m WOENSDAG 9 JANUARI 1929 11e jaargang. - n°. 19 Pluimveeteelt. feuilleton. ROSA MARINA Uw Zenuwen Voor huis en hof. I Prijs per kwartaal f 1,- Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van 1—6 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt ieder en Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde singel 96a Rotterdam. Postzegel voor antwoord insluiten en Blad vermelden. Over de knikkers onder de oogen der snotkippen. „Weer wat nieuws en zelden wat goeds" zeggen de menschen wel eens en zoo gaat het ook hiermee. Die dikke, ronde knikkers onder de oogen der kippen of eenden ken nen veel pluimveehouders wel maar hoe die eigenlijk ontstaan, dat weten er niet veel. Toch is het weer heel eenvoudig als men het weet. In verschillende beenderen in het hoofd bevinden zich groote holten, de z g. boezems. Zoo spreekt men van kaak boezem, voor- hoofdsboezem enz. Deze holten maken het been veel lichter, zoodat de kop lichter wordt, wat vooral bij paarden, boeien en dergelijke beesten wel een voordeel moet zijn en de reden is dat zulke beesten zelden „een zwaar hoofd ergens in hebben Deze holten zijn aan alle kanten door been weefsels omgeven en zijn dus stevig beveiligd tegen invloeden van buiteD. Als er een ontsteking in op treedt met ettervorming, dan moet van bui ten af de boel opengezaagd worden en zoo'n beest is dus nog lang niet gelukkig bij zoo'n operatie. B(j de kippen en eenden nu is ook iets dergelijks. Alleen is de schedel daal' veel lichter, doordat het beenweefsel als het ware sterk verminderd is en de holten meer door dunne been weefsel vliesj es gescheiden wor den. Zoo ligt er in de bovenkaak van kip pen en eenden een groote holte vlak onder de huid. Deze holte strekt zich tot aan den snavel uit en loopt achter tot onder de kauw spier en zelfs tot onder de oogen. Zij staat door een kleine opening met het bovenste neusschelpje in verbinding en van daar kan dus de lucht door den neus in den kop komen. "Wat gebeurt er nu bij snot of diphtherie? Het slijmvlies komt in ontstekingen scheidt vocht af. Zoolang de opening tusschen on deroogholte en neus nog open is, vloeit het vocht af, doch al heel gauw wordt het vocht dik en taai en sluit zich de verbindings opening door het opzwellen van het slijm vlies daar ter plaatse. De slijmophooping kan dus niet meer door den neus afvloeien en hoopt zich op. Bij zoogdieren ziet men dit niet want de baakboezem is door hard been omkleed, doch bij vogels wordt de bui tenwand door de huid gevormd en deze gaat uitpuilen. B(j kippen en eenden zwellen dus de wangen op en het ziet er precies uit alsof er knikkers onder zitten. Bij eenden, waar de baakboezems veel grooter zijn, lijkt het wel of er een noot onder zit. Snijdt men nu van buiten er met een scherp mesje in dan loopt er een massa taai slijm of een kaarsacbtige massa uit. Dit moet men echter niet zelf doen daar men dan gemakkelijk een der daar loopende slagaderen doorsnijdt en de vogel zou kunnen verbloeden. Daar de luchtbolte zich ook onder de oogen voortplant, worden soms de oogen heelemaal naar buiten geperst of als het oogvlies ont stoken is, sluit zich deoogopeniDgen wordt het oog weggedrukt. Drukt men er op dan springt soms het oog in eens open en komt DOOR MELATI VAN JAVA. 36) Het speet zoowel mevrouw als Daatje bijzonder, dat zij een aanknoopingspunt misten, om beter in Marie's privaat leven door te dringen; groote nieuwsgierigheid vervulde bijna tot op dezelfde hoogte mevrouw, meid en werkster, doch zij zagen voor het oogenblik geen kans die te bevredigen. Toevallig was Rose-Marie dien middag druk bezig de stoep te dweilen, toen Frank voorbij kwam; een onweerstaanbare kracht trok hem naar de plantage, hij wilde weten of zij goed thuis was gekomen. Eigenlijk was het belachelijk; wie ver ongelukt er nu in een tram maar