4%%
99%
Vruchten te velde
Stoomwasscherij
Openbare Verkooping
Nutsspaarbank Middelharnis-Somtnelsdijk
INSULAIRE HYPOTHEEKBANK
Predikbeurten.
ADVERTENTIËN
1.1 Zaadhandel Zaadteelt
7« A. HOBBEL
op WOENSDAG S AUGUSTUS 1928
AAMBEIEN.
JL DE SALAMANDER J.
Tandarts BUIJS
Klaververkooping
Franco verzending
door geheel Flakkee.
M. SPOON Az.
PANDBRIEVEN
GIMBORN'S STUDIE-WATERVERF
Het Beste!
Adverteert in Onze Eilanden.
WOENSDAG
8 AUGUSTUS 1928
DWAALLICHTEN.
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1928.
VERKOOPINGEN.
Op WOENSDAG 8 AUGUSTUS 1928, des
namiddags ten 7 80 uur (6 30 oude tijd)
te Melissant in het café Van der Werf
aldaar van Vruchte te velde in den Gabriel-
linapolder ten verzoeke van den Curator
in het faillissement van Jan Menders Johz.
te Melissant.
Deurwaarder GROENENDIJK.
Op DONDERDAG 9 AUGUSTUS 1928, 's av.
halfzeven uur (z tteSommelsdyb,in hötel
Spee, afslag, van: 5.26 90 H.A. (18 gem.
1 R S.M.) Tuinland, te Sommelsdyt, aan
den Dorpsweg, in de z.g. „Oude Stee", in
18 perceelen en combinatie. 1 December
1928 uit de pacht. Ten verzoeke van de
gezamenlijke eigenaren Familie DeGraafi
te Middelharnis en N.V. Zilversmit en
Pinto te Rotterdam.
Notaris VAN DER SLUYS.
Op DINSDAG 14 AUGUSTUS 1928, voorm.
10 uur, te Stellendam in Hotel Kaashoek
van 26 perceelen 2e snede Klavers onder
Stellendam, ten verzoeke van den heer
D. Goekoop te Goedereede.
Notaris VAN DER SLUYS.
Naar de Noorsche Fjorden met
de Ned. Reisvereeniging.
i.
Het koninkrijk Noorwegen vormt met het
koninkrijk Zweden het Skandinavisch schier
eiland, het grootste van Europa, driemaal
zoo groot b.v. als het eveneens naar het
Zuiden gerichte Apennijnsch schiereiland
(Italië). Van Kaap Lindesnaos in het Zuiden
tot de Noordkaap in het Noorden bedraagt
zijn lengte 1700 K.M. d.w.z. een afstand
bijna zoo groot als van Rotterdam naar
Lissabon.
De geheele oppervlakte van het koninkrijk
bedraagt 3*23.000 K.M8., dus bijna tien maal
de grootte van Nederland. Was Noorwegen
even dicht bevolkt als ons vaderland, dan
zou het ongeveer 65 millioen inwoners tellen
het heeft er slechts 2£ millioen.
Een groot gedeelte des lands toch ligt
geheel woest, het is een uitgestrekt rots
plateau, dat door diepe inhammen van de
zee, de Fjorden, in een groot aantal kleinere
hoogvlakten wordt verdeeld, waaraan de
Noren den naam Fjeld, d.i. veld, geven.
Van uit zee gezien, maakt het Skandina
visch gebergte den indruk van een Alpen
landschap; komt men evenwel van de land
zijde, uit Zweden dus, dan ziet men niets
dan uitgestrekte hoogvlakten, tot men plot
seling aan de fjordenkust, aan den voet van
den steilen bergwand, in peillooze diepte
den oceaan ziet liggen. Niet ten onrechte
vergelijkt dan ook een Zweedsch cartograaf
het Skandinavisch hoogland bij een ontzet
tend groote versteende brandingsgolf, die
van het Oosten naar het Westen deinend
oploopt om dan bijna loodrecht naar beneden
te storten.
Alleen hier en daar neemt het bergland
een werkelijk Alpenkarakter aan, o.a. in het
Romsdal, waar de bergen pieken (tinder) en
hoornen (horner) zijn, getande sneeuwtoppen
als in Zwitserland.
