1GLEYS
eerste blad
gimboeiys
JBRNOL
Onze Eilanden.
:eft U op als Abonné
Leest Onze eilanden
DIE-WATERVERF
3este
ADVERTpNTIËN
van 1—6 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
ZATERDAG
27 APRIL 1929
11E JAARGANG. - N°. 49
FEUI LLETON.
De slachtoffers der Wraak.
Uit de periode dei Lijfstraffelijke rechtspleging.
wa A
Moeders, zet op elke
Iingeveer 53 gr. 38 N.B. en 5 gr. 35 O.L.
anker gegaan. Het was toen ongeveer
ïijl benoorden het Amelander zeegat. Om-
t het lot van de bemanning is niets bekend.
.Hadiotes" is bijna 6.000 ton groot en is de
gere Duitsche „Freienfcls" Het schip
I in 1910 te Wesemiinde gebouwd,
ader vernemen wij dat de „Hadiotes" door
eepboot „Oceaan" naar Delfzijl is gesleept
aar hedenmorgen waarschijnlijk om negen
z?l arriveeren. De sleepbooten „Volhar-
en „Neptunus" zijn met zwaar pompma-
al met het Grieksche schip naar Delfzijl
rokken.
iz Dias meldt nog uit Hamburg, dat het
ïburgsche bergingsvaartuig „Seefalke" aan
men is, bij de „Hadiotis". Het Hamburg-
bergingsvaartuig „Heros" bevindt zich
weg.
BOERDERIJ AFGEBRAND ONDER
WARNSVELD.
.UTFEN, 22 April. Zaterdagmiddag on
er drie uur brak brand uit in de schuur van
itspanning „De Groene Jager" aan den
2utfenBaak, gelegen onder de gemeente-
asveld. Door den feilen wind aangewak
sloegen de vlammen weldra over naar
apitale boerderij van den heer Garsen.
kkig was het groot vee in de wei; zestien
Iens kwamen echter in de vlammen om. De
:le boerderij met inventaris en gereed-
jpen werd een prooi der vlammen. De oor
van den brand is vermoedelijk een vonk
en rangeerende locomotief van de stoom-
ZutfenEmmerik.
Cauwgom is een nieuw middel
In Uw gezondheid en ver-
racht. WRIGLEY'S kalmeert
direct een gevoel van rust en
Uw dokter zal U vertellen,
huwen gunstig beïnvloed. En
rust, dan worden lichaam en
bevelen WRIGLEY'S P.K.
Ie tanden schoon en gezond
helpt het de spijsvertering -
fdert eiken nasmaak van eten,
■n rooken - en het ver
adem.
KAUWGOM hk.2«
Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren
eiken boekhandel.
Prijs per kwartaal 1,
Losse nummers 0,07'
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f l,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, eilce regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door dt
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Boetvaardigheid of...?
Het is ons wel heel pijnlijk, maareere
wien eere toekomt, en dus moeten we
erkennen, dat een sekte-blad in zijn
laatste schrijven van Stumperige armoe
digheid" zichzelf in ridderlijkheid over
treft, door bekentenissen te doen, die, laten
we maar eerlijk zijn, wij nooit van sekta
rische zijde hebben durven verwachten.
Derhalve zijn we ook nog eenigszins
sceptisch gestemd. Het lijkt nog zoo
vreemd, het heele gebaar staat haar zoo
ongekleed.
Ten eerste dan erkent het blad, dat de
Vrijzinnigheid ten hunnent in al haar stum
perige armoedigheid is ten toon gesteld.
Wij gelooven het graag, ja, nemen zelfs
aan, dat niet alleen armoedig, maar dat
er niet één greintje Vrijzinnigheid ten hun
nent woont.
Ten tweede erkent het ook, dat van
een beginselstrijd ten eenenmale geen
sprake is. Volkomen juist. Deze bekente
nis hadden we echter volgens sektarische
moraliteit wel wat eerder mogen verwach
ten. Immers, hoe herhaaldelijk hebben wij
er op gewezen, dat het niet gaat om de
godsdienstige kwestie in de eerste plaats,
maar vóór alles om de manier, de trucs,
de geheimzinnige samenzweerders-taktiek
bij de voorbereidende maatregelen tot de
stic.iting der Chr. U.L O school.