hij had geen rust vóór hij er zich van overtuigd had. Toen hij haar zag in haar katoenen japonnetje met op gestroopte mouwen, neergehurkt op den grond en met haar fijne handen de steenen opdweilende, vloog het bloed hem eensklaps naar het gelaat; schaamte, ergernis, gekwetste trots, spijt, hij wist het zelf niet, vervulden hem geheel, ..Rosej" zeide hij, terwijl zij opstond en den emmer verzette om hem den doorgang vrij te laten, „laat het uit zijn! kom met mij mee. Ik zal..." Hij zweeg. Wanneer hij nu oprecht tegenover zichzelf had willen zijn, zou hij bekend hebben, er een gele, kaasachtige massa uitrollen. Zoo'n kippenkop kan dus heel wat ont stekingen meemaken want by al het ge noemde komt nog dat van de oogholte een buis naar den neus loopt de z.g, traanbuis, die ook al gauw ontstoken geraakt. Deze buis is by kippen wel heel erg wijd doch zij kan ook verstopt raken. Wie het weet kan deze buis heel gemakkeiyk met een veer schoon maken. Als men n.l. een slag pen uit den vleugel trekt dan kan men deze door hem in het voorste stukje van de gehemeltespleet in te brengen en vandaar naar het oog te richten heel gemakkelijk de heele veer door de traanbuis trekken. Hij gaat er dus aan gehemelte in en komt er bij het oog weer uit. Neusholte, kaakboezem, traanbuis, alles is dus met een slym vlies bekleed, dat by ontsteking opzwelt, veel vocht afscheidt en aaDleiding kan geven tot verstopping en ophooping van slijm. Na deze uitweiding begrijpen we meteen veel beter wat we by een kopbad doen Door den snavel omgekeerd onder de vloei stof te houden ontwijkt de lucht niet alleen -uit de neusholte maar kunnen we door zacht drukken ook de lucht de kaakboezem en onderoogholte verwijderen. Waar de lucht weg is dringt de kaliumpermanganaatoplos- sing in en ontsmet zoodoende de holten in den kop. Deze behandeling kunnen we dus by al lerlei vormen van snot toepassen en zij is aan te raden vooral bij besmettelyke snot en diphtherie. We gaan dus nu verder met ons eigen- iy k onderwerp en komen dan van de goed aardige of verkoudsheidssnot op de kwaad aardige,. Dit is een besmettelijke ziekte die soms vele jonge dieren tegelijk in het najaar aan tast. Zij kan direct door de smetstof ont staan en zij kan ook een gevolg zijn van de gewone snot waarby slijmvliezen ver zwakt zijn. De vogels zijn bij deze ziekte al heel gauw veel ziekter, suffer en hebben geen eetlust meer. Het dunne vocht dat eerst uit den neus en oogen liep wordt al heel gauw taaier, dikker, minder helder, geler en verstopt de neusgaten. De oogleden kleven dicht en daar achter verzamelt zich iDgedikt slijm, de onderoogholten zwellen op, dus de heele kop krijgt een wanstaltig aanzien. De vogel zit doodziek in een hoekje te suffen met de oogen dicht en sterft al heel spoedig door de ziekte of verhongering. Doorgaans komt er snel longontsteking bij en veroorzaakt den dood. Is men er vlug by dan kan warme kop- baden en licht verteerbaar voer met melk, waarmee men de dieren kunstmatig voert nog redding brengen. Meestal komt men echter te laat en kan men alleen de andere vogels door flinke reiniging en ontsmetting van het hok redden. INGEZONDEN MEDEDEEL1NG. (Adv.) dat niets hem thans weerhield dan valsche schaam te; hij voelde zich overwonnen door dat kind, en Rosa Marina zou desnoods onvoltooid blijven! „Je weet mijn voorwaarde," antwoordde zij, nam den emmer op en ging naar binnen. Frank voelde dat hij nu te strijden had; strijd was hem onbekend, nooit was hij in de nood zakelijkheid geweest iemands tegenstand te over winnen; de eerste die hem had durven tegen streven, was Rosa-Marie geweest, toen zij voor geen geld wilde poseeren; hij had haar getrouwd. Licht dacht hij over het huwelijk; met dit meisje zou het gemakkelijk zijn de ketens daarvan te dragen. Hij behoefde niets aan zijn leven te