GRIEP 2 Paarden, 16 stuks Hoornvee Het StesnRoienerf met schuur den inventaris op voormeld erf Zwijndr. Pootuien H. VAN NOORT Tuinman VERKOOPING VERKOOPING VERKOOPING Bouwland er, ST00MB00TD1ENST Dienstregeling ZATERDAG 2 MAART 1929 KKUSTE BLAD ROSA MARINA AKKER'S Landbouw-Correspondentie. BLOEMKOOL (6 sootten), ROODE- en WITTE KOOL, GROENE- en GELE- SAVOIJE-, SPITSKOOL, KROPSLA, enz. Vraagt gratis prijscourant van alle plan ten, legaardappelen, rietmatten, enz. Telei. 2172 - Zwijndrecht VAN Landbouwwerktuigen en Melkgereedschap, Op Donderdag 28 Febr. 1929, des voottniddags 9 uur, ten verzoeke van den Hper JACOB VEROLME Johszn aan Visschers- dijk te Middelharnis. Notaris VAN BUUREN. Op Donderdag, 2B Februari 1929 bij Inzet in het Café PEEKSTOK, Op Donderdag, 7 Maart 1929 bij Afslag in het Café SMITS, beiden te Stad aan't Haringvliet, des nam. uur. te Stad aan 't Haringvliet en Op Donderdag 7 Maart 1929, nè voorschreven afslag: Ten verzoeke van den Coöperatieven Kolenbond, aldaar. 3-2 Notaris VAN BUUREN. van 4.91.50 Hectare (10 gem. 211 roeden Voornsche maat) in den polder Oostende te Oude Tonge in 5 perceelen en combinatiën op Donderdag, 21 Februari 1929, bij Inzet in het Café Smits, op Donderdag, 28 Februari 1929, bij Afslag in het Café Peekstok, beiden te Stad aan 'i Haringvliet, telkens des nam. 3 uur, ten verzoeke van den Heer M. DEN BOER Mz. te Middelharnis. NOTARIS VAN BUUREN. lei een iaarden onibel. SLUIS. L MiDDELHARNIS-ROTTERDAM v.y. via VLAARDINGEN s.s. „MIDDELHARNIS" aanvangende 7 Oct, 1928 van Middelharnis op Maandag en Dinsdag V. Middelharnis 4.30 vm A. Vlaard. 7.00 vra.* A. Rotterdam 8.00 vm. Overige daggen (faeh. Zon- en Fecstd.) V Middelharnis 6.40 vm.A.Vlaard 9 10vm A. Rotterdam 10 00 vm. A. Brlelle 10.20 vm.§ van Rotterdam op Maandag en Dinsdag V. Rotterdam 2.15 nm V. Vlaard. 3.00 nm. t A. Middelharnis 5.30 nm. Overige dagen (beb. Zon- en Feestd.) Van 7 October t/ma 3 November en vanal 10 Februari. V. Rotterdam 3 00 nm Y. Vlaard 3 55nm ff V. Brlelle 2.25 nm.§ A. Middelharnis 6 20 Van 4 November t/m 9 Febrnarl V. Rotterdam 2 15 nm. V. Vlaard. 3 00 nm. f A. Middelharnis 5.30 nm. In aansluiting op der» trein van 7.21 vm en 7.12 vm. van Vlaardingen. In aansluiting op den trein van 9-21 vm. en 9.42 vm. van Vlaardingen. f In aansluiting op den trein van 14.40 (2.40) en 14.51 nm. (2.51) re Vierdingen. t+ in aansluiting op den trein van 15.40 (3.40) nm. en 15.51 (3.51) tc Vlaardingen. Te Vlaardingen overstappen. Op Zaterdag 1.25 n.m. Ale Feestdagen zijn te beechouwen: Nleawtiaradag, 2e Paanchdag, Hetncli«artsdag lm Plnketerdac on Ap held® K«r«td»ipen Ligplaats Boompjes tegenover Reederijstraat. delaren De Centrale Proeltuin voor Goeree en Overflakkee te Middelharnis (Langeweg) Is op eiken werkdag voor belangstel lenden GRATIS TOEGANKELIJ K Desgewenscht geeft de tuinman alle inlichtingen, die mochten worden ver langd. Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,07' ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent, Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 11E JAARGANG. - N°. 