Ten derde klaagt het blaadje, dat de
aanvallen ontaardden in een onbeschoftheid
en grofheid tegen allerlei personendie
schier hun weerga niet vinden. Dat klopt
óók precies; wij houden zulke personen
óók voor weergaloos. Dit kon men trou
wens reeds lezen in Onze Eilanden van
17 April, waar een schrijver de verzuchting
slaakt„een dergelijke regie van een chris
telijk tooneelspel lag tot op heden buiten
mijn voorstellingsvermogen".
Wat die onbeschoftheid en grofheid
aangaat, hierover is tot ons leedwezen
onze meening eenigszins afwijkend van
die der sektariërs Wij vinden n.l. derge
lijke personen in Onze Eilanden nogal vrij
nauwkeurig, enkele zelfs heel fijn geschil
derd. Denk toch maar eens aan die twee
koppen met die fijn besneden gelaats
trekken, die zalige uitdrukking en dien
heerlijken Mephisto-lach.
Verder lust het den sektariërs niet, er
verder op in te gaan. We begrijpen zóó'n
verfijnde smaak.
En dan: „hun zelfrespect zou dat niet
gedoogen"; dat is bepaald een drukfout,
daar wordt natuurlijk bedoeld: „hunzelf-
kennis zou dat niet gedoogen".
Dan wordt het blaadje even poëtisch,
als het spreekt van de stomp geworden
zwaarden der neutrale beginselen.
Oók al weer waar; tot de sluwe spits
vondigheid der sektariërs, in het ontwer
pen van complotten, hebben wij het nog
niet gebracht.
Nu houdt het blaadje echter op met
z'n ridderlijke boetvaardigheid, en gaat
ineens uit een ander vaatje tappen, wat
wij niet alleen diep betreuren, maar waar
tegen wij ons met alle kracht, die in ons
is, moeten verweren. Het beschuldigt ons
van eerroof, en dat is een fatale leugen.
Wij hebben al de regisseurs van de chris
telijke film de revue laten passeeren, we
hebben hen nauwkeurig nagezocht, ze op
hun kop gezet, ze binnenste buiten ge
keerd, ja, zelfs Jiun stamboom tot in 3
vóórgeslachten nageplozen, doch van
eer... geen spoor, geen schijn, geen
atoom. Als er dus wat te rooven is, dan
zouden we den belastinginspecteur kun
nen roepen, doch voor ons eerroovers, was
er niets te halen.
Maar wie het nog niet wisten, weten
dan nu, tot welke middelen de sektariërs
hun toevlucht nemen om hun machtswel
lust bot te vieren.
Gelukkig is de Chr. U.L. O. school er nog
niet; er is voor Gedeputeerden misschien
wel een luchlje aan.
Het sekte-blaadje zweept zijn volgelin
gen echter op met: „Zet door mannen!"
Dat is natuurlijk maar komedie, ze weten
heel goed, dat het kwaad zichzelf wel
verspreidt.
Maar gij I ouders 1 met neutraal en nor
maal denkvermogen, Christelijk zoowel als
niet-Christelijk, ziet het kwaad te stuiten,
anders zult gij op gevoelige wijze op uw
belastingbiljet ervaren, dat hl die grap
penmakerij uw beurs kost. En wat krijgt
ge er voor in de plaats? Een steeds toe
nemende versnippering, een groei der
sekten, met de onafscheidelijk daaraan
verbonden demoralisatie van den menscb
die in die broeinesten niets meer hoort
dan van haten, gluipen en verraden.
Haast zouden wij vergeten nog een
belangrijk voordeel te noemen van het
epistel: „stumperige armoedigheid," n.l
vlak erboven staat gedrukt:
„Het nadrukken van den inhoud van dit
blad is verboden." Dit mogen we niet
onderschatten.
