ers A.M. iguinose ar»RE Scent EERSTE BLAD bij Griep en Influenza :wijs van echtheid op elke poeder A.M.. ZATERDAG 23 FEBRUARI 1929 Ijs-ellende en nog wat. Geïsoleerd. FEUI LLETON. ROSA MARINA Winterteenen Landbouw-Corresponderïtie. IMUNHARDT'S Let vooral op den naam Sanapfrln daar deze tabletten wettig beiehcrmd zijn tegen namaak en vcrvalschlng Prijs 25. -10 en 75 ct. (Adv.) in de straten van de steden waren gesigna leerd. Een ingesteld onderzoek bracht aan het licht, dat de meeste kinderen uit de tehuizen waren gevlucht, die onder toezicht van het volkscommissariaat van Onderwijs stonden en als oorzaak daarvan moesten dan de onbevre digende toestanden in bedoelde inrichtingen worden genoemd. Het schijnt, dat de beamb ten van bovengenoemd volkscommissariaat op zonderlinge wijze met de arme zwervers omsprongen, want in het verslag worden ver schillende verwijten geuit, die aantoonen, dat de heeren van opvoedkunde niet de minste notitie hadden. Dat deze ongetwijfeld juiste critiek evenwel niet alleen een humanitaire strekking heeft, doch ook uit persoonlijke kwesties voortspruit, kan men opmaken uit het feit, dat de speciale commissie zich bijzonder getaakr toonde toen van wege het volkscommissariaat aan het cijfer van circa 100.000 toezichtloozen werd vastgehouden. Daar de commissie als resultaat van haar arbeid over een vol jaar de verwij dering van 21.000 kinderen van de straat mede deelde, weJk aantal tegenover een totaal van 100.000 toezichtloozen niet zeer veel betee- kent, werd krachtig tegen laatstgenoemd cijfer geprotesteerd, wij het aan eigen verdiensten ernstig afbreuk deedg Een totaal van ongeveer 100.000 toezichtlooze kinderen is echter een cijfer, dat steeds van Sovjet-zijde als juist is erkend, zoodat in een geheel jaar slechts een vijfde gedeelte van de opgedragen taak is vervuld. Hier blijkt opnieuw zeer duidelijk, dat de Sovjets ten opzichte van de zwervende weezen weder in gebreke zijn gebleven en dat er nog minstens 80.000 dier armen in de Russische stenden rondslenteren. kETTEN ZIJN GELDIG moede, zenuwzwakte, is meestal het gansche !n de spijsverteering, gebrek aan eetlust; een teint; dat zijn alle teekenen dat de sappen !oed niet is wat het wezen moet. is de Sanguinose ,het" middel dat u helpt, jij slapeloosheid; gebrek aan kracht;gedurige SE; zij bevat de voedingszouten uit de plan- lie gemakkelijk in het bloed wordt opgenomen. bloedlichaampjes; maakt uw bloed weer ge- an uw lichaam binnenkort dat gevoel van op- volmaakte gezondheid behoort, per flacon f 2.-, 6 fl. 11.—12 fl. f 21.—. meeste Apothekers en goede Drogisten. HT U VOOR NAMAAK. De Riemerstraat 2c/4, Den Haag. verdrijft men spoedig met jsjes van 6 stuks 45 Ct. de goede drogisten. Let hierop! Prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,076 ADVERTF.NTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 11E JAARGANG. - N°. 32 Donderdagmorgen. Het is een verve lende geschiedenis geworden. Vorst is aanvankelijk wel aardig: je kan schaatsenrijden; er komt sneeuw, je ziet arren er komt nog meer kou; nog meer sneeuw en dan nog al strenger kou. Zaterdagavond gaf het persbericht van Vaz Dias via Hilversum om 10 uur wereldkundig, dat ons eiland in dezelfde vervelende geschie denis gaat verkeeren als Ameland als Texel als Urk als Schokland als Terschelling als.... sk Als alle Duitsche Waddeneilanden, als de eilanden van Denemarken als vele schepen in de Oostzee. Geïsoleerd (zij het soms even verbroken, als het de boot gelukt er door te komen) En terwijl we dit heden schrijven, schijnt de zon buiten heerlijk; de bloemen zijn dank zij de zon van de ramen, maar in de schaduw vriest het toch weer een 7 8 graden Herzegd: het dreigt