heilig en dierbaar
blijven."
Eensklaps sprong Arthur als uit een droom op.
„Wat vertel je, Jenny? Wie zegt dat?"
Op het punt van te antwoorden bracht Jenny
plotseling den vinger op de lippen en luisterde.
De klokken begonnen te luiden. „Nu brengen zij
den ouden Rohrburg naar zijn laatste rustplaats,"
zeide zij. „Waarom zouden zij toch zoo lang ge
wacht hebben? Het is drie uur mijn God, welk
een alarm voor niets!"
„Ik heb mijn kleinen loopjongen Picter heen
gezonden, om naar de oorzaak te vernemen, welke
de begrafenis zoo lang deed verschuiven," sprak
de houtvester, „maar de jongen is te dom. Hij
vertelde dat er eerst genoodigden uit de stad zijn
gekomen, welke zich tegen de begrafenis verzet
hadden. Deze hebben zich naar Rohrburg's huis
begeven en de kist weer laten openen. Wat dat
beduiden moet, begrijp ik werkelijk niet."
Arthur sprong snel van zijn stoel op en naderde
het venster. Het luiden duurde voort, doch maakte
volstrekt geen indruk op de drie ongevoelige men
schen, welke in deze kamer vertoefden. Jenny
De drinkwatervoorziening
van Goeree en Overflakkee.
In de Dinsdag gehouden zitting van de
Staten is tot lid der Staten als bedoeld in
art. 89 der provinciale wet, benoemd de
heer W. Warnaar.
Bij het verslag omtrent den toestand der
provincie in 1928 bespreekt de heer Trouw
de quaestie van de watervoorziening op de
Zuid-Hollandsche eilanden, waar zelfs distri
butie van water plaats heeft. Het provinciaal
verslag zwijgt geheel over deze quaestie en
daarom vraagt spr. hoe het thans met deze
watervoorziening staat, wat Ged. Staten in
dezen hebben gedaan of nog voornemens zijn
te doen om aan dezen ellendigen toestand
op de eilanden zoo spoedig mogelijk een
einde te maken.
De heer de Bruin verwyst naar het artikel
in de Voorwaarts van 1 Juni onder het op
schrift: Het eiland zónder water.
Uit dat artikel blijkt duidelijk, in welk
een ellendige toestand de eilandbewoners
verkeeren. Men moet soms water koopen
voor 5 a 6 cent per emmer, terwylhetook
voorkomt, dat het water in gierwagens wordt
aangevoerd. Deze zaak is van groot belang.
De Staten hebben steeds in de meening ver
keerd, dat Ged. Staten alles in het werk
staarde onverschillig naar buiten en Arthur scheen
zich buitengewoon te vervelen. Of was het de
ernst van een diepe overweging, die zijn gezicht
een schijn van slaperigheid bijzette? Het luiden
duurde steeds voort, alsof men de gerechtigheid
Gods door deze vrome en heilige tonen wilde
inroepen.
„Dat is niet om uit te houden!" schreeuwde de
geërgerde houtvester. „Als zij met dat bom, bam
maar ophouden. Eduard heeft zulks zeker be
volen."
Haastig draaide Arthur zich om. „Eduard?"
herhaalde hij. „Is hij terug?"
„Zeker!" sprak Jenny. „Voor eenige dagen was
hij hier en hield mij een groote preek."
„Hij was het dus, die toen riepmompelde
Arthur.
„Heb je hem misschien ontmoet? Het was op
den dag van den vreeselijken storm."
„Tot hoelang bleef hij?" vroeg Arthur gejaagd.
„Tot aan het oogenblik waarop de storm begon
te woeden."
„Zeg dat aan niemand," fluisterde hij zijn zuster
nauw hoorbaar toe. „Nooit!"
Graag had Jenny hem naar aanleiding hiervan
meer vragen gedaan, doch een sombere, onheil
spellende uitdrukking op zijn gelaat, weerhield
haar hiervan.
„Heêft Eduard niets voor je meegebracht?"
vroeg de houtvester.
„Neen!"
„Nu, sedert den dood van den ouden Dornberg
ontbreekt het hem ook aan geld. Goddank, nu
houdt het luiden op," vervolgde hij, terwijl Arthur
zijn zuster zacht toefluisterde: „Heeft Eduard
naar mij gevraagd?"
„Ja. Ik heb hem gezegd dat je op jacht was."
Toornig richtte Arthur zich op. „Wat een on-
noozelheid! Wanneer toch was
„Wees toch verstandig," viel Jenny in de rede.
„Wij hebben ons immers overtuigd dat je met een
ander doel vertrokken was. Je geweren hingen
aan den wand."
„Waarom heb je mij daar niets van gezegd?"
sprak hij verwijtend.
„Omdat ik er geen waarde aan hechtte en
omdat prins Alexander mijn verbeelding en ge
dachten bezig hield," luidde het antwoord, dat
zonder eenige schaamte gegeven werd.
„Wat is dat toch, Arthur?" schreeuwde de hout
vester eensklaps: „Daar komt een rijtuig in vollen
draf aan zou de door jou bestelde koetsier te
vroeg komen? Neen, kinderen, het is de equipage
van Dornberg, een gendarme zit op den bok, zij
slaat het bosch in, de koets komt hierheen!"
„Halt klonk het eenige minuten later. Een
groote, krachtige gendarme klom uit het rijtuig
en stond bijna onmiddellijk op den drempel van
het vertrek.
Het gebeurde moest een vreeselijken indruk op
hen gemaakt hebben, want alle drie stonden bleek
en ontzet den verderen loop van dit tooneel af te
wachten.
De gendarme maakte een stijve buiging en ver
zocht namens de rechterlijke commissie, dat Jenny
hem onmiddellijk moest volgen naar het huis
Dornberg, waar haar verklaringen noodzakelijk
werden geacht.
Wordt vervolgd.