Boerenleenbank
'oonhuismetErf
igelaan weer
WOENSDAG
5 JUNI 1929
Lunchroom
iiddelharnis-Somnielsdijk
JÖPPE Cz. te Sommelsdijk
VERKOOPING
-WATERVERF
ste!
De slachtoffers der Wraak.
Zomersproeten ver
dwijnen spoedig door een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
VERSLAGEN.
au aan de bijzonder zware regens d«»l
tijden.
'ZETTEND DRAMA IN OOSTEN-
RIJKSCH DORP.
Iw vermoordt haar vier kinderen,
INEN, 29 Mei. In het dorp Oisber»!
pen 37-jarige vrouw om onbeke
een vreeseiijke daad gepleegd;
terwijl haar man op zijn werk wS1
lier kinderen, van 10 maanden tot;
d, opgehangen en vervolgens zich zeil
door ophanging om het leven ge.
Voordat zij haar kinderen vermoor.
|k zij ze ia Zondagsche kleeren, e»
een afscheidsbrief. Daarna sloot zit
ring af, liet alle gordijnen neer ej
haar voornemen uit. Men neemt aan
vrouw in een vlaag van waanzin
ehandeld.
'WARE ONWEDERS BOTEN
FRANKRIJK,
ergeants door den bliksem gedood,
|JS, 29 Mei. De grootte hitte, die ij
jk heerscht in Parijs steeg dj
ttuur tot ruim 29 graden in de scha-
heeft zware onweders ten gevolgs
Te Straatsburg sloeg de bliksem ij
ijsfabriek Xaver-Metz, die geheel
de.
sergeants van een compagnie sol.
ie door een onweder overvallen waren
toen ze onder een boom gevlucht
door den bliksem gedood. Een derde
rd zwaargewond Zware regens vielen
mont en omgeving. Het water en
il drong vele woningen binnen, die
d moesten worden. In Chamalières
pi van straten onder water. Ook hier
verscheidene huizen worden ont-
CORRESPONDENTIE.
hs plaatsgebrek moeten wij tot onzen
i paar verslagen laten overstaan tot
snsdagnummer. Red.
prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,07E
ADVERTENTIËN
van I—6 regels 1,20
0e regel meer 0,20
gij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f Ir— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
11E JAARGANG. - N°. 59
Al is da leugen nóg zoo snel
óf het vijfkoppige monster.
Ja, lezers, niet minder dan vijf hoofden
vindt men boven een geschrijf in de A.R.
Rotterdammer, pennevrucht van den heer
van Eek te Middelharnis. Hier zijn ze:
1. De Schoolstrijd te Middelharnis.
2. n Bloemlezing van citaten.
3. Tegenwerking van meer dan één kant.
4. Toch zal de stichting der school niet
kannen worden verhinderd.
5. Dagen van strijd.
Dit zijn niet alleen de hoofden, maar
ook werkelijk de hoofdzaken van het heele
epistel, de rest past als immer in het
sectarische kader.
Dat de school er tóch komen zal, vreezen
wij ook, 't kwaad wil er immers in; en
dat „Dagen van strijd", klinkt waarlijk
romantisch, heldhaftig, en als dit nu de
zwaarste strijd is voor den acteur, dan
brengt hij 't er voor een koopje af en
zal zijn eventueel verder offensief wel geen
vrees aanjagen vanwege zijn gehardheid
in den strijd.
Wat eenigszins bevreemdt, is de plaat
sing in de anti-rev. Rotterdammer, daar
toch de plaatselijke sekteblaadjes tuk zijn
op dergelijke literaire scheppingen. Het
zou ons nu waarlijk bijna ontgaan zijn,
wat misschien wel de bedoeling was.
