4%% 99% Vruchten te velde Stoomwasscherij Openbare Verkooping Nutsspaarbank Middelharnis-Somtnelsdijk INSULAIRE HYPOTHEEKBANK Predikbeurten. ADVERTENTIËN 1.1 Zaadhandel Zaadteelt 7« A. HOBBEL op WOENSDAG S AUGUSTUS 1928 AAMBEIEN. JL DE SALAMANDER J. Tandarts BUIJS Klaververkooping Franco verzending door geheel Flakkee. M. SPOON Az. PANDBRIEVEN GIMBORN'S STUDIE-WATERVERF Het Beste! Adverteert in Onze Eilanden. WOENSDAG 8 AUGUSTUS 1928 DWAALLICHTEN. ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1928. VERKOOPINGEN. Op WOENSDAG 8 AUGUSTUS 1928, des namiddags ten 7 80 uur (6 30 oude tijd) te Melissant in het café Van der Werf aldaar van Vruchte te velde in den Gabriel- linapolder ten verzoeke van den Curator in het faillissement van Jan Menders Johz. te Melissant. Deurwaarder GROENENDIJK. Op DONDERDAG 9 AUGUSTUS 1928, 's av. halfzeven uur (z tteSommelsdyb,in hötel Spee, afslag, van: 5.26 90 H.A. (18 gem. 1 R S.M.) Tuinland, te Sommelsdyt, aan den Dorpsweg, in de z.g. „Oude Stee", in 18 perceelen en combinatie. 1 December 1928 uit de pacht. Ten verzoeke van de gezamenlijke eigenaren Familie DeGraafi te Middelharnis en N.V. Zilversmit en Pinto te Rotterdam. Notaris VAN DER SLUYS. Op DINSDAG 14 AUGUSTUS 1928, voorm. 10 uur, te Stellendam in Hotel Kaashoek van 26 perceelen 2e snede Klavers onder Stellendam, ten verzoeke van den heer D. Goekoop te Goedereede. Notaris VAN DER SLUYS. Naar de Noorsche Fjorden met de Ned. Reisvereeniging. i. Het koninkrijk Noorwegen vormt met het koninkrijk Zweden het Skandinavisch schier eiland, het grootste van Europa, driemaal zoo groot b.v. als het eveneens naar het Zuiden gerichte Apennijnsch schiereiland (Italië). Van Kaap Lindesnaos in het Zuiden tot de Noordkaap in het Noorden bedraagt zijn lengte 1700 K.M. d.w.z. een afstand bijna zoo groot als van Rotterdam naar Lissabon. De geheele oppervlakte van het koninkrijk bedraagt 3*23.000 K.M8., dus bijna tien maal de grootte van Nederland. Was Noorwegen even dicht bevolkt als ons vaderland, dan zou het ongeveer 65 millioen inwoners tellen het heeft er slechts 2£ millioen. Een groot gedeelte des lands toch ligt geheel woest, het is een uitgestrekt rots plateau, dat door diepe inhammen van de zee, de Fjorden, in een groot aantal kleinere hoogvlakten wordt verdeeld, waaraan de Noren den naam Fjeld, d.i. veld, geven. Van uit zee gezien, maakt het Skandina visch gebergte den indruk van een Alpen landschap; komt men evenwel van de land zijde, uit Zweden dus, dan ziet men niets dan uitgestrekte hoogvlakten, tot men plot seling aan de fjordenkust, aan den voet van den steilen bergwand, in peillooze diepte den oceaan ziet liggen. Niet ten onrechte vergelijkt dan ook een Zweedsch cartograaf het Skandinavisch hoogland bij een ontzet tend groote versteende brandingsgolf, die van het Oosten naar het Westen deinend oploopt om dan bijna loodrecht naar beneden te storten. Alleen hier en daar neemt het bergland een werkelijk Alpenkarakter aan, o.a. in het Romsdal, waar de bergen pieken (tinder) en hoornen (horner) zijn, getande sneeuwtoppen als in Zwitserland. Het fjeldlandschap is buitengewoon som ber, woest en droefgeestig, het ligt bijna geheel boven de boomgrens (1000 M en is een aaneenschakeling van eindelooze woes tenijen, waar ook zomers de Poolwint giert of sneeuwstormen woeden. Geen akkers, geen weiden, geen dorpen, niets geeft de eenzame hoogvlakte eenige kleur of eenig leven. De rotsgrond is of geheel kaal, alleen hier en daar bedekt met geelgroene of grauwe korstmossen, of wel vertoont een schamelen plantengroei van dwergberken, jeneverstrui ken, poolwilgen en heide Groote uitgestrekt heden hebben bijna geen afvloeiing en zijn moerassig. Daar de sneeuwgrens in het Noorden des lands 750 M in West-Noorwegen 1500 a 1900 M boven de zeespiegel ligt, (in de Alpen 2700 M.) zijn groote gebieden met eeuwige sneeuw en ijs bedekt. Noorwegen heeft aldus sneeuw- en ijsvelden van gewel dige afmetingen, de grootste van Europa. De Noorsche ijsvelden vormen zich niet, zooals in de Alpen, inzinkingen van den bodem, zy bedekken de eenigszins naar boven gewelfde oppervlakte met een dikke kap van ijs, of m.a.w, de ijsvelden liggen niet concauf (hol), maar convox (bol). Dergelijke ysbedekkingen noemt men Lundys. Van de randen van de ijskap dalen talrijke giet- schers naar beneden, die soms tot in het dal reiken, soms slechts een gedeelte van den bergwand bedekken (hanggletschevs). Het grootste landijscomplex van Europa, de Jostedalbrao, heeft een oppervlakte bijna zoo groot als onze provincie Utrecht. Vierentwintig gletschers en een groot aan tal hanggletschers dalen van zijn rand naar beneden. De Ned. Reisvereeniging brengt een bezoek aan twee der schoonste glet schers, den Brixdalsbrao en den Kjendalsbrao (brao: gletscher). Een ander landjjsgebied is de Folgefond, waarvan o.a. Buurbrao afdaalt. Het landijs van den Jostodalsbrao, zonder de afdalende gletschers, heeft een oppervlakte van 1076 K.M2. (prov. Utrecht 1390 K.M8.); in het midden ligt het ruim 200 M., aan de randen 14001800 M. hoog. Vierentwintig groote gletschers en talrijke hanggletschers dalen van de ijskap omlaag, de groote tot 300 h 600 M., één tot slechts 42 M. boven den zeespiegel. De grootste gletscher in Zwitserland, de Aletschgletscher, lang 16.5 K.M., breed ge middeld 1.5 K.M., ontstaat uit firnvelden (firn is de korrelige sneeuw, die door den grooten druk langzamerhand in glescherijs overgaat) met een gezamelijk oppervlak van bijna 100 K.M2; de „gletschertong" is bijna 30 K.M8. groot, zoodat het totale oppervlak wordt 130 K.M2. De groote gletscher van Zermatt, deGor- sergletscher, meet 67 K M8., die van Chamo- nix, de Mer de Glacé, 55 K.M2. Wat de Noorsche gletschers van de Zwit- sersche onderscheidt, is hun buitengewone helderheid. Doordat zij niet, als die der Alpen, in kommen opgesloten liggen, door hooge bergwanden begrensd, vallen er op de ijs- oppervlakte slechts weinig verweeringspro- ducten: steenen en puin, zoodat bijna overal het schitterend witte of blauwe fis te voor schijn treedt. In den fistjjd was het grootste gedeelte van Skandinavië bedekt met een dikke laag landijs, zooals thans Groenland. De geweldige uitloopers ervan schoven over den ondiepen bodem der Noordzee tot ons land; een be langrijk deel van den Nederlandschen bodem is aldus gevormd door het puin en de steenen afkomstig van het Skandinavisch bergland. In Noorwegen zelf zyn weinig verweerings- producten achtergebleven en de harde rots grond is slechts ten deele en dan nog met een dunne laag teelaarde bedekt, geheel anders dan in Zwitserland. Bij de verklaring van dat verschil moet men aan twee dingen denken. Ten eerste is Skandinavië langer dan Zwitserland onder het ijs verscholen gebleven; de invloeden, die de rots in puin doen veranderen (de verweering) hebben in Noorwegen dus korter kunnen werken dan in de Alpen. Ten tweede zjjn de rivierdalen, die in de Alpen in hoofd zaak het landbouwgebied vormen, in Noor wegen door een latere daling van den bodem volgeloopen met zeewater en vormen thans de fjorden. Een Noordsche legende verklaart de eigen aardigheid des lands op geheel andere wijze dan de wetenschap. Toen God de wereld geschapen had, zag Hij, dat zij goed was en verheugde zich daarover. Dat maakte den duivel zoo kwaad, dat hij een vervaarlijk rotsblok op nam en naar de aarde slingerde, waar het al het goede land in het Noorden verpletterde. Naakt en zwart lag het rots gevaarte daar, met diepe reten en kloven, en'de bij de val afgebrokkelde stukken vulden de zee met klippen en rotsen, mfilen ver in 'trond. Helaas had de goede God bijna al de teelaarde gebruikt, maar om goed te maken wat de booze duivel bedorven had, strooide hij alles wat Hy nog had op het rotsblok, waar het boven het zeewater uit stak. Zoo ontstond Skandinavië. De Rust en de Fjorden. De Noorsche kust heeft zonder insnijdin gen een lengte van 2800 K.M., mèt de in snijdingen 6 maal zooveel. Diep dringt de zee dan ook landwaarts de fjorden in. De Sognefjord b.v. heeft een lengte van 180 K.M. Wat dat getal zeggen wil, blijkt als men bedenkt dat in Frankrijk een fjord van de afmetingen Parfis tot een zeestad zou maken. Nog duidelijker wordt wellicht de gewel dige lengte der fjorden, als men een oogen- blik nagaat, wat de gevolgen zouden zijn, als bij Hoek van Holland den zeearm van die afmetingen van de Sognefjord ons land binnendrong Een blik op de kaart leert ons, dat in dat geval niet alleen Rotterdam en Utrecht, maar ook Arnhem en zelfs Winters wijk zeesteden zouden worden, te bereiken door zeeschepen van den grootsten diepgang. Naar de aardige opmerking van Paul Güasfeld in zjjn werk „Kaiser WilhelmsII Reisen nach Norwegen in den Jahre 1889 bis 1892" is een fjord een ding, dat het midden houdt tusschen een rivier, een meer en een baai. Aan de rivier herinneren de lengte, de windingen, de zijtakken. Met de Alpenmeren komt de fjord overeen door do loodrechte bergwanden langs haar oevers, het heerlijk uitzicht op de eeuwige sneeuw en de gletschers. Aan de baaien wordt men herinnerd door het zoute water, en de ver schijnselen van eb en vloed, althans aan haar mond. De fjorden zijn buitengewoon diep, veel dieper dan de Noordzee, die het in het Z O.- bekken met uitzondering van een betrekke lijk smalle geul, nergens verder brengt dan tot 50 M. De Hardangerfjord b.v. is tot 800 M. diep. De grootste der Noorsche fjorden, de Sognefjord is nog dieper; haar rustige wate ren bedekken ware afgronden; men heeft diepten tot 1244 M. gepeild. Even diep als de bodem onder de water oppervlakte verborgen ligt, even hoog rijzen de steile wanden uit het water op. De rots wanden van de Sognefjard verheffen zich op sommige plaatsen tot 1600 M. boven het Vierwaldstattermeer). De geheele bouw der fjorden doet ons denken aan de U-vormige dalen der Alpen, de z g. „trogdalen", waarvan het dal by Lauterbrunnen het klassieke voorbeeld is. Laat men zich een oogenblik verplaatst achten aan de Zuidzijde der Alpen. Omhoog de sneeuwvelden, de gletschers, de kale rot sen, omlaag de liefljjks Italiaansche meren met hun weelderigen plantengroei. Stelt men zich dan voor, dat de bodem zoover daalde, dat niet alleen de Po-vlakte, maar ook de Alpendalen en de meren onder water zouden geraken, dan heeft men zich het ontstaan der Noorsche kust aanschouwe lijk gemaakt; de fjorden zijnondergeloopen dalen en meren, de schiereilanden en de eilanden wijzen een verzonken geborgte aan. Over de vraag, hoe de „trogdalen" zelve zijn ontstaan, gaan de meeningen der vak geleerden zeer uiteen. Men zal niet ver van de waarheid zijn door aan te nemen, dat zij reeds vóór het jjstijdvak als zwaktelijnen en rivierdalen aanwezig waren, echter eerst door de gletscherwerking haar eigenaardigen vorm en groote diepte kregen. Het is thans de plaats iets te zeggen over de eilandenwereld langs de kunst en vooral enkele punten van verschil aan te geven tusschen dit landschapstype en de eigenlijke fjorden. Bijna zonder onderbreking strekt zich van het eiland Karmö tot de Noordkaap een archipel uit van 150.000 eilanden en klippen, de SKJAERGAARD (spreek uit: sjergoor; gaard: tuin). Eilanden en rotsen duiken glad en dikwijls glanzend als de ruggen van logge zeemon sters uit het woelige water op, aldus hun oorsprong verradend aan elk eenigszins ge oefend oog. Deze rotsen zijn gepolijst door de langzame, voortdurende wrijving van de reusachtige gletschers, die eeuwen lang in den ystijd erover heen gegleden zijn. Een wirwar van kanalen en straten scheidt de eilanden van elkaar, waar wel de schepen beschut zijn tegen de zware deining van den oceaan, maar waar toch eb en vloed zich doen gevoelen en het water zout smaakt, zeewater is. Op de oevers scharen zich de kleurige kleine visschersdorpen met hun roode of inktzwarte houten huizen door roode pannen gedekt en hier en daar schuilt, goed beschut, een zeestadje weg achter den rotsmuur. De fjord daarentegen is geen zee meer, 10 20 K.M. landwaarts in doet zich het getij niet meer gevoelen, de zwarte streep langs den oever, die de wisseling van eb en vloed verried, verdwynt. Het water is volkomen kalm en rustig, alleen de schroef van de stoomboot doet de oppervlakte rim pelen. Het is ook geen zoutwater meer, of liever, boven liet zeewater, dat de groote massa van de fjord vormt, vloeit langzaam naar zee het zoetwater van de tallooze watervallen, meren en gletschers. Zoetwater en zoutwater vermengen zich niet, op ver schillende plaatsen putten de schippers het water voor dagelfiksch gebruik uit de fjord en dat water is niet eens brak. De oeversbewoners zijn geen zeelui, geen visschers, het zijn boeren. Overal waar een vlak stukje grond, hoe klein ook, zich uit strekt tusschen de steile berghelling en de peillooze diepte van de fjord, verheft zich een woning, een „gaard". Als de zoom wat grooter is, zyn er meer huizen, maar steeds van elkaar gescheiden en tamelijk ver van elkaar verwijderd. Soms is er een geheele ry huizen met ergens wat verder af, een kerk en wy hebben het begin van een lan delijke gemeente. De boeren langs de fjord hebben vaartuigen, maar toch zijn het geen visschers of schippers, de fjord is voor hen de weg, waarlangs zij hun buren kunnen bereiken. Een enkel woord nog over dez.g.strand- lijnen en strandvlakten. In de fjord-rotsen zijn smalle vlakten (strandlijnen en Seter) ingesneden, welke op horizontaal loopende wegen gelijken waarvan de lengte schommelt tusschen 1 en 22 K.M. de breedte wisselt van 10—70 M. en die soms gelegen zijn tot een hoogte van 180 M. boven zee. Ook gebeurt het, dat er meerdere boven elkander voorkomen. Naast deze smalle strandlijnen komen ook breeders strandvlakten voor, waarop de meeste dorpen en gehuchten zijn gebouwd. Deze strandvlakten liggen allen op één hoogtelijn, n.l. van 30—50 M. Seter en Strandflate (flatevlakte), zooals de Noor de uitgestrekte vlakte noemt, zyn beide produc ten van de zee, die met haar geweldige branