W0I11I1T1 BAAI '?vanden/tadrd id verdienen FRÏSO lestraat 5 - DEN BOSCH VERZOEK!! achle clientèle eubelen, bedden en repareeren en ipdat in de drukke niet behoeven te Bij voorbaat dank. - MIDDELHARNIS WOENSDAG 30 JANUARI 1929 Zenuwstillend Landbouw. ROSA MARINA Wrijf Uw pijnlijke spieren genomen, hetzij door Groot-Brittannië, zij door ibn Saoed, den koning van den dsjas, om de roovers te tuchtigen. EEN MILDE WINTERZONNELACH. De zon breekt door de woken heen Na menig grauwen winterdag, En heel het landschap baadt in gloed, Glanst in dien gouden zonnelach. Ook in mijn ziele glijdt die lach, Zoo goud, zoo licht, zoo feest'lijk blij; Verdrijft ook daar het wintergrauw, Dat dagen droef omklemde mij. Opeens van voorjaarsweelde zingt Iets in 't verruimde menschenhart, En iets als hoop op vroege lent' Bant nog te duchten wintersmart. Zoo'n milde winterzonnelach Na dagen van dik mistgordijn... Wiens ziele smacht naar licht en gloed Zou die niet heerlijk welkom zijn. M. D. O. ROEG IN DEN MORGEN IN 'T WOUD. /as vroeg in den morgen gegaan in het woud )e hemel zoo grijs en de regen zoo dicht, zwoel was de woudgeur, die hi ng tusschen 't hout, :en merel floot triest in het schemerig licht. om mij immer gezellig dat fluist'ren /an regendruppels en bladeren saam, om den zin van 't gekout te beluist'ren, chrijd 'k stil over 't mos, ingehouden mijn aam. regen houdt op, en van takken en blaren Druipt lang na nog op 't woudmosdek neer. daar de wind de lucht op doet klaren, /ol luister in 't zonlicht het woud toont zich weer. 't vogelenheer doet nu luide zich hooren n heel mijn hart met dien juichtoon stemt mee, k met wat uit de vert' mij in d'ooren, /loedgetijruischen der wondere zee. M. d. O. '5TEEMSTRIKT CONTANT DAN BIJ OMZE COtiCURENTEn ROUWEN kunnen per week door e HOLLAND 10 tot 13 gulden tijd van 5 tot 6 uren per dag. Wij 'ast werk door een werkcontract op schriftelijk garantie op de machine. :age der tevredenheidsbetuigingen, dw. dnr. Prijs per kwartaal 1,— Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt ieder en Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 11E JAARGANG. - N°. 25 Vragen, deze rubriek betreffendekunnen door ome abonne"s worden gezonden aan Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde singel 96a Rotterdam. Postzegel voor antwoord insluiten en Blad vermelden. Van Diphtherie tot pokken. Hoe de kippen aan de duiven hun redding te danken hebben. Een typisch voorbeeld hoe de menschen vaak zeer duidelijke aanwijzingen niet be grijpen, ontving ik heden. Bij een doode kip was de volgende brief gevoegd: „Wij zenden u een jonge Anconakip. In de laatste weken zijn er drie gestorven. Ze staan een paar dagen te hijgen en dan stikken ze. Wat zouden ze kunnen inankeeren? Wat moeten we doen om te zorgen dat anderen het niet krijgen, en wat als er weer een dezelfde ziekte krijgt? We hebben de laatste zelf geopend en die had een harde gele knobbel in de keel die de opening verstopte." Dat is dus precies een geval zooals ik het tie vorige keer beschreef van luchtpijpdiphtherie en ik denk wei dat geen mijner lezers, als hij mijn artikelen gevolgd heeft, in het onzekere zou verkeeren, als hij zoo'n geval zag. Eigen aardig is wel dat de inzender secretaris eener eiervereeniging is, dus op zijn plaats weer een voorman. Als'nu zoo iemand de ziekte nog zoo weinig kent, behoeft men niet te vragen, hoe het met het gros der pluimveehouders gesteld is. Een lezer uit Nijkerk vraagt mij: ik heb vorige week al mijn kippen verkocht wegens diphtherie. II heb het hok ontsmet met creoline. Hoe lang moet het nu leeg staan en wanneer kan ik nieuwe kippen koopen? Mijn advies was thans geen kippen