Het fjeldlandschap is buitengewoon som
ber, woest en droefgeestig, het ligt bijna
geheel boven de boomgrens (1000 M en is
een aaneenschakeling van eindelooze woes
tenijen, waar ook zomers de Poolwint giert
of sneeuwstormen woeden. Geen akkers,
geen weiden, geen dorpen, niets geeft de
eenzame hoogvlakte eenige kleur of eenig
leven. De rotsgrond is of geheel kaal, alleen
hier en daar bedekt met geelgroene of grauwe
korstmossen, of wel vertoont een schamelen
plantengroei van dwergberken, jeneverstrui
ken, poolwilgen en heide Groote uitgestrekt
heden hebben bijna geen afvloeiing en zijn
moerassig.
Daar de sneeuwgrens in het Noorden des
lands 750 M in West-Noorwegen 1500 a
1900 M boven de zeespiegel ligt, (in de
Alpen 2700 M.) zijn groote gebieden met
eeuwige sneeuw en ijs bedekt. Noorwegen
heeft aldus sneeuw- en ijsvelden van gewel
dige afmetingen, de grootste van Europa.
De Noorsche ijsvelden vormen zich niet,
zooals in de Alpen, inzinkingen van den
bodem, zy bedekken de eenigszins naar boven
gewelfde oppervlakte met een dikke kap
van ijs, of m.a.w, de ijsvelden liggen niet
concauf (hol), maar convox (bol). Dergelijke
ysbedekkingen noemt men Lundys. Van de
randen van de ijskap dalen talrijke giet-
schers naar beneden, die soms tot in het
dal reiken, soms slechts een gedeelte van
den bergwand bedekken (hanggletschevs).
Het grootste landijscomplex van Europa,
de Jostedalbrao, heeft een oppervlakte bijna
zoo groot als onze provincie Utrecht.
Vierentwintig gletschers en een groot aan
tal hanggletschers dalen van zijn rand naar
beneden. De Ned. Reisvereeniging brengt
een bezoek aan twee der schoonste glet
schers, den Brixdalsbrao en den Kjendalsbrao
(brao: gletscher). Een ander landjjsgebied is
de Folgefond, waarvan o.a. Buurbrao afdaalt.
Het landijs van den Jostodalsbrao, zonder
de afdalende gletschers, heeft een oppervlakte
van 1076 K.M2. (prov. Utrecht 1390 K.M8.);
in het midden ligt het ruim 200 M., aan de
randen 14001800 M. hoog. Vierentwintig
groote gletschers en talrijke hanggletschers
dalen van de ijskap omlaag, de groote tot
300 h 600 M., één tot slechts 42 M. boven
den zeespiegel.
De grootste gletscher in Zwitserland, de
Aletschgletscher, lang 16.5 K.M., breed ge
middeld 1.5 K.M., ontstaat uit firnvelden
(firn is de korrelige sneeuw, die door den
grooten druk langzamerhand in glescherijs
overgaat) met een gezamelijk oppervlak van
bijna 100 K.M2; de „gletschertong" is bijna
30 K.M8. groot, zoodat het totale oppervlak
wordt 130 K.M2.
De groote gletscher van Zermatt, deGor-
sergletscher, meet 67 K M8., die van Chamo-
nix, de Mer de Glacé, 55 K.M2.
Wat de Noorsche gletschers van de Zwit-
sersche onderscheidt, is hun buitengewone
helderheid. Doordat zij niet, als die der Alpen,
in kommen opgesloten liggen, door hooge
bergwanden begrensd, vallen er op de ijs-
oppervlakte slechts weinig verweeringspro-
ducten: steenen en puin, zoodat bijna overal
het schitterend witte of blauwe fis te voor
schijn treedt.
In den fistjjd was het grootste gedeelte
van Skandinavië bedekt met een dikke laag
landijs, zooals thans Groenland. De geweldige
uitloopers ervan schoven over den ondiepen
bodem der Noordzee tot ons land; een be
langrijk deel van den Nederlandschen bodem
is aldus gevormd door het puin en de steenen
afkomstig van het Skandinavisch bergland.