Inmiddels bied ik den lezers mijn wel
gemeende excuses aan, als de toon van
deze literatuur wat gedaald is beneden
den gewonen, als aan de aesthetica een
weinig is te kort gedaan. U weet: „wie
met pek omgaat, wordt ermee besmet."
A. P.
(UIT HET DU1TSCH.)
12)
VII.
Den volgenden morgen was Eduard ijverig bezig
met zoeken, zonder dat hij verklaarde, wat hem
daartoe aandreef. Uit alle kasten en hoeken haalde
hij voorwerpen, en liet vervolgens aan de bedienden
over de orde weer te herstellen. Des middags had
hij het geheele huis in wanorde gebracht. De
menigvuldige vragen zijner moeder ontweek hij
schertsend. Als naar gewoonte stoorde zij zich
verder niet aan zijn doen en laten, dat zij als
een gril begon te beschouwen.
Evenmin dacht zij er aan bedenkingen te uiten,
toen Eduard na het middagmaal van zijn voor
nemen kennis gaf om bij Arthur en Jenny Geiser-
heim een bezoek te gaan brengen. In den grond
vond zij deze beleefdheid onnoodig, ja zelfs in
de tegenwoordige omstandigheden bevreemdend,
doch zij achtte het beter hem dit niet af te raden
en Eduard maakte zich nu gereed om in een
schoone lentezon zijn wandeling naar het bosch
aan te vangen.
Alvorens hij rechtsaf den weg naar het woud
insloeg, richtte hij zijn schreden nog naar de glazen
deur van het kantoor en riep de beide bedienden,
ÜiQmhoejtJ^cIJviuL
(Adv.)
W eek-revue.
Binnenland.
De maand April, die toch al niet bij de heeren
der schepping in een al te besten reuk staat,
welke zaten te werken, toe, dat zij aan mijnheer
Rohrburg moesten zeggen, dat hij bij zijn terug
komst het bedoelde verhaal zou mededeelen.
Ruim een half uur later bereikte Eduard het
doel zijner wandeling. Door fraaie groene boomen
ingesloten en op een hoogte liggende, bood het
huis een betooverend beeld van gelukkige tevre
denheid.
Hij wijdde hieraan echter geen aandacht, zijn
verstand werd teveel door zijn gemoedsstemming
beheerscht. Daarom vond hij deze woning lediger
dan ooit en de twee personen, welke hier leefden,
betreurenswaardig. Hij voelde zijn hart van mede
lijden kloppen bij het zien der wilde eenzaamheid
en vergat ten eenenmale dat deze kale boom
stammen binnenkort een geheel ander voorkomen
moesten hebben. Zijn weleer aan deze personen
gewend gemoed, ofschoon beiden wel is waar niet
door de banden des bloeds maar door een lang-
durigen omgang met hem verbonden geweest wa
ren, veranderde nu plotseling. Een zekere bekom
mering voor hen, welke hij zuster en broeder ge
noemd had, trad daarvoor in de .plaats en boe
zemde hem deelneming in. Afgezien dat mejuf
frouw Jenny het aangename van haar tegenwoor
digheid op elke wijze getracht had te verhoogeri
en daarbij niet zeer voorzichtig in de keuze der
middelen geweest was, moesten zij zichzelven be
kennen, dat niets ernstigs hun goede verstand
houding gestoord had. Zoolang de oude Dornberg
hen met zijn mildheid beschermde, heerschte er
tusschen hen een vertrouwelijke toon, al was het
dan ook dat deze bij Arthur niet uit het hart
voortkwam.
„Ik wil het zonder vooroordeel onderzoeken,"
sprak Eduard bij zich zelf, toen hij met verdubbel-
vanwege de schoonmaak, zeepsopgeuren, wit-
tersgeknoei en meer dezer aangename dingen,
welke daar onafscheidelijk aan verbonden
plegen te zijn, speelt ons leelijke parten, brengt
de zakenmenschen van buiten- en badplaatsen
tot wanhoop en is oorzaak dat nog menig reeds
afgedragen jasje alsnog dienst moet doen. En
dit alles ondanks het feit, dat we volgens den
kalender reeds meer dan een maand lente
hebben, hoewel de kalender dan ook wel het
eenige feit is, waaruit de lente moet blijken.
