Adverteert in ..Onze Eilanden" Een flinke Dienstbode ROOILIJNEN. ST00MB00TDIENST Dienstregeling GSELPAPIER advertIntiën WOENSDAG 24 APRIL 1929 Meisjes VERSLAGEN. De slachtoffers der Wraak. gevraagd, voor dag en nacht, niet beneden 20 jaar. Adres: O. SCHMID,Zuidhoek 19 ROTTERDAM. BURGEMEESTER en WETHOU DERS van DIRKSLAND maken be kend, dat de twee Raadsbesluiten van 13 Februari 1929, waarbij, voor gebouwen te plaatsen op perceelen, gelegen langs in die besluiten ge noemde wegen, roolijnen zijn vast gesteld, van 22 April tot en met 6 Mei a.s. voor een ieder op de Gemeente-Secretarie ter inzage zijn gelegd en dat bezwaren daartegen vódr 8 Mei a.s. schriftelijk bij hen kunnen worden ingediend. DIRKSLAND, 18 April 1229. De Secretaris, Dt Burgemeester, J. ROOIJ. C. v. d. POEL. L.B. MIDDELHARN1S-R0TTERDAM v.v. via VLAARDINGEN s.s. „MIDDELHARNIS" aanvangende 7 Oct, 192S van Middelharnis op Maandag en Dinsdag V. Middelbarste 4.36 vm. A. Viaard. 7.00 ra.* A. Rotterdam 8.00 vm. Overige dagen (belL Zoo- en Feestd.) Y.Middelharnls 8.40 vm.A. Viaard. 9.10vm." A. Rotterdam 10.00 vm. A. Brielle 10.20 vm.§ van Rotterdam op Maandag en Dinsdag V.Rotterdam2.15om. V.Viaard.3.00om. A. Middelbands 5.30 om. Overige dagen (beh. Zoo- en Feestd.) Van 7 October t/m 3 November en vanaf 10 Februari, V. Rotterdam 3.00 omV.Viaard. 3.55 nm ft V. Brielle 2.25 om.§ A. Middelbarois 8.20 Van 4 November t/m 9 Februari V. Rotterdam 2.15 om. V. Viaard. 3.00 om. t A. Middelbarois 5.30 om. In aansluiting op den trein van 7.21 vm en 7.12 vm. van Vlaardlngen. In aansluiting op den trein van 9.21 vm. en 9.42 vm. van Vlaardlngen. t In aansluiting op den trein van 14.40 (2.40) en 14.51 nm. (2.51) te Vlaardlngen. ft In aansluiting op den trein van 15.40 (3.40) nm. en 15.51 (3.51) te Vlaardlngen. Te Vlaardlngen overstappen. [1 Op Zaterdag 1.25 n.m. Als Feestdagen zijn ta beschouwen Nieuwjaarsdag, 3a Paaschdag, Hemelvaartsdag 1# Plnketerdas' eo de balde Kerstdagen. Ligplaats Boompjes tegenover Reederljstraat. ERING - DE GOEDKOOPSTE PRIJZEN MODERNE DESSINS VINDT U BIJ EHANGSELPAPIERHANDEL - TELEF. 56702 - ROTTERDAM AGT STAALBOEKEN prijs per kwartaal f 1» Losse nummers 0,07® van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij' contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen jper plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 11E JAARGANG. - N°. 48 Netttraaï-beglnseK Velen verwarren vrijheid met ongebon- enheid, doch ik denk nog meer wordt nbekrompenheid verwisseld met ongebon- lenheid. Lang niet altijd echter behoeft ingebondenheid een ongunstige beteeke- iis te hebben, het is heel wat anders dan jandeloosheid. Ook wordt vaak de beteekenis van neu- ,raal zoo ongunstig beoordeeld. De één iegt: neutraat is onverschillig, de ander zegthet bestaat niet. Niets is minder vaar. Neutraal is zeer wel mogelijk en ge- .uigt zelfs vaak van wereld- en levens wijsheid, van wèloverlegde bezadigdheid, lie zich maar niet onder den indruk van het oogenblik onder de een of andere dag schaart, maar, al mocht zij ook voor een of andere zaak bizondere sympathie gevoelen, dan nog immer ruimte laat ook voor andere opvattingen. Zij, die zich zoo snel gewonnen geven voor een meening, zijn niet de krachtig- sten, niet de betrouwbaarste aanhangers. Een overtuiging moet de vrucht zijn van strijd, ervaring en levenslessen; vereischt dus de aanwezigheid van een