m
WOENSDAG
9 JANUARI 1929
11e jaargang. - n°. 19
Pluimveeteelt.
feuilleton.
ROSA MARINA
Uw Zenuwen
Voor huis en hof.
I
Prijs per kwartaal f 1,-
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 1—6 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt ieder en
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen
door onze abonné's worden gezonden aan
Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde
singel 96a Rotterdam. Postzegel voor
antwoord insluiten en Blad vermelden.
Over de knikkers onder de oogen der
snotkippen.
„Weer wat nieuws en zelden wat goeds"
zeggen de menschen wel eens en zoo gaat
het ook hiermee. Die dikke, ronde knikkers
onder de oogen der kippen of eenden ken
nen veel pluimveehouders wel maar hoe die
eigenlijk ontstaan, dat weten er niet veel.
Toch is het weer heel eenvoudig als men
het weet.
In verschillende beenderen in het hoofd
bevinden zich groote holten, de z g. boezems.
Zoo spreekt men van kaak boezem, voor-
hoofdsboezem enz. Deze holten maken het
been veel lichter, zoodat de kop lichter wordt,
wat vooral bij paarden, boeien en dergelijke
beesten wel een voordeel moet zijn en de
reden is dat zulke beesten zelden „een zwaar
hoofd ergens in hebben Deze holten zijn
aan alle kanten door been weefsels omgeven
en zijn dus stevig beveiligd tegen invloeden
van buiteD. Als er een ontsteking in op
treedt met ettervorming, dan moet van bui
ten af de boel opengezaagd worden en zoo'n
beest is dus nog lang niet gelukkig bij zoo'n
operatie.
B(j de kippen en eenden nu is ook iets
dergelijks. Alleen is de schedel daal' veel
lichter, doordat het beenweefsel als het ware
sterk verminderd is en de holten meer door
dunne been weefsel vliesj es gescheiden wor
den. Zoo ligt er in de bovenkaak van kip
pen en eenden een groote holte vlak onder
de huid. Deze holte strekt zich tot aan den
snavel uit en loopt achter tot onder de kauw
spier en zelfs tot onder de oogen. Zij staat
door een kleine opening met het bovenste
neusschelpje in verbinding en van daar kan
dus de lucht door den neus in den kop komen.
"Wat gebeurt er nu bij snot of diphtherie?
Het slijmvlies komt in ontstekingen scheidt
vocht af. Zoolang de opening tusschen on
deroogholte en neus nog open is, vloeit het
vocht af, doch al heel gauw wordt het vocht
dik en taai en sluit zich de verbindings
opening door het opzwellen van het slijm
vlies daar ter plaatse. De slijmophooping
kan dus niet meer door den neus afvloeien
en hoopt zich op. Bij zoogdieren ziet men
dit niet want de baakboezem is door hard
been omkleed, doch bij vogels wordt de bui
tenwand door de huid gevormd en deze gaat
uitpuilen. B(j kippen en eenden zwellen dus
de wangen op en het ziet er precies uit
alsof er knikkers onder zitten. Bij eenden,
waar de baakboezems veel grooter zijn, lijkt
het wel of er een noot onder zit. Snijdt men
nu van buiten er met een scherp mesje in
dan loopt er een massa taai slijm of een
kaarsacbtige massa uit. Dit moet men echter
niet zelf doen daar men dan gemakkelijk
een der daar loopende slagaderen doorsnijdt
en de vogel zou kunnen verbloeden.
Daar de luchtbolte zich ook onder de oogen
voortplant, worden soms de oogen heelemaal
naar buiten geperst of als het oogvlies ont
stoken is, sluit zich deoogopeniDgen wordt
het oog weggedrukt. Drukt men er op dan
springt soms het oog in eens open en komt
DOOR
MELATI VAN JAVA.
36)
Het speet zoowel mevrouw als Daatje bijzonder,
dat zij een aanknoopingspunt misten, om beter in
Marie's privaat leven door te dringen; groote
nieuwsgierigheid vervulde bijna tot op dezelfde
hoogte mevrouw, meid en werkster, doch zij zagen
voor het oogenblik geen kans die te bevredigen.
