GRIEP
2 Paarden, 16 stuks Hoornvee
Het StesnRoienerf met schuur
den inventaris op voormeld erf
Zwijndr. Pootuien
H. VAN NOORT Tuinman
VERKOOPING
VERKOOPING
VERKOOPING
Bouwland
er,
ST00MB00TD1ENST
Dienstregeling
ZATERDAG
2 MAART 1929
KKUSTE BLAD
ROSA MARINA
AKKER'S
Landbouw-Correspondentie.
BLOEMKOOL (6 sootten), ROODE- en
WITTE KOOL, GROENE- en GELE-
SAVOIJE-, SPITSKOOL, KROPSLA, enz.
Vraagt gratis prijscourant van alle plan
ten, legaardappelen, rietmatten, enz.
Telei. 2172 - Zwijndrecht
VAN
Landbouwwerktuigen en
Melkgereedschap,
Op Donderdag 28 Febr.
1929, des voottniddags 9 uur,
ten verzoeke van den Hper JACOB
VEROLME Johszn aan Visschers-
dijk te Middelharnis.
Notaris VAN BUUREN.
Op Donderdag, 2B Februari 1929
bij Inzet in het Café PEEKSTOK,
Op Donderdag, 7 Maart 1929 bij
Afslag in het Café SMITS, beiden
te Stad aan't Haringvliet, des nam.
uur.
te Stad aan 't Haringvliet
en
Op Donderdag 7 Maart 1929, nè
voorschreven afslag:
Ten verzoeke van den Coöperatieven
Kolenbond, aldaar.
3-2 Notaris VAN BUUREN.
van 4.91.50 Hectare (10 gem.
211 roeden Voornsche maat)
in den polder Oostende te Oude
Tonge in 5 perceelen en combinatiën
op Donderdag, 21 Februari 1929,
bij Inzet in het Café Smits,
op Donderdag, 28 Februari 1929,
bij Afslag in het Café Peekstok,
beiden te Stad aan 'i Haringvliet,
telkens des nam. 3 uur, ten verzoeke
van den Heer M. DEN BOER Mz.
te Middelharnis.
NOTARIS VAN BUUREN.
lei een
iaarden
onibel.
SLUIS.
L
MiDDELHARNIS-ROTTERDAM v.y.
via VLAARDINGEN
s.s. „MIDDELHARNIS"
aanvangende 7 Oct, 1928
van Middelharnis
op Maandag en Dinsdag
V. Middelharnis 4.30 vm A. Vlaard. 7.00 vra.*
A. Rotterdam 8.00 vm.
Overige daggen (faeh. Zon- en Fecstd.)
V Middelharnis 6.40 vm.A.Vlaard 9 10vm
A. Rotterdam 10 00 vm. A. Brlelle 10.20 vm.§
van Rotterdam
op Maandag en Dinsdag
V. Rotterdam 2.15 nm V. Vlaard. 3.00 nm. t
A. Middelharnis 5.30 nm.
Overige dagen (beb. Zon- en Feestd.)
Van 7 October t/ma 3 November
en vanal 10 Februari.
V. Rotterdam 3 00 nm Y. Vlaard 3 55nm ff
V. Brlelle 2.25 nm.§ A. Middelharnis 6 20
Van 4 November t/m 9 Febrnarl
V. Rotterdam 2 15 nm. V. Vlaard. 3 00 nm. f
A. Middelharnis 5.30 nm.
In aansluiting op der» trein van 7.21 vm
en 7.12 vm. van Vlaardingen.
In aansluiting op den trein van 9-21 vm.
en 9.42 vm. van Vlaardingen.
f In aansluiting op den trein van 14.40
(2.40) en 14.51 nm. (2.51) re Vierdingen.
t+ in aansluiting op den trein van 15.40
(3.40) nm. en 15.51 (3.51) tc Vlaardingen.
Te Vlaardingen overstappen.
Op Zaterdag 1.25 n.m.
Ale Feestdagen zijn te beechouwen:
Nleawtiaradag, 2e Paanchdag, Hetncli«artsdag
lm Plnketerdac on Ap held® K«r«td»ipen
Ligplaats Boompjes
tegenover Reederijstraat.
delaren
De Centrale Proeltuin
voor
Goeree en Overflakkee
te Middelharnis (Langeweg)
Is op eiken werkdag voor belangstel
lenden GRATIS TOEGANKELIJ K
Desgewenscht geeft de tuinman alle
inlichtingen, die mochten worden ver
langd.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,07'
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent,
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
11E JAARGANG. - N°. 34
Week-revue.