34 Week-revue. Binnenland. Zijne majesteit koning winter speelt ons heel wat parten en allerwegen wordt zeer ver langend naar zijn vertrek uitgezien. Inplaats van lieflijke lenteboden, een belofte voor de toekomst inhoudende, lijkt het vooral langs de groote rivieren meer op een Poolgezicht. Losgeraakte ijsschotsen hebben zich hier en daar gevormd tot gevaarlijke ijsdammen, welke alleen door aanwending van springstof fen konden worden bedwongen, dank zij de hulp van genie en torpedisten. Wordt er langs onze rivieren niet zonder zorg uitgezien naar het vertrek van den ver- trekkenden wintervorst, in onze Tweede Kamer is de situatie juist omgekeerd en zien heel wat afgevaardigden niet zonder'onrust de nadering van den majesteit Jan den Kiezer. Menigmaal komt deze vrees om het hoekje kijken. Wat worden er tegen den verkiezings tijd een groot aantal politieke dobbertjes in den politieken vijver uitgeworpen, in de zoete hoop een politiek vischje te bemachtigen. Na tuurlijk wordt de buit, ook al is ze nog zoo gering, niet altijd zonder ineer gegund, helaas maar al te vaak tot schade van het algemeene belang. Minister Lambooy slikte deze week met leeuwenmoed, zooals het een goed militair be taamt zijn zooveelste nederlaag. Het betrof zijn voorstel om de Marinewerf te Hellevoet- sluis op te heffen en die van Willemsoord te reorganiseeren, van welk voorstel de minister een bezuiniging verwachtte van ongeveer een half millioen. Ondanks zijn taaie verdediging werd de motie Hiemstra (S.D.A.P.) aange nomen, zoodat er eerst nog eens een commissie zal komen, om de zaak opnieuw te onder zoeken. Een normaal mensch kan het aantal commissies niet meer bijsloffen, weet alleen dat vele zaken daardoor vaak noodeloos wor den vertraagd, dat er lijvige dorre rapporten verschijnen, welke niemand leest, uitgezonderd wanneer hij den slaap niet kan vatten. Zulks schijnt dan ook wel een der grootste verdien sten van deze rapporten te zijn. Buitenland. Het Utrechtsche Dagblad heeft zoowel in het Fransch ais in vertaling den tekst gepubli ceerd van een tweetal Beglische geheime docu menten en wel van het in 1920 door België en Frankrijk gesloten militaire verdrag, als mede van de interpretatie welke er bij de be spreking van 1927 tusschen Fransche en Bel gische generale staven aan is gegeven. De redactie van genoemd blad beweert deze docu menten door een zeer toevallige omstandig heid in handen te hebben gekregen en is van de' authenticiteit volkomen overtuigd. Deze documenten zijn te uitvoerig om ze in deze rubriek weer te geven, doch gezien het groote belang geven we hier de hoofdpunten weer. Frankrijk en België hebben zich volgens verdrag in 1920 over en weer verbonden tot militairen steun. Mocht Frankrijk in oorlog raken met Duitschland of met eenige andere staat, die op een of ander wijze, hoe dan ook, door Duitschland wordt ondersteund, dan zal België zijn geheele militaire macht ter be schikking stellen van Frankrijk. Mocht zich hetzelfde geval met België voordoen, dan zal Frankrijk België in dezelfde mate bijspringen. België verbindt zich tot een minimum steun van 600.000 man en Frankrijk tot 1.200.000 man. Het onthulde verdrag is aangegaan voor den tijd van 25 jaar en beide partijen hebben zich verplicht tot geheimhouding. Dit verdrag gesloten op een tijdstip dat de Volkenbond nog in de luierdagen was en nog zoo zwak dat alleen een heel onschuldig kostje het leven gaande hield, is allerminst geschikt om het werk van Genève te bevorderen. Par tijen waren, omdat ze lid zijn der Volkenbond, verplicht kennis te geven van het sluiten van zoo'n verdrag, doch hebben hierbij natuurlijk wijselijk vergeten de bijzonderheden te ver melden, hetgeen overigens zeer begrijpelijk is. Tot zoover draagt de geheele geschiedenis een nog betrekkelijk onschuldig karakter. De jaarlijksche interpretaties der genreale staven maken deze zaak juist zoo in-droevig en ern stig. Het in 1920 gesloten verdrag tusschen Frankrijk en België, beperkt het aantal tegen standers van België tot twee, n.l. Duitschland en Nederland