de HOEST EERSTE BLAD HEEREN RAAI 69- DVERJAS ing cee. ÖIMDOQN'S STUDIE-WATERVERF et Beste! r in eiken boekhandel. ZATERDAG DECEMBER 1928 11E JAARGANG. N°. 11 FEUILLETON. ROSA WIARINA Toch wijkt ABDÜ5IH00P Itfy, [E JEKKER il, leeftijd 5 jaar i tot 1350 N ULSTER RECLAME velourstoffen ten achterkant tot 'aar Uwerzijds >ok de goede, prijs verlaagd. ■TERDAM immasu LAAT NIET LOS Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren. Prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels» elke regel meer 15 cent. 8 Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Week-revue. BINNENLAND. Sint-Nicolaas met al zijn vreugden en zorgen behoort weer voor een jaar tot het verleden. Vreugde om te kunnen geven of om te ontvangen, zorgen welke dit geven met zich brengt. Onze nijvere winkeliers hebben vreugde over de extra omzetten met als gevolg extra winsten, doch menig zorgzaam huisvader ziet met een zuurzoet gezicht naar de bodem der portemonnaie, omdat de ver vulling van de talrijke verlanglijstjes in den regel aanmerkelijk meer heeft gekost, dan aanvankelijk begroot. Er is wel eens beweerd, dat de drukte voor Sint-Nocilaas minder wordt, dat deze oude traditie afsterft, doch diegenen welke dezer dagen, de bergen .postpaketten op de groote postkantóren heeft zien verwerken, zal hiervan zeker niet over tuigd zijn, Tante Post heeft drukke dagen gehad en er is hard gezwoegd, om alles te kunnen ver werken. Öp verschillende kantoren was het een onafgebroken stroom- van pakketten en de ploe terende ambtenaren zullen op de drukste mó- menten wel eens minder vriendelijk aan den heiligen Sint hebben gedacht. Wat ons ieder jaar ook steeds weer frappeert, dat zijn de ontzaglijke hoeveelheden snoepgoed, welke dezer dagen worden gekocht en die de magen der jonge kleuters aan een ware kfrachtproef onderwerpen. Te Rotterdam heeft in pand Oostzeedijk 154 een zeer brutale roofmoord plaats gehad. In ge noemde pand, waar gevestigd is het kantoor der N. V. Adr. de Haas Jr. Handel Mij. is de directeur, de heer Lans vermoord gevonden. De dochter van het slachtoffer maakte zich 's avonds ongerust over het lange uitblijven van haar vader en verzocht een bewoner van no. 156 eens te gaan zien,'waar haar vader bleef. Toen deze het kantoor binnentrad vond hij den heer Lans op den grond liggend, badend in zijn bloed, inge slagen hersenpan en afgesneden hals. De onmid- delijk gewaarschuwde politie stelde direct een uit gebreid onderzoek in, waarbij is gebleken, dat uit een openstaande brandkast ongeveer 80,— wordt vermist. Aanvankelijk werd daarom aan roofmoord gedacht en de politie deed verschillende arrestaties, op grond der talrijke ingekomen aanwijzingen van het publiek. Voor velen is zoo'n geval een pracht gelegenheid om een vijand eens dwars te zitten en de politie krijgt dan ook talrijke gegevens, welke uitsluitend beoogen een tegenstander eens onaan genaam te zijn. De eerst gearresteerden zijn weer op vrije voeten gesteld, aangezien al heel spoedig bleek, dat ze aan dit gruwelijke misdrijf niet debet waren. Latere inlichtingen hebben de politie op een ander spoor gebracht, welke de veronderstelling van roofmoord geheel uitsluiten. Volgens deze inlichtingen moet de dader(s) alleen het doel hebben gehad om den heer Lans uit den weg te ruimen en is het vermiste geld slechts uit de brand kast genomen, om de politie op een dwaalsppoor te brengen. De aanwijzingen der politie moeten zeer bezwarend zijn en de arrestatie van de ver moedelijke dader(s) kan ieder moment worden verwacht. BUITENLAND. De dagen van Sint-Nocolaas liggen weer achter ons en de sympathieke heilige heeft zijn gaven weer kwistig rondgestrooid, daarbij jong en oud verrassende op de meest aangename wijze. Wat jammer dat we in de internationale politiek Sint- Nicolaas missen, want juist daar zijn zijn gaven zoo bitter noodig of meer nog misschien de be straffende hand van Zwarte Piet, mitsgaders de