ers A.M.
iguinose
ar»RE
Scent
EERSTE BLAD
bij Griep en Influenza
:wijs van echtheid
op elke poeder A.M..
ZATERDAG
23 FEBRUARI 1929
Ijs-ellende en nog wat.
Geïsoleerd.
FEUI LLETON.
ROSA MARINA
Winterteenen
Landbouw-Corresponderïtie.
IMUNHARDT'S
Let vooral op den naam Sanapfrln daar deze tabletten
wettig beiehcrmd zijn tegen namaak en vcrvalschlng
Prijs 25. -10 en 75 ct.
(Adv.)
in de straten van de steden waren gesigna
leerd. Een ingesteld onderzoek bracht aan het
licht, dat de meeste kinderen uit de tehuizen
waren gevlucht, die onder toezicht van het
volkscommissariaat van Onderwijs stonden en
als oorzaak daarvan moesten dan de onbevre
digende toestanden in bedoelde inrichtingen
worden genoemd. Het schijnt, dat de beamb
ten van bovengenoemd volkscommissariaat
op zonderlinge wijze met de arme zwervers
omsprongen, want in het verslag worden ver
schillende verwijten geuit, die aantoonen, dat
de heeren van opvoedkunde niet de minste
notitie hadden.
Dat deze ongetwijfeld juiste critiek evenwel
niet alleen een humanitaire strekking heeft,
doch ook uit persoonlijke kwesties voortspruit,
kan men opmaken uit het feit, dat de speciale
commissie zich bijzonder getaakr toonde toen
van wege het volkscommissariaat aan het
cijfer van circa 100.000 toezichtloozen werd
vastgehouden. Daar de commissie als resultaat
van haar arbeid over een vol jaar de verwij
dering van 21.000 kinderen van de straat mede
deelde, weJk aantal tegenover een totaal van
100.000 toezichtloozen niet zeer veel betee-
kent, werd krachtig tegen laatstgenoemd cijfer
geprotesteerd, wij het aan eigen verdiensten
ernstig afbreuk deedg Een totaal van ongeveer
100.000 toezichtlooze kinderen is echter een
cijfer, dat steeds van Sovjet-zijde als juist is
erkend, zoodat in een geheel jaar slechts een
vijfde gedeelte van de opgedragen taak is
vervuld.
Hier blijkt opnieuw zeer duidelijk, dat de
Sovjets ten opzichte van de zwervende weezen
weder in gebreke zijn gebleven en dat er nog
minstens 80.000 dier armen in de Russische
stenden rondslenteren.
kETTEN ZIJN GELDIG
moede, zenuwzwakte, is meestal het gansche
!n de spijsverteering, gebrek aan eetlust; een
teint; dat zijn alle teekenen dat de sappen
!oed niet is wat het wezen moet.
is de Sanguinose ,het" middel dat u helpt,
jij slapeloosheid; gebrek aan kracht;gedurige
SE; zij bevat de voedingszouten uit de plan-
lie gemakkelijk in het bloed wordt opgenomen.
bloedlichaampjes; maakt uw bloed weer ge-
an uw lichaam binnenkort dat gevoel van op-
volmaakte gezondheid behoort,
per flacon f 2.-, 6 fl. 11.—12 fl. f 21.—.
meeste Apothekers en goede Drogisten.
HT U VOOR NAMAAK.
De Riemerstraat 2c/4, Den Haag.
verdrijft men spoedig met
jsjes van 6 stuks 45 Ct.
de goede drogisten.
Let hierop!
Prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,076
ADVERTF.NTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
11E JAARGANG. - N°. 32
Donderdagmorgen. Het is een verve
lende geschiedenis geworden.
Vorst is aanvankelijk wel aardig: je kan
schaatsenrijden; er komt sneeuw, je ziet arren
er komt nog meer kou; nog meer sneeuw
en dan nog al strenger kou.
Zaterdagavond gaf het persbericht van Vaz
Dias via Hilversum om 10 uur wereldkundig,
dat ons eiland in dezelfde vervelende geschie
denis gaat verkeeren als Ameland als Texel
als Urk als Schokland als Terschelling
als....
sk
Als alle Duitsche Waddeneilanden, als de
eilanden van Denemarken als vele schepen
in de Oostzee.
Geïsoleerd (zij het soms even verbroken, als
het de boot gelukt er door te komen)
En terwijl we dit heden schrijven, schijnt
de zon buiten heerlijk; de bloemen zijn dank
zij de zon van de ramen, maar in de schaduw
vriest het toch weer een 7 8 graden
Herzegd: het dreigt neen het is een zeer
vervelende geschiedenis.