neen het is een zeer vervelende geschiedenis. Urk: een zielig klein eilandje met een paar honderd menschen, zonder handel, zonder in dustrie, verkeert in een zeer groot voorrecht. Het staat wèl in de belangstelling van onze regeering. Het wordt voorzien van post; heb ben we het wèl voor, zij het dan eens in de twee dagen. Heden Donderdag za! de tramboot probeerert er door te komen, om ook óns eens te voorzien van post en brieven. Vanaf Dinsdagmorgen hebben we geen kran ten en brieven meer ontvangen. Brieven na Maandag gedateerd zijn niet in ons bezit ge komen. Wij benijden Urk, dat zielig kleine eilandje met zijn paar honderd menschen, zonder han del, zonder industrie, dat weet wanneer de post komt. En wij vragen ons af; in deemoed, in af wachting: „Waarom ook wij niet?" Waarom grijpt onze regeering niet in om ons te helpen aan onze post, aan onze kranten? Waarom moeten wij Flakkeeënaars blijven wachten of de kloeke pogingen van de Minister van der Sleijden zullen gelukken om ons te beposten. Waarom Flakkee; een vruchtbaar eiland met 32.000 inwoners; waarom krijgen wij niet onze post per vliegtuig, zooais Terschelling, zooals Ame land, zooals Urk... Er zijn raadsels in deze wereld. Groote raadsels en dit is er een. Wij weten niet hoe lang deze koude nog zal aanhouden. Aanstaande Zondag is het maan hebben we het wel voor. En volgens de weerkundigen is er dan de kans dat het weer omslaat. Het zij zoo. Maar als het wéér eens niet omslaat... Als de almanak volgens geruchte eens waar was, die het tot nu toe raadde en die meldt dat de koude zal duren tot half Maart ver volgens storm; daarna kou tot Juli, ter af wisseling een hittegolf en a/s dessert, een zeer wrange, alweer kou... De Nederlandsche Maagd is een allerliefste juffrouw; maar ze dommelt. Want ze hoort niet dat haar kindertjes on tevreden worden en mopperen. Ais een kind honger heeft, huilt het, dreint het, plaagt het het wil gesust worden en gevoed. En wij, Flakkeeënaars zijn dat kind, dat ontevreden is gaan worden, omdat we ons ver ongelijkt en veronachtzaamd voelen. Wij vernamen bij geruchte dat de regeering er nog niets voor voelt om per vliegtuig de post te gaan vervoeren naar ons eiland, in dezen lastigen tijd. En wij vragen ons af in gemoede, waarom betalen wij belasting? Hebben we niet een keurkorps van mili taire vliegeniers? We hebben ze bewonderd als ze vlogen en cirkelden, draaiden en tolden, planeerden, ste' gen en daalden boven de groote heide van Soesterberg. Waarom deze kloeke menschen niet even opgecommandeerd om in plaats van een paar uren doelloos vliegen boven hei :- voorziet die eilanden van post en van couran ten. Monteert even af de mitrailleurs en bom- menwerptoestellen om in die ruimte de post zakken te leggen voor de geïsoleerde eilanden? Is het werk des vredes niet belangrijker dan het werk des oorlogsü! Mijn waarde lezeres en lezer. Gij zult na tuurlijk zeggen, we zijn knap vervelend met ons aandringen op snelvervoer van onze post. Maar aangezien ons eiland een welvarend eiland is, met vele zakenlieden, is het gevolg dat die post een zeer belangrijke is. Wanneer de post éen dag weg blijft, nou dan kunnen we er eens onzen schouder over ophalen. Maar nu blijft die post, als het de boot gelukt om hedenmiddag binnen te komen, al twee en een halven dag weg, en volgende week mis schien drie of vier En die post bevat geld, chèques, postwis sels, zakenbrieven, afrekeningen. Meer dan we misschien zoo denken. En is geld niet het middelpunt waar onze heele wereld om draait? Op Kraaienisse is nu al een paar maal een vliegtuig neergestreken voor het halen van een zieke, de familie of het brengen van eilan ders, die uitgevroren waren. Per vliegtuig