ver anderen; hij had zijn model steeds bij de hand. Artiesten, volgens hem, stonden boven alle con- ventioneele wetten en beschouwingen; zij hadden een moraal op zichzelf; met de huisbakken denk beelden der oude lui en der burgers had hij sinds lang gebroken. Er bestonden andere leefregels voor kruideniers dan voor kunstenaars, of liever kun stenaars behoefden zich aan geen voorschriften te storen. Hetgeen hun kunst vereischte dat was de hoogste wet, daaraan hadden zij het recht alles op te offeren. En zoo had hij ook zonder eenig gewetens bezwaar beschikt over het leven van het jonge meisje, dat hem zulk een begeerlijk model toe scheen; door haar te trouwen wist hij zeker dat zij alleen voor hem bewaard bleef, hij en niemand anders had het recht haar af te beelden. Bovendien hij vond het belangwekkend eens heel anders te trouwen dan elkeen; zijn huwelijk miste al het banale aan alle andere huwelijken eigen, er was sprake van geld, noch stand, en zelfs het aller minste van liefde, en zoo had hij achteloos plichten Over de Diptherie der kippen onzichtbare moor denaars en lafïe struikroovers. Bij de diphtherie hebben we met een zeer interessante ziekte te maken, die niet alleen voor kippenhouders van belang is maar die ook met het oog op menschenpokken en zoog dierpokken geweldig interessant is. Dit zal ik later wel bespreken, voorloopig zeg ik alvast dat na jarenlang zoeken men er in geslaagd is te bewijzen dat de smetsof der vogel- diphterïe en de vogelpokken dezelfde is, doch dat er tevens weer verband bestaat met de smetsof der pokken van andere dieren. Van daar dus dat deze smetstof zoo interessant is. Het lijkt soms zoo gemakkelijk de oorzaak van een ziekte te verklaren en blijkt vaak zoo moeilijk. Men is begonnen bij diphtherie de bacillen te zoeken te kweeken die in de ontstoken plekken van keel en mondslijmvlies voorkwamen en zag toen dat er wel vijftien verschillende soorten in voorkwamen. Ik moet er direct bij vertellen dat geen dezer bacillen met de bacil der menschendiphterie overeenkomt en dat men dus hoewel de naam diphtherie tot verwarring aanleiding kan geven, wel degelijk moet opassen volgel- diphtherie niet met menschendiphtherie te vereenzelvigen. De menschendiphtherie-bacil is een typische bacil en bij de bacillen uit de wogeldiphtherie is er eigenlijk geen een typisch en ze zijn dan ook niet de oorzaak dezer ziekte, alleen maar begeleidbacterien zooals wij dat noemen. Wat wil dat nu weer zeggen? Wel, bij een vogel ontstaat door een bepaalde smet stof een ontsteking van het keelslijmvlies. Op zoo'n plek is dus dat slijmvlies, dat als het gezond is zeer weerstandbiedend is tegen aller lei bacteriën, zeer verzwakt en nu wordt het direct aangetast door allerlei bacteriën, die anders geen kans hebben en die er net op af komen als vliegen op een dood paard, dat zich niet meer "verweren kan. Op het zieke slijmvlies groeit dat ontuig nu als kool en helpt nog een handje mee om het weefsel nog meer te verwoesten. Het zijn dus als het ware net een stelletje laffe struikroovers, die zich pas voor een aanval wagen als het slachtoffer al sterk verzwakt is. Is nu de patient dood dan vindt men alleen deze buitverdeelende moor denaars, doch de eigenlijke oorzaak ontdekt men niet, want deze is onzichtbaat. Een raar geval, een pracht geval voor een film of detective-drama. Waar is de onzichtbare moordenaar? Hier nu komen we weer op een heel ander gebied, waar we toch ook wel wat van mogen weten, n.l. dat der onzichtbare smetstoffen. Zooals we weten worden besmettelijke ziek ten door smetstoffen veroorzaakt, dat zijn microscopisch kleine levende wezentjes, die overal in de natuur voorkomen. Bij een ver grooting van ongeveer 1000 maal ziet men ze onder een microscoop ais heele kleine staafjes of korreltjes. De grootste bacterie is