ME
landarts J. II. fiUIJS
fllgemeene Ledenvergadering
e dagen
zijn S
AAMBEIEN.
J. DE SALAMANDER A
Vereeniging „Onderlinge hnlp bij
Zielcnhnisyeipleging" IWelissant.
IS
GIMBOBM'S
[IjüNOL
TUDIE-WATERVERF
t Beste!
WOENSDAG
13 FEBRUARI 1929
ROSA MARINA
Wonden
VERSLAGEN.
erw(jzeres, diende op een dag een eisch
tot uitkeering van het vrouwsgedeelte
de nalatenschap van zekeren Charles T.
den, die zich kort te voren van het le-
bad beroofd. Miss Sneed voegde aan
r eisch de bewijsstukken toe, waaruit
ek, dat z(| ruim een jaar te voren met
den in het huwelijk was getreden,
olgens de vrouw waren zij heimelijk ge-
d, terwijl zij nog les gaf. Zij was toen
ond van lijf en leden. Zij besloten, hun
bond stil te houden, totdat miss Sneed's
tract zou zijn afgeloopen. Kort daarop
rd het meisje echter bij een val van een
rd dermate gewond, dat zij voor haar
en ongelukkig zou blijven,
adien kreeg Bowden een andere vrouw
Hij sprak met zijn vrouw over zijn ver
arde gevoelens en zy stemde toe in zijn
n om opnieuw te trouwen. „Ik vond het
d", zei miss Sneed, toen zij nu pas werd
oord, „ik zei hem, dat de doctoren had-
verklaard dat ik nimmer zou herstel-
Ik zei hem, dat onze doode liefde be
ven kon worden wat mij betrof, en dat
vrij was om geluk te zoeken daar waar
meende bet te kunnen vinden",
rie dagen vóórdat Bowden's tweede huwe-
r zou worden voltrokken, maakte hij even-
1 een eind aan z(jn leven Z(jn „tweede
fde" heeft nimmer iets geweten van het
•ste huwelijk.
ij willen nu een ieder
ze enorme groote
ze fabelachtige spot-
e, Ooltgensplaat.
RADICALE GENEZING
de hardnekkigste Aambeien
kunt U genezen binnen enkele weken.
9 Kipstraat 59, R'ilam i
Niet goed, geld terug.
Oproeping tot de
op Donderdag 14 Februari
a.s. 's avonds 6.30 uur in
de bovenzaal van den heer M.
van der Werf.
Art. 26 v.h. Reglement luidt:
Stemgerechtigde leden zijn zij,
die den leeftijd van 21 jaar be
reikt hebben, gehuwd zijn of ge
dacht kunnen worden de kost
winner van hun gezin te zijn
alleen zij hebben toegang tot de
algemeene vergadering.
HET BESTUUR.
im-
ver-
van
a.s
nis.
aalf-
de
Spreekuren Dagelijks
van 8Vj tot 10 uur voerm. en van
1 tot 2l/a n-m- en volgens afspraak.
Telefoon No. 236.
laonasu
Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren
in eiken boekhandel.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van I6 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
11E JAARGANG.
N°29
AMBACHTSSCHOOL TE MIDDELHARNIS.
Zooals nu wel algemeen bekend beschouwd
mag worden, heeft onze Ambachtsschool, de
Ambachtsschool voor Overflakkee en Goede
reede te Middelharnis, gedurende het jaar 1928
eene zeer groote verandering en uitbreiding
ondergaan.
Toch mochten wij ons voordien, gezien uit
het oogpunt der huidige techniek en bij eene
daartegenover zeer beperkte outilage onzer
school verheugen in het feit dat onze leerlin
gen in de practijk van hun vak en vooral ook
in de practijk van het bedrijfsleven gewaar
deerd werden, gemakkelijk plaatsing vonden,
in verband met hun kunnen goed betaald
werden en tot slot snel opklommen.