te koopen, niet omdat ik bang ben voor besmettingsgevaar, maar omdat goede kippen thans geweldig duur zijn. Wie zai er nu goede kippen ver- koopen? Wat aan de markt komt is heusch niet veel bijzonders. Heel vaak werkt de smetstof zooals men d°t noemt uit op de huid en d"n krijgen de kippen, vooral aan kam, lellen en oogleden wratjes, die ineenvloeien en korsten vormen. Dit noemt men pokken. Bij duiven treedt het vaak op in den hoek van den snavel en kunnen de dieren niet goed meer eten. is het proces erg hevig dan ziet men ze vaak onder de vleugels en op andere plekken van de huid. De wratjes doen zich eerst voor als kleine puntjes ter groote van een speldeknop. Binnen enkele dagen groeien ze uit tot de groote van een erwt. Ze bloeden heel gauw en worden dan bedekt met een korstje. Heel vaak gaan pokken en diphtherie samen en zit men dus bij vogels met pokken aan den kop, diphtherie in den bek. Mij dunkt de onderkenning der ziekte zal in de meeste gevallen wel geen moeilijkheden meer opleveren. Toch doet men wijzer bij sterfte zelf geen kippen te openen, doch dit aan den direnarts over te laten, of de dieren ter onderzoek op te zenden. Het gevaar voor besmetting is, als men zelf aan het openmaken gaat, zeer groot. Over de behandeling heb ik in den beginne al gesproken. In het beginstadium, dus bij snot, begin*, men met kopb^den, die ik beschreven heb. Als het eenigszins mogelijk is zette men zieke dieren apaert op een warme, droge plaats. Hoewel de ziekte in het geheele lichaam zit, kan men toch het plaatselijk lijden wei ver zachten en het genezingsproces bevorderen. Men kan de vliesjes wegkrabben en penseelen met jodiumtinctuur, en de wratjes der pokken met helsche steen aanstippen. Met het oog op besmettingsgevaar en nauwkeurige beoor deeling van het geval kan men ook deze behan deling veel beter aan den dierenarts toever trouwen. Deze kan ook als het noodig is, de knikkers onder de oogen openen en de holten met een ontsmettende vloeistof uitspoelen. Dit alles is echter slechts lapwerk en tast de eigenlijke ziekte niet aan. Tegenwoordig heeft men echter entstoffen gevonden, die de vogels onvatbaar maken voor diphtherie en pokken en dat is de manier, waarop deze schadelijke ziekte bestreden moet worden. Bij gelegenheid vertel ik wel eens waarop de werking van entstoffen eigenlijk berust, in het kort komt het hierop neer, dat een dier. zoodra het een ziekte doorstaan heeft, onge voelig wordt voor die ziekte. Heeft een kip dus pokken doorstaan dan wordt zij ongevoelig. Nu behoeft het dier geen zware pokken t krijgen, een heel lichte vorm der ziekte is ook volaoende. De kunst is nu maar om een dier zoo'n lichte vorm te bezorgen, die absoluut onschadelijk is, maar die het dier toch onge voelig maakt. Dit doet men weer op allerlei .manieren al naar gelang van de smetstof. Bij miltvuur worden bijv. de gevaarlijke bacillen door verhitting dusdanig verzwakt dat ze geen gevaar meer opleveren, doch nog wel de dieren ongevoelig maken, en bij cholera wordt weer de smetstof met carbol verzwakt. Bij pokken nu heeft men weer een heel ander trucje gevonden in den laatsten tijd, en wel een trucje dat bij den mensch al honderd jaar gebruikt wordt. De mensch wordt namelijk geënt met de smetstof van koeienpokken, krijgt dan een heele lichte vorm van pokken (de entpokken moeten z.g. opkomen) en is dan voor eenige jaren onvatbaar voor de gevaarlijke menschenpokken. Bij kippen nu doet men dit met duivenpok- ken. Door bepaalde laboratorium-manieren worden de pokken van duiven, die men daar kunstmatig verwekt, verwerkt, en komen in den handel als een fijn poeder. De dierenarts nu ent met dit poeder de jonge