de HOEST
EERSTE BLAD
HEEREN RAAI
69-
DVERJAS
ing
cee.
ÖIMDOQN'S
STUDIE-WATERVERF
et Beste!
r in eiken boekhandel.
ZATERDAG
DECEMBER 1928
11E JAARGANG.
N°. 11
FEUILLETON.
ROSA WIARINA
Toch wijkt
ABDÜ5IH00P
Itfy,
[E JEKKER
il, leeftijd 5 jaar
i tot 1350
N ULSTER
RECLAME
velourstoffen
ten achterkant
tot
'aar Uwerzijds
>ok de goede,
prijs verlaagd.
■TERDAM
immasu
LAAT NIET LOS
Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren.
Prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels» elke regel meer 15 cent.
8
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Week-revue.
BINNENLAND.
Sint-Nicolaas met al zijn vreugden en zorgen
behoort weer voor een jaar tot het verleden.
Vreugde om te kunnen geven of om te ontvangen,
zorgen welke dit geven met zich brengt. Onze
nijvere winkeliers hebben vreugde over de extra
omzetten met als gevolg extra winsten, doch menig
zorgzaam huisvader ziet met een zuurzoet gezicht
naar de bodem der portemonnaie, omdat de ver
vulling van de talrijke verlanglijstjes in den regel
aanmerkelijk meer heeft gekost, dan aanvankelijk
begroot. Er is wel eens beweerd, dat de drukte voor
Sint-Nocilaas minder wordt, dat deze oude traditie
afsterft, doch diegenen welke dezer dagen, de
bergen .postpaketten op de groote postkantóren
heeft zien verwerken, zal hiervan zeker niet over
tuigd zijn, Tante Post heeft drukke dagen gehad
en er is hard gezwoegd, om alles te kunnen ver
werken. Öp verschillende kantoren was het een
onafgebroken stroom- van pakketten en de ploe
terende ambtenaren zullen op de drukste mó-
menten wel eens minder vriendelijk aan den
heiligen Sint hebben gedacht.
Wat ons ieder jaar ook steeds weer frappeert,
dat zijn de ontzaglijke hoeveelheden snoepgoed,
welke dezer dagen worden gekocht en die de magen
der jonge kleuters aan een ware kfrachtproef
onderwerpen.
Te Rotterdam heeft in pand Oostzeedijk 154
een zeer brutale roofmoord plaats gehad. In ge
noemde pand, waar gevestigd is het kantoor der
N. V. Adr. de Haas Jr. Handel Mij. is de directeur,
de heer Lans vermoord gevonden.
De dochter van het slachtoffer maakte zich
's avonds ongerust over het lange uitblijven van
haar vader en verzocht een bewoner van no. 156
eens te gaan zien,'waar haar vader bleef. Toen deze
het kantoor binnentrad vond hij den heer Lans
op den grond liggend, badend in zijn bloed, inge
slagen hersenpan en afgesneden hals. De onmid-
delijk gewaarschuwde politie stelde direct een uit
gebreid onderzoek in, waarbij is gebleken, dat uit
een openstaande brandkast ongeveer 80,— wordt
vermist. Aanvankelijk werd daarom aan roofmoord
gedacht en de politie deed verschillende arrestaties,
op grond der talrijke ingekomen aanwijzingen van
het publiek. Voor velen is zoo'n geval een pracht
gelegenheid om een vijand eens dwars te zitten en
de politie krijgt dan ook talrijke gegevens, welke
uitsluitend beoogen een tegenstander eens onaan
genaam te zijn.
De eerst gearresteerden zijn weer op vrije voeten
gesteld, aangezien al heel spoedig bleek, dat ze aan
dit gruwelijke misdrijf niet debet waren.
Latere inlichtingen hebben de politie op een
ander spoor gebracht, welke de veronderstelling
van roofmoord geheel uitsluiten. Volgens deze
inlichtingen moet de dader(s) alleen het doel
hebben gehad om den heer Lans uit den weg te
ruimen en is het vermiste geld slechts uit de brand
kast genomen, om de politie op een dwaalsppoor
te brengen. De aanwijzingen der politie moeten
zeer bezwarend zijn en de arrestatie van de ver
moedelijke dader(s) kan ieder moment worden
verwacht.
BUITENLAND.
De dagen van Sint-Nocolaas liggen weer achter
ons en de sympathieke heilige heeft zijn gaven
weer kwistig rondgestrooid, daarbij jong en oud
verrassende op de meest aangename wijze. Wat
jammer dat we in de internationale politiek Sint-
Nicolaas missen, want juist daar zijn zijn gaven
zoo bitter noodig of meer nog misschien de be
straffende hand van Zwarte Piet, mitsgaders de
groote zak, waar menig staatsman na een objec
tieve beoordeeling van zijn wel en kwaad voor
altijd in zou verdwijnen, als straf voor de vele en
DOOr
MELATI VAN JAVA.
28)
„Zij drukt zich uit als een echte dame," dacht
Charlotte, en hardop sprak zij: „maar kind, ik
geloof dat je nooit bestemt waart om te dienen."
Zij glimlachte droevig.
„Dat kan wel zijn, mevrouw! Maar het is geen
schande eerlijk zijn brood te verdienen. Och toe,
mevrouw, waag u het maar mij op de proef te
nemen. Het zal u wel bevallen!"
Mevrouw Zandberg dacht na; zij had reeds zoo
dikwijls getuigen gehaald in alle hoeken der stad,
lij moest telkens zooveel moois hooren en was later
telkens weer teleurgesteld, dat zij het nu zoo'n
waagstuk niet vond, geen andere getuigen te ver
trouwen dan haar eigen oogen en ooren. Het meisje
zag er door en door fatsoenlijk uit, zij sprak zoo
netjes en beschaafd, en vooral mevrouw was bang
niet klaar te komen.
„Wanneer kan je in dienst komen?" vroeg ze.
„Liefst dadelijk, mevrouw!"
„En kan je mij nu niet zeggen, waarom je nu
zoo alleen op de wereld staat en niemand mij over
ip kan inlirhfp.n? Dat
talrijke' fouten in verantwoordelijke functie
begaan.
En wat een weldaden zou de heilige Sint op dit
onderrnaansche niet kunnen verrichten, afgezien
nog van de kwestie van de verdwijning der onge-
wenschte en gevaarlijke staatslieden.
Volgens een rede van Baldwin te Glasgow zijn
we zoo'n zegenbrengende Sint hier niet noodig,
aangezien de toestand der oude tante Europa in de
laatste vier jaren aanmerlijk is vooruit gegaan. In
deze rede, gehouden voor eenige duizenden vrou
wen, welke in 29 voor het eerst aan de verkiezingen
zullen deelnemen, is de toestan van Europa aan
merkelijk opgeklaard en is uit een verdeeld Europa
een hereenigd Europa geboren, is er geen sprake
meer van vrienden en vijanden, doch streven alle
volkeren naar een inniger gemeenschap, heersch
er een geest van geven en nemen onnder de ver
schillende staatslieden en zijn ze meer geneigd, om
de meening van anderen te respecteeren en te
waa'rdëeren.
Aan den vooravond van verkiezingen is het
gewoonte om de kiezers vooral de zonnekant der
medaille te laten zien en om hen gouden bergen
te beloven. En dit verklaart ook de optimistische
bril welke Bladwin bij deze rede op zijn neus had
staan, al valt niet te ontkennen, dat er bij diverse
staatslieden inderdaad een geest van geven en
nemen bestaat. Tot op zekere hoogte bestaat er
dus overeenstemming met den goeden Sint, doch
het eenigste bezwaar hiertegen is wel, dat de meeste
dezer staatslieden hoogstens een worstje geven,
niet om een varken terug te krijgen, doch liefst
een heele mesterij. Ze beoefenen dus wel de kunst
van geyen en nemen en vooral in het laatste zijn
velen buitengewoon sterk.
Jammer dat de werkelijkheid zooveei afwijkt van
deze schitterende woorden van Engelands premier
en dat de internationale politieke ketel zoo af en
toe door .vervaarlijke stoomwolken uit de tuit
verraadt, dat het binnen niet vreedzaam pruttelt,
dat dat het bedenkelijk kookt en schuimt. Overal
is wrijving en strijd plus argwaan waar te nemen
en als de toestand nu zoo schitterend is, dan moet
het voor vier jaren nog een beetje meer beroerd
dan slecht geweest zijn.
Het groote staalconflict in Duitschland heeft
plotseling een vrij zonderling einde genomen, door
dat zoowel arbeiders als werkgevers zich bereid
hebben verklaard, de arbitrale uitspraak te aan
vaarden, welke de sociaal-democratische minister
Severing nog zal uitspreken. Zonder dat dus de
beslissing van het Reichsarbeitsgericht wordt afge
wacht, de arbitrage was juist aanleiding, ver
klaren beide partijen zich van te voren bereid om
de arbitrage van minster Severing te aanvaarden.
Alle fabrieken zijn direct weer heropend en voor
zoover mogelijk zijn alle arbeiders aan het werk
gezet, om in den korst mogelijken tijd weer op volle
productie te werken. Principieel hebben de werk
gevers door deze wending dus de overwinning
behaald en minister Severing heeft de weinig
benijdenswaardige taak uitspraak te doen, die
beide partijen bevredigd. De strijd had ook reeds
lang genoeg geduurd, want ruim vier weken stil
liggen dezer belangrijke tak van industrie kost
ontzaglijke offers.
In den Duitschen Rijksdag is uitvoerig gedebat
teerd over de moeilijkheden van den Duitschen
landbouw, welke danig in de knoei zit. Als de toe
stand met moties en voorstellen is te redden, dan
ziet het er voor de Duitsche heeren niet slecht uit.
Er zijn maar eventjes 140 moties daarop betrekking
hebbende ingediend. Volgens de genoemde cijfers
zou de last der Duitsche landbouw in het jaar 1928
met ongeveer 800 millioen mark toegenomen en
dat deze schulden in totaal ruim 11£ milliard mark
bedragen. Jaarlijks moet hiervoor een rente
worden opgebracht van een milliard. In alle toon
aarden is de nood der boeren bezongen en het
aantal opgegeven hulpmiddelen is legio.
Minister Dietrich heeft de verschillende inter
pellaties beantwoord en ontvouwde een program
van steun, dat de instemming der meerderheid
heeft gevonden. Verhooging der graantarieven is
niet mogelijk, aangezien het invoerrecht op bui-
tenlandsch meel volgens het handelsverdrag met
Frankrijk niet mogelijk is. Het graanvraagstuk
moet daarom worden opgelost volgens den minis
ter door een stabiliseering der marktprijzen. Voor
lévend vee is de regeering bereid een tariefver-
hooging te overwegen. Het tarief voor verbruiks-
suiker zal waarschijnlijk met 10 mark worden ver
hoogd, een desbetreffend voorstel is reeds aan den
Rijksraad gezonden.
Verder zal er een nieuw program ter bevordering
van productie en afzet komen, dat in hoofdzaak op
de verbetering vanj den afzet van vee en een
hervonping van het zuivelbedrijf zal zijn gericht.
De regeering is bereid voor dit volgende vijf jaar
10Q millioen voor dit doel uit te trekken.
Het schijnt dus nu toch ernst te worden met de
pogingen om den Duitsche landbouw weer in liet
zadel te helpen. Voor een niet gering gedeelte
wordt' de verbetering gezocht door protectie-
maatregelen. Of al deze aangekondige maatregelen
afdoende zullen helpen, valt intusschen nog te
betwijfelen.
In het Engelsche Lagerhuis heeft Chamerlain
naar aanleiding van een vraag nog eens het Engel
sche standpunt uiteengezet, betreffende Rijnland
ontruiming en herstelbetalingen. Volgens deze ver
klaring van Chamberlain is Duitschland juridisch
niet gerechtigd den aftocht der bezettingstroepen
te eischen, voordat de bij het verdrag vastgestelden
termijn verstreken is. Er bestaat geen wettige
rechtvaardiging voor de bewering, dat Duitsch-
lana aan alle bij het verdrag opgelegde verplich
tingen had voldaan. Ee Engelsche regeering is tot
een snelle ontruiming wel bereid, doch enkel en
alleen in volkomen overleg en in samenwerking
met de Franschen. Een terugtrekken van Engel
sche troepen alleen is onmogelijk zonder Frankrijk
voor het hoofd te stooten. Dit laatste verzweeg
Chamberlain maar wijselijk. Zijn heele betoog is
uitermate zwak en wat zijn beroep op het juridi
sche betreft, dat is zoo helder als koffiedik. De
vrager werd eenvoudig met een kluitje in het riet
gestuurd en Chamberlain voelt zich behaaglijk,
dat hij met een voorzichtige verklaring deze
netelige kwestie omzeild heeft. In het algemeen
beschouwt de openbare meening in Engeland; de
heele bezetting als een noodelooze formalitait,
welke niet strookt men een verzoeningspolitiek,
omdat het slechts verbittering kweekt bij de
Duitschers. Had Chamberlain zijn handen vrij,
dan zou de ontuiming reeds lang een feit zijn,
doch Londen wil en durft Parijs in dezen niet voor
het hoofd stooten.
De betrekkingen tusschen Frankrijk en Italië,
welke toch al niet uitblinkt door hartelijkheid,
worden vrij geregeld door betrekkelijk onderge
schikten onbenulligheden bedorven. Als men in
een geprikkelde stemming verkeert, dan is een
kleinigheid heel vaak voldoende om een uitbarsting
te veroorzaken en zoo gaat het ook hier. De Itali
anen zijn weer eens voor de zooveelste maal gewel
dig verbolgen op de Franschen en verschillende
Italiaansche bladen vallen Frankrijk in heftig
artikelen aan. De oorzaak van deze storm is een.
glas water is als volgt.
Een Italiaansche arbeider, Madugno, die wei
gerde toen hij zich nog in Italië bevond, om zich
aan te sluiten bij een faccistische organisatie,
week uit naar het buitenland en kwam na eenige
omzwervingen te Parijc terecht waar hij als
metselaar zijn brood verdiende.
Madugno verzocht zijn vrouw om hem naar
Parijs te volgen, doch waar haar door de Itali
aansche autoriteiten de pas geweigerd werd, kon
zij haar vaderland niet verlaten. Hierover was
niet nemen. Het zou me spijten, want ik zou hier
graag dienen."
Na wat over en weer praten besloot mevrouw
Zandberg het toch met het meisje te probeeren;
over het loon, waschgeld en uitgaan waren zij het
dadelijk eens en toen Charlotte bij haar man terug>
kwam had zij toch weer spijt.
„Ik hoop dat het mij niet berouwen zal zoo te
goeder trouw te hebben gehandeld," zeide zij met
een zucht.
„Nu, het zal wel gaan, „troostte haar man.
De familie sloeg de handen in^elkaar; juist iets
voor Charlotte, een meisje te némen, zonder ge
tuigen, dat niet eens kon vertellen waar zij van
daan kwam; wie weet wat voor schepsel zij onder
dak kreeg, wie weet hoe bitter het haar zou be
rouwen
Maar Charlotte berouwde het volstrekt niet; zij
had er een eerlijk, keurig, en durfde het gerust
zeggen, een braaf meisje aan.
Sophie en Meta zagen verbaasd naar de nieuwe
meid.
„Precies een verkleede prinses," zeiden zij.
Inderdaad trok zij ieders opmerkzaamheid in
haar helder blauw katoenen japonnetje, met haar
tulen mutsje op het hoofd, er was niets opzichtigs
aan haar en toch zeide ieder tot Charlotte:
„Hoe kom je toch aan die dame? Bepaald, zij
is geen gewone meid."
Maar er viel niets, letterlijk niets, op haar aan te
merken; zij deed haar plicht, bedaard, nauwgezet;
of mevrouw te veel eischte of te weinig, zij gehoor
zaamde; zij ging nooit uit dan naar de kerk, en
geen andere afleiding kende zij dan te lezen of te
je kan inlichten? Dat klinkt verdacht.
„Zeker mevrouw, dat doet het ook, maar ik- 00 v
kan u niets zeggen. Het komt door omstandig schrijven op haar kamer. Tegen de andere bedien-
heden. Als mevrouw mij verdenkt, dan moet u mij den was zij vriendelijk en voorkomend, maat zij
Madugno verborgen en hij riep de interventie in
van den Italiaanschen vici-cortsul te Parijs. Toen
deze dit weigerde schoot Madugno hem neer. Na
ongeveer een jaar voorarrest is Madugno door de
Parijsche jury veroordeeld tot twee jaar gevange
nisstraf plus twee honderd francs boete. Deze straf
vinden de facisten veel te weinig en hierover zijn
ze zoo- verbolgen. Ook Mussolini heeft zijn afkeu
ring uit dit vonnis uitgesproken. Fransche bladen
waren eeveneens ontevreden over de beslissing dei-
jury en hebben deze gelegenheid aangegrepen om
een stevige aanval tegen het jury-stelsel te doen.
In verschillende Italiaansche steden hebben stu
denten groote betoogingen gehouden waarbij in
redevoeringen heftig tegen Parijs werd van leer
getrokken. Uitdrukkingen als Frankrijk is een
gevaar voor den vrede" .en dergelijk als „als het
uur der wrake slaat" waren troef en zooiets lijkt
al heel weinig op een hereenigd Europa, op een
zoeken naar een inniger samenwerking en meer
dezer fraaie woorden van Baldwin. Over eenige
weken zullen voor den tienden keer de Kerstklok
ken hun boodschap van vrede brengen na den
oorlog en weer zullen we moeten erkennen dat er
hoogstens een theoretische vooruitgang is te be
speuren.
maakte zich niet gemeenzaam met hen; gemeen
zaam was zij trouwens met niemand, en zelfs
mevrouw wist zij op een afstand te houden. Char
lotte wist dat zij niet mooi was, niet geestig zelfs,
niet knap was; zij troostte zich over al deze tekort
komingen met de wetenschap dat zij lief was. Lief,
maar zoo lief, als men zich het maar kon voor
stellen; de lieve mevrouw Zandberg heette zij
overal, en die liefheid liet zij zich door haar om
geving soms duur betalen. Zelfs tegen haar meiden
tracht te zij altijd even lief te zijn, en wee hen, zoo
die die liefheid niet waardeerden en erkenden.
Tegen Marie, de nieuwe meid, was mevrouw liever
dan ooit; zij had er behoefte aan deze geheel onder
den indruk te brengen van haar lieftalligheid, maar
het gelukte niet.
Het was onmogelijk ooit aan Marie te zien of zij
haar meesteres lief vond of niet; mevrouw was
haar meesteres, meer niet, en zij vervulde haar
wenschen, hetzij deze op een vriendelijken of
minder vriendelijken toon werden overgebracht,
altijd even nauwkeurig en stipt, maar altijd even
zwijgend.
„Maar valt er nu iets. op dat meisje aan te mer
ken?" vroeg men haar.
„Neen, niets! Ik zou niets kunnen opnoemen;
het zou alleen wezen.dat zij wat stug is, maar dat
kan ik toch ook niet zeggen; zij is wat terugge
trokken, wat op zichzelf, en toch vriendelijk, voor
komend, vol attenties voor mij. Praatjes houd ze
niet. Neen, zoo'n jeid krijg ik nooit meer."
„Ja, het is een juweel; maar weet je nu niets
van haar familie? Gaat ze nooit uit? Heeft ze
geen vrijer?"
„Volstrekt niet; zij heeft in niets plezier dan in
haar werk, Hoe dikwijls heb ik het niet gedacht en
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Laat het nooit zoover komen, dat Gij
aan Uw hoest went en Uw vrienden
U er reeds op eert afstand aam her
kennen. Evenmin moet Ge een hardnek-
kigen hoest trachten tc ontgaan doo*
minder diep adem te halen. Dit kan
voor de gewondheid van Uw adem
halingsorgaan noodlottig worden.
Verzorg iederen hoest, hoe schijnbaar
onbeteekenend ook, onmiddellijk met de
verzachtende en versterkende Akker's
Abdijsiroop. Of zoo Ge tot dusverre
vergeefs getracht hebt met andere
middelen van een verwaarloosden,
hardnekkigen en benauwden hoest af
te komen, begin dan vandaag nog
de oorzaak van den hoestprikkel -
vastzittend slijm - te verdrijven met
AKKER'*
Voorde Borst
INGEZONDEN MEDEDEELING.
alom gewilde pyplabakj
ECHTE FRIESCHE
melange van rijpe iabakketü
V
Reeds vanaf 50ct.per V2 pond aM
20d. per ons-lOct perrons
N.V. DODWE EGBERJS TABAKSFABRIEKEN
JOURE-UTRECHT-amsterdam-den haag
opgericht 1753
Per koker: f 1.50, f 2.75, f 4.50
TRAWLER „AMPLITUDO" ALS VERLOREN
BESCHOUWD.
IJMUIDEN, 5 Dec. Men twijfelt er thans
niet meer aan, dat de stoomtrawler „Amplu-
tudo" YM 58 in een der jongste stormen met man
en muis op de Noordzee is vergaan. De trawler ver
trok 15 November, dus bijna drie weken geleden.
Aangezien het vaartuig na den storm van 16
November nog is gezien, vermoedt men dat' het
tijdens den tweeden Novemberstorm, die zooveel
onheil op onze kusten stichtte, is vergaan. De be
manning bestond uit elf personen, n.I. T. H. Póm-
pert, gehuwd, Den Helder, schipper; L. Masten
maker, gehuwd, IJmuiden, stuurman; J. Schroe-
vers, gehuwd, IJmuiden, machinist; J. Glas, onge
huwd, Egmond aan Zee, oudste stoker; de ma
trozen J. Krijger, IJmuiden, Tuit, Scheveningen, de
Bruin, Scheveningen en J. Dekker, Egmond aan
Zee, allen gehuwd, J. Julianus, ongehuwd, IJmui
den, tremmer; J. Kok, ongehuwd, IJmuiden, kok.
De naam van den jongsten stoker is niet bekend.
TWEEJARIG MEISJE OVERBOORD GEVALLEN
EN VERDRONKEN.
ROTTERDAM, 5 Dec. Gistermiddag heeft
het twee jarig dochtertje van schipper K. aan
boord van het aan de Maaskade liggende lich-
tecschip „Berentina", in een onbewaakt oogen-
blik getracht uit de roef op het dek te klimmen,
waarna het kind overboord gevallen en verdronken
is. De rivierpolitie heeft geruimen gijd gedregd,
maar moest haar poging, wegens mist en duisternis,
staken. Morgen zullen de pogingen worden voort
gezet.
ERNSTIG AUTO-ONGEVAL BIJ MUIDEN.
Woensdag reed een luxe auto op den Muider
straatweg, vermoedelijk in de richting Amsterdam,
waarin drie personen zaten. Plotseling slingerde de
Auto, die met een vaart van ongeveer 100 K.M.
reed, sterk, geraakte tusschen de rails van de
tram, maakte twee salto's, reed twee telegraafpalen
omver en kwam totaal versplinterd in de sloot
terecht. De drie inzittenden, drie heeren, werden
gewond uit de overblijfselen van den auto te voor
schijn gehaald. Een van hen werd per particulieren
auto naar Amsterdam vervoerd. De twee andere
heeren, onder wie mr. Spanjaard, werden per Roo-
den Kruiswagen uit Weesp, eveneens naar het
Ziekenhuis te Amsterdam vervoerd, nadat dr.
Smits uit Diemen den bewusteloozen de eerste
hulp had verleend.
Nader meldt men:
Aan het stuur zat de heer Triegelbeek, die ten
gevolge van een kuil in den weg het stuur kwijt
raakte, naast hem gezeten was mr. L. Spanjaard,
subistituut-griffier bij de rechtbank te Amsterdam
en achter in den wagen zat de heer Koster.
gezegd: „Ik begrijp niet hoe die meiden toch al
tijd zoo vol gebreken zitten, medunkt als ik meid
was, zou mijn mevrouw nooit iets op mij aan te
merken hebben, want in de meeste goede huizen
wordt niets van haar verlangd dan dat zij haar
plicht doen en een vriendelijk gezicht zetten. En
dat schijnt voor de dames toch zoo ontzettend
moeilijk te zijn. Marie is de eerste die het doet, en
dus ben ik meer dan tevreden-over haar.
De mevrouwen Van Haeren Sr. en Jr. bleven
steeds het hoofd schudden over de wondermeid;
zij begrepen nog maar niet hoe Charlotte toch
Iemand zonder getuigen in huis had durven nemen,
een meisje dat niemand kende.
„En dan heeft zij donker, kroes haar! Hoe vindt
je dat? Hoe vindt je dat? Een meid met donker
haar mag ik toch al niet graag; blond staat zoo
netjes onder de muts, en dan nog kroes!"
„Neen, mama, dat kan zij toch niet helpen," en
Charlotte's hooge stem klonk op het oogenblik
minder lief, „zij kan toch haar haar niet blond
verven en zij strijkt het genoeg glad; dat het nu
zoo'n beetje opkrult is haar schuld niet. Zij doet
er aan wat ze kan."
Men haalde de schouders op en sprak:
„De tijd zal het leeren! Ze kunnen zich maanden
goed houden, maar dan vertoonen ze opeens haar
ware gedaante. Dat is meer gezien!"
Intusschen ging alles geregeld voort; Marie
werd door de keukenmeid en werkster bestempeld
met de namen van „Fijn Zusje", en „Stroop
smeerster," Zij deed echter of zij niets hoorde,
bewees haar kameraden de noodige beleefdheid en
ging haar weg ongestoord, eenzaam, maar steeds
volmaakt onberispelijk.
Toen het zomer was en mevrouw met haar
moeder en zusters naar buiten zouden gaan, wilde
zij Marie kostgeld geven, maar het meisje ant
woordde dat zij geen- tehuis had en dus liever in
haar dienst bleef.
„Mijn demel, wees toch wijs. Lotte, en vertrouw
dat vreemde schepsel je huis niet toe," zeide Louise
angstig.
„Och kom, met je achterdocht! Ik vertrouw
steeds op het goede in de menschen en jelui op het
kwadeje zult zien dat de uitkomst mij gelijk geeft.
Ik wil geen kwaad denken, waar er hoegenaamd
geen aanleiding toe bestaat."
En de uitkomst bleek haar voor dezen keer nog
maals gelijk te geven. Marie zorgde uitstekend
voor het huis; haar eerlijkheid en trouw werden
alleen over troffen door haar nauwgezette plichts
betrachting en haar behartiging van de belangen
van haar meesteres.
„Zij is een ideaal," riep Charlotte opgetogen uit.
„Als je maar wist waar ze vandaan kwam. Kan
Zandberg daar niet achter komen?"
„Al zou hij het ook kunnen, ik vind het beneden
mij daarvan gebruik te maken. Marie dient mij
goed en heeft redenen haar eigen zaken geheim te
houden. Ik moet dien wensch eerbiedigen; een
meid heeft evengoed rechten als elk ander."
En trotsch op die mooie tirode, zag mevrouw
Zandberg haar moeder en zusters triomfantelijk
aan.
Eens was Marie met het een of ander werk bezig
in de kamer; haar mevrouw en Sophie zaten bij
het raam te praten en letten niet op haar tegen
woordigheid. „Hoor jullie niets meer van Frank?"
vroeg Charlotte.
(Wordt vervolgd).