ME landarts J. II. fiUIJS fllgemeene Ledenvergadering e dagen zijn S AAMBEIEN. J. DE SALAMANDER A Vereeniging „Onderlinge hnlp bij Zielcnhnisyeipleging" IWelissant. IS GIMBOBM'S [IjüNOL TUDIE-WATERVERF t Beste! WOENSDAG 13 FEBRUARI 1929 ROSA MARINA Wonden VERSLAGEN. erw(jzeres, diende op een dag een eisch tot uitkeering van het vrouwsgedeelte de nalatenschap van zekeren Charles T. den, die zich kort te voren van het le- bad beroofd. Miss Sneed voegde aan r eisch de bewijsstukken toe, waaruit ek, dat z(| ruim een jaar te voren met den in het huwelijk was getreden, olgens de vrouw waren zij heimelijk ge- d, terwijl zij nog les gaf. Zij was toen ond van lijf en leden. Zij besloten, hun bond stil te houden, totdat miss Sneed's tract zou zijn afgeloopen. Kort daarop rd het meisje echter bij een val van een rd dermate gewond, dat zij voor haar en ongelukkig zou blijven, adien kreeg Bowden een andere vrouw Hij sprak met zijn vrouw over zijn ver arde gevoelens en zy stemde toe in zijn n om opnieuw te trouwen. „Ik vond het d", zei miss Sneed, toen zij nu pas werd oord, „ik zei hem, dat de doctoren had- verklaard dat ik nimmer zou herstel- Ik zei hem, dat onze doode liefde be ven kon worden wat mij betrof, en dat vrij was om geluk te zoeken daar waar meende bet te kunnen vinden", rie dagen vóórdat Bowden's tweede huwe- r zou worden voltrokken, maakte hij even- 1 een eind aan z(jn leven Z(jn „tweede fde" heeft nimmer iets geweten van het •ste huwelijk. ij willen nu een ieder ze enorme groote ze fabelachtige spot- e, Ooltgensplaat. RADICALE GENEZING de hardnekkigste Aambeien kunt U genezen binnen enkele weken. 9 Kipstraat 59, R'ilam i Niet goed, geld terug. Oproeping tot de op Donderdag 14 Februari a.s. 's avonds 6.30 uur in de bovenzaal van den heer M. van der Werf. Art. 26 v.h. Reglement luidt: Stemgerechtigde leden zijn zij, die den leeftijd van 21 jaar be reikt hebben, gehuwd zijn of ge dacht kunnen worden de kost winner van hun gezin te zijn alleen zij hebben toegang tot de algemeene vergadering. HET BESTUUR. im- ver- van a.s nis. aalf- de Spreekuren Dagelijks van 8Vj tot 10 uur voerm. en van 1 tot 2l/a n-m- en volgens afspraak. Telefoon No. 236. laonasu Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren in eiken boekhandel. Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van I6 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 11E JAARGANG. N°29 AMBACHTSSCHOOL TE MIDDELHARNIS. Zooals nu wel algemeen bekend beschouwd mag worden, heeft onze Ambachtsschool, de Ambachtsschool voor Overflakkee en Goede reede te Middelharnis, gedurende het jaar 1928 eene zeer groote verandering en uitbreiding ondergaan. Toch mochten wij ons voordien, gezien uit het oogpunt der huidige techniek en bij eene daartegenover zeer beperkte outilage onzer school verheugen in het feit dat onze leerlin gen in de practijk van hun vak en vooral ook in de practijk van het bedrijfsleven gewaar deerd werden, gemakkelijk plaatsing vonden, in verband met hun kunnen goed betaald werden en tot slot snel opklommen. We vinden dan ook onze oud-leerlingen terug in degelijke posities door geheel Neder land, Amerika en Indië. Dit danken zij aan drie hoofdfactoren. n. Aan eene degelijke practische opleiding (bewerking van dekmaterialen). b. Aan eene niet minder degelijke en in nauwkeurige aansluiting met de practijk ge brachte theoretische opleiding. c. Eene geregelde dagelijks doorgevoerde opleiding welke bedoelt onze leerlingen voor te bereiden voor het volle practische leven en het -maatschappelijk bewegen. Hen dus bekend te maken met eene goede en in het bedrijfsleven en Maatschappij ge waardeerde arbeids- en bcweeg-methode. Deze punten tot slot zoodanig in een onder wijs- en opvoedkundig verband geplaatst dat alle normale leerlingen welke willen, het geheel absoluut