onbekrom pen. geest. Het is dan ook niet (tenminste niet uit sluitend) de leus van een of andere partij oi sekte, die de aanhangers te zamen roept, neen, de individueele eigenschap pen van den mensch zijn het, die de groepeering, de samenscholing bewerk stelligt van een bepaalde soort, wijl de bezitter van die eigenschappen zoekt naar geestverwanten, zoodat dus de mentaliteit en het intellectueele peil van een zekere groep vrijwel de doorsnee aangeelt van die der aanhangers onderling. Men kan zich voorstellen, dat de wereld- en levens opvatting van een stupiden mensch niet zal overeenstemmen met die van een in tellectueel. Hoe lager nu de ontwikkeling is van een volk, partij of sekte, des te simpeler tan de stof zijn, om als overtuigings- of propagandadoeleinden te dienen. Wat te denken o.a. van een voorbeeld, dat een zich christelijk noemend blaadje gebruikte, om zijn sektarissen aan te toonen, dat de mensch verbonden is aan God en dat al dus luidde: „Want de boom, die vrijwil zijn en daarom zijn wortelen uit den grond rukt, verliest juist zijn vrijheid en sterft." Een boom dus, die de vrije beschikking heeft over zijn wil en zelf z'n wortels uit nikt, en die deze vrijheidsliefde met den dood moet bekoopen. Zoon zelfmoorde naar, is 'tniet om te grienen. Zoolang nu dergelijke voorbeelden de volgelingen nog imponeeren, dan behoeft men niet te vragen naar het moreele en intellectueele peil van deze 'groep niet al leen, maar ook niet naar dat van den moralist-economist, die hun van dit alles kond doet, en er misschien nog trotsch op is. Het is onbegrijpelijk, dat het op zulke menschen op den duur niet benauwend werkt, steeds hun geest te moeten beper ken binnen dezen engen horizon. Is het wonder, dat deze gebondenheid van den geest, (men noemt dit ook nog gods dienst), voorschrift van een sekte, door Marx opium werd genoemd? Het maakt en houdt den geest immers inderdaad be dwelmd. Dat onze daden in het openbaar ge bonden worden door wetten, dat is recht; het recht immers is dkt geheel van regels, waarnaar de mensch zich in het openbaar heelt te gedragen. Voor zoover de gedra gingen niet verboden of vastgelegd'zijn door het recht, zijn het de natuurwetten, geweten, godsdienst of opvoeding, kortom de moraal, die het gedrag van den mensch bepalen. Doch dat de geest gebonden wordt, dat deze dus in zijn vrije ontwik keling wordt belemmerd door er een dom per van sektarisme op te zetten, dat is de wreedste verkrachting der Goddelijke na tuur. Het blaadje verwart of liever verdoezelt de vrijheid en gebondenheid van het men- schelijk handelen met de vrijheid en ge bondenheid van den geest en het neemt tevens nog de pretentie, de vrijheid, ver kregen door de goddelijke genade, gelijk te stellen met de vrijheid, die zijn sekte zou waarborgen. Een absoluut veto wordt er verder uit gesproken over het liberalisme, socialisme en communisme. Een bewijs alweer van de waanwijze bekrompenheid van geest, van totale onbekendheid met de evolutie, de steeds veranderende ordening in de maatschappelijke verhoudingen. Het neutraal-beginsel is er weer om ook deze -ismen hun bestaansrecht niet te be twisten, laat staan om er dom en brutaal een veto over uit te spreken. Stellig heb ben ook deze stroomingen hun goede zijde, al is het alteen maar, dat zij het ontaarden van andere economische stroo mingen tegen houden. Een en ander levert weer een