Urk: een zielig klein eilandje met een paar
honderd menschen, zonder handel, zonder in
dustrie, verkeert in een zeer groot voorrecht.
Het staat wèl in de belangstelling van onze
regeering. Het wordt voorzien van post; heb
ben we het wèl voor, zij het dan eens in de
twee dagen.
Heden Donderdag za! de tramboot probeerert
er door te komen, om ook óns eens te voorzien
van post en brieven.
Vanaf Dinsdagmorgen hebben we geen kran
ten en brieven meer ontvangen. Brieven na
Maandag gedateerd zijn niet in ons bezit ge
komen.
Wij benijden Urk, dat zielig kleine eilandje
met zijn paar honderd menschen, zonder han
del, zonder industrie, dat weet wanneer de
post komt.
En wij vragen ons af; in deemoed, in af
wachting: „Waarom ook wij niet?"
Waarom grijpt onze regeering niet in om
ons te helpen aan onze post, aan onze kranten?
Waarom moeten wij Flakkeeënaars
blijven wachten of de kloeke pogingen van
de Minister van der Sleijden zullen gelukken
om ons te beposten.
Waarom
Flakkee; een vruchtbaar eiland met 32.000
inwoners; waarom krijgen wij niet onze post
per vliegtuig, zooais Terschelling, zooals Ame
land, zooals Urk...
Er zijn raadsels in deze wereld.
Groote raadsels en dit is er een.
Wij weten niet hoe lang deze koude nog zal
aanhouden.
Aanstaande Zondag is het maan hebben
we het wel voor. En volgens de weerkundigen
is er dan de kans dat het weer omslaat.
Het zij zoo.
Maar als het wéér eens niet omslaat...
Als de almanak volgens geruchte eens
waar was, die het tot nu toe raadde en die meldt
dat de koude zal duren tot half Maart ver
volgens storm; daarna kou tot Juli, ter af
wisseling een hittegolf en a/s dessert, een zeer
wrange, alweer kou...
De Nederlandsche Maagd is een allerliefste
juffrouw; maar ze dommelt.
Want ze hoort niet dat haar kindertjes on
tevreden worden en mopperen.
Ais een kind honger heeft, huilt het, dreint
het, plaagt het het wil gesust worden en
gevoed.
En wij, Flakkeeënaars zijn dat kind, dat
ontevreden is gaan worden, omdat we ons ver
ongelijkt en veronachtzaamd voelen.
Wij vernamen bij geruchte dat de regeering
er nog niets voor voelt om per vliegtuig de
post te gaan vervoeren naar ons eiland, in
dezen lastigen tijd.
En wij vragen ons af in gemoede, waarom
betalen wij belasting?
Hebben we niet een keurkorps van mili
taire vliegeniers?
We hebben ze bewonderd als ze vlogen en
cirkelden, draaiden en tolden, planeerden, ste'
gen en daalden boven de groote heide van
Soesterberg. Waarom deze kloeke menschen
niet even opgecommandeerd om in plaats van
een paar uren doelloos vliegen boven hei :-
voorziet die eilanden van post en van couran
ten. Monteert even af de mitrailleurs en bom-
menwerptoestellen om in die ruimte de post
zakken te leggen voor de geïsoleerde eilanden?
Is het werk des vredes niet belangrijker dan
het werk des oorlogsü!
Mijn waarde lezeres en lezer. Gij zult na
tuurlijk zeggen, we zijn knap vervelend met
ons aandringen op snelvervoer van onze post.
Maar aangezien ons eiland een welvarend
eiland is, met vele zakenlieden, is het gevolg
dat die post een zeer belangrijke is. Wanneer
de post éen dag weg blijft, nou dan kunnen
we er eens onzen schouder over ophalen.
Maar nu blijft die post, als het de boot gelukt
om hedenmiddag binnen te komen, al twee en
een halven dag weg, en volgende week mis
schien drie of vier
En die post bevat geld, chèques, postwis
sels, zakenbrieven, afrekeningen.
Meer dan we misschien zoo denken.
En is geld niet het middelpunt waar onze
heele wereld om draait?
Op Kraaienisse is nu al een paar maal een
vliegtuig neergestreken voor het halen van
een zieke, de familie of het brengen van eilan
ders, die uitgevroren waren.