is deze afstand Rotterdam- Dirksland een 10 of 15 minuten vliegen. Per vliegtuig kost het 120. Via dezen wegikanjdus ons eiland verlaten worden. Wanneer er dus een 10-tal menschen weg willen, dan kost dat 12,per persoon. Enkele reis. Voor zieken of menschen, die dringend weg moeten duur, maar zeker. Wij hebben op het Havenhoofd van Mid delharnis gestaan. Het was nevelig en, natuurlijk, erg koud. En in plaats van donker water, en in plaats van witgekuifde golfjes zagen we niets dan ijs. DOOR MELATI VAN JAVA. 49) Het ontbijt stond gereed en Rose-Marie zat met een handwerkje op haar gewone plaats; haar op gewondenheid was voorbij, zij scheen kalm, zelfs een weinig mat, zij zag wat bleek en haar oogen waren zwart omkringd. De dokter kwam binnen en zij wenschte hem goedenmorgen. „Heb je goed geslapen?" vroeg hij belangstel lend. „O ja, buiten verwachting; dat komt zeker van die druppels?" Hij glimlachte. „Ja, dat kan wel." „En u is nog uit geweest, vertelde de juffrouw. Zij is zoo uit haar humeur, ik weet niet hoe het komt; gisteren was zij, voor haar doen, nogal aardig en hartelijk." ,,'t Weer zit haar in het hoofd, denk ik. Stoor je er niet aan!" Zij ontbeten samen; de dokter vertelde nu van zijn tochten van gisteravond en van bijzonder heden, die hij gedurende het tweede gedeelte van den nacht over den storm had vernomen, en toen het ontbijt afgeloopen was, stond hij op om een paar visites in het dorp te maken. Rose-Marie bleef hem in den weg staan. Onze lezers in Indië, de oud-FIakkeeënaars in Amerika, die deze regels zullen lezen; vooral hen, die leven in de schaduw van palmen, en rubber- en kinaboomen zullen geen begrip kun nen krijgen van het schouwspel dat het toe- geschotste Haringvliet biedt. Groote, dikke schotsen, soms ter dikte van een halven meter, schuiven aan; op, tegen en soms over den keiendam, ijsbergen vormen zich en de zwemplaats in den zomer, waar in de hitte, o zalige herinnering, de Flakkeesche jongelingschap verkoeling zoekt, is het Pool land. En alleen de stroom Vuile Gat 't Middeiharnissche Havenhoofd Hoornsche Hoofden, Hellevoetsluis is af en toe eens be wegende ijsmassa met enorme schotsen; wit besneeuwd. Even voor de feile vorst inviel arriveerde er te Middelharnis gelukkig een groote schuit met koien. Aan brandstoffen zullen we hier de eerste weken nog geen gebrek hebben. In andere plaatsen schijnt het minder te zijn, van Dirksland hoorden we op dit punt minder gunstige berichten. Rotterdam houdt zijn havens open per ijs- breker. En het ware te wenschen dat wij, Flakkeeënaars de handen op dit punt in elkaar sloegen. Er wordt hier braaf getheoretiseerd en braaf gepolitiseerd. Maar we schieten er niets mee op. Absoluut niet. We hebben in stilte; zij het met groote minachting dien politieken onzin aangehoord van de partijen. De eene partij komt met de machtspreuk „Kerk" ais devies, en de andere beweert dat ze nog fijner is. En het is allemaal larie. Want met dat alles schieten we niet op. De Flakkeesche menschen worden verpoli tiekt en veridioot Aan 't adres van de Flakkeesche kopstuk ken. En het resultaat. Nihil Absoluut nihil. Dank zij die vervloekte politiek is Flakkee achterlijk geworden. Dank zij de mom van godsdienst zijn we hier lamgeslagen en hulpeloos. Dank zij de politiek hebben we geen water leiding geen electriciteit niets. En dank zij die politiek staan we machte loos met ons 32.000 menschen, machteloos en lamgeslagen. Waar blijft de krachtige actie, die ons helpt om ons zelf vooruit te helpen. De kloof is zoo groot, dat samenwerking onmogelijk schijnt of lijkt? Waar blijven nu, nu er al voorziening had getroffen moeten worden, de politieke kop stukken, waar de