Toevallig was Rose-Marie dien middag druk
bezig de stoep te dweilen, toen Frank voorbij
kwam; een onweerstaanbare kracht trok hem naar
de plantage, hij wilde weten of zij goed thuis was
gekomen. Eigenlijk was het belachelijk; wie ver
ongelukt er nu in een tram maar hij had geen
rust vóór hij er zich van overtuigd had. Toen hij
haar zag in haar katoenen japonnetje met op
gestroopte mouwen, neergehurkt op den grond en
met haar fijne handen de steenen opdweilende,
vloog het bloed hem eensklaps naar het gelaat;
schaamte, ergernis, gekwetste trots, spijt, hij wist
het zelf niet, vervulden hem geheel,
..Rosej" zeide hij, terwijl zij opstond en den
emmer verzette om hem den doorgang vrij te
laten, „laat het uit zijn! kom met mij mee. Ik
zal..."
Hij zweeg. Wanneer hij nu oprecht tegenover
zichzelf had willen zijn, zou hij bekend hebben,
er een gele, kaasachtige massa uitrollen.
Zoo'n kippenkop kan dus heel wat ont
stekingen meemaken want by al het ge
noemde komt nog dat van de oogholte een
buis naar den neus loopt de z.g, traanbuis,
die ook al gauw ontstoken geraakt. Deze
buis is by kippen wel heel erg wijd doch
zij kan ook verstopt raken. Wie het weet
kan deze buis heel gemakkeiyk met een
veer schoon maken. Als men n.l. een slag
pen uit den vleugel trekt dan kan men deze
door hem in het voorste stukje van de
gehemeltespleet in te brengen en vandaar
naar het oog te richten heel gemakkelijk
de heele veer door de traanbuis trekken.
Hij gaat er dus aan gehemelte in en komt
er bij het oog weer uit.
Neusholte, kaakboezem, traanbuis, alles
is dus met een slym vlies bekleed, dat by
ontsteking opzwelt, veel vocht afscheidt en
aaDleiding kan geven tot verstopping en
ophooping van slijm.
Na deze uitweiding begrijpen we meteen
veel beter wat we by een kopbad doen
Door den snavel omgekeerd onder de vloei
stof te houden ontwijkt de lucht niet alleen
-uit de neusholte maar kunnen we door
zacht drukken ook de lucht de kaakboezem
en onderoogholte verwijderen. Waar de lucht
weg is dringt de kaliumpermanganaatoplos-
sing in en ontsmet zoodoende de holten in
den kop.
Deze behandeling kunnen we dus by al
lerlei vormen van snot toepassen en zij is
aan te raden vooral bij besmettelyke snot
en diphtherie.
We gaan dus nu verder met ons eigen-
iy k onderwerp en komen dan van de goed
aardige of verkoudsheidssnot op de kwaad
aardige,.
Dit is een besmettelijke ziekte die soms
vele jonge dieren tegelijk in het najaar aan
tast. Zij kan direct door de smetstof ont
staan en zij kan ook een gevolg zijn van
de gewone snot waarby slijmvliezen ver
zwakt zijn.
De vogels zijn bij deze ziekte al heel gauw
veel ziekter, suffer en hebben geen eetlust
meer. Het dunne vocht dat eerst uit den neus
en oogen liep wordt al heel gauw taaier,
dikker, minder helder, geler en verstopt de
neusgaten. De oogleden kleven dicht en daar
achter verzamelt zich iDgedikt slijm, de
onderoogholten zwellen op, dus de heele kop
krijgt een wanstaltig aanzien. De vogel zit
doodziek in een hoekje te suffen met de
oogen dicht en sterft al heel spoedig door
de ziekte of verhongering. Doorgaans komt
er snel longontsteking bij en veroorzaakt
den dood.
Is men er vlug by dan kan warme kop-
baden en licht verteerbaar voer met melk,
waarmee men de dieren kunstmatig voert
nog redding brengen. Meestal komt men
echter te laat en kan men alleen de andere
vogels door flinke reiniging en ontsmetting
van het hok redden.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NG.
(Adv.)
dat niets hem thans weerhield dan valsche schaam
te; hij voelde zich overwonnen door dat kind, en
Rosa Marina zou desnoods onvoltooid blijven!
„Je weet mijn voorwaarde," antwoordde zij,
nam den emmer op en ging naar binnen.
Frank voelde dat hij nu te strijden had; strijd
was hem onbekend, nooit was hij in de nood
zakelijkheid geweest iemands tegenstand te over
winnen; de eerste die hem had durven tegen
streven, was Rosa-Marie geweest, toen zij voor
geen geld wilde poseeren; hij had haar getrouwd.
Licht dacht hij over het huwelijk; met dit meisje
zou het gemakkelijk zijn de ketens daarvan te
dragen. Hij behoefde niets aan zijn leven te ver
anderen; hij had zijn model steeds bij de hand.