In Noorwegen zelf zyn weinig verweerings-
producten achtergebleven en de harde rots
grond is slechts ten deele en dan nog met
een dunne laag teelaarde bedekt, geheel
anders dan in Zwitserland.
Bij de verklaring van dat verschil moet
men aan twee dingen denken. Ten eerste
is Skandinavië langer dan Zwitserland onder
het ijs verscholen gebleven; de invloeden,
die de rots in puin doen veranderen (de
verweering) hebben in Noorwegen dus korter
kunnen werken dan in de Alpen. Ten tweede
zjjn de rivierdalen, die in de Alpen in hoofd
zaak het landbouwgebied vormen, in Noor
wegen door een latere daling van den bodem
volgeloopen met zeewater en vormen thans
de fjorden.
Een Noordsche legende verklaart de eigen
aardigheid des lands op geheel andere wijze
dan de wetenschap. Toen God de wereld
geschapen had, zag Hij, dat zij goed was en
verheugde zich daarover. Dat maakte den
duivel zoo kwaad, dat hij een vervaarlijk
rotsblok op nam en naar de aarde slingerde,
waar het al het goede land in het Noorden
verpletterde. Naakt en zwart lag het rots
gevaarte daar, met diepe reten en kloven,
en'de bij de val afgebrokkelde stukken vulden
de zee met klippen en rotsen, mfilen ver
in 'trond. Helaas had de goede God bijna
al de teelaarde gebruikt, maar om goed te
maken wat de booze duivel bedorven had,
strooide hij alles wat Hy nog had op het
rotsblok, waar het boven het zeewater uit
stak. Zoo ontstond Skandinavië.
De Rust en de Fjorden.
De Noorsche kust heeft zonder insnijdin
gen een lengte van 2800 K.M., mèt de in
snijdingen 6 maal zooveel. Diep dringt de
zee dan ook landwaarts de fjorden in. De
Sognefjord b.v. heeft een lengte van 180 K.M.
Wat dat getal zeggen wil, blijkt als men
bedenkt dat in Frankrijk een fjord van de
afmetingen Parfis tot een zeestad zou maken.
Nog duidelijker wordt wellicht de gewel
dige lengte der fjorden, als men een oogen-
blik nagaat, wat de gevolgen zouden zijn,
als bij Hoek van Holland den zeearm van
die afmetingen van de Sognefjord ons land
binnendrong Een blik op de kaart leert ons,
dat in dat geval niet alleen Rotterdam en
Utrecht, maar ook Arnhem en zelfs Winters
wijk zeesteden zouden worden, te bereiken
door zeeschepen van den grootsten diepgang.
Naar de aardige opmerking van Paul
Güasfeld in zjjn werk „Kaiser WilhelmsII
Reisen nach Norwegen in den Jahre 1889
bis 1892" is een fjord een ding, dat het
midden houdt tusschen een rivier, een meer
en een baai. Aan de rivier herinneren de
lengte, de windingen, de zijtakken. Met de
Alpenmeren komt de fjord overeen door do
loodrechte bergwanden langs haar oevers,
het heerlijk uitzicht op de eeuwige sneeuw
en de gletschers. Aan de baaien wordt men
herinnerd door het zoute water, en de ver
schijnselen van eb en vloed, althans aan
haar mond.
De fjorden zijn buitengewoon diep, veel
dieper dan de Noordzee, die het in het Z O.-
bekken met uitzondering van een betrekke
lijk smalle geul, nergens verder brengt dan
tot 50 M. De Hardangerfjord b.v. is tot 800 M.
diep. De grootste der Noorsche fjorden, de
Sognefjord is nog dieper; haar rustige wate
ren bedekken ware afgronden; men heeft
diepten tot 1244 M. gepeild.
Even diep als de bodem onder de water
oppervlakte verborgen ligt, even hoog rijzen
de steile wanden uit het water op. De rots
wanden van de Sognefjard verheffen zich
op sommige plaatsen tot 1600 M. boven het
Vierwaldstattermeer).
De geheele bouw der fjorden doet ons
denken aan de U-vormige dalen der Alpen,
de z g. „trogdalen", waarvan het dal by
Lauterbrunnen het klassieke voorbeeld is.