We vinden dan ook onze oud-leerlingen
terug in degelijke posities door geheel Neder
land, Amerika en Indië.
Dit danken zij aan drie hoofdfactoren.
n. Aan eene degelijke practische opleiding
(bewerking van dekmaterialen).
b. Aan eene niet minder degelijke en in
nauwkeurige aansluiting met de practijk ge
brachte theoretische opleiding.
c. Eene geregelde dagelijks doorgevoerde
opleiding welke bedoelt onze leerlingen voor
te bereiden voor het volle practische leven en
het -maatschappelijk bewegen.
Hen dus bekend te maken met eene goede
en in het bedrijfsleven en Maatschappij ge
waardeerde arbeids- en bcweeg-methode.
Deze punten tot slot zoodanig in een onder
wijs- en opvoedkundig verband geplaatst dat
alle normale leerlingen welke willen, het geheel
absoluut kunnen volgen en met besliste resul
taten d.w.z. met een goed Eind-Diploma in
hun vak de school verlaten.
Deze zeer belangrijke factor, namelijk het
goed kunnen volgen en het uiteindelijk slagen
voor leerlingen met normale vermogens en
werklust moet de vooropgezette eisch wezen
van iedere inrichting van onderwijs.
Eene inrichting van onderwijs welke aan
dezen eisch niet voldoet is misplaatst en moet
zijn onderwijs en zijn program met spoed
herzien.
De kracht lag dan ook tot 1928 hoofdzakelijk
voor onze Ambachtschool in het gezamenlijk
onderwijs en hare juiste aansluiting op het
practische leven. De veranderde omstandig
heden in de bedrijven gingen echter meer
vragen, het ging namelijk naast vaardige be
werking van het materiaal door de hand ook
vragen naar voldoende voorbereiding in be
werking van de verschillende materialen met
de machine.
Dit was echter door gebrek aan ruimte en
werktuigen niet mogelijk, we konden onze
hiervoor bedoelde werkmethode door aan
vulling met eene vooropleiding in het gebruik
van moderne machines niet toespitsen. Zöo
was het voor 1928.
NU
zijn echter alle vakken en het daarin te geven
onderwijs in deze richting, geperfectioneerd,
en zoodanig vervolmaakt dat we nu onze leer
lingen nog meer en beter als vroeger geheel
voorbereid niet alleen in den handenarbeid
van hun vak maar ook in de machinale bewer
king van het materiaal kunnen afleveren.
De inwoners van Overflakkee en Goede
reede kunnen zich dan ook gelukkig prijzen
in de Ambachtsschool te Middelharnis eene
inrichting te bezitten, waar hunne jongens
volledig "worden voorbereid om in de wereld
hunne boterham te verdienen. Want om het
slagen en vooral vlotte slagen in de toekomst
gaat het voor onze jongens.
Er zijn tegenwoordig inrichtingen voor
voorbereidend onderwijs als H. B. S., Gymna
siums, Lyceums enz. genoeg. De vraag komt
echter voor de Ouders steeds meer naar voren,
wat is de slagingscoëfficiënt en wat is het uit
eindelijk resultaat van de leerlingen dezer
inrichtingen en dan komt het volgende vaak
scherp en in helaas niet gunstigen vorm naar
voren.
Het vlotte slagen op deze inrichtingen is
slechts het deel van de zeer goede en de zeer
goede leerlingen vormen nu eenmaal op alle
inrichtingen van onderwijs de absolute min
derheid.
Maar we zijn met het constateeren van dit
feit niet klaar.
Allen die met normale vermogens zijn toe
gerust en willen moeten zonder extremiteiten
medekunnen en in de toekomst in de gekozen
richting een menschwaardig bestaan kunnen
veroveren.
De Leiders der inrichtingen zijn verplicht
daar terdege rekening mede te houden. Het
droeve feit is echter dat alleen die hooge cijfers
hebben bij hun Eind-Diploma van de H.B.S.,
er was we noemen vlot komen, de minderen
komen er, de ervaring leert het ondanks
Diploma, nooit; ze blijven tobben.
