Boerenleenbank 'oonhuismetErf igelaan weer WOENSDAG 5 JUNI 1929 Lunchroom iiddelharnis-Somnielsdijk JÖPPE Cz. te Sommelsdijk VERKOOPING -WATERVERF ste! De slachtoffers der Wraak. Zomersproeten ver dwijnen spoedig door een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. VERSLAGEN. au aan de bijzonder zware regens d«»l tijden. 'ZETTEND DRAMA IN OOSTEN- RIJKSCH DORP. Iw vermoordt haar vier kinderen, INEN, 29 Mei. In het dorp Oisber»! pen 37-jarige vrouw om onbeke een vreeseiijke daad gepleegd; terwijl haar man op zijn werk wS1 lier kinderen, van 10 maanden tot; d, opgehangen en vervolgens zich zeil door ophanging om het leven ge. Voordat zij haar kinderen vermoor. |k zij ze ia Zondagsche kleeren, e» een afscheidsbrief. Daarna sloot zit ring af, liet alle gordijnen neer ej haar voornemen uit. Men neemt aan vrouw in een vlaag van waanzin ehandeld. 'WARE ONWEDERS BOTEN FRANKRIJK, ergeants door den bliksem gedood, |JS, 29 Mei. De grootte hitte, die ij jk heerscht in Parijs steeg dj ttuur tot ruim 29 graden in de scha- heeft zware onweders ten gevolgs Te Straatsburg sloeg de bliksem ij ijsfabriek Xaver-Metz, die geheel de. sergeants van een compagnie sol. ie door een onweder overvallen waren toen ze onder een boom gevlucht door den bliksem gedood. Een derde rd zwaargewond Zware regens vielen mont en omgeving. Het water en il drong vele woningen binnen, die d moesten worden. In Chamalières pi van straten onder water. Ook hier verscheidene huizen worden ont- CORRESPONDENTIE. hs plaatsgebrek moeten wij tot onzen i paar verslagen laten overstaan tot snsdagnummer. Red. prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,07E ADVERTENTIËN van I—6 regels 1,20 0e regel meer 0,20 gij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f Ir— per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 11E JAARGANG. - N°. 59 Al is da leugen nóg zoo snel óf het vijfkoppige monster. Ja, lezers, niet minder dan vijf hoofden vindt men boven een geschrijf in de A.R. Rotterdammer, pennevrucht van den heer van Eek te Middelharnis. Hier zijn ze: 1. De Schoolstrijd te Middelharnis. 2. n Bloemlezing van citaten. 3. Tegenwerking van meer dan één kant. 4. Toch zal de stichting der school niet kannen worden verhinderd. 5. Dagen van strijd. Dit zijn niet alleen de hoofden, maar ook werkelijk de hoofdzaken van het heele epistel, de rest past als immer in het sectarische kader. Dat de school er tóch komen zal, vreezen wij ook, 't kwaad wil er immers in; en dat „Dagen van strijd", klinkt waarlijk romantisch, heldhaftig, en als dit nu de zwaarste strijd is voor den acteur, dan brengt hij 't er voor een koopje af en zal zijn eventueel verder offensief wel geen vrees aanjagen vanwege zijn gehardheid in den strijd. Wat eenigszins bevreemdt, is de plaat sing in de anti-rev. Rotterdammer, daar toch de plaatselijke sekteblaadjes tuk zijn op dergelijke literaire scheppingen. Het zou ons nu waarlijk bijna ontgaan zijn, wat misschien wel de bedoeling was. Zou het soms hommeles zijn onder de inboorlingen of wordt misschien een nieu we film voorbereid? Of heeft een hoofd man zijn zwarte broeders verloochenden zijn geluk beproefd bij een anderen stam Wij kunnen er slechts naar gissen en willen er ons momentaal niet verder om <i£ir u gelijkt ook zoo sprekeod opl bekreunen, len, goeden oom." Doch datgene, wat de acteur waarschijn lijk niet heeft bedoeld of althans onbewust heeft gedaan, is de oorzaak, dat wij op het epistel nog eens terugkomen; wij zouden ondankbaar zijn om er zonder meer het stilzwijgen over te bewaren. Wij moeten n.l. toejuichen op welk een buitengewoon hoffelijke wijze de schrijver zich uitlaat over de artikelen in „Onze Eilanden"; hij doet n.l. niets meer of minder dan de logische argumenten, vruchten van de zaivere rede en gezond verstand nog eens herhalen in de A. R. Rotterdammer. Moeten wij dat niet hooge- lijk apprecieëren? En