Laat men zich een oogenblik verplaatst
achten aan de Zuidzijde der Alpen. Omhoog
de sneeuwvelden, de gletschers, de kale rot
sen, omlaag de liefljjks Italiaansche meren
met hun weelderigen plantengroei. Stelt
men zich dan voor, dat de bodem zoover
daalde, dat niet alleen de Po-vlakte, maar
ook de Alpendalen en de meren onder
water zouden geraken, dan heeft men zich
het ontstaan der Noorsche kust aanschouwe
lijk gemaakt; de fjorden zijnondergeloopen
dalen en meren, de schiereilanden en de
eilanden wijzen een verzonken geborgte aan.
Over de vraag, hoe de „trogdalen" zelve
zijn ontstaan, gaan de meeningen der vak
geleerden zeer uiteen. Men zal niet ver van
de waarheid zijn door aan te nemen, dat zij
reeds vóór het jjstijdvak als zwaktelijnen
en rivierdalen aanwezig waren, echter eerst
door de gletscherwerking haar eigenaardigen
vorm en groote diepte kregen.
Het is thans de plaats iets te zeggen over
de eilandenwereld langs de kunst en vooral
enkele punten van verschil aan te geven
tusschen dit landschapstype en de eigenlijke
fjorden.
Bijna zonder onderbreking strekt zich van
het eiland Karmö tot de Noordkaap een
archipel uit van 150.000 eilanden en klippen,
de SKJAERGAARD (spreek uit: sjergoor;
gaard: tuin).
Eilanden en rotsen duiken glad en dikwijls
glanzend als de ruggen van logge zeemon
sters uit het woelige water op, aldus hun
oorsprong verradend aan elk eenigszins ge
oefend oog. Deze rotsen zijn gepolijst door
de langzame, voortdurende wrijving van de
reusachtige gletschers, die eeuwen lang in
den ystijd erover heen gegleden zijn. Een
wirwar van kanalen en straten scheidt de
eilanden van elkaar, waar wel de schepen
beschut zijn tegen de zware deining van den
oceaan, maar waar toch eb en vloed zich
doen gevoelen en het water zout smaakt,
zeewater is. Op de oevers scharen zich de
kleurige kleine visschersdorpen met hun
roode of inktzwarte houten huizen door
roode pannen gedekt en hier en daar schuilt,
goed beschut, een zeestadje weg achter den
rotsmuur.
De fjord daarentegen is geen zee meer,
10 20 K.M. landwaarts in doet zich het
getij niet meer gevoelen, de zwarte streep
langs den oever, die de wisseling van eb
en vloed verried, verdwynt. Het water is
volkomen kalm en rustig, alleen de schroef
van de stoomboot doet de oppervlakte rim
pelen. Het is ook geen zoutwater meer, of
liever, boven liet zeewater, dat de groote
massa van de fjord vormt, vloeit langzaam
naar zee het zoetwater van de tallooze
watervallen, meren en gletschers. Zoetwater
en zoutwater vermengen zich niet, op ver
schillende plaatsen putten de schippers het
water voor dagelfiksch gebruik uit de fjord
en dat water is niet eens brak.
De oeversbewoners zijn geen zeelui, geen
visschers, het zijn boeren. Overal waar een
vlak stukje grond, hoe klein ook, zich uit
strekt tusschen de steile berghelling en de
peillooze diepte van de fjord, verheft zich
een woning, een „gaard". Als de zoom wat
grooter is, zyn er meer huizen, maar steeds
van elkaar gescheiden en tamelijk ver van
elkaar verwijderd. Soms is er een geheele
ry huizen met ergens wat verder af, een
kerk en wy hebben het begin van een lan
delijke gemeente. De boeren langs de fjord
hebben vaartuigen, maar toch zijn het geen
visschers of schippers, de fjord is voor hen
de weg, waarlangs zij hun buren kunnen
bereiken.
Een enkel woord nog over dez.g.strand-
lijnen en strandvlakten.
In de fjord-rotsen zijn smalle vlakten
(strandlijnen en Seter) ingesneden, welke op
horizontaal loopende wegen gelijken waarvan
de lengte schommelt tusschen 1 en 22 K.M.
de breedte wisselt van 10—70 M. en die
soms gelegen zijn tot een hoogte van 180 M.
boven zee. Ook gebeurt het, dat er meerdere
boven elkander voorkomen.
