VERXOMH
ONZE EILANDEN
TWEEDE RLAH
No. 3 10 NOV. 1928
Eerst alleen
AKK£R'S
2twéancj. li
heiwiert
jiieikent
HEEREN-BMI
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 10 NOVEMBER 1 928.
5
DE VIJFTIGJARIGE ROTTERDAMSCHE
TRAMWEG-MAATSCHAPPIJ.
meer is verhoogd. De R.T.M. stelt daar een
eer in, evenals in het feit, dat nooit eenige
afstempeling op aandeelen is geschied, ondanks
herhaalde groote moeilijkheden en dat zij ge
middeld 7V2 dividend heeft kunnen uit-
keeren.
Op 7 April 1904 kwamen de stadslijnen
onder afzonderlijk beheer, hier eindigt de
geschiedenis van de R.T.M. in het stadsnet.
De onderneming ging zich toen verder uit
sluitend bezighouden met het groote stoom-
tramnet, waarvan de ontwikkeling hier volgt:
De stoomtram RotterdamBlaakschedijk
currentie zullen aandoen.
De prijs voor deze dieren in Friesland be
taald was 29.330 en brachten bij verkoop
gemiddeld een winst van 2000,per dier,
voor onze exporteurs om jaloersch op te
worden.
Voor het sluiten der grenzen was Neder
land een der grootste aanvoerders van levend
De Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij KrooswijkNumansdorp (zonder havenspoor
bestaat op 12 November vijftig jaar. I naar Numansdorphaven) en zijtak van Kroos-
Op 12 November 1878 werd de notarieelewijk tot Oud-Beijerland, reed voor het eerst
acte gepasseerd, die Rotterdam een tramweg! op 2 Mei 1898; de omnibus Blaakschedijk
schonk. I Strijen van 2 Mei 1898 tot 14 Juli 1904, toen
Rotterdam was niet de eerste stad, aan wie1 ook hier een tram begon te rijden. De boot-
dit voorrecht ten deel viel, in ons eigen land dienst RotterdamZijpe (later veerdienst Nu-
was Amsterdam ons al voor geweest. Reeds mansdorpZijpe) op 30 April 1900. Op 15 Oct.
in 1842 had New-York een tram, Parijs volgde
in 1857 en veel later kwam Brussel. Heel erg
achteraan waren wij in elk geval hier niet.
„Het behaagde Z. M. den Koning goed te
keuren, dat Mozes Ezechiels te Rotterdam, Mr.
Josephus Jitta en Hijmans te Amsterdam
David van Wijk, stalhouder te Rotterdam, W.
H. van Maurik, particulier te Drumpt, K. B.
J. de Bruyn, koopman te Tiel, Ad. E. F. J.
de Burlet, koopman te Tiel, P. Reynts Bok,
particulier te Ginneken, De Benedetty en Beer,
kooplieden te Amsterdam alle kooplieden en
handelaren behoorlijk gepatenteerd de Rotter
damsche Tranweg-Maatschappij oprichtten."
De onderneming begon met een bedrijfskapi
taal van vijf ton en het bestuur ervan werd
toevertrouwd aan vijf directeuren; de heer
Reynts Bok president en de heeren Van
Maurik De Bruyn, Van Wijk en De Burlet
ais gewone directeuren. De overige oprichters
waren commissarissen met den heer Mr. J.
Knottenbelt, die later één der leidende krach
ten in de R.T.M. is geworden.
Aan de wat zonderlinge keuze van het vijf
mansschap in de directie werd toegevoegd,
dat zij te Rotterdam moesten wonen en een
van hen in het gebouw van de tram. De direc
teuren hadden elk een eigen taak. Wij vinden
die niet nader omschreven, maar er is heel wat
over beweerd. Zoo werd er verteld, dat er een
directeur was voor het voer van de paarden,
een voor de tuigen, een voor de meubileering
der directeurswoningen, een voor het schoon
houden der wagens en een voor dat van de
rails!
1900 werd opgeheven het gedeelte Rotterdam
Numansdorp (haven).