kippen, liefst in Augustus of September. Dit gebeurt net als bij den mensch op de huid van een der ledematen, en wel op de huid van het been. De dierenarts trekt van het dijbeen eenige veeren uit en wrijft nu in de veerzakjes, die natuurlijk lichtelijk verwond zijn, de entstof. Na een goede week komen de pokken op en wordt de aldus geënte kip onge- voelig. ATS dit nu gebeurt in den tijd dat het nog zoo guur en koud is, dan verdragen de j kippen het prachtig en zijn dan ongevoelig voor de diphtherie, zoodra het slechte jaar getijde komt. Ziedaar dus de nieuwe methode waarop men de diphtherie bestrijdt, n.l. door inenten. Welke entstof de dierenarts gebruiken wil, doet er niet veel toe, dat hangt van zijn inzicht af, doch het principe der enting hebben we nu wel begrepen. We zien dus dat we kippen-diphtherie met duiven-smetstof kunnen voorkomen en nu komt de vraag naar vorenhoe zit het eigenlijk met al deze pokken-smetstoffen-soorten? Zijn de pokken van mensch, koe, paard, konijn, kip veroorzaakt door dezelfde smetstof, of verschillen deze smetstoffen? Van de diptherie komen we nu dus op de pokken en zullen over die smetstoffen nog eens praten. Een lezer uit Neede vroeg me of ik niet eens een beschrij ving kan geven van Khaki Cambeli eenden, daar op een tentoonstelling daar in de buurt, eenden met wildstrepen en wit aan den hals, eerste prijzen gehad hebben. Ik wil deze be schrijving met plezier geven, want de Cambeli eenden heb ik grootendeels zelf in ons land gebracht en gepropageerd en een keurmeester, aie een eend met wit aan den hals een eerste prijs geeft, kent zijn vak niet, complement van mij. Laat me nu echter even dit pokken- praatje afmaken, het is ook interessant voor een massa lezers, die niet direct kippenhouders zijn. Daarna Cambelle eenden. Dr. te Hennepe. en Zenuwsterkend is de werking van Mifnhardf's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten (Adv.) FEU I LLETON. DOOR MELATI VAN JAVA. BOEKHOUDMISERE. (Ingezonden.) Het wordt er den landbouwers niet gemak kelijker op gemaakt tegenwoordig. De tijd van het „zich maar laten aanslaan" door de in specteurs is voorbij, want de zoogenaamde normberekeningen, die zij er op na houden, komen altijd falikant uit voor den boer. Dus werden ze lgngzamerheand gedwongen tot het maken van aanteekeningen omtrent hun bedrijf zoodat zij, daarmede gewapend den inspecteur althans eenige voorlichting konden geven om trent hun gang van zaken. Maar ook dit bleek niet voldoende. En van de zijde der inspec teurs werd er hoe langer hoe meer op aan gedrongen dat de boeren boekhoudcursussen zouden gaan volgen om met een behoorlijke boekhouding voor den dag te kunnen komen. Velen hebben daaraan gevolg gegeven, hebben tijd, geld en moeite er voor over gehad om zich de kunst van boekhouden eigen te maken, zijn ter inspectie op de proppen gekomen met een werkelijk goed en accuraat bijgehouden boekhouden volgens het systeem dat hen ge leerd was, en.mogen nu vernemen, dat dat systeem, en dus hun geheele boekhouderij ondeugdelijk is. Ook mij werd eenige jaren geleden door den inspecteur der directe belastingen te Zeist de nadrukkelijke raad gegeven: „ga boekhouden; er worden toch van rijkswege cursussen ge geven, loop zoo'n cursus af, leg de boekhouding aan die daar wordt voorgeschreven, houd die nauwkeurig bij en u bent klaar." Aldus deed ik en volgde de Rijkslandbouwwinterschool te Utrecht, waar gedurende den winter dagelijks les gegeven wordt. Ais systeem van boekhou ding werd ons geleerd dat van den heer J. Heidema, Directeur der Middelbare Landbouw school! en der Rijkslandbouwwinterschool te Groningen, dus een autoriteit op dat gebied. De