kunnen volgen en met besliste resul taten d.w.z. met een goed Eind-Diploma in hun vak de school verlaten. Deze zeer belangrijke factor, namelijk het goed kunnen volgen en het uiteindelijk slagen voor leerlingen met normale vermogens en werklust moet de vooropgezette eisch wezen van iedere inrichting van onderwijs. Eene inrichting van onderwijs welke aan dezen eisch niet voldoet is misplaatst en moet zijn onderwijs en zijn program met spoed herzien. De kracht lag dan ook tot 1928 hoofdzakelijk voor onze Ambachtschool in het gezamenlijk onderwijs en hare juiste aansluiting op het practische leven. De veranderde omstandig heden in de bedrijven gingen echter meer vragen, het ging namelijk naast vaardige be werking van het materiaal door de hand ook vragen naar voldoende voorbereiding in be werking van de verschillende materialen met de machine. Dit was echter door gebrek aan ruimte en werktuigen niet mogelijk, we konden onze hiervoor bedoelde werkmethode door aan vulling met eene vooropleiding in het gebruik van moderne machines niet toespitsen. Zöo was het voor 1928. NU zijn echter alle vakken en het daarin te geven onderwijs in deze richting, geperfectioneerd, en zoodanig vervolmaakt dat we nu onze leer lingen nog meer en beter als vroeger geheel voorbereid niet alleen in den handenarbeid van hun vak maar ook in de machinale bewer king van het materiaal kunnen afleveren. De inwoners van Overflakkee en Goede reede kunnen zich dan ook gelukkig prijzen in de Ambachtsschool te Middelharnis eene inrichting te bezitten, waar hunne jongens volledig "worden voorbereid om in de wereld hunne boterham te verdienen. Want om het slagen en vooral vlotte slagen in de toekomst gaat het voor onze jongens. Er zijn tegenwoordig inrichtingen voor voorbereidend onderwijs als H. B. S., Gymna siums, Lyceums enz. genoeg. De vraag komt echter voor de Ouders steeds meer naar voren, wat is de slagingscoëfficiënt en wat is het uit eindelijk resultaat van de leerlingen dezer inrichtingen en dan komt het volgende vaak scherp en in helaas niet gunstigen vorm naar voren. Het vlotte slagen op deze inrichtingen is slechts het deel van de zeer goede en de zeer goede leerlingen vormen nu eenmaal op alle inrichtingen van onderwijs de absolute min derheid. Maar we zijn met het constateeren van dit feit niet klaar. Allen die met normale vermogens zijn toe gerust en willen moeten zonder extremiteiten medekunnen en in de toekomst in de gekozen richting een menschwaardig bestaan kunnen veroveren. De Leiders der inrichtingen zijn verplicht daar terdege rekening mede te houden. Het droeve feit is echter dat alleen die hooge cijfers hebben bij hun Eind-Diploma van de H.B.S., er was we noemen vlot komen, de minderen komen er, de ervaring leert het ondanks Diploma, nooit; ze blijven tobben. Dan komt het percentage dat wel de hoogste klasse bereikt maar toch zonder Eind-Diploma en zeer gedisulisioneerd voor de eerste en ook latere toekomst te moet vertrekken. Tot slot nog de groote groep die tusschen- tijds reeds sneuvelen. We laten daarbij de vraag wat de Ouders van een H.B.S.er met Eind Diploma die geen voldoende geld hebben om hen verder te laten studeeren of met eene degelijke maandelijksche toelage naar den overkant te sturen verder moeten aanvangen maar onbesproken en on- bekenen want het uitzicht is uiterst nevelachtig Bij elkaar echter vormende een percentage niet geslaagden tegenover geslaagden welke bij de tegenwoordige opvatting van program en onderwijs althans voor kleine en geïso leerde centra 's onevenwichtig genoemd moet worden. Velen van hen welke nu een ziekelijk bestaan op een der vele inrichtingen van Voor bereidend Middelbaar Onderwijs leiden, met twijfelachtige cijfers op hun rapport en een nog twijfelachtiger toekomst, zouden beter en vlotter door het leven