en die van Frankrijk tot drie, n.l. Duitschland, Italië en mogelijk ook Spanje. Het duo Frankrijk-Beigië, waarbij België ge heel naar de Fransche pijpen danst, schijnt naderhand te zijn uitgebreid tot een trio, door het sluiten van een Belgisch-Engelsch verdrag in 1927, dat geenerlei wijzigingen bracht in het Fransch-Belgisch verdrag, doch die wel ver andering bracht in de ontworpen plannen der Fransche en Belgische generale staven. Ieder jaar hielden deze heeren volgens deze onthul lingen contact en werden er alle voorbereiden de militaire maatregelen besproken, welke bij een eventueele oorlog direct ten uitvoer zou den worden gebracht. Bij deze besprekingen schijnt het dan al heel zonderling te zijn toegegaan en vooral de tegen ons land getroffen en besproken maar regelen werpen wel een heel eigenaardig en schril licht op de mentaliteit dezer militaire deskundigen. België heeft zich verbonden tot het aanleggen van een net van strategische spoorlijnen, die voor verreweg het grootste gedeelte recht op ons land zijn gericht. De 1 Engelsche militaire attaché, die in deze be sprekingen schijnbaar werd betrokken, ging nog een stapje verder en ontvouwde plannen j om onder zekere omstandigheden (een oorlog J met Duitschland) gezamenlijk met de Belgische troepen een inval te doen in Zeeuwsch-Vlaan deren. Deze plannen zijn verworpen, doch wat de heeren nadien bekokstoofden is minstens even erg. De Engelsche troepen zullen in samenwerking met een deel der Belgische troepen regelrecht op Duitschland aanmar- cheeren en wel door Nederlandsch Limburg en wel volgens de wegen: 1Iteren-Meersen-Valkenburg-Bocholt. 2. Elsloo-Sittard-Wekr. 3. Visserweet-Susteren-Havert. Om dezen doortocht, waardoor noodzake lijkerwijs over goede en voldoende aanmarsch- wegen moet kunnen worden beschikt, ver plicht België zich tot het nemen van voor bereidende maatregelen, als wegverlenging van verschillende op Belgisch gebied gelegen wegen en dergelijke. De 2e sectie der Belgi sche generale staf verwacht op deze punten slechts zwakke Nederlandsche strijdkrachten en verklaart zich in staat de uitvoering dezer doortocht te verzekeren. Dit moet dus beteekenen, dat we reeds bij voorbaat bij een eventueel conflict zijn ver- FEUILLETON DOOR MELATI VAN JAVA. 51) Zij bloosde hevig en sloeg de oogen neer. „Ja, nog altijd!" „Het kan niet, kind, het kan niet. Begrijp goed, de eenige kans tot geluk voor je hangt af van Frank, van je man! Nu je alles weet, mag ik je niet langer hier houden!" Zij wrong de handen in wanhoop en zag hulpe loos naar hem op. „Ik kan niet meer leven zonder u!" riep zij eensklaps op hartstochtelijken toon uit. Hij werd nog bleeker dan hij het reeds was; hij nam haar hand in de zijne, vaderlijker, vriende lijker dan ooit te voren. „Rose," sprak hij, „wees verstandig! Hoe kan je zooveel houden van iemand, die je niets dan afschuw moet inboezemen, ik ben immers de moordenaar van je vader!" Zij trok zich eensklaps huiverend terug. „Zie je wel, je keert je vol afschuw van mij af! En je hebt gelijk, dat alleen verdien ik van je, niets meer! Dag Rose, tot straks! Denk nu over 't geen je plicht als dochter en als vrouw van je vordert. En zeg me dan wat je besloten hebt!" Nu klonk zijn stem streng, bijna gebiedend. Rose bleef een oogenblik alleen staan; toen sloeg zij de handen voor het gelaat en riep uit: „O God! Wat ben ik toch slecht! Hoe kan ik zoo slecht zijn!" Zij verliet het huis en snelde naar de zee, die woelig en onstuimig bruiste, als sidderde zij nog bij de herinnering aan haar hevige ontroering van