„Hotel-Restaurant SIMONS"
JETER'S HEI FILLS
V.
Welk een voldoening, dat
helder witte tafellaken. Ook
de servetten zien er weer
keurig netjes uit. Al Uw tafel
linnen gaat nu vee! langer
mee, daar U steeds wascht met
Gemengd Nieuws.
LOGEEREN
BOERENYISCHMARKT12, bij de Groote Kerk
PIET SIMONS zorgt voor U
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 17 NOVEMBER 1928
3
INGEZONDEN MEDEDEELING.
et is zoo Gemakkelijk
er» Goede Gezondheid
te Genieten.
Coop een fleschje van die kleine, versuikerde.plant-
lardige pillen. Ze worden verkocht in roode
cokertjes van 75 ct, maar eisch vooral het merk:
:arter'S kleine lever pillen.
Zij zijn gemakkelijk in te
nemen en doen de inge
wanden pijnloos functio-
neeren. Constipatie bestaat
niet, wanneer ge Uw spijs
vertering in orde houdt.
Hoofdpijn, slechte spijs
vertering, last van gal en
ongezonde gelaatskleur verdwijnen dan
poedig. Probeer ze vanavond nog, U zult dan
eerlijk slapen en morgen frisch ontwaken
•edenk, dat Carter's Kleine Lever Pillen volgens
oktersrecept zijn samengesteld en dus door
ud en jong kunnen worden gebruikt. Zij be-
atten geen giftige stoffen en doen de ingewan-
en pijnioos ïunctioneeren zonder onaangename
'.werking. Waarom zoudt ge U gekortwiekt
oelen - ge hebt recht op goede gezondheid! Let
p, dat U „Carter's" krijgt: eisch bovenstaand
ierk. Bij Apoth. en Drog., in roode kokertjes
'n 75 ct. en f 2.25. 1
Import. Fa. B. Meindersma, Ben Haag. 20
nen ook al de daaruit voortvloeiende werk-
mheden lieeft te verrichten en te accep-
ren. Besloten werd deze post te schrappen.
10LLEMAN vroeg waarom de post bij-
ge in de kosten der R.H.B.S. zooveel hoo-
was.
/OORZITTER zeide dat er electrisch licht
aangelegd en centrale verwarming, waar-
i de kosten per leerling worden omgeslagen
de gemeente in rekening worden gebracht.
Y)e leden waren unaniem van oordeel dat
toch ongehoord was, zooals er met het
d wordt omgesprongen.
HOLLEMAN achtte het zeer noodzakelijk
t een Gemeenteopzichter werd benoemd.
Wanneer we zien die huizen op den hoek
n den Lageweg, die alle uitzicht daar be-
nmeren en hoe thans ook de bocht gemaakt
waar het brandspuithuis'staat, dan is het
:r noodig dat een en ander gaat geschieden
der deskundige leiding. Ik zal er B. en W.
:n verwijt van maken, omdat zulks door
ken is toegestaan. Echter zullen alle leden
toch ook wel beamen.
NIEUWENHUIJZE vroeg of ook'die rooilijn
n het huis van Bakker niet beter anders
stgesteld had kunnen worden, waardoor het
rkeer nog beter gediend was.
VOORZITTER zeide dat die grond parti-
lier eigendom was, dus dat dit niet ging.
NIEUWENHUIJZE meende dat de ge
rente toch het recht heeft de rooilijn precies
n te geven, anders zou iedereen maar raak
innen bouwen, zooals dat nu al gebeurt. De
st weet haast de menj.chen niet meer te
nden, zoo eigenaardig wordt gewerkt met
uwvergunningen. Spreker was van oordeel,
er bouwgelegenheid geschapen moet wor-
n om een ordelijke indeeling van een ge
rente te verkrijgen. Zoo kan het niet langer.
HOLLEMAN was dit met Nieuwenhuijze
as.
VOORZITTER zeide dat destijds reeds ge-
cht is het land achter de woning van Verol-
te koopen en voor bouwterrein aan te
gen. Daar was echter nog te veel huur aan;
over twee jaar komt dat land uit de pacht
zou er getracht kunnen worden dat land
koopen.