Dan komt het percentage dat wel de hoogste
klasse bereikt maar toch zonder Eind-Diploma
en zeer gedisulisioneerd voor de eerste en ook
latere toekomst te moet vertrekken.
Tot slot nog de groote groep die tusschen-
tijds reeds sneuvelen.
We laten daarbij de vraag wat de Ouders
van een H.B.S.er met Eind Diploma die geen
voldoende geld hebben om hen verder te laten
studeeren of met eene degelijke maandelijksche
toelage naar den overkant te sturen verder
moeten aanvangen maar onbesproken en on-
bekenen want het uitzicht is uiterst nevelachtig
Bij elkaar echter vormende een percentage
niet geslaagden tegenover geslaagden welke
bij de tegenwoordige opvatting van program
en onderwijs althans voor kleine en geïso
leerde centra 's onevenwichtig genoemd moet
worden. Velen van hen welke nu een ziekelijk
bestaan op een der vele inrichtingen van Voor
bereidend Middelbaar Onderwijs leiden, met
twijfelachtige cijfers op hun rapport en een
nog twijfelachtiger toekomst, zouden beter en
vlotter door het leven kunnen gaan met
grooter levensvreugde voor henzelf en hunne
Ouders als ze in de techniek van een vak
gingen en leerling werden eener vakschool
OMDAT
in de vakken voor technisch geschoolden over
de geheele wereld vraag en daardoor plaatsing
mogelijk is, de technieken altijd van de laagste
tot de hoogste employé betaald worden, ter
wijl er veel meer mogelijkheden en perspec
tieven zijn, geheel verband houdende met dat
gene wat de betrokkenen in totaal presteeren
m.a.w. wat ze als mensch in hun geheel ge.
nomen, waard zijn.
De hoofdzaak is dat degenen welke een vak
kiezen en op eene Ambachtsschool gaan met
normaal kunnen en willen vrijwel gegarandeerd
toekomst en brood hebben terwijl men aan de
inrichtingen voor voorbereiddend M.O. zooals
ook onze H.B.S.er er een is bij normale ver
mogens, ondanks ernstig willen en ploeteren
van de zijde der leerlingen er vaak toch niet
kunnen komen.
Dit laatste wijst op een ernstige fout.
FEUI LLETON.
DOOr
MELATI VAN JAVA.
46)
„Neen, ik ook niet," antwoordde hij lachend,
maar wij zijn er nog niet. Ik heb weinig ver
trouwen in al tc lieve menschen en in ai te mooi
weer; wie weet hoe wij het nog duur zuilen moeten
betalen."
„O, foei, oom I Geen zorgen voor den tijd. Wat
wij eens gehad hebben kan niemand ons meer
ontnemen, en als er nog storm en regen en koude
komt, ja, dan.
Hebben de jonge blaadjes en bloesems, die te
nieuwsgierig en te voorbarig zijn geweest, een
harden dobber."
,,Hé, oom, dat had ik nooit gedacht, toen ik
van de lente niets merkte dan wat meer geur in
onze grachten, dat jonge blaadjes en hun levens
loop mij eens zouden interesseeren."
Op zekeren middag kreeg de dokter een bood
schap van een boer, die zijn arm gebroken had,
en op een zeer afgelegen boerderij, vrij ver achter
de duinen woonde.
,,Mag ik niet mee, oom?" vroeg Rose-Marie,
„ik ben dien kant nog nooit uit geweest?"
„Neen, meisje, ik heb het liever niet! Ik moet
er lang blijven misschien, en waar moet ik je al
dien tijd laten, en daarbij ik heb weinig op met
het weer. Het is vandaag onnatuurlijk warm ge
weest, en ik zag wolkjes die me niets aanstaan.
Ik zal mijn rijtuig laten inspannen."
„Maar eet u niet eerst, oom?"