duidelijk bewijs, hoe verderfelijk het is, als een wetenschap (bijv. geschied- en staathuis houdkunde) maar half wordt gekend, het zij dan dat hier met opzet of door onkun de een verkeerd gebruik ervan is gemaakt. Een eerste vereischte bij deze studie is stellig een breede objectieve opvatting zonder vooroordeel en niet kijken door gekleurde brilleglazen. Wel geen enke'e wetenschap toch wordt bestudeerd om baar zeltswil, doch zal zooveel mogelijk dienstbaar gemaakt worden aan de mart schappelijke samenleving. Een verkeerde ot te bekrompen opvatting beteekent dus een slechte fundeering en is dientenge volge het daarop gebouwde stelsel on bruikbaar. Al kent men gansch de leer- s ellingen van Plato en Aristoteles en kl de economische theorieën van Pierson, Adam Smith, Marx, Lasalle, enz. enz., het is alles van totale onwaarde, als men niet voldoet aan de voorwaarde: „dema terie beheerschen en ze vergelijkenderwijs kunnen beschouwen in het licht der evolu tie, met breede objectieve inzichten, dus eigenlijk van neutraal standpunt. Storend, eerbiedloos doen in het alge meen die sektarische blaadjes aan door het kwistige gebruik van Gods naam. Dat zij er toch spaarzaam mee zijn, en hem niet aanwenden voor elke kleinigheid ten eigen bate; is hij daarvoor niet te kost baar; dat zij er eerst van overtuigd zijn, dat het noemen van dien naam verant woord is voor een zaak Hem waardig. Ieder drage in alle bescheidenheid zijn steentje bij tot het groote bouwwerk van den geest, den kosmos der toekomst, onder architectuur van den Grooten Bouw meester. Zijt niet ijverzuchtig op elkander, dat de een de voorhal en de ander de salon mag bouwen, leder toone zich zijn opdracht waardig; er is geen aanzien des persoons. Gij zult het tezamen bouwen en er ge zamenlijk wonen. A. P. INGEZONDEN MEDEDEEL1NG. Er is geen deugdelijker middel voor het verkrijgen en behouden van een fraaie Huid van Handen en Gelaat, dan Doos 30, 60, Tube 80 ct. PUROL VERSLAG van het verhandelde in de Algemeene Vergadering van de Atd Nieuwe-Tonge en Omstreken der Zuid- HoII. Ver. „Het Groene Kruis", op Woensdag den 17 April 1929, des nam, 6| uur in het Weeshuis te Nieuwe- Tonge. Voorzitter de WelEd. Zeergel. Heer Dr. C. met veel kleiner bedrag voor aankoop volstaan. Waarschijnlijk zal in 1929 weer een belangrijk hoogere som hiervoor besteed moeten worden. Ais een merkwaardige 'zeldzaamheid kan vermeld worden, dat, terwijl men anders nogal eens moeite heeft om een ligtent terug- tekrijgen, na herstel van een zieke, omdat men 't gebruik ervan zoozeer heeft ieeren waar- deeren, dat men 't niet zoo gemakkelijk meer kan afwennen, het bestuur dit jaar een lig tent voortijdig terug moest halen, omdat de ouders gemoedsbezwaren kregen tegen 'tge- bruik ervan, wat we met 't oog op de patient zeer jammer vonden. 11. Wat de wijkverpleging aangaat, heeft de Zuster weer zeer vele diensten bewezen aan onze zieken, terwijl ze ook vele diensten ver leende bij 't geregeld toezicht op allerlei zieken, kraamvrouwen enz. en ook in den vorm van eerste hulpverleening bij afwezigheid van den dokter. 