Per vliegtuig is deze afstand Rotterdam-
Dirksland een 10 of 15 minuten vliegen. Per
vliegtuig kost het 120. Via dezen wegikanjdus
ons eiland verlaten worden. Wanneer er dus
een 10-tal menschen weg willen, dan kost dat
12,per persoon. Enkele reis.
Voor zieken of menschen, die dringend weg
moeten duur, maar zeker.
Wij hebben op het Havenhoofd van Mid
delharnis gestaan.
Het was nevelig en, natuurlijk, erg koud.
En in plaats van donker water, en in plaats
van witgekuifde golfjes zagen we niets dan
ijs.
DOOR
MELATI VAN JAVA.
49)
Het ontbijt stond gereed en Rose-Marie zat met
een handwerkje op haar gewone plaats; haar op
gewondenheid was voorbij, zij scheen kalm, zelfs
een weinig mat, zij zag wat bleek en haar oogen
waren zwart omkringd.
De dokter kwam binnen en zij wenschte hem
goedenmorgen.
„Heb je goed geslapen?" vroeg hij belangstel
lend.
„O ja, buiten verwachting; dat komt zeker van
die druppels?"
Hij glimlachte. „Ja, dat kan wel."
„En u is nog uit geweest, vertelde de juffrouw.
Zij is zoo uit haar humeur, ik weet niet hoe het
komt; gisteren was zij, voor haar doen, nogal
aardig en hartelijk."
,,'t Weer zit haar in het hoofd, denk ik. Stoor
je er niet aan!"
Zij ontbeten samen; de dokter vertelde nu van
zijn tochten van gisteravond en van bijzonder
heden, die hij gedurende het tweede gedeelte van
den nacht over den storm had vernomen, en toen
het ontbijt afgeloopen was, stond hij op om een
paar visites in het dorp te maken. Rose-Marie
bleef hem in den weg staan.
Onze lezers in Indië, de oud-FIakkeeënaars
in Amerika, die deze regels zullen lezen; vooral
hen, die leven in de schaduw van palmen, en
rubber- en kinaboomen zullen geen begrip kun
nen krijgen van het schouwspel dat het toe-
geschotste Haringvliet biedt.
Groote, dikke schotsen, soms ter dikte van
een halven meter, schuiven aan; op, tegen en
soms over den keiendam, ijsbergen vormen zich
en de zwemplaats in den zomer, waar in de
hitte, o zalige herinnering, de Flakkeesche
jongelingschap verkoeling zoekt, is het Pool
land. En alleen de stroom Vuile Gat 't
Middeiharnissche Havenhoofd Hoornsche
Hoofden, Hellevoetsluis is af en toe eens be
wegende ijsmassa met enorme schotsen;
wit besneeuwd.
Even voor de feile vorst inviel arriveerde
er te Middelharnis gelukkig een groote schuit
met koien. Aan brandstoffen zullen we hier
de eerste weken nog geen gebrek hebben. In
andere plaatsen schijnt het minder te zijn, van
Dirksland hoorden we op dit punt minder
gunstige berichten.
Rotterdam houdt zijn havens open per ijs-
breker. En het ware te wenschen dat wij,
Flakkeeënaars de handen op dit punt in elkaar
sloegen.
Er wordt hier braaf getheoretiseerd en braaf
gepolitiseerd.
Maar we schieten er niets mee op. Absoluut
niet. We hebben in stilte; zij het met groote
minachting dien politieken onzin aangehoord
van de partijen. De eene partij komt met de
machtspreuk „Kerk" ais devies, en de andere
beweert dat ze nog fijner is.
En het is allemaal larie.
Want met dat alles schieten we niet op.
De Flakkeesche menschen worden verpoli
tiekt en veridioot
Aan 't adres van de Flakkeesche kopstuk
ken.
En het resultaat.
Nihil Absoluut nihil.
Dank zij die vervloekte politiek is Flakkee
achterlijk geworden.
Dank zij de mom van godsdienst zijn we
hier lamgeslagen en hulpeloos.
Dank zij de politiek hebben we geen water
leiding geen electriciteit niets.
En dank zij die politiek staan we machte
loos met ons 32.000 menschen, machteloos
en lamgeslagen.
Waar blijft de krachtige actie, die ons helpt
om ons zelf vooruit te helpen. De kloof is
zoo groot, dat samenwerking onmogelijk schijnt
of lijkt?
Waar blijven nu, nu er al voorziening had
getroffen moeten worden, de politieke kop
stukken, waar de h.h. burgemeesters, waar de
h.h. wethouders en waar de h.h. gemeente
raadsleden
Het is belachelijk, en het is droevig.