Artiesten, volgens hem, stonden boven alle con-
ventioneele wetten en beschouwingen; zij hadden
een moraal op zichzelf; met de huisbakken denk
beelden der oude lui en der burgers had hij sinds
lang gebroken. Er bestonden andere leefregels voor
kruideniers dan voor kunstenaars, of liever kun
stenaars behoefden zich aan geen voorschriften te
storen. Hetgeen hun kunst vereischte dat was de
hoogste wet, daaraan hadden zij het recht alles
op te offeren.
En zoo had hij ook zonder eenig gewetens
bezwaar beschikt over het leven van het jonge
meisje, dat hem zulk een begeerlijk model toe
scheen; door haar te trouwen wist hij zeker dat
zij alleen voor hem bewaard bleef, hij en niemand
anders had het recht haar af te beelden. Bovendien
hij vond het belangwekkend eens heel anders te
trouwen dan elkeen; zijn huwelijk miste al het
banale aan alle andere huwelijken eigen, er was
sprake van geld, noch stand, en zelfs het aller
minste van liefde, en zoo had hij achteloos plichten
Over de Diptherie der kippen onzichtbare moor
denaars en lafïe struikroovers.
Bij de diphtherie hebben we met een zeer
interessante ziekte te maken, die niet alleen
voor kippenhouders van belang is maar die
ook met het oog op menschenpokken en zoog
dierpokken geweldig interessant is. Dit zal ik
later wel bespreken, voorloopig zeg ik alvast
dat na jarenlang zoeken men er in geslaagd
is te bewijzen dat de smetsof der vogel-
diphterïe en de vogelpokken dezelfde is, doch
dat er tevens weer verband bestaat met de
smetsof der pokken van andere dieren. Van
daar dus dat deze smetstof zoo interessant is.
Het lijkt soms zoo gemakkelijk de oorzaak
van een ziekte te verklaren en blijkt vaak zoo
moeilijk. Men is begonnen bij diphtherie de
bacillen te zoeken te kweeken die in de
ontstoken plekken van keel en mondslijmvlies
voorkwamen en zag toen dat er wel vijftien
verschillende soorten in voorkwamen. Ik
moet er direct bij vertellen dat geen dezer
bacillen met de bacil der menschendiphterie
overeenkomt en dat men dus hoewel de naam
diphtherie tot verwarring aanleiding kan
geven, wel degelijk moet opassen volgel-
diphtherie niet met menschendiphtherie te
vereenzelvigen. De menschendiphtherie-bacil is
een typische bacil en bij de bacillen uit de
wogeldiphtherie is er eigenlijk geen een typisch
en ze zijn dan ook niet de oorzaak dezer ziekte,
alleen maar begeleidbacterien zooals wij dat
noemen. Wat wil dat nu weer zeggen? Wel,
bij een vogel ontstaat door een bepaalde smet
stof een ontsteking van het keelslijmvlies. Op
zoo'n plek is dus dat slijmvlies, dat als het
gezond is zeer weerstandbiedend is tegen aller
lei bacteriën, zeer verzwakt en nu wordt het
direct aangetast door allerlei bacteriën, die
anders geen kans hebben en die er net op af
komen als vliegen op een dood paard, dat
zich niet meer "verweren kan. Op het zieke
slijmvlies groeit dat ontuig nu als kool en
helpt nog een handje mee om het weefsel nog
meer te verwoesten. Het zijn dus als het ware
net een stelletje laffe struikroovers, die zich
pas voor een aanval wagen als het slachtoffer
al sterk verzwakt is. Is nu de patient dood dan
vindt men alleen deze buitverdeelende moor
denaars, doch de eigenlijke oorzaak ontdekt
men niet, want deze is onzichtbaat. Een raar
geval, een pracht geval voor een film of
detective-drama. Waar is de onzichtbare
moordenaar? Hier nu komen we weer op een
heel ander gebied, waar we toch ook wel wat
van mogen weten, n.l. dat der onzichtbare
smetstoffen.