Zou het soms hommeles zijn onder de
inboorlingen of wordt misschien een nieu
we film voorbereid? Of heeft een hoofd
man zijn zwarte broeders verloochenden
zijn geluk beproefd bij een anderen stam
Wij kunnen er slechts naar gissen en
willen er ons momentaal niet verder om
<i£ir u gelijkt ook zoo sprekeod opl bekreunen,
len, goeden oom." Doch datgene, wat de acteur waarschijn
lijk niet heeft bedoeld of althans onbewust
heeft gedaan, is de oorzaak, dat wij op
het epistel nog eens terugkomen; wij
zouden ondankbaar zijn om er zonder
meer het stilzwijgen over te bewaren.
Wij moeten n.l. toejuichen op welk een
buitengewoon hoffelijke wijze de schrijver
zich uitlaat over de artikelen in „Onze
Eilanden"; hij doet n.l. niets meer of
minder dan de logische argumenten,
vruchten van de zaivere rede en gezond
verstand nog eens herhalen in de A. R.
Rotterdammer. Moeten wij dat niet hooge-
lijk apprecieëren? En nog zouden wij in
ootmoed zwijgen voor al deze hulde, die
als kolen vuurs moet zijn op onze hoofden,
ware het niet, dat door den heer v. E
(onbewust natuurlijk) de volledigheid is
tekort gedaan.
Door n.l. hier en daar clausules uit te
lichten, krijgt de zaak een scheeve voor
stelling, het causaal verband gaat verloren.
Dat noemen de schoolfabrikanten christe
lijk, maar het is sektarische handigheid
en al voortgaande met deze taktiek, ver
meet zich de schrijver de andere zijde te
betichten, als zou deze geen middel te
laag achten, om den principieëelen opzet
Vóór en na het huwelijk.
vat lees je daar?"
Dch, oude brieven van je."
Van mij? Wat staat er in dien van
[zijden?"
Dien schreef je mij voor ons huwe-
ik eens een beetje verkouden was,
een blaadje, is van verleden jaar,
bp reis was, en ik zwaar ziek was
ofluenza."
mijnheer, wij hebben zoo juist ken-
■Jakt, en nu vraagt u me reeds geld
goeden oom.'
Begrijpelijk.
far komt Beks. Ik ontmoet dien
jrer niet, want ik vroeg hem ver
zestig gulden ter leen.
had het best kunnen geven, want
genoeg."
deed het ook.'
Salon- en Schuiftafels. Spiegels ii
piste. Kapstokken en Kleeden prima
GEEN FILIALEN
De bank leent gelden aan leden
gen 4.6 's jaars. Zij neemt
jlden op tegen 3,84 's jaars, ook
in nlet-Ieden. Voorschotten kunnen
sgelljks aangevraagd worden bij een
:r leden van het Bestuur.
Gelegenheid tot inbrengen en
rugbetaling van gelden eiken Maan-
igavond en Vrijdagavond van 68
ir ten huize van den kassier
van een
aan de Voorstraat
te MIDDELHARNIS,
[eekend A 260, bewoond doorMej.
VAN DE ROVAART, op Dins-
ig 4 Juni 1929 bij Inzet en
Dinsdag 11 Juni 1929
Afslag, telkens des avonds 7 uur
pmertijd), in het HOTEL MEIJER
MIDDELHARNIS.
Notaris VAN BUUREN.
in boekhandel.
FEUILLETON.
(fit de periode der Lijfstraffelijke rechtspleging.
(UIT HET DU1TSCH.)
22)
Arnold week een schrede terug en liet langzaam
de handen zinken. Zijn blik vestigde zich met on
beschrijfelijke droefheid op Felicia: „Bemint gij
hem?" vroeg hij.
Opnieuw sloeg Felicia haar oogen neer, daarna
vestigde zij haar blik op Arnold en met het voile
bewustzijn van het gewicht dat haar antwoord
bevatte, sprak zij op vasten toon: „Neen, dat niet,
maar ik ken hem door en door ik blijf borg
voor hem! Nooit zal hij zich uit eigenbelang aan
een overtreding schuldig maken, vee! minder dus
aan zulk een lage, sluwe daad!"
Arnold's oogen straalden van ongekende vreug
de. Dankend vouwde hij de handen.
„Uw vertrouwen in hem geeft mij de vreugde
en het vertrouwen in de menschen terug," sprakhij.