En om zelfs ons laatste restje van hoop te ver
nietigen, raden alle weerprofeten om het
hardst, dat dit nog geruimen tijd zal aan
houden.
Zoo langzamerhand zullen onder de schare
van lichtelijk ontstemden ook nog de assu-
rantiemenschen worden gerangschikt. Ook zij
hebben reden voor deze.ontstemdheid. Na den
brand te Rotterdam, waarbij een stoomrijst-
pelmolen in vlammen opging, schade eenige
tonnen, boekt Amsterdam twee groote bran
den, waarbij het Paleis voor Volksvlijt finaal
werd verwoest, schade om en bij een millioen
en de hekkesluiter in deze roode reeks van
groote branden is de brand in de machine
fabriek der fa. Smulders te Utrecht, welke
brand gelukkig tijdig kon worden bedwongen,
zoodat het bedrijf geen noemenswaardige stag
natie ondervindt.
Ook de ongelukkenrubriek der laatste dagen
mag er zijn en boekt talrijke slachtoffers. Eerst
een auto-ongeluk nabij Overschie, waarbij de
auto in de vaart reed en de bestuurder en zijn
verloofde verdronken, daarna het vliegongeluk
nabij Venlo, waarbij twee officieren om het
leven kwamen en daarna te Rotterdam nog
maals een auto-ongeluk, waarbij wederom twee
menschen jammerlijk verdronken.
Onze onbewaakte overwegen, waar de razen
de dood ook al heel wat slachtoffers heeft ge-
eisclit en waarover de heer Muralt in de Eerste
Kamer nog onlangs een lans heeft gebroken
worden door den Bond van Bedrijfs-auto-
houders in Nederland van waarschuwings
borden voorzien. Het 500ste waarschuwings
bord, dat geplaatst is aan den beruchten over
weg bij Kethel, is op verzoek van genoemden
bond door den Minister van Waterstaat mr. H,
A. v. d. Vegte, met eenige plechtigheid ont
huld. Na een vriendelijke rede van den minister
heeft de burgemeester van Kethel en Spaland
nog eens duidelijk op het gevaar der onbe
waakte overwegen gewezen en aangedrongen
op een meer afdoende beveiliging. Voorloopig
zal dit wel tot de vrome wenschen blijven
behooren en zal zooals de heer Muralt vol
bitterheid schreef: „De gewettigde moord op
argelooze burgers door snorrende locomotieven
geoorloofd blijven."
Onder zeer groote belangstelling is voor de
Groninger rechtbank de zaak van het drama
te Lucaswolde, waarbij vier plichtsgetrouwe
politiebeambten door Yje Wijkstra op beest
achtige wijze werden vermoord, behandeld.
De bijzonderheden van deze gruwelijke moord
zaak en gros, hebben alom geweldig veel ont
roering gewekt en de belangstelling van het
publiek voor de behandeling is dan ook heel
begrijpelijk. Volmondig heeft beklaagde het
hem ten laste gelegde erkend, schijnbaar on
bewogen en ook toen het O.M. als zijn eind
conclusie samenvatte dat beklaagde niet meer
in de maatschappij mag terugkeeren en levens
den spoed over den breeden weg liep, die merkbaar
hooger werd en zich niet ver van het huis met
een smal pad vereenigde, dat zich langs het noorde
lijk gedeelte van het gebergte uitstrekte. Ofschoon
dit pad hem spoediger tot zijn doel gebracht zou
hebben, had hij het nochtans wegens de onveilig
heid vermeden. Sneeuw en regen maakten het
namelijk tot een gevaarlijken en glibberigen weg.
