De Vee-export in Nederland.
ADVERTENTIEN
JANNETJE ELISABETH KOLFF
Meid-huish
6
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 20 OCTOBER 1928.
het in de bedoeling ligt, op een voor de
organisaties gunstig tijdstip een staking te
proclameeren.
Volgende week Woensdag zal, naar wy
vernemen, een nieuwe conferentie van de
hoofdbesturen met de directie plaats heb
ben.
exporteurs hebben veel bijgedragen tot de veel vee moest worden afgeslacht en een ander
bekendheid van het Nederlandsche vee over deel uitgevoerd.
De geschiedenis van Nederland leert ons,
dat de veehouderij een der eerste bedrijfs
takken hier te lande is geweest. De algemeene
gesteldheid van den bodem, het klimaat o.a.
waren zeer zeker factoren, die het hunne daar
toe bijdroegen. Toen zich de ruilhandel met om
liggende volken ontwikkelde, vormden reeds
de producten der veeteelt een belangrijk onder
deel daarvan. In de eerste eeuwen brachten de
Friezen uit het Westen a! bont vee aan de
kusten van Oost-Friesland. Omstreeks het
midden der 13e eeuw kwam aanwezigheid van
Friesch vee herhaaldelijk voor op de Vlaam-
sche markten. Naar Bremen en Hamburg werd
in de 14e eeuw een veehandel van beteekenis
gevoerd door kooplieden uit Groningen, Zwolle,
Deventer, Zutphen, Utrecht en meer plaatsen.
In de 17e eeuw was het Engeland, dat aan
dacht ging stellen aan ons vee. Den Engelschen
veerassen wordt o.a. afstamming van Neder-
landsch vee toegedicht en dat Hollandsche
melkkoeien werden gewaardeerd, vindon we
terug reeds in 1601, toen de Groot-Amiraal
van dat rijk zes Noord-HoIIandsche melkkoeien
ten geschenke kreeg.
Ofschoon bekend is, dat de veehouderij in
vroegere eeuwen reeds op groote schaal werd
uitgeoefend, was het eigenlijk vanaf dë tweede
helft der 19e eeuw, dat een meer regelmatige
uitvoer plaats vond. Het in de omringende
landen toegepaste vrijhandels-systeem vooral
was het, dat onzen uitvoerhandel ten zeerste
begunstigde en werden de in die tijden bestaan
de in- en uitvoerrechten op vee en vleesch ge
heel opgeheven. Natuurlijk speelde de verdwij
ning daarvan een groote rol bij den vee-export,
die vanaf dat oogenblik een grootere vlucht
nam, als gevolg waarvan de veehouderij zich
regelmatig uitbreidde. Er waren evenwel dik
wijls oorzaken, die een stabiele vermeerdering
van den veestapel verhinderden, zooals binnen-
landsche twisten, doorbreken van dijken, oor
logen en verschrikkelijke veeziekten. Zoo
sloop in 1744 de runderpest in Holland en deed
plm. 300.000 stuks rundvee bezwijken. Hevig
woedde die ziekte in 1744/45, waarbij 8/a van
het vee verloren ging. In 1816 leed de veestapel
opnieuw door groote overstroomingen en wees
daarna circa 148.000 runderen minder aan dan „aar* productie in Duitschland
een jaar tevoren. Het gevolg was stijging van
veeprijzen. Een goede melkkoe in Friesland
kwam toen op ongeveer 120 gulden, doch
daalde doordat in de latere jaren herstel plaat
vond, in 1819 (plm. 3 jaar nadien) op 70 gulden.
Zooals gezegd, begon de veeuitvoer zich in
meerdere mate te ontwikkelen in de 19e eeuw,
nadat werd gezorgd voor betere bedijkingen,
bestrijding der veeziekten en vooral ook door
de toeneming der bevolking in Engeland,
België en Duitschland door ontplooiing van
mijnbouw en industriewezen. De betere en
snellere verkeerswegen werkten tevens in niet
geringe mate daaraan mede. De oprichting van
fokvereenigingen en stamboeken hebben be
vorderd, dat in ieder deel van Nederland de
veefokkerij op intensieve schaal wordt beoe
fend en is nu een concurrentiestrijd ontstaan.
den aardbol. Nooit genoeg kan de veehoudende
bevolking die mannen dankbaar zijn voor
hunne bemoeiingen ten voordeele van de
positie die Nederland inneemt bij het inter
nationale veeverkeer. Het is mede hun werk de
aandacht van den buitenlander op het Neder-
landsche vee te hebben gevestigd. Interessant
is het misschien te weten, dat de veestapel zich
in de laatste eeuw verdubbeld heeft.