Naast deze smalle strandlijnen komen ook
breeders strandvlakten voor, waarop de
meeste dorpen en gehuchten zijn gebouwd.
Deze strandvlakten liggen allen op één
hoogtelijn, n.l. van 30—50 M. Seter en
Strandflate (flatevlakte), zooals de Noor de
uitgestrekte vlakte noemt, zyn beide produc
ten van de zee, die met haar geweldige
branding de rotsen bewerkte, toen na de
groote daling van den bodem, die de fjorden
deed ontstaan, nog niet de rijzing was ge
volgd, die strandlijnen en strandvlakten
boven den zeespiegel heeft opgeheven.
Gebruik van den bodem.
Byna 3/4 van den bodem ligt woest, iets
minder van (22 is met wouden bedekt,
(in het Noorden uitsluitend naaldhout, in
het Zuiden ook loofboomen, zooals eiken en
beuken), het overige is weiland en voor een
heel gering gedeelte (nog niet 1 bouw
land. (Vergelijk Nederland: woest 15
bosch 8 bouwland 27 wei 35
De bosschen vnl. sparren en dennen, be
dekken groote uitgestrekheden in het Z O.,
een streek, waarvan het middelpunt is de
hoofdstad Oslo (Kristiania).
Weiden ziet men overal langs de fjorden,
maar de oppervlakte ervan is toch maar een
klein percentage des landsde Noorsche boer
beschouwt zyn gras als een kostbaar artikel,
geen sprietje laat hij verloren gaan. Men zal
goed doen met dit verschil tüsschen Noor
wegen en ons land rekening te houden. Een
groep toeristen, wandelde over een weiland
en het gras vertrappende, of wel een weide
gebruikende als aangenaam plekje om te
picnicken, doet een Noordschen boer in de
zelfde woede ontsteken als zjjn Nederland
schen college by het zien van een gezel
schap, kalm zfin weg nemende dwars door
zijn korenveld of moestuinen.
In Augustus ziet men weinig vee in de
dalen, het is boven op den „Saeter"of Skan-
dinavische alpenwei, waar het zich voedt
met de mossen, korstmossen en heide, die
de korte Noorsche zomer in grooten overvloed
doet opgroeien. Van 30 tot 70 dagen, soms
langer, brengen de jonge mannen en vrouwen
daar in byna volkomen afzondering door.
Langs de fjordwanden, die naar het Zuiden
gekeerd zyn, beschut tegen den Poolwind,
die ook in den zomer over de hoogvlakte
waait, liggen op verschillende plaatsen, vooral
in de Hardangerfjord, rijke boomgaarden met
heerlyk ooft (Kersen, peren, appelen).
(Wordt vervolgd).
Zondag 5 Augustas 1928.
NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
Middelharnis, vm. leeskerk eu 'sav. (doonl ds
v. d. Wal uit Dirksland. P'
Sommelsdijk, vm. en 'sav. ds. Den Oudsten uit
Elburg.
Dirksland, vm. ds. v. d. Wal.
Herkingen, vm. en 'sav. dhr. Van Ieperen.
Stellendam, 'sav. dhr. Vetter uit Langstraat.
Goedereede, nm. ds. Van Arneide uit S'dijk.
Ouddorp, vm. ds. Van Arneide uit S'dijk en
nm. ds. den Oudsten uit Elburg.
Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en 'sav. ds. v. d.
Zee.
Oude Tonge, geen opgaaf.
Ooltgensplaat, vm. leeskerk en 's av. ds. Polhuijs
uit Stad aan 't Haringvliet.
Langstraat, vm. en nm. dhr. Vetter.
Den Bommel, vm.ds. v.d. Zee en 'sav. leeskerk.
Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhujjs en 'a av.
leeskerk
Hellevoetsluis, vm. ds. Timmer.
Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester.
Nieuwenhoorn, vm. ds. de Voogd v. d. Straaten.
Rockauje, 'sav. ds. Timmer van Hellevoetsluis.
Vierpolders. vm. ds. Los.
Zwartewaal, 's av. ds. de Voogd v. d. Straaten van
Nieuwenhoorn.
LUTHERSCHE KERK.