„Hoe kwam u wel aan uw verdenking?"
Nadenkend legde hij de hand op het voorhoofd.
„Hij alleen was in het bezitmompelde hij.
„Ik beken," voegde hij er openhartig bij, „dat
alleen aan Eduard het middel ten dienste stond;
maar nooit heb ik hem verdacht! Wie heeft hem
nu aangeklaagd?"
„Dat zal niemand gedaan hebben! Boosaardige
menschen zullen dingen van hem verhaald hebben,
verdacht te maken en als zou „Onze
Eilanden" zich niet hebben kunnen ver
heffen tot een principieëelen strijd.
In „Onze Eil." van 13 April en 1 Mei
is echter wel degelijk de principieëele
kwestie behandeld. Het negeeren echter
van die wetenschap past weer in het sek
tarische kader en baart dus geen verwon
dering. Doch de schrijver is met zijn lage
middelen mogelijk verdwaald, en was
waarschijnlijk in gedachten bezig met het
verzamelen van handteekeningen. In
dezelfde dwaling zijns geestes roemt hij
de mannen, die zich voor het Christelijk
Onderwijs interesseereniedereen begrijpt
natuurlijk, dat die interesse gericht is op
het Sektarisch Schoolbestuurtje spelen.
Als hij echter schrijft van demetgorfs-
diensthaat gevulde stukken in „Onze Eil.",
wordt zijn geest weer klaarder en nadert
hij weer allengs meer de sektarische mora
liteit, door n.l. te liegen. „Onze Eil." toch
heeft met geen enkel woord blijk gegeven
tegen den godsdienst gekant te zijn, in
tegendeel, zij heeft herhaaldelijk betuigd,
dat de godsdienst veel te heilig is om ge
bruikt te worden als kwanselarij voor een
toekomstpolitiek en als middel tot het ver
overen van sekte-scholen. Voortdurend
heeft zij haar afkeuring geuit over de wijze
waarop de sektariërs Gods naam mis
bruiken en hoe zij door hun praktijken
bewijzen, oneindig ver verwijderd te zijn
van een moraal, die Christelijk zou mogen
heeten; hoe zij zich desondanks de ver
watenheid aanmatigen, zich christenen te
noemen. Waar de schr. spreekt van -.De
hatelijke actie, tegen de Chr. U. L. O. ge
voerd, deed echter besluiten, de heeren
in klinkende mant te betalen en zonder
verwijl te gaan werken voor een Lagere
School, moet dit zeker ook getuigen van
de christelijke liefde, of lijkt het meer op
blind fanatisme?
Als er nu toch eenseen werkelijkChristen
de A. R. Rotterdammer las, zou hij dan
niet van vertwijfeling de handen ineen
slaan en uitroepen: „Laat toch af, gij
Farizeërs, gaat in de eenzaamheid en bidt
in het verborgene, het zal U immers in
't openbaar vergolden worden. Bidt voor
het zieleheil van de heidenen en hunne
kinderen; dat verder alle ouders hun ge
makzucht laten varen en de opvoeding
hunner kinderen naar God's wil ter hand
nemen, en dat zij deze taak niet van zich
afschuiven door scholenproductie. De ziel
verzorgers toch zijn in de eerste plaats de
ouders in den huiselijken kring, dan dienen
als aanvulling de lessen van den gods
dienstonderwijzer in Zondagsschool of van
dominé op catechisatie, dat is de eisch
van de Schrift, eisch van het Christelijk
beginsel, eisch van den Heiligen Doop,
maar laat de neutraliteit der scholen
onaangetast en toegankelijk voor elke
gezindte, als zijnde een instituut van voor
bereiding voor het maatschappelijk leven,
waar dus alleen de maatschappelijke vak
ken beoefend dienen te worden. Hetzij zoo."
welke wellicht in zijn nadeel waren. Er is een
gerechtelijk onderzoek gaande, om op de plaats
zelve maatregelen te nemen."
„Ik moet naar huis!" sprak Arnold opgewonden.
„Mijn arme, dierbare Rohrburg!"