„Nu ja, ik zal daar wel wat krijgen."
,,0, foei! Wat ongezellig. Neen, laat mij eerst
wat voor u klaar maken; het is in een ommezien
gedaan, oom! Zoo'n haast is er niet bij en het is
zoo klaar."
Zij snelde naar de keuken en in een oogwenk
had zij een paar kalfsoesters, een lievelingsgerecht
van den dokter, klaargemaakt.
„Kind, je verwent je ouden oom," zeidc de
dokter lachend; „hoe zal ik ooit kunnen aarden
als je weg bent?"
„O, komt die tijd, dan komt die zorg!" ant
woordde zij vroolijk, en trippelde heen en weer
om haar 00111 te bedienen. „Zou u waarlijk denken,
oom, dat het slecht weer wordt? Er zijn een paar
botters uitgezeild en juist van Krelis Wildebeest,
wiens vrouw zoo zwak is. Ik hoop maar niet, dat
er storm komt, en dan, oom, als het te boos weer
is, dan blijft u toch maar op de boerderij en waagt
u er niet in?"
„Neen, stellig niet! Het heeft heerlijk gesmaakt;
nu mijn instrumentkistje en dan moet ik gaan.
Lees je van avond Le Cid door en schrijf je het
een en ander op dat je frappeert?"
„Ja, oom, en dan mag ik immers nog een uurtje
in Dickens lezen voor plezier?"
„Ja, dat mag je, omdat je zoo lief bent geweest,
die oesters voor mij te bakken; als ik er om tien
uur niet ben, dan ga je naar bed begrepen?"
„Neen, oom, ik wacht tot halfelf."
Maal' het stond geschreven, dat Rose-Marie dien
avond noch Le Cid noch Dickens zou lezen, en
Tobben voor velen vanaf de eerste rappor
ten, extra uitgaven voor de Ouders aan privaat,
lessen of bijwerken.
Hier leg ik den vinger op een zeer wondeplek
namelijk 0111 door privaatlessen te trachten
met kracht en vliegwerk een evenwichtstoe
stand te scheppen, welke blijkbaar de betrok
ken inrichting langs den weg van zijn dage-
lijksch onderwijs niet in staat is te geven.
Voor alle inrichtingen van onderwijs moet
het volgende als eisch naar voren treden:
namelijk ernstige selectie bij de inschrijving,
de bedoeling mag namelijk niet voorzitten een
bepaald aantal leerlingen binnen de poorten
te krijgen, maar eenmaal de schifting toege
past door toelatingsexamen als anderszins en
toegelaten, moet de grootste doorsnede regel
matig zonder abnormale krachtsinspanning en
zonder extremiteiten en privaatlessen er
kunnen komen. Als dat niet mogelijk is hapert
er wat. Een Leeraar welke zichzelf en het door
hem gegeven onderwijs respecteert, moet
(anders dan door achterstand wegens ziekte)
aan eigen leerlingen der inrichting geen bezol
digde privaatlessen willen geven. Hij eischt
(van zichzelf) dat 4/5 zijner leerlingen zonder
meer slagen.
Zoo dat niet mogelijk blijkt, zullen wij door
de akten niet twijfelen aan bevoegdheid maar
wel aan bekwaamheid, de bezitter kan moge
lijk zelfs geleerd wezen, maar dan is hij voor
zijn taak in onderwijs of paedagogisch opzicht
of wellicht beide toch niet berekend. Ook kan
per slot het program van onderwijs te zwaar
dus niet in orde wezen.
Al dat twijfelachtige voor heden en toekomst
loopen de normale leerlingen eener Ambachts
school mis.