Met een vluchtigen blik op de vensters snelde
hij de openstaande huisdeur in en wierp zonder
aarzelen de deur der aan de rechterhand gelegen
kamer open. Door de heldere ruiten had hij Jenny
ontwaard, toen zij juist bezig was haar fraai
donker haar te kappen. Alvorens het jonge meisje
den tijd had, haar plaats voor den spiegel te
verlaten, stond Eduard achter haar, kuste haar
op den hals en riep uit: „Schoon ben je, als Juno,
als Dido, als Aspasia,..."
Toornig keerde Jenny zich om en maakte zich
met geweld uit zijn armen los.
„Je schijnt je niet erg over ons wederzien te
verheugen, Jenny," sprak Eduard.
„De vrees verbant de vreugde," antwoordde zij
diep ademhalende. „Wie komt ook ais een storm
wind de kamer binnengevlogen en veroorlooft zich
vrijheden, waarop hij geen recht heeft?"
„Wat mag ik mij niet veroorloven, kleine, klei
ne," vroeg Eduard vleiend en trachtte haar blik
te ontmoeten.
Jenny lachte; zij was met hem verzoend. „Ik
dacht dat elke verhouding tusschen ons had op
gehouden te bestaan," zeide zij, haar oog snel op
hem vestigende, doch even snel weer van hem
afwendende. „Wat zie je er goed uit, Eduard, de
reis heeft je heele voorkomen in je voordeel ver
anderd."
lang eischte, was er niet de minste ontroering
bij Yje Wijkstra te bespeuren. De uitspraak is
bepaald op 7 Mei.
Buitenland.
Als een donderslag, niet bij helderen, doch
eerder bij een lichtelijk bewolkten hemel, ver-
rastte Parijs de wereld met de mededeeling,
dat de herstel-conferentie als mislukt kon wor
den beschouwd. Dr. Schacht, de leider der
Duitsche deskundigen, had een aanbod gedaan
van 37 annuïteiten van 1650 millioen mark,
hetgeen volgens de geallieerden beduidend te
laag was, doch afgezien hiervan heeft Schacht
een rede gehouden, waarin hij o.a. moet hebben
verklaard, zulks om aan te toonen dat Duitsch-
land niet meer kan betalen:
„Het feit moet in aanmerking worden ge
nomen, dat, ten einde zijn industrieele positie
te handhaven en te ontwikkelen, Duitschland
verplicht is, in veel grootere mate dan andere
industrieele volken van Europa grondstoffen
uit industrieele gebieden in het buitenland te
inporteeren. Ten gevolge van den oorlog is de
industrieele positie van Duitschland, voor zoo
ver de grondstoffenvoorziening betreft, aan
zienlijk achteruitgegaan en Duitschland is be
roofd van het vermogen, zijn eigen bronnen
van grondstoffen in overzeesche gebieden te
openen of te ontwikkelen. Deze verliezen heb
ben een buitengewoon zwaren last gelegd op
de handelsbalans en op de betalingsbalans be
schikbaar voor de herstelbetalingen. Wanneer
Duitschland de verplichtingen, vastgelegd in
dit plan, moet nakomen, zonder meer in de
schuld te geraken bij andere landen, moet
Duitschland in een positie geplaatst worden
waarin het zelf opnieuw de overzeesche grond-
stoffenbronnen kan ontwikkelen met behulp
van zijn eigen productiemiddelen, zijn eigen
valuta en op eigen verantwoording.
Wat betreft de levensmiddelenvoorziening
van Duitschland, is het van het grootste be.
lang, dat de invoer aanzienlijk verminderd
wordt en dat in de plaats daarvan de binnen-
landsche productie aanzienlijk wordt opge
voerd. Met betrekking tot deze kwestie mag
niet vergeten worden, dat Duitschland in het
Oosten belangrijke gebieden verloren heeft,
die een overschot van levensmiddelen produ-
ceeren en dat een geheele provincie, hoofd
zakelijk bestaande uit Landbouwgebied, af
gescheiden is van de rest van het rijk. Daar
door is de welvaart van die provincie afge
nomen en is het rijk zelfs verplicht geregelde
subsidies aan die provincie te verstrekken.
Afdoende maatregelen dienen daarom te wor
den voorbereid om deze ongunstige factoren
weg te nemen, welke de Duitsche betalings
capaciteit aanzienlijk verminderen."