ongeveer 1/100 m.m. lang, en in een druppel water kunnen er millioenen en millioenen zitten. In deze voor het bl'oote oog onzichtbare microben- wereld zijn weer duizenden verschillende soorten in allerlei grootten, evenveel verschil lend onderling als een olifant en een luis. Maar denk nu eens dat op een goeden dag wij met onze oogen alles 1000 maal kleiner zagen en dus een mensch niet grooter zagen dan een paar millimeter. Dan zagen we van allerlei dieren die we nu zien, niets meer, maar dan zagen we onder de menschen zelf ook geen ver schil meer. Zoo moeten we ons nu die bacteriën voorstellen, die wij met een microscoop min op zich genomen, welke hij volstrekt niet van zins was ooit te vervullen. Hij had haar immers gekocht en meende nu haar meester te zijn; zij leerde Jiet hem anders. Eerst droeg hij zijn teleurstelling vrij kalm, hij wilde haar niet zoeken, hij ging op reis, teekende en schetste naar hartelust, maar intusschen groeide het idee van zijn Rosa-Marino steeds meer en meer in hem, en toch kon hij niet met de uit voering voortgaan uit gebrek aan één model. Hij zocht en zocht dagelijks, beproefde het nu eens met deze dan met gene, altijd vergeefs, en moede loos keerde hij naar Holland terug, vast besloten zijn best te doen Rose-Marie te vinden. Tot veel was Frank in staat, niet tot onoprechtheid; het schokte hem hevig haar terug te zien als meid zijner zuster, maar haar bedriegen, haar meer beloven dan hij haar geven kon, wilde hij niet. En zij stond er op hun huwelijk als een ernstige zaak te beschouwen, zij wilde van hem een braaf familievader maken, belachelijk! Hij zou zich de wetten laten voorschrijven door dat kind, door een meisje dat hem geheel onverschillig was, dat hem alleen belang inboezemde door de beweeglijk heid harer trekken, door haar mooie oogen, door haar spontaneïteit. Als hij deed wat zij wenschte, dan zou zij juist die eigenschappen, welke hij alleen en enkel in haar waardeerde, moeten verliezen. Dat nooit! Rosa-Marino zou voltooid worden met of zonder haar. „Wel, Frank, als je toch van plan bent je te vervelen, zit me dan hier niet te embêteeren," zeide Charlotte spijtig tot haar broer, die zwijgend in het vuur zat te staren. „Wat blief je?" of meer zichtbaar maken. Er zijn hoopen bacillen die onder een miscroscoop veel op elkaar gelijken, doch wat zegt ons dat? Vanuit een vliegmachine op 1000 M. hoogte bekeken, zijn alle menschen ook precies gelijk, net als een troep mieren. Alleen door allerlei ingewik kelde methoden lukt het ons bacteriologen om de baccillen weer in groepen te verdeelen en ze onderling te scheiden. Maar voor één groote groep blijven we staan. Denk weer even aan de menschen die slechts even zicht baar zouden zijn. en de luizen die dan onzicht baar zouden zijn. Zoo zijn er onder de smet stoffen ook luizen, althans zulke kleine, dat we ze met de beste microscoop niet te zien kunnen krijgen. Ze zijn dus ook voor ons met een microscoop gewapend oog absoluut on zichtbaar. Toch bestaan ze en kunnen wij ze zelf laten groeien en kweeken, maar zien doen we ze niet. Wij kunnen deze onzichtbare smet stoffen nu betrekkelijk gemakkelijk van haar grootere broeders, de van (een met een micros coop gewapend oog) zichtbare smetstoffen scheiden op de volgende manier. We nemen daartoe buizen van heele fijne, ongeglazuurde pijpaarde. Net als de bloempot doorzweet, doordat er in den wand heele fijne gaatjes zitten, zoo zweet ook een pijp door, doorrooken der nicotine, bruinworden van meerschuimen pijpjes en zweet ook een eischaal door. In heele fijne pijpaarde zijn deze fijne gaatjes, pprien genoemd, heel klein, zelfs zoo klein, dat de reuzen onder smetstoffen, deze zichtbare smetstoffen er niet door heen kunnen gaan. Persen we nu in de porseleinen pijpaarde buis een vloeistof met bacteriën dan komt deze