W0I11I1T1
BAAI
'?vanden/tadrd
id verdienen
FRÏSO
lestraat 5 - DEN BOSCH
VERZOEK!!
achle clientèle
eubelen, bedden
en repareeren en
ipdat in de drukke
niet behoeven te
Bij voorbaat dank.
- MIDDELHARNIS
WOENSDAG
30 JANUARI 1929
Zenuwstillend
Landbouw.
ROSA MARINA
Wrijf Uw
pijnlijke spieren
genomen, hetzij door Groot-Brittannië,
zij door ibn Saoed, den koning van den
dsjas, om de roovers te tuchtigen.
EEN MILDE WINTERZONNELACH.
De zon breekt door de woken heen
Na menig grauwen winterdag,
En heel het landschap baadt in gloed,
Glanst in dien gouden zonnelach.
Ook in mijn ziele glijdt die lach,
Zoo goud, zoo licht, zoo feest'lijk blij;
Verdrijft ook daar het wintergrauw,
Dat dagen droef omklemde mij.
Opeens van voorjaarsweelde zingt
Iets in 't verruimde menschenhart,
En iets als hoop op vroege lent'
Bant nog te duchten wintersmart.
Zoo'n milde winterzonnelach
Na dagen van dik mistgordijn...
Wiens ziele smacht naar licht en gloed
Zou die niet heerlijk welkom zijn.
M. D. O.
ROEG IN DEN MORGEN IN 'T WOUD.
/as vroeg in den morgen gegaan in het woud
)e hemel zoo grijs en de regen zoo dicht,
zwoel was de woudgeur, die hi ng tusschen 't
hout,
:en merel floot triest in het schemerig licht.
om mij immer gezellig dat fluist'ren
/an regendruppels en bladeren saam,
om den zin van 't gekout te beluist'ren,
chrijd 'k stil over 't mos, ingehouden mijn
aam.
regen houdt op, en van takken en blaren
Druipt lang na nog op 't woudmosdek neer.
daar de wind de lucht op doet klaren,
/ol luister in 't zonlicht het woud toont zich
weer.
't vogelenheer doet nu luide zich hooren
n heel mijn hart met dien juichtoon stemt
mee,
k met wat uit de vert' mij in d'ooren,
/loedgetijruischen der wondere zee.
M. d. O.
'5TEEMSTRIKT CONTANT
DAN BIJ OMZE COtiCURENTEn
ROUWEN kunnen per week door
e HOLLAND 10 tot 13 gulden
tijd van 5 tot 6 uren per dag. Wij
'ast werk door een werkcontract op
schriftelijk garantie op de machine.
:age der tevredenheidsbetuigingen,
dw. dnr.
Prijs per kwartaal 1,—
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt ieder en
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
11E JAARGANG. - N°. 25
Vragen, deze rubriek betreffendekunnen
door ome abonne"s worden gezonden aan
Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde
singel 96a Rotterdam. Postzegel voor
antwoord insluiten en Blad vermelden.
Van Diphtherie tot pokken. Hoe de kippen aan
de duiven hun redding te danken hebben.
Een typisch voorbeeld hoe de menschen
vaak zeer duidelijke aanwijzingen niet be
grijpen, ontving ik heden. Bij een doode kip
was de volgende brief gevoegd: „Wij zenden u
een jonge Anconakip. In de laatste weken zijn
er drie gestorven. Ze staan een paar dagen te
hijgen en dan stikken ze. Wat zouden ze
kunnen inankeeren? Wat moeten we doen om
te zorgen dat anderen het niet krijgen, en wat
als er weer een dezelfde ziekte krijgt? We
hebben de laatste zelf geopend en die had een
harde gele knobbel in de keel die de opening
verstopte."
Dat is dus precies een geval zooals ik het tie
vorige keer beschreef van luchtpijpdiphtherie
en ik denk wei dat geen mijner lezers, als hij
mijn artikelen gevolgd heeft, in het onzekere
zou verkeeren, als hij zoo'n geval zag. Eigen
aardig is wel dat de inzender secretaris eener
eiervereeniging is, dus op zijn plaats weer een
voorman. Als'nu zoo iemand de ziekte nog
zoo weinig kent, behoeft men niet te vragen,
hoe het met het gros der pluimveehouders
gesteld is. Een lezer uit Nijkerk vraagt mij:
ik heb vorige week al mijn kippen verkocht
wegens diphtherie. II heb het hok ontsmet met
creoline. Hoe lang moet het nu leeg staan en
wanneer kan ik nieuwe kippen koopen? Mijn
advies was thans geen kippen te koopen, niet
omdat ik bang ben voor besmettingsgevaar,
maar omdat goede kippen thans geweldig
duur zijn. Wie zai er nu goede kippen ver-
koopen? Wat aan de markt komt is heusch
niet veel bijzonders.