Daar slagen na toelating zoowel voor school
als bedrijfsleven het grootste percentage van
hen dit met normale vermogens begaafd zijn
en voldoende en ernstig willen
TERWIJL
het hoogtepunt hetwelk de Ambachtsschool-
leerling in de practijk van het leven kan be
reiken onbeperkt is en in nauwkeurig verband
staat met zijne werkelijke capociteiten en
totaal kunnen. Het meest rechtvaardige en
gezonde standpunt. Dit bedenke en overdenke
alle Ouders alvorens met hunne jongens eene
beslissing te nemen wat ze na de lagere school
met hen zullen aanvangen en naar welke in
richting van onderwijs ze hen zullen sturen
eerst terdege.
Ze zullen er hun eigen geluk en dat hunner
jongens zeer mede bevorderen. We hebben
een en ander gemeend in het algemeen belang
en met het oog op de inschrijving van leer
lingen aan de Ambachtsschool eens naar voren
te moeten brengen.
Deze inschrijving zal niet het oog op den
nieuwen* toestand en in verband met het op
roepen en aanstellen van eventueele leeraren
ditmaal vervroegd worden. Ze wordt open
gesteld (zie hiervoor ook de advertentie in dit
blad) vanaf
Maandag 18 Februari tot en met Vrijdag 22
Februari a.s. 's morgens van 81 tot 12 en
INGEZONDEN MEDEDEEL1NG.
tAii tfüep dmJjfyL
n, -on. </oozoe\^5Cf\6ScÓ
zij noch om tien uur, noch om halfelf naar bed
zou gaan. Het verraderlijke voorjaar oefende
wraak op de lente, die zoo stil en ongemerkt zich
van de plaats had weten meester te maken; het
begon in de verte te rommelen en te suizen; het
schuim, dat de branding naar de kust wierp, werd
woeliger en verhief zich hoogar; de golven namen
donkerder tint aan en begonnen heftig te bruischen
het was of een onzichtbare macht hen toornig
maakte en zij steeds luider en luider hun grieven
moesten doen hooren. Rose-Marie stond voor het
raam en zag hoe de hemel, van morgen nog zoo
helder en doorzichtig, nu van alle kanten bestormd
werd door grijze wolken; zij rukten aan van alle
richtingen, pakten zich samenscheurden zich
weer los, en het scheen dat de zon, toornig over
hun hatelijk spel, hen telkens met reuzenarmen
van elkander scheidde om dan bloedroode stralen
te werpen op de steeds onstuimiger zee, die meer
en meer voortkroop naar het strand.
„Men zou zeggen een monster," dacht Rose-
Marie, „dat de aarde wil verslinden, zoo grimmig
komen telkens de golven op haar aan en kruipen
onverrichter zake weer weg met verbeten woede."
Maar hun kammen werden grooter en grooter;
witte franjes, opstaande als de manen van ge-
tergde leeuwen, richtten zich hoog op, dreigend en
I knorrend volgden zij elkander sneller en sneller na
elkander.
,,'t Wordt boos weer, juffrouw Rose," zeide
juffrouw Bol binnenkomende.
„Ja, juf! Ik wou dat de dokter weer thuis was."
I „Och wat, de dokter zit hoog en droog bij
I Harmsen."
,s,Zou hij er al wezen, juffrouw?"
I „Wezen? Ik denk dat hij al haast terugkomt."
's middags van 1 tot 3,30 in de Ambachtsschool.
voor de vakken:
Timmeren,
Huis en Hoefsmeden,
Machinebankwerken,
Schilderen,
Auto, Motor- en Rijwieltechniek.
Men zorge op een der bovengenoemde data's
zich aan te melden, omreden het oproepen van
eventueele leeraren door het Bestuur onzer
school, uiteraard verband houdt met het getal
leerlingen hetwelk zich voor ieder vak zal
aanmelden.
Door zich tijdig aan te melden steunt men
zoowel zijn eigen belangen als die van anderen,
want eene niet tijdige of onvoldoende aangifte
van leerlingen voor een bepaald vak kan
teleurstellend voor de overigen beteekenen.
leder werke dus mede en wekke anderen
daartoe op.