De stoomtram BrouwershavenSteenber
gen reed op 30 April 1900; de veerdienst
ZijpeA. J. PolderStavenisse werd begon
nen op 30 April 1900, de veerdienst Nurnans-
dorp(haven)Willemstad op 15 Oct. 1900. De
stoomtram NumansdorpNumansdorphaven
reed voor het eerst op 15 Oct. 1900; Oud-Beij
erlandGoudswaard op 1 Mei 1903, Blaak
schedijkStrijen, gelijk reeds medegedeeld op
15 Juli 1904; de stoomtram Middeldijk
Zwijndrecht op 1 Oct. 1904, RotterdamSpij-
kenisse op 1 Oct. 1904, SpijkenisseHellevoet-
sluis op 1 Nov. 1905, SpijkenisseOostvoorne
op 1 Nov. 1906, de veerdienst Hellevoetsluis
Middelharnis(haven) voer op I Mei 1909, de
stoomtram Middelharnis(haven)Middelhar-
nis(dorp)OuddorpOoltgensplaat eveneens
1 Mei 1909, de stoomtram Ooltgensplaat(dopr)-
Ooltgensplaat(steiger) op 9 Dec. 1909, Brou
wershavenBurgh op 1 April 1915. De Zierik-
zeesche boot werd in 1918 gekocht en een
stoombootdienst Rotterdam-Dordrecht-Wil
lemstad-Stavenisse-Zierikzee begon te varen
op I Juni 1918. De Vlaardingsche spoorboot
werd gekocht en begon te varen voor rekening
der R.T.M. (RotterdamVlaardingen-Brielle-
Hellevoetsluis) op I Nov. 1918.
De autobusdienst Blaakschedijk-Goidschalx-
oord-Krooswijk begon op 18 Juli 1923; Blaak-
schedijk-Westmaas-Krooswijk op 15 Septem
ber 1923.
In 1923 werd de Middelharnissche boot ge
kocht en een dienst RotterdamMiddelharnis
laag bij vorige jaren vergeleken.
Belangstelling voor ons vee blijft bestaan,
gezien de talrijke aanvragen, die bij onze com-
missionnairs binnenkwamen uit het land van
Mussolini.
De invoerrechten in Italië bedragen voor
Spanje, is een afnemer van groote beteekenis
pl.m. 1890, voor kalf- en melkkoeien. In de
vee op de Engelsche markten. Bijzonder grootjaren na den wereldoorlog is men begonnen met
was dat aantaJ in 1864 met 146.021 stuks en aankoop van jongvee. Spanje is een gaarne
hoewel van de rubrieken geen aparte gegevens 1 geziene klant, die goede prijzen betaalt. De
bestaan, mogen we gerust aannemen, dat de invoer van koeien bedroeg van 1901 tot 1913
cijfers voor melk- en fokvee van niet geringen gemiddeld per jaar (waarbij zijn 2 jaren van
omvang zijn. j stilstand), 1470 stuks. In de laatste 3 jaren
Onze veehandel op Dnilschland is van ouden 1 1130 koeien en 2240 kalveren. Merkwaardig
datum, want reeds in de middeleeuwen werd I groot was de afname in 1927 met 5088 kalveren
daarheen vee verhandeld. Bekend is zelfs, dat en 2193 koeien. Sedert Maart van dit jaar wor-
in de 9e, 12e en 13e eeuw Hollandsche en den geen aankoopen meer gedaan.
Vlaamsche boeren zich in Duitschland ves-1 Oostenrijk-Hongarije, vroeger een goede klant
tigden en vee met zich voerden, die misschien nam sedert 1925 niets,
mede de grondslag hebben gevormd van del Tsjecho-Slowakije (nu een apart land) in 1927
zwartbonte rassen. Na 1870 was de import uit
Nederland van groote beteekenis. In 1894 wer
den de grenzen gesloten, doch in 1915 met de
oorlogs-omstandigheden voor melk- en fokvee
1336" koeien en in de eerste 6 maanden van
1928 313 kalf koeien.
Over Portugal, Zweden, Noorwegen, Au
stralië, Azië, Zuid-Afrika, Rusland enz. zal ik
INGEZONDEN MEDEDEELING.
In elk geval moesten de directeuren des mor- (iangs Spijkenisse) van de R.T.M. voer op 17
gens uitgezonderd op Zaterdag, Zondag en Sept. 1923 voor de eerste maal.