Heel vaak werkt de smetstof zooals men d°t
noemt uit op de huid en d"n krijgen de kippen,
vooral aan kam, lellen en oogleden wratjes,
die ineenvloeien en korsten vormen. Dit noemt
men pokken. Bij duiven treedt het vaak op
in den hoek van den snavel en kunnen de
dieren niet goed meer eten. is het proces erg
hevig dan ziet men ze vaak onder de vleugels
en op andere plekken van de huid. De wratjes
doen zich eerst voor als kleine puntjes ter
groote van een speldeknop. Binnen enkele
dagen groeien ze uit tot de groote van een erwt.
Ze bloeden heel gauw en worden dan bedekt
met een korstje. Heel vaak gaan pokken en
diphtherie samen en zit men dus bij vogels
met pokken aan den kop, diphtherie in den
bek.
Mij dunkt de onderkenning der ziekte zal
in de meeste gevallen wel geen moeilijkheden
meer opleveren. Toch doet men wijzer bij
sterfte zelf geen kippen te openen, doch dit
aan den direnarts over te laten, of de dieren
ter onderzoek op te zenden. Het gevaar voor
besmetting is, als men zelf aan het openmaken
gaat, zeer groot.
Over de behandeling heb ik in den beginne al
gesproken. In het beginstadium, dus bij snot,
begin*, men met kopb^den, die ik beschreven
heb. Als het eenigszins mogelijk is zette men
zieke dieren apaert op een warme, droge plaats.
Hoewel de ziekte in het geheele lichaam zit,
kan men toch het plaatselijk lijden wei ver
zachten en het genezingsproces bevorderen.
Men kan de vliesjes wegkrabben en penseelen
met jodiumtinctuur, en de wratjes der pokken
met helsche steen aanstippen. Met het oog op
besmettingsgevaar en nauwkeurige beoor
deeling van het geval kan men ook deze behan
deling veel beter aan den dierenarts toever
trouwen. Deze kan ook als het noodig is, de
knikkers onder de oogen openen en de holten
met een ontsmettende vloeistof uitspoelen.
Dit alles is echter slechts lapwerk en tast
de eigenlijke ziekte niet aan. Tegenwoordig
heeft men echter entstoffen gevonden, die de
vogels onvatbaar maken voor diphtherie en
pokken en dat is de manier, waarop deze
schadelijke ziekte bestreden moet worden.
Bij gelegenheid vertel ik wel eens waarop
de werking van entstoffen eigenlijk berust,
in het kort komt het hierop neer, dat een dier.
zoodra het een ziekte doorstaan heeft, onge
voelig wordt voor die ziekte. Heeft een kip
dus pokken doorstaan dan wordt zij ongevoelig.
Nu behoeft het dier geen zware pokken t
krijgen, een heel lichte vorm der ziekte is ook
volaoende. De kunst is nu maar om een dier
zoo'n lichte vorm te bezorgen, die absoluut
onschadelijk is, maar die het dier toch onge
voelig maakt. Dit doet men weer op allerlei
.manieren al naar gelang van de smetstof.
Bij miltvuur worden bijv. de gevaarlijke
bacillen door verhitting dusdanig verzwakt dat
ze geen gevaar meer opleveren, doch nog wel
de dieren ongevoelig maken, en bij cholera
wordt weer de smetstof met carbol verzwakt.
Bij pokken nu heeft men weer een heel ander
trucje gevonden in den laatsten tijd, en wel
een trucje dat bij den mensch al honderd jaar
gebruikt wordt. De mensch wordt namelijk
geënt met de smetstof van koeienpokken,
krijgt dan een heele lichte vorm van pokken
(de entpokken moeten z.g. opkomen) en is
dan voor eenige jaren onvatbaar voor de
gevaarlijke menschenpokken.
Bij kippen nu doet men dit met duivenpok-
ken. Door bepaalde laboratorium-manieren
worden de pokken van duiven, die men daar
kunstmatig verwekt, verwerkt, en komen in
den handel als een fijn poeder. De dierenarts
nu ent met dit poeder de jonge kippen, liefst
in Augustus of September.