De Directeur der Ambachtsschool voor
Overflakkee en Goedereede
t'e Middelharnis
Chr. F. Hóssen.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NG.
huiduitslag, springen-
de handen, kloven, win
terteenen, dadelijk ver-
l zachten en verzorgen met I
AKKER's
KLOOSTERBALSEM
bijt niet!
WGeen goud
zoo goed."
Gemeenteraad te Ooltgensplaat op Donderdag
7 Februari des namiddags half drie uur.
Voorzitter Burgemeester Donkersloot. Alle
leden aanwezig.
De Voorzitter opende de vergadering met
gebed en sprak daarna als volgt:
De traditie getrouw, om in de eerste ver
gadering van het nieuwe jaar een terugblik te
werpen op het afgeloopen jaar. Allereerst
breng ik mijn persoonlijken dank aan de leden
die bij de wisseling des jaars mij hun beste
wenschen deden toekomen. Ook U wensch ik
het beste toe in dit jaar voor U en Uw gezin.
Wanneer wij een terugblik slaan op het afge
loopen jaar, dan hebben we reden dankbaar
te zijn. 1928 is een in alle opzichten goed jaar
geweest. Allen zijn wij weer gespaard gebleven.
Wij hebben op landbouwgebied een gezegend
jaar gehad, dat zich ook zal afspiegelen in de
finantiën van de gemeente, waar wij reeds een
goeden vooruitgang mogenjconstateeren, daar
wij gedurende 1928 bij de Bank van Ned.
Gemeenten steeds credit hebben gestaan. Geen
getob hebben wij dus gehad met tijdelijke kas-
geldleeningen. Ons zielental is toegenomen met
50 en het sterftecijfer is zeer gunstig te noe
men. In 1928 hebben wij voor belangrijke be
slissingen gestaan: als het dempen der kerk-
gracht en den zuidelijken achterweg, den aan
koop van een motorbrandspuit en de stichting
van een postkantoor. Gelukkig hebben wij in
INGEZONDEN MEDEDEELING.
30-35-4050 ct.
perV2 pond.
het afgeloopen jaar prettig samengewerkt,
moge dat in het nieuw ingetreden jaar zoo
blijven. Ook hebben zich droeve tonen laten
hooren in onze gemeentelijke huishouding: 3
ambtenaren zijn ons door den dood ontvallen,
welke wij in een nagedachtenis hebben geëerd.
Moge God U kracht en lust schenken om ook
dit jaar wederom aan de belangen onzer ge
meente te mogen werken. Ruste Gods zegen
op al onzen aFÖeid.
Daarna werden de notulen gelezen en on
veranderd goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
Een schrijven van Ged. Staten waarin werd
medegedeeld dat de goedkeuring der., begroo
ting is verdaagd.
Een schrijven van de Mabeg, waarin werd
medegedeeld dat deze gemeente gedebiterde
was voor 367,21 en 945,96 ingevolge ver
nieuwing en verbetering van het buizennet in
de maanden Juli tot en met OctoberUit een
ander schrijven over de bedrijfsresultaten
I bleek dat over de maanden Mei en Juni, Juli
en Augustus een verlies was geleden van resp.
groot ƒ222,63 en 462,79.
I Van Es vroeg of in '42 ook de leening voor
die nieuwe en vernieuwde aansluiting afgelost
was.
Voorzitter zeide dat nu weer een leening ge
sloten zal worden van ongeveer 15.000, doch
dat na deze leening de leeningen niet meerln
'42 afgelost zullen zijn, omdat die dan te zwaar
gaan drukken op het bedrijf.
Een dankbetuiging van Hendriks en Tiggel-
man voor de toegekende gratificatie.
Een schrijven van M. Braber en J. C. Ver
maas, waarin zij mededeelden dat zij hunne
benoeming tot Lid der Commissie tot wering
van schoolverzuim aannemen.
Het rapport over het aantal keuringen van
wege den keuringsdienst van Waren te Dor
drecht over het 4e kwartaal.
De begrooting over '29 van den Keurings
dienst waarop voor Ooltgensplaat een bedrag
als bijdrage was uitgetrokken van 454,89.
Een adres van de gezamenlijke slagers te
Ooltgensplaat om te komen tot verlaging der
keurloonen.
„Maar dat hoop ik toch niet. Dat zou vreeselijk
zijn, dan kreeg hij juist het weer als het op zijn
ergst was."
„Maak u maar niets ongerust! De dokter is hier
niet van vandaag of gisteren; hij weet wel hoe
het er toegaat bij stormweer."
„Is het hier vaker slecht weer?"
„Dat zou ik denken! Zal ik het raam maar
sluiten?"
„Neen, neen, ik zie het zoo graag!"
„Nu, ieder zijn meug, zei de boer, en hij braadde
zijn haas met huid en haar. Ik zou het anders aan
u niet zeggen dat u het graag zag. U zat hier te
rillen als een blad."
„Dat is niets, dat kan ik niet helpen!"
En zij bleef voor het raam staan, aangetrokken
en tevens afgestooten door het ijselijke gezicht
van den storm, die zich langzaam voorbereidde;
de zon had het reeds lang opgegeven tegen dé
wolken strijd te voeren; dikke zwarte balken had
den haar afgesloten, haar en haar stralenslechts
zelden brak er een door en wierp een akelig vaal
gele lichtstreep over het grauwe dek. De golven
bruischten niet meer, zij^rulden; de wind kwam
aangezet van ver uit het Zuiden en maakte een
gedruisch als kwam hij aangereden op een ont
zaggelijk voertuig over hooge ijzeren wegen; hij
begon te hameren op de daken, hij siste door de
straten, hij speelde met het schuim en wierp het
hooger, steeds hooger, om den hemel te tarten,
die ook steeds zwarter en dreigender werd.
„Mijn God, mijn God! sta hen bij die onderweg
zijn op zee en land!" stamelde Rose-Marie; daar
tuimelde zij weg van het raam; van boven naar
beneden scheurde plotseling het gewelf en een
vurige slang sidderde in een seconde vlak tegen
over haar, een vaal, oranje licht door de kamer
werpend, en dadelijk voegde zich het doffe geratel
van het onweer met het valsche krijschen van den
wind.
„Ziet u wel," zei juffrouw Bol. „Het zal u niet
bevallen naar den storm te kijken. Het is geen
jonge juffertjes gezicht, dat weet ik wel!"
En meteen schoof zij het paneel voor het raam.
Nu was de storm afgesloten voor Rose-Marie's
oogen, maar in haar ooren woedde hij voort.
Aarde en zee schenen in opstand tegen den
hemel en den wind, de valsche wind zwiepte hen
op, de wind stookte het vuur aan, de wind raasde
en gilde, hij deed alles daveren, hij was 't die de
golven opzweepte ellen hoog, hij, die alles omver
wierp; daar vielen daken kletterend in, daar stortte
een schoorsteen donderend omlaag! O God, kwam
er dan geen einde aan of was dit eerst het begin,
waar moest het dan heen! Waren dat legers van
zeemonsters die uit de diepten losgelaten werden?
Hoe raasden en gierden zij allen. Wat wilden zij
toch?
Zij ging de kamer uit naar de keuken; juffrouw
Bol zat rustig te breien. Rose-Marie's angst klom
met de minuut.
„Oom Théo, oom Théo, was u maar thuis!"
riep ze telkens, dan hield zij zich een oogenblik
in; zij meende het gerol van wielen te hooren,
maar neen, alle geluiden deden immers mede in
de afgrijselijke symphonie, die helsche muzikanten
op de aarde uitvoerden.
De glazen rinkelden, er braken ruiten, nu eens
sloegen hagelsteenen, dan weer groote droppels
regen kletterend tegen de glazen.
(Wordt vervolgd.)