h.h. burgemeesters, waar de h.h. wethouders en waar de h.h. gemeente raadsleden Het is belachelijk, en het is droevig. Toen voor een paar weken, die vorst aj maar ging doorzetten en toen we eiken dag ontdekten dat 's morgens de temperatuur al lager en lager werd, toen de kranten meldden dat de temperaturen van 1890 geslagen waren en we vorst hadden van tot 18 graden Ceicius toen hadden die heeren hun hoofden bij elkaar moeten steken en moeten zeggen het woord dat onze vroegere hoofdredacteur Van Zuylen schreef in deze kolommen; Alles benutten samenwerken. Toen hadden al die heeren want voor twee weken was het al grijs met het ijs moe ten samen komen en bespreken, hoe ze moeiten handelen in dezen met den steeds grooteren ijsgang. Want dat Stellendam onbruikbaar was ge worden door de verlegde zandplaat, was be kend. Toen hadden ze moeten doen, wat Rotter- INQEZONDEN MEDEDEELING. De gruwelijke jeuk ver dwijnt onmiddellijk met AKKER', KLOOSTERBALSEM, zuivert - verzacht geneest P;,Geen goud zoo goed." Maar aangezien we. verpolitiekt zijn, aange zien we hier een zwart rokje hebben en aange zien we hier 13 gemeenten hebben, o schuldige speling van het noodlotsgetal zitten we vast en half of drie-kwart gesïoleerd, en blijven dat. En wanneer over eeriige weken hopelijk de vorst weg is, dan gaan we door en bekijken die standpunten van een verpolitiekten kant. En redeneeren zoo'n strenge en langdurige winter is maar eens in de dertig jaar. En leeren niets, absoluut niets en nog eens niets van dit heele geval. Omdat we, herzegd, met zijn dertienen om en op de Flakkeesche tafel zitten. J- B. „Oom," begon zij met neergeslagen oogen en gebogen hoofd, in de houding van een schuldige, die gratie vraagt, „was u gisteravond boos op me, omdat ik mij zoo ongerust had gemaakt en zoo dol deed? Ik was zoo blij u weer te zien; ik wist niet wat ik deed." De dokter lachte vriendelijk. „Wel neen, Rose, wel neen! Ik was niet boos, maar om je de waarheid te zeggen, had ik liever dat je je een beetje had goed gehouden voor juffrouw Bol. Zij weet natuurlijk niet in welke verhouding wij tot elkander staan, en vindt het misschien vreemd dat je zoo ongerust bent om iemand, die je in niets bestaat." Hij tikte haar op de wang en schoof haar op zijde; haar oogen straalden weer. „En is u toch niet boos, oompje?" „Neen, zeker niet. Tot straks!" En toch wilde de last, die Rose-Marie op het hart drukte, maar niet wijken; zij vond vandaag alles even somber. „Wij hebben het mooie weer gehad," zeide zij tot juffrouw Bol, die alleen met een dof gebrom antwoordde „Zoo mooi als vroeger zal het nooit meer worden, neen nooit meer!" Zij zuchtte diep en ging aan haar werk, totdat de dokter terugkeerde. Hij had nog veel in zijn apotheek te regelen en nam daar zijn tweede ontbijt; toen hij dat gedaan had, kwam hij in de huiskamer. „Rose," zeide hij, en deed zijn best zijn stem vroolijk te doen klinken, „ik heb goede tijding voor je, vrouwtjel Ik kreeg een brief van Frank en hij verlangt erg naar je, hij vraagt wanneer hij je mag bezoeken." INGEZONDEN MEDEDEELING* Bij Griep en Gevatte koude Sanapirin-tabletten, Buisje 75, 40, 25 ct. Bij Hoesten en Bronchitis Anga-siroop. Flacons van 1 gld. enf 1.75 Bij Apoth. en Drogisten. Doch de goede tijding scheen een verkeerde uitwerking te hebben op Rose-Marie; zij werd bijna aschgrauw, haar oogen rolden angstig op en neer en zij wrong als in wanhoop de kleine handen. „Neen, neen!" riep zij, „laat hem nog niet komenl Ik wil het niet!" „Maar kind! hoe heb ik 't met je? Frank is toch je manl" „O neen, ik kan hem niet, ik wil hem niet ont moeten. Ik houd niets van hem. Oom, oom, lieve oom! Zend mij niet weg! Laat mij bij u blijven, ik houd