Zooals we weten worden besmettelijke ziek
ten door smetstoffen veroorzaakt, dat zijn
microscopisch kleine levende wezentjes, die
overal in de natuur voorkomen. Bij een ver
grooting van ongeveer 1000 maal ziet men ze
onder een microscoop ais heele kleine staafjes
of korreltjes. De grootste bacterie is ongeveer
1/100 m.m. lang, en in een druppel water
kunnen er millioenen en millioenen zitten. In
deze voor het bl'oote oog onzichtbare microben-
wereld zijn weer duizenden verschillende
soorten in allerlei grootten, evenveel verschil
lend onderling als een olifant en een luis. Maar
denk nu eens dat op een goeden dag wij met
onze oogen alles 1000 maal kleiner zagen en
dus een mensch niet grooter zagen dan een
paar millimeter. Dan zagen we van allerlei
dieren die we nu zien, niets meer, maar dan
zagen we onder de menschen zelf ook geen ver
schil meer. Zoo moeten we ons nu die bacteriën
voorstellen, die wij met een microscoop min
op zich genomen, welke hij volstrekt niet van zins
was ooit te vervullen.
Hij had haar immers gekocht en meende nu haar
meester te zijn; zij leerde Jiet hem anders. Eerst
droeg hij zijn teleurstelling vrij kalm, hij wilde
haar niet zoeken, hij ging op reis, teekende en
schetste naar hartelust, maar intusschen groeide
het idee van zijn Rosa-Marino steeds meer en
meer in hem, en toch kon hij niet met de uit
voering voortgaan uit gebrek aan één model. Hij
zocht en zocht dagelijks, beproefde het nu eens
met deze dan met gene, altijd vergeefs, en moede
loos keerde hij naar Holland terug, vast besloten
zijn best te doen Rose-Marie te vinden. Tot veel
was Frank in staat, niet tot onoprechtheid; het
schokte hem hevig haar terug te zien als meid
zijner zuster, maar haar bedriegen, haar meer
beloven dan hij haar geven kon, wilde hij niet.
En zij stond er op hun huwelijk als een ernstige
zaak te beschouwen, zij wilde van hem een braaf
familievader maken, belachelijk! Hij zou zich de
wetten laten voorschrijven door dat kind, door
een meisje dat hem geheel onverschillig was, dat
hem alleen belang inboezemde door de beweeglijk
heid harer trekken, door haar mooie oogen, door
haar spontaneïteit.
Als hij deed wat zij wenschte, dan zou zij juist
die eigenschappen, welke hij alleen en enkel in
haar waardeerde, moeten verliezen. Dat nooit!
Rosa-Marino zou voltooid worden met of zonder
haar.
„Wel, Frank, als je toch van plan bent je te
vervelen, zit me dan hier niet te embêteeren,"
zeide Charlotte spijtig tot haar broer, die zwijgend
in het vuur zat te staren.
„Wat blief je?"
of meer zichtbaar maken. Er zijn hoopen
bacillen die onder een miscroscoop veel op
elkaar gelijken, doch wat zegt ons dat? Vanuit
een vliegmachine op 1000 M. hoogte bekeken,
zijn alle menschen ook precies gelijk, net als
een troep mieren. Alleen door allerlei ingewik
kelde methoden lukt het ons bacteriologen
om de baccillen weer in groepen te verdeelen
en ze onderling te scheiden. Maar voor één
groote groep blijven we staan. Denk weer
even aan de menschen die slechts even zicht
baar zouden zijn. en de luizen die dan onzicht
baar zouden zijn. Zoo zijn er onder de smet
stoffen ook luizen, althans zulke kleine, dat
we ze met de beste microscoop niet te zien
kunnen krijgen. Ze zijn dus ook voor ons met
een microscoop gewapend oog absoluut on
zichtbaar. Toch bestaan ze en kunnen wij ze
zelf laten groeien en kweeken, maar zien doen
we ze niet. Wij kunnen deze onzichtbare smet
stoffen nu betrekkelijk gemakkelijk van haar
grootere broeders, de van (een met een micros
coop gewapend oog) zichtbare smetstoffen
scheiden op de volgende manier.
We nemen daartoe buizen van heele fijne,
ongeglazuurde pijpaarde. Net als de bloempot
doorzweet, doordat er in den wand heele fijne
gaatjes zitten, zoo zweet ook een pijp door,
doorrooken der nicotine, bruinworden van
meerschuimen pijpjes en zweet ook een eischaal
door. In heele fijne pijpaarde zijn deze fijne
gaatjes, pprien genoemd, heel klein, zelfs zoo
klein, dat de reuzen onder smetstoffen, deze
zichtbare smetstoffen er niet door heen kunnen
gaan. Persen we nu in de porseleinen pijpaarde
buis een vloeistof met bacteriën dan komt deze
er geheel bacterie vrij weer uit, z.g. steriel.
Persen we er echter een vloeistof door die
een onzichtbare smetstof bevat, dan pas-
seeren deze luisjes onder, de smetstoffen van
den wand der buis (wij noemen zoo'n buis een
„kaars", omdat ze dien vorm hebben) en de
uitstroomende vloeistof bevat dus nog even
veel smetstof. Wij drukken dit nu in vak-
potjes-latijn heel geleerd uit door te zeggen
dat bepaalde, zichtbare smetstoffen den wand
der „chamberland" of „Pasteur-" „kaanen"
niet passeeren en dus niet doorgefiltreerd
kunnen worden, terwijl de onzichtbare smet
stoffen „filtreerbaar" zijn.
Nu laat zich dat alles heel mooi bepraten
maar wat hier in een paar woorden verteld
wordt heeft jaren en jaren onderzoek gekost en
nog zijn wij er lang niet. Een ziekte die heel
veel moeite gekost heeft is o.a. de varkenspest.
Men ontdekte al heel gauw bij deze ziekte een
bepaalde soort bacillen, de pestbacillen, die
heel veel overeenkomen met menschen-typhus,
Als men de pest-bacillen kweekte kan met er
varkens mee ziek maken, hoewel niet erg
best, maar niemand betwijfelde toch of men
had de oorzaak der varkenspest te pakken.
Alleen als men varkens met serum inspoot dat
tegen deze bacil gemaakt was dan gingen ze
nog gauwer dood dan dat men er niets aan
deed. Het zaakje klopte dus niet heel precies
totdat men ontdekte dat er naast de bacil nog
een filtreerbare smetstof in het spel was en dat
dit eigenlijk de hoofd-schuldige was.
Onmiddellijk ontbrandde een strijd tusschen
bacillen-geloovigen en fiitreerbare-smetstof-
vrienden en na jarenlang zoeken werd dan de
zaak zoo gevonden dat beide smetstoffen
typische verschijnselen kunnen veroorzaken,
doch dat de filtreerbare smetstof eigenlijk de
oorzaak der pest is en dat de bacillen zich
direct van een door de filtreerbare smetstof
ziek gemaakt lichaam meester maken en het
proces nog een handje verergeren.
„Waarover zit je toch te soezen? Ik praat met
je over alles en nog wat, ik krijg niets dan ja of
neen tot antwoord. Waar denk je dan toch aan?"
„Waar ik aan denk? Aan Rosa-Marino!"
„Je vrouw?"
„Wel neen! Mijn schilderijl"
„Zoo, hoever is het gevorderd?"
„Het is nog niets verderl"
„Is het waar, Frank, dat je Zigeunerin een por
tret is van je vrouw?"
„Het kan wel."
„Weet je wat ze zeggen, dat ze veel lijkt op
Marie."
„Marie?"
„Ja, mijn tweede meid!"
„Zool" Hij stond op, nam zijn hoed in de hand
en groette zijn zuster.
„Wat een rare pisang is toch die broer van je,"
zeide Zandberg, die een oogenblik later thuiskwam
en zijn zwager op het trottoir had ontmoet, met
de handen in de zakken en gebogen hoofd; „ik
vroeg hem waar hij naar toeging, waarom hij niet
bij ons een borreltje bleef drinken. „Neen, ik ga
wat rondslenteren", was zijn antwoord."
„Je kunt er niet uit wijs worden. Ik voor mij
geloof dat hij doodelijk is van Eugenie van Loenen.
Phie vertelde mij van middag dat hij gisteravond
in ma's salon geweest is je weet ze hadden de
Van Loenen's en dat hij zoo vreeselijk aandach
tig luisterde toen Eugenie zong en zelfs in ééns
de kamer uitging. Dat ellendige huwelijk zal hem
ontzettend drukken."
„Laat hem echtscheiding vragen. Hij is toch
over alle vooroordeelen heen!"
„Wanneer hij maar eens spreken wilde, zegt ma
altijd, dan konden wij hem misschien helpen,
En om.nu tenslotte met een handigen zwaai
weer op de diphtherie terug te komen, be
grijpen we nu dus wat het beteekent als ik
zeg dat deze ziekte door een filtreerbare smet
stof veroorzaakt wordt, doch dat op de zieke
plekken in keel- en monsiijmvliezen zich direct
allerlei bacteriën nestelen die daar gaan groeien
en het ontstekingsproces verergeren. Voor
komt men dus de „flitreerbare" ziekte dan
krijgen die toevallige tafelschuimers ook geen
kans de slijmvliezen aan te tasten en als ze er
zijn helpt men het dier natuurlijk door ze zoo
veel mogelijk te vernietigen. Edoch, de bestrij
ding der diphtherie ligt dus in hoofdzaak bij het
onvatbaar maken der dieren tegen de filtreerbare
smetstof, die de algemeene ziekte veroorzaakt
en pas in de tweede plaats tegen de bacteriën, die
plaatselijke veroorzaken.