gisteren. Aan het strand bleef zij staan; het klotsen der wilde golven was zoo in overeenstemming met haar oproerig hart, zij verstond hun stem, die met haar gemoed in harmonie weerklonk. De duisternis viel reeds toen zij thuiskwam. De dokter zat aan zijn lessenaar met het hoofd in de handen; zij naderde hem en sprak half fluiste rend: „Dokter, wil u aan Frank schrijven, dat ik hem wacht?" „Heel goed, kind; ik doe het van avond nog." De dokter schreef, maar Frank kwam niet en dienzelfden nacht werd Rose-Marie zwaar ziek; een hevige zenuwkoorts openbaarde zich en de doktei vroeg zich angstig af: „Zal ik dan van 't leven van vader en dochter de verantwoordelijkheid moeten dragen?" XXIV. Na het overhaaste vertrek van Dr. Adrichem met Rose had Frank een zonderlingen tijd door leefd; hij bleef eerst een poosje in Amsterdam, alsof er niets gebeurd was, maar toen bekroop hem weer de oude zwerfzucht; hij vertrok naar Enge land en Schotland, dwaalde door musea en parti culiere kabinetten, maakte schetsen in eenzame zeedorpen en kon nergens rust vinden. Overal vervolgde hem de herinnering aan een paar oogen, zoo diep van uitdrukking als de zee, maar even sjacherd en dat de Engelschen, die zich in 1914 in den strijd wierpen om het onrecht België door Duitschland aangedaan te be straffen, er nu geen been in vinden om ons land hetzelfde lot te laten ondergaan. Schan delijker plannen zijn eenvoudig niet denkbaar. Neutraliteitsverklaring onzerzijds bij een mogelijk conflict zou ons niets baten, doch ook ons in een oorlog meeslepen tegen wil en dank. De eigen verontwaardiging over den inval in België zijn de heeren blijkbaar reeds lang vergeten, hun geheugen is daarvoor te kort, vooral als het in eigen kraam en wat voor een kraam, te pas komt. Plechtig af gelegde verklaringen over ontwapening en handhaving en bevestiging der wereldvrede, liet blijken, indien de onthullingen juist zijn, niets anders dan holle woorden waaraan elk geloof moet worden ontzegd, zoolang niet on omwonden vaststaat dat het Utrechtsch Dag blad het slachtoffer is geworden van een in fame schurkenstreek. De heeren spreken zoo graag van defensieve verdragen, doch wat de heeren hieronder ver staan, leert ons hun uitlegging van het woord agressie in art. 8 van de interpretaties, waarin o.a. ten opzichte van ons land te lezen staat: „Aan den anderen kant hebben de onderhan delingen sedert 8 jaar (1927) tusschen Neder land en België gevoerd op het gebied der waterwegen maatregelen van Nederland uit gelokt, en zullen zij die nog uitlokken, welke eventueel als onvriendelijk en zelfs als agres] sief kunnen worden beschouwd." „Nou breekt m'n klomp", placht mijn grootvader zaliger te zeggen, als hij zich ergens sterk over verwonderde, doch had de brave man zoo'n onzin gelezen, hij zou stellig meer klompen gebroken hebben, dan hij heel zijn leven in zijn tuintje heeft versleten. Uit deze verklaring hebben we dus te lezen, dat wij in de onderhandelingen met België heel gedwee en zoet alles zullen hebben te slikken, wat Brussel, gesteund door Parijs, belieft te wenschen. Opzitten en pootjesgeven zou dan het parool worden, willen we niet de kans loopen, dat onze houding als agressief wordt aangemerkt, wettigende een oorlogsdaad. Het is niet de eerste maal dat militairen een merk waardig gebrek aan logica demonstreeren. Vanzelfsprekend heeft de onthulling van het Utrechtsch Dagblad over heel de wereld zeer veel opschudding en commentaar verwekt. Zoowel Brussel, Parijs als Londen waren er als de kippen bij en hebben de onthullingen van liet Utrechtsch