Schokkererwten. Gemengd Nieuws. Burgerlijke Stand. Predikbeurten. WOENSDAG 15 AUGUSTUS 1928 Officieele Mededeelingen. Pluimveeteelt. DWAALLICHTEN. ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 11 AUGUSTUS 19 28. PALOË ZWAAR GETEISTERD. Zes dorpen totaal verwoest door het vuur. Vermoedelijk duizend dooden. BATAVIA, 9 Aug. - Een officieel via Koepong Radio verzonden telegram van den resident, die zich aan boord van de „Merel" bevindt, meldt het volgende omtrent de ramp die het eilandje Paloë ten noorden van Plorea geteisterd heeft: In den nacht van 4 op 5 Augustus om streeks middernacht begon de Rokatinda- berg op het eiland Paloë, ten noorden van Plores vuur te spuwen wat met een uit barsting gepaard ging. Het gevolg was dat de zuid-westelijke helft van Paloë met zes dorpen geheel door het vuur vernield werd. Het aantal menschen dat hierbij omgekomen is, wordt op duizend geschat en het aantal personen, dat door vallende eruptie-steenen gewond werd, globaal op zeshonderd. De aard der wonden is echter licht. Waarschijnlijk als een gevolg van de aard beving, die met de eruptie gepaard ging, liep het zeewater aan alle zijden van het eiland ongeveer vijf meter op. Volgens in lichtingen, die de hoofden verstrekten, was de temperatuur van het water zeer warm. Van de menschen die in zee gevlucht zijn is een aantal verdronken, maar het is on bekend hoeveel. Het aantal overlevenden op het eiland bedraagt ongeveer vijfduizend zielen. De stemming onder hen is kalm De door den resident meegevoerde levens middelen zijn met die welke aanwezig waren, voorloopig voldoende om in de levensbe hoeften van de bevolking te voorzien. Negen handelsprauwen, die van Celebes vertrokken waren, moeten vergaan zijn. Het lot van de bemanning is onbekend. Eén prauw is op Noord-West-Paloë gestrand; de opvarenden waren nog aan boord. De wal van Plores, recht ten zuiden van Paloë, moet geteisterd zijn. De resident zal zich daarheen begeven om den toestand op te nemen. Melden wij enkele dagen geleden hevige herhaalde aardbevingen te Koeta Radja op Sumatra's uiterste N.W.-eind van de vulka nengordel, welke, over Sumatra en Java loopende, zich uitstrekt over de Kleine Soen- da eilanden, thans bereiken ons uitvoerige mededeelingen omtrent de eergisteren reeds door ons gepubliceerde telegrammen be treffende een vulkanische uitbarsting op het eilandje Paloë ten Noorden van Midden Plores, dus in het gebied van den resident van Timor en Onderhoorigheden, den heer P. L. J. Karthaus, zetelende te Koepang op Timor. Het is de vulkaan Rokatinda, die ver woestingen heeft aangericht als in jaren elders in den Archipel niet beleefd. Op het bergachtige eiland Plores zelf treft men een vrij groot aantal vulkanen aan, op sommige waarvan prachtige kratermeren. Voor een deel rooken deze nog steeds, de bevolking herinnerende aan het steeds drei gende gevaar. Zoo zijn o.a. van den Goenoeng Api Vuurberg alleen in de laatste eeuw vijf uitbarstingen bekend, terwijl van den tweetoppigen Lobétobi, een der meest be kende op de oogstkust van Pores, wordt vermeld, dat hy in 1869 tot driemaal toe naburige akkers en tuinen met zijnsteenen en asch heeft bedekt. Paloë behoort tot de onderafdeeling Maoe- mere Midden Flotes welker bestuurs hoofd, een controleur Binnenlandsch Bestuur, zetelt in het gelijknamige plaatsje aan de baai van Geliting, waar ook een station der R.K. Missie is gevestigd. In de buurt wor den veel tamarindeboomen geteeld, wier vrucht aan Makassaarsche (Celebes) hande laren wordt verkocht. In de nabijheid be vindt zich een Boegineesche volksplanting afkomstig van Celebes met 200zielen, die van handel en vischvangst bestaan. Sedert het begin der daadwerkelijke pa cificatie in 1907 op Plores, is het eiland op merkwaardige wijze vooruitgegaan en heeft het zich gevormd tot een der meest belo vende afdeelingen van het gewest Timor en Onderhoorigheden. Paloë is een klein eilandje. De vernielde dorpen lagen dus aan den voet van den vulkaan. Vandaar het groote aantal verbrande dorpen en omgekomen bewoners. NEDERL1NOSCHE NIJVERHEIDS- TENTOONSTELLING. Het bezoek. Woensdag is de tentoonstelling bezocht door 30,841 betalende bezoekers, waardoor het bezoekcijfer is gestegen tot 814.893. De 100 000ste bezoeker kwam op 3 Juni; de 200 000ste op 17 Juni; de 300 0Q0ste op 28 Juni; de400.000ste op 5 Juli; de 500 000ste op 12 Juli; de 600 000ste op 23 Juli; de 700 000ste op 1 Augustus en de 800.000ste Woensdagavond. Aan belasting ingevolge de verordening op de openbare vermakelijkheden heeft de Nenijto tot Woensdag ƒ96,000 betaald. SJEP VAN DONGEN. Sjef van Dongen zal Dinsdagavond te Arnhem aankomen. Wij vernemen dat van Dongen officieel door het gemeentebestuur zal worden ontvangen. Hij komt omstreeks acht uur te Arnhem aan, waar bfi aan het station door het huldigingscomité zal wor den ontvangen. Daar wordt een stoet van auto's geformeerd, terwijl ook verschillende muziekcorpsen en fakkeldragers in den stoet zullen plaatsnemen. Na een tocht door de stad zal de huldiging geschieden in het Ver- eenigingsgebouw aan den Velperweg waar aan Sjef van Dongen een huldeblijk wordt m enkele aardige attenties, welke nog in voorbereiding zijn. VERKOOPINGEN. Op DINSDAG 14 AUGUSTUS 1928, voorm, 10 uur, te Stellendam in Hotel Kaashoek van 26 perceelen 2e snede Klavers onder Stellendam, ten verzoeke van den heer D. Goekoop te Goedereede. Notaris VAN DER SLUYS. Op Woensdag 15 Augustus 1928, Op Donderdag 16 Augustus 1928, en zoo noo- dig Op Vrijdag 17 Augustus 1928, telkens des namiddags ten twee ure (nieuwe tyd). Belangrijke Openbare Verkooping van Meubelen en andere Goederen te Middel- harnis in de Concertzaal van Hötel Meijer, Verkocht zullen worden o.m.Salon-, Huis- Slaapkamer-ameublementen in verschillen de stijlen en houtsoorten, enz. Kijkdag: Dinsdag 14 Augustus 1928, des nam. Betaling: 1 November 1928. Ten overstaan van Deurwaarder GROE NENDIJK te Sommelsdijk OP DINSDAG 14 AUGUSTUS 1928, des nam. 3 uur (nieuwe tijd) ten verzoeke van den Heer Curator in het faillissement van Jan Mijnders Johzn. te Melissant. Openbare Veikooping te Melissant aan den Potsteeg, vanMeubilaire- en andere Huis houdelijke artikelen en verdere roerende goederen, behoorende tot bovengemeld faillissement. Deurwaarder GROENENDIJK. De straf van een bluffer. (Uit het Duitsch). In de soos van een klein Duitsch stadje» zat een eenvoudig doch onberispelijk gekleed vreemdeling aau de leestafel. Blijkbaar be hoorde hij tot een van de talryke touristen, die het stadje bezochten. Reeds meer dan 14 dagen was deze vreemdeling een getrouw en rustig bezoeker der soos. Hij was uiterst voorkomen en beleefd, doch verdiepte zich in den regel in zijn lectuur Het eenige waar door hij opviel was door zyn flegmatieke rust. Plotseling stormde majoor Von Müller het vertrek binnenhet was een man die ieder een norsch bejegende, iemand, dien ieder uit den weg ging, omdat hij altijd een lompheid op de tong had. Hy was vergezeld van eenige officieren. De majoor was goed geluimd. Hij ging achter den vreemdeling staan, maakte een grimas en draaide schijnbaar uit vergis het naastbijzijnde licht uit. Zijn gevolg lachte. De vreemdeling draaide bedaard de lamp weer aan en las verder, Dit was den majoor lang niet mooi genoeg Hij had een onweerstaanbareu lust, den vreemdeling eens goed te plagen. Goedenavond school meestertje! zeide hij, een lompe en onhan dige buiging makende. Z\jn gevolg lachte De majoor noemde den vreemdeling een heerlijken kerel. Daar men er echter niet in kon slagen hem kwaad te maken en de majoor tot een partij whist geïnviteerd werd, ging hij met de officieren in een zijvertrek en men liet den vreemde ling verder ongemoeid. Deze las zijn blad. rookte zijn pijp en dronk thee, zonder het minste blijk van verstoordheid te geven over de beleedigende handelwijze van den majoor, Eindelijk stond hij op, ging in het zijver trek waar de majoor zich bezig hield met praten, trad op hem toe en zei op vastbe raden toon: Mynheer, morgen vroeg duelleeren wij. Zoo, zoo, viel de majoor hem in de rede; dan brengt toch de schoolmeester zeker zijn a-b-c boek mee? Ge behoeft u over my niet te schamen, ik ben kapitein ter zee, morgen vroeg om 6 uur bij paal 6 op den boschweg naar X. Den volgenden morgen verscheen de ma joor en zyn gezelschap van den vorigen avond te bestemder plaatse, de kapitein wachtte hem reeds. Een beleefde groet werd van weerszijden gewisseld. Toen de vrienden van den majoor zagen, dat de kapitein zonder getuigen was, bood zich een hunner daartoe aan. Mijnheer, antwoordde de kapitein, ik heb niemand noodig, mijn bediende is mij vol doende. Zoo ik kom te vallen, dan weet hij wat hem te doen staat. Gy allen zyt officieren van een leger, dat ik hoogacht. Ik heb dus geen onrecht te vreezen Majoor, indien U geen goede pistolen hebt, kunt u er een van de mijne kiezen. Hij opende een marokijnen kistje en vier kostbare pistolen schitterden in de morgenzon. De majoor bedankte en zeide van zijn eigen wapenen gebruik te zullen maken. Hij was zeer ernstig en deed erg statig. De manieren en houding van den kapitein brach ten hem in de war. De pistolen werden ge laden en vijftien passen afgemetende tegen standers stonden op hun plaats. Mijnheer, zei de getuige van den majoor, gy zyt de beleedigde, U hebt het eerste schot. De kapitein legde aangrafstilte heerschte onder de aanwezigen, de majoor verbleekte. De kapitein zette af, zeggende: Daar de majoor het tweede schot niet zal hebben, ik het eerste heb, moet bij het eerst schieten. Mijnheer, antwoordde de getuige, u schijnt wel zeker van uw schot. Ik echter, wij allen hier, mogen zulks niet gedoogen. Gij staat hier alleen zonder getuigen, ge hebt u onder onze bescherming, onder onze wetten gesteld. Schiet daarom eerst. Ik schijn niet zeker van mijn schot maar ik ben er zeker van. Het is mijn ge-j woonte niet te bluffen, maar mijn pistolen schieten verbazend zuiver; u zult het zien. Jules riep hij zijn bediende toe, werp iets omhoog. Het jongmensch trok zijn zakdoek uit. Neen, iets anders, een geldstuk of een knoop. De bediende haalde een knoop te voorschijn, wierp die hoog in de lucht. De kapitein mikte, schoot, en de knoop spatte in honderd stukken uiteen. Een koude rilling liep de toeschouwers langs den rug. De majoor was reeds levend dood, zijn keel was als dichtgesnoerd en hij kon nauwlijks adem halen. De kapitein sprak met geen woord over zijn meesterlyk schot, Hy laadde opnieuw zijn pistool en keerde naar zijn plaats terug. Ook de majoor vatte wederom post, hij had zich een weinig hersteld. Schiet! klonk het van de lippen van den kapitein. De majoor schoot en miste. Schiet nog eens, majoor, riep de kapitein, u hebt niet goed gemikt. Indien ik kom te vallen, is het een geluk voor de andere heeren hier; zy hebben allen gelachen gisteravond en moeten dus ook allen met mijn pistool kennis maken Deze woorden klonken den officieren als een donderslag in de ooren; iedereen betuigde niet gelachen te hebben. De getuigen verzetten zich tegen het tweede schot niet meer. De majoor schoot nu voor hen allen; velde hij dat monster niet, dan schoot hy hen allen als musschen dood. De majoor legde aan. Het werd hem groen en geel voor de oogen. De vreemdeling zag hem vast en bedaard in het gelaat. Gisteren, zei hij glimlachend, was ik uw kleine schoolmeestertje, vandaag schat u mjj te groot. U houdt het pistool te hoog, u zult mfi zoo niet treffen. De majoor schoot en miste, allen waren in bange verwachting. Nu legde de kapitein aaü, hy zette weder af. Majoor, zei hij, u bent een slecht mensch, ik heb naar u geïnformeerd; alle menschen verachten u. U bent in twee minuten dood Allen ontblootten het hoofd Een vreese- lijke pauze. Niemand durfde zich bewegen. De laatste stond van den majoor was aan gebroken. Hij had reeds geen druppel bloed meer in zyn gelaat; hij beefde zoo hevig, dat hij nauwelijks rechtop kon staan. Om aan zijn doodsangst een einde te maken, legde de kapitein aan, mikte en gaf het pistool aan zyn bediende en zei goedig; doch by tend: Dat mensch is geen kogel waard, en ging heen. Des avonds zat de vreemdeling weer op zijn gewone plaats aan de leestafel in de soos. Niemand stoorde hem. De majoor ver toonde zich niet. ZONDAGMORGEN. De velden liggen hel belicht, Het koeltje streelt de aren Van 't bloeiend graan, dat willig buigt, Als 't windje er heen komt varen. De wegen schitt'ren in de zon, Uit 't gras gluren margrieten, En van des leeuwriks lustig lied, Valt volop te genieten Door die op't voetpad tusschen 't graan Komt langzaam aangetogen... Oud-moedertje in 't Zondagspak, De Zondagsrust in de oogen. Heur bijbel in de dorre hand, En 't hoofd weer vol gedachten Aan wat die ry van jaren haar Ontnamen maar ook brachten. En in haar harte leefde weer Dat vurig zielsbegeeren: Daarvoor straks in het bedehuis Te danken God den Heere. Zoo schrijdend voort langs 't korenveld, Waaruit papavers rijzen, Als wenschten die met vlaggentooi Den groei van 't graan te prijzen. Tot over veld en weide dan In Zondagsrust verloren Doet als een vredepsalm van ver Zich de oude kerkklok hooren. R. M. D. O. MIDDELHARNIS. Geboren: Maria, d. v. J. Auperlé en M. v. Antwerpen; Jan, z. v. J. Razenberg en C. v. Driel; Maatje Maria, d. v. H. v. d. Valk en A. de Korte. Ondertrouwd: J. Korte weg 26 j (O'plaat) en G. v. Griethuisen 28 j. SOMMELSDIJK. Geboren: Arendje, dochter van Adrianus Vis en Neeltje Taaie. MELISSANT. Geboren i Abraham, z. v. A. van Oudenaren en H. van Rumpt; Aren, z. v. C. Markus en S. Kamerling. OUDDORP. Geboren: Krijn, z. v. P. Grinwis en M. Roos; Elizabeth, d. v. K. Mastenbroek en K. Tanis; Neeltje Willemptje, d. v. M. Klein en H Karei; Johanna Cornelia, d. v. A. Westdyk en A. de Jong; Baaltje, d. v. J. Tanis en A. Tanis; Johanna Cornelia, d.v.K. Grinwis. Ondertrouwd: P. Spui broek 28 j. met C. M. v. d. Wende 21 j.Jan v.d. Wende, wedn., 59 jaar en Jannetje Meyer 42 j. Getrouwd: E. Meyer 26j.metD.deVogel 22 jaar. Overleden P. W. C. Maks 88 jaar, echtgen van P. A. E. Haak. NIEUWE TONGE. Getrouwd: J. v. Balenj.m.enC.Muijej.d. OUDE TONGE. GeborenCatherina Elizabeth Anthonia, d. v. Hubertus Johannes Anthonius van Tiggelen en van Jacoba van Dongen; Neeltje Anna Maria, d. v. Pieter Quist en van Maria Osseweijer; Willem Hendrik, z. v. Johannes Bezemer en van Maria Cornelia den Roojen; Jacomina Cornelia, d. v. Adrianus Verrijp en van Johanna Wilhelmina Prince; Maatje Clazina, d. v. Jan Jacob Mys en van Teuntje Elizabeth de Bruin; Machiel, z. v. Aren Kamerling en van Jacoba Hagens. Gehuwd: Johannes van Hekke, oud 42j., j.m. en Lena de Korte, oud 33 j., j d. Overleden: Arie de Koning, oud 20j.(on geh.); Jacoba van Sint-Annaland, oud 73 j wed. van Pieter Koert; Jacobus de Vos, oud 3 mnd., z. v. Johannes de Vos en van Cornelia Remus; Anthonij Johannes Pollemans, oud 90 j., wedn. van Maria Johanna Krouwer Kaatje de Korte, oud 33 j. (ongeh.). OOLTGENSPLAAT. Ondertrouwd: Teunis van Dam, 21 j. en Adriana de Vos, 23 j. Getrouwd» Gerard van der Kroon, 29 j. en Jannetje Hokke, 24 j.; Cornelis Kroon, 28j. en Jannetje Johanna Kievit, 25 j. Naar de Noorsche Fjorden met de Ned. Reisvereeniging. in. Visscherjy en scheepvaart. Na wat hiervoren gezegd is over de kust en het klimaat, behoeft het niet te verwon deren, dat visschery en scheepvaart de hoofd bronnen van bestaan van Noorwegen zijn. Over de visschery--als middel van bestaan zegt een schrijver kernachtig: „Rijke visch- vangsten hebben voor Noorwegen dezelfde beteekenis als goede oogsten; goede visch- jaren vermeerderen de huwelijken, vermin deren de sterfte; slechte vischjaren nopen tot landverhuizing". In het Noorden (Lofoten) is de vangst van Kabeljauw de hoofdzaak, in het Zuiden (Bergen) wordt vooral haring gevangen. De walvischvangst wordt door Noorsche maat schappijen in hoofdzaak uitgeoefend in de Zuidelijke IJszee. Voor den wereldoorlog werd deNoordsche handelsvloot in tonnenmaat alleen overtroffen door de Duitsche en de Engelsche. Door de buitengewone inspanning der geallieerden ter vermeerdering hunner vloot, door de geweldige verliezen, aan de Noorsche vloot toegebracht door de Duitsche duikbooten, anderzijds, neemt Noorwegen thans de 7e plaats in. In den aanvang van het jaar 1927 bezat Noorwegen 1806 handelsschepen boven 100 ton, met een gezamenlijken inhoud van 2.769.000 ton bruto. Is Noorwegen naar de volstrekte tonnen maat van de 3e naar de 7e plaats verdron gen, naar verhouding van zijn inwoners staat het nog ver vooraan, d.w.z. deelt men de tonnenmaat der handelsvloot der ver schillende zeevarende volken door het aantal inwoners, dan laat Noorwegen zijn mede dingers ver achter zich. Industrie. Noorwegen brengt geen steenkool voort. Het zou dus geen of byna geen industrie hebben, als niet zijn watervallen een onuit puttelijke bron van arbeidsvermogen lever den, de „witte steenkool", die Noorwegen naar het oordeel van den beroemden Ameri- kaanschen natuurkundige Tesla, in de verre toekomst tot het eerste industrieland der aarde zal maken. Nog slechts een klein ge deelte der 28 millioen paardekracht der watervallen (volgens Tesla) wordt omgezet in electriciteit en nog overal kan de tourist genieten van de ongerepte schoonheid der natuur. Geschiedenis. Reeds een paar duizend jaar voor Christus werd Noorwegen door een Germaansche stam bevolkt, die de oorspronkelijke bevolking des lands, de Lappen, naar het Noorden verdrong. De Noren van heden zijn de na komelingen der Germaansche veroveraars. De geschiedkundige tyd begint met de 8e eeuw na Christus, als de Noorsche fjorden en eilanden de dapperste zeevaarders voort brengen, die ooit geleefd hebben: de Noor mannen. In kleine open booten, de zeedra ken, trotseeren zy de gevaren der Noordsche zeeën en brengen weldra door hun roof tochten schrik en ontzetting op alle kusten van Europa. De geringe diepgang hunner vaartuigen veroorlooft hun tot ver van de kust de rivieren op te varen. Vooral ons land en Frankrijk hadden te lijden van hun plunderingen; driemaal ver overden zij Parijs (845, 857 en 861), voeren de Garonne op tot Toulouse