Dr. te Hennepe.
INGEZONDEN MEDEDEELING*
komen tot rust en worden gesterkt door
Mijiihardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
(Adv.)
Laurieren.
De Laurieren, die reeds sinds onheuge
lijke tijden burgerrecht hebben gekregeDals
sierplanten, hebben als bakermaat Zuid-Eu
ropa. Reede eeuwen her golden de Laurieren
als een symbool van waardigheid en roem en
werden de takken gebezigd tot huldiging van
verdienstelijke kunstenaars, vooraanstaande
diplomaten, veroveraars en meer dezer hoo-
ge personages.
Wjj kennen de Laurieren uitsluitend als
sierplanten, terwjjl de huismoeders waar
schijnlijk de gedroogde Laurierbladen niet
gaarne zouden willen missen. In vroegere
tijden was de vereering van Laurieren aan
merkelijk grooter en werden den Laurier
boom bijzondere en geheimzinnige krachten
toegekend. Volgens de oude legenden, was
de Laurierstaf voor de toenmalige zeer tal
rijke waarzeggers, een onfeilbaar middel om
verborgen en geheimzinnige gebeurtenissen
te zien en te verklaren en om dit met nog
beter succes te kunnen doen kauwden ze
hierbij op de bladeren van den Laurierboom.
Volgens anderen was dit kauwen op Lau
rierbladeren een afdoende beveiliging tegen
laster. Wat een geluk dat dit bijgeloof is
uitgestorven, want anders bleef er geen blad
meer over en was het met deze werkelijk
fraaie sierplanten heel spoedig gedaan.
Zelfs de medische wetenschap maakte
vroeger een zeer veelvuldig gebruik van
Laurieren en schreef dit net als aspirine
voor voor allerlei kwalen. Het oude gebruik
van vroeger om veldheeren en dergelijke
met Laurierkransen te huldigen heeft zich
door alle eeuwen heen weten te handhaven
en heden ten dage is dit nog het symbool
van achting en vereering.
Doch de grootste waarde van de Laurieren
is wel, dat ze zoo by uitstek geschikt zijn
als sierplanten in onze tuinen. Vooral in
de omstreken van Gent en Brugge worden
ze zeer veel gekweekt, zoowel in kroon- als
in pyramidevorm. Menigeen vindt deze syme-
trische figuren niet mooi, omdat ze teveel
maar nooit, nooit komt er zóó iets over zijn lippen."
„Mevrouw!" vroeg Daatje eenige dagen later,
en ze kwam zeer geheimzinnig binnen, de deur
achter zich toesluitende en in alle hoeken rond
kijkende of er zich iemand verborgen hield, „mag
ik eens een woordje met u spreken?"
„Gerust, Da, gerust!" zeide Charlotte.
Zij had weinig te doen, haar man was bijna den
heelen dag uit, en ongelukkig waren er geen kin
deren om het ledige van haar hart en hoofd te
vullen. Op een pikant nieuwtje was zij veel meer
belust dan met haar stand en leeftijd overeen
kwam.
„Wat is er toch, Da? Je maakt me nerveus,
zenuwachtig, bedoel ik. Niets kwaad, hoop ik?"
„Mevrouw moet zelf maar eens zien! Gister
ontving Marie weer een brief, zij kreeg een kop
als vuur, ik zei natuurlijk niets. Het zijn mijn
zaken niet en nu van morgen, terwijl ik het kolen
hok doe, vind ik dit briefje, en ik dacht: Het is
heel kasuweel dat ik het juist vinden moet, en
toen dacht ik: ik breng het maar aan mevrouw
die moet het toch eiges weten."
„Dat is heel goed van je, Da!" sprak mevrouw
met veel waardigheid, „zeker moet ik weten wat
voor volk ik in huis heb, en ais het nu jou gold
of een ander, dan zou ik het niet eens willen lezen.
Ik weet dat jullie fatsoenlijke meiden bent, maar
van Marie weet ik niets."
„En wij ook niet. Ze heeft nog niet zóóveel zich
uitgelaten over der permentage. Der ouders bennen
1 dood, meer zeit ze niet."
„Geef me het briefje, Da, en ga dan weer stille-
I tjes naar de keuken!"
(Wordt vervolgd).