eerste maai de beste dat ik met die boek houding bij den inspecteur kwam, werd het al noodig gevonden, de boekhouding in handen van den rijksaccountant te stellen. Hoe diens rapport luidde weet ik natuurlijk niet, maar wel vernam ik later dat zijn resultaat maar een paar honderd gulden met het mijne scheelde. Ondanks mijn boekhouding werd de aanslag, die meer dan ƒ5000 te hoog was, gehandhaafd. En nu komt het fraaie. Voor den Raad van Beroep betoegde dezelfde inspecteur die mij het boekhouden zoozeer had aangeraden, dat de boekhouding van den heer Heidema on deugdelijk was, omdat er niet de privé-kas in was bijgehouden en dat daarom de geheele boekhouding moest worden uitgeschakeld. Nu weet ieder, die het systeem-Heidema kent, wei, dat dit systeem vrij uitgebreid is en deugde lijke controle zeer wel mogelijk maakt. Wat wil men meer? Moeten de boeren nu ook al hun kleeren, schoeisel, kruidenierswaren, hun sigaar, hun borrel en hun kop koffie gaan op schrijven? Op deze manier maakt men den boeren het boekhouden onmogelijk. De Raad van Beroep te Utrecht was het met den inspec teur eens. Weliswaar werd de aanslag verlaagd, doch deze bleef toch nog belangrijk boven het resultaat der boekhouding. Wanneer men het bovenstaande in het kort zou willen samen vatten, dan komen we tot de volgende eigen aardige conclusie; Een rijks-ambtenaar dringt aan op boek houden en het volgen van een cursus. Op den cursus die vanwege het rijk gegeven wordt, wordt een systeem geleerd door een rijks- leeraar, samengesteld door een directeur van een rijks-landbouwschool. De Raad van Beroep een rijks-instelling, oordeelt met den rijks ambtenaar, die zoo op boekhouden heeft aan gedrongen, dat het systeem door een directeur van een rijks-school ontworpen, en vanwege het rijk gedoceerd, ondeugdelijk is! INGEZONDEN MEDEDEELING. 1 en stramme gewrichten, verdrijf die afmattende pijnen van rheu- matiek en spit met de beroemdej AKKER'a KLOOSTERBALSEM, k verzacht verrassend^] snel. INGEZONDEN MEDEDEELING' 35-40-50ct: per1/2 pond 42) Daatje die vol nieuwsgierigheid den uitslag van het onderhoud afwachtte, had, zoodra er gescheld werd haar bak met aardappelen, waaraan zij schilde, neergezet, en liep naar boven om open te doen. Een heer in eenigszins vreemde kleeding, „een echte heer van buiten", dacht zij, stond voor de deur en vroeg: „Wel, is mevrouw thuis?" Ia wel, mijnheer!" antwoordde Daatje een beetje knak, dat er geen juffrouw voor haar af kon. Nu zeg mevrouw dat dokter Adrichem er is." De meid had dien naam nooit eerder gehoord en wist dus nog minder dat de man mevrouw's oom was- zij liet hem dus even op de mat staan, tikte aan'de deur der huiskamer, wierp een snellen blik op haar nog steeds preekende meesteres en op de schreiende Marie en diende Dr. Adrichem 3a"wat, oom hier?" riep Charlotte, vergat al haar huishoudelijke zorgen, en liep de gang in, haar oom tegemoet, die daar nog geduldig wachtte. „Wel, oompje! Wat een verrassing! U hier? En waaraan heb ik het genoegen en de eer van uw bezoek te danken?" „Nu, kind, dat kan ik je niet in drie woorden zeggen." „Kom u binnen, oom, Zandberg zal dadelijk thuis zijn. Hoe heerlijk 1 Weet ma al dat u in de stad is?" Terwijl mevrouw haar oom zoo hartelijk ver welkomde, was Daatje brandend van nieuws gierigheid op haar kameraad toegeloopen en vroeg haar: „Hoe is het, moet je weg?" Marie kon niet antwoorden, al wilde zij ook. „Nu, trek je dat maar niet zoo aan. Hij is er ook nog! Hij is de oorzaak dat je in de knoei zit, laat hij je er nu ook uithalen. Voor mijn part ga je maar heen! Ik ben op mijn fatsoen gesteld en weet je, ik heb altijd gedacht dat jij de rechte zus niet