Dagblad tegengesproken, doch de wijze waarop dit tot heden is geschied is ten eenenmale onvoldoende te achten om het ontstane wantrouwen te doen verdwijnen. Officieele dements staan met de waarheid helaas meer dan eens op zeer slechten voet, of wat erger is, soms op geen enkelen voet en moeten daarom onder de grootste reserve wor den aanvaard. Waar het zulke ernstige be schuldigingen betreffen, kan hier met eenige officieele ontkenningen zonder meer niet wor den volstaan. Een diepgaand onderzoek moet hier uitmaken wie gelijk heeft en of het hier een vervalsching betreft. Moeilijk is een derge lijk onderzoek geenszins en als Brussel en Parijs onschuldig zijn, dan kunnen ze ook moed vinden het aan te durven. Doofpot- politiek, hoe graag de heeren zich hiervan ook bedienen, zou bier funest zijn en zou zooals het Engelsche blad Daily Mail opmerkte, het torpedeeren der wereldvrede beteekenen. Sinds een tiental jaren is er allerwegen geijverd voor een bestendiging en bevestiging der wereldvrede. Langzaam en schuchter zijn de eerste schreden gezet en hebben diverse kopstukken ons meer dan eens verzekerd, dat de basis was gelegd enz. enz. Welk een offers zijn daarvoor niet gebracht en nauwelijks is, er leven in liet teere kasplantje, dat vrede heet, te bespeuren, of deze onthullingen strij ken er als een ijzige nachtvorst overheen en alles hangt troosteloos en stervend neer. Allerlei vragen dringen zich nu op, doch in het huidige stadium heeft het geen zin hierop direct in te gaan. Ook de critiek van eenige Belgische bladen en met name die der Etoiie Beige, uitmuntende door een hatelijkheden aan het Utrechtsch Dagblad in het bijzonder en aan de Nederlanders in het algemeen, zijn van veranderlijk en tintelend als de oppervlakte der golven. Die oogen zagen hem beurtelings spottend en verwijtend aan; hij wist niet of zij aan Rose- Marie of wel aan Rosa Marina toebehoorden, en eindelijk werd het verlangen hem te sterk en te krachtig; hij verliet Engeland, besluiteloos waar hij gaan zou, naar zijn atelier bij Parijs, waar zijn half voltooide schilderij hem wachtte, of naar Duinwijk, om zijn vrouw te gaan zien. Nog vóórdat hij het wist kwam hij in Amsterdam aan, verraste zijn moeder aan tafel en vertrok nog dien middag. „Blijf je lang weg?" riep mevrouw Van Haeren hem na. ,,!k weet het nog niet; misschien kom ik van avond thuis, misschien ook het volgende jaar." „Als men het maar weet!" zeide zijn moeder knorrig. „En mocht ik in dien tijd op sterven liggen, waar moeten ze je dan vinden?" „Och kom, moeder, zoo'n vaart zal het niet loopenI" Hij vertrok naar Duinwijk; daags tevoren had zijn oom geschreven of hij nu zijn vrouw mocht komen bezoeken, maar hij had geen geduld het antwoord af te wachteneen onverklaarbare macht dreef hem naar zee; hij verliet de stoomtram nog vóór het dorp en besloot langs het strand naar den dokter te wandelen. Het was er nu zoo prachtig! De donkere wolken joegen nog woest en toornig dooréén, in de verte smolten zij samen met de bruin-grijze golven, waarover het schuim in groote vlokken zweefde. Zijn ziel werd geheel vervuld door het wilde zeegezicht, en wat noch kunst, noch men- schen hadden vermocht, dat deed de oproerige natuur; hij vergat voor een oogenblik het doel van INGEZONDEN MEDEDEELiNG. Ween Als Gij niet mee wilt doen aan de griep, die Uw vrienden, kennissen en familieleden heeft aangetast, neem dan zoodra de eerste verschijnselen dezer lang niet ongevaarlijke ziekte zich In Uw omgeving voordoen, nkele malen daags de bacteriën doodende Akker's Abdijsi oop. Een zeer bijzon