Volgens de gegevens der veetelling in 1811
bedroeg het getal 1.000.000, in 1921 was dit
2.062.771 runderen. Omgerekend over de be
volking wil dat zeggen, dat ongeveer vier
Nederlanders een rund bezitten. In Friesland
zijn op 1000 inwoners circa 875 runderen. In
de laatste twee eeuwen voor den wereldoorlog
werd de veehouderij steeds gesteund door re-
geeringsmaatregelen, waarbij men heeft ge
tracht den vee-uitvoer te bevorderen door ver
laging der exportrechten. In 1822 gold een
recht van 1,voor stieren en koeien. Na
een verlaging in 1826, werden later bij de
tariefwet van 1862 alle uitvoerrechten op rund
vee opgeheven, wat heden ten dage .nog van
kracht is. De verplichte keuring kost echter
geld. De invoertarieven in landen, waar ons
vee werd toegelaten, hebben ook vaak druk
kend gewerkt op den uitvoer. Zoo werd in
1821/22 veel vee naar Frankrijk geëxporteerd
en trachtte men dat al spoedig tegen te gaan
door verhooging van invoerrechten, wat op
50 frs. per stuk gesteld werd. Nederland nam
toen als tegenmaatregel op zijn beurt hoogere
invoerrechten van Fransche artikelen en voor
sommige gold een in- en doorvoerverbod.
Na de afscheiding van België verhoogde
deze omstreeks 1836 zijn invoerrecht op vee en
belemmerde den uitvoer daarvoor. Omstreeks
die jaren hadden al de ons omringende landen
of een algemeen invoerverbod öf een hoog toe-
voerrecht en deze hebben onzen buitenland-
schen handel niet bevorderd. Er kwam echter
spoedig eenige opleving. De bevolkingsaanwas
in Duitschland en Engeland deed een meerdere
behoefte ontstaan naar vee, van daar dat al
spoedig een gunstige wijziging kwam in de
bepalingen der genoemde landen.
Het is vooral vanaf de jaren na 1850, dat
de liberale handelspolitiek met geheele vrij
handelsbeginselen grooten invloed op onzen
vee-export hebben uitgeoefend en nam deze
meer en meer in belangrijkheid toe. De ge
regelde vraag door het buitenland maakte,
dat de fokkers hier te lande hunne bedrijven
zoodanig inrichtten, dat ook geregeld aan die
vraag kon worden voldaan tegen steeds stij
gende prijzen. Na 1880 trad weer een streven
Engeland,
België en Frankrijk naar voren en trachtte men
den binnenlandschen landbouw te beschermen
door opnieuw voorschriften te maken die den
invoer van vee bemoeilijkten, 't Zij door ver
hooging van rechten of wel door maatregelen
van sanitairen aard, alle evenwel met een voor
opgezet protectionistisch karakter. Zoo had de
uitvoerhandel tot omstreeks 1895 Nederland
gemaakt tot een internationaal arbeidsveld
voor den veehandel. Belgische veehandelaren
kochten hier vee voor Frankrijk. Engeland
vormde een belangrijk afzetgebied en was
Nederland daar de grootste aanvoerder.
Duitschland betrok veel koeien, jong vee en
kalveren.
De Fransche kooplieden, voorheen door
België bediend, kwamen omstreeks 1868
rechtstreeks naar Nederland, omdat men
welke streken wel het beste en mooiste vee wegens de heerschende longziekte niets van
kunnen leveren. Het gebruik van krachtvoeder <je Belgische markten wilde hebben. Vanaf
en kunstmeststoffen maken den veehouder die jaren begon dus een regelmatige handel op
thans niet meer geheel afhankelijk van de na- Frankrijk. Toen de longenpest in België had
tuurlijke gesteldheid van den bodem. uitgewoed, trad dit land weer als kooper op.