groote zak, waar menig staatsman na een objec tieve beoordeeling van zijn wel en kwaad voor altijd in zou verdwijnen, als straf voor de vele en DOOr MELATI VAN JAVA. 28) „Zij drukt zich uit als een echte dame," dacht Charlotte, en hardop sprak zij: „maar kind, ik geloof dat je nooit bestemt waart om te dienen." Zij glimlachte droevig. „Dat kan wel zijn, mevrouw! Maar het is geen schande eerlijk zijn brood te verdienen. Och toe, mevrouw, waag u het maar mij op de proef te nemen. Het zal u wel bevallen!" Mevrouw Zandberg dacht na; zij had reeds zoo dikwijls getuigen gehaald in alle hoeken der stad, lij moest telkens zooveel moois hooren en was later telkens weer teleurgesteld, dat zij het nu zoo'n waagstuk niet vond, geen andere getuigen te ver trouwen dan haar eigen oogen en ooren. Het meisje zag er door en door fatsoenlijk uit, zij sprak zoo netjes en beschaafd, en vooral mevrouw was bang niet klaar te komen. „Wanneer kan je in dienst komen?" vroeg ze. „Liefst dadelijk, mevrouw!" „En kan je mij nu niet zeggen, waarom je nu zoo alleen op de wereld staat en niemand mij over ip kan inlirhfp.n? Dat talrijke' fouten in verantwoordelijke functie begaan. En wat een weldaden zou de heilige Sint op dit onderrnaansche niet kunnen verrichten, afgezien nog van de kwestie van de verdwijning der onge- wenschte en gevaarlijke staatslieden. Volgens een rede van Baldwin te Glasgow zijn we zoo'n zegenbrengende Sint hier niet noodig, aangezien de toestand der oude tante Europa in de laatste vier jaren aanmerlijk is vooruit gegaan. In deze rede, gehouden voor eenige duizenden vrou wen, welke in 29 voor het eerst aan de verkiezingen zullen deelnemen, is de toestan van Europa aan merkelijk opgeklaard en is uit een verdeeld Europa een hereenigd Europa geboren, is er geen sprake meer van vrienden en vijanden, doch streven alle volkeren naar een inniger gemeenschap, heersch er een geest van geven en nemen onnder de ver schillende staatslieden en zijn ze meer geneigd, om de meening van anderen te respecteeren en te waa'rdëeren. Aan den vooravond van verkiezingen is het gewoonte om de kiezers vooral de zonnekant der medaille te laten zien en om hen gouden bergen te beloven. En dit verklaart ook de optimistische bril welke Bladwin bij deze rede op zijn neus had staan, al valt niet te ontkennen, dat er bij diverse staatslieden inderdaad een geest van geven en nemen bestaat. Tot op zekere hoogte bestaat er dus overeenstemming met den goeden Sint, doch het eenigste bezwaar hiertegen is wel, dat de meeste dezer staatslieden hoogstens een worstje geven, niet om een varken terug te krijgen, doch liefst een heele mesterij. Ze beoefenen dus wel de kunst van geyen en nemen en vooral in het laatste zijn velen buitengewoon sterk. Jammer dat de werkelijkheid zooveei afwijkt van deze schitterende woorden van Engelands premier en dat de internationale politieke ketel zoo af en toe door .vervaarlijke stoomwolken uit de tuit verraadt, dat het binnen niet vreedzaam pruttelt, dat dat het bedenkelijk kookt en schuimt. Overal is wrijving en strijd plus argwaan waar te nemen en als de toestand nu zoo schitterend is, dan moet het voor vier jaren nog een beetje meer beroerd dan slecht geweest zijn. Het groote staalconflict in Duitschland heeft plotseling een vrij zonderling einde genomen, door dat zoowel arbeiders als werkgevers zich bereid hebben verklaard, de arbitrale uitspraak te aan vaarden, welke de sociaal-democratische minister Severing nog zal uitspreken. Zonder dat dus de beslissing van het Reichsarbeitsgericht wordt afge wacht, de arbitrage was juist aanleiding, ver klaren beide partijen zich van te voren bereid om de arbitrage van minster Severing te aanvaarden. Alle fabrieken zijn direct weer heropend en voor zoover mogelijk zijn alle arbeiders aan het werk gezet, om in den korst mogelijken tijd weer op volle productie te werken. Principieel hebben de werk gevers door