Dit gebeurt net als bij den mensch op de
huid van een der ledematen, en wel op de
huid van het been. De dierenarts trekt van
het dijbeen eenige veeren uit en wrijft nu in de
veerzakjes, die natuurlijk lichtelijk verwond
zijn, de entstof. Na een goede week komen de
pokken op en wordt de aldus geënte kip onge-
voelig. ATS dit nu gebeurt in den tijd dat het
nog zoo guur en koud is, dan verdragen de j
kippen het prachtig en zijn dan ongevoelig
voor de diphtherie, zoodra het slechte jaar
getijde komt.
Ziedaar dus de nieuwe methode waarop men
de diphtherie bestrijdt, n.l. door inenten. Welke
entstof de dierenarts gebruiken wil, doet er
niet veel toe, dat hangt van zijn inzicht af,
doch het principe der enting hebben we nu wel
begrepen.
We zien dus dat we kippen-diphtherie met
duiven-smetstof kunnen voorkomen en nu
komt de vraag naar vorenhoe zit het eigenlijk
met al deze pokken-smetstoffen-soorten? Zijn
de pokken van mensch, koe, paard, konijn,
kip veroorzaakt door dezelfde smetstof, of
verschillen deze smetstoffen? Van de diptherie
komen we nu dus op de pokken en zullen over
die smetstoffen nog eens praten. Een lezer
uit Neede vroeg me of ik niet eens een beschrij
ving kan geven van Khaki Cambeli eenden,
daar op een tentoonstelling daar in de buurt,
eenden met wildstrepen en wit aan den hals,
eerste prijzen gehad hebben. Ik wil deze be
schrijving met plezier geven, want de Cambeli
eenden heb ik grootendeels zelf in ons land
gebracht en gepropageerd en een keurmeester,
aie een eend met wit aan den hals een eerste
prijs geeft, kent zijn vak niet, complement
van mij. Laat me nu echter even dit pokken-
praatje afmaken, het is ook interessant voor
een massa lezers, die niet direct kippenhouders
zijn. Daarna Cambelle eenden.
Dr. te Hennepe.
en Zenuwsterkend is de werking van
Mifnhardf's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
(Adv.)
FEU I LLETON.
DOOR
MELATI VAN JAVA.
BOEKHOUDMISERE.
(Ingezonden.)
Het wordt er den landbouwers niet gemak
kelijker op gemaakt tegenwoordig. De tijd van
het „zich maar laten aanslaan" door de in
specteurs is voorbij, want de zoogenaamde
normberekeningen, die zij er op na houden,
komen altijd falikant uit voor den boer. Dus
werden ze lgngzamerheand gedwongen tot het
maken van aanteekeningen omtrent hun bedrijf
zoodat zij, daarmede gewapend den inspecteur
althans eenige voorlichting konden geven om
trent hun gang van zaken. Maar ook dit bleek
niet voldoende. En van de zijde der inspec
teurs werd er hoe langer hoe meer op aan
gedrongen dat de boeren boekhoudcursussen
zouden gaan volgen om met een behoorlijke
boekhouding voor den dag te kunnen komen.
Velen hebben daaraan gevolg gegeven, hebben
tijd, geld en moeite er voor over gehad om
zich de kunst van boekhouden eigen te maken,
zijn ter inspectie op de proppen gekomen met
een werkelijk goed en accuraat bijgehouden
boekhouden volgens het systeem dat hen ge
leerd was, en.mogen nu vernemen, dat dat
systeem, en dus hun geheele boekhouderij
ondeugdelijk is.
Ook mij werd eenige jaren geleden door den
inspecteur der directe belastingen te Zeist de
nadrukkelijke raad gegeven: „ga boekhouden;
er worden toch van rijkswege cursussen ge
geven, loop zoo'n cursus af, leg de boekhouding
aan die daar wordt voorgeschreven, houd die
nauwkeurig bij en u bent klaar." Aldus deed
ik en volgde de Rijkslandbouwwinterschool te
Utrecht, waar gedurende den winter dagelijks
les gegeven wordt. Ais systeem van boekhou
ding werd ons geleerd dat van den heer J.
Heidema, Directeur der Middelbare Landbouw
school! en der Rijkslandbouwwinterschool te
Groningen, dus een autoriteit op dat gebied.
De eerste maai de beste dat ik met die boek
houding bij den inspecteur kwam, werd het al
noodig gevonden, de boekhouding in handen
van den rijksaccountant te stellen. Hoe diens
rapport luidde weet ik natuurlijk niet, maar
wel vernam ik later dat zijn resultaat maar een
paar honderd gulden met het mijne scheelde.