Binnenland.
Zijne majesteit koning winter speelt ons heel
wat parten en allerwegen wordt zeer ver
langend naar zijn vertrek uitgezien. Inplaats
van lieflijke lenteboden, een belofte voor de
toekomst inhoudende, lijkt het vooral langs
de groote rivieren meer op een Poolgezicht.
Losgeraakte ijsschotsen hebben zich hier en
daar gevormd tot gevaarlijke ijsdammen,
welke alleen door aanwending van springstof
fen konden worden bedwongen, dank zij de
hulp van genie en torpedisten.
Wordt er langs onze rivieren niet zonder
zorg uitgezien naar het vertrek van den ver-
trekkenden wintervorst, in onze Tweede
Kamer is de situatie juist omgekeerd en zien
heel wat afgevaardigden niet zonder'onrust
de nadering van den majesteit Jan den Kiezer.
Menigmaal komt deze vrees om het hoekje
kijken. Wat worden er tegen den verkiezings
tijd een groot aantal politieke dobbertjes in
den politieken vijver uitgeworpen, in de zoete
hoop een politiek vischje te bemachtigen. Na
tuurlijk wordt de buit, ook al is ze nog zoo
gering, niet altijd zonder ineer gegund, helaas
maar al te vaak tot schade van het algemeene
belang.
Minister Lambooy slikte deze week met
leeuwenmoed, zooals het een goed militair be
taamt zijn zooveelste nederlaag. Het betrof
zijn voorstel om de Marinewerf te Hellevoet-
sluis op te heffen en die van Willemsoord te
reorganiseeren, van welk voorstel de minister
een bezuiniging verwachtte van ongeveer een
half millioen. Ondanks zijn taaie verdediging
werd de motie Hiemstra (S.D.A.P.) aange
nomen, zoodat er eerst nog eens een commissie
zal komen, om de zaak opnieuw te onder
zoeken. Een normaal mensch kan het aantal
commissies niet meer bijsloffen, weet alleen
dat vele zaken daardoor vaak noodeloos wor
den vertraagd, dat er lijvige dorre rapporten
verschijnen, welke niemand leest, uitgezonderd
wanneer hij den slaap niet kan vatten. Zulks
schijnt dan ook wel een der grootste verdien
sten van deze rapporten te zijn.
Buitenland.
Het Utrechtsche Dagblad heeft zoowel in
het Fransch ais in vertaling den tekst gepubli
ceerd van een tweetal Beglische geheime docu
menten en wel van het in 1920 door België
en Frankrijk gesloten militaire verdrag, als
mede van de interpretatie welke er bij de be
spreking van 1927 tusschen Fransche en Bel
gische generale staven aan is gegeven. De
redactie van genoemd blad beweert deze docu
menten door een zeer toevallige omstandig
heid in handen te hebben gekregen en is van
de' authenticiteit volkomen overtuigd. Deze
documenten zijn te uitvoerig om ze in deze
rubriek weer te geven, doch gezien het groote
belang geven we hier de hoofdpunten weer.
Frankrijk en België hebben zich volgens
verdrag in 1920 over en weer verbonden tot
militairen steun. Mocht Frankrijk in oorlog
raken met Duitschland of met eenige andere
staat, die op een of ander wijze, hoe dan ook,
door Duitschland wordt ondersteund, dan zal
België zijn geheele militaire macht ter be
schikking stellen van Frankrijk. Mocht zich
hetzelfde geval met België voordoen, dan zal
Frankrijk België in dezelfde mate bijspringen.
België verbindt zich tot een minimum steun
van 600.000 man en Frankrijk tot 1.200.000
man. Het onthulde verdrag is aangegaan voor
den tijd van 25 jaar en beide partijen hebben
zich verplicht tot geheimhouding.
Dit verdrag gesloten op een tijdstip dat de
Volkenbond nog in de luierdagen was en nog
zoo zwak dat alleen een heel onschuldig kostje
het leven gaande hield, is allerminst geschikt
om het werk van Genève te bevorderen. Par
tijen waren, omdat ze lid zijn der Volkenbond,
verplicht kennis te geven van het sluiten van
zoo'n verdrag, doch hebben hierbij natuurlijk
wijselijk vergeten de bijzonderheden te ver
melden, hetgeen overigens zeer begrijpelijk is.