duizendmaal meer van u dan van hem. Dat heb ik gisteravond wel gevoeld." En zij vluchtte aan zijn borst en verborg haar gelaat in zijn kleeren en drukte zijn handen in de hare; hij stiet haar niet af; hij sloeg zijn armen om haar heen en drukte haar even vast om zich, maar toen liet hij haar snel los. „O, laat me hier blijven, oom! Hier voel ik mij zoo veilig Frank begrijpt me niet; Frank is soo. zoo geheel anders.... Waarom ben ik met hem getrouwd? ik had het nooit moeten doen. Ik wil altijd bij u blijven, altijdZend mij niet weg." „Lieve Rose, wees verstandig," fluisterde hij haar toe, „dat kan niet! Je bent nu eenmaal de vrouw van mijn neef; hij heeft je aan mij toe vertrouwd, nu hij je opeischt, moet ik je aan hem teruggeven, al valt het mij ook hard je te zien gaan, want je bent het zonnetje geworden van mijn eentonig leven." Zijn stem beefde van aandoening; hij hief haar hoofd op en trachtte in haar oogen te zien. „En dat mag niet, lief kindl Van niemand min der dan van jou mag ik geluk en genegenheid aannemen." „Waarom?" vroeg zij, en zag hem nu aan met dam voor zijn havens deed en voor zijn scheep vaart. Even telefoneeren aan de heeren Piet Smit over een ijsbreker; omdat er terwille van onze post, en ter wille van ons goederenvervoer, en terwille van onzen levensmiddelenaanvoer, en terwille van onzen kolenaanvoer de vaart Flakkee-Hellevoetsluis nooit en te nimmer mag gestremd worden. Daarom berustte die taak bij onze overheid om eens te praten met Piet Smit over een ijs- breker en wat de kosten waren. Ik weet helaas dat bedrag niet en dat spijt me. En dan hadden die heeren eens een tele foontje moeten aanvragen bij den heer Kuyper de directeur van de R.T.M., die zeer zeker ook belang heeft dat nu zijn vervoer wel doorgaat. En hem moeten vragen, hoeveel wil de R.T.M. voor zijn rekening nemen. En vervolgens aan de regeering herinnerd dat wij niet alleen veel belasting en gewetens- geld kunnen opbrengen, maar ais contra-pres tatie verlangen hulp in dezen. En aangezien deze ijstijd nooit lang kan duren, we gaan gelukkig de lente in, dan had den al die gemeenten samen, te weten 13 stuks, de kosten omgeslagen per 100 in woners zooveel per dag, moeten bijdragen wat niet door de R.T.M. of regeering was ge dekt. Want dan was hef niet noodig geweest dat we ons nu moeten wenden tot de K.L.M. om k raison van 120 als we eens plotseling geopereerd moeten worden, naar de Maasstad te worden vervoerd. K. te D. Of Holland er niets tegenover stel len kan, dat Duitschland zijn landbouw gaat beschermen? Antw. Bedenk wel, dat, als men met groote heeren kersen eet, ze met de pitten gooien. De tarieven-oorlog is nu eenmaal ontbrandt in Europa, en deze zal zijn bestemden tijd wel moeten uitdienen. Hoeveel kwijnende industrieën tracht men niet nog met kunstmiddelen in het leven te houden; ons inziens absoluut een verkeerde methode. Een industrie, die niet meer in die mate productief is, dat zij met eigen riemen kan roeien, bewijst niet voldoende dienst meer aan het economische leven, heeft dus geen reden van bestaan meer en moet ver dwijnen. Natuurlijk denlfen de belanghebbenden bij de betreffende industrie daar anders over; als een drenkeling naar een stroohalm, zoo grij pen zij naar de Staatssubsidie, wat menschelijk zeer verstaanbaar is. Tenslotte echter zijn al deze kunstmiddelen slechts uitstel van executie, wijl een industrie in een dergelijk stadium onvoorwaardelijk moet sterven. Z. te M. Wij zijn van meening, dat een pannendak de voorkeur verdient boven een rietendak. Afgezien nog van de moeilijkheden der levering en legging, duurzaamheid en prijs, lijken ons ook eventueele reparaties bij een pannendak gemakkelijker terwijl