't Blijkt steeds meer, dat een wijkverpleeg ster in een gemeente van eenige beteekenis als voortdurende hulp den zieken en aan den geneeskundige zelve evenzeer noodig is als de dokter zelf. Door de aanstelling van een Zuster wordt het Groene-Kruiswerk voortdurend op hooger plan gebracht ten bate niet alleen der ernstige zieken, maar ook van de geheele volksgezondheid. lil. De tuberculose bestrijding werd voort durend uitgebreid, zoodat thans een 15-tal gezinnen onder toezicht staan en met raad en daad geholpen worden. Gelukkig werd op één uitzondering na door de ouders van harte meegewerkt bij deze bestrijding, zoodat ver wacht mag worden, dat de moeite, die onze Afdeeling zich hiervoor geeft, op den duur goede vruchten zal dragen en tot verminde ring der gevallen van tuberculose op den duur zal leiden. Van Rijkswege kreeg de Afdeeling een subsidie van ruim 500,voor dit werk, welk bedrag besteed werd voor aankoop van artikelen ter verpleging van t.b.c.-patienten, voor een ander deel, ter verbetering van de voeding en de woning van hen en deels ook voor een voorziening bij mogelijke ziekte of invaliditeit onzer Zuster, welke in de eerste plaats dan haar, maar ook onze Vereeniging in dit geval ten goede zou komen. Hoe goed dit gezien was, is reeds gebleken bij de thans van Gelder. De Voorzitter opent de vergadering, heetbestaande ongesteïdheid°der~ Zuster, de aanwezigen hartelijk welkom en deelt de zuster Van de Polder legde aan 't eind van redenen mede, waarom deze vergadering zoo den Cursus voor tuberculosehuisbezoeksters laat wordt gehouden. te Rotterdam, met gunstig gevolg 't daarvoor Daarna verzoekt hij den Secretaris de Notu- ingestelde examen af en zag hiermee een jaar len der vorige vergadering te lezen, welke van ijverige studie beloond, wat ook voor de onveranderd worden vastgesteld en geteekend. t.b.c.-bestrijding onzer Afdeeling van zeer Vervolgens brengt de Secretaris het vol- groot belang was. Verder werd de t.b.c.-film gende Jaarverslag uit: hier vertoond, zoodat de bodem goed was toe- Jaarverstag uitgebracht door den Secretaris bereid voor de werking van het consultatie- FEU1 LLETON. It de periode der Lijfstraffelijke rechtspleging. (UIT HET DU1TSCH.) „Ja, als ik nu nog iets geloofde," bromde Rohr- burg. „U moet met zulke ernstige zaken niet schertsen. Arnold heeft dit geval van een andere zijde beschouwd. Zijn testament was gemaakt, alvorens hij spoorloos verdween en op zijn lesse naar, hier op deze plaats, lag een brief waarin de woorden stonden: „Ik kom öf gezond öf nooit lerug."" „Ik heb de gegronde hoop dat hij in welstand zal wederkeeren." „Mijn God, indien ik dat beleven mocht," riep Rohrburg in geestdrift uit. „In ernst, Rohrburg, gij zult het beleven. Ik heb echter eenige vragen te stellen, alvorens ge uw werkzaamheden hervat." „Gaat uw gang maar; wel heb ik niet veel tijd, maar zoolang zal het ook niet duren," antwoordde de aangesprokene verstrooid en zag naar de andere kamer, waar de twee bedienden zaten en bezig waren een aantal briefjes volgens een groot boek te rangschikken. „Vraag mij slechts; ik luister reeds opmerkzaam toe, al schijnt het ook dat dit niet het geval is." „Ik zou willen weten of het mogelijk is op de ten of andere wijze in het gewelfde vertrek te geraken, waarin de geldkisten staan; natuurlijk behalve door die kleine deur." Hij wees op een houten beschot, dat veeleer op een houten beschot dan op een deur geleek. ,.Dat is onmogelijk," antwoordde de oude heer, zich met onverdeelde aandacht tot Eduard wen dende. „Het gewelf heeft maar één venster?" vroeg Eduard weer. „Boven in den rots, waar geen kat bij kan komen, veel minder een mensch. Neen, in dat