kunnen gaan met grooter levensvreugde voor henzelf en hunne Ouders als ze in de techniek van een vak gingen en leerling werden eener vakschool OMDAT in de vakken voor technisch geschoolden over de geheele wereld vraag en daardoor plaatsing mogelijk is, de technieken altijd van de laagste tot de hoogste employé betaald worden, ter wijl er veel meer mogelijkheden en perspec tieven zijn, geheel verband houdende met dat gene wat de betrokkenen in totaal presteeren m.a.w. wat ze als mensch in hun geheel ge. nomen, waard zijn. De hoofdzaak is dat degenen welke een vak kiezen en op eene Ambachtsschool gaan met normaal kunnen en willen vrijwel gegarandeerd toekomst en brood hebben terwijl men aan de inrichtingen voor voorbereiddend M.O. zooals ook onze H.B.S.er er een is bij normale ver mogens, ondanks ernstig willen en ploeteren van de zijde der leerlingen er vaak toch niet kunnen komen. Dit laatste wijst op een ernstige fout. FEUI LLETON. DOOr MELATI VAN JAVA. 46) „Neen, ik ook niet," antwoordde hij lachend, maar wij zijn er nog niet. Ik heb weinig ver trouwen in al tc lieve menschen en in ai te mooi weer; wie weet hoe wij het nog duur zuilen moeten betalen." „O, foei, oom I Geen zorgen voor den tijd. Wat wij eens gehad hebben kan niemand ons meer ontnemen, en als er nog storm en regen en koude komt, ja, dan. Hebben de jonge blaadjes en bloesems, die te nieuwsgierig en te voorbarig zijn geweest, een harden dobber." ,,Hé, oom, dat had ik nooit gedacht, toen ik van de lente niets merkte dan wat meer geur in onze grachten, dat jonge blaadjes en hun levens loop mij eens zouden interesseeren." Op zekeren middag kreeg de dokter een bood schap van een boer, die zijn arm gebroken had, en op een zeer afgelegen boerderij, vrij ver achter de duinen woonde. ,,Mag ik niet mee, oom?" vroeg Rose-Marie, „ik ben dien kant nog nooit uit geweest?" „Neen, meisje, ik heb het liever niet! Ik moet er lang blijven misschien, en waar moet ik je al dien tijd laten, en daarbij ik heb weinig op met het weer. Het is vandaag onnatuurlijk warm ge weest, en ik zag wolkjes die me niets aanstaan. Ik zal mijn rijtuig laten inspannen." „Maar eet u niet eerst, oom?" „Nu ja, ik zal daar wel wat krijgen." ,,0, foei! Wat ongezellig. Neen, laat mij eerst wat voor u klaar maken; het is in een ommezien gedaan, oom! Zoo'n haast is er niet bij en het is zoo klaar." Zij snelde naar de keuken en in een oogwenk had zij een paar kalfsoesters, een lievelingsgerecht van den dokter, klaargemaakt. „Kind, je verwent je ouden oom," zeidc de dokter lachend; „hoe zal ik ooit kunnen aarden als je weg bent?" „O, komt die tijd, dan komt die zorg!" ant woordde zij vroolijk, en trippelde heen en weer om haar 00111 te bedienen. „Zou u waarlijk denken, oom, dat het slecht weer wordt? Er zijn een paar botters uitgezeild en juist van Krelis Wildebeest, wiens vrouw zoo zwak is. Ik hoop maar niet, dat er storm komt, en dan, oom, als het te boos weer is, dan blijft u toch maar op de boerderij en waagt u er niet in?" „Neen, stellig niet! Het heeft heerlijk gesmaakt; nu mijn instrumentkistje en dan moet ik gaan. Lees je van avond Le Cid door en schrijf je het een en ander op dat je frappeert?" „Ja, oom, en dan mag ik immers nog een uurtje in Dickens lezen voor plezier?" „Ja, dat mag je, omdat je zoo lief bent geweest, die oesters voor mij te bakken; als ik er om tien uur niet ben, dan ga je naar bed begrepen?" „Neen, oom, ik wacht tot halfelf." Maal' het stond geschreven, dat Rose-Marie dien avond noch Le Cid noch Dickens zou lezen, en Tobben voor velen vanaf de eerste rappor ten, extra uitgaven voor de Ouders aan privaat, lessen of bijwerken. Hier leg ik den vinger op een zeer wondeplek namelijk 0111 door privaatlessen te trachten met kracht en vliegwerk een evenwichtstoe stand te scheppen, welke blijkbaar