Ondanks mijn boekhouding werd de aanslag,
die meer dan ƒ5000 te hoog was, gehandhaafd.
En nu komt het fraaie. Voor den Raad van
Beroep betoegde dezelfde inspecteur die mij
het boekhouden zoozeer had aangeraden, dat
de boekhouding van den heer Heidema on
deugdelijk was, omdat er niet de privé-kas in
was bijgehouden en dat daarom de geheele
boekhouding moest worden uitgeschakeld. Nu
weet ieder, die het systeem-Heidema kent, wei,
dat dit systeem vrij uitgebreid is en deugde
lijke controle zeer wel mogelijk maakt. Wat
wil men meer? Moeten de boeren nu ook al
hun kleeren, schoeisel, kruidenierswaren, hun
sigaar, hun borrel en hun kop koffie gaan op
schrijven? Op deze manier maakt men den
boeren het boekhouden onmogelijk. De Raad
van Beroep te Utrecht was het met den inspec
teur eens. Weliswaar werd de aanslag verlaagd,
doch deze bleef toch nog belangrijk boven het
resultaat der boekhouding. Wanneer men het
bovenstaande in het kort zou willen samen
vatten, dan komen we tot de volgende eigen
aardige conclusie;
Een rijks-ambtenaar dringt aan op boek
houden en het volgen van een cursus. Op den
cursus die vanwege het rijk gegeven wordt,
wordt een systeem geleerd door een rijks-
leeraar, samengesteld door een directeur van
een rijks-landbouwschool. De Raad van Beroep
een rijks-instelling, oordeelt met den rijks
ambtenaar, die zoo op boekhouden heeft aan
gedrongen, dat het systeem door een directeur
van een rijks-school ontworpen, en vanwege
het rijk gedoceerd, ondeugdelijk is!
INGEZONDEN MEDEDEELING.
1 en stramme gewrichten, verdrijf
die afmattende pijnen van rheu-
matiek en spit met de beroemdej
AKKER'a
KLOOSTERBALSEM,
k verzacht verrassend^]
snel.
INGEZONDEN MEDEDEELING'
35-40-50ct:
per1/2 pond
42)
Daatje die vol nieuwsgierigheid den uitslag van
het onderhoud afwachtte, had, zoodra er gescheld
werd haar bak met aardappelen, waaraan zij
schilde, neergezet, en liep naar boven om open
te doen.
Een heer in eenigszins vreemde kleeding, „een
echte heer van buiten", dacht zij, stond voor de
deur en vroeg: „Wel, is mevrouw thuis?"
Ia wel, mijnheer!" antwoordde Daatje een
beetje knak, dat er geen juffrouw voor haar af kon.
Nu zeg mevrouw dat dokter Adrichem er is."
De meid had dien naam nooit eerder gehoord
en wist dus nog minder dat de man mevrouw's
oom was- zij liet hem dus even op de mat staan,
tikte aan'de deur der huiskamer, wierp een snellen
blik op haar nog steeds preekende meesteres en
op de schreiende Marie en diende Dr. Adrichem
3a"wat, oom hier?" riep Charlotte, vergat al haar
huishoudelijke zorgen, en liep de gang in, haar
oom tegemoet, die daar nog geduldig wachtte.
„Wel, oompje! Wat een verrassing! U hier? En
waaraan heb ik het genoegen en de eer van uw
bezoek te danken?"
„Nu, kind, dat kan ik je niet in drie woorden
zeggen."
„Kom u binnen, oom, Zandberg zal dadelijk
thuis zijn. Hoe heerlijk 1 Weet ma al dat u in de
stad is?"
Terwijl mevrouw haar oom zoo hartelijk ver
welkomde, was Daatje brandend van nieuws
gierigheid op haar kameraad toegeloopen en vroeg
haar: „Hoe is het, moet je weg?"
Marie kon niet antwoorden, al wilde zij ook.
„Nu, trek je dat maar niet zoo aan. Hij is er
ook nog! Hij is de oorzaak dat je in de knoei
zit, laat hij je er nu ook uithalen. Voor mijn part
ga je maar heen! Ik ben op mijn fatsoen gesteld
en weet je, ik heb altijd gedacht dat jij de rechte
zus niet was."
Mevrouw kwam met haar oom binnen en de
beide meiden trokken af, Marie schoof snel door
de porte-brisée in het salon. Daatje verzette voor
het oog iets aan de koffietafel en ging heen door
de gangdeur.