deze wending dus de overwinning behaald en minister Severing heeft de weinig benijdenswaardige taak uitspraak te doen, die beide partijen bevredigd. De strijd had ook reeds lang genoeg geduurd, want ruim vier weken stil liggen dezer belangrijke tak van industrie kost ontzaglijke offers. In den Duitschen Rijksdag is uitvoerig gedebat teerd over de moeilijkheden van den Duitschen landbouw, welke danig in de knoei zit. Als de toe stand met moties en voorstellen is te redden, dan ziet het er voor de Duitsche heeren niet slecht uit. Er zijn maar eventjes 140 moties daarop betrekking hebbende ingediend. Volgens de genoemde cijfers zou de last der Duitsche landbouw in het jaar 1928 met ongeveer 800 millioen mark toegenomen en dat deze schulden in totaal ruim 11£ milliard mark bedragen. Jaarlijks moet hiervoor een rente worden opgebracht van een milliard. In alle toon aarden is de nood der boeren bezongen en het aantal opgegeven hulpmiddelen is legio. Minister Dietrich heeft de verschillende inter pellaties beantwoord en ontvouwde een program van steun, dat de instemming der meerderheid heeft gevonden. Verhooging der graantarieven is niet mogelijk, aangezien het invoerrecht op bui- tenlandsch meel volgens het handelsverdrag met Frankrijk niet mogelijk is. Het graanvraagstuk moet daarom worden opgelost volgens den minis ter door een stabiliseering der marktprijzen. Voor lévend vee is de regeering bereid een tariefver- hooging te overwegen. Het tarief voor verbruiks- suiker zal waarschijnlijk met 10 mark worden ver hoogd, een desbetreffend voorstel is reeds aan den Rijksraad gezonden. Verder zal er een nieuw program ter bevordering van productie en afzet komen, dat in hoofdzaak op de verbetering vanj den afzet van vee en een hervonping van het zuivelbedrijf zal zijn gericht. De regeering is bereid voor dit volgende vijf jaar 10Q millioen voor dit doel uit te trekken. Het schijnt dus nu toch ernst te worden met de pogingen om den Duitsche landbouw weer in liet zadel te helpen. Voor een niet gering gedeelte wordt' de verbetering gezocht door protectie- maatregelen. Of al deze aangekondige maatregelen afdoende zullen helpen, valt intusschen nog te betwijfelen. In het Engelsche Lagerhuis heeft Chamerlain naar aanleiding van een vraag nog eens het Engel sche standpunt uiteengezet, betreffende Rijnland ontruiming en herstelbetalingen. Volgens deze ver klaring van Chamberlain is Duitschland juridisch niet gerechtigd den aftocht der bezettingstroepen te eischen, voordat de bij het verdrag vastgestelden termijn verstreken is. Er bestaat geen wettige rechtvaardiging voor de bewering, dat Duitsch- lana aan alle bij het verdrag opgelegde verplich tingen had voldaan. Ee Engelsche regeering is tot een snelle ontruiming wel bereid, doch enkel en alleen in volkomen overleg en in samenwerking met de Franschen. Een terugtrekken van Engel sche troepen alleen is onmogelijk zonder Frankrijk voor het hoofd te stooten. Dit laatste verzweeg Chamberlain maar wijselijk. Zijn heele betoog is uitermate zwak en wat zijn beroep op het juridi sche betreft, dat is zoo helder als koffiedik. De vrager werd eenvoudig met een kluitje in het riet gestuurd en Chamberlain voelt zich behaaglijk, dat hij met een voorzichtige verklaring deze netelige kwestie omzeild heeft. In het algemeen beschouwt de openbare meening in Engeland; de heele bezetting als een noodelooze formalitait, welke niet strookt men een verzoeningspolitiek, omdat het slechts verbittering kweekt bij de Duitschers. Had Chamberlain zijn handen vrij, dan zou de ontuiming reeds lang een feit zijn, doch Londen wil en durft Parijs in dezen niet voor het hoofd stooten. De betrekkingen tusschen Frankrijk en Italië, welke toch al niet uitblinkt door hartelijkheid, worden vrij geregeld door betrekkelijk onderge schikten onbenulligheden bedorven. Als men in een geprikkelde stemming verkeert, dan is een kleinigheid heel vaak voldoende om een uitbarsting te veroorzaken en zoo gaat het ook hier. De Itali anen zijn weer eens voor de zooveelste maal gewel dig verbolgen op de Franschen en verschillende Italiaansche bladen vallen Frankrijk in heftig artikelen aan. De oorzaak van deze storm is een. glas water is als volgt. Een Italiaansche arbeider, Madugno, die wei gerde toen hij zich nog in Italië bevond, om zich aan te sluiten bij een faccistische organisatie, week uit naar het buitenland en kwam na eenige omzwervingen te Parijc terecht waar hij als metselaar zijn brood verdiende. Madugno verzocht zijn vrouw om hem naar Parijs te volgen, doch waar haar door de Itali aansche autoriteiten de pas geweigerd werd, kon zij haar vaderland niet verlaten. Hierover was niet nemen. Het zou me spijten, want ik zou hier graag dienen." Na wat over en weer praten besloot mevrouw Zandberg het toch met het meisje te probeeren; over het loon, waschgeld en uitgaan waren zij het dadelijk eens en toen Charlotte bij haar man terug> kwam had zij toch weer spijt. „Ik hoop dat het mij niet berouwen zal zoo te goeder trouw te hebben gehandeld," zeide zij met een zucht. „Nu, het zal wel gaan, „troostte haar man. De familie sloeg de handen in^elkaar; juist iets voor Charlotte, een meisje te némen, zonder ge tuigen, dat niet eens kon vertellen waar zij van daan kwam; wie weet wat voor schepsel zij onder dak kreeg, wie weet hoe bitter het haar zou be rouwen Maar Charlotte berouwde het volstrekt niet; zij had er een eerlijk, keurig, en durfde het gerust zeggen, een braaf meisje aan. Sophie en Meta zagen verbaasd naar de nieuwe meid. „Precies een verkleede prinses," zeiden zij. Inderdaad trok zij ieders opmerkzaamheid in haar helder blauw katoenen japonnetje, met haar tulen mutsje op het hoofd, er was niets opzichtigs aan haar en toch zeide ieder tot Charlotte: „Hoe kom je toch aan die dame? Bepaald, zij is geen gewone meid." Maar er viel niets, letterlijk niets, op haar aan te merken; zij deed haar plicht, bedaard, nauwgezet; of mevrouw te veel eischte of te weinig, zij gehoor zaamde; zij ging nooit uit dan naar de kerk, en geen andere afleiding kende zij dan te lezen of te je kan inlichten? Dat klinkt verdacht. „Zeker mevrouw, dat doet het ook, maar ik- 00 v kan u niets zeggen. Het komt door omstandig schrijven op haar kamer. Tegen de andere bedien- heden. Als mevrouw mij verdenkt, dan moet u mij den was zij vriendelijk en voorkomend, maat zij Madugno verborgen en hij riep de interventie in van den Italiaanschen vici-cortsul te Parijs. Toen deze dit weigerde schoot Madugno hem neer. Na ongeveer een jaar voorarrest is Madugno door de Parijsche jury veroordeeld tot twee jaar gevange nisstraf plus twee honderd francs boete. Deze straf vinden de facisten veel te weinig en hierover zijn ze zoo- verbolgen. Ook Mussolini heeft zijn afkeu ring uit dit vonnis uitgesproken. Fransche bladen waren eeveneens ontevreden over de beslissing dei- jury en hebben deze gelegenheid aangegrepen om een stevige aanval tegen het jury-stelsel te doen. In verschillende Italiaansche steden hebben stu denten groote betoogingen gehouden waarbij in redevoeringen heftig tegen Parijs werd van leer getrokken. Uitdrukkingen als Frankrijk is een gevaar voor den vrede" .en dergelijk als „als het uur der wrake slaat" waren troef en zooiets lijkt al heel weinig op een hereenigd Europa, op een zoeken naar een inniger samenwerking en meer dezer fraaie woorden van Baldwin. Over eenige weken zullen voor den tienden keer de Kerstklok ken hun boodschap van vrede brengen na den oorlog en weer zullen we moeten erkennen dat er hoogstens een theoretische vooruitgang is te be speuren. maakte zich niet gemeenzaam met hen; gemeen zaam was zij trouwens met niemand, en zelfs mevrouw wist zij op een afstand te houden. Char lotte wist dat zij niet mooi was, niet geestig zelfs, niet knap was; zij troostte zich over al deze tekort komingen met de wetenschap dat zij lief was. Lief, maar zoo lief, als men zich het maar kon voor stellen; de lieve mevrouw Zandberg heette zij overal, en die liefheid liet zij zich door haar om geving soms duur betalen. Zelfs tegen haar meiden tracht te zij altijd even lief te zijn, en wee hen, zoo die die liefheid niet waardeerden en erkenden. Tegen Marie, de nieuwe meid, was mevrouw liever dan ooit; zij had er behoefte aan deze geheel onder den indruk te brengen van haar lieftalligheid, maar het gelukte niet. Het was onmogelijk ooit aan Marie te zien of zij haar meesteres lief vond of niet; mevrouw was haar meesteres, meer niet, en zij vervulde haar wenschen, hetzij deze op een vriendelijken of minder vriendelijken toon werden overgebracht, altijd even nauwkeurig en stipt, maar altijd even zwijgend. „Maar valt er nu iets. op dat meisje aan te mer ken?" vroeg men haar. „Neen, niets! Ik zou niets kunnen opnoemen; het zou alleen wezen.dat zij wat stug is, maar dat kan ik toch ook niet zeggen; zij is wat terugge trokken, wat op zichzelf, en toch vriendelijk, voor komend, vol attenties voor mij. Praatjes houd ze niet. Neen, zoo'n jeid krijg ik nooit meer." „Ja, het is een juweel; maar weet je nu niets van haar familie? Gaat ze nooit uit? Heeft ze geen vrijer?" „Volstrekt niet; zij heeft in niets plezier dan in haar werk, Hoe dikwijls heb ik het niet gedacht en INGEZONDEN MEDEDEELING. Laat het nooit zoover komen, dat Gij aan Uw hoest went en Uw vrienden U er reeds op eert afstand aam her kennen. Evenmin moet Ge een hardnek- kigen hoest trachten tc ontgaan doo* minder diep adem te halen. Dit kan voor de gewondheid van Uw adem halingsorgaan noodlottig worden. Verzorg iederen hoest, hoe schijnbaar onbeteekenend ook, onmiddellijk met de verzachtende en versterkende Akker's Abdijsiroop. Of zoo Ge tot dusverre vergeefs getracht hebt met andere middelen van een verwaarloosden, hardnekkigen en benauwden hoest af te komen, begin dan vandaag nog de oorzaak van den hoestprikkel - vastzittend slijm - te verdrijven met AKKER'* Voorde Borst INGEZONDEN MEDEDEELING. alom gewilde pyplabakj ECHTE FRIESCHE melange van rijpe iabakketü V Reeds vanaf 50ct.per V2 pond aM 20d. per ons-lOct perrons N.V. DODWE EGBERJS TABAKSFABRIEKEN JOURE-UTRECHT-amsterdam-den haag opgericht 1753 Per koker: f 1.50, f 2.75, f 4.50 TRAWLER „AMPLITUDO" ALS VERLOREN BESCHOUWD. IJMUIDEN, 5 Dec. Men twijfelt er thans niet meer aan, dat de stoomtrawler „Amplu- tudo" YM 58 in een der jongste stormen met man en muis op de Noordzee is vergaan. De trawler ver trok 15 November, dus bijna drie weken geleden. Aangezien het vaartuig na den storm van 16 November nog is gezien, vermoedt men dat' het tijdens den tweeden Novemberstorm, die zooveel onheil op onze kusten stichtte, is vergaan. De be manning bestond uit elf personen, n.I. T. H. Póm- pert, gehuwd, Den Helder, schipper; L. Masten maker, gehuwd, IJmuiden, stuurman; J. Schroe- vers, gehuwd, IJmuiden, machinist; J. Glas, onge huwd, Egmond aan Zee, oudste stoker; de ma trozen J. Krijger, IJmuiden, Tuit, Scheveningen, de Bruin, Scheveningen en J. Dekker, Egmond aan Zee, allen gehuwd, J. Julianus, ongehuwd, IJmui den, tremmer; J. Kok, ongehuwd, IJmuiden, kok. De naam van den jongsten stoker is niet bekend. TWEEJARIG MEISJE OVERBOORD GEVALLEN EN VERDRONKEN. ROTTERDAM, 5 Dec. Gistermiddag heeft het twee jarig dochtertje van schipper K. aan boord van het aan de Maaskade liggende lich- tecschip „Berentina", in een onbewaakt oogen- blik getracht uit de roef op het dek te klimmen, waarna het kind overboord gevallen en verdronken is. De rivierpolitie heeft geruimen gijd gedregd, maar moest haar poging, wegens mist en duisternis, staken. Morgen zullen de pogingen worden voort gezet. ERNSTIG AUTO-ONGEVAL BIJ MUIDEN. Woensdag reed een luxe auto op den Muider straatweg, vermoedelijk in de richting Amsterdam, waarin drie personen zaten. Plotseling slingerde de Auto, die met een vaart van ongeveer 100 K.M. reed, sterk, geraakte tusschen de rails van de tram, maakte twee salto's, reed twee telegraafpalen omver en kwam totaal versplinterd in de sloot terecht. De drie inzittenden, drie heeren, werden gewond uit de overblijfselen van den auto te voor schijn gehaald. Een van hen werd per particulieren auto naar Amsterdam vervoerd. De twee andere heeren, onder wie mr. Spanjaard, werden per Roo- den Kruiswagen uit Weesp, eveneens naar het Ziekenhuis te Amsterdam vervoerd, nadat dr. Smits uit Diemen den bewusteloozen de eerste hulp had verleend. Nader meldt men: Aan het stuur zat de heer Triegelbeek, die ten gevolge van een kuil in den weg het stuur kwijt raakte, naast hem gezeten was mr. L. Spanjaard, subistituut-griffier bij de rechtbank te Amsterdam en achter in den wagen zat de heer Koster. gezegd: „Ik begrijp niet hoe die meiden toch al tijd zoo vol gebreken zitten, medunkt als ik meid was, zou mijn mevrouw nooit iets op mij aan te merken hebben, want in de meeste goede huizen wordt niets van haar verlangd dan dat zij haar plicht doen en een vriendelijk gezicht zetten. En dat schijnt voor de dames toch zoo ontzettend moeilijk te zijn. Marie is de eerste die het doet, en dus ben ik meer dan tevreden-over haar. De mevrouwen Van Haeren Sr. en Jr. bleven steeds het hoofd schudden over de wondermeid; zij begrepen nog maar niet hoe Charlotte toch Iemand zonder getuigen in huis had durven nemen, een meisje dat niemand kende. „En dan heeft zij donker, kroes haar! Hoe vindt je dat? Hoe vindt je dat? Een meid met donker haar mag ik toch al niet graag; blond staat zoo netjes onder de muts, en dan nog kroes!" „Neen, mama, dat kan zij toch niet helpen," en Charlotte's hooge stem klonk op het oogenblik minder lief, „zij kan toch haar haar niet blond verven en zij strijkt het genoeg glad; dat het nu zoo'n beetje opkrult is haar schuld niet. Zij doet er aan wat ze kan." Men haalde de schouders op en sprak: „De tijd zal het leeren! Ze kunnen zich maanden goed houden, maar dan vertoonen ze opeens haar ware gedaante. Dat is meer gezien!" Intusschen ging alles geregeld voort; Marie werd door de keukenmeid en werkster bestempeld met de namen van „Fijn Zusje", en „Stroop smeerster," Zij deed echter of zij niets hoorde, bewees haar kameraden de noodige beleefdheid en ging haar weg ongestoord, eenzaam, maar steeds volmaakt onberispelijk. Toen het zomer was en mevrouw met haar moeder en zusters naar buiten zouden gaan, wilde zij Marie kostgeld geven, maar het meisje ant woordde dat zij geen- tehuis had en dus liever in haar dienst bleef. „Mijn demel, wees toch wijs. Lotte, en vertrouw dat vreemde schepsel je huis niet toe," zeide Louise angstig. „Och kom, met je achterdocht! Ik vertrouw steeds op het goede in de menschen en jelui op het kwadeje zult zien dat de uitkomst mij gelijk geeft. Ik wil geen kwaad denken, waar er hoegenaamd geen aanleiding toe bestaat." En de uitkomst bleek haar voor dezen keer nog maals gelijk te geven. Marie zorgde uitstekend voor het huis; haar eerlijkheid en trouw werden alleen over troffen door haar nauwgezette plichts betrachting en haar behartiging van de belangen van haar meesteres. „Zij is een ideaal," riep Charlotte opgetogen uit. „Als je maar wist waar ze vandaan kwam. Kan Zandberg daar niet achter komen?" „Al zou hij het ook kunnen, ik vind het beneden mij daarvan gebruik te maken. Marie dient mij goed en heeft redenen haar eigen zaken geheim te houden. Ik moet dien wensch eerbiedigen; een meid heeft evengoed rechten als elk ander." En trotsch op die mooie tirode, zag mevrouw Zandberg haar moeder en zusters triomfantelijk aan. Eens was Marie met het een of ander werk bezig in de kamer; haar mevrouw en Sophie zaten bij het raam te praten en letten niet op haar tegen woordigheid. „Hoor jullie niets meer van Frank?" vroeg Charlotte. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 1