^@nee§i -@n vmfmait de -huid
BINNENLAND
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1928.
3
gewoonte met de medelijden opwekkende
episode begon, die altijd het opschrift draagt i
légion étranger.
Nadat onze Belg uit den roes was ont
waakt waarin hem de Fransche wervers had
den gebracht zat hij te Marseille en had hij
geteekend. In Algiers liep het hem niet mede.
Het kader van het Legion der vreemdelin
gen, allen Franscben, waren allen zwijnen.
Geen wonder dus dat hij in conflict kwam
en met de bajonet een officier aanrandde.
Als gevolg daarvan was hij als banneling
naar Cayenne gekomen. Twintig jaren, en
een dag die nooit aanbreekt.
Met hun vijven waren ze uit de steen
groeven ontvlucht. De surveillant had wel
over hun hoofden heen geschoten, dat was
echter geen ernst, ze waren daarginds bly
als er velen wegliepen, die bleven in de
boeken voorkomen, precies als de dooden.
Toen zij met het mokkomokkovlot gereed
waren staken zij van den Franschen oever
af. Ongelukkig was het springvloed. Het
vlot werd met groote snelheid stroomop
waarts gedreven, maar het gelukte toch tegen
het aanbreken van den dag den Hollandschen
oever te bereiken. De vluchtelingen waren
echter ginds van het beginpunt van het pad
afgedreven dat aan een hunner, die reeds
voor de derde maal naar Suriname uitweek,
bekend was. Het geluk diende den bannelin
gen op den eersten dag van hun oponthoud
op Surinaamsch gebied. Iets stroomafwaarts
van de plek waar zij geland waren bevond
zich een kleine Indiaansche nederzetting. De
IndianeD waren afwezig doch er werd een
belangrijke voorraad tapioca, die men aan
de Mavowijne conac noemt, gevonden. Met
dezen voorraad aan levensmiddelen werd
het oerwoud ingetrokken. De omzwervingen
duurden reeds zestien dagen toen men een
tljdeiyk verlaten kamp van balatableeders
vond.
Op den vijfden dag was een der vluchte
lingen aan koorts overleden. De overigen
namen den doode alleen de deken en de
schoenen af en lieten hem onbegraven liggen.
Terwijl allen hevig aan koorts leden en zich
met moeite op de met wonden overdekte
voeten voortbewogen raakte ook het eenige
voedsel op den twaalfden dag op. Op den
veertienden dag bleven de bannelingen bijna
een geheelen dag bij een groote kreek liggen
om het einde van een der tochtgenooten af
te wachten. Yan ongeveer twaalf uur des
middags af tot het vallen van den nacht
duurde de doodstrijd. Ik zat of lag half, zoo
vertelde de Belg, tegen een boom. Nu en
dan flikkerde het vuur helderder op en dan
zag ik onzen kameraad stijf liggen. Eens
meende ik een schaduw aan zyn zijde te
zien en werkelijk toen ik me inspande om
de oogen goed open te houden zag ik onzen
leider die den doode om had gedraaid, zoodat
hij op zijn gezicht was komen te liggen. Hij
scheen met groote inspanning met zijn han
den te werken. Tenslotte richtte hij zich
met groote moeite op en strompelde naar
het vuur. Bij den schijn ervan bekeek hij
blijkbaar iets dat hem groote voldoening
scheen te geven, want ik meende bij het
zwakke licht dat op zijn gezicht viel op te
merken dat dit met een schijn van vreugde
was overtrokken. Mijn oogleden vielen weder
dicht, ik keerde weder terug in den toestand
van stompzinnigheid en onverschilligheid,
het gevolg van malaria, honger en uitputting.
Plotseling echter schoot me als de bliksem
door het hoofd wat onze gids had gedaan,
ontzetting greep me aan en ik moet hardop
geschreeuwd hebben, want de man die met
den doode bezig was geweest kroop naar me
toe en zeide: maak toch niet zoo'n kabaal,
ben je bang den kraaienmarsch te moeten
blazen.
Nu moet u weteü, dat de bannelingen hun
ontvluchting soms gedurende langen tijd
voorbereiden. Zoo had ook onze doode gedaan.
Hij beschikte, ik weet niet op welke wijze
hy er aan is gekomen, over veel geld. Om
te voorkomen, dat hem dit bij de gewone
lijfsvisitaties zou worden ontnomen, deed
bij, wat de meeste gevangenen doen, hy ver
borg het papiergeld in een van de goed af
gewerkte, hermetisch gesloten langen busjes,
die ia den endeldarm worden bewaard. Dit
voorwerp had onze levende kameraad uit
het lichaam van den doode verwijderd.