Maandag om 10 uur bijeenkomen voor de j De autobusdienst Middelharnis(haven)
noodige besprekingen. I stad aan het HaringvlietDen Bommel reed
Een eerste tegenslag had de nieuwe onder-'0p 30 Nov. 1923, Rotterdam—Poortugaal op
neming al toen het gemeentebestuur de „ijze- 29 Sept. 1925, Rotterdam—Pernis op 19 Juli
ren" rails, waarvoor al een contract was, af- 1926 en Rotterdam—Zwijndrecht op 1 Febr.
keurde en „stalen" rails verlangde, die veel 1928.
duurder waren. \yat de waarde thans is van de Rotterdam-
Doch overigens was de stijl van het bedrijf sche Tramwegmaatschappij met haar 250 K.M.
vooral gemoedelijk. baan, leert het cijfermateriaal in de jaarver-
Commissarissen wenschten o.a., dat men slagen,
eens in Keulen ging kijken naar de daar lig-1 Er werden in 1927 over het geheele net
gende goede baan door de stad en dat men.1 vervoerd 384.778 reizigers 1ste en 888.667 2de
in Luxemburg, eens zou gaan bestudeeren hoe klasse, tegen 392.876 en 902.798 in 1926. Aan
men met wagen en paard moest omgaan.
Dan werd de vraag behandeld of men een
juist opgerichte omnibusonderneming moest
overnemen of doodconcurreeren. Men besloot
tot het laatste. En dat lukte!
Al vroeg kwam de vraag ter sprake of men
een verbinding met Schiedam zou maken.
Dit werd sterk ontraden; nooit is er eenig
voordeel geweest in een vervoer naar de stad
der branderijen, vond een commissaris. Waa-op
een ander deze wijsheid verkondigde: Onze
hoop, mijneheeren, moet gevestigd wezen
op het nieuwe geslacht dat het gemak zoekt.
Heel gauw kwamen er klachten uit het pu
bliek, vooral over de behandeling der paarden.
Men nam een proef met muilezels, maar die
waren te zwak voor de voile trams.
De directie besloot niet zonder fierheid
en later besloot zij dat meestal! zich van
bagage 423.204 K.G., rijwielen 69.954 stuks,
auto's 5532 stuks, honden 1346, aan bestelgoed
2.845.545 K.G., 2844 paarden en veulens,
20.971 stuks hoornvee, 12.053 overige dieren;
aan stukgoed 30.551.050 K.G.; 1.051.701 bus
sen melk, 13.071 tonnen beetwortelen, 24.430
tonnen pulp, 11.418 tonnen brandstoffen,
11.250 tonnen aardappelen, 13.451 tonnen
ajuin, 1128 tonnen hooi en stroo, 5858 tonnen
groenten en fruit, 29.096 tonnen diversen, bij
een in wagenladingen 229.440 tonnen (een ton
is 1000 K.G.) met een totaal opbrengst van
2.165.403,—.
Van dit massa-vervoer profiteert in hoofd
zaak Rotterdam, dat door de R.T.M. de
markt- en winkelstad is geworden van een
groot deel van Zuid-Nederland.
De aanleg van het net geschiedde als regel
met een renteloos voorschot van V3 van den
de praatjes van het publiek absoluut niets aan staat en de provincie, die ook de havens groef,
te trekken! de aanlegplaatsen goeddeels maakte en een
Commissarissen dachten daar echter anders brug over de Oude Maas legde V3 bijdrage
over en op 20 Nov. 1879 werden twee van de van belanghebbenden en 't derde deel betaalde
directeuren, de heeren Van Wijk en Van1 de maatschappij
Maurik, eerst geschorst en toen ontslagen. I Ofschoon, om'de uitvoering te verzekeren,
Leest men de jaarverslagen van dien tijd de ramingen meest aan den lagen kant waren
na, dan vindt men verklaringen over wel of
niet goede resultaten in dezen stijl:
Het weer was koud en nat, de menschen
bleven thuis.