nog zouden wij in ootmoed zwijgen voor al deze hulde, die als kolen vuurs moet zijn op onze hoofden, ware het niet, dat door den heer v. E (onbewust natuurlijk) de volledigheid is tekort gedaan. Door n.l. hier en daar clausules uit te lichten, krijgt de zaak een scheeve voor stelling, het causaal verband gaat verloren. Dat noemen de schoolfabrikanten christe lijk, maar het is sektarische handigheid en al voortgaande met deze taktiek, ver meet zich de schrijver de andere zijde te betichten, als zou deze geen middel te laag achten, om den principieëelen opzet Vóór en na het huwelijk. vat lees je daar?" Dch, oude brieven van je." Van mij? Wat staat er in dien van [zijden?" Dien schreef je mij voor ons huwe- ik eens een beetje verkouden was, een blaadje, is van verleden jaar, bp reis was, en ik zwaar ziek was ofluenza." mijnheer, wij hebben zoo juist ken- ■Jakt, en nu vraagt u me reeds geld goeden oom.' Begrijpelijk. far komt Beks. Ik ontmoet dien jrer niet, want ik vroeg hem ver zestig gulden ter leen. had het best kunnen geven, want genoeg." deed het ook.' Salon- en Schuiftafels. Spiegels ii piste. Kapstokken en Kleeden prima GEEN FILIALEN De bank leent gelden aan leden gen 4.6 's jaars. Zij neemt jlden op tegen 3,84 's jaars, ook in nlet-Ieden. Voorschotten kunnen sgelljks aangevraagd worden bij een :r leden van het Bestuur. Gelegenheid tot inbrengen en rugbetaling van gelden eiken Maan- igavond en Vrijdagavond van 68 ir ten huize van den kassier van een aan de Voorstraat te MIDDELHARNIS, [eekend A 260, bewoond doorMej. VAN DE ROVAART, op Dins- ig 4 Juni 1929 bij Inzet en Dinsdag 11 Juni 1929 Afslag, telkens des avonds 7 uur pmertijd), in het HOTEL MEIJER MIDDELHARNIS. Notaris VAN BUUREN. in boekhandel. FEUILLETON. (fit de periode der Lijfstraffelijke rechtspleging. (UIT HET DU1TSCH.) 22) Arnold week een schrede terug en liet langzaam de handen zinken. Zijn blik vestigde zich met on beschrijfelijke droefheid op Felicia: „Bemint gij hem?" vroeg hij. Opnieuw sloeg Felicia haar oogen neer, daarna vestigde zij haar blik op Arnold en met het voile bewustzijn van het gewicht dat haar antwoord bevatte, sprak zij op vasten toon: „Neen, dat niet, maar ik ken hem door en door ik blijf borg voor hem! Nooit zal hij zich uit eigenbelang aan een overtreding schuldig maken, vee! minder dus aan zulk een lage, sluwe daad!" Arnold's oogen straalden van ongekende vreug de. Dankend vouwde hij de handen. „Uw vertrouwen in hem geeft mij de vreugde en het vertrouwen in de menschen terug," sprakhij. „Hoe kwam u wel aan uw verdenking?" Nadenkend legde hij de hand op het voorhoofd. „Hij alleen was in het bezitmompelde hij. „Ik beken," voegde hij er openhartig bij, „dat alleen aan Eduard het middel ten dienste stond; maar nooit heb ik hem verdacht! Wie heeft hem nu aangeklaagd?" „Dat zal niemand gedaan hebben! Boosaardige menschen zullen dingen van hem verhaald hebben, verdacht te maken en als zou „Onze Eilanden" zich niet hebben kunnen ver heffen tot een principieëelen strijd. In „Onze Eil." van 13 April en 1 Mei is echter wel degelijk de principieëele kwestie behandeld. Het negeeren echter van die wetenschap past weer in het sek tarische kader en baart dus geen verwon dering. Doch de schrijver is met zijn lage middelen mogelijk verdwaald, en was waarschijnlijk in gedachten bezig met het verzamelen van handteekeningen. In dezelfde dwaling zijns geestes roemt hij de mannen, die zich voor het Christelijk Onderwijs interesseereniedereen begrijpt natuurlijk, dat die interesse gericht is op het Sektarisch Schoolbestuurtje spelen. Als hij echter schrijft van demetgorfs- diensthaat gevulde stukken in „Onze Eil.", wordt zijn geest weer klaarder en nadert hij weer allengs meer de sektarische mora liteit, door n.l. te liegen. „Onze Eil." toch heeft met geen enkel woord blijk gegeven tegen den godsdienst gekant te zijn, in tegendeel, zij heeft