opzicht kunnen wij gerust zijn. Veiliger bewaar plaats voor geld bestaat er in de geheele wereld niet. Zelfs den sluwen Franschen mocht het des tijds niet gelukken, onze brandkasten te ontdek ken." Hij lachte en wreef zich in de handen. „Zulk een mechanisme kan men ook op één dag niet uitvinden. Het is het werk van een half menschenleven geweest. Wie de veer niet kent zal nooit binnen kunnen gaan, al had hij de sleutel der deur in de hand. Een enkel persoon mag slechts het geheim weten. Toen mijnheer Arnold vertrekken wilde, toonde hij mij daags te voren onder een voorwendsel op welke wijze deze ingang moest geopend worden. Ik kon mijn verbazing niet bedwingen." „Maar het venster Rohrburg, het venster?" drong Eduard aan. „Geen bezwaar, het is door zware ijzeren staven gesloten en kan van buiten niet geopend worden." „Het stond open, toen men Arnold uit het gewelf voerde!" „Mijnheer had het waarschijnlijk zelf geopend. Men doet het gewoonlijk wijl er een bedompte lucht heerscht en men er meestal verscheidene luren achtereen moet blijven," den Heer Dk. Breesnee. Het jaar 1928 heeft zich voor onze Afdee ling gekenmerkt, door een gestadige uitbrei ding en verstevening van de verschillende takken van den Groene-Kruisdienst. Voor een gemakkelijk overzicht zullen wij deze achtereenvolgens de revue laten passeeren I. Wat het verstrekken van ziekenver- plegingsartikelen betreft, zoo werd hiervan een geregeld en nogal druk gebruik gemaakt, daar ruim 140 maal een artikel in gebruik gegeven werd. Het tijdige terugbezorgen en het goede onderhoud ondervonden den goe den invloed van het toezicht daarop door onze Zuster. Daar in 't vorige verslagjaar zeer veel arti kelen waren aangekocht, konden we dit jaar bureau te Middelharnis. IV. Wat betreft 't Consultatiebureau voor zuigelingen, 't toezicht en de controle op den groei dezer jeugdige wereldburgers resp. burge ressen, is naar wij mogen aannemen niet zonder resultaat geweest. De kinderen groeiden goed op en zagen er bijna allen zeer goed uit. Voor ernstige voedingsstoornissen en de anders nog al eens voorkomende ernstige vormen van eczeem (haar- of dauwworm) bleven ze ge lukkig gespaard, terwijl de zuigelingensterfte onder de gecontroleerden geen offer eischte. 't Bezoek was in sommige tijden niet groot als b.v. strenge koude, groote drukte door werkzaamheden op 't land of in den schoon maaktijd, maar over 't algemeen kan men wel zeggen, dat deze nieuwe instelling hier in goede aarde gevallen is en vooral de jongere moeders er gaarne gebruik van maken, 't Is duidelijk, dat deze consultatiebureau^ mede een der oorzaken zijn, waardoor de zuigelingen thuis onder gunstiger omstandigheden dan vroeger, het eerste levensjaar doormaken, waardoor niet alleen thans veel minder zuigelingen sterven dan vroeger, maar wat ook voor hun geheeien verderen levensgang van groote beteekenis is. Ook voor deze werkzaamheid onzer Wijkzusters is een cursus ingesteld door de Zuid-Hollandsche Ver. t,Het Groene Kruis" en onze Zuster was na 't behalen van haar 4e diploma al dadelijk gaarne bereid ook dezen leergang weer te volgen en zoomogelijk 't daarvoor ingestelde Diploma te verkrijgen, maar heeft helaas, door haar ongesteldheid, slechts éénmaal deze lessen kunnen bijwonen. V. Tenslotte de werkzaamheid der S.B.Z.