Daarna werd de gemeentebegrooting vast-
teld.
Besloten werd dekkleeden te koopen voor de
arden welke den lijkwagen trekken.
VOORZITTER zeide dat de paarden van
n koetsier er zeer lastig door zullen zijn,
gens de inededeeling van den koetsier.
VAN NIEUWENHUIJZE achtte dat geen
zwaar; wel moet men de paarden daar eerst
n laten wennen, door ze enkele malen in te
lannen met die kleeden en dan zoo te laten
open, niet direct met die kleeden voor de
agen als er een begrafenis moet plaats heb-
n.
De begrooting van het Vleeschkeuringsbe-
ijf werd eveneens vastgesteld.
Demping sloot noordelijken achterweg.
B. en W. stelden voor die demping te laten
schieden. Kosten zijn begroot op circa
1100,—.
NIEUWENHUIJZE had bezwaar tegen ver-
hillende bepalingen die Schilperoort gesteld
:eft. Eerstens zou moeten vervallen de da
im waarop alles klaar moet zijn. Tweedens
n volstaan worden met een hek van z.g.
rtnonika-gaas.
HOLLEMAN had bezwaar tegen het plaat-
n van de heining op de gedempte sloot.
VOORZITTER zeide dat zulks ook niet zal
aan, die zal ongetwijfeld wegzakken.
HOLLEMAN vroeg of die uitgaaf van
100,eigenlijk ook wel gewettigd zou zijn.
VOORZITTER meende dat er noodig ver-
etering dient te komen, dat de kosten welis-
aar niet meevallen, doch dan is men er ook
f. De voorwaarden die Schilperoort stelt,
loeten wat aannemelijker worden. Laten B.
W. dit echter regelen. Alzoo werd besloten.
Daarna werd besloten tot den bouw van een
rrestantenhuis. De begrooting bedroeg
1941,50.
In de rondvraag vroeg Visbeen of het waar
/as dat de aannemer van den schoolverbouw
elemmerd is in zijn werk.
VOORZITTER zeide dat zulks inmiddels
eeds is opgelost.
Daarna sluiting.
I
DE MERKWAARDIGE ONTVLUCHTING VAN
LAVALETTE ONDER HET REGIME I
VAN DE RESTAURATIE.
De gevallen in de geschiedenis, waarin
vrouwen heldenmoed hébben tentoongespreid
om hun mannen te redden, zijn niet zeldzaam. I
Men behoeft nog niet onmiddellijk te denken
aan de vrouwen van Weinberg, die op de be
kende wijze bij de overgave der vesting hun
mannen, die aan de verdediging hadden deel
genomen, ontrukten aan den gewissen martel
dood, die in die dagen gebruik was, om zulks
te constateeren. Men kan zelfs denken aan een
figuur als Emma van Haarlem, een held
haftige edelvrouwe, gehuwd met een ridder,
die wijd en zijd slechts bekend stond om zijne
wreedheid en zijne gierigheid, maar die toch,
toen het belegerde kasteel tot de overgave
werd gedwongen,! van de belegeraars wist te
verkrijgen de toezegging, dat zij het kostbaar
ste wat zij bezat, met zich ter poorte uit mocht
dragen. De belegeraars konden niet verwach
ten, dat deze tengere vrouw het stuk zou be
staan om haar z\varen echtgenoot, op haar
schouders gezeten, weg te dragen, en toch deed
zij het, al bezweek zij bijna onder den last. Het
gegeven woord werd in deze dagen van ridder
woord en riddereer gehouden, en de wreede-
ridder ontkwam op een wijze, die ongetwijfeld
paedagogisch weinig doeltreffend voor hem
kon heeten!
Maar er zijn andere gevallen van bevrijding,
die hoog of laag geplaatste gevangenen ver
kregen, dank zij de slimhied, dank zij het over
leg, dank zij menigmaal bovenal de koelbloe
digheid van de vrouwen, die men maar zonder
meer de zwakke sekse heet. Wie denkt niet aar
de vrouw van Hugo de Groot, die eenzaam in
Loevestein achterbleef, terwijl dank zij de
door haar met zooveel zorg toegepaste list,
haar man zich in veiligheid kon stellen. Onder
de soortgelijke gevallen is er een, dat te weinig
bekend is, en toch bekendheid verdient. Het
betreft Lavalette, een der velen, die eerst
gedurende de revolutie, daarna tijdens het
Napoleontisch tijdperk in rang steeg. Lava-
lette slaagde erin de persoonlijke aandacht van
Bonaparte op zich te vestigen; hij werd aide
de camp van den generaal. Later, toen het
keizerrijk werd geschapen, werd hij tot direc
teur-generaal van het postwezen benoemd, dat
hij met vaste hand bestuurde en op uitnemen
de wijze inrichtte. Lavalette behoorde tot de
warme bewonderaars van den keizer; geen
wonder, dat hij tot hem overliep nog voordat
hij lil Parijs was aangekomen. Maar geen
wonder ook, dat de wraakgierige Foché, die
even sluw als slecht moet zijn geweest, hem als
een der eerste slachtoffers zette op de lijst, die
hij voor den teruggekeerden Lodewijk XVIII
opmaakte. Reeds op 8 Juli 1815, dus niet veel
meer dan drie weken na den slag bij Water
loo, werd Lavalette gearresteerd, en bemerkte
hii, dat de verdenking op hem rustte, dat hij
in den terugkeer des keizers uit Elba een zeer
actieve rol had gespeeld. Eenige dagen later
werd hij naar de Conciergerie overgebracht en
20 November ter dood veroordeeld. Mevrouw
Lavalette deed een voetval voor den koning
teneinde het leven van haar man te redden:
Lodewijk XV1I1, die nooit hei-nobele gebaar
wist te vinden, bleef onvermurwbaar. Had hij
gedacht daarmede deze schijnbaar wanhopige
vrouw het laatste middel tot redding van haar
man te hebben ontnomen, hij vergiste zich.
Zij was grootgebracht te midden van de geva
ren der revolutie en te midden van de intriges
van het keizerlijk hof; zij zag uitkomst en raad,
waar geen ander die zag. Zij vertrouwde daar
bij, voorzoover dat mogelijk was, slechts op
zichzelve en op haar dochter, en op een of twee
van de allerbeste vrienden, die zij wel in het
geheim moest nemen.
Hoe slaagde zij? Twee dagen voordat de
terechtstelling zou plaats hebben, kwam
Mevrouw Lavalette bij haar man. „Wij hebben
niets meer te hopen" zeide zij tegen hem; „wij
moeten dus eene poging wagen, hoe moeilijk
deze ook is. Ik mag hier twee uren bij je blijven;
om acht uur vertrek je uit de gevangenis, in
mijn kleeren gekleed en als gewoonlijk door
Mad.elle Dubourg een bloedverwante verge
zeld. Je zult den draagstoel vinden voor de
gevangenis; deze brengt je naar de Rue des St.
Pères, waar een vriend je wacht met een cabri
olet en je naar een veilige plaats zal voeren."
Lavalette wilde tegenwerpingen maken, maar
zijn vrouw voorkwam deze. „Als je terecht
gesteld wordt, sterf ik toch. Men zal mij geen
overlast aandoen; mij hoogstens enkele dagen
gevangen houden, maar men zal mij moeten
laten gaan." Vergeefs trachtte Lavalette haar
te overtuigen, dat de in den regel talrijke ge
vangenbewaarders, die haar eiken avond om
gaven, wanneer zij de gevangenis verliet, de
uitvoering van het plan onmogelijk zouden
maken; zij bleef volhouden, terecht opmerkend
dat, waar hij toch veroordeeld was om terecht
gesteld te worden, hij niets meer had te ver
liezen en men het met hem niet erger kon
maken dan reeds was geschied.
„Goed", zeide Lavalette tenslotte, ik zal
doen wat je wilt. Maar de cabriolet is te ver
verwijderd van de gevangenis. De kans is
groot, dat men mijne ontsnapping bemerkt
kort nadat deze heeft plaats gehad. Wij hebben
bijkans een uur noodig om van hier met den
draagstoel te gaan naar de Rue des St. Pères;
dat is te gewaagd." Mevrouw Lavalette er
kende de juistheid der opmerking. Men had
nog een dag tijd; den volgenden avond zou
alles veranderd worden, mits Lavalette slechts
zijn woord wilde geven, dat hij dan ook gehoor
zaam zou zijn.
Den volgenden dag kwam Mevrouw Lava
lette des middags om vijf uur haar gewone
bezoek brengen. Dit maal was zij vergezeld
van haar dochter Josephine, en gekleed in een
costuum, dat het zoo gemakkelijk mogelijk
maakte om het grooter figuur van haar man
daaronder te herbergen. „Precies om zeven uur
moet gekleed zijn," zeide zij tegen hem."
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Rinso
ZEEPPOEDER 1= SOORT
„Als je vertrekt, geef je den arm aan Josephinej
je houdt den zakdoek voor het gelaat. Wat is
het jammer, dat ik niet de gewoonte heb om
een voile te dragen, maar ik kan dat niet
plotseling doen zonder achterdocht te werken.
De deuren zijn laag; denk er om, dat je bukt,
wanneer je er onderdoor gaat, want indien de
hoed je van het hoofd viel, zou alles verloren
zijn. De draagstoel staat niet aan de buiten
deur, maar op de binnenplaats, onder aan den
grooten trap. Josephine blijft naast je gaanzij
zal onmiddellijk door onzen vriend met de
cabriolet herkend worden. Al wat wij noodig
hebben is koelbloedigheid en een beetje geluk;
God geve dat dit met ons is!"
Josephine, het meisje van veertien jaar, werd
nog eens onderricht wat zij had te doen, en wat
zij had na te laten. Het kwam er vooral op
aan, dat zij op het juiste oogenblik links of
rechts van Lavalette liep teneinde den invloed
van scherp spiedende oogen te niet te doen.
Toch, de onderneming bleef gewaagd, en Lava
lette gaf de voorkeur aan omkooping van den
concierge. „Bied hem 100.000 francs als ik de
oogen sluit, wanneer ik voorbij ga," zoo stelde
hii zijn vrouw voor, en deze was verstandig
genoeg om op dat denkbeeld in te gaan. De
concierge had misschien gaarne gewild, maar
hij kon niet of hij durfde niet. De.poging scheen
niet anders dan eene mislukking, die wellicht
een gevaar opleverde voor het welslagen.
Later bleek het juist anders te zijn; de con
cierge, die mevrouw Lavalette als een eerlijke,
nobele vrouw had leeren kennen, begreep uit
haar aanbod hoezeer het verlies dat zij stond
te lijden, haar buiten zichzelf had gebracht.
Vandaar, dat hij op het oogenblik, dat zij, den
zakdoek voor de oogen houdend, den drempel
naar de vrijheid overschreed, haar niet durfde
aanzien. Misschien had hij, die het scherpe oog
van den gevangenbewaarder had, den gevan
gene herkend, maar juist hij hield zich afzijdig!
Het diner werd in alle stilte gebruikt. Voor
de buitenwereld was Lavalette's galgenmaal,
in elk geval zijn laatste maaltijd in gezelschap
van vrouw en kind. Een oogenblik dreiged
gevaar, toen een samenloop van omstan
digheden een oude gedienstige naar de kamer
van den gevangene bracht om van h m
afscheid te nemen. Maar mevrouw Lavalette
waakte; zij hield het hoofd koel; zij stond noch
verwarring noch teederheid toe; zij wilde met
al de kracht, die in haar was, slagen. Reeds om
half zeven deed zij de dragers voorkomen; zij
gaf haar man de laatste instructies, en deze
begaf zich achter het kamerscherm, dat men
bij de waschtafel had opgeslagen. Daar ver-
kleede hij zich in minder dan geen tijd; hij
trok de handschoenen aan, die zijne handen
onherkebnaar maakten; het gezicht ging
bijna geheel schuil in de overdreven hoeden-
dracht van dien tijd; de kans op herkenning
was niet groot. Mevrouw Lavalette zou zich,
onmiddellijk nadat hij was vertrokken, achter
het scherm begeven. De concierge toch kwam
eiken avond kijken, onmiddellijk nadat me
vrouw Lavalette vertrokken was. Als hij de
vlucht ontijdig bemerkte, was alles verloren.
Zij gaven elkander de hand; Lavalette belde
en nam schijnbaar afscheid van zijn vrouw,
Gearmd met zijn dochter, verliet hij het ver
trek. Reeds was mevrouw Lavalette achter het
Kamerscherm, terwijl de dienstbode, die men,
op gevaar af dat zij alles zou verraden, in het
geheim had moeten nemen, den optocht sloot.
Zij liep gedeeltelijk aan de andere zijde van
Lavaletté en voorkwam door haar tegenwoor
digheid, dat men hem te dicht naderde. Lava
lette hield het hoofd koel; hij dacht om alles;
hij zag alles. Hij moest bukken als zij door de
deuren gingen; hij moest links kijken als hij
den concierge voorbijging; hij moest rechts
kijken ais hij langs de wacht liep. Eén benauwd
oogenblik was er, toen de commandant van de
wacht, die een eerbiedig saluut voor de onge
lukkige vrouw maakte, haar met eenige deer
nis in zijn stem toevoegde: „Gij vertrekt van
avond wei vroeg, mevrouw de gravin." Maar
ook hij was bewogen; hij had onder Lavalette
gediend; als het aan hem gelaten had, was
Lavalette reeds vrij geweest. Zelfs had hij de
hoffelijkheid de vrouw van den ongelukkigen
kameraad enkele passen te begeleiden; hij
maakte daardoor aan Lavalette den laatsten
doorgang gemakkelijker.
De draagstoel stond gereed; snikkend viel
de gewaande mevrouw Lavalette erin. Josép-
hine vroeg om de dragers; haar moeder wensch-
te spoedig thuis te komen, zoo zeide zij. Maar
de dragers waren niet te vinden. Er was eenig
zenuwachtig zoeken. Lavalette moest al zijne
zelfbeheersching gebruiken om zich niet te ver
raden. Recht tegenover hem stond een der
schildwachten, het geweer op den schouder; in
de onmiddellijke nabijheid van de draagstoel
was de wacht opgesteld. Hij was vastbesloten
om, indien men zou blijken de vlucht te hebben
ontdekt, zich van het geweer van den schild
wacht meester te maken en zijn leven te ver-
koopen zoo duur als hij dat verkoopen kon.
Terwijl hij nadacht over alles wat zou kunnen
geschieden, hoorde hij de stem van den kamer
dienaar, die meldde dat een der dragers ont
brak, maar dat hij erin geslaagd was een ande
ren te vinden. Op hetzelfde oogenblik werd de
draagstoel opgetildmen stak het binnenplein
over en ging de gevangenis uit. Men ging langs
den Qtiai des Offèvres; nauwelijks vijf minuten
van de Conciergerie verwijderd, stond de
draagstoel stil. De deur werd geopend; een
vriendenstem, die Lavalette herkende, zeide
hardop: „Mevrouw, het bezoek, dat gij aan
den prins moet brengen, is vervroegdik wacht
U dus reeds hier met een rijtuig." Lavalette
steeg uit; schuilgaande achter den hoogen kap
van de cabriolet, ontdeed hij zich van den
vrouwenmantel en den vrouwenhoed. Een
pruik, die gereed lag, had hij zich spoedig op
het hoofd gezet; een bonte boerenjas en een
boerensteek gegrepen, en aldus reden zij voort.
Lavalette nam, teneinde zoo weinig mogelijk
opzien tot zich te trekken, de teugels in han
den. Op de brug was het paard reeds in vollen
draf. Hij zag er zijn dochter Josephine staan;
de handen tot gebed gevouwen om God te
danken voor de reeds volbrachte redding en
Hem verder te smeeken om steun. Men moest
gaan midden door Parijs, maar de straten ware
niet druk, he., paard liep goed, en niet veel meer
dan tien minuten later was men reeds in de
Rue de Vargirard achter het Odéon. Lava
lette voelde achter zich; goed geladen pistolen
bevonden zich daar. Indien iemand gewaagd
had hem den doorgang te verbieden, zou hij
twee vastbesloten mannen tegenover zich ge
vonden hebben
Niet lang meer hadden zij te rijden. Wel
kwamen zij gendarmes in vollen galop tegen,
die de straten afzochten; wellicht waren het
degenen, uitgezonden om den reeds ontvlucht
bemerkten Lavalette op te sporen. Men verliet
op een gegeven oogenblik de cabriolet; het
gezelschap van Lavalette wisselde; een hem
onbekende man nam den dienst naast hem over
Men naderde een groot gebouw, en de man
naast hem zeide dat, terwijl hij met den wacht-
doenden Zwitser sprak. Lavalette den trap
moest opgaan, die zich achter in de gang
bevond. Wel riep de Zwitser hem toe, wie hij
was, maar de man antwoordde dat het zijn
knecht was, die zich reeds naar boven begaf.
Lavalette vond, boven gekomen, een kleine
kamer voor hem geopend; daar voegde zich de
onbekende bij hem; hij wees hem een kast, in
het beschot van de kamer gebouwd, waarin een
bed en alle verdere gemakken zich bevonden.
Wel merkwaardig, zijn redder was een der
huisbewaarders van het Ministerie van Buiten-
landsche Zaken, staande onder leiding van den
heer de Richelieu, een der ergste dienaren van
de reactie der Restauratie. Hij was hier veili
ger,'dan waar ook, want niemand zou het in
zijnjhoofd hebben gekregen om het Ministerie
van Buitenlandsche Zaken te doorzoeken, en
Minister de Richelieu was wel degene, die voor
de trouw van zijn dienaren ten volle instond.
In deze veilige schuilplaats bleef Lavalette
bijna drie weken verborgen. Eerst toen hadden
zijne vrienden de noodige gelegenheid gevonden
cm hem buitenslands te brengen. Het waren
Engelschen, onder wie generaal Wilson, die
tevoren reeds getracht hadden maarschalk
Ney te redden, en die nu zijn leven aan de
Restauratie betwistten. Men kleedde hem in de
uniform van een Engelsch officier; men bracht
hem, zij het ook niet zonder moeite, op Bel
gisch grondgebied, en vandaar kwam hij over
Duitschland naar|,Engeland. Eerst daar re
kende hij zich geheel veilig en vandaar schreef
hij aan den koning om gratie te verkrijgen. Die
verkreeg hij eerst in 1822, toen inmiddels zijn
dappere vrouw, die slechts korten tijd in de
Conciergerie kon worden gevangen gehouden,
zich reeds lang bij hem had gevoegd. Er gingeni
wel stemmen in de omgeving des konings op
om haar te pijnigen, zoodat zij het verblijf van
haar man, dat zij overigens niet wist. zou
moeten noemen, maar ditmaal toond e is de
geschiedenis juist Lodewijk XVIII zich van
een beteren kant dan hij in den regel deed. „Fi
dono, messieurs", zeide hij tegen de heeren die
hem dat voorstel deden „gij behoeft niet te
toonen, dat gij door Uw langdurig buitenlands
verblijf verleerd hebt Fransch te denken en te
gevoelen!"
TOCH NOG VELE SLACHTOFFERS i
NEW YORK, 18 Nov. Te oordeelen
naar de berichten van de schepen, die er in
geslaagd zijn opvarenden van het vergane
stoomschip „Vestris" te redden, worden nog
steeds minstens 123 personen vermist.
Het totale aantal personen dat zich aan
boord bevond, bedroeg n.l. volgens sommige
berichten 389, terwijl andere telegrammen
melding maken van 350. Hiervan zijn vol
gens sommige opgaven 215 personen gered
en volgens andere 204; bovendien is het Ijjk
van een persoon geborgen. Onder de gered
den bevindt zich ook de kapitein van de
„Vestris" die, tezamen met den marconist,
het laatste van boord is gegaan.
Het stoomschip „Bermudas" heeft 22 per
sonen aan boord genomen, de „Berlin"heeft
volgens een verminkt overgekomen radio
gram geseind, dat een der zich aan boord
bevindende geredde passagiers heeft mede
gedeeld, dat zijn vrouw en kind met nog
een aantal andere vrouwen in een omtrek
van twee mijl in twee reddingbooten en op
een vlot moeten ronddrijven Het schip heeft
een leege sloep opgepikt, doch men heeft
niet kunnen vaststellen, of zich daarin per
sonen hebben bevonden, dan wel of de boot
voordat er iemand in had
gemengde lading, die in verschillende ruimen
was ondergebracht, zoodat verschuiving van
de lading, welke wel eens tot een ramp heeft
"aid als het schip geheel met graan was
volgestort, ditmaal de oorzaak niet kan zijn.
Verondersteld wordt, dat het schip is ge-
stooten op een of ander drijvend voorwerp,
misschien een wrak, en dat enkele platen
onder de waterlinie opengescheurd zijn.
HOE DE „VESTRIS33 VERGING.
Drie sloepen omgeslagen.
NEW YORK, 13 Nov. Eén van de ge
redden van de „Vestris", Harry Schultz, die
zich aan boord bevindt van het Duitsche
stoomschip „Berlin", heeft medegedeeld, dat
drie reddingbooten, die aan bakboordzijde te
water werden gelaten, zijn omgeslagen en dat
vermoedelijk daarbij een groot aantal perso
nen om het leven is gekomen. Volgens zijn
meening moeten in die booten minstens 119
personen hebben gezeten.
Toen de „Vestris" de haven verliet, maakte
zij iets slagzij en nadat het schip in een hevigen
storm was geraakt, helde het nog meer over,
zoodat besloten werd een deel van de lading
over boord te werpen. Dit hielp echter weinig
en het schip werd geweldig heen en weer ge
slingerd. Den geheelen Zondag hield de storm
aan, en deze werd Maandag tegen het aanbre
ken van den dag nog erger.
Maandagochtend werd bevolen, dat de vrou
wen en kinderen zich naar het bovenste dek
zouden begeven en zich gereed makenjom plaats
te nemen in de reddingbooten. Eenige uren
bleven zij daar aan regen en wind blootgesteld,
tot om 12 uur Maandagmiddag met het strijken
der booten een aanvang werd gemaakt.
Schultz gaf een uitvoerige beschrijving van
het verdere verloop der catastrofe. Hij was zoo
lang mogelijk aan boord van het schip gebleven
omda: aanvankelijk nog niet te merken was dat
het schip zonk. Toen het echter sterk begon
over te hellen, was het schip binnen een mi
nuut in de diepte verdwenen. Van een ont
ploffing der ketels is niets bespeurd.
Schultz klom naar de commandobrug en
eerst op het allerlaatste oogenblik sprong hij
in zee en zwom naar de daar ronddrijvende
reddingboot nummer 13, die nagenoeg leeg
was, doch die geleidelijk bezet werd door
velen, die in het water terecht waren gekomen
en zich drijvende hadden weten te houden. In
het water heeft Schultz geen vrouwen gezien,
doch wel vele mannen.
In de reddingboot bevonden zich ten slotte
22 man, die langzamerhand alle hoop op red
ding begonnen te verliezen. Door de huizen-
hooge golven geraakte de boot vol water en
voortdurend moesten alle inzittenden water
hoozen. Nu en dan'zag men lichtflitsen in de
duisternis, doch de schipbreukelingen beschik
ten over geen enkel middel om de aandacht te
trekken van de schepen, die zich naar de plaats
des onheils hadden begeven. Eerst toen het
daglicht begon terug te keeren, leefde de hoop
op. Spoedig trok de boot de aandacht en kon
den de 22 man na een nacht vol ontbering
gered worden.