Toen na 1840 van een regelmatigen uitvoerNa het s,uiten der v00r ons yee
van vee gesproken kon worden, waren het de Duitschiand en Engeland, constateeren we
Nederlandsche vee-exporteurs die zorgden, t0(. (icn wereld0orl0g een toename van afzet
dat ons vee overal bekend werd Geen land is er naar ,ta|jë s Oostenrijk-Hongarije, Rus-
b.jna of men treft er Nederlandsch vee Buiten d 2 JZuicl.AfrikJa en faJe'„ uit
Europa, zelfs in Amerika, Azie, Afrika en andere werelddeelen
Australië. Zijn superieure qualiteiten als melk- Bi:zonder groot waren de exportcijfers voor
ras deed vraag ontstaan en daar waar het me||{J_ m folfve£, -m de jaren fgo6 m
klimaat niet te koud of te warm is, vindt ons 2g 000 stuk jn igog t 26 g00 en jn
vee liefhebbers. Geen land ter wereld kan Igl3 met ,gooo stu]£
roemen op die hoedanigheden welke ons melk-za| vervelen met cijfers,
vee tentoonstelt Een productie van 6 7000 toch za] het wel|jcht belangstelling weg-
K G melk met plm 3,5 vet komt vaak voor. dragen even aan (e hooren, hoeveel de uit-
N,et zeldzaam ,s koeien aan te treffen die voe?rec'hten waren sedert xj25_
per dag 30 liter melk produceeren en ze zijn er dat jaar bed ze voor een k stj
ia nèo iV" <*n 'actatiepenode om en bi de 0f hokkeling f 1,50. In 1816 voir een
10.000 hter melk opbrengen De mannelijke volwassen dier hetzelfde voor een vaars 0,75,
exemplaren uit den veestapel hebben naast een voor een hokke]ing /0,37-i om na enkele wijzi-
pnma exterieur vele van deze goede eigen- sedert ]8g2'de $voerrechten gehJeel
schappen in zich opgenomen Is het dan te |rifte doen zijn van rechten,
verwonderen, dat voor ons uitmuntend veeras
in den loop der latere jaren, toen waarde ge-1 Een geheel nieuwe periode werd ingeluid
hecht werd aan het beste, een ruimere vraag met het uitbreken van den wereldoorlog,
ontstond? Natuurlijk ondervindt de fokker in Landen, zooals Frankrijk waar een invoer-
het buitenland daafvan de concurrentie, zoo- fecht op vee en vleesch bestond hieven deze
dat van tijd tot tijd op z.g. noodzakelijke op; Duitschland besloot in Augustus
sanitaire voorschriften de grenzen voor ons tb14 verschillende invoerverboden en rege-
vee worden gesloten. Omstreeks 1890 werd de bngen aan den kant te stellen waarbij levend
invoer van levend vee in Engeland stopgezetvee vrij werd toegelaten. De belangrijke uit
en is heden ten dage nog van kracht. Vóór de voer van melk- en fokvee naar Belgie werd in
laatste helft der vorige eeuw was reeds veel Augustus van bovenvermeld jaar tot staan ge-
fokvee naar Frankrijk en Duitschland gegaan, bracht en bepaalde zich later bij de Duitsche
terwijl Zuid-Afrika omstreeks 1800 Hollandsch i bezetting tot sporadische gevallen,
vee betrok. De energie o.a., waarmede onze Nederland werd aan de landzijde geheel
veehandelaren zich toelegden op export,1 ingesloten door de Centrale Mogendheden. Al
maakten, dat het Nederlandsche vee zijn be-'spoedig echter betrokken Duitschland en
roemdheid verkreeg. Na 1870 kwam uit Oostenrijk-Hongarije groote hoeveelheden als
Duitschland een sterke vraag naar fokvee. De aanvulling t. a. v. de groote behoeften der
ouderen onder ons herinneren zich dien tijd verschillende legers. Enorme quantiteiten zijn
als een prettig zaken doen. Alle Europeesche in 1915/1916 geëxporteerd, vooral als we
landen namen van tijd tot tijd ons melk- en daarbij in aanmerking nemen het feit, dat
fokvee. Frankrijk was reeds vroeg een goede onze regeering bij voorschrift bepaalde, welke
kooper. Spanje en Italië namen geregeld flinke j soorten en hoeveelheden konden worden afge-
quantiteiten. Ook Portugal kocht iets. Duitsch- staan. Had men aan jong vee niet zoozeer
land nam veel tot zich na den oorlog van 1870-j behoefte, des te meer klimmen de cijfers voor
1871. Omstreeks 1894 werd de invoer vanuit,melk- en kalfkoeien. Bedroeg de uitvoer van
Nederland verboden. jong vee en stieren in die twee jaren tezamen
Daarna kwamen toen Oostenrijk, Hongarije,1 circa 2000 stuks, die van rhelk- en kalfkoeien
Rusland en tegen 1900 Zweden. De onderne- i waren in 1915 resp. 20.361 en in 1916 33.632
mingslust, de taaie volharding van onze oudere 1 stuks. De overstrooming in 1916 maakte, dat
Onze regeering bepaalde daarna, dat de
uitvoer van vee alleen kon worden toegestaan
aan daarvoor in aanmerking komende perso
nen en lichamen. Het consentenstelsel werd
ingevoerd en daarmede getracht een volledige
controle op den vee-uitvoer te verkrijgen. Deze
controle werd vooral noodig geacht op grond
van behoud der eerste levensbehoeften voor
onze eigen bevolking. De sterke vraag naar
onze producten door de oorlogvoerende par
tijen deed de prijzen met sprongen omhoog
gaan. Prijzen van 1000 k 1200 gulden voor een
goede melkkoe waren niets bijzonders. Door de
bevoorrechting in onzen uitvoer naar het Oos
ten werd door de geallieerden aandrang uit
geoefend op Nederland om zijne exportrege
lingen te herzien. Men meende, dat Nederland
zijn neutraliteit op handelsgebied niet in alle
opzichten toepaste, vandaar dat met ernst op
een veranderde houding werd aangedrongen.