er geheel bacterie vrij weer uit, z.g. steriel. Persen we er echter een vloeistof door die een onzichtbare smetstof bevat, dan pas- seeren deze luisjes onder, de smetstoffen van den wand der buis (wij noemen zoo'n buis een „kaars", omdat ze dien vorm hebben) en de uitstroomende vloeistof bevat dus nog even veel smetstof. Wij drukken dit nu in vak- potjes-latijn heel geleerd uit door te zeggen dat bepaalde, zichtbare smetstoffen den wand der „chamberland" of „Pasteur-" „kaanen" niet passeeren en dus niet doorgefiltreerd kunnen worden, terwijl de onzichtbare smet stoffen „filtreerbaar" zijn. Nu laat zich dat alles heel mooi bepraten maar wat hier in een paar woorden verteld wordt heeft jaren en jaren onderzoek gekost en nog zijn wij er lang niet. Een ziekte die heel veel moeite gekost heeft is o.a. de varkenspest. Men ontdekte al heel gauw bij deze ziekte een bepaalde soort bacillen, de pestbacillen, die heel veel overeenkomen met menschen-typhus, Als men de pest-bacillen kweekte kan met er varkens mee ziek maken, hoewel niet erg best, maar niemand betwijfelde toch of men had de oorzaak der varkenspest te pakken. Alleen als men varkens met serum inspoot dat tegen deze bacil gemaakt was dan gingen ze nog gauwer dood dan dat men er niets aan deed. Het zaakje klopte dus niet heel precies totdat men ontdekte dat er naast de bacil nog een filtreerbare smetstof in het spel was en dat dit eigenlijk de hoofd-schuldige was. Onmiddellijk ontbrandde een strijd tusschen bacillen-geloovigen en fiitreerbare-smetstof- vrienden en na jarenlang zoeken werd dan de zaak zoo gevonden dat beide smetstoffen typische verschijnselen kunnen veroorzaken, doch dat de filtreerbare smetstof eigenlijk de oorzaak der pest is en dat de bacillen zich direct van een door de filtreerbare smetstof ziek gemaakt lichaam meester maken en het proces nog een handje verergeren. „Waarover zit je toch te soezen? Ik praat met je over alles en nog wat, ik krijg niets dan ja of neen tot antwoord. Waar denk je dan toch aan?" „Waar ik aan denk? Aan Rosa-Marino!" „Je vrouw?" „Wel neen! Mijn schilderijl" „Zoo, hoever is het gevorderd?" „Het is nog niets verderl" „Is het waar, Frank, dat je Zigeunerin een por tret is van je vrouw?" „Het kan wel." „Weet je wat ze zeggen, dat ze veel lijkt op Marie." „Marie?" „Ja, mijn tweede meid!" „Zool" Hij stond op, nam zijn hoed in de hand en groette zijn zuster. „Wat een rare pisang is toch die broer van je," zeide Zandberg, die een oogenblik later thuiskwam en zijn zwager op het trottoir had ontmoet, met de handen in de zakken en gebogen hoofd; „ik vroeg hem waar hij naar toeging, waarom hij niet bij ons een borreltje bleef drinken. „Neen, ik ga wat rondslenteren", was zijn antwoord." „Je kunt er niet uit wijs worden. Ik voor mij geloof dat hij doodelijk is van Eugenie van Loenen. Phie vertelde mij van middag dat hij gisteravond in ma's salon geweest is je weet ze hadden de Van Loenen's en dat hij zoo vreeselijk aandach tig luisterde toen Eugenie zong en zelfs in ééns de kamer uitging. Dat ellendige huwelijk zal hem ontzettend drukken." „Laat hem echtscheiding vragen. Hij is toch over alle vooroordeelen heen!" „Wanneer hij maar eens spreken wilde, zegt ma altijd, dan konden wij hem misschien helpen, En om.nu tenslotte met een handigen zwaai weer op de diphtherie terug te komen, be grijpen we nu dus wat het beteekent als ik zeg dat deze ziekte door een filtreerbare smet stof veroorzaakt wordt, doch dat op de zieke plekken in keel- en monsiijmvliezen zich direct allerlei bacteriën nestelen die daar gaan groeien en het ontstekingsproces verergeren. Voor komt men dus de „flitreerbare" ziekte dan krijgen die toevallige tafelschuimers ook geen kans de slijmvliezen aan te tasten en als ze er zijn helpt men het dier natuurlijk door ze zoo veel mogelijk te