en dus de kosten der uitvoering die ais regel
belangrijk overschreden, heeft het krachtig
beheer, eerst van den heer Guichart, toen van
den heer Van 't Hoogerhuys en sinds 1918 van
,j„., iz-- 1,+„,1. ii
Het overlijden en de begrafenis van Koning den heer Kuiper het toch mogelijk gemaakt
ning Willem lil veroorzaakten een sterke toe- dat van 1911 tot 1917 123.937,— werd terug
neming van het reizigersvervoer. Een honden- betaald van het renteloos voorschot aan het
tentoonstelling idem. j pjjk en 104.353,aan de provincie. Na den
/X. A\
Juist omdat verkoudheid zich zoo
onschuldig voordoet, is zij zoo gevaar
lijk. Vergeten wij toch nooit, dat zij
een ontsteking der slijmvliezen is en
dat reeds een simpele verplaatsing
dier ontsteking b.v. naar de stem
banden, de bronches of naar het slijm
vlies van de longen - en hoe gauw
gebeurt dat niet - haar veel ernstiger
maakt. Acute en chronische bronchi
tis, asthma, borstbenauwdheid zijn de
terecht gevreesde gevo'gen van een
verwaarloosde verkoudheid. Maak de
genezing niet moeilijker en duurder
door met de juiste behandeling te
wachten. Begin bij het begin en verzorg
een eenvoudige verkoudheid dadelijk
met de versterkende, onschadelijke,
maar krachtig slijmoplossende
Voorde Borst.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
zijt ge tevreden met het
goede. Indien U. als rooker
D. E. Heerenbaai niet kent pró-
beer ze dan nog heden. Deze
zachte, geurige goedbrandende
tabak zal voor U een verande
ring zijn die gij. ab kenner, ook
werkelijk een verbetering zult
tijdelijk geopend. De beteekenis van onze vee-niet uitwijken, als zijnde voor onze vee-export
handel na 1870 vindt u in de volgende cijfers,1 van geen beteekenis.
waarbij een definitie van het soort tot aan 1916 j Argentinië, Chili, Mexico, Brazilië en Ca-
niet voorhanden is. De import uit Nederland nada beginnen meer belangstelling te toonen
bedroeg in 1872 samen 47.708 stuks, in 1894,voor ons stamboekvee en worden van tijd tot
het laatste jaar voor de sluiting, 22.074 run- tijd zendingen daarheen verscheept,
deren. In 1875 was de invoer uit Nederland
het grootst met 94.400 runderen. Van 1917 tot
en met 1927 betrok Duitschland in die laatste
10-jarige periode 86 stieren, 3404 kalf- en melk
koeien en 698 stuks jongvee of gemiddeld per
jaar in totaal 418 stuks, wat dus lang niet meer
in verhouding staat tot de voor f894 plaats
hebbende import.
Wanneer we over Belgie spreken, beroeren
we een land, wiens aankoop voor onze vee
teelt van nut is geweest. Naast jongvee vraagt
België meest oudere kalfkoeien ten behoeve
van de melkvoorziening der groote steden en
industriecentra. Vroeger had een groote handel
in Hollandsch vee plaats bij Mechelen. Later
werd deze handel meer verplaatst naar
Schaffen, Luik, Antwoerpen en Brussel. Groot
is het aantal Belgen, dat de Nederiandsche
veemarkten bezoekt. Geen land koopt zoo ge-
tegeid en zooveel, in 1889 was dit 20.250
koeien en 40.526 kalveren en vaarzen. Het
laatste jaar voor den oorlog, in 1913, resp.
15.426 en 12.337. Van 1889 tot en met 1927
(behalve in 1914, '15 en '16 en 1922, '23 en '24
importeerde België uit Nederl. gem. 4500
stieren. Aan koeien in die 33 jaren tezamen
464.206 stuks of gemiddeld plm. 14.350. Aan
vaarzen 417.751 of pl.m. 12.600 per jaar. j
In den laatsten tijd is de export naar België
zeer ingekrompen 'tengevolge van het risico
wat importeurs dragen t.a.v. de vétérinaire
voorschriften en moet naast een quarantaine
nog inspuiting op tuberculose plaats hebben.
De reageerders worden niet toegelaten. Het
eerste halfjaar van 1928 voerde België officieel
in 1262 kalf- en melkkoeien uit Nederland.