herhaaldelijk betuigd, dat de godsdienst veel te heilig is om ge bruikt te worden als kwanselarij voor een toekomstpolitiek en als middel tot het ver overen van sekte-scholen. Voortdurend heeft zij haar afkeuring geuit over de wijze waarop de sektariërs Gods naam mis bruiken en hoe zij door hun praktijken bewijzen, oneindig ver verwijderd te zijn van een moraal, die Christelijk zou mogen heeten; hoe zij zich desondanks de ver watenheid aanmatigen, zich christenen te noemen. Waar de schr. spreekt van -.De hatelijke actie, tegen de Chr. U. L. O. ge voerd, deed echter besluiten, de heeren in klinkende mant te betalen en zonder verwijl te gaan werken voor een Lagere School, moet dit zeker ook getuigen van de christelijke liefde, of lijkt het meer op blind fanatisme? Als er nu toch eenseen werkelijkChristen de A. R. Rotterdammer las, zou hij dan niet van vertwijfeling de handen ineen slaan en uitroepen: „Laat toch af, gij Farizeërs, gaat in de eenzaamheid en bidt in het verborgene, het zal U immers in 't openbaar vergolden worden. Bidt voor het zieleheil van de heidenen en hunne kinderen; dat verder alle ouders hun ge makzucht laten varen en de opvoeding hunner kinderen naar God's wil ter hand nemen, en dat zij deze taak niet van zich afschuiven door scholenproductie. De ziel verzorgers toch zijn in de eerste plaats de ouders in den huiselijken kring, dan dienen als aanvulling de lessen van den gods dienstonderwijzer in Zondagsschool of van dominé op catechisatie, dat is de eisch van de Schrift, eisch van het Christelijk beginsel, eisch van den Heiligen Doop, maar laat de neutraliteit der scholen onaangetast en toegankelijk voor elke gezindte, als zijnde een instituut van voor bereiding voor het maatschappelijk leven, waar dus alleen de maatschappelijke vak ken beoefend dienen te worden. Hetzij zoo." welke wellicht in zijn nadeel waren. Er is een gerechtelijk onderzoek gaande, om op de plaats zelve maatregelen te nemen." „Ik moet naar huis!" sprak Arnold opgewonden. „Mijn arme, dierbare Rohrburg!" „Is u in staat om zonder gevaar voor uw gezond heid te reizen?" vroeg Felicia op teederen en bezorgden toon. Onderneem toch niets, dan alleen met toestemming van uw dokter." Arnold vatte haar hand en bracht die aan zijn lippen. „Ik zal mij naar de voorschriften van mijn ouden vriend Medinger gedragen," beloofde hij. „Ais mijn onvoorzichtige mededeelingen maar geen nadeelige gevolgen hebben." „Vrees niets! Ik voel mij heel wel!" Felicia antwoordde met een bekoorlijk lachje. Inmiddels waren zij in den tuin gekomen en de plaats genaderd, waar hun wiegen zich'scheidden, wilde Arnold niet genoodzaakt wezen, het boschje voor Felicia's kamer door te gaan. Het meisje poogde zulks te vermijden en hij begreep haar aarzeling, toen zij hem plotseling de hand reikte en aanstalten maakte om haar weg alleen te ver volgen. „Ik zie u immers nog vóór mijn vertrek?" „Zeker!" betuigde zij en verwijderde zich haastig Arnold staarde haar na. Hij wist nu dat de gevoelens, welke door zijn pleegzuster Jenny in hem opgewekt waren geworden, niets gemeen had den met het zuiver en heilig vuur de liefde. Reeds op zijn ziekbed begreep hij den indruk, die zij op hem gemaakt had. Haar beeld was de ster zijner droomen, de beschermengel van zijn toekomst geweest. Hetgeen zijn verbeelding hem in ledige uren voor den geest had getooverd, het vooruit zicht op een gelukkige liefde, was geen illusie Heel laconiek simuleert de heer v. E. nog de meest natuurlijke verbazing, dat de Vrijzinnigen opgewekt worden om hun partijgenooten te steunen op economisch gebied, als zou dit de meest ongeoor loofde vrijpostigheid zijn. Het beste bewijs alweer, hoe volkomen de sektariërs zich immer verlaten op de christelijkheid van de vrijzinnigen. De verbazing althans over de brutaliteit der sektariërs, om anderen te dwingen mee te betalen aan hun schoolbouwmanie, is bij de