De orkaan, die de ramp veroorzaakte.
Het heden te Plymoth gearriveerde s.s.
„Mauretiana" bevestigt, dat Zaterdag boven
den Atlantischen Oceaan een storm van onge
hoorde kracht heeft gewoed, die somtijds een
snelheid van 100 mijlen per uur bereikte. Ten
gevolge van dezen 'storm werden aan boord
van de „Mauretiana" 10 leden der bemanning
en eenige passagiers gewond.
Sindsdien is het nabij de plaats des onheils
buitengewoon ruw weer gebleven. Ook thans
staat er nog een zeer krachtige Noordenwind
en een hooge zee.
plaats genomen. De „Berlin" bljjft naar de
vermisten zoeken.
De „American Shipper" heeft totaal 33
passagiers en 90 manschappen uit vijf red
dingbooten, de „Berlin" 22 man uit twee
reddingbooten en de „Myriam" 53 personen
uit twee reddingbooten opgenomen. Het Ame-
rikaansche slagschip „Wyoming" heeft een
vlot opgeischt, waarop zich slechts een lijk
bevond van iemand, die blikbaar van koude
is gestorven. Volgens een ander bericht zou
den zich echter ook nog vijf overlevenden op
het vlot hebben bevonden. De „Wyoming"
moet van plan zijn de schipbreukelingen naar
Norfolk (Virginia) te brengen.
Aan boord van het schip bevinden zich
o. a. 12 zakken met brieven van het Ame-
rikaansche ministerie van Buitenlandsche
Zaken, die voor Buenos Aires, Rio de Janeiro
en Montevideo bestemd waren.
Te Lakehurst is opdracht ontvangen om
het Amerikaansche luchtschip „Los Angeles"
gereed te maken voor een onderzoekings
tocht naar de schipbreukelingen en heden
avond werd gemeld, dat het schip gereed is
voor het vertrek. Naar door de autoriteiten
wordt verklaard, was het onmogelijk het
luchtschip reeds gisteren naar de plek, waar
de ramp heeft plaats gehad, te zenden omdat
verschillende reparaties beëindigd moesten
worden.
In scheepvaartkringen in Londen kan men
moeilijk begrijpen, wat de oorzaak is van het
vergaan van de Vestris".JHet schip had een
en het gebruiken van een middagmaal
is een kwestie van vertrouwen.
DOE ZULKS IN HET HUIS WAAR
UW VOOROUDERS DIT DEDEN.
te ROTTERDAM.
(Adv.)
VERKOOPINGEN.
Op MAANDAG 19 NOVEMBER 1928, vei
ling, en
Op MAANDAG 26 NOVEMBER 1928, 'sav.
7 uur, ter herberge van Van der Werf,
te Melissant, afslag, van: een Woon- en
Winkelhuis, bewoond door J. Driesprong Jr.
Notaris VAN DER SLUYS.
Op WOENSDAGEN 21 en 28 November bij
Inzet en Afslag, des avonds 7 uur in Hotel
Meijer te Middelharnis: Drie Huizen met
Erven, aan den Westdijk en achteruitko-
mende aan het Spui te Middelharnis, in
3 perceelen en combinatiën. Ten verzoeke
van de Familie Waterman.
Notaris VAN BUUREN.
Op DINSDAG 27 November by inzet in het
Café Smit en
Op DINSDAG 4 December bij afslag in het
Café Peekstok, telkens des nam. 2 uur:
Een Burgerwoonhuis met Erf en Tuin aan
den Molendijk te Stad aan 't Haringvliet,
ten verzoeke van de Erven van Mej. Wed.
E. H. de Ruiter, aldaar.
Op DINSDAG 4 December des nam. 3 uur
aan gemeld Woonhuis aan den Molendijk:
Meubilaire Goederen.
Notaris VAN BUUREN.