„Is u in staat om zonder gevaar voor uw gezond
heid te reizen?" vroeg Felicia op teederen en
bezorgden toon. Onderneem toch niets, dan alleen
met toestemming van uw dokter."
Arnold vatte haar hand en bracht die aan zijn
lippen. „Ik zal mij naar de voorschriften van mijn
ouden vriend Medinger gedragen," beloofde hij.
„Ais mijn onvoorzichtige mededeelingen maar
geen nadeelige gevolgen hebben."
„Vrees niets! Ik voel mij heel wel!"
Felicia antwoordde met een bekoorlijk lachje.
Inmiddels waren zij in den tuin gekomen en de
plaats genaderd, waar hun wiegen zich'scheidden,
wilde Arnold niet genoodzaakt wezen, het boschje
voor Felicia's kamer door te gaan. Het meisje
poogde zulks te vermijden en hij begreep haar
aarzeling, toen zij hem plotseling de hand reikte
en aanstalten maakte om haar weg alleen te ver
volgen.
„Ik zie u immers nog vóór mijn vertrek?"
„Zeker!" betuigde zij en verwijderde zich haastig
Arnold staarde haar na. Hij wist nu dat de
gevoelens, welke door zijn pleegzuster Jenny in
hem opgewekt waren geworden, niets gemeen had
den met het zuiver en heilig vuur de liefde. Reeds
op zijn ziekbed begreep hij den indruk, die zij op
hem gemaakt had. Haar beeld was de ster zijner
droomen, de beschermengel van zijn toekomst
geweest. Hetgeen zijn verbeelding hem in ledige
uren voor den geest had getooverd, het vooruit
zicht op een gelukkige liefde, was geen illusie
Heel laconiek simuleert de heer v. E.
nog de meest natuurlijke verbazing, dat
de Vrijzinnigen opgewekt worden om hun
partijgenooten te steunen op economisch
gebied, als zou dit de meest ongeoor
loofde vrijpostigheid zijn.
Het beste bewijs alweer, hoe volkomen
de sektariërs zich immer verlaten op de
christelijkheid van de vrijzinnigen.
De verbazing althans over de brutaliteit
der sektariërs, om anderen te dwingen
mee te betalen aan hun schoolbouwmanie,
is bij de vrijzinnigen niet zoo groot.
Verder juicht de acteur in zijn Christe
lijke Schadenfreude:
„Een Hervormde Schoolvereeniging
(gekruist Kerstiaansch werd opgericht
met een Bestuur van geheel onafhankelijke
personen".
Die eigenschap van onafhankelijk te
zijn, is dan zeker een speciale verdienste,
die recht geeft op het brevet van school
bestuurder.
Waar de schrijver in den aanvang, in
zijn Dagen van strijd dus, er blijkbaar
op uit is, het nut aan te toonen van de
kenschetsing der mentaliteit, geef ik hem
in overweging in deze paar regels nog
wat bruikbaars te zoeken.
A. P.
1) De lezer zal mij misschien ook van herhaling
beschuldigen, doch men gelieve dan op te merken,
dat in elk geval het verband intact is gelaten,
voorzoover er tenminste verband aanwezig was.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Terslag van fle vergadering van den
Raad der gemeente STELLENDAM,
op Donderdag 30 Mei des n.m. 4 uur,
Voorzitter: Burgemeester Gharbon. Alle
leden tegenwoordig.
De voorzitter opende de vergadering met
gebed, waarna de notulen der laatste ver
gadering werden voorgelezen en onveranderd
goedgekeurd.
Het eerst komt aan de orde het onderzoek
van het nieuw benoemde raadslid, in de vaca
ture Biemond, den heer 4- van Oostenbrugge,
die ook zitting heeft gehad gedurende de
vorige zittingsperiode.
De geloofsbrieven werden onderzocht door
de heeren Hoek en Jansen, die daarna tot
toelating adviseerden. De heer van Oosten-
brugge werd daarna door den secretaris
binnengeleid. Door den voorzitter werden
daarna de bij de wet vereischte eeden af
genomen waarna deze hem geluk wenschte
met zijn nieuwe benoeming en hoopte dat
hfj wederom zijn krachten zal mogen wijden
aan de waarachtige belangen van de gemeente
Stellendam.