de betrok ken inrichting langs den weg van zijn dage- lijksch onderwijs niet in staat is te geven. Voor alle inrichtingen van onderwijs moet het volgende als eisch naar voren treden: namelijk ernstige selectie bij de inschrijving, de bedoeling mag namelijk niet voorzitten een bepaald aantal leerlingen binnen de poorten te krijgen, maar eenmaal de schifting toege past door toelatingsexamen als anderszins en toegelaten, moet de grootste doorsnede regel matig zonder abnormale krachtsinspanning en zonder extremiteiten en privaatlessen er kunnen komen. Als dat niet mogelijk is hapert er wat. Een Leeraar welke zichzelf en het door hem gegeven onderwijs respecteert, moet (anders dan door achterstand wegens ziekte) aan eigen leerlingen der inrichting geen bezol digde privaatlessen willen geven. Hij eischt (van zichzelf) dat 4/5 zijner leerlingen zonder meer slagen. Zoo dat niet mogelijk blijkt, zullen wij door de akten niet twijfelen aan bevoegdheid maar wel aan bekwaamheid, de bezitter kan moge lijk zelfs geleerd wezen, maar dan is hij voor zijn taak in onderwijs of paedagogisch opzicht of wellicht beide toch niet berekend. Ook kan per slot het program van onderwijs te zwaar dus niet in orde wezen. Al dat twijfelachtige voor heden en toekomst loopen de normale leerlingen eener Ambachts school mis. Daar slagen na toelating zoowel voor school als bedrijfsleven het grootste percentage van hen dit met normale vermogens begaafd zijn en voldoende en ernstig willen TERWIJL het hoogtepunt hetwelk de Ambachtsschool- leerling in de practijk van het leven kan be reiken onbeperkt is en in nauwkeurig verband staat met zijne werkelijke capociteiten en totaal kunnen. Het meest rechtvaardige en gezonde standpunt. Dit bedenke en overdenke alle Ouders alvorens met hunne jongens eene beslissing te nemen wat ze na de lagere school met hen zullen aanvangen en naar welke in richting van onderwijs ze hen zullen sturen eerst terdege. Ze zullen er hun eigen geluk en dat hunner jongens zeer mede bevorderen. We hebben een en ander gemeend in het algemeen belang en met het oog op de inschrijving van leer lingen aan de Ambachtsschool eens naar voren te moeten brengen. Deze inschrijving zal niet het oog op den nieuwen* toestand en in verband met het op roepen en aanstellen van eventueele leeraren ditmaal vervroegd worden. Ze wordt open gesteld (zie hiervoor ook de advertentie in dit blad) vanaf Maandag 18 Februari tot en met Vrijdag 22 Februari a.s. 's morgens van 81 tot 12 en INGEZONDEN MEDEDEEL1NG. tAii tfüep dmJjfyL n, -on. </oozoe\^5Cf\6ScÓ zij noch om tien uur, noch om halfelf naar bed zou gaan. Het verraderlijke voorjaar oefende wraak op de lente, die zoo stil en ongemerkt zich van de plaats had weten meester te maken; het begon in de verte te rommelen en te suizen; het schuim, dat de branding naar de kust wierp, werd woeliger en verhief zich hoogar; de golven namen donkerder tint aan en begonnen heftig te bruischen het was of een onzichtbare macht hen toornig maakte en zij steeds luider en luider hun grieven moesten doen hooren. Rose-Marie stond voor het raam en zag hoe de hemel, van morgen nog zoo helder en doorzichtig, nu van alle kanten bestormd werd door grijze wolken; zij rukten aan van alle richtingen, pakten zich samenscheurden zich weer los, en het scheen dat de zon, toornig over hun hatelijk spel, hen telkens met reuzenarmen van elkander scheidde om dan bloedroode stralen te werpen op de steeds onstuimiger zee, die meer en meer voortkroop naar het strand. „Men zou zeggen een monster," dacht Rose- Marie, „dat de aarde wil verslinden, zoo grimmig komen telkens de golven op haar aan en kruipen onverrichter zake weer weg met verbeten woede." Maar hun kammen werden grooter en grooter; witte franjes, opstaande als de manen van ge- tergde leeuwen, richtten zich hoog op, dreigend en I knorrend volgden zij elkander sneller en sneller na elkander. ,,'t Wordt boos weer, juffrouw Rose," zeide juffrouw Bol binnenkomende. „Ja, juf! Ik wou dat de dokter weer thuis was." I „Och wat, de dokter zit hoog en droog bij I Harmsen." ,s,Zou hij er al wezen, juffrouw?" I „Wezen? Ik denk dat hij al haast terugkomt." 