De in 1917 opgerichte Nederlandsche Uit-
voer-Maatschappij verkreeg de regeling van
den uitvoer.
Een algemeene reorganisatie van de han
delsstatistiek had intusschen in 1916 haar be
slag gekregen en kunnen de cijfers vanaf dien
tijd wat aantal als bestemming betreft, als
volkomen betrouwbaar worden aangenomen.
De critieke omstandigheden der laatste jaren
van den wereldoorlog deed ons bedacht zijn op
behoud van den veestapel als leverancier van
melk, boter, kaas, vleesch, Iedere, enz.pro
ducten onmisbaar voor den mensch en vooral
voor Nederland van groote waarde, toen uit
hongering als een machtig wapen in den strijd
tusschen de groote machten werd aangewend.
Vandaar dat in 1917 de export van koeien
en jongvee slechts 1700 stuks bedroeg.
In 1918 waren deze cijfers het dubbele, maar
toch nog van geen beteekenis.
1918: hoe sterk heeft zich dat jaar in ons
geheugen geprent. Einde van den grootsten
wereldoorlog met zijn rampen en smarten,
menschenslachting en broedermoord.
Onmiddellijk daarna nam in 1919 onze uit
voer van melk- en fokvee een grootere vlucht.
België kreeg aan de hand van een Regee-
ringsovereenkomst 10.834 koeien, 35 stieren,
3074 stuks jongvee.
Frankrijk in datzelfde jaar 151 stieren, 5082
koeien en 1870 stuks jongvee. Spanje nam 462,
Italië 100, Sjecho-SIowakije 80 koeien, andere
landen ook iets, terwijl Duitschland in totaal
800 stuks kocht. Een algeheele opleving dus
van onzen export. In de jaren 1922, '23 en '24
was de uitvoer van geringe beteekenis en be
droeg in die 3 jaren in totaal slechts 207 stuks.
Het was het mond- en klauwzeer, waf het bui
tenland weerhield vee van hier te betrekken;
de geringe koopkracht als gevolg der waarde
vermindering van het geld was tevens een
factor van niet geringe afmetingen.
Verblijdend is het, waar te nemen, hoe na
1923 Frankrijk, België, Spanje en Italië voort
durend flinke quantums vee in Nederland aan-
koopen, waarnaast Duitschland, Tsjecho-SIo-
wakije en Luxemburg, zich van tijd tot tijd
van het benoodigde voorzien. Ook de Ameri-
kaansche Staten treden als koopers van stam
boekvee naar voren en vormen de Joodsche
kolonies in Palestina waarschijnlijk een débou-
ché in de toekomst.
(Wordt vervolgd).
INGEZONDEN MEDEDEELING.
VOOR WAT VREUGD TOEGANKELIJK.
Een man, een vrouw en een hondje
Gaan door eenen zonnigen straat;
Het hondje uit blaffend zijn vreugde,
Dat het daar uit wandelen gaat.
Een wijl met den baas en de vrouwe
Door dien ruimen straat, zoo vol zon,
Inplaats van in 't hok aan den ketting,
Waar nauwe'Iijks zich draaien het kon;
En het hondje sprong maar en blafte,
Ook springend tot beiden soms op...
Den baas en de vrouw, die niet deelden
In 't vreugdegevoel van dien Bob;
Maar door dien heerlijken ochtend
Daar faande met zoo stroeven blik,
Wijl heel hun harte vervuld was
Van hun kleinzielig eigen ik.
O, mochten die leeren van 't hondje
AI is 't maar een dier heel gering.
Voor wat vreugd' toegank'lijk te worden,
Als een heel groote zegening.