- Vereeniging. een Onder-Afdeeling onzer Groene Kruis Afdeeling. Ook dit jaar valt hierover slechts goede mededeelingen te rapporteeren. Ze heeft weer heilzaam.en gelukkig gewerkt. Achttien leden zijn op haar kosten in Zieken huizen behandeld of nader onderzocht. Ook de geldelijke toestand-is zeer gunstig. De rech ten der leden behoefden niet alleen niet inge perkt te worden, maar konden zelfs op een belangrijk punt worden uitegebreid bij gelijk blijvende contributies, terwijl ook de vervoers kosten hier geheel vergoed worden, hoe dit ook door onzen Voorzitter als 't snelste en beste wordt voorgeschreven. Desondanks heeft de S.B.Z. Vereeniging een netto saldo van ruim 2000,kunnen boeken, 't Aantal leden is 't afgeloopen jaar weer belangrijk toe genomen en bedraagt thans 70 der bevol king; wel een bewijs dus, dat 't nuttige werk der Vereeniging door deze ten zeerste wordt erkend en gewaardeerd. Vooral aan 't dagelijksch bestuur n.I. de H. H. De Wilde, Nieuwenhuijzen en Buiten huis, mag wel een woord van dank gebracht worden voor het veie werk, dat zij geheel belangeloos voor de S. B.Z. verrichten. Nu de Vereeniging het wel betalen kan, heeft 't be stuur voorgesteld het zeer omvangrijke en tijd- roovende werk van den Penningmeester gel delijk te beloonen, maar de Heer Buitenhyis wilde ook thans nog geheel gratis 't werk blijven verrichten, waarvoor we hem ook van deze plaats in 't bijzonder onze erkentelijk heid willen uitspreken. De Algemeene Ledenvergadering der S.B.Z. besloot zich in beginsel aan te sluiten bij den Bond van Flakkeesche S.B.Z.-Vereenigingen, welke bond in belangrijke mate 't gemeen- I schappelijke doel van deze zal kunnen bevor deren en wel.icht grooten invloed zal kunnen j uitoefenen op de Ziekenhuisverpleging op ons I Eiland. Hiermee meen ik het overzicht over het werk onzer Afdeeling voldoende uitgebracht te hebben. Alles overziende, zouden wij kun nen zeggen, dat de diensten, die 't Groene Kruis aan onze bevolking bewezen heeft, weer vele en van velerlei aard geweest zijn en we zouden dit Jaarverslag in een dankbaren en opgewekten toon kunnen besluiten, ware het niet, dat we, helaas, aan 't eind moeten ver- „En als ik u eens zal bewijzen, dat men ook door het venster in het gewelf kan komen? Als ik het u bewijs, Rohrburg?" „Gekheid! U wilt mij weer beetnemen," ant woordde deze. „Neen, neen. Ik spreek in ernst. De mensch heeft hartstochten, welke zijn verstand scherpen; b.v. voor wraakzucht misschien kan ik u daar in staat is uw spaarzaam hoofdhaar te berge te doen rijzen. Nu wil ik u niet langer ophouden, goeden nacht!" Hij bood den ouden man de hand aan, welke deze drukte. „U blijft toch maar altijd dezelfde," schertste Rohrburg. „U weet heel goed, dat ik nu uit nieuws gierigheid den geheeien nacht niet zal slapen. Maar zoo doet u altijd, geen mensch kunt u met rust laten, vertel mij nu de geschiedenis maar. „Morgen, morgen," viel Eduard hem in de rede, terwijl hij zijn hand losmaakte. Pijlsnel vloog hij de deur uit en liep met dezeldfe haast het lange kantoor voorbij, totdat hij op een open plaats kwam. Hier bleef hij staan en be schouwde de geheele inrichting met het oog van een veldheer die een vesting wil veroveren. Het was een wonderlijke b'ouworde; dit kon men niet ontkennen. Een kegelvormige rots, welke zich zeer hoog verhief en door den invloed van fiet weer zoo glad geworden was, dat men haar voor een kunstproduct zou aanzien, vormde tot een tamelijke hoogte den steun