's middags van 1 tot 3,30 in de Ambachtsschool. voor de vakken: Timmeren, Huis en Hoefsmeden, Machinebankwerken, Schilderen, Auto, Motor- en Rijwieltechniek. Men zorge op een der bovengenoemde data's zich aan te melden, omreden het oproepen van eventueele leeraren door het Bestuur onzer school, uiteraard verband houdt met het getal leerlingen hetwelk zich voor ieder vak zal aanmelden. Door zich tijdig aan te melden steunt men zoowel zijn eigen belangen als die van anderen, want eene niet tijdige of onvoldoende aangifte van leerlingen voor een bepaald vak kan teleurstellend voor de overigen beteekenen. leder werke dus mede en wekke anderen daartoe op. De Directeur der Ambachtsschool voor Overflakkee en Goedereede t'e Middelharnis Chr. F. Hóssen. INGEZONDEN MEDEDEEL1NG. huiduitslag, springen- de handen, kloven, win terteenen, dadelijk ver- l zachten en verzorgen met I AKKER's KLOOSTERBALSEM bijt niet! WGeen goud zoo goed." Gemeenteraad te Ooltgensplaat op Donderdag 7 Februari des namiddags half drie uur. Voorzitter Burgemeester Donkersloot. Alle leden aanwezig. De Voorzitter opende de vergadering met gebed en sprak daarna als volgt: De traditie getrouw, om in de eerste ver gadering van het nieuwe jaar een terugblik te werpen op het afgeloopen jaar. Allereerst breng ik mijn persoonlijken dank aan de leden die bij de wisseling des jaars mij hun beste wenschen deden toekomen. Ook U wensch ik het beste toe in dit jaar voor U en Uw gezin. Wanneer wij een terugblik slaan op het afge loopen jaar, dan hebben we reden dankbaar te zijn. 1928 is een in alle opzichten goed jaar geweest. Allen zijn wij weer gespaard gebleven. Wij hebben op landbouwgebied een gezegend jaar gehad, dat zich ook zal afspiegelen in de finantiën van de gemeente, waar wij reeds een goeden vooruitgang mogenjconstateeren, daar wij gedurende 1928 bij de Bank van Ned. Gemeenten steeds credit hebben gestaan. Geen getob hebben wij dus gehad met tijdelijke kas- geldleeningen. Ons zielental is toegenomen met 50 en het sterftecijfer is zeer gunstig te noe men. In 1928 hebben wij voor belangrijke be slissingen gestaan: als het dempen der kerk- gracht en den zuidelijken achterweg, den aan koop van een motorbrandspuit en de stichting van een postkantoor. Gelukkig hebben wij in INGEZONDEN MEDEDEELING. 30-35-4050 ct. perV2 pond. het afgeloopen jaar prettig samengewerkt, moge dat in het nieuw ingetreden jaar zoo blijven. Ook hebben zich droeve tonen laten hooren in onze gemeentelijke huishouding: 3 ambtenaren zijn ons door den dood ontvallen, welke wij in een nagedachtenis hebben geëerd. Moge God U kracht en lust schenken om ook dit jaar wederom aan de belangen onzer ge meente te mogen werken. Ruste Gods zegen op al onzen aFÖeid. Daarna werden de notulen gelezen en on veranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken. Een schrijven van Ged. Staten waarin werd medegedeeld dat de goedkeuring der., begroo ting is verdaagd. Een schrijven van de Mabeg, waarin werd medegedeeld dat deze gemeente gedebiterde was voor 367,21 en 945,96 ingevolge ver nieuwing en verbetering van het buizennet in de maanden Juli tot en met OctoberUit een ander schrijven over de bedrijfsresultaten I bleek dat over de maanden Mei en Juni, Juli en Augustus een verlies was geleden van resp. groot ƒ222,63 en 462,79. I Van Es vroeg of in '42 ook de leening voor die nieuwe en vernieuwde aansluiting afgelost was. Voorzitter zeide dat nu weer een leening ge sloten zal