R. M. D. O.
Eind October in den Moestuin.
Najaarszorgen en vroege doperwten.
Tegen het einde van October zijn de meeste
tuinen en tuintjes zoo goed als kaal en met
uitzondering van spruitkool, boerenkool, sel
derij encardoen en nog eenige andere soorten,
die onder de rubriek vaste planten bebooren,
wordt alles naar de winterkwartieren over
gebracht. Is het weer nog wat gunstig, dan
wordt dit binnenbrengen nog vaak even uit
gesteld, omdat het nog zoo lekker groeit. Een
onverwachte en stevige nachtvorst, waardoor
niet zelden de toegebrachte schade aanmer
kelijk grooter is als de winst van het zooge
naamde lekker groeien, doet ons overhaast
alles opruimen.
Het voornaamste werk in dezen tyd in den
moestuin is het opbergen van peen, koolrapen,
kroten, etc. Dit opbergen ais wintervoorraad
kan op verschillende manieren plaats vinden
en als men de beschikking heeft over 'n goede
vorstvrb'e kelder, dan is dit wel de gemak
kelijkste oplossing. Meerdere tuinlui préfe
reeren evenwel het inkuilen, wat het meest
raadzaam is, daar zijn de deskundigen zooals
altijd het ook nu niet over eens, en dit inkuilen
kan heel eenvoudig als volgt geschieden
Al naar gelang van de hoeveelheid wordt
een langwerpige kuil gegraven, dat aan de
binnenkant met een laagje stroo wordt be
kleed De diepte der te graven kuil varieert
van 10 tot 20 cM. en hangt af van ter plaatse
te beoordeelen omstandigheden, (waterstand
o.a.) De knollen en wortelen worden in de
kuil gestort en bedekt met een laag stroo,
waarover een laag aarde wordt aangebracht.
Zoodra er gevaar bestaat, dat de vorst streng
kan invallen, dan wordt deze aardlaag ver
zwaard, tot de winterlaag, zooals de boeren
het uitdrukken. Het maken van zoo'n winter-
bewaarplaats is dus al heel eenvoudig en in
dien de kuil uiet te vochtig is en ook weer niet
te warm, dan blijven de hierin opgeslagen
voorraden prachtig bewaard. Is de kuil te
vochtig dan treedt al zeer spoedig rottiDg op
en by de groote warmte gaan vooral knollen
en wortelen heel sterk uitloopen. Om een
juiste temperatuur te krjjgen, plaatsen we
eenige rechtopstaande buisjes in de bescherm
de laag aarde. Deze buisjes brengen de verbin
ding tot stand vanaf de stroolaag tot aan de
buitenlucht. Hetzelfde kan ook bereikt wor
den door eenige holle pannen met de holle
kant naar boven aan de Westzijde of Zuidzyde
van de kuil aan te brengen. Ook deze holle
pannen brengen dezelfde verbindiDg met de
buitenlucht tot stand als de buisjes.
Men ziet dit laatste zeer veel toegepast bij
het opslaan en bewaren van groote partijen
aardappelen, speciaal in de veenkolonieo.
De verdere werkzaamheden in den tuin be
staan uit het aanaarden der selderij en car-
doen. Bij selderij dent men er bij het aan
aarden vooral op te letten, dat de grond
niet in het hart der plant komt. Na het
aanaarden steken alleen de punten der bla
deren boven de aarde uit.
B(j het aanaarden van cardoen, binden we
eerst de bladeren samen, omwikkelen dezen
met papier en dan pas vangt het aanaar
den aan. In het laatst van November zjjn
zo dan reeds goed voor gebruik.
Voor de liefhebbers van vroege, versche
doperwten, is het nu de tyd van zaaien. Dit
zaaien geschied in eenige bloempotten ter
wijdte van ODgeveer 10 cM. en in iedere
pot zaaien we vier k vijf erwten. Hebben
ze gekiemd, dan laten we ze den geheeleu
winter koud. doch vorstvrlj overstaan en
tegen het einde van Maart, begin April,
planten we ze op een beschut plaatsje uit.
Op deze manier hebben we reeds in het
begin van Mei jonge versche doperwten. De
methode is gemakkelijk en vereischt weinig
of geen zorg.
Tot besluit van dit artikel wijzen we er
nog even op, dat nu eveneens alle aardap
pelloof en dergelijke ongerechtigheden bij
eengebracht moeten worden en verbrand.