Van Oostenbrugge dankte voor de tot hem
gesproken woorden en hoopte dat het hem
gegeven mag word6n zijn beste brachten
geweest. Langzaam keerde hij naar de kamer terug,
welke hij tegen den zin van den dokter verlaten
Irad. Wat bekommert hij zich nu om de bevelen
van een geneesheer? Alleen zijnde, dacht hij aan
de treurige gebeurtenis in Ammerbach en verzonk
in diep nadenken. Na rijp beraad schreef hij een
brief voor Ammerbach en liet deze door estafette
verzenden.
XII.
In Ammerbach waren intusschen al de formali
teiten, welke bij onverwachte en zonderlinge sterf
gevallen gebruikelijk zijn, geëindigd. De plechtige
begrafenis moest nog plaats hebben. De plaatse
lijke geneesheer had na de lijkschouwing verklaard,
dat het dezelfde wond was als van den heer Dorn-
berg en dat zulke verwondingen alleen konden
plaats hebben, bij de werkzaamheden aan het
openen der zoo kunstug gemaakte geldkisten ver
bonden. Onbekendheid met de juiste oorzaken
Was in deze beschouwing niet te ontkennen en de
kantoorbedienden deden hem dan ook met begrij
pelijk ongeloof opmerken, dat zij het kunststuk
om op die wijze doorschoten te worden, gaarne
zouden zien.
„Men kon evengoed veronderstellen, dat er een
veiligheidsslot in de kist was aangebracht, hetwelk
een pistool afvuurde op de borst van degene die
waagde het te openen," spotte de boekhouder.
„Met deze kinderachtigheid wilt u dus uw be
wering herhalen, dat Rohrburg's wond door een
schot veroorzaakt is?" antwoordde de dorpsdokter
geraakt. „Een schot knalt. Hebt u iets van dien
aard gehoord? En meer dan dertig menschen zijn
in de nabijheid van het gewelf werkzaam geweest!"
te besteden aan de gemeentelijke belangen.
Ingekomen stukken:
Een schrijven van het Provinciaal Bestuur
dat de bijdrage voor den grintweg over dit
jaar zal bedragen 2358,60.
De goedkeuring van Ged. Staten over de
imeenschappeltjke regeling met Middelhar
nis inzake de vergoeding voor het U. L.O.
Een schrijven van het Ministerie van Onder?
wijs waarin de mededeeling werd gedaan
dat de subsidie voor de onderwijzers onver-
minderdzal blijven al worden er onderwijzers
benoemd buiten de wachtgelders om.
De rekening van de Gezondheidscommissie
over '28 waaruit blijkt dat de bijdrage over
28 voor deze heeft bedragen 45,47.
Een verzoek van J. de Rijke om terug
betaling van teveel betaald schoolgeld voor
zfjn dochtertje, daar die sinds Augustus de
school niet meer bezocht heeft. De afschrij
ving van het bedrag ad 13,- werd goed
gevonden.
Een verzoek van het kerkbestuur der Ned.
Hervormde Kerk om gelden beschikbaar te
stellen voor den bouw van een Bijz. Lagere
School.
Dit verzoek werd in handen gesteld van
het college van B. en W. voor het uitbrengen
van een prae-advies.
Een verzoek van verschillende ouders van
schoolgaande kinderen om de handteekening
geplaatst onder het hiervoor vermelde ver
zoek als ongedaan te beschouwen.
Ook dit verzoek werd verwezen voor een
nader advies naar bet college van B. enW.
Benoeming 2 onderwijzers waarvan 1 met
verplichte hoofdacte.
Ten einde de sollicitanten te bespreken
worden de deuren gesloten. Na heropening
der vergadering werd tot stemming over
gegaan en de heer N.L.vanNoyen,tijdelijk
hoofd te Schiebroek benoemd.