Wat Frankrijk betreft kunnen we mede-
deelen, dat de handel op dat land van jaren
her dateert. Na den oorlog van 1870/71 ont
stond een regelmatigen afzet in melk- en
kalfkoeien, die in hoofdzaak naar Parijs en
Rijssel gingen. In de Noordelijke Departe
menten werd veel jongvee gevraagd en of
schoon er jaren geweest zijn, die wijzen op een
uitvoer van belangrijke quantums jongvee,
zijn door de verschillende vétérinaire bepa
lingen na 1895 telkens moeilijkheden in den
export voorgekomen. Het Nederiandsche vee
is over geheel Frankrijk verspreid. Er is voor
een paar jaren zelfs een stamboek opgericht
voor het zwartbonte Friesche ras. Het Neder
iandsche veeras wordt geroemd en na den Luxemburg, hoewel een zeer klein landje, is
wereldoorlog heeft men zeer dikwijls stieren en in de laatste' jaren hier kooper geworden van
koeien van priria afstamming ingevoerd ter jonge stieren en kalveren, die voorheen veelal
verbetering van den veestapel. De uitvoer naar uit 'Oost-Friesland werden betrokken. De aan-
Elzas-Lotharingen is tevens, nu, dat gedeelte koop zou dit jaar iets meer zijn geworden,
bij Frankrijk is gekomen, van nogal grooten ware met Frankrijk niet een overeenkomst ge-
omvang geworden na 1918. Van 1897 tot .1901 troffen met uitruiling van melkkoeien tegen
stond de uitvoer na „la belle France" geheel magere koeien. Dit contract is nog niet geheel
stil en is nadien afwisselend van meer of min- afgeloopen, wegens het mond- en klauwzeer in
dere bevteekenis geweest. Frankrijk toont Frankrijk,
teleksn protectionistische neigingen en ver- Alle vraag buiten Europa is geconsentreerd
hoogde meerdere malen zijn invoerrechten, op Stamboekvee, iets waarbij de gewone
Deze bedragen voor koeien, stieren en gras- marktvee-handel stelselmatig wordt geweerd,
kalveren per 100 kilo levend gewicht 100 francs Zoo blijft daar over de gebruiksveehandel en
Er is zelfs nu een bepaling in het leven geroepen die in jongvee. De vooruizichten zijn wegens
waarbij invoer van vrouwelijk vee is verboden het heerschende mond- en klauwzeer 'niet
op grond van overbrenging der besmetting, gunstig. Voor de andere landen een gereede
Voor stieren kan een permissie worden toege- aanleiding, ook al zitten ze zelf vol van deze
staan ter verbetering van eigen veestapel. Net ziekte, om ons vee te weren. Protectionisten
of deze de smetstof niet kunnen overbrengen, en Agrarische Polici wijzen, ais om strijd op de
Of spelen wellicht andere factoren hier een rol? gevaren uit Nederland, Verbod van invoer,
Waar vroegere cijfers u misschien niet zoo- spaarzame uitdeeling van invoervergunningen
zeer interesseeren, geef ik u het gemiddelde zijn een erge belemmering voor onzen export-
ECHTE FRIESCHE
Melange van rijpe tabakken.
"Reeds oanaf 50 ct. per pond
20 cl. per ons - 10 ct. per ons
Per koker: f 1.50, f2.75, f4.50
onze grenzen, opdat onze afnemers niet
gedupeerd worden en wij onzen goeden naam
als veeleverancier behouden.
In dien geest handelt ook Denemarken. Geeft
een soortgelijke houding aan het buitenland
geen betere indruk dan te werken met deze
dure en omslachtige bepalingen, die geen vol
ledige garantie bieden.
Die de veehandel benadeeld en tracht te
verplaatsen, in handen van hen die als leiders
van cooperatie's en boerenorganisaties den
vrijen handel willen knotten ten voordeele van
hun eigen koninkrijk? Immers is er een merk
baar streven gaande om de veehandel van de
markten af te leiden naar het boerenerf via
landbouwinstellingen. Men streeft echter
daarmede het doel voorbij. Een vrije handel
laat zich niet „Maszregeln". De buiteniandsche
koopers worden het voordeeiigst, het snelst en
het meest practise!] bediend op onze mooie
Nederiandsche veemarkten. Men bevordert
daarmee in werkelijkheid den uitvoer. Feit is
het, dat door bijna nu alle geldende voorschrif
ten bij den uitvoer de inkomsten der veeartsen
worden vergroot ten koste van den handel. De
verplichtingen tot onderzoek, brengen finan
cieel voordeel aan den veearts, offers mede voor
den exporteur. Een en ander verhoogt zijn
inkoop met tientallen guldens per wagon en
gaat gepaard met moeite en administratieven
omslag. Meerdere malen heb ik aangehald hoe
Nederland a.h.iv. er op uit schijnt te zijn het
den buitenlandschen kooper lastig te maken.