vrijzinnigen niet zoo groot. Verder juicht de acteur in zijn Christe lijke Schadenfreude: „Een Hervormde Schoolvereeniging (gekruist Kerstiaansch werd opgericht met een Bestuur van geheel onafhankelijke personen". Die eigenschap van onafhankelijk te zijn, is dan zeker een speciale verdienste, die recht geeft op het brevet van school bestuurder. Waar de schrijver in den aanvang, in zijn Dagen van strijd dus, er blijkbaar op uit is, het nut aan te toonen van de kenschetsing der mentaliteit, geef ik hem in overweging in deze paar regels nog wat bruikbaars te zoeken. A. P. 1) De lezer zal mij misschien ook van herhaling beschuldigen, doch men gelieve dan op te merken, dat in elk geval het verband intact is gelaten, voorzoover er tenminste verband aanwezig was. INGEZONDEN MEDEDEELING. Terslag van fle vergadering van den Raad der gemeente STELLENDAM, op Donderdag 30 Mei des n.m. 4 uur, Voorzitter: Burgemeester Gharbon. Alle leden tegenwoordig. De voorzitter opende de vergadering met gebed, waarna de notulen der laatste ver gadering werden voorgelezen en onveranderd goedgekeurd. Het eerst komt aan de orde het onderzoek van het nieuw benoemde raadslid, in de vaca ture Biemond, den heer 4- van Oostenbrugge, die ook zitting heeft gehad gedurende de vorige zittingsperiode. De geloofsbrieven werden onderzocht door de heeren Hoek en Jansen, die daarna tot toelating adviseerden. De heer van Oosten- brugge werd daarna door den secretaris binnengeleid. Door den voorzitter werden daarna de bij de wet vereischte eeden af genomen waarna deze hem geluk wenschte met zijn nieuwe benoeming en hoopte dat hfj wederom zijn krachten zal mogen wijden aan de waarachtige belangen van de gemeente Stellendam. Van Oostenbrugge dankte voor de tot hem gesproken woorden en hoopte dat het hem gegeven mag word6n zijn beste brachten geweest. Langzaam keerde hij naar de kamer terug, welke hij tegen den zin van den dokter verlaten Irad. Wat bekommert hij zich nu om de bevelen van een geneesheer? Alleen zijnde, dacht hij aan de treurige gebeurtenis in Ammerbach en verzonk in diep nadenken. Na rijp beraad schreef hij een brief voor Ammerbach en liet deze door estafette verzenden. XII. In Ammerbach waren intusschen al de formali teiten, welke bij onverwachte en zonderlinge sterf gevallen gebruikelijk zijn, geëindigd. De plechtige begrafenis moest nog plaats hebben. De plaatse lijke geneesheer had na de lijkschouwing verklaard, dat het dezelfde wond was als van den heer Dorn- berg en dat zulke verwondingen alleen konden plaats hebben, bij de werkzaamheden aan het openen der zoo kunstug gemaakte geldkisten ver bonden. Onbekendheid met de juiste oorzaken Was in deze beschouwing niet te ontkennen en de kantoorbedienden deden hem dan ook met begrij pelijk ongeloof opmerken, dat zij het kunststuk om op die wijze doorschoten te worden, gaarne zouden zien. „Men kon evengoed veronderstellen, dat er een veiligheidsslot in de kist was aangebracht, hetwelk een pistool afvuurde op de borst van degene die waagde het te openen," spotte de boekhouder. „Met deze kinderachtigheid wilt u dus uw be wering herhalen, dat Rohrburg's wond door een schot veroorzaakt is?" antwoordde de dorpsdokter geraakt. „Een schot knalt. Hebt u iets van dien aard gehoord? En meer dan dertig menschen zijn in de nabijheid van het gewelf werkzaam geweest!" te besteden aan de gemeentelijke belangen. Ingekomen stukken: Een schrijven van het Provinciaal Bestuur dat de bijdrage voor den grintweg over dit jaar zal bedragen 2358,60. De goedkeuring van Ged. Staten over de imeenschappeltjke regeling met Middelhar nis inzake de vergoeding voor het U. L.O. Een schrijven van het Ministerie van Onder? wijs waarin de mededeeling werd gedaan dat de subsidie voor de onderwijzers onver- minderdzal blijven al worden er onderwijzers benoemd buiten de wachtgelders om. De rekening van de Gezondheidscommissie over '28 