Dan volgt de benoeming van een onder
wijzer. Op de voordracht stonden vermeld:
1. J. Roukema te Stellendam; 2.M.Hagens
te Dirksland en 3.C.van Nimwegen têSom
melsdijk. Met 5 stemmen wordt de heer
Roukema benoemd.
Rondvraag.
Van Oostenbrugge vroeg waarom de hoo
rnen die dezen wiuter zijn dood gegaan, nog
niet zijn bijgepoot.
Voorzitter zeide, dat dit zij noorzaak heeft
gevonden in den langdurigen winter.
Hoek vroeg verbetering van de bietenkade.
Voorzitter zeide toe dit nader te zullen onder
zoeken of dat wenscheltjk is.
Blokland vroeg of de woningen van Joh,
nog moeten worden afgekeurd.
Voorzitter zeide dat er van de Gezondheids
commissie nog geen advies is ingekomen,
zoodat daaromtrent nog geen beslissing ge
nomen kan worden.
J. van Dam vroeg of een beperkte bepaling
bestond omtrent de toelating van kinderen
tot de bewaarschool.
Voorzitter deelde mede dat er een leeftijds
grens is bepaald van 3J jaar.
Jansen vroeg of Roukema voor zijn tijde
lijke werkzaamheden wordt beloond.
De voorzitter zeide dat daaromtrent nog
geen beslissing is genomen.
Van Oostenbrugge meende dat dit ook
overbodig was, daar het voor den betrokken
onderwijzer een leerzame tyd is geweest.
De meerderheid van den Raad was dit met
den heer van Oostenbrugge niet eens en
daarom werd besloten den heer Roukema
een maand salaris toe te kennen.
Jansen verzocht in bet havenreglement
op te nemen, dat er geen grootere schepen
de haven binnen mogen dan 600 ton, daar
anders de doorvaart ernstig belemmerd zal
worden.
Hiertoe werd daarna besloten.
Dan deed de voorzitter nog mededeeling
dat van den heer J. van Dam een verzoek
was ingekomen om ontslag als lid van den
Raad wegens zijn vertrek naar Hoek van
Holland.
De voorzitter dankte den heer van Dam
voor hetgeen hij gedurende zijn zittingstijd
voor de gemeente heeft gedaan en dat het
hem in zijn nieuwe woonplaats en beroep
wel moge gaan en met zyn gezin.
Niets meer te verhandelen zjjnde sluit de
voorzitter daarna de vergadering.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
smaakt als room
Met dit argument viel dus de mogelijkheid van
het schot weg en was er aan geen tegenspraak
meer te denken.
De dood van Rohrburg lokte een algemeene
deelneming uit, men kon zeggen, een algemeen
sensatie. Uit alle plaatsen waren de vrienden van
het huis Dornberg toegesneld, om meer bijzondere
berichten daarover te vernemen. Uit het bosch
huis had zich echter niemand laten zien, noch de
oude houtvester Geiserheim, noch Jenny of Arthur,
welke na den dood van den ouden Dornberg naar
hem „gevlucht" waren, zooals hij gewoon was zich
uit te drukken. Ofschoon sedert vele jaren bij
Dornberg in dienst, had hij nooit vriendschaps
betrekkingen met de familie aangeknoopt en den
omgang vermeden. Zijn beide bloedverwanten had
hij zelfs nooit bezocht, omdat, zooals hij zeide,
„het hem telkenmale ergerde, dat de oude Dorn
berg zoo rijk was, terwijl hij zijn heele leven
steeds had moeten werken en daarenboven nog
gebrek lijden," een belachelijke reden tot haat,
doch zij bestond en werd door den ouden man
volstrekt niet geheim gehouden.