„Ja," zeide oom, toen zij alleen waren, „ik be
grijp dat je vreemd tfpkijkt nu ik zoo in eens uit
de lucht kom vallen, want zoo dikwijls kom ik
jullie niet ophouden; ik zal ook niet veel tijd ver
liezen aan pourparlers, maar je liever dadelijk
zeggen waar het op staat."
„Oom, u drinkt toch een kopje koffie mee?"
„Ja, dat kan ik wel doen. Ik ga met den trein
van 2.10 weer weg."
„Naar Duinwijk terug?"
„Waar anders? Ik kan niet lang gemist worden,
juist nu!"
„En is u al in de Vondelstraat geweest?"
„Neen, daar heb ik geen tijd toe."
„Maar oom! wat zal ma zeggen?"
„Ja, dat kan me niet schelen 1 Doe mijn groeten
en zeg tot een volgenden keer; dat gebeurt mis
schien over een jaar of tien op zijn vroegst."
„Maar oom, u is nog nooit bij mjj geweest en
ik ben toch al zes jaar getrouwd?"
„Nu, je hebt er toch wel om kunnen eten en
drinken, hoop ik? Maar laat mij je nu eerst gauw
zeggen, wat ik eigenlijk hier kom doen, want het
spijt me wel dat ik het je bekennen moet. Ik
kom niet om jou of je man, maar om je tweede
meid."
„Om Marie.Ach God! Oom, wat is er dan,
wat is erzeg me spoedig! Is er iets niet in
orde? Heeft zij wat met de politie?"
„Maar kind, houd je toch bedaard! Wat scheelt
je?"
„Och, oom, die meid!"
„Nu wat zou dat? Heb je.er zoo'n last van?'
„Dat niet, maar ik weet niet wat ik er aan heb
Ik vertrouw ze niet meer. Zoo juist was ik met
haar bezig, maar dat vertel ik u later. Zeg u mij
eerst: wat weet u van haar? Er is zeker iets heel
belangrijks, dat u zich. expres voor haar zoo
derangeert."
„Zeker, is het iets belangrijks. Ik heb toevallig
gehoord dat zij een meisje is, waar ik al sedert
jaren naar zoek, de dochter van een vriend die
met mij in dienst was. Ik had beloofd voor haar
te zorgen, en nu moet ik hooren dat zij bij jou
dient. Hoe noem je haar?"
„Marie!"
„En verder?"
„Ja,-.verder.hoe heet zij ook? Dor... Door...
Iets van Doornkamp, Doornbosch, Doornman of
zoo iets."
„Dat komt uit. Je stelt wel belang in je dienst
personeel, hoor nichtje! Hun namen niet eens te
Niet alleen moet het buitengewoon onaan
genaam zijn voor den als algemeen zeer be
kwamen en deskundigen landbouwspecialiteit
bekend staanden heer Heidema, dat het rijk in
wiens dienst hij is, hem zoodoende een slag
in het gezicht geeft, maar voor de boeren die,
vertrouwend op hetgeen hun van rijkswege
wordt opgelegd en geleerd, meenden aan het
juiste adres te zijn, is het eenvoudig.om
dol te worden.
P. van Zijl.
Bunnik, 2 Jan. 1929.
Met aandacht las ik bovenstaand stukje en
kan mij voorstellen, dat genoemde praktijken
van rijksambtenaren allerwege verontwaardi
ging verwekken. Evenwel een klein beetje
moeten de landbouwers ook de schuld bij hen
zelf zoeken in zooverre het betreft het feit,
dat zij trots alle aansporingen tot het uiterste
wachten met hun aandacht te besteden aan de
administratie als verantwoordingsmateriaal
tegenover den fiscus; en ook heden nog
huldigen velen de taktiek van: „Ze moeten er
maar naar raden."
Noodzakelijkerwijze stemt dit de ambte
naren wat prikkelbaar en repressailie-maat-
regelen zullen dus vaak daarvan het gevolg
zijn.
Verder heb ik niet den indruk, dat de ambte
naar een bepaald systeem van boekhouding
voorschrijft, mits zij maar overzichtelijk en
controleerbaar is. Reeds in 1925 schreef onder-
geteekende een paar epistels over dit onder
werp in „Onze Eilanden" en „Maas- en Schel-
debode" en stelde hij zich disponibel voor het
geven van eventueel gevraagde inlichtingen,
doch er was geen animo. Zelfs wees hij eenigen
tijd later één der voormannen onder de land
bouwers op het bestaan van een Centraal
Administratie-Bureau te Groningen en vroeg
hem of een dergelijk instituut ook bestaans
recht zou hebben op Flakkee, doch dit heer
schap ontbrak zelfs de wellevendheid om ook
maar het geringste teeken van leven te geven.