Tot zoover draagt de geheele geschiedenis
een nog betrekkelijk onschuldig karakter. De
jaarlijksche interpretaties der genreale staven
maken deze zaak juist zoo in-droevig en ern
stig. Het in 1920 gesloten verdrag tusschen
Frankrijk en België, beperkt het aantal tegen
standers van België tot twee, n.l. Duitschland
en Nederland en die van Frankrijk tot drie,
n.l. Duitschland, Italië en mogelijk ook Spanje.
Het duo Frankrijk-Beigië, waarbij België ge
heel naar de Fransche pijpen danst, schijnt
naderhand te zijn uitgebreid tot een trio, door
het sluiten van een Belgisch-Engelsch verdrag
in 1927, dat geenerlei wijzigingen bracht in het
Fransch-Belgisch verdrag, doch die wel ver
andering bracht in de ontworpen plannen der
Fransche en Belgische generale staven. Ieder
jaar hielden deze heeren volgens deze onthul
lingen contact en werden er alle voorbereiden
de militaire maatregelen besproken, welke bij
een eventueele oorlog direct ten uitvoer zou
den worden gebracht.
Bij deze besprekingen schijnt het dan al heel
zonderling te zijn toegegaan en vooral de
tegen ons land getroffen en besproken maar
regelen werpen wel een heel eigenaardig en
schril licht op de mentaliteit dezer militaire
deskundigen. België heeft zich verbonden tot
het aanleggen van een net van strategische
spoorlijnen, die voor verreweg het grootste
gedeelte recht op ons land zijn gericht. De
1 Engelsche militaire attaché, die in deze be
sprekingen schijnbaar werd betrokken, ging
nog een stapje verder en ontvouwde plannen
j om onder zekere omstandigheden (een oorlog
J met Duitschland) gezamenlijk met de Belgische
troepen een inval te doen in Zeeuwsch-Vlaan
deren. Deze plannen zijn verworpen, doch wat
de heeren nadien bekokstoofden is minstens
even erg. De Engelsche troepen zullen in
samenwerking met een deel der Belgische
troepen regelrecht op Duitschland aanmar-
cheeren en wel door Nederlandsch Limburg en
wel volgens de wegen:
1Iteren-Meersen-Valkenburg-Bocholt.
2. Elsloo-Sittard-Wekr.
3. Visserweet-Susteren-Havert.
Om dezen doortocht, waardoor noodzake
lijkerwijs over goede en voldoende aanmarsch-
wegen moet kunnen worden beschikt, ver
plicht België zich tot het nemen van voor
bereidende maatregelen, als wegverlenging van
verschillende op Belgisch gebied gelegen
wegen en dergelijke. De 2e sectie der Belgi
sche generale staf verwacht op deze punten
slechts zwakke Nederlandsche strijdkrachten
en verklaart zich in staat de uitvoering dezer
doortocht te verzekeren.
Dit moet dus beteekenen, dat we reeds bij
voorbaat bij een eventueel conflict zijn ver-
FEUILLETON
DOOR
MELATI VAN JAVA.
51)
Zij bloosde hevig en sloeg de oogen neer. „Ja,
nog altijd!"
„Het kan niet, kind, het kan niet. Begrijp goed,
de eenige kans tot geluk voor je hangt af van
Frank, van je man! Nu je alles weet, mag ik je
niet langer hier houden!"
Zij wrong de handen in wanhoop en zag hulpe
loos naar hem op.
„Ik kan niet meer leven zonder u!" riep zij
eensklaps op hartstochtelijken toon uit.
Hij werd nog bleeker dan hij het reeds was; hij
nam haar hand in de zijne, vaderlijker, vriende
lijker dan ooit te voren.
„Rose," sprak hij, „wees verstandig! Hoe kan
je zooveel houden van iemand, die je niets dan
afschuw moet inboezemen, ik ben immers de
moordenaar van je vader!"
Zij trok zich eensklaps huiverend terug.
„Zie je wel, je keert je vol afschuw van mij af!
En je hebt gelijk, dat alleen verdien ik van je,
niets meer! Dag Rose, tot straks! Denk nu over
't geen je plicht als dochter en als vrouw van je
vordert. En zeg me dan wat je besloten hebt!"