worden van ongeveer 15.000, doch dat na deze leening de leeningen niet meerln '42 afgelost zullen zijn, omdat die dan te zwaar gaan drukken op het bedrijf. Een dankbetuiging van Hendriks en Tiggel- man voor de toegekende gratificatie. Een schrijven van M. Braber en J. C. Ver maas, waarin zij mededeelden dat zij hunne benoeming tot Lid der Commissie tot wering van schoolverzuim aannemen. Het rapport over het aantal keuringen van wege den keuringsdienst van Waren te Dor drecht over het 4e kwartaal. De begrooting over '29 van den Keurings dienst waarop voor Ooltgensplaat een bedrag als bijdrage was uitgetrokken van 454,89. Een adres van de gezamenlijke slagers te Ooltgensplaat om te komen tot verlaging der keurloonen. „Maar dat hoop ik toch niet. Dat zou vreeselijk zijn, dan kreeg hij juist het weer als het op zijn ergst was." „Maak u maar niets ongerust! De dokter is hier niet van vandaag of gisteren; hij weet wel hoe het er toegaat bij stormweer." „Is het hier vaker slecht weer?" „Dat zou ik denken! Zal ik het raam maar sluiten?" „Neen, neen, ik zie het zoo graag!" „Nu, ieder zijn meug, zei de boer, en hij braadde zijn haas met huid en haar. Ik zou het anders aan u niet zeggen dat u het graag zag. U zat hier te rillen als een blad." „Dat is niets, dat kan ik niet helpen!" En zij bleef voor het raam staan, aangetrokken en tevens afgestooten door het ijselijke gezicht van den storm, die zich langzaam voorbereidde; de zon had het reeds lang opgegeven tegen dé wolken strijd te voeren; dikke zwarte balken had den haar afgesloten, haar en haar stralenslechts zelden brak er een door en wierp een akelig vaal gele lichtstreep over het grauwe dek. De golven bruischten niet meer, zij^rulden; de wind kwam aangezet van ver uit het Zuiden en maakte een gedruisch als kwam hij aangereden op een ont zaggelijk voertuig over hooge ijzeren wegen; hij begon te hameren op de daken, hij siste door de straten, hij speelde met het schuim en wierp het hooger, steeds hooger, om den hemel te tarten, die ook steeds zwarter en dreigender werd. „Mijn God, mijn God! sta hen bij die onderweg zijn op zee en land!" stamelde Rose-Marie; daar tuimelde zij weg van het raam; van boven naar beneden scheurde plotseling het gewelf en een vurige slang sidderde in een seconde vlak tegen over haar, een vaal, oranje licht door de kamer werpend, en dadelijk voegde zich het doffe geratel van het onweer met het valsche krijschen van den wind. „Ziet u wel," zei juffrouw Bol. „Het zal u niet bevallen naar den storm te kijken. Het is geen jonge juffertjes gezicht, dat weet ik wel!" En meteen schoof zij het paneel voor het raam. Nu was de storm afgesloten voor Rose-Marie's oogen, maar in haar ooren woedde hij voort. Aarde en zee schenen in opstand tegen den hemel en den wind, de valsche wind zwiepte hen op, de wind stookte het vuur aan, de wind raasde en gilde, hij deed alles daveren, hij was 't die de golven opzweepte ellen hoog, hij, die alles omver wierp; daar vielen daken kletterend in, daar stortte een schoorsteen donderend omlaag! O God, kwam er dan geen einde aan of was dit eerst het begin, waar moest het dan heen! Waren dat legers van zeemonsters die uit de diepten losgelaten werden? Hoe raasden en gierden zij allen. Wat wilden zij toch? Zij ging de kamer uit naar de keuken; juffrouw Bol zat rustig te breien. Rose-Marie's angst klom met de minuut. „Oom Théo, oom Théo, was u maar thuis!" riep ze telkens, dan hield zij zich een oogenblik in; zij meende het gerol van wielen te hooren, maar neen, alle geluiden deden immers mede in de afgrijselijke symphonie, die helsche muzikanten op de aarde uitvoerden. De glazen rinkelden, er braken ruiten, nu eens sloegen hagelsteenen, dan weer groote droppels regen kletterend tegen de glazen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1