Hellevoetsluis. 'sav. ds. Schmidt.
PROTESTANTENBOND.
Brielle, (Kerkstraat) vm. dhr. Miedema uit
Amersfoort.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 'sav. ds. de Lange uit
Waarder.
Stellendam, vm. en 's av. dhr. Hayer uit Zuidland.
Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer.
Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange.
Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma.
Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds de Graaf.
Hellevoetsluis, vm. ds. Westerhuijs.
Nieuw-Helvoet, 's av. ds. Westerhuijs.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Stad aan't Haringvliet, vm.,nm.en'sav.leeskerk
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. De Blois.
Herkingen, vm., en 'sav. leeskerk.
Ouddorp. vm. en 'sav. leeskerk.
De reden.
„Waarom ben je niet meer bij Trommel
en Co?"
„Och, die deden dingen, die mij niet aan
stonden."
„Zoo, wat dan?"
„Zij zegden mij den dienst op."
Hij: „U wilt my dus niet huwen?"
Lief meisjet „Onmogelijk 1"
Hij: „Vroeger scheen u mij toch lief te
hebben. Uw oogen schitterden, als ik aan
kwam, en dikwfils zag ik, als ik u stilzwij
gend zat aan te staren, dat u ontroerd was."
Lief meisje: „Dat is waar, maar sinds u
uw bakkebaarden hebt afgeschoren lijkt u
niet meer zooveel op mfin arme dooie
Pukkie".
Droomen.
„Geloof jij aan droomen, Kees
„Zeker."
„Wat beteekent het dan, als een getrouwd
man droomt, dat hij nog vrijgezel is
„Dat hem een groote teleurstelling wacht
bij zfin ontwaken."
OOLTGENSPLAAT.
Jaarlijksche Algemeene Ver
gadering van aandeelhouders
op Zaterdag 11 Augustus
1928, des namiddags 3 uur,
(wettelijke tijd)
ten kantore der Vennootschap.
Agenda:
Goedkeuring der balans met ver-
lies- en winstrekening.
De stukken liggen vanaf heden
voor Aandeelhouders aan bovenge
noemde Vennootschap ter inzage.
Aandeelhouders die deze vergadering
wenschen te bezoeken moeten hun
aandeelen vóór Woensdag 3 Augus
tus 1928, 's middags 3 uur ten Kan
tore der Vennootschap deponeeren.
RAAD VAN COMMISSARISSEN.
Arts D. REMPT, Rotterdam
Huidziekten - Rheumatiek - Ischias
Bloedonderzoek.
Spreekuren 8—10, 12—3 en 'sav. 7uur.
Verhuisd naar Maaskade 112
van
in den Gabriellinapolder
Eigenh. aardappelen, koe
peen, uien, voederbleten,
en suikerbieten ten verzoeke
van den Curator in het faillisse
ment van JAN MIJNDERS Johz.
te MELISSANT
des namiddags ten 7.30
uur (6.30 oude tijd) le Melis
sant in het Café VAN DER
WERF aldaar.
Deurwaarder GROENENDIJK.
Wie niet adverteert, wordt vergeten.
Kantoor: VOORSTRAAT 5, MIDDELHARNIS.
Kantooruren
DAGELIJKS van v.m. 9—12 uur;
ZATERDAG van 9—1 uur.
MAANDAG en DONDERDAG n.m. 6-
n.m. van 2—4 uur.
7 uur.
Rentevergoeding 3.6 Rentevergoeding met halve maanden.
De Nutsspaarbank werkt uitsluitend in het belang der Spaarders en kan daar
door de meest mogelijke zekerheid garandeeren. Strikte geheimhouding.
Vlugge terugbetaling, ook van grootere bedragen. Dagelijksche inbreng en terug
betaling. Betrouwbaar, veilig en solide.
Aangesloten bi] bet Nederlandscb Spaarbankburean.
De Centrale Proeftuin
voor
Goeree en Overflakkee
te Middelharnis (Langeweg)
ls op eiken werkdag voor belangstel-
ledden GRATIS TOEGANKELIJK.
Desgewenscht geeft de tuinman alle
Inlichtingen, die mochten worden ver
langd.