waaruit blijkt dat de bijdrage over 28 voor deze heeft bedragen 45,47. Een verzoek van J. de Rijke om terug betaling van teveel betaald schoolgeld voor zfjn dochtertje, daar die sinds Augustus de school niet meer bezocht heeft. De afschrij ving van het bedrag ad 13,- werd goed gevonden. Een verzoek van het kerkbestuur der Ned. Hervormde Kerk om gelden beschikbaar te stellen voor den bouw van een Bijz. Lagere School. Dit verzoek werd in handen gesteld van het college van B. en W. voor het uitbrengen van een prae-advies. Een verzoek van verschillende ouders van schoolgaande kinderen om de handteekening geplaatst onder het hiervoor vermelde ver zoek als ongedaan te beschouwen. Ook dit verzoek werd verwezen voor een nader advies naar bet college van B. enW. Benoeming 2 onderwijzers waarvan 1 met verplichte hoofdacte. Ten einde de sollicitanten te bespreken worden de deuren gesloten. Na heropening der vergadering werd tot stemming over gegaan en de heer N.L.vanNoyen,tijdelijk hoofd te Schiebroek benoemd. Dan volgt de benoeming van een onder wijzer. Op de voordracht stonden vermeld: 1. J. Roukema te Stellendam; 2.M.Hagens te Dirksland en 3.C.van Nimwegen têSom melsdijk. Met 5 stemmen wordt de heer Roukema benoemd. Rondvraag. Van Oostenbrugge vroeg waarom de hoo rnen die dezen wiuter zijn dood gegaan, nog niet zijn bijgepoot. Voorzitter zeide, dat dit zij noorzaak heeft gevonden in den langdurigen winter. Hoek vroeg verbetering van de bietenkade. Voorzitter zeide toe dit nader te zullen onder zoeken of dat wenscheltjk is. Blokland vroeg of de woningen van Joh, nog moeten worden afgekeurd. Voorzitter zeide dat er van de Gezondheids commissie nog geen advies is ingekomen, zoodat daaromtrent nog geen beslissing ge nomen kan worden. J. van Dam vroeg of een beperkte bepaling bestond omtrent de toelating van kinderen tot de bewaarschool. Voorzitter deelde mede dat er een leeftijds grens is bepaald van 3J jaar. Jansen vroeg of Roukema voor zijn tijde lijke werkzaamheden wordt beloond. De voorzitter zeide dat daaromtrent nog geen beslissing is genomen. Van Oostenbrugge meende dat dit ook overbodig was, daar het voor den betrokken onderwijzer een leerzame tyd is geweest. De meerderheid van den Raad was dit met den heer van Oostenbrugge niet eens en daarom werd besloten den heer Roukema een maand salaris toe te kennen. Jansen verzocht in bet havenreglement op te nemen, dat er geen grootere schepen de haven binnen mogen dan 600 ton, daar anders de doorvaart ernstig belemmerd zal worden. Hiertoe werd daarna besloten. Dan deed de voorzitter nog mededeeling dat van den heer J. van Dam een verzoek was ingekomen om ontslag als lid van den Raad wegens zijn vertrek naar Hoek van Holland. De voorzitter dankte den heer van Dam voor hetgeen hij gedurende zijn zittingstijd voor de gemeente heeft gedaan en dat het hem in zijn nieuwe woonplaats en beroep wel moge gaan en met zyn gezin. Niets meer te verhandelen zjjnde sluit de voorzitter daarna de vergadering. INGEZONDEN MEDEDEELING. smaakt als room Met dit argument viel dus de mogelijkheid van het schot weg en was er aan geen tegenspraak meer te denken. De dood van Rohrburg lokte een algemeene deelneming uit, men kon zeggen, een algemeen sensatie. Uit alle plaatsen waren de vrienden van het huis Dornberg toegesneld, om meer bijzondere berichten daarover te vernemen. Uit het bosch huis had zich echter niemand laten zien, noch de oude houtvester Geiserheim, noch Jenny of Arthur, welke na den dood van den ouden Dornberg naar hem „gevlucht" waren, zooals hij gewoon was zich uit te drukken. Ofschoon sedert vele jaren bij Dornberg in dienst, had hij nooit vriendschaps betrekkingen met de familie aangeknoopt en den omgang vermeden. Zijn beide bloedverwanten had hij zelfs nooit bezocht, omdat, zooals hij zeide, „het hem telkenmale ergerde, dat de oude Dorn berg zoo rijk was, terwijl hij zijn heele