eigenaar of assurantie-maatij. stellig geen riet zullen ver kiezen. S. te M. We moeten U waarlijk even te rechtwijzen over uw onbescheidenheid. U komt niet eens op onze abonné-iijst vóór en vraagt nog dood-lakoniek inlichtingen over een ander. Ons bureau is geen kletspraat- instituut en ook al waart U en de ander abonné's, dan nog is ons bureau door zijn ge heimhouding verplicht over anderen te zwij gen. Komt U maar eens naar ons kantoor, dan kunnen wij Uw inventaris eens opmaken van Uw opvattingen omtrent moraliteit en wel levendheid. S. te O. Of 't niet voor 10,kan? Als U zich eens de moeite wilt getroosten en even ten onzent komen, dan zult U waar nemen, dat gezien de massa's drukwerk, for mulieren, enveloppe's, briefpapier, kwitanties, haar heldere, reine oogen; waarom mag ik u niet liefhebben, zooals ik mijn vader zou hebben lief gehad! U is toch als een vader voor mij geweest, een echte vader. „Een vader, zeg je? Een vader? Het is juist jou vader, die tusschen ons staat. Laat me los, kind! Je weet niet, wien je op het oogenblik omhelst!" Zijn stem klonk zoo somber ernstig, dat Ro§$- Marie er van schrikte en onwillekeurig een paar stappen achteruitging. „Ik weet niet, wat u bedoeltstamelde zij. „Hoe zou je het ook weten, als geen levend mensch het vermoedt? Het is het geheim van mijn leven, Rose, dat ik je vertellen zal, want ik wil je niet bedriegen, ik wil je genegenheid niet stelen, ik mag je geluk niet in den weg staan. Je ziet in mij wat ik niet ben. Dat maakt je onrecht vaardig tegen Frank. Daarom is het noodig dat je alles weet!" „Neen, neen, oom, zeg niets!" riep zij angstig uit, „ik zal altijd van u houden, ik heb nog nooit zooveel gehouden als van u!" „En daarom moet en zal je het weten. Ga daar zitten op dat stoeltje; zoo, je hebt het meer gedaan, maar nooit kon je denken, dat je daar eens hooren zoudt, wat ik je nu te zeggen heb. Ik had gedacht, dat het mij bespaard zou blijven, maar het schijnt dat ik niet genoeg heb geboet. Dit is de zwaarste straf, misschien de laatste H'i streek met de hand door de dikke grijze lokken; zij zag hem aan, haar groote oogen wijd geopend, de handen gevouwen in den schoot, ademloos, inwendig en uitwendig bevend. „Je weet dat ik dokter bij de Marine ben ge- weest," zoo begon hij een weinig weifelend. „Na een paar korte reizen naar de West zou de „Alba tros" zijn grooten tocht naar Indië ondefriemen. Ik was met hart en ziel zeeman en dokter, maar voor alles pretmaker; ik had een vurig karakter, of liever ik had geen karakter, slechts hevige neigingenals ik iets wilde, dan kon ik geen tegen spraak lijden en geen tegenstand, en het kostte mij de grootste moeite mij te onderwerpen aan de tucht aan boord. Je vader, Rose, was mijn commandant. Ik achtte hem hoog, maar voelde mij juist daardoor nooit tegenover hem op mijn ge mak. Hij was buitengewoon streng tegen mij. „Een dokter moet een serieus man zijn, geen windbuil," zeide hij steeds; „hoe kan men aan een wildzang het leven van honderd menschen toever trouwen?" en hij deed alles wat hij kon mij tot kalmte en bedaardheid aan te sporen. Dikwijls ergerde het mij bovenmate, vooral omdat hij steeds gelijk had, en een paar keer maakte hij zelfs van zijn macht gebruik om mij arrest te geven. Ik voelde behoefte hem altijd tegen te spreken en dit gaf tot allerlei botsingen aanleiding. Ik was zoo onverstandig." Rose-Marie glimlachte. „Wat is er, Rose?" „Niets, oom, ik kan me u en onverstandig niet voorstellen." „Hoor dan verder!" Hij stond op en ging de kamer op en neer, heftig bewogen. Het was óf elk 'woord hem uit de keel werd gewrongen. Zijn geheele lichaam sid derde. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1