RADICALE GENEZING
de hardnekkigste Aambeien
kunt U genezen binnen enkele weken.
I Kipstraat 43, R'dam
Niet goed* geld terug.
is Zaterdag 4 Augustus
AFWEZIG
op Dinsdag 14 Augustus
1928, voorm. ÏO uur, te Stel»
lendam in Hotel KAASHOEK
26 perceelen
2e snede KLAVERS
onder Stellendam,
ten verzoeke van den Heer D. GOE
KOOP te Goedereede.
2—1 Notaris VAN DER SLUYS.
„VOORNE& PUTTEN"
Nieuw-Helvoet.
NIEUW-HELVOET.
TE Z1ERÏKZEE
TC KAAI) AEVDAAfiA* Lompen, metalen, zolderopruimingen.
Il IVUUr UlVIVAAUÜ. Wij betalen de HOOGSTE prijzen.
HENDRIK WIJGERS,
Gouveraestraat 38a - Tel. 31748 - ROTTERDAM.
Verkrijgbaar in eiken boekhandel.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Landbouw.
WAAROM AARDAPPELZIEKTE-
BERICHTEN.
Iedereen is altyd zeer verlangend geweest,
en is dat nog, om vooruit iets meer van
het toekomstige weer te weten. De meeste
menschen kijken daartoe verlangend op den
barometer en meten naar den stand van
dezen laatste of naar de veranderingen in
luchtdruk af welk weer er moet zyn of welk
weer zal moeten komen. Gelukkig voor hen
komt het in ons land vaak uit, dat bij da
lenden barometerstand regen op komst is en
by stijgenden luchtdruk zonneschijn. Maar
zoo eenvoudig is het niet en maar al te vaak
komt het niet uit: meer zelfs dan men
denkt. Dat wordt dan gewoonlijk erg gek
gevonden.
In wezen is het echter heelemaal niet
gek, dat de barometer volgens den publieken
maatstaf vaak anders doet, dan hij moet
doen, want voor een meer betrouwbare weer
voorspelling komt heel wat meer kyken. In
de laatste tientallen jaren zyn er groote vor
deringen op dat gebied gemaakt, dank zij
den arbeid van onze meteorologen en het
beschikbaar zyn van gegevens,-om dergelyke
voorspellingen beter te kunnen maken, over
veel grootere gebieden dan voorheen, mede
door de voortschrydende techniek, die deze
gegevens sneller heeft weten over te brengen.
Niet alleen echter is de weervoorspelling
van belang voor allerlei soort van menschen,
waaronder de landbouwer niet in de laatste
plaats is te rekenen, maar ook en vooral
voor den landbouwer is het van belang te
weten hoe of bet weer groei en opbrengst
van zijn gewassen heeft beïnvloed. En hier-
by is zyn eerste vraag, wat te doen om d6
nadeelen van ongunstige weersinvloeden op
het gewas zoo goed mogelyk te ondervangen
en de eerstvolgende ontwikkeling weer zoo
goed mogelyk te doen zijn. Meer en meer
werken ook de meteorologen mee om hem
hierbij behulpzaam te zyn en het is hun
streven om door rangschikking van hun
gegevens of door het opnemen van nieuwe
gegevens hun werk aan zooveel mogelijk
menschen ten goede te doen komen. Ook
aan den landbouwer.
Vlotte berichtgeving noodzakelijk.
Een prachtig voorbeeld van wat de meteo
rologen reeds in dit nieuwe stadium van
ontwikkeling van hun werkzaamheid hebben
mogen bereiken is de vondst van prof. dr.
E. van Everdingen, hoofddirecteur van het
Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De
Bilt, ten opzichte van de zoo gevreesde
aardappelziekte.
Uit gegevens, verzameld door mej. dr. N.
P. Löhnis om eventueel eenig verband te
kunnen leggen tusschen bepaalde weersom
standigheden en het optreden van deze ziekte,
lukte het professor van Everdingen inder
daad een waardevol samenstel van meteoro
logische factoren voor dit doel op te sporen.
En hieruit is reeds voortgevloeid een regel
matige berichtendienst, die zijn waarschu
wend woord laat hooren als de weersom
standigheden voor de landbouwers ergens
in ons land dermate ongunstig zijn geweest,
dat spoedig een sterke uitbreiding van de
aardappelziekte ook zeer bekend onder
haar latynschen naam Phytophtorainfestans
FEUILLETON.