Hoe gunstig steekt daarbij af de houding van
Zwitserland, die den Italiaan en Spanjool zijn
inkoop vergemakkelijkt, zelfs steunt in veie
gevallen, werden b.v. 1 September j.l. de
spoorvrachten met 25 verlaagd, vanaf
heden worden ze geheel door de Bonds-
regeering gedragen. Zoo iets stemt den koo
per gunstiger dan de a.h.w. hier te lande
toegepaste afweermiddelen.
Voor ik ga eindigen zal ik U een ruwe ver
gelijking schenken van kosten vallende op
den aankoop te Leeuwarden van een wagon
met 10 kalfkoeien, voor export bestemd, door
een buitenlander in 1913 en op dit oogenblik.
In 1913 is dit voor:
Commissie 10 x 5,
Expeditie 10 X 0,50
Wagonbenoodigdheden
Onderzoek veearts 10 x 0,35
50,—
5
3,50
Totaal
In deze periode bedraagt het:
Commissie 10 X 7,50
Expeditie 10 X 1,
Wagonbenoodigdheden
Vétérinair onderzoek 10 x 1,25
Serumbehandeiing 10 x 4,75
Op zijn minst 7 dagen extra verblijf
als gevolg der maatregelen
Reken 2 dagen per auto voor aan
koop
66,50
75,
10,
10,
12,50
47,50
70,—
50,—
De wintersclie zomer beïnvloedde het ver-1 oorlog is er stagnatie in deze terugbetalingen i van den invoer van 1919 tot 1921 en van 1925 handel. Tegen het besmettingsgevaar heet het,
voer aanmerkelijk. Door opeenhooping van gekomen,
sneeuw was het verkeer telkens gestremd. Een
influenza-epidemie, een pokken-epidemie(1883)
waren voor het bedrijf bepaald heel slecht",
enz. enz.
Inmiddels liep het ook met het driehoofdig
bestuur niet voordeelig. In April 1881 moest
de president-directeur ontslag nemen, wegens
overspanning.
Men vertelt dat deze functionaris in eeri
onderhoud met Mr. J. Knottenbelt dreigde dat
hij liever zijn omslag nam, dan toe te geven
aan de eischen van commissarissen. Schrijf u
dat dan even op een stukje papier, verzocht
Mr. Knottenbelt. En de „overspanning" werd
geconstateerd. Aan de beide overigen werd in
overweging gegeven ontslag te vragen of als
(Adv.)
tot 1927. (In de tusschengelegen jaren had geen waarom onze Regeering maatregelen treft,
invoer plaats). De getallen zijn respectievelijk die de vee-export bijna onmogelijk maken,
per jaar voor stieren 106 en 150, koeien 2100 Behalve voor België (die naast quarantaine
en 210. in 1909 had een aankoop van koeien zelve maatregelen neemt) geldt voor alle
plaats van 5082 stuks. Voor jongvee en kalve- landen het volgende: Zes dagen voor de ver
ren zijn het 2130 en 510, waarbij in 1921 aan zending aanvrage bij den Inspecteur van den
kalveren beneden 1 jaar 4352 stuks werden veeartsenijkundigen dienst met opgave van
binnengehaald. De rundveestapel in Frankrijk soort, aantal, kenteekenen, bestemming en
is momenteel grooter dan ooit, zoodat de pers- herkomst der dieren. Twee dagen daarna wordt
pectieven voor onzen export niet bepaald het rund onderzocht en bij gezond blijken van
I-gunstig schijnen. Frankrijk probeert zelve dit dier en van de kudde, waartusschen het zich
rundvee uit te voeren, o.a. naar Luxembur- bevindt, van een merkteeken voorzien,
en Italië, terwijl onlangs voor dat doel be-
i\ «r - i cu neme, Lciwiji unicums vuui uciL uuci uc- Op den vierden dag na de aanvrage een on
LrC VCC-CXpOrt in INCdCrlcind. 'sprekingen plaats vonden met het gouverne- derzoek als vorig en bij gunstig gevolg een
jl jment van Algiers. nieuw merkteeken en wordt het uit te voeren
I Italië begon zijn import met eenige wagons beest met serum ingespoten tegen mond- en