Op den dag, waarop de ter aarde bestelling van
Rohrburg zou plaats hebben, had de houtvester
het echter noodig geoordeeld zich wegens ziekte
te laten verontschuldigen om aan de plechtigheid
deel te nemen. Hij deed zulks naar aanleiding van
Arthur's uitdrUkkelijkcn wensch, die er lang op
aangedrongen had. Hiermede meende deze laatste
te kunnen volstaan om zijn deelneming in een
sterfgeval te betuigen, dat hem, wegens de ver
trouwelijke verhouding, waarin hij en zijn zuster
jaren lang tot den ouden Rohrburg gestaan hadden,
diep had moeten bedroeven. Volgens aankondiging
zou het lijk reeds vroeg in den morgen begraven
Openbare Vergadering van den Baad
der gemeente HfiLLEVOETSLUIS, op
Donderdag 23 Mei, des namiddags
8 uur ten Raadhuize.
Voorzitter: de Burgemeester,
Aanwezig alle leden, met uitzondering van
den heer Blind, die met kennisgeving af
wezig is.
Notulen. De notulen van de vergadering
van 22 Maart j.l. worden onveranderd vast
gesteld.
Ingekomen stukken.
a. Schrijven van de N.V. Bank voor Neder-
landsche Gemeenten, waarbij wordt mede
gedeeld dat het dividend over 1928 is be
paald op 6 zijnde 60,— per aandeel,
terwijl het dividend betaalbaar is op bewijs
no. 14.
b. Schrijven van Ged. Staten, waarbij het
besluit van den raad, houdende wijziging der
gemeente-begrooting, goedgekeurd wordt
teruggezonden.
c. Schrijven van Ged. Staten, waarbij het
besluit van den raad, houdende verhuur
woning gemeente Nieuw-Helvoet B. no. 31
aan J. Hartman, goedgekeurd wordt terug
gezonden.
d. Ged. Staten deelen bij schrijven mede,
dat de bijdragen voor deze gemeente in de
kosten van den keuringsdienst van Waren,
kring Rotterdam voor 1929, is bepaald op
211,02.
e. De Voorzitter van het College van Ged.
Staten zendt ter kennisneming een afschrift
van het besluit van Ged. Staten tot nadere
regeling van de jaarwedde van de Wethouders.
f. De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen deelt mede dat de Rijks ver
goeding over 1927 is vastgesteld op 31464,01,
terwijl bij voorschot aan de gemeente is
toegekend een som ad. 31980, zoodat
door deze gemeente te veel is genoten over
dat jaar 515,69.
g. De Inspecteur der Directe Belastingen
zendt een opgaaf van kohierbedragen wegens
opcenten Personeele belasting, te weten be-
worden; het werd evenwel van uur tot uur uit
gesteld, tot groot verdriet van den houtvester,
die daardoor genoodzaakt was thuis te blijven,
om hier of daar geen aansprekers te ontmoeten,'
die zijn voortreffelijke gezondheid in twijfel konden
trekken. Hij schimpte op de nuttelooze formali
teiten van Arthur, welke van hem een zieke man
gemaakt had en zocht eindelijk beiden in de door
hen bewoonde kamer op. Het was hetzelfde ver
trek, waarin Eduard de schoone Jenny voor den
spiegel verrast had. De smaakvolle en prachtige
meubilecring toonde aan, dat zij van het huis
Dornberg afkomstig was. Arthur had zich niet
laten afschrikken om deze'voorwerpen uit het huis
mede te nemen, waarin zij opgevoed waren en
hetwelk zij in ondankbare onverschilligheid ver
laten hadden. De houtvester trad slecht geluimd
binnen, doch veranderde onmiddellijk de uitdruk
king van zijn gelaat, toen hij den blik van Jenny
ontmoette, die hem hoogmoedig aanstaarde. De
verhouding, waarin de oude heer tot zijn bloed
verwanten stond, plaatsten hun karakter in een
helder daglicht en bewees dat hun hart niet het
minste medelijden gevoelde over Rohrburg's dood.
Smaakvol gekleed plaatste Jenny zich voor de
piano en speelde een opgewekte melodie. Wel zong
zij zelf het lied niet, doch haar half geopende
lippen, de schelmsche trek onl den mond en de
vreemde blik, deden vermoeden dat zij den licht-
zinnigen tekst in stilte meezong.
Wordt vervolgd.