leven steeds had moeten werken en daarenboven nog gebrek lijden," een belachelijke reden tot haat, doch zij bestond en werd door den ouden man volstrekt niet geheim gehouden. Op den dag, waarop de ter aarde bestelling van Rohrburg zou plaats hebben, had de houtvester het echter noodig geoordeeld zich wegens ziekte te laten verontschuldigen om aan de plechtigheid deel te nemen. Hij deed zulks naar aanleiding van Arthur's uitdrUkkelijkcn wensch, die er lang op aangedrongen had. Hiermede meende deze laatste te kunnen volstaan om zijn deelneming in een sterfgeval te betuigen, dat hem, wegens de ver trouwelijke verhouding, waarin hij en zijn zuster jaren lang tot den ouden Rohrburg gestaan hadden, diep had moeten bedroeven. Volgens aankondiging zou het lijk reeds vroeg in den morgen begraven Openbare Vergadering van den Baad der gemeente HfiLLEVOETSLUIS, op Donderdag 23 Mei, des namiddags 8 uur ten Raadhuize. Voorzitter: de Burgemeester, Aanwezig alle leden, met uitzondering van den heer Blind, die met kennisgeving af wezig is. Notulen. De notulen van de vergadering van 22 Maart j.l. worden onveranderd vast gesteld. Ingekomen stukken. a. Schrijven van de N.V. Bank voor Neder- landsche Gemeenten, waarbij wordt mede gedeeld dat het dividend over 1928 is be paald op 6 zijnde 60,— per aandeel, terwijl het dividend betaalbaar is op bewijs no. 14. b. Schrijven van Ged. Staten, waarbij het besluit van den raad, houdende wijziging der gemeente-begrooting, goedgekeurd wordt teruggezonden. c. Schrijven van Ged. Staten, waarbij het besluit van den raad, houdende verhuur woning gemeente Nieuw-Helvoet B. no. 31 aan J. Hartman, goedgekeurd wordt terug gezonden. d. Ged. Staten deelen bij schrijven mede, dat de bijdragen voor deze gemeente in de kosten van den keuringsdienst van Waren, kring Rotterdam voor 1929, is bepaald op 211,02. e. De Voorzitter van het College van Ged. Staten zendt ter kennisneming een afschrift van het besluit van Ged. Staten tot nadere regeling van de jaarwedde van de Wethouders. f. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen deelt mede dat de Rijks ver goeding over 1927 is vastgesteld op 31464,01, terwijl bij voorschot aan de gemeente is toegekend een som ad. 31980, zoodat door deze gemeente te veel is genoten over dat jaar 515,69. g. De Inspecteur der Directe Belastingen zendt een opgaaf van kohierbedragen wegens opcenten Personeele belasting, te weten be- worden; het werd evenwel van uur tot uur uit gesteld, tot groot verdriet van den houtvester, die daardoor genoodzaakt was thuis te blijven, om hier of daar geen aansprekers te ontmoeten,' die zijn voortreffelijke gezondheid in twijfel konden trekken. Hij schimpte op de nuttelooze formali teiten van Arthur, welke van hem een zieke man gemaakt had en zocht eindelijk beiden in de door hen bewoonde kamer op. Het was hetzelfde ver trek, waarin Eduard de schoone Jenny voor den spiegel verrast had. De smaakvolle en prachtige meubilecring toonde aan, dat zij van het huis Dornberg afkomstig was. Arthur had zich niet laten afschrikken om deze'voorwerpen uit het huis mede te nemen, waarin zij opgevoed waren en hetwelk zij in ondankbare onverschilligheid ver laten hadden. De houtvester trad slecht geluimd binnen, doch veranderde onmiddellijk de uitdruk king van zijn gelaat, toen hij den blik van Jenny ontmoette, die hem hoogmoedig aanstaarde. De verhouding, waarin de oude heer tot zijn bloed verwanten stond, plaatsten hun karakter in een helder daglicht en bewees dat hun hart niet het minste medelijden gevoelde over Rohrburg's dood. Smaakvol gekleed plaatste Jenny zich voor de piano en speelde een opgewekte melodie. Wel zong zij zelf het lied niet, doch haar half geopende lippen, de schelmsche trek onl den mond en de vreemde blik, deden vermoeden dat zij den licht- zinnigen tekst in stilte meezong. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1