Om u een klein beeld te vormen omtrent den graskalveren in 1890 en vroeg nadien alle klauwzeer. Dit geschiedt door de plaatselijke
hoofdambtenaar bij de R.T.M. in dienst te vee-import in verschillende landen, nemen we soorten vee. Het grootste aantal koeien ging veeartsen. Als dan alles gezond blijft, kan men
blijven. Zij kozen liet laatste. allereerst. daarheen in 1909 ten bedrage van 2650 stuks, met de verzending aanvangen. Zal men nu
Want commissarissen hadden een candidaat-1 Engeland. Het Nederiandsche vee is daar Vanaf 1898 zijn cijfers bekend, doch de voldoende garantie bezitten, dat de beesten
directeur op het oog, die op 12 Juli 1881 werd sinds eeuwen bekend onder den naam van grootere handel nam een aanvang in 1908 tot gezond blijven op de reis? Zit er in het middel
benoemd: den heer H. F. Guichart, inspecteur j Hoistein Cattle en wordt beschreven als het 1913, stopte gedurende den grooten oorlog van vervoer geen besmettingsgevaar? Ik zou
bij (le H. Sp. Mij. te 's-Gravenhage, in wien beste voor de melkproductie. tot 1919 en begon geregeld weer in 1925. Na meerdere vragen daaromtrent kunnen stellen
werkelijk den man werd gevonden, die de maat
schappij tot bloei kon brengen.
Op 16J3ecember 1879 was het kapitaal op
In 1914 werden 60 van de allerbeste Friesche dat jaar voerde Italië in uit Nederland 42 doch naar m.i. sluit iedere vraag het antwoora
fokdieren (20 vaarzen en 40 stieren) geïmpor- stieren, 1265 koeien, 640 vaarzen en 1170 in zich. Waarom kome onze Regeering niet
teerd, wier nakomelingen in de aan Engeland kalveren. De eerste helft van 1928 bedroegen loyaal voor den dag en zegge. „Als het Mond-
irorKAtirlon lonrlun one ran mtor-nUl ah oom Aa n a 4- a 11 a-a 1m JaFaaI 1 K'")A 1 -a A -a r.*1a ah a. 1/1-...,,-,.,- Laa-aaI, l aIi.Üa-. ...1!
1 miU/!n gebracht, welk bedrag later niet verbonden landen ons vee.misschien een con- de getallen in totaal 1524 runderen en is zeer en Klauwzeer epidemisch hcerscht, sluiten wij
Totaal 275,
dat is per wagon een meer bedrag van onge
veer 200,of 20,per koe aan onkosten.
En dat in het allergunstigste geval, als alle
dieren na de le quarantaine kunnen verzonden
worden.
Beseft men hier wel, dat zulks voor den
Franschman, Belg en Italiaan een groot be
drag beteekent? Zou niet iedere handelaar
blij zijn, als hij aan iedere wagon vee 200,
kon verdienen? Hoe 'n andere, betere affaire
zou dan onze handel zijn. De onkosten staan
niet meer in verhouding van winst en risico.
Zullen wij een gezonde toestand in onze
vee-export terug zien keeren, dan dienen
uit den weg geruimd hooge invoerrechten, tijd-
roovende en hinderlijke sanitaire maatregelen,
de hooge en drukkende kosten bij aankoop
hier te lande, alsmede de pogingen om de vee
export te ontnemen aan den bonafiden handel
kortom, alle baricaden, die een vrij handels-
leven in den weg staan.
Resumeerende durven wij echter te ver
klaren, dat Nederland momenteel zijn reëele
waarde ais exporteerend land nog niet heeft
ingeboet. Wil het evenwel zijn plaats van
voorheen als zoodanig trachten te behouden,
dan dienen alle krachten ingespannen, dan is
noodig een samenwerking van internationalen
aard opgebouwd in een sfeer van vertrouwen
met terzijde stellen van vermeende groeps
belangen en protectionistische tendenzen.
Van Nederiandsche zijde is daarbij tevens
en vooral noodig -een .uitgebreide propaganda,