dere bereidingswijze heeft het moge lijk gemaakt in Akker's Abdij; roop de levende krach'en van 'een aantal van ouds bekende geneeck'achtige kruiden in verschen toestand te bewa ren. De ontsmettende, genezende en versterkende eigenschappen dezer krui den nu doen zich bij het voorkomen en bestrijden van de griep dadelijk gevoelen na een kort gebruik van Per koker: f 1.50, f 2.75, f 4.50 minder belang. De leugens der Etoiie Beige kunnen hoogstens door de weinige lezers van dat blad worden geslikt. Over eenige dagen zullen eenige aangekondigde interpellaties misschien meer licht in deze droeve geschiede nis, brengen Hoe meer licht hoe beter. Diep het mes er in, want vooral hier. geldt het: „Zachte dokters, stinkende wonden". We hebben reeds zooveel ruimte in beslag genomen, dat we over de verdere berichten al heel kort moeten zijn. In vergelijking met bovenstaande zijn ze ook slechts van secun dair belang. Te Parijs zijn de financieele experts al bit ter weinig opgeschoten en ziet het er zelfs met de kans van slagen niet al te vet uit. Mager wordt het daar en het ziet er zelfs naar uit, dat de heeren nog magerder zullen worden, d.w.z. wat de kans op een goede oplossing betreft. De Fransche regeering en ook het ministerie Baldwin in Engeland zijn de laatste week op het randje aan een nederlaag ontsnapt. In beide gevallen betrof het een stemming over een onbelangrijk punt, waarbij het ministerie Poincaré er slechts met een meerderheid van 5 stemmen doorglipte, hetgeen een dubbeltje op zijn kant is voor een kamer met 600 afge vaardigden, terwijl Baldwin slechts kans zag aan een zekere nederlaag te ontsnappen, door uitstel der stemming te vragen. De Engelsche regeering zit heelemaal in een beroerde positie door bovenstaande onthul lingen, want het staat vast, dat zoowel La bour als Liberalen hier duchtig gebruik van zullen maken in den verkiezingsstrijd, welke over eenige maanden in Engeland wordt ge houden. De tot heden tusschentijdsche ver kiezingen hebben in den regel nederlaag op nederlaag voor de conservatieven gebracht en de gebeurtenissen der laatste dagen doen zeker geen goed aan de regeering. De laatste berichten uit Afganistan melden, dat de gezanten uit Kaboel zijn vertrokken, mitsgaders hun personeel, aangezien de toe stand, als gevolg van den nog altijd voort- durenden strijd tusschen de verschillende troonpretendenten te gevaarlijk wordt. Een onzer groote dagbladen maakte de boosaardige opmerking dat het de heeren diplomaten al net gaat als de ratten en dat ook zij het wrak geslagen schip verlaten, alvorens het zinkt. Hoopvol klinkt dit niet voor Afganistan. B. te S. Omtrent Uw opvatting van juiste opgave zal misschien niet iedereen het met U ééns zijn. Velen zullen, als ze consequent willen zijn, wel degelijk beweren, dat het een valsche ge tuigenis is tegenover uw naasten. Immers men onderteekent een biljet, dat men naar waar heid heeft opgegeven, en doet men dat nu niet, dan heeft Uw naaste bijv. menschen met vaste controleerbare salarissen in zoo verre onder die valsche getuigenis te lijden, dat hij meer moet betalen, daar immers onder elke voorwaarde het bedrag der begrooting verkregen moet worden. Dat verder het zoo genaamde smokkelen vaak ingebeelde winst is, toonde ik U reeds in ons nummer van Febr. j.i. en bewijze nog tevens het volgende: Zeer in vertrouwen en gewichtig vertelde ons eens iemand, dat hij kans had gezien, wel 1500, te smokkelen. Wij Heten hem toen eens rustig vertellen, wat alzoo de kosten van zijn bedrijf waren per jaar, en wij noteerden intusschen. We