Den volgenden ochtend hervatten we onze
omzwerving. Den doode lieten we liggen
de mieren en de aasgieren zouden wel voor
de begrafenis zorg dragen.
Dien dag hadden wij een pad, dat we
gevonden hadden, en den volgenden dag
kwamen wy by het kamp der balatableeders
terecht. Hier vonden we, in petroleumblik-
feen bewaard, rijst, meel, suiker en vleesch.
Wij bleven drie dagen in het kamp om weer
op krachten te komen en om deze boot te
vervaardigen. Met een oud kapmes, dat in een
van de hutten lag, kapte onze gids bolletrie-
boomen aan, een aantal oude zakken met
balata bedekt werden gebruikt en aan elkaar
gelapt. Voor de rest dienden de gescheurde
overtollige kleedingstukken. Zoover het ver
haal van den Belg.
Ik verliet de vluchtelingen en vervolgde
mijn reis. Den volgenden dag bereikte ik een
verlaten landingsplaats; pas bekapt hout en
kleinere lappenresten toonden me de werf.
der bannelingen aan. Toen ik den weg op
liep, die landinwaarts leidde, liep ik een
balatableeder tegen het lijf, die klaagde, dat
men bij hem had ingebroken, terwyi by
voor eenige dagen met een paar andere
bleeders nabij een hulpkamp had gewerkt.
Dien avond bleef ik in het kamp overnachten
en hoorde hier in aansluiting aan het ge
beurde me,nig verhaal. By het kappen der
prospectielynen had men menig skelet ge
vonden, dat getuigenis aflegde van mateloos
ïyden, dat hier in het geheimzinnige oer
woud zijn einde had gevonden.
Van de drie bannelingen hoorde ik alleen
nog, dat zij van een boschneger een corjaal
hadden gekocht en daarmede de reis stroom
afwaarts hadden voortgezet.
Relsiffltdrtiklkesa lbïj onze deel»
name aan een excursie
naar Duitscliland.
Door het Centraal bureau van Veilingen te
Den Haag werd een excursie georganiseerd,
speciaal ten doel hebbende het bezoeken van
eenige Duitsche markten en het zich op de
hoogte stellen van den Tuinbouw in Duitsch-
land. Waar de trein Maandag 3 September
om 9 uur v.m. uit Rotterdam vertrok en
het programma aankondigde van iederen
morgen 5 uur opstaan, vonden wij het raad
zaam om Zondagssmiddagé de reis te aan
vaarden. Wij wisten, dat ons weinig tyd zou
resten voor slapen.
Toen wij plaats namen in den trein te
Rotterdam, maakten wij al spoedig kennis
met andere veilingmenschen en tuinders. Te
Utrecht, waar alle deelnemers uit verschil
lende hoeken van ons land bijeen kwamen,
kregen wij een gereserveerd rijtuig. Drukke
en deskundige gesprekken werden tijdens
de reis gevoerd. Iedereen wist iets uit zyn
streek te vertellen, waarnaar we met ge
noegen luisterden. Wij waren op reis om
iets te leeren, dus spitsten wy begrijpelijker
wijs «onze ooren. In gezelligen kout bijeen
bereikten wij zoodoende ongemerkt de Duit
sche grens. De Duitsche douanen kwamen
onze koffertjes en passen visiteeren, doch
niemand had contrabande aan boord.
Daarna namen wij plaats in den speise wagen
en nuttigden ons eerste middagmaal op
Duitschen bodem, terwijl de trein voortholde
naar plaats van bestemming. Dat wij in
Keulen waren eer wij er erg in hadden laat
zich gemakkelyk begrijpen. Het was intus-
schen reeds twee uur geworden. Direct vanaf
de Bahnhof (station) gingen wij naar ons
Hotel „Termines" in de Hermanstrasse. Na
onze koffertjes, tasschen, jassen, enz., op de
kamers geborgen te hebben, namen wij plaats
in de autocars, ter bezichtiging van de om
streken en de stad Keulen. Natuurlijk wer
den wij het eerst langs den Keulschen dom
geleid. Een pracht monumentaal gebouw is
dat, waarvan de ontwerper alle eer en lof
toekomt. Zoo giDg onze reis voort naar de
omstreken van Keulen, ter bezichtiging van
den Land- en Tuinbouw. Zonder te willen
opsnijden bleek ons al spoedig, dat de vak
kennis van deze Duitsche collega's ver ten
achter staat bij die van onze Hollanders.