Dit verbranden is een zeer nuttig werk,
waarbij meteen een groote verscheidenheid
van schadelijke insecten naar andere gewes
ten worden verwezen Gereedschappen, wel
ke niet meer gebruikt worden, worden
gereinigd, gedroogd en netjes opgeborgen.
Goed onderhoud der gereedschappen doet
veel geld en narigheid besparen, doch dit
laat èn bij de kweekers èn bij de amateurs
zeer veel te wenschen over. Dat er ondanks
dit alles geen verbetering is te bespeuren,
bewijst alleeu, dat de kwaal chronisch is
en dus hebben we ook voor de toekomst op
dit punt geen overdreven verwachtingen.
Plaatselijk Nieuws.
GEWETENSGELD.
De Minister van Financiën maakt in de
Staatscourant bekend, dat ten "behoeve van
Ryks Schatkist is ontvangerr wegens
achterstallige belasting en gewetensgeld bij
den Inspecteur der Directe Belastingen, In
voerrechten en Accijnzen te Hellevoetsluis
400.- en 100.- by den Ontvanger te Helle-
oetsluis 250.-, bij dien te Heenvliet 32 89,
n by dien te Middelharnis, ƒ150.-.
MIDDELHARNIS. De heer Adr. Taaie
heeft onderhands gekocht een woning in de
Verlengde Visscherstraat van de erven van
wijlen Jb. Taaie.
Onze vroegere dorpsgenoot, de 39-jarige
bootwerker A. Slis Az., had Maandagmorgen
het ongeluk te Rotterdam in het ruim van
een schip te vallen, met het gevolg dat by
dood werd opgenomen. Hy laat een vrouw
met 3 kinderen na.
De 8-jarige B. van Eek Cz. had het
ongeluk te vallen en daardoor zijn rechter
arm op twee plaatsen te breken.
Vanuit de kaai z(jn deze week 5000
H.L. Eigenheimer-aardappelen vervoerd,
welke zijn gekocht voor 2,50 per 70K.G.
Woensdagavond trad in de Geref. Kerk
op de beroepen predikant ds. C. Steenblok
uit Lopik. Z. Eerw. had tot tekst gekozen:
Openbaring XXII vers 14 en 15. Een groote
aandachtige schare vulde het kerkgebouw.
Centrale Veiling voor Goeree Overflakkee
te Middelharnis.
Veiling van Woensdag 17 October 1928.
Bloemkool ƒ6,— tot 25,— per lOOstuks.
Savoye kool 9,50 per 100 stuks.
Roode kool 9,50 per 100 stuks.
Witte kool 10,40 per 100 stuks.
Meloenen 17,— per 100 stuks.
Andy vie 1,80 tot ƒ2,— per 100 krop.
Peen 6,40 per 100 bos.
Spruiten 14,40 tot 20,— per 100 k g.
Enkele Princessen 8,40 per 100 k.g.
Stoksnyboonen 25,— per 100 k.g.
Beurré Clairgeau ƒ24,— per 100k.g.|
Soldat Laboreure 20,— tot ƒ21,— p. 100 kg.
Campagners 20,— tot ƒ34,— per 100 k.g.
Zure appels 27,— per 100 k.g.
Goudreinetten 28,- per 100 k.g.
Bellefleurs 30,— per 100 k.g.
Bergamotten ƒ18,— tot ƒ20,40 per 100 k g.
Kleiperen 18,— tot 28,— per 100 k.g.
Ponsperen 14,— per 100 k.g.
Gieser Wildemans 13,— per 100 k.g.
Druiven 29,— tot 32,— per 100 pond.
Tomaten 9,50 per 100 pond.
Kaas (Leidsche) 0,87 per pond.
Kaas (volvet) 0,65 per pond.
Boter ƒ1,— tot 1,15 per pond.
Eieren veiling van Donderdag 18 Oct. 1928.
Kippeneieren 50-51 kg. 7,20 tot 7,25
id. 60-61 9,85 10,15
id. (bruin) 61 10,05 10,20
Eendeneieren 68-70 6,50 7,—
Poelpetaateieren 4,10
Alles per 100 stuks.
SPORTNIEUWS.
VOETBAL.
Voor Zondag, wind, weer en veld dienende
natuuriyk:
le. Flakkee I zal te Rotterdam laten zien
dat het ernst by haar is om met een mooi
rangnummer te eindigen en we verwachten
van haar dat Vooruitgang op hun terrein
dit zal ondervinden tot haar sehA
2e. Wat Flakkee II betreft, zij ontvangt
C.V.V. II aan de Langeweg,
Aangezien C.V.V. II Zondag won van haar
tegenstandster met 16—0 en zy de leiding
heeft met 36 tegen 3 goals in haar afdee-
liDg, op den voet gevolgd door Fiakkee II,
belooft het.Zondag een spanneDde competitie
wedstrijd te worden tusschen 2 clubs die blij
ken te zyn „groothandelaar in doelpunten".