Dit gedeelte der rede van Schacht was de
oorzaak, dat de conferentie geheel mislukt
scheen, aangezien de andere deskundigen hierin
niets anders zagen, dan het informeel te berde
brengen van andere kwesties, zooals Opper-
Silezië en de koloniën, met andere woorden,
herziening der territoriale bepalingen van het
vredestractaat.
De verdere besprekingen werden opgeschort,
het overlijden van iord Reveistoke, Engelsch
gedelegeerde der conferentie, bracht eveneens
nog vertraging en de Duitsche deskundigen
werden naar Berlijn ontboden, voor het uit
brengen van een rapport. Al deze vertraging
was in dit geval juist gewenscht, aangezien het
alsnog gelegenheid schiep, de vastgeloopen be
sprekingen nogmaals op gang te brengen. Van
„De reis was prachtig, en toch heb ik vaak
gewenscht dat je bij me was."
Het meisje zuchtte. „Dat geluk is voor mij niet
weggelegd, mijn noodlot heeft mij hierheen ver
bannen," zij wees naar de eenzame rotsen,
welke tegenover het huis iagen.
„Niet je lot, doch wel de ongelukkige gemoeds
aard van Arthur."
Zij haalde even de schouders op. „Wij hebben
redenen genoeg om te klagen," sprak zij langzaam.
„Het was de dure plicht van papa Dornberg om
onze toekomst door het vermaken van eenig kapi
taal te verzekeren. Indien hij gedacht heeft, dat
het voldoende was de kinderen van een beambte,
die in zijn zaak den dood gevonden heeft, op te
voeden, dan geven wij hem voor deze ellendige
weldaad onzen vloek in het graf mee
„Dat gezegde is napraterij van Arthur; die zal
dat hebben uitgedacht."
„En ai was dit zoo," antwoordde zij geraakt,
„dan heb ik toch de waarheid daarvan dezen
winter moeten erkennen."
„Heb je het dan zoo treurig gehad?"
„Neen, gelukkig ik heb prachtige dagen be
leefd. Wij hebben het stijve huis der Dornbergen
niet gemist en waren verheugd den ontevreden
Arnold niet te zien. Wij willen er verder niets
meer mee te maken hebben, want wij hebben
leeren inzien, dat wij onze beste bedoelingen aan
ondankbaren verspilden, die gewetenloos...."
„Ik begrijp deze predikatie heel slecht," gaf
Eduard ten antwoord. „Ben ik er dan beter aan
toe dan jullie? Laten wij er ons mee troosten, dat
Arnold het even goed met ons meent als onze
overleden pleegvader."
„Ik versmaad zijn weldaden, ik wil niet van hem
Duitsche zijde wordt ontkend dat de Duitsche
deskundigen in verband met Duitschland's
draagkracht politieke eischen hebben gesteld,
en dat het aanroeren van het vraagstuk van
Duitschland's voorziening met grondstoffen,
allerminst beteekent de teruggave van den
Poolschen Corridor of van koloniën.
Na de terugkeer der Duitsche deskundigen
te Parijs, is een korte plenaire zitting der com
missie van experts gehouden, waarbij werd
besloten een nieuwe sub-commissie in te stel
len, waarin alle delegatie-leiders zitting zullen
hebben. Deze commissie zal de voornaamste
punten, waaromtrent overeenstemming is be
reikt, vastleggen en voorts ook trachten een
accoord tot stand te brengen aangaande de
andere punten, waarover men het nog niet
eens kon worden. Door deze officieele ver
klaring werd de gevreesde breuk vermeden en
wordt opnieuw tijd gewonnen ten einde tot
een definitief vergelijk te komen. Hier wordt
nog weer eens duidelijk gedemonstreerd, dat
niet het begin, doch juist het eind zoo ont
zaglijk moeilijk is. En omtrent dit einde is men
momenteel nog niet bijster optimistisch ge
stemd.
Een opgewekter geiuid laat daarentegen de
Voorbereidende Ontwapeningscommissie hoo-
ren. Na een slecht begin over de Russische
voorstellen, waarbij de atmosfeer gevaarlijk
begon te worden en de heeren zich onledig
hielden met het zich verliezen in theoretische
debatten, zonder het geringste uitzicht op
practische resultaten. De heer Gibson, Ameri-
kaansch afgevaardigde, bracht nieuw leven in
de brouwerij door een namens zijn regeering
afgelegde verklaring. Gibson verklaarde dat
de commissie alle cijfers inzake de ontwapening
moet onderzoeken om na te gaan, welke con
cessies elke delegatie kan doen. De ontwape
ningskwestie moet in twee gedeelten worden
gesplitst, bewapening te land en ter zee. De
Vereenigde Staten zijn in de eerste plaats be
langhebbenden bij de bewapening ter zee. De
Amerikaansche regeering ziet geen aanleiding
haar tot nu toe ingenomen standpunt te ver
anderen, volgens hetwelk de eenvoudigste en
meest practische is de tonnage voor de ver
schillende scheepscategoriën vast te stellen,
een methode, die ook als basis heeft gediend
voor de overeenkomst van Washington. De
Vereenigde Staten zijn evenwel bereid het
Fransche compromisvoorstel van 1927 be
treffende het gebruik van de aan de verschil
lende landen toegewezen scheepstonnage in de
verschillende scheepscategoriën aan te nemen.
Deze verklaring is zeer ongunstig ontvangen
en lord Cushendun, de Engelsche regeering,
verklaarde zich onmiddellijk accoord met het
principe en met de opvatting der Amerikaan
sche verklaring.
Tot heden is elke vlootbeperking mislukt
als gevolg van een niet te overbruggen tegen
stelling Engeland-Amerika. Amerika huldigde
tot heden het stelsel der globale tonnage en
hieronder verstond Washington, dat een totale
tonnage tusschen Engeland en Amerika gelijk
moest zijn, doch dat de onderverdeeling van
waschtafel of slaapkamer een doos of tube
Purol. dan hebben ook Uw man en kinderen het
des avonds en des morgens voor de huid en het
onderhoud der handen alsmede vuor haarver-
zorging en scheren altijd bij de hand stian.
(Adv.)
afhankelijk zijn nooit heb ik hem mogen lijden.
Ik weet wel dat hij hoopt, dat ik zijn liefde be
antwoordde
„Zou hij daarop gehoopt hebben," klonk het
veinzend.
„En ik vrees dat hij zich wegens de teleur
stelling op dit punt zelf gewond heeft."
„Dat hij zich daarom van het leven wilde be-
rooven?" klonk het op denzelfden toon.
„Ja, Eduard. Zijn zwaarmoedigheid moet van
dag tot dag toegenomen zijn; hij heeft het niet
langer kunnen uithouden zonder mij te leven."
„Dat is een geheel andere verklaring van het
ongeluk," sprak hij met gehuichelde verwondering.
„Heeft hij misschien van onze verhouding kennis
gekregen?"
Een licht rood kleurde haar wangen; zij sloeg
de handen voor de oogen en liet het hoofd zakken.
„Noem onze kinderlijke genegenheid toch geen
liefde," fluisterde zij.
Eduard staarde haar met verbazing aan. Ge
durende zijn afwezigheid moest zij een goede school
bezocht hebben. Wie kon haar onderwijzer ge
weest zijn? Hij nam een treurig voorkomen aan
en antwoordde: „Je hebt gelijk. Ons was geen hoop
gegeven op den gebruikelijken theater-coup, dat
een welgestelde oom of pleegvader de voor een
huwelijk vereischte middelen verstrekten. O, bei
den zijn wij veel verstandiger geworden!"
Langzaam hief zij het hoofd op, vestigde een
schalkschen blik op hem en vroeg, zijn gemoedelijk
heid bespottende: „Je hebt zooveel van de wereld
gezien, Eduard, is het waar dat men met schoon
heid een gelukkig leven verkrijgen kan?"
Wordt vervolgd.