Na een en ander is het dus niet zoo'n onver
klaarbaar wonder, dat ambtenaren vaak hun
toevlucht nemen tot drastische maatregelen,
daar zij dagelijks ervaren, dat zij niets bereiken
alvorens het den onwilligen aan den lijve te
doen ondervinden.
Sommelsdijk, Jan. 1929.
A. van der Plaat.
kennen."
„Maar, oom!" en Charlotte werd vuurrood, „hoe
kan ik ze onthouden, je krijgt er zooveel, en
daarbij is Marie over haar familie en haar eigen
zaken zoo gesloten als een bus. Je krijgt er nooit
een stom woord uit."
„Haar vader heb ik goed gekend!"
„Was hij matroos bij u?"
„Matroos? Hij vaarde met me, ja! Ik ben steeds
van plan geweest, zooals ik je zei, voor zijn kind
te zorgen, maar ik dacht dat zij goed en wel in
Indië zat."
„En hoe weet u nu dat zij bij mij dient?"
„Ja, nichtje, dat is een al te ingewikkelde ge
schiedenis om je dat in een paar woorden te ver
tellen. Je hebt er ook niets aan."
„Och, oom! Vertel u het mij, dan zal ik u van
haar op de hoogte brengen."
„Dat is niet noodig! Ik kom mij wel wat Iaat
van mijn plicht kwijten, maar beter laat dan nooit"
„Dat weet ik niet, oom! Het is een raar schepsel.
Zal ik haar roepen?"
„Ja! Ik wou ze dadelijk meenemen, als het je
schikt."
„Maar, oom, zoo op staanden voet? U moet
weten, ik had juist questie met haar; ik heb haar
den dienst opgezegd. Laat mij u eerst even de
historie vertellen."
„Neen, neen, neen! Ik heb geen tijd, zij moet
met mij mee. Ik wil haar eerst spreken onder vier
oogen en dan maakt zij zich dadelijk klaar om
met mij te vertrekken."
„Maar, oom, zoo op stel en sprong! Wat zal
Zandberg zeggen, en u ontrieft mij erg!"
De dokter haalde iets uit zijn vestzak en duwde
dat Charlotte in de hand.
(Adv.)
Uit de rechtszaal.
Rechter: „Wanneer bent u geboren, be
klaagde?"
Beklaagde (zwijgt).
Rechter: „Zeg mij eens wanneer u jarig
bent."
Beklaagde: „Och wat! U bent toch niet van
plan mij een cadeau te geven?"
Opmerking.
Wie goed weet te smeren, rijdt gemakkelijk,
en wie goed weet aan te smeren, rijdt spoedig
in een eigen auto.
„Daar, dat is om je een St.-Nicolaas-cadeautje
te koopen," zeide oom, en het gelaat der jonge
vrouw schitterde van vreugde, toen zij het vod-
derige papiertje openvouwde.
„Tweehonderd gulden! Maar, oom, dat is veel
te veel."
„Kom, kom! doe er mee wat je wilt. Laat je
meisje nu komen, schenk me dan een kop koffie
in en bestel een taxi om ons naar het station te
brengen; het is kwart over twaalf."
„Ik zal haar roepen, oom."
En mevrouw Zandberg riep aan de trap van
het sousterrain: „Marie! Marie!"
Daatje kwam voor den dag en zeide dat Marie
naar boven was.
Charlotte bedacht zich een oogenblik; toen ging
zij zelf de vijftig trappen op naar het meiden
kamertje, waar, zooals zij verwachtte, Marie zich
opgesloten had.
Het meisje zat nog altijd, onmachtig om haar
tranenstroom te stuiten, op den rand van haar
bed; zij had een gevoel of zij altijd maar door
moest huilen,
„Zit je daar nog te schreien?" vroeg mevrouw.
„Och, mevrouw, ik kan er niets aan doen,"
snikte zij, „niets."
„Nu, knap je gauw op. Er is iemand om je te
spreken."
„Frank?" wilde zij vragen. Gelukkig hield zij
dit woord terug.
„Het is of je vermoord wordt, zoo'n spectakel
maak je. Ik ben je zelf komen halen, omdat ik
wel begreep dat je nog van streek was. Kom
gauw beneden!"
„Ja, mevrouw!"
(Wordt vervolgd.)