Toen voor een paar weken, die vorst aj
maar ging doorzetten en toen we eiken dag
ontdekten dat 's morgens de temperatuur al
lager en lager werd, toen de kranten meldden
dat de temperaturen van 1890 geslagen waren
en we vorst hadden van tot 18 graden Ceicius
toen hadden die heeren hun hoofden bij elkaar
moeten steken en moeten zeggen het woord
dat onze vroegere hoofdredacteur Van Zuylen
schreef in deze kolommen;
Alles benutten samenwerken.
Toen hadden al die heeren want voor
twee weken was het al grijs met het ijs moe
ten samen komen en bespreken, hoe ze moeiten
handelen in dezen met den steeds grooteren
ijsgang.
Want dat Stellendam onbruikbaar was ge
worden door de verlegde zandplaat, was be
kend.
Toen hadden ze moeten doen, wat Rotter-
INQEZONDEN MEDEDEELING.
De gruwelijke jeuk ver
dwijnt onmiddellijk met
AKKER',
KLOOSTERBALSEM,
zuivert - verzacht
geneest
P;,Geen goud
zoo goed."
Maar aangezien we. verpolitiekt zijn, aange
zien we hier een zwart rokje hebben en aange
zien we hier 13 gemeenten hebben, o schuldige
speling van het noodlotsgetal zitten we vast
en half of drie-kwart gesïoleerd, en blijven
dat.
En wanneer over eeriige weken hopelijk de
vorst weg is, dan gaan we door en bekijken die
standpunten van een verpolitiekten kant. En
redeneeren zoo'n strenge en langdurige winter
is maar eens in de dertig jaar.
En leeren niets, absoluut niets en nog eens
niets van dit heele geval.
Omdat we, herzegd, met zijn dertienen om
en op de Flakkeesche tafel zitten.
J- B.
„Oom," begon zij met neergeslagen oogen en
gebogen hoofd, in de houding van een schuldige,
die gratie vraagt, „was u gisteravond boos op me,
omdat ik mij zoo ongerust had gemaakt en zoo
dol deed? Ik was zoo blij u weer te zien; ik wist
niet wat ik deed."
De dokter lachte vriendelijk.
„Wel neen, Rose, wel neen! Ik was niet boos,
maar om je de waarheid te zeggen, had ik liever
dat je je een beetje had goed gehouden voor
juffrouw Bol. Zij weet natuurlijk niet in welke
verhouding wij tot elkander staan, en vindt het
misschien vreemd dat je zoo ongerust bent om
iemand, die je in niets bestaat."
Hij tikte haar op de wang en schoof haar op
zijde; haar oogen straalden weer.
„En is u toch niet boos, oompje?"
„Neen, zeker niet. Tot straks!"
En toch wilde de last, die Rose-Marie op het
hart drukte, maar niet wijken; zij vond vandaag
alles even somber.
„Wij hebben het mooie weer gehad," zeide zij
tot juffrouw Bol, die alleen met een dof gebrom
antwoordde
„Zoo mooi als vroeger zal het nooit meer worden,
neen nooit meer!"
Zij zuchtte diep en ging aan haar werk, totdat
de dokter terugkeerde. Hij had nog veel in zijn
apotheek te regelen en nam daar zijn tweede
ontbijt; toen hij dat gedaan had, kwam hij in
de huiskamer.
„Rose," zeide hij, en deed zijn best zijn stem
vroolijk te doen klinken, „ik heb goede tijding
voor je, vrouwtjel Ik kreeg een brief van Frank
en hij verlangt erg naar je, hij vraagt wanneer hij
je mag bezoeken."
INGEZONDEN MEDEDEELING*
Bij Griep en Gevatte koude
Sanapirin-tabletten, Buisje 75, 40, 25 ct.
Bij Hoesten en Bronchitis
Anga-siroop. Flacons van 1 gld. enf 1.75
Bij Apoth. en Drogisten.
Doch de goede tijding scheen een verkeerde
uitwerking te hebben op Rose-Marie; zij werd bijna
aschgrauw, haar oogen rolden angstig op en neer
en zij wrong als in wanhoop de kleine handen.
„Neen, neen!" riep zij, „laat hem nog niet
komenl Ik wil het niet!"
„Maar kind! hoe heb ik 't met je? Frank is toch
je manl"
„O neen, ik kan hem niet, ik wil hem niet ont
moeten. Ik houd niets van hem. Oom, oom, lieve
oom! Zend mij niet weg! Laat mij bij u blijven,
ik houd duizendmaal meer van u dan van hem.