Nu klonk zijn stem streng, bijna gebiedend.
Rose bleef een oogenblik alleen staan; toen sloeg
zij de handen voor het gelaat en riep uit:
„O God! Wat ben ik toch slecht! Hoe kan ik
zoo slecht zijn!"
Zij verliet het huis en snelde naar de zee, die
woelig en onstuimig bruiste, als sidderde zij nog
bij de herinnering aan haar hevige ontroering van
gisteren. Aan het strand bleef zij staan; het klotsen
der wilde golven was zoo in overeenstemming met
haar oproerig hart, zij verstond hun stem, die
met haar gemoed in harmonie weerklonk.
De duisternis viel reeds toen zij thuiskwam. De
dokter zat aan zijn lessenaar met het hoofd in
de handen; zij naderde hem en sprak half fluiste
rend:
„Dokter, wil u aan Frank schrijven, dat ik hem
wacht?"
„Heel goed, kind; ik doe het van avond nog."
De dokter schreef, maar Frank kwam niet en
dienzelfden nacht werd Rose-Marie zwaar ziek;
een hevige zenuwkoorts openbaarde zich en de
doktei vroeg zich angstig af:
„Zal ik dan van 't leven van vader en dochter
de verantwoordelijkheid moeten dragen?"
XXIV.
Na het overhaaste vertrek van Dr. Adrichem
met Rose had Frank een zonderlingen tijd door
leefd; hij bleef eerst een poosje in Amsterdam,
alsof er niets gebeurd was, maar toen bekroop hem
weer de oude zwerfzucht; hij vertrok naar Enge
land en Schotland, dwaalde door musea en parti
culiere kabinetten, maakte schetsen in eenzame
zeedorpen en kon nergens rust vinden. Overal
vervolgde hem de herinnering aan een paar oogen,
zoo diep van uitdrukking als de zee, maar even
sjacherd en dat de Engelschen, die zich in
1914 in den strijd wierpen om het onrecht
België door Duitschland aangedaan te be
straffen, er nu geen been in vinden om ons
land hetzelfde lot te laten ondergaan. Schan
delijker plannen zijn eenvoudig niet denkbaar.
Neutraliteitsverklaring onzerzijds bij een
mogelijk conflict zou ons niets baten, doch
ook ons in een oorlog meeslepen tegen wil en
dank. De eigen verontwaardiging over den
inval in België zijn de heeren blijkbaar reeds
lang vergeten, hun geheugen is daarvoor te
kort, vooral als het in eigen kraam en wat
voor een kraam, te pas komt. Plechtig af
gelegde verklaringen over ontwapening en
handhaving en bevestiging der wereldvrede,
liet blijken, indien de onthullingen juist zijn,
niets anders dan holle woorden waaraan elk
geloof moet worden ontzegd, zoolang niet on
omwonden vaststaat dat het Utrechtsch Dag
blad het slachtoffer is geworden van een in
fame schurkenstreek.
De heeren spreken zoo graag van defensieve
verdragen, doch wat de heeren hieronder ver
staan, leert ons hun uitlegging van het woord
agressie in art. 8 van de interpretaties, waarin
o.a. ten opzichte van ons land te lezen staat:
„Aan den anderen kant hebben de onderhan
delingen sedert 8 jaar (1927) tusschen Neder
land en België gevoerd op het gebied der
waterwegen maatregelen van Nederland uit
gelokt, en zullen zij die nog uitlokken, welke
eventueel als onvriendelijk en zelfs als agres]
sief kunnen worden beschouwd."
„Nou breekt m'n klomp", placht mijn
grootvader zaliger te zeggen, als hij zich
ergens sterk over verwonderde, doch had de
brave man zoo'n onzin gelezen, hij zou stellig
meer klompen gebroken hebben, dan hij heel
zijn leven in zijn tuintje heeft versleten. Uit
deze verklaring hebben we dus te lezen, dat
wij in de onderhandelingen met België heel
gedwee en zoet alles zullen hebben te slikken,
wat Brussel, gesteund door Parijs, belieft te
wenschen. Opzitten en pootjesgeven zou dan
het parool worden, willen we niet de kans
loopen, dat onze houding als agressief wordt
aangemerkt, wettigende een oorlogsdaad. Het
is niet de eerste maal dat militairen een merk
waardig gebrek aan logica demonstreeren.