van het gebouw. Eerst had men de kantoorlocalen in dit rotsgewelf gebouwd, daarna werden de andere huizen, al naar mate men ze noodig had, daarnaast opgetrokken, tot de sierlijke woning ten laatste daarvoor ge plaatst was. Nadenkend het hoofd schuddende, liep Eduard de rots om, welke aan den anderen kant met een schuine zijde eindigde, zonder echter veel lager te worden. Achter dezen uitspringenden hoek lag het venster van het bedoelde gewelf. Onderzoekend voelde hij aan den muur, die nog steeds honderd voet hoog was, zonder ladder of touw kon niemand naar boven klimmen, doch naar beneden zou het aan een grooten waaghals kunnen gelukken. Eduard overwoog de mogelijk heid vair dit schelmstuk, nam met uitvorschende blikken de hoogte van het dak tegen die van de rots op, klauterde naar een vooruitstekend punt dat genoegzaam in de nabijheid lag om bij het flauwe schemerlicht een overzicht aan te bieden en kwam nu tot een overtuiging, welke hij onder het slaken van een diepen zucht uitte: „Het gaat waarachtig en geen mensch vermoedde het!" Zijn vlugge geest wierp echter het onbehagelijke van zijn gemoedsstemming spoedig van zich af. Opgeruimd, alsof hem niets overkomen was, wat zijn hart verontrusten kon, trad hij de kamer weer binnen en vond weldra weer gelegenheid zijn plaagzucht aan den dag te leggen. De koetsier Martin wachtte reeds op hem en opende aan den tegenovergestelden kant de deur. om zich aan te melden. Martin was een oude, krachtige, welgebouwde man, een echte zoon der bergen, in wiens oogen trouw en toegenegenheid blonken. Deze goede eigenschappen sloten echter geenzins zekeren aan leg tot list en sluwheid uit. Eduard kende hem in dit opzicht en daar het hem zelden gelukt was den siimmen vogel in het nauw te brengen, ver heugde hij zich, hem ten minste nu vrees aan te kunnen jagen. „Welkom, mijnheer," sprak Martin binnen- (Adv komende, en wierp hem een uitvorschenden blik toe. „Wat is er van uw dienst? Jean zendt mij hierheen. Hebt u zich nog al vermaakt?" „Dank je, Martin; best, maar je welkom is te vroeg, want ik wil dadelijk weer weg. Daarover moest ik je even spreken. Kun je mij overmorgen naar X. rijden?" Met een vreemd gebaar knikte deze tot ant woord. „Je kent den weg daarheen immers en de straat, aan het zuidelijk gedeelte der stad gelegen? Nu, daar moet je mij brengen, de medicinaalraad Me- dinger woont er." Martin stond als aan den grond genageld en zag Eduard strak aan. Zijn gebarenspel drukte schrik en angst uit; evenwel hij sprak hierover geen woord, maar zeide na een beteekenisvolle pauze: „Om hoe laat wil mijnheer het rijtuig voor heb ben?" „Des middags, Martin, des middags," hernam Eduard; half geraakt door deze hardnekkige be reidwilligheid, half geërgerd door de weinige uit werking van zijn schrikbeeld. „Ik moest weten of je mij kon rijden, want anders was het raadzaam met den postillon overeen te komen, reeds morgen te vertrekken. Je kunt me dus helpen, Martin?" „Ja wei, genadige heer," luide het antwoord van den ouden koetsier, hetwelk hij van een grim- migen lach deed vergezeld gaan, die, in woorden overgebracht beteekende: lk rijd u toch niet naar de stille straat en naar den medicinaalraad Me- dinger, waarheen ik mijn armen heer Arnold bren gen moest en al zou de koets omslaan en ver brijzeld worden, ik doe het toch niet...." Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1