kwamen toen tot het verrassende resultaat, dat de man ƒ1700,zuivere bedrijfskosten van zijn aangifte had kunnen aftrekken, waar hij heelemaal niet aan had gedacht, ja eigen lijk niet eens goed wist, dat dat wel geoorloofd was. Deze man had dus in de eerste plaats zijn geweten niet behoeven te bezwaren en had bij een richtige boekhouding een juiste opgave zijn tocht, de droevige oogen van Rose-Marie, om geheel op te gaan in Rósa-Marina, zijn schepping; vol verrukking nam hij het spel der vreemde tinten en der grillige lijnen van golven en wolken in zich op. Plotseling brak de zon zich een opening door j de wolken; een vreemdsoortige, rossige, ziekelijke] gele gloed kwam tusschen de saamgepakte donkere i gevaarten glimmen en wierp haar valsch, schel licht over het strand en de zee, over het dorp en over een vrouwengestalte, die eenige stappen ver der vlak aan den oever stond. Zij baadde zich geheel in den zonderlingen licht stroom, haar geel-grijs kleedje scheen louter uit zonnestralen geweven, haar eene hand hield op de schouders de plooien vast. van een in den wind wapperenden doek, die zich los en sierlijk om haar drapeerde; haar hoofd was onbedekt, de wind speelde vrij met haar losse haren, die een vurige tint aannamen; ook haar gelaat gloeide tegen den zwarten achtergrond ginds aan den horizon, in haar oogen flikkerde het licht met violette weerglansen. Zij staarde onafgewend in de ruimte, zonder iets te zien of iets te hooren en van wat rondom haar gebeurde, en Frank bleef staan, be vangen door een emotie, zoo groot en overweldi gend als hij nooit gevoeld had. Rose-Marie, maar aan haar dacht hij niet meer, het was zijn werk zooals hij het zich gedroomd had, zooals het zijn en worden moest; eensklaps wist hij wat hem te doen stond, wat zijn Rosa-Marina noodig had om schoon en levend te worden. Hij bleef onbeweeglijk, totdat de zon weer schuil ging achter de wolken en het geheimzinnige licht uitdoofde. Rose-Marie verroerde zich nog niet; hij sloop heen, keerde naar het dorp terug, nam de tram en vertrok nog denzelfden avond naar Parijs. Hij werkte hard, weken lang; zijn talent brak zich baan door alle gewoonten, door alle aan geleerde kunst heen, natuurlijk en vrij. Rosa- Marina verscheen op het doek, een meesterstuk van kleuren, maar ook van teekening, zonder het conventioneele der oudere richting, zonder het eigenaardige van de nieuwe. Zee en vrouw waren één, uit beide scheen het licht te stralen in breede, krachtige stroomen. Wat vroeg zij aan de zee? Wat antwoordde deze haar? Maar hoe meer hij werkte aan de teedere vrou wengestalte, zooals zij daar verrees, eenzaam en verlaten tusschen de wilde zee en de sombere lucht, hoe warmer zijn gevoel werd voor haar, die hem toen enkel verschenen was als de verpersoon lijking van zijn idee; hij kon zich niet losrukken van zijn werk, en toch smachtte hij naar haar blik, naar haar stem, en toen zijn diepe impressie weergegeven was, voelde hij een leegte in zijn binnenste, een leegte door geen kunst meer te vullen. „Nu moet ik naar haar. Nu kan ik haar ont beren als model, maar ik kan niet leven zonder haar.zonder mijn vrouw." En nog denzelfden avond verliet hij zijn schil derij en spoorde naar Amsterdam. „Ben je daar nu al?" vroeg Meta, bij wijze van welkomstgroet. „Ik dacht dat wij je pas tegen het volgende jaar konden verwachten." Hij glimlachte gedwongen en zij merkte dat hij er slecht uitzag. „Scheelt je iets?" vroeg zij bezorgd. „Mij? Neen! Maar ik heb hard gewerkt, mijn schilderij is af." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1