Vanzelfsprekend heeft de onthulling van het
Utrechtsch Dagblad over heel de wereld zeer
veel opschudding en commentaar verwekt.
Zoowel Brussel, Parijs als Londen waren er
als de kippen bij en hebben de onthullingen
van liet Utrechtsch Dagblad tegengesproken,
doch de wijze waarop dit tot heden is geschied
is ten eenenmale onvoldoende te achten om
het ontstane wantrouwen te doen verdwijnen.
Officieele dements staan met de waarheid
helaas meer dan eens op zeer slechten voet, of
wat erger is, soms op geen enkelen voet en
moeten daarom onder de grootste reserve wor
den aanvaard. Waar het zulke ernstige be
schuldigingen betreffen, kan hier met eenige
officieele ontkenningen zonder meer niet wor
den volstaan. Een diepgaand onderzoek moet
hier uitmaken wie gelijk heeft en of het hier
een vervalsching betreft. Moeilijk is een derge
lijk onderzoek geenszins en als Brussel en
Parijs onschuldig zijn, dan kunnen ze ook
moed vinden het aan te durven. Doofpot-
politiek, hoe graag de heeren zich hiervan ook
bedienen, zou bier funest zijn en zou zooals
het Engelsche blad Daily Mail opmerkte, het
torpedeeren der wereldvrede beteekenen.
Sinds een tiental jaren is er allerwegen
geijverd voor een bestendiging en bevestiging
der wereldvrede. Langzaam en schuchter zijn
de eerste schreden gezet en hebben diverse
kopstukken ons meer dan eens verzekerd, dat
de basis was gelegd enz. enz. Welk een offers
zijn daarvoor niet gebracht en nauwelijks is,
er leven in liet teere kasplantje, dat vrede
heet, te bespeuren, of deze onthullingen strij
ken er als een ijzige nachtvorst overheen en
alles hangt troosteloos en stervend neer.
Allerlei vragen dringen zich nu op, doch in
het huidige stadium heeft het geen zin hierop
direct in te gaan. Ook de critiek van eenige
Belgische bladen en met name die der Etoiie
Beige, uitmuntende door een hatelijkheden aan
het Utrechtsch Dagblad in het bijzonder en
aan de Nederlanders in het algemeen, zijn van
veranderlijk en tintelend als de oppervlakte der
golven. Die oogen zagen hem beurtelings spottend
en verwijtend aan; hij wist niet of zij aan Rose-
Marie of wel aan Rosa Marina toebehoorden, en
eindelijk werd het verlangen hem te sterk en te
krachtig; hij verliet Engeland, besluiteloos waar
hij gaan zou, naar zijn atelier bij Parijs, waar zijn
half voltooide schilderij hem wachtte, of naar
Duinwijk, om zijn vrouw te gaan zien.
Nog vóórdat hij het wist kwam hij in Amsterdam
aan, verraste zijn moeder aan tafel en vertrok
nog dien middag.
„Blijf je lang weg?" riep mevrouw Van Haeren
hem na.
,,!k weet het nog niet; misschien kom ik van
avond thuis, misschien ook het volgende jaar."
„Als men het maar weet!" zeide zijn moeder
knorrig. „En mocht ik in dien tijd op sterven
liggen, waar moeten ze je dan vinden?"
„Och kom, moeder, zoo'n vaart zal het niet
loopenI"
Hij vertrok naar Duinwijk; daags tevoren had
zijn oom geschreven of hij nu zijn vrouw mocht
komen bezoeken, maar hij had geen geduld het
antwoord af te wachteneen onverklaarbare macht
dreef hem naar zee; hij verliet de stoomtram nog
vóór het dorp en besloot langs het strand naar
den dokter te wandelen.
Het was er nu zoo prachtig! De donkere
wolken joegen nog woest en toornig dooréén, in
de verte smolten zij samen met de bruin-grijze
golven, waarover het schuim in groote vlokken
zweefde. Zijn ziel werd geheel vervuld door het
wilde zeegezicht, en wat noch kunst, noch men-
schen hadden vermocht, dat deed de oproerige
natuur; hij vergat voor een oogenblik het doel van
INGEZONDEN MEDEDEELiNG.