vernietigen. Edoch, de bestrij ding der diphtherie ligt dus in hoofdzaak bij het onvatbaar maken der dieren tegen de filtreerbare smetstof, die de algemeene ziekte veroorzaakt en pas in de tweede plaats tegen de bacteriën, die plaatselijke veroorzaken. Dr. te Hennepe. INGEZONDEN MEDEDEELING* komen tot rust en worden gesterkt door Mijiihardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten (Adv.) Laurieren. De Laurieren, die reeds sinds onheuge lijke tijden burgerrecht hebben gekregeDals sierplanten, hebben als bakermaat Zuid-Eu ropa. Reede eeuwen her golden de Laurieren als een symbool van waardigheid en roem en werden de takken gebezigd tot huldiging van verdienstelijke kunstenaars, vooraanstaande diplomaten, veroveraars en meer dezer hoo- ge personages. Wjj kennen de Laurieren uitsluitend als sierplanten, terwjjl de huismoeders waar schijnlijk de gedroogde Laurierbladen niet gaarne zouden willen missen. In vroegere tijden was de vereering van Laurieren aan merkelijk grooter en werden den Laurier boom bijzondere en geheimzinnige krachten toegekend. Volgens de oude legenden, was de Laurierstaf voor de toenmalige zeer tal rijke waarzeggers, een onfeilbaar middel om verborgen en geheimzinnige gebeurtenissen te zien en te verklaren en om dit met nog beter succes te kunnen doen kauwden ze hierbij op de bladeren van den Laurierboom. Volgens anderen was dit kauwen op Lau rierbladeren een afdoende beveiliging tegen laster. Wat een geluk dat dit bijgeloof is uitgestorven, want anders bleef er geen blad meer over en was het met deze werkelijk fraaie sierplanten heel spoedig gedaan. Zelfs de medische wetenschap maakte vroeger een zeer veelvuldig gebruik van Laurieren en schreef dit net als aspirine voor voor allerlei kwalen. Het oude gebruik van vroeger om veldheeren en dergelijke met Laurierkransen te huldigen heeft zich door alle eeuwen heen weten te handhaven en heden ten dage is dit nog het symbool van achting en vereering. Doch de grootste waarde van de Laurieren is wel, dat ze zoo by uitstek geschikt zijn als sierplanten in onze tuinen. Vooral in de omstreken van Gent en Brugge worden ze zeer veel gekweekt, zoowel in kroon- als in pyramidevorm. Menigeen vindt deze syme- trische figuren niet mooi, omdat ze teveel maar nooit, nooit komt er zóó iets over zijn lippen." „Mevrouw!" vroeg Daatje eenige dagen later, en ze kwam zeer geheimzinnig binnen, de deur achter zich toesluitende en in alle hoeken rond kijkende of er zich iemand verborgen hield, „mag ik eens een woordje met u spreken?" „Gerust, Da, gerust!" zeide Charlotte. Zij had weinig te doen, haar man was bijna den heelen dag uit, en ongelukkig waren er geen kin deren om het ledige van haar hart en hoofd te vullen. Op een pikant nieuwtje was zij veel meer belust dan met haar stand en leeftijd overeen kwam. „Wat is er toch, Da? Je maakt me nerveus, zenuwachtig, bedoel ik. Niets kwaad, hoop ik?" „Mevrouw moet zelf maar eens zien! Gister ontving Marie weer een brief, zij kreeg een kop als vuur, ik zei natuurlijk niets. Het zijn mijn zaken niet en nu van morgen, terwijl ik het kolen hok doe, vind ik dit briefje, en ik dacht: Het is heel kasuweel dat ik het juist vinden moet, en toen dacht ik: ik breng het maar aan mevrouw die moet het toch eiges weten." „Dat is heel goed van je, Da!" sprak mevrouw met veel waardigheid, „zeker moet ik weten wat voor volk ik in huis heb, en ais het nu jou gold of een ander, dan zou ik het niet eens willen lezen. Ik weet dat jullie fatsoenlijke meiden bent, maar van Marie weet ik niets." „En wij ook niet. Ze heeft nog niet zóóveel zich uitgelaten over der permentage. Der ouders bennen 1 dood, meer zeit ze niet." „Geef me het briefje, Da, en ga dan weer stille- I tjes naar de keuken!" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1929 | | pagina 1