was." Mevrouw kwam met haar oom binnen en de beide meiden trokken af, Marie schoof snel door de porte-brisée in het salon. Daatje verzette voor het oog iets aan de koffietafel en ging heen door de gangdeur. „Ja," zeide oom, toen zij alleen waren, „ik be grijp dat je vreemd tfpkijkt nu ik zoo in eens uit de lucht kom vallen, want zoo dikwijls kom ik jullie niet ophouden; ik zal ook niet veel tijd ver liezen aan pourparlers, maar je liever dadelijk zeggen waar het op staat." „Oom, u drinkt toch een kopje koffie mee?" „Ja, dat kan ik wel doen. Ik ga met den trein van 2.10 weer weg." „Naar Duinwijk terug?" „Waar anders? Ik kan niet lang gemist worden, juist nu!" „En is u al in de Vondelstraat geweest?" „Neen, daar heb ik geen tijd toe." „Maar oom! wat zal ma zeggen?" „Ja, dat kan me niet schelen 1 Doe mijn groeten en zeg tot een volgenden keer; dat gebeurt mis schien over een jaar of tien op zijn vroegst." „Maar oom, u is nog nooit bij mjj geweest en ik ben toch al zes jaar getrouwd?" „Nu, je hebt er toch wel om kunnen eten en drinken, hoop ik? Maar laat mij je nu eerst gauw zeggen, wat ik eigenlijk hier kom doen, want het spijt me wel dat ik het je bekennen moet. Ik kom niet om jou of je man, maar om je tweede meid." „Om Marie.Ach God! Oom, wat is er dan, wat is erzeg me spoedig! Is er iets niet in orde? Heeft zij wat met de politie?" „Maar kind, houd je toch bedaard! Wat scheelt je?" „Och, oom, die meid!" „Nu wat zou dat? Heb je.er zoo'n last van?' „Dat niet, maar ik weet niet wat ik er aan heb Ik vertrouw ze niet meer. Zoo juist was ik met haar bezig, maar dat vertel ik u later. Zeg u mij eerst: wat weet u van haar? Er is zeker iets heel belangrijks, dat u zich. expres voor haar zoo derangeert." „Zeker, is het iets belangrijks. Ik heb toevallig gehoord dat zij een meisje is, waar ik al sedert jaren naar zoek, de dochter van een vriend die met mij in dienst was. Ik had beloofd voor haar te zorgen, en nu moet ik hooren dat zij bij jou dient. Hoe noem je haar?" „Marie!" „En verder?" „Ja,-.verder.hoe heet zij ook? Dor... Door... Iets van Doornkamp, Doornbosch, Doornman of zoo iets." „Dat komt uit. Je stelt wel belang in je dienst personeel, hoor nichtje! Hun namen niet eens te Niet alleen moet het buitengewoon onaan genaam zijn voor den als algemeen zeer be kwamen en deskundigen landbouwspecialiteit bekend staanden heer Heidema, dat het rijk in wiens dienst hij is, hem zoodoende een slag in het gezicht geeft, maar voor de boeren die, vertrouwend op hetgeen hun van rijkswege wordt opgelegd en geleerd, meenden aan het juiste adres te zijn, is het eenvoudig.om dol te worden. P. van Zijl. Bunnik, 2 Jan. 1929. Met aandacht las ik bovenstaand stukje en kan mij voorstellen, dat genoemde praktijken van rijksambtenaren allerwege verontwaardi ging verwekken. Evenwel een klein beetje moeten de landbouwers ook de schuld bij hen zelf zoeken in zooverre het betreft het feit, dat zij trots alle aansporingen tot het uiterste wachten met hun aandacht te besteden aan de administratie als verantwoordingsmateriaal tegenover den fiscus; en ook heden nog huldigen velen de taktiek van: „Ze moeten er maar naar raden." Noodzakelijkerwijze stemt dit de ambte naren wat prikkelbaar en repressailie-maat- regelen zullen dus vaak daarvan het gevolg zijn. Verder heb ik niet den indruk, dat de ambte naar een bepaald systeem van boekhouding voorschrijft, mits zij maar overzichtelijk en controleerbaar is. Reeds in 1925 schreef onder- geteekende een paar epistels over dit onder werp in „Onze Eilanden" en „Maas- en Schel- debode" en stelde hij zich disponibel voor het geven van eventueel gevraagde inlichtingen, doch er was geen