Men komt minstens 50 jaar bij ons ten achter.
Dit mag echter voor onze land- en tuinbou
wers geen aanleiding zijn, dat zij moeten
verslappen. Integendeel, zij moeten trachten
dezen voorsprong te behouden. Dan kunnen
z'y alle concurrentie glansrijk doorstaan. Wat
den grond betreft, deze leek ons alleszins
geschikt om er den tuinbouw uit te oefenen,
Alleen is hij veel hooger gelegen, want grep
pels of slooten treft men er niet aan, een
teeken, dat men er zich voor waterafvoer
niet bezorgd behoeft te maken.
Als inboorling van Flakkee, waar alle
velden door slooten van den weg zijn
scheiden en op iederen dam een hek, doet
het je een beetje vreemd aan, dat daar niet
èèn afrastering is te bekennen. Men stapt
overal van den weg direct op het land. Onder'
weg kregen wij ook gelegenheid tot het be
zichtigen van een proeftuin. Ook deze staat
op veel lager peil dan onze Hollandsche proef
tuinen. Vandaar reden wij geheel onder het
stof bedolven naar ons Hotel, waar we
zamenlijk aan den maaltyd deelnamen. Laten
wij beginnen U te vertellen, dat wij verre
de voorkeur geven aan de Hollandsche piepers.
Na het nuttigen van den maaltijd hebben
wij een bezoek gebracht aan de Keulsche
presse (tentoonstelling). Dit is eengrootsch
opgezette tentoonstelling, waarbij deNenijto
te Rotterdam kinderspel is. Tot onzen spijt
waren echter de gebouwen gesloten, dus
moesten wij ons tevreden stellen met het
bezichtigen van den aanleg. Een groote toren
van naar schatting 60 a 70 Meter hoog, met
daarop draaibaar licht, speciaal gebouwd
voor reclame, versierde het terrein. Na terug
komst van de presse, ongeveer half twaalf,
begaven wij ons ter ruste met de genoege-
lijke gedachte, dat er den volgenden morgen
half zes reveille zou worden geblazen. Den
volgenden morgen na gebruik van het ont
bijt (ook aan het onlbyt in Holland geven
wij de voorkeur) brachten wy een bezoek
aan de Keulsche groot- en kleinmarkt. De
grootmarkt wordt gehouden in een groot
gebouw, dat het eigendom is van de stad
Het is verdeeld in vele vakken, door middel
van harmonicagaas van elkander gescheiden,
De importeurs die zoo'n stand huren, stallen
daarin de door hen uit verschillendelanden
geïmporteerde producten uit. De groente
boeren komen daar hunne inkoopen doen,
ten einde ze weer op hun beurt op de klein
markt aan den man te brengen.
Op de kleinmarkt treft men ook wel tuin
ders aan, die de door henzelf geteelde pro
ducten komen verkoopen,zooals dat voorheen
ook ten onzent gebruikeiyk was. Nu de
veilingen in ons land zoo algemeen zyn ge
worden, treft men hier vry wel geen tuinders
meer op de markt aan.
In Duitschland zyn de huisvrouwen niet
zoo verwend als hier. De groenteboer komt
er niet aan de deur. De vrouwen moeten
zelf naar de markt om hunne inkoopen te
doen. De Rykstandbouwconsulent vertelde
ons, dat zijn vrouw ook 's morgens eerst
naar de markt moest om haar groenten te
koopen.
Door bakker, slager, enz wordt men even
min aan de deur bediend, Op de grootmarkt
hadden wij een goed overzicht, hoe de pro
ducten uic de verschillende landen arriveer
den, wat betreft kwaliteit, verpakking en
sorteering.
De Fransche druiven, waarvan de aanvoer
zeer groot was, zyn verpakt in ovale spanen
bakjes. Het model van die bakjes is het best
te vergelyken met onze zinken teil. Het zijn
kleine witte druiven en erg goedkoop. Op
onze vraag, waarom er niet meer Holland
sche druiven werden geïmporteerd, kregen
wy ten antwoord, dat die te duur waren.
Die konden de fabrieksarbeiders en mijn
werkers niet betalen. Wij zijn dus de leve
ranciers van de elite, waar wy natuurlijk
niets tegen hebben Uit een goed gevulde
portemenae is' meer te halen dan uit een
leege. De uien, welk product meer voor onze
streek geldt, troffen wij er aan in goede
kwaliteit. Het waren meest alle Duitsche
uien. Deze waren zilverblank, zeer vast van
substantie en prachtig gesorteerd. Wij zijn
de vaste overtuiging toegedaan, als Duitsch
land zelf uien heeft, dat er niet naar de
Hollandsche zal worden gevraagd. Wij zagen
ook nog enkele partijtjes uit Noord-Holland,
voorzien van het TL 0. B. merk, doch ook
deze waren niet zoo mooi van kleur als de
Duitsche. Men geeft er vooral de voorkeur
aan drielingenuien.
Na ons bezoek aan deze markten vertrok
ken wij met den trein van 9.18 uur naar
Remagen, het land van de hergen. Onderweg
kregen wij vanuit den trein een pïachtig
gezicht op het Zevengebergte, op welks top
gebouwen waren gebouwd, zoo te zien Hotels.
By onze aankomst te Remagen stonden
twee groote autocars gereed, die ons voerden
door het Ahrtal. Daar hadden wij oogen te
kort. Een dergelijk- gezicht laat zich niet
beschryven Dat moet men met eigen oogen
aanschouwen.
Wij genieten nog als wij denken aan de
tegen de hellingen van de bergen gebouwde
dorpjes. 'tLeek of de jongens hun blokken
doos hadden uitgestald. De zuidelyke hellin
gen zijn tot bijna aan den top met druiven
beplant.
Het heeft echter heel veel arbeid gekost,
om die hellingen teeltklaar te maken. De
bergen zijn niet van grond, doch van basalt
steen, bedekt met eene dunne laag teelt-
aarde. Om te voorkomen, dat bij zwaren
regenval deze teeltaarde wegspoelt, zyn de
hellingen omgewerkt in een groote trap. Om
zich daarvan een goed idee te vormen, stelle
men het zich voor als een groote dichte
zoldertrap, waarvan de treden 5 tot 10 Meters
diep zijn. Deze treden zijn beplant met drui
ven op de wijze zooals ten onzent de fram
bozen wel worden geplant. Een stokje met
daaraan gebonden een druivenplantter hoogte
van één tot anderhalven Meter. Men deelde
ons mede, dat de druivenoogst dit jaar door
vorst totaal was mislukt. Ongeveer halver
wege onzen reis hielden onze autocars halt
by het Hotel „de .Bonte Koe", waar onder
het genot van een glaasje moeselwijn ver
schillende gesprekken betreffende het schil
derachtige landschap werden gevoerd. Het
water in het smalle door het Ahrtal loopende
riviertje is glashelder, waarin men de vis-
schen, men noemde zeforellen,zagzwemmen
Na wat opgefrischt te zyn van ons glaasje
wijn en het verzenden van de vele prachtige
ansichtkaarten van dit dal, vervolgden wy
onze reis naar het dorpje Altenaar, waar wij
ongeveer half twee arriveerden. Na bet ver
sterken van den inwendigen mensc'n door
middel van eenige Duitsche gladde kartof-
felen en een vischje, beklommen wij de
ruïae van Altenaar, een berg van ongeveer
200 meters hoog. Vanaf dezen berg kreeg
men een schitterend gezicht op het dal. De
op den weg rydende auto's geleken maar
kinderwagens.
Nadat wy naar hartelust baden genoten
van dit prachtig vergezicht en ons zweet
van de zware klimtocht wat was opgedroogd
daalden wij weer naar beneden om plaats
te nemen in onze autocars voor de terugreis
naar Remagen. Langs den weg waren appel
en pereboomen geplant. Waarschijnlijk zijn
de jongens daar niet zoo ondeugend als op
Flakkee. Als hier de Stadsche dijk met
vruchtboomen was beplant, dan zouden
er wellicht niet veel vruchten van op de
veiling komen. Vanaf Remagen zijn wij
rechtstreeks naar Dordtmund gespoord, waar
wy ongeveer half acht aankwamen. Na ge
bruik van den maaltyd gevoelde men weinig
lust meer voor het bezichtigen van de stad.
Men kon het den toeristen aanzien, dat
ze werkelyk vermoeid waren. Iedereen ver
langde naar zijn bed* te meer omdat men
wist, dat we den volgenden morgen weer
om half zes moeten opstaan. Inderdaad kwam
de 'Hotelporder ons Woensdagmorgen om
half zes porren. Gaarne hadden wij nog een
poosje door gemaft, doch een groentemarkt
wordt nu eenmaal altyd 's morgens vroeg
gehouden. Na het gebruik van ons rogge-
mikje gingen wij dan maar weer op stap
naar de Dordtmundsche markten. Het idee
van handelen was vry wel in overeenstem
ming met den handel in Keulen. Ook daar
troffen wy producten uit verschillende landen
aan. In enkele hallen werden Hollandische
saatkartoffelen (pootaardappelen)ten verkoop
aangeboden.
In een der hallen werden pootaardappelen
aangeboden, voorzien van hetU. C. B. merk,
waarop de Nederlandsche te Berlyn gesta-
tioneerdenj Landbouwconsulent aanmerking
maakte en den betrokken handelaar er op
wees, dat dit niet geoorloofd was. Na ons
bezoek aan de markten kregen wij gelegen
heid om de stad Dordtmund te bezichtigen.
Ieder kon zijns weegs gaan en datgene bezich
tigen, waar hy lust in had.
3 Middags 12 nur kwamen wij weer in
ons Hotel bijeen. Na gebruik van den maaltyd
stapten wy weer in de autocar voor een
bezoek aan de Riesevelder, 20 K.M. buiten
Dordtmund gelegen. Deze velden, ongeveer
3000 H.A. groot, zijn bezittingen van de stad
en worden voor bemesting bevloeid met het
afval uit de rioleering van de stad. Dit scheen
een goede bemesting te zijn, want de gewas
sen stonden zeer goed. Vandaar ging de tocht
naar hot Hebewerk Dordtmund-Emskanaal.
Dit is een installatie voor het omhoog bren
gen van schepen naar een hooger gelegen
kanaal. Het verval van het water is naar
men ons mededeelde 13 Meters. By onze
aankomst voer juist een schip van 1000 ton
het Hebewerk in. Zoodra het schip binnen
was, werd de geheele bak met inliggend
schip naar omhoog gebracht en kon bet na
2 a 3 minuten zyn reis op het 13 Meters
hooger liggende kanaal weer vervolgen. Naar
men ons mededeelde vordert dit omhoog
brengen zoo goed als geen mechanischekracht.
Dit geschiedt door middel van den druk van
het water. Na ons wat verfrischt te hebben
in het daarbij staande Hotel keerden wij weer
terug naar Dordtmund, vanwaar wij 4 32 uur
naar Essen vertrokken.
's Avonds werd door het grootste gedeelte
van het gezelschap een bezoek gebracht aan
het in de omgeving van ons Hotel staande
cabaret „Akaria" waar een grappige decla
mator ons met het een en ander bezighield.
Jammer, dat wij hem met onze Hollandsche
ooren niet op den voet konden volgen Wel
iswaar deed onze tolk zyn best om het
gesprokene te vertalen, doch het is gezelliger
als men tegelijk met de anderen mee kan
lachen. Ongeveer 12 uur verlieten wij het
cabaret en wandelden wij naar ons Hotel.
Donderdagmorgen moesten wij weer om
6 uur uit de veeren, teneinde een bezoek
te kunnen brengen aan de markten aldaar.
Op deze markt zijn aan weerszijden van
de straat betonnen hallen gebouwd, die het
eigendom zyn van de stad en door de impor
teurs kunnen worden gehuurd. Wij hadden
het genoegen op die markt een paar Hollan
ders aan te treffen, één uit Tilburg en één
uit een plaatsje in Noord-Holland, waarvan
wij den naam zyn vergeten. Die stelden ons
met alles op de hoogte. Zij vertelden ons
hoe Noord-Holland dit afzetgebied voor vroege
aardappelen was verloren.
Voordat deNoord-Hollandsche aardappelen
rijp waren, was Italië de leverancier en
daarna kwam België aan de markt. Zooals
U ziet is het een stryd op leven en dood,
willen wij ons afzetgebied behouden. Laat
dit een spoorslag zijn voor onze FlakkeeSche
landbouwers om zich toch vooral op de
hoogte te stellen, aan welke eischen hunne
producten moeten voldoen, om de concurren
tie van hunne Buitenlandsche collega's het
hoofd te kunnen biedeD. Als het afzetgebied
eenmaal verloren is, bestaat er bijna geen
kans meer, om het terug te krijgen Verder
deelden zij ons nog mede, dat door Duitsch
land geen Hollandsche arbeiders worden toe
gelaten. De importeur, Hollander van geboor
te, die reeds 20 jaar te Essen woonde, had
met veel moeite verkregen, dat hij een arbei
der uit Noord-Holland in zijn dienst mocht
nemen.
Gaarne had hij dien arbeider gehouden,
doch hem werd een week geleden medege
deeld, dat zijn arbeider over twee maanden
moest vertrekken, want er waren genoeg
Duitsche werkeloozen. Zou de Nederlandsche
overheid er ook zoo over denken Wij ver
moeden van niet. Bij ons staat de deur wage-
wijd open voor iedere vreemdeling. De Im
porteur, afkomstig uit Tilburg, wees ons op
het afkeuringswaardige consignatitsysteem.
De importeur, die in commissie verkoopt
kan immers niets verliezen. Zijn doel is uit
sluitend om te verkoopen en biedt daarom
de producten tegen lagere prijzen aan, dan
de importeur, die voor eigen rekening han
delt. De winst in den vorm van provisie is
voor den eersten importeur altyd verzekerd
doch èn de tweede èn de verzender in
consignatie zyn de dupe van een dergeiyk
handelssysteem.
De tijd ging inmiddels door en wij moes
ten onze gesprekken staken, om ons met
den trein van 10.32 uur naar Crefeld te be
geven.
Daar bezochten wij in den middag de vei
ling, die geheel naar het Hollandsch systeem
is ingericht. Heele rijen met groenten be
laden wagens stonden te wachten, tot ze aan
de beurt van veiling waren, waaruit we
concludeeren, dat ook daar de veilingsidee
vasten vorm heeft aangenomen.
Onwillekeurig ontsnapte aan onze lippen
de uitroep: overal weet men een veiling
te organiseeren, behalve op Flakkee.
Na ons veilingbezoek moesten wy ons
haasten naar het station, want om 4.26 uur
vertrok de trein, die ons om 8.48 uur in
Rotterdam bracht.
Alle deelnemers aan de excursie konden
hunne woonplaatsen nog bereiken, doch wij'
moesten den nacht in Rotterdam doorbren
gen om Vry dagmorgen met de tram van
9.57 uur te vertrekken naar onze heimat,
waar wy half één arriveerden. Hiermede
was de vermoeiende, doch gezellige, leer
zame en onvergeteiyke reis geëindigd.
B. en H.
De antenne een gevaar voor
bliksem-inslag
Btj de uitvinding van den bliksemafleider
heerschte aanvankelyk nog de meening, dat
een bliksemafleider den bliksem aantrekt
Ook was men dit idee veelal tydens de op
komst van de radio toegedaan, wat betreft
de antennes. Niets is minder waar, de blik
sem kiest zyn eigen weg en van eenige
„aantrekkingskracht", die van een antenne
of bliksemafleider zou kunnen uitgaan, is
absoluut geen sprake.
Daar de onderzoekingen naar den aard van
den bliksem in de natuur vele moeilijkheden
met zich brengen, vatte de bekende Duitsche
radio-publicist Manfred von Ardenne, het plan
op in zfln laboratorium experimenten uit te
voeren met zijn „kunstmatigen bliksem". Hy
construeerde daartoe een miniatuur dorpje
van houten huisjes op vochtig zand, waarvan
er enkele met bliksemafleiders werden voor
zien, andere met antennes. Ook was een
kerkje met bliksemafleider niet vergeten. De
einden dezer draden waren verbonden met
een plaat blik, die onder een blad papier op
de tafel was gelegd. Door middel van een
hoogspanningsinrichting, waarvan dit blik de
eene pool vormde, kon hy nu kunstmatige
„bliksems" van ongeveer een meter lengte
tevoorschijn roepen. Op het eerste gezicht
zou men denken, dat de torenspits, die boven
alles uitsteekt, het geschiktste punt voor den
vonkoverslag vormde, de meeste bliksem
flitsen gingen hier echter naast, evenals naast
de antennes en bliksemafleiders op de ge
wone huisjes.
Experimenteel kwam nu vast te staan, dat
de weerstandsverhoudingen in de lucht den
weg van den bliksem bepalen en niet die
van de geleidende deelen op aarde, daar deze
slechts een zeer klein deel vormen van den
weerstand, dien de bliksem moet overwinnen
op zijn weg van de wolken naar de geleidende
deelen op aarde. Door de electrische ontla-
ladingen ioniseert de lucht voortdurend en
op ongeiyke plaatsen; de bliksem vervolgt
nu zijn weg langs de plaatsen, die op het
gegeven oogenblik het beste geleidend zyn,
waardoor de zigzag-vorm ontstaat, dien we
meestal by den bliksem waarnemen. Komt
hij dan ten slotte by een zeker punt van de
aarde, dan zal hij dien weg uitkiezen, welke
den minsten weerstand biedt en aldus in den
aardbodem slaan. Is dit punt nu juist de
antenne of bliksemafleider, dan zal hij daar
langs zijn weg nemen. Een behoorlijk ge
aarde antenne zal dus te allen tijde nimmer
het gevaar voor blikseminslag kunnen ver-
hoogen, doch als een goede geleider werken
om den bliksem, indien deze.zich in de nabij
heid vertoont, naar de aarde af te leiden.
DRIE JONGENS IN DEN MODDER GEZAKT.
Op het opgespoten terrein tusschen den Haar
lemmerweg en den Admiraal de Ruyterweg te
Amsterdam zijn gistermiddag drie jongens van
9 jaar, in den modder gezakt.
De knapen schreeuwden om hulp, die echter
door de voorbijgangers niet verleend kon
worden. Het hulpgeroep drong door tot de
politie, die de assistentie inriep van de brand
weer, die binnen enkele minuten reeds was
verschenen.
In allerijl werden ladders gelegd, met plan
ken erop, totdat de brandweer de drie jongens
kon bereiken en redden.
Voor de jongens was het een geluk, dat zij
op een verharde plek terecht waren gekomen,
zoodat zij niet verder dan tot aan het onderlijf
in den modder konden wegzakken.
EEN FAMILIE-DRAMA.
In de 2e Oosterparkstraat te Amsterdam, is
Zaterdag j.l. een winkel in kindergoederen
geopend. Gistermorgen stond aan de deur ver
meld, dat de winkel wegens ziekte van de be
woners was gesloten.
Iemand, die gistermorgen in den winkel
kwam, ontdekte, dat zoowel de ongeveer 50-
jarige vrouw en de 20-jarige dochter, die den
winkel dreven, ernstig ziek waren. Hij waar
schuwde een dokter, die, nadat hij zich op de
hoogte had gesteld, onmiddellijk den genees
kundigen dienst waarschuwde, daar het hier
een ernstig geval van vergiftiging betrof. De
geneeskundige dienst bracht beide vrouwen
naar het Onze Lieve Vrouwengasthuis.,
Gebleken is, dat beide vrouwen phosphor-
brei, dat bij een drogist gekocht was, hadden
ingenomen. De moeder heeft dat vergift in
chocolade gemengd en haar dochter te drinken-
gegeven. Later heeft zij zelf ook een paar kop
jes van deze chocolade gedronken.
In het Onze Lieve Vrouwengasthuis bleek
verder, dat de toestand van de moeder ern
stiger is dan die van de dochter. De moeder,
die zeer overspannen is, is naar het Wilhel-
minagasthuis overgebracht. Beide vrouwen
zullen vermoedelijk in leven blijven.
ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ
GARDEREN.
Zeven gewonden.
Men meldt uit Barneveld:
Gistermiddag om vijf uur bij den viersprong
nabij Garderen een ernstig auto-ongeluk ge
beurd. Twee luxe auto's, waarvan de een uit
de richting Garderen en de ander uit die van
Voorthuizen kwam, zijn met geweld tegen
elkaar gebotst. Alle inzittenden, zeven in getal,
zijn zwaar gewond, van wie drie buitengewoon
ernstig. Toen wij ter plaatse kwamen, waren de
gewonden gedeeltelijk vervoerd, terwijl de nog
aanwezige gewonden niet mochten worden ver
hoord, zoodat wij alleen te weten konden ko
men, dat de eene wagen uit Groningen en de
andere uit Gelderland komt. Ook de auto's
waren reeds opgehaald. De gewonden zijn ver
voerd naar het ziekenhuis in Apeldoorn. De
auto uit Gelderland werd bestuurd door een
dame, die zelf zwaar gewond, zich buitengewon
kranig heeft gehouden.
Men meldt nader:
Het auto-ongeluk is 's avonds om 7 uur ge
beurd, bij Voorthuizeii. Daar werd de auto van
mevrouw ridder Huyssen van Kattendijke, die
zelf stuurde, aangereden door een auto uit
Groningen, die uit een zijweg kwam. Deze
auto sloeg totaal over den kop en de vier in
zittenden, onder wie een dame, zijn zwaar
gewond. Zij moesten uit het voertuig worden
gezaagd.
De toestand van mevrouw ridder Huyssen
van Kattendijke is op het oogenblik redelijk,
hoewel niet ongevaarlijk. Zij is in den auto
van den heer Zendijk, die achter haar aan
kwam, naar het Sint-Josefgesticht te Deventer
vervoerd.
De chauffeur die naast haar zat, en haar
dochtertje kwamen er goed af.
De burgemeester van Barneveld liet het
geheele terrein onmiddellijk afzetten. Een
aantal medici uit den omtrek en een ziekenauto
uit Apeldoorn verleenden hulp.
Men meldt ons nog uit Apeldoorn:
De vier licht gewonde inzittenden van de
Ford zijn naar het ziekenhuis te Apeldoorn
vervoerd. Het zijn de bestuurder van den
auto^ de apotheker Ringsma uit Groningen,
zijn vrouw en zijn zager met zijn echtgenoote.
Zij zullen morgen het ziekenhuis weder kunnen
verlaten.
De schuld van het ongeluk ligt bij den be
stuurder van de Ford. Deze had het van rechts
komende verkeer moeten laten voorgaan. De
andere wagen, een Marmon, kwam uit de
richting Amersfoort, de Ford uit een zijweg
van de richting Garderen.
Als bijzonderheid kan worden medegedeeld,
dat de chauffeuse van de Marmon haar tegen
woordigheid van geest behield en onmiddellijk
na de botsing een sigaret opstak.
HET EERSTE VAN DE VIJF VLIEGTUIGEN
NAAR INDIE.
Koppen's tweede vlucht naar de Oost
begonnen.
Bij de eerste ochtendschemering, terwijl de
stad nog sliep en op den Sloterstraatweg en de
wegen door de Haarlemmermeer nog geen
ander verkeer was dan dat van stadwaarts
rijdende melkwagens, zijn wij vanmorgen
naar Schiphol gereden. En daar vonden wij
zoowaar, het was halfzes toen wij er kwamen,
toch reeds een kleine honderd auto's gepar
keerd, en velen, zeer velen, die per fiets of
zelfs le voe. ons waren voorgegaan, om het
tweede vertrek door de lucht van Koppen, als
aanvoerder thans van een ander troepje Aëro
nauten, naar Indië bij te wonen. Vaagteekende
deze menigte van enthousiasten rondom het
vliegtuig voor het stationsgebouw zich af
tegen het in het duister liggende vliegveld en
de donkere wolkengevaarten in het Westen,
terwijl in het Oosten de ochtenschemering snel
den nacht overwon. Reeds draaiden de drie
propellers van H.-N.A.F.A, van de Ned.
Indische Luchtvaartmij., nu eens langzaam,
dan met oorverdoovend geweld; reeds was
men bezig net het inladen der postzakken,
276 K.G. gewicht; en intusschen drukten
Koppen, die een gek petje met groote zonne-
klep op had, en de tweede bestuurder kapitein
Kengen, links en rechts handen, zeker wel
honderden. En hetzelfde deden de werktuig
kundige van Herk, en de journalist Zimmerman
die deze vlucht als passagier meemaakt.
juist rees de zon als een vurige gouden schijf
in een zee van rose licht boven de boomen van
den verren Amstelveenschen weg uit (het was
één minuut over zes) toen de groote reis een
aanvang nam. De machine nam slechts een
korten aanloop; Koppen, die achter het stuur
zat, voerde volgens alle aanwezige deskundigen
een prachtigen „start" uit; zoodra de H.
NAFA los van den grond was, trok hij haar
in een linksche bochfop met het gemak of liet
een lichte jager, in plaats van een zeer zwaar
beladen verkeersvliegtuig was, waaruit wel
zijn groot vertrouwen in de machine bleek.
En daarna vloog hij weg, in Oostelijke richting,
niet meer dan 20 Meter boven de hoofden der
goede-reis-wuivende menigte, om vervolgens
met een scherpen hoek te gaan stijgen. Nog
enkele oogenblikken, en het vliegtuig was aan
het oog onttrokken.
Onder de velen, die den luchtreizigers uit
geleide deden op Schiphol, waren de burge
meester van Amsterdam, de heer W. de Vlugt,
de commissarissen van de Ned.-ltid. Lucht
vaartmij, de heeren Delprat, Enthoven en
Jacobson en de directeur de lieer Plesman.
Te Neurenberg aangekomen.
Het postvliegtuig voor Indië, bestuurd door
kapitein Koppen, dat hedenmorgen te 6 uur
van Amsterdam is vertrokken, is te 9 uur 50
Nederl. tijd te Neurenberg aangekomen en om
11 uur Nederl. tijd van Neurenberg naar
Boedapest vertrokken.