Dat heb ik gisteravond wel gevoeld."
En zij vluchtte aan zijn borst en verborg haar
gelaat in zijn kleeren en drukte zijn handen in de
hare; hij stiet haar niet af; hij sloeg zijn armen
om haar heen en drukte haar even vast om zich,
maar toen liet hij haar snel los.
„O, laat me hier blijven, oom! Hier voel ik mij
zoo veilig Frank begrijpt me niet; Frank is soo.
zoo geheel anders.... Waarom ben ik met hem
getrouwd? ik had het nooit moeten doen. Ik wil
altijd bij u blijven, altijdZend mij niet weg."
„Lieve Rose, wees verstandig," fluisterde hij
haar toe, „dat kan niet! Je bent nu eenmaal de
vrouw van mijn neef; hij heeft je aan mij toe
vertrouwd, nu hij je opeischt, moet ik je aan hem
teruggeven, al valt het mij ook hard je te zien
gaan, want je bent het zonnetje geworden van
mijn eentonig leven."
Zijn stem beefde van aandoening; hij hief haar
hoofd op en trachtte in haar oogen te zien.
„En dat mag niet, lief kindl Van niemand min
der dan van jou mag ik geluk en genegenheid
aannemen."
„Waarom?" vroeg zij, en zag hem nu aan met
dam voor zijn havens deed en voor zijn scheep
vaart.
Even telefoneeren aan de heeren Piet Smit
over een ijsbreker; omdat er terwille van onze
post, en ter wille van ons goederenvervoer,
en terwille van onzen levensmiddelenaanvoer,
en terwille van onzen kolenaanvoer de vaart
Flakkee-Hellevoetsluis nooit en te nimmer mag
gestremd worden.
Daarom berustte die taak bij onze overheid
om eens te praten met Piet Smit over een ijs-
breker en wat de kosten waren.
Ik weet helaas dat bedrag niet en dat
spijt me.
En dan hadden die heeren eens een tele
foontje moeten aanvragen bij den heer Kuyper
de directeur van de R.T.M., die zeer zeker ook
belang heeft dat nu zijn vervoer wel doorgaat.
En hem moeten vragen, hoeveel wil de R.T.M.
voor zijn rekening nemen.
En vervolgens aan de regeering herinnerd
dat wij niet alleen veel belasting en gewetens-
geld kunnen opbrengen, maar ais contra-pres
tatie verlangen hulp in dezen.
En aangezien deze ijstijd nooit lang kan
duren, we gaan gelukkig de lente in, dan had
den al die gemeenten samen, te weten 13
stuks, de kosten omgeslagen per 100 in
woners zooveel per dag, moeten bijdragen
wat niet door de R.T.M. of regeering was ge
dekt.
Want dan was hef niet noodig geweest
dat we ons nu moeten wenden tot de K.L.M.
om k raison van 120 als we eens plotseling
geopereerd moeten worden, naar de Maasstad
te worden vervoerd.
K. te D. Of Holland er niets tegenover stel
len kan, dat Duitschland zijn landbouw gaat
beschermen?
Antw. Bedenk wel, dat, als men met groote
heeren kersen eet, ze met de pitten gooien.
De tarieven-oorlog is nu eenmaal ontbrandt
in Europa, en deze zal zijn bestemden tijd wel
moeten uitdienen.
Hoeveel kwijnende industrieën tracht men
niet nog met kunstmiddelen in het leven te
houden; ons inziens absoluut een verkeerde
methode. Een industrie, die niet meer in die
mate productief is, dat zij met eigen riemen
kan roeien, bewijst niet voldoende dienst
meer aan het economische leven, heeft dus
geen reden van bestaan meer en moet ver
dwijnen.
Natuurlijk denlfen de belanghebbenden bij
de betreffende industrie daar anders over; als
een drenkeling naar een stroohalm, zoo grij
pen zij naar de Staatssubsidie, wat menschelijk
zeer verstaanbaar is.
Tenslotte echter zijn al deze kunstmiddelen
slechts uitstel van executie, wijl een industrie
in een dergelijk stadium onvoorwaardelijk
moet sterven.
Z. te M. Wij zijn van meening, dat een
pannendak de voorkeur verdient boven een
rietendak. Afgezien nog van de moeilijkheden
der levering en legging, duurzaamheid en prijs,
lijken ons ook eventueele reparaties bij een
pannendak gemakkelijker terwijl eigenaar of
assurantie-maatij. stellig geen riet zullen ver
kiezen.