animo. Zelfs wees hij eenigen tijd later één der voormannen onder de land bouwers op het bestaan van een Centraal Administratie-Bureau te Groningen en vroeg hem of een dergelijk instituut ook bestaans recht zou hebben op Flakkee, doch dit heer schap ontbrak zelfs de wellevendheid om ook maar het geringste teeken van leven te geven. Na een en ander is het dus niet zoo'n onver klaarbaar wonder, dat ambtenaren vaak hun toevlucht nemen tot drastische maatregelen, daar zij dagelijks ervaren, dat zij niets bereiken alvorens het den onwilligen aan den lijve te doen ondervinden. Sommelsdijk, Jan. 1929. A. van der Plaat. kennen." „Maar, oom!" en Charlotte werd vuurrood, „hoe kan ik ze onthouden, je krijgt er zooveel, en daarbij is Marie over haar familie en haar eigen zaken zoo gesloten als een bus. Je krijgt er nooit een stom woord uit." „Haar vader heb ik goed gekend!" „Was hij matroos bij u?" „Matroos? Hij vaarde met me, ja! Ik ben steeds van plan geweest, zooals ik je zei, voor zijn kind te zorgen, maar ik dacht dat zij goed en wel in Indië zat." „En hoe weet u nu dat zij bij mij dient?" „Ja, nichtje, dat is een al te ingewikkelde ge schiedenis om je dat in een paar woorden te ver tellen. Je hebt er ook niets aan." „Och, oom! Vertel u het mij, dan zal ik u van haar op de hoogte brengen." „Dat is niet noodig! Ik kom mij wel wat Iaat van mijn plicht kwijten, maar beter laat dan nooit" „Dat weet ik niet, oom! Het is een raar schepsel. Zal ik haar roepen?" „Ja! Ik wou ze dadelijk meenemen, als het je schikt." „Maar, oom, zoo op staanden voet? U moet weten, ik had juist questie met haar; ik heb haar den dienst opgezegd. Laat mij u eerst even de historie vertellen." „Neen, neen, neen! Ik heb geen tijd, zij moet met mij mee. Ik wil haar eerst spreken onder vier oogen en dan maakt zij zich dadelijk klaar om met mij te vertrekken." „Maar, oom, zoo op stel en sprong! Wat zal Zandberg zeggen, en u ontrieft mij erg!" De dokter haalde iets uit zijn vestzak en duwde dat Charlotte in de hand. (Adv.) Uit de rechtszaal. Rechter: „Wanneer bent u geboren, be klaagde?" Beklaagde (zwijgt). Rechter: „Zeg mij eens wanneer u jarig bent." Beklaagde: „Och wat! U bent toch niet van plan mij een cadeau te geven?" Opmerking. Wie goed weet te smeren, rijdt gemakkelijk, en wie goed weet aan te smeren, rijdt spoedig in een eigen auto. „Daar, dat is om je een St.-Nicolaas-cadeautje te koopen," zeide oom, en het gelaat der jonge vrouw schitterde van vreugde, toen zij het vod- derige papiertje openvouwde. „Tweehonderd gulden! Maar, oom, dat is veel te veel." „Kom, kom! doe er mee wat je wilt. Laat je meisje nu komen, schenk me dan een kop koffie in en bestel een taxi om ons naar het station te brengen; het is kwart over twaalf." „Ik zal haar roepen, oom." En mevrouw Zandberg riep aan de trap van het sousterrain: „Marie! Marie!" Daatje kwam voor den dag en zeide dat Marie naar boven was. Charlotte bedacht zich een oogenblik; toen ging zij zelf de vijftig trappen op naar het meiden kamertje, waar, zooals zij verwachtte, Marie zich opgesloten had. Het meisje zat nog altijd, onmachtig om haar tranenstroom te stuiten, op den rand van haar bed; zij had een gevoel of zij altijd maar door moest huilen, „Zit je daar nog te schreien?" vroeg mevrouw. „Och, mevrouw, ik kan er niets aan doen," snikte zij, „niets." „Nu, knap je gauw op. Er is iemand om je te spreken." „Frank?" wilde zij vragen. Gelukkig hield zij dit woord terug. „Het is of je vermoord wordt, zoo'n spectakel maak je. Ik ben je zelf komen halen, omdat ik wel begreep dat je nog van streek was. Kom gauw beneden!" „Ja, mevrouw!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1