Ween
Als Gij niet mee wilt doen aan de
griep, die Uw vrienden, kennissen en
familieleden heeft aangetast, neem dan
zoodra de eerste verschijnselen dezer
lang niet ongevaarlijke ziekte zich
In Uw omgeving voordoen, nkele
malen daags de bacteriën doodende
Akker's Abdijsi oop. Een zeer bijzon
dere bereidingswijze heeft het moge
lijk gemaakt in Akker's Abdij; roop
de levende krach'en van 'een aantal
van ouds bekende geneeck'achtige
kruiden in verschen toestand te bewa
ren. De ontsmettende, genezende en
versterkende eigenschappen dezer krui
den nu doen zich bij het voorkomen
en bestrijden van de griep dadelijk
gevoelen na een kort gebruik van
Per koker: f 1.50, f 2.75, f 4.50
minder belang. De leugens der Etoiie Beige
kunnen hoogstens door de weinige lezers van
dat blad worden geslikt. Over eenige dagen
zullen eenige aangekondigde interpellaties
misschien meer licht in deze droeve geschiede
nis, brengen Hoe meer licht hoe beter. Diep
het mes er in, want vooral hier. geldt het:
„Zachte dokters, stinkende wonden".
We hebben reeds zooveel ruimte in beslag
genomen, dat we over de verdere berichten
al heel kort moeten zijn. In vergelijking met
bovenstaande zijn ze ook slechts van secun
dair belang.
Te Parijs zijn de financieele experts al bit
ter weinig opgeschoten en ziet het er zelfs met
de kans van slagen niet al te vet uit. Mager
wordt het daar en het ziet er zelfs naar uit,
dat de heeren nog magerder zullen worden,
d.w.z. wat de kans op een goede oplossing
betreft.
De Fransche regeering en ook het ministerie
Baldwin in Engeland zijn de laatste week op
het randje aan een nederlaag ontsnapt. In
beide gevallen betrof het een stemming over
een onbelangrijk punt, waarbij het ministerie
Poincaré er slechts met een meerderheid van
5 stemmen doorglipte, hetgeen een dubbeltje
op zijn kant is voor een kamer met 600 afge
vaardigden, terwijl Baldwin slechts kans zag
aan een zekere nederlaag te ontsnappen, door
uitstel der stemming te vragen.
De Engelsche regeering zit heelemaal in een
beroerde positie door bovenstaande onthul
lingen, want het staat vast, dat zoowel La
bour als Liberalen hier duchtig gebruik van
zullen maken in den verkiezingsstrijd, welke
over eenige maanden in Engeland wordt ge
houden. De tot heden tusschentijdsche ver
kiezingen hebben in den regel nederlaag op
nederlaag voor de conservatieven gebracht en
de gebeurtenissen der laatste dagen doen zeker
geen goed aan de regeering.
De laatste berichten uit Afganistan melden,
dat de gezanten uit Kaboel zijn vertrokken,
mitsgaders hun personeel, aangezien de toe
stand, als gevolg van den nog altijd voort-
durenden strijd tusschen de verschillende
troonpretendenten te gevaarlijk wordt. Een
onzer groote dagbladen maakte de boosaardige
opmerking dat het de heeren diplomaten al
net gaat als de ratten en dat ook zij het
wrak geslagen schip verlaten, alvorens het
zinkt. Hoopvol klinkt dit niet voor Afganistan.
B. te S. Omtrent Uw opvatting van juiste
opgave zal misschien niet iedereen het met U
ééns zijn.
Velen zullen, als ze consequent willen zijn,
wel degelijk beweren, dat het een valsche ge
tuigenis is tegenover uw naasten. Immers men
onderteekent een biljet, dat men naar waar
heid heeft opgegeven, en doet men dat nu
niet, dan heeft Uw naaste bijv. menschen
met vaste controleerbare salarissen in zoo
verre onder die valsche getuigenis te lijden,
dat hij meer moet betalen, daar immers onder
elke voorwaarde het bedrag der begrooting
verkregen moet worden. Dat verder het zoo
genaamde smokkelen vaak ingebeelde winst is,
toonde ik U reeds in ons nummer van Febr.
j.i. en bewijze nog tevens het volgende: Zeer
in vertrouwen en gewichtig vertelde ons eens
iemand, dat hij kans had gezien, wel 1500,
te smokkelen. Wij Heten hem toen eens rustig
vertellen, wat alzoo de kosten van zijn bedrijf
waren per jaar, en wij noteerden intusschen.