en vertoonden zich in 859 ook op de Rhöne. De oorzaken der rooftochten der „vikingar", d.i. wijk- of bochtlieden (aan dezelfde fjord wonenden) waren de onvruchtbaarheid des lands, het erfrecht, dat de jongere zoons dwong tot zeeroof, waarbij natuurlijk komt de zucht naar avonturen, wapenroem en buit. Zonder kompas staken zij zelfs den Atlan- tischen Oceaan over, ontdekten nadeOrka- dische en Schotlandsche eilanden in 860 ook IJsland, dat door Noordsche kolonisten be volkt werd. Erik do Roode stichtte in 988 een nederzetting in Groenland en zyn zoon ontdekte kort daarna, 500jaar vöör Columbus, de kust van Noord-Amerika, dat hij Vinland (Wijnland) noemde naar de in het wild groeiende druiven. De nederzettingen in Noord-Amerika gingen, evenals die op Groen land, in de 14e en 15e eeuw door de aan vallen der Eskimo's en der Indianen te gronde. De geschiedenis dier kolonisatie is door de sage in een dichterlijk kleed geweven. In de 9e eeuw woonde in Noorwegen vorst Harald, een der kleinkoningen, die de heer- scbappy voerden over de verschillende land schappen van Noorwegen, elk gevormd door een fjord met de naaste omgeving. Harald, wegens zijn rijken blonden haardos Harfagri, de schoonharige, genaamd, zond boden uit om voor hem de hand der schoone konings dochter Guda te verwerven. Maar het meisje verklaarde vol stouten trots, dat zij haar hand slechts zou schenken aan hem, die geheel Noorwegen onder zijn scepter ver- eenigd had. Harald werd niet toornig, maar sprak: „Dat zweer ik, dat ik mijn haarknip pen noch kammen zal voor ik gansch Noor wegen in mijn macht heb gekregenanders wil ik liever sterven." In weinige jaren, van 866 872, had hy het geheele land onder zyn heerschappy gebracht en zijn geslacht regeerde met onderbrekingen tot 1319. Zijn juk drukte niet zwaar op de overwon nenen, maar toch te zwaar voor de vryheid- lievende Noren. Gansche scbaren trokken onder hun aanvoerders over den Atlantischen Oceaan; andere Noren van edelen bloede schiepen zich met het zwaard in de vuist nieuwe hertogdommen, nieuwe koninkryken in Europa. In deze periode toonen inderdaad de Noormannen een groote statenvormende kracht. Hrolf sticht aan den mond der Seine het hertogdom Normandië, na Koning Karei den leeneed gezworen te hebben en als Christen den naam Robert te hebben aangenomen. Zyn nakomeling, Willem de Veroveraar, maakt zich in 1066 door den slag bij Hastings ook meester van Engeland. In Zuid-Italië strijden de Normandiërs, nauw verbonden met den Paus, tegen Saracen en en Grieken. Robert Guiscard verwerft zich den hertogs- titel, terwijl zijn neef Roger II in 1130 door den Paus te Palermo tot koning van Napels en Sicilië wordt gekroond. Terzelfder tijd ongeveer als Hrolf het her hertogdom Normandië grondvest, stichtten Zweedsche Noormannen onder Rurik het Russische rijk, waar de nakomelingen van Rurik 700 jaar regeeren. (Wordt vervolgd.) Zondag 12 Augustus 1928. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. Middelharnis, vm. dhr. Postma uit Terborg en 'sav. dhr. Pop uit Dinteloord. Sommelsdijk, vm. ds. Van Ameide en's av. dhr. Postma uit Terborg. Dirksland, vm. ds. v. d. Wal. Herkingen, vm. en nm. dhr. Van Ieperen. Melissant, nm. ds. van Ameide uit S'dijk. Stellendam, vm en 'sav. dhr. Bonman. Goedereede, nm. ds. v. d. Wal uit Dirksland. Ouddox'p, vm. leeskerk en nm. dhr. Bouman. Nieuwe Tonge, vm. en 'sav. dhr. de Jongh uit Nieuwveen. Oude Tonge, geen opgaaf. Ooltgensplaat, vm. leeskerk en nm. (Doopsbed ds. v. d. Zee van Den Bommel. Langstraat, vm. en nm. dhr. Vetter. Den Bommel, vm.ds. v.d. Zee en's av.leeskerk^ Stad aan 't Haringvliet, vm. dhr. Pop en nm. leeskerk. Hellevoetsluis, vm. (Doopsbed.) ds. Timmer en 's av. leeskerk. Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester. Nieuwenhoorn, geen dienst. Rockanje, vm. ds. de Voogd van der Straaten van Nieuwenhoorn. Oostvoorne, vm. ds. Mackenzie van Amsterdam. Vierpolders. vm. ds. Los. Zwartewaal, 's av.ds. Timmer van Hellevoetsluis. PROTESTANTENBOND. Sommelsdyk (Langeweg), vm. 10 uur ds. Kars, pred. te Onderdendam. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk. Stellendam, vm. en's av. ds. Dekker uit den Haag. Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange. Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma. Stad a. 't Haringvliet, vni. en's av. ds. de Graaf. Hellevoetsluis, 's av. ds. Westerhuijs. Nieuw-Helvoet, vm. ds. Westerhuijs. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Stad aan 't Haringvliet, yra.,nai.eu 'sav.leeskerk GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm. en 'sav. leeskerk. Dirksland, vm. en 's av. leeskerk. Herkingen, vm, en 'sav. leeskerk. Ouddorp. vm. en 'sav. leeskerk. HET BESTUUR VAN DEN adviseert zijn leden uiterste voorzichtigheid te betrachten met den verkoop van HET BESTUUR. Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f I,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van MIDDELHARNIS maken bekend dat de ge wone Rijkskeuringen van tot dekking be stemde hengsten in het najaar van 1928 voor Zuid-Holland zullen worden gehouden te: Rotterdam, 18 September voor type trekpaard Gorinchem ,27 September voor type tuigpaard Middelharnis, 19 September voor type trek paard en Dordrecht, 18 September voor type trekpaard. De aandacht van belanghebbenden wordt voor zooveel noodig gevestigd op den in houd der artikelen 21 tot en met 29 van het Koninklijk Besluit van 14 Augustus 1922 (staatsblad No 493) terwijl er op ge wezen wordt, dat de inschry vingsbiljetten voor de keuringen op vrachtvrije, schrifte lijke en onderteekende aanvragen aan eige naren en houders van hengsten door den Secretaris der Provinciale Regelingscommis sie, den heer P. Oly, Laan van Meerdervoort 50a te 's-Gravenhage, zullen verstrekt worden. Middelharnis, 13 Augustus 1928. Burgemeester en Wethouders, De Secretaris, De Burgemeeeter NIJGH. J. VROEGINDEWEIJ. (L.B.) Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde singel 96a Rotterdam. Postzegel van 7\ cent voor antwoord insluiten en Blad vermelden. Eendenhouderij. Zooals ik uitgelegd heb berust een groot deel van het succes van den eendenhouder op het feit of hy goede eenden heeft van een goed fokker en of hij zelf goede eenden weet te fokken. Waarop berust nu het geheim van den fokker Enkel en alleen op het controleeren der legcapaciteit der eenden. Men moet geen eenden of woerden fokken van dieren waar van men de productie niet kent en waarvan deze productie niet goed is. Hoe controleeren wy eenden op den leg? Dit gaat heel anders dan met kippen. Kippen leggen overdag en zyn gauw gewend als zy leggen moeten in de z.g. valnesten te gaan. Dat zyn legnesten waarvan de in gang van een soort valkiep voorzien is. Zoodra de kip er in is valt het deurtje dicht en het dier blyft in het kleine hokje rustig zitten tot het door den oppasser bevryd wordt. Deze pakt de kip beet, noteert haar nummer op de leglijst die meestal naa9t het vainest hangt en de zaak is afgeloopen. men in een kippenhok per 4 kippen vainest heeft kan men hiermede meestal volstaan. Alleen moet men vooral in d8n legtyd voortdurend de hokken doorloopen om de kippen te bevryden en zoodoende de andere kippen weer gelegenheid te geven om te gaan leggen. De eend legt echter 's morgens vroeg of 's nachts en de eend zoekt over het alge meen geen bepaald legnest op. Heel vaak laat zy gewoon haar ei vallen waar ze toe vallig staat en als zij de kans zien leggen FEUILLETON. E. WERNER VERTALING VAN HERMINA. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) 89) Nog geen kwartier later rende een ruiter pijl snel heen. De slanke Arabische hengst vloog, zoo dat zijne hoeven nauwelijks den grond schenen aan te raken. In razenden galop ging 't voorwaarts over de besneeuwde vlakten, door de van ijs ver stijfde bosschen, over de bevroren beken de bergpassen in! Den volgenden dag was 't helder vriezend weer, maar iets minder koud. De zon scheen opwekkend. In het kwartier van vorst Adelsberg bevonden zich Eugenius Stahlberg en Waldorf, welke laatste heden, hoewel gedwongen, vrij van den dienst was. Van de veldwacht terugkomende, was hij den vorigen dag op den gladden bevroren grond uit gegleden en had zich aan de hand bezeerd, wat hem verhinderde dien ochtend met zijne compagnie uit te rukken, zooals Egon had gedaan. De heeren wachtten op hun vorstelijken kameraad, die zeker spoedig zou terugkomen en kortten zich intus- schen den tijd met Peter Stadinger te plagen, die de eenden gewooi eeu eend absoluu gesteld en zal d haar gemak gevoe die aan den let moet worden, and leg af. Vandaar heel ander systeei op neer komt d; nachthok heeft. It jaren in Engelanc gewyzigd in Holi een bepaald syste stekent bevalt. Te omstandigheden zyn dan in ons la Per eend neem 40 c.M. breed by Ik bouw 5 van di kryg dus een soor is 2 M. lang is en het zadeldaktype ger dan aan de zl dak wordt gevorm geveer 3 c.M. dik zyn de afhellende met stevige scharfij ze j'gemakkelyk op schoon te maken.; steken over den r| inregenen te belettl Het geraamte val l. windhaken en gaas, zoodat er van kunnen komen. Al bevinden zich aan (J waartusschen ik de] zakken. Dezetusscb eenvoudige rechthc| 50 c M. hoog, besp; deze dus in het h direct een hok met front van dit contri deeling een valdeu andere constructie nesten, omdat eend ware door een op| trachten met hun aan te raken. VanJ chanisme bestaat uj draden waarin het de eend naar binne: draden die ongeveei eerst naar binnen deurtje los en valt eend zichzelf in ha controlehok is. Nu een groote klep ger| rand van het hok si dus den volgenden dan stapt de eend weer naar buiten. Ni probleem en voor die gelost worden. Ten eerste is dit hok met windhaakjt stel het dan ook ir het af en pak het ir de eene helft bedel open, zooals dat oo Daardoor regende hl 's winters sneeuwde]! slechter voor een e 's nachts. Een eend I heelen nacht in het I ploeteren maar 's nal het hok zitten. Drog ook niets om op te zil dien morgen plichtschil verschenen en hem nul De jonge officieren wt\ richt, dat men gisteren vernomen; zij waren dil gaven zich alle moeite c ger's hoog geroemde op; lokken. Maar 't wildel de oude man bleef kor vroeg zóo dikwijls, wanr kwam en of 't een ernst Zijne Hoogheid was uitgj lijk het geduld verloor. „Ik geloof, Stadinger, in een koffer zoudt wil nemen naar je Rodeck, heeft te vrcezen," zeide moet gij je in den oorlog „En bovendien is de verkenning uit," liet Eu doet met zijn soldaten 1 maar een kleinen wane en kloven in de buurt, hoe 't er daar eigenlijk ui ze wel hier of daar een oploopen en zich dan de onbeleefdheden kome „Maar wordt daarbij vroeg Stadinger met zu dat de beide officieren ii „Ja, geschoten wordt Waldorf. „Gij schijnt ei zijn en zijt er toch ver g „Ik?" De oude man hij „Kon ik er maar dichten „Om je dierbare Hoog

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 6