S. te M. We moeten U waarlijk even te
rechtwijzen over uw onbescheidenheid. U
komt niet eens op onze abonné-iijst vóór en
vraagt nog dood-lakoniek inlichtingen over
een ander. Ons bureau is geen kletspraat-
instituut en ook al waart U en de ander
abonné's, dan nog is ons bureau door zijn ge
heimhouding verplicht over anderen te zwij
gen.
Komt U maar eens naar ons kantoor, dan
kunnen wij Uw inventaris eens opmaken van
Uw opvattingen omtrent moraliteit en wel
levendheid.
S. te O. Of 't niet voor 10,kan?
Als U zich eens de moeite wilt getroosten en
even ten onzent komen, dan zult U waar
nemen, dat gezien de massa's drukwerk, for
mulieren, enveloppe's, briefpapier, kwitanties,
haar heldere, reine oogen; waarom mag ik u niet
liefhebben, zooals ik mijn vader zou hebben lief
gehad! U is toch als een vader voor mij geweest,
een echte vader.
„Een vader, zeg je? Een vader? Het is juist
jou vader, die tusschen ons staat. Laat me los,
kind! Je weet niet, wien je op het oogenblik
omhelst!"
Zijn stem klonk zoo somber ernstig, dat Ro§$-
Marie er van schrikte en onwillekeurig een paar
stappen achteruitging.
„Ik weet niet, wat u bedoeltstamelde zij.
„Hoe zou je het ook weten, als geen levend
mensch het vermoedt? Het is het geheim van mijn
leven, Rose, dat ik je vertellen zal, want ik wil
je niet bedriegen, ik wil je genegenheid niet stelen,
ik mag je geluk niet in den weg staan. Je ziet
in mij wat ik niet ben. Dat maakt je onrecht
vaardig tegen Frank. Daarom is het noodig dat
je alles weet!"
„Neen, neen, oom, zeg niets!" riep zij angstig
uit, „ik zal altijd van u houden, ik heb nog nooit
zooveel gehouden als van u!"
„En daarom moet en zal je het weten. Ga daar
zitten op dat stoeltje; zoo, je hebt het meer gedaan,
maar nooit kon je denken, dat je daar eens hooren
zoudt, wat ik je nu te zeggen heb. Ik had gedacht,
dat het mij bespaard zou blijven, maar het schijnt
dat ik niet genoeg heb geboet. Dit is de zwaarste
straf, misschien de laatste
H'i streek met de hand door de dikke grijze
lokken; zij zag hem aan, haar groote oogen wijd
geopend, de handen gevouwen in den schoot,
ademloos, inwendig en uitwendig bevend.
„Je weet dat ik dokter bij de Marine ben ge-
weest," zoo begon hij een weinig weifelend. „Na
een paar korte reizen naar de West zou de „Alba
tros" zijn grooten tocht naar Indië ondefriemen.
Ik was met hart en ziel zeeman en dokter, maar
voor alles pretmaker; ik had een vurig karakter,
of liever ik had geen karakter, slechts hevige
neigingenals ik iets wilde, dan kon ik geen tegen
spraak lijden en geen tegenstand, en het kostte
mij de grootste moeite mij te onderwerpen aan
de tucht aan boord. Je vader, Rose, was mijn
commandant. Ik achtte hem hoog, maar voelde mij
juist daardoor nooit tegenover hem op mijn ge
mak. Hij was buitengewoon streng tegen mij.
„Een dokter moet een serieus man zijn, geen
windbuil," zeide hij steeds; „hoe kan men aan een
wildzang het leven van honderd menschen toever
trouwen?" en hij deed alles wat hij kon mij tot
kalmte en bedaardheid aan te sporen. Dikwijls
ergerde het mij bovenmate, vooral omdat hij
steeds gelijk had, en een paar keer maakte hij
zelfs van zijn macht gebruik om mij arrest te
geven. Ik voelde behoefte hem altijd tegen te
spreken en dit gaf tot allerlei botsingen aanleiding.
Ik was zoo onverstandig."
Rose-Marie glimlachte.
„Wat is er, Rose?"
„Niets, oom, ik kan me u en onverstandig niet
voorstellen."
„Hoor dan verder!"
Hij stond op en ging de kamer op en neer,
heftig bewogen. Het was óf elk 'woord hem uit de
keel werd gewrongen. Zijn geheele lichaam sid
derde.
(Wordt vervolgd).