We kwamen toen tot het verrassende resultaat,
dat de man ƒ1700,zuivere bedrijfskosten
van zijn aangifte had kunnen aftrekken, waar
hij heelemaal niet aan had gedacht, ja eigen
lijk niet eens goed wist, dat dat wel geoorloofd
was.
Deze man had dus in de eerste plaats zijn
geweten niet behoeven te bezwaren en had bij
een richtige boekhouding een juiste opgave
zijn tocht, de droevige oogen van Rose-Marie, om
geheel op te gaan in Rósa-Marina, zijn schepping;
vol verrukking nam hij het spel der vreemde tinten
en der grillige lijnen van golven en wolken in zich
op. Plotseling brak de zon zich een opening door j
de wolken; een vreemdsoortige, rossige, ziekelijke]
gele gloed kwam tusschen de saamgepakte donkere i
gevaarten glimmen en wierp haar valsch, schel
licht over het strand en de zee, over het dorp en
over een vrouwengestalte, die eenige stappen ver
der vlak aan den oever stond.
Zij baadde zich geheel in den zonderlingen licht
stroom, haar geel-grijs kleedje scheen louter uit
zonnestralen geweven, haar eene hand hield op de
schouders de plooien vast. van een in den wind
wapperenden doek, die zich los en sierlijk om haar
drapeerde; haar hoofd was onbedekt, de wind
speelde vrij met haar losse haren, die een vurige
tint aannamen; ook haar gelaat gloeide tegen
den zwarten achtergrond ginds aan den horizon,
in haar oogen flikkerde het licht met violette
weerglansen. Zij staarde onafgewend in de ruimte,
zonder iets te zien of iets te hooren en van wat
rondom haar gebeurde, en Frank bleef staan, be
vangen door een emotie, zoo groot en overweldi
gend als hij nooit gevoeld had. Rose-Marie, maar
aan haar dacht hij niet meer, het was zijn werk
zooals hij het zich gedroomd had, zooals het zijn
en worden moest; eensklaps wist hij wat hem te
doen stond, wat zijn Rosa-Marina noodig had om
schoon en levend te worden. Hij bleef onbeweeglijk,
totdat de zon weer schuil ging achter de wolken
en het geheimzinnige licht uitdoofde. Rose-Marie
verroerde zich nog niet; hij sloop heen, keerde
naar het dorp terug, nam de tram en vertrok nog
denzelfden avond naar Parijs.
Hij werkte hard, weken lang; zijn talent brak
zich baan door alle gewoonten, door alle aan
geleerde kunst heen, natuurlijk en vrij. Rosa-
Marina verscheen op het doek, een meesterstuk
van kleuren, maar ook van teekening, zonder het
conventioneele der oudere richting, zonder het
eigenaardige van de nieuwe. Zee en vrouw waren
één, uit beide scheen het licht te stralen in breede,
krachtige stroomen. Wat vroeg zij aan de zee?
Wat antwoordde deze haar?
Maar hoe meer hij werkte aan de teedere vrou
wengestalte, zooals zij daar verrees, eenzaam en
verlaten tusschen de wilde zee en de sombere
lucht, hoe warmer zijn gevoel werd voor haar, die
hem toen enkel verschenen was als de verpersoon
lijking van zijn idee; hij kon zich niet losrukken
van zijn werk, en toch smachtte hij naar haar
blik, naar haar stem, en toen zijn diepe impressie
weergegeven was, voelde hij een leegte in zijn
binnenste, een leegte door geen kunst meer te
vullen.
„Nu moet ik naar haar. Nu kan ik haar ont
beren als model, maar ik kan niet leven zonder
haar.zonder mijn vrouw."
En nog denzelfden avond verliet hij zijn schil
derij en spoorde naar Amsterdam.
„Ben je daar nu al?" vroeg Meta, bij wijze van
welkomstgroet. „Ik dacht dat wij je pas tegen het
volgende jaar konden verwachten."
Hij glimlachte gedwongen en zij merkte dat hij
er slecht uitzag.
„Scheelt je iets?" vroeg zij bezorgd.
„Mij? Neen! Maar ik heb hard gewerkt, mijn
schilderij is af."
(Wordt vervolgd).