E. WERNER
VERTALING VAN HERMINA.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
kan worden vei
worden voorkomer
Als wy hier v<
langen voor Neder
diend, moeten wy
waaruit deze beric
de landbouwer daa
Ook ten opzichte
maakt het Meteorc
van de nieuwste :l
techniek vanderaJ
het instituut op de
om 10.45, 11.50, 1
den weerberichten
schuwing by event
gevonden complex
toren, toegevoegd,
te Amsterdam dez
berichten op golfler
landbou-wer kan dl
fiteeren, doch zij
toestel beschikke
schuwing in dagbL
pers vinden.
De aardappelziek
het bespuiten van
kende Bouillie Bo
pap, bereid uit kop|
of wel met Bourgo
uit kopervitriool,
en water, en wel
anderen deze oplo
genaamden pulveri
Daar men had c'
vooral optrad na J
vooral na zwaren c
lijk als men meer
heden zich voor h
van de bespuiting
men deze omstan
genomen, vond mt
men bespoot dus
op dezen vasten tl
Daar het nu bij
komt op het meest
zal een rationeelert
zeer zeker veel nut
pen, daar bespuiting
ïyk weggegooid gel
belangen mee gen
't feit, dat niet alle
van de ziekte de
gewas, groot geva
oogst zelf. Een st
de bladeren zwart
doen zegt daarvoor
meer nog zal spr
rationeele bespuitiri
tot ƒ300,— per Hl
kregen.
Wat dit wil zeg
willen, om hiervan
te geven, nog slee
aardappelcultuur e^
omstreeks 170.000
van de oppervlakte
een uitgestrektheid]
provincie Zeeland,
wij in de komende
verre de voormelde
vloed zal blijken t
teit van ODze aard.
87)
„Dat is 't juist! Ik heb terstond waarschuwingen
afgezonden langs twee verschillende wegen, maar
onze rechtstreeksche verbinding met R. is afge
sneden, de vijand houdt de bergpassen bezet, de
berichten moeten groote omwegen maken en kun
nen niet bij tijds ter bestemder plaatse zijn."
Egon zweeg onthutst. De bergpassen waren
inderdaad door het vijandelijk leger bezet. Eschen-
hagen met zijn regiment moest den weg immers
eerst vrij maken en dit kon dagen lang duren.
„Wij hebben alle mogelijkheden overwogen,"
hernam de generaal, „maar er blijft ons geen uit
weg over, niets dan de flauwe hoop, dat de over
gaaf nog op de eene of andere wijs zal vertraagd
worden. Maar Faikenried is er de man niet naar
om zich te laten ophouden'hij zal de zaak tot een
eind brengen en dan is hij verloren, en honderden,
misschien duizenden mét hem."
Wederom begon hij zijn loop door de kamer. Men
kon hem aanzien, hoe het lot van zijn bedreigde
wapenbroeders hem ter harte ging. Ook de jonge
vorst staarde radeloos voor zich uit; maar op eens
schoot hem een denkbeeld als een bliksemstraal
Reddi
Uit 't verslag 19
tot Redding van Si
terdam, ontleenen
te binnen en hief hij 1
„Excellentie!"
„Nu?"
„Zou 't niet mogel
depêche over de berj
goed ruiter zou desnoi
dag te R. kunnen zi
rijden op leven en d(
„En midden door
zijt toch ook soldaat
niet denkbaar is. De
mijl verd hij zou r(
ten."
„En als er nu eens
dit tóch durfde wagen
lentie."
De generaal fronste
„Bedoelt ge soms.
noodelooze offer? Da
vorst Adelsberg! De
eieren stel ik op hooi
onmogelijke ondernen
lof."
„Ik spreek niet v.
ernstig. „De man, dier
regiment en staat op
posten op den Kapelle
gevangene meldde."
De generaal zag pei
hij xngeloovig het hoo
„Ik herhaal, dat 't
heet die man?"
„Jozef Tanner."
„Gemeen soldaat?"
„Ja, maar vrijwillig"
„Kent ge hem meer