Zondagmiddag om 3 uur spelen de
voetbalvereenigingen Volharding van Mid
delharnis en Xerxes van Oude Tonge om
het kampioenschap van den Flakkeeschen
Voetbalbond, op het terrein van NT.V.V.
te Nieuwe Tonge.
Beide vereenigingen zyn thans kampioen
van hun afdeeling, waarvan de stand als
volgt is:
Afd. A. g i I
O O a,
Volharding 6 5 - 1 10 23 13
De Jonge Spartaan 64 2 8 25 18
Voorwaarts (O.plaat) 6 2 4 4 15 19
Nienwe Tonge 6 2 5 2 14 29
Xerxes 4 2 2 6 7 4
Dirksland 4 1 2 14 6 6
Flakkee 4 1 3. 2 6 9
SOMMELSDIJK. Wegens overtreding van
art. 459 Wetb. v. Strafr. is door de politie
tegen 2 landbouwers proces-verbaal opge
maakt.
Voor het verbouwen van een woonhuis
aan de Voorstraat van P. van Drie), is daartoe
aan den timmerman A. C. Driel vergunning
verleend.
Uit deze gemeente werden deze week
vervoerd 282.487 K.G. aardappelen, uien en
paardepeon. Voor de aardappelen werden
besteed 2 50, uien ƒ3.50 en koepeen 1.
1.20 per H.L.
DIRKSLAND. Wij brengen in herinnering,
dat de arbeiders, die in Dirksland wonen en
of werken, hnn rentekaarten en renteboekjes
moeten inleveren bij den Raad van Arbeid te
Brielle vóór 21 October a. s.
Op de Beurs van j. 1. Donderdag werd
besteed: voor Aardappels ƒ2,50 per 70 KG,
ajuin 4,—?en voor peen 1,10per 60KG.
Tarwe gold tot 12, - per 100 KG. Aange
voerd waren 6 stuks vee.
Tegen een timmermansbaas alhier is
proces-verbaal opgemaakt wegens overtreding
Art. 48, 5e lid der Ongevallenwet.
Tegen een tweetal personen is proces
verbaal opgemaakt wegens wederzydsche be
lediging.
HERRINGEN. Aan de beurt van aftreding
in de Ned. Herv. Kerk als Notabel is de heer
B. van der Linden, en als Diaken de heer
L. de Geus.
De opcenten op de gebouwde eigen
dommen bedragen hier 80, op de ongebouwde
20 en op de personeele belasting 65.
STELLENDAM. De woning met erf aan
den Z.-O. Achterweg alhier van de erven de
Wed. M. v. Lenten, is by de gehouden publieke
verbooping ingezet door P. Troost op ƒ2550.
By de Woensdag j.l. gehouden verhu
ring van dykweiland van de Generale Dijkage
van Stellendam voor den tijd van 6 jaar,
werden de volgende pachten gegeven:
Perceel 1, J. A. Borgdorff voor 275,60
2, 396,—
Lokker
Jb,
4, J.
5, W. Polie
6, W. Blokland
7, Johs. Mynders
8, C. Stolk
9, C. v. d. Spaan
10, C. Mijnders
11, A. Human
12, Adr. Kreeft
18, D. Human
14, J. Visbeen
15, L. Moyses
16, W. v. Eek
Totaal
517,87
605,-
701,90
767,25
„1131,55
501,36
472,25
476,60
675,25
662,50
425,-
285,50
481,25
48,25
8373,08
Van den landbouwer J. v, d. Vlugt
alhier stierf een rund aan koudvuur. Het
vleesch werd afgekeurd en onder politie
toezicht begraven.
OUDDORP. a.s. Woensdagavond hoopt
voor de Ger. Gemeente aan Spanjerweegje
op te treden Ds. Bart van Vlaardingen.
De gehouden Collecte voor de Blinden
te Wolfhezen heeft opgebracht f 23,60.
Op de Beurs van Donderdag werd voor
de uien 4, besteed. Naar aardappelen
was geen vraag.
NIEUWE TONGE. De landbouwer H.
Lokers had het ongeluk een klap van een
paard tegen een zijner beenen te krygen,
waardoor dit lichaamsdeel zwaar werd ge
kneusd en voorloopig wel niet zal kunnen
functioneeren.
Door de Vereeniging tot expl. eener
pootaardappelbewaarplaats alhier, verkocht
onderhands aan Jb. Kattestaart de achter
diens woning liggende meed k 100 roeden
land.
De uienprys is thans weer gestegen
tot 4,De koepeen worden verhandeld
k f 1,20.
Door de Wed. Jac. Nelisse werd aan
de tramhalte alhier o.m. geleverd een sui
kerbiet, welke de respectabele lengte had
van 90 cM.
Naar wy vernemen zal door plaatsing
van nieuwe en verplaatsing van bestaande
lantaarns in de straat- en wegverlichting,
Molendijk en Zuiddijk alhier, eenige verbe
tering worden gebracht. Eenige uitbreiding
der branduren zou evenzeer gewenscht zyn.
OUDE TONGE. Als een by'zonderheid kan
worden gemeld dat by dhr. J. G. Munters
een appelboom voor de tweede maal in vol
len bloei staat.
OOLTGENSPLAAT. In
werden van hier vervoerd 26Ö0 H~L. aard
appelen k f 2 75 per H.L 1300 H.L. poot-
aardappelen a ƒ3.— per H.L. en 1500 balen
uien tot 3.75 tot ƒ4.
De openstelling van het hulppost- eD
telefoonkantoor is als volgt gewy'zigd: voor
den postdienst geopend van 8.30 tot 12.30
uur; van 2 tot 8.30 en van 5.30 tot 7 uur;
's Zaterdags tot 6 uur. Telefoondienst: van
8.30 tot 12, van 2 tot 4.30 en van 5.30 tot
9 uur; voor celgesprekken tot 7 uur.
Bakker B. Noordyk had het ongeluk
met zyn vingers tusschen een zijner machines
bekneld te geraken waardoor deze lichaams-
deelen deeriyk werden verminkt, en genees
kundige hulp moest worden ingeroepen.
Tot predikant der Ned. Herv. Kerk
is beroepen Ds. G. A. Pott te Bodegraven.
STAD AAN 'T HARINGVLIET. Zondag
a.s zal ii
gehoudei
In
gericht r
Aai
brieven b
van de b
De
in het t
geweken
De
der ij en, tl
Mevr. P.l
totaal op
door P. J
1620,i
i
HELLl
gen aang
Gemengd]
ging rust|
vatten.
Maa
uur reed
automobi*
gendyk t<!
West-Zan«
ren oorza»
De best-';
blik uit dl
lukkig me
zeker aani"
The Acl
Ltd. „Ocel
schappij J
weder op^"
op aan V
Helvoet, 7
water deil
dat de vl
1.50 Metel
lichten ze1
Met den
charterde
Hellevoets
morgen, I
enkele url
bracht.
De bok
B. Reevaai
aanwijzing)
stroppen e
op werd 1
niet werd
Zoo de Heere wil en zij leven
hopen op 23 October 1928 onze
lieve Pleegouders
JACOB VAN DER SLUIS
TEUNTJE VAN DER SLUIS
hun 25-jarige Echtver-
eeniging te herdenken.
Dat zij nog lang gespaard mogen
blijven, is de wensch van hun
dankbare Pleegkinderen,
TRIJNTJE TAALE.
WILLEM TAALE.
Middelharnis, October 1928.
Heden overleed onze lieve Zuster,
Mevrouw
Wed. van den Heer A. D. MIJS,
in den ouderdom van 84 jaar.
Oosterbeek:
H. E. VAN WEEL—Kolff.
Hilversum:
C. KOLFF Sr.
G. C. M. KOLFF.
m. KOLFF— Dorrepaal.
Velp:
H. A. KOLFF.
Velp, 18 October 1928.
Vijverlaan 4 a.
De teraardebestelling zal plaats
hebben Maandag 22 October a.s.
op de begraafplaats .Heiderust"
Worth Rjieden.
Vertrek van het sterfhuis 1 uur.
Verzoeke volstrekt geen bloe
men. Geen bezoek.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Gevraagd te Rotterdam tegen 1 of
15 Nov. bij jonge menschen een
KEUKENMEISJE
prima kunnende koken en een
BINNENMEISJE
v.g.g.v. Goed loon. Veel verval.
Br. lett. E 836 Adv. Bar. Belcke.
Beursplein 14, Rotterdam.
Gevraagd in g
sonen op een dorp i
(Z.-H.)- Zoo spoedij
eenvoudige flinke
Meid-huish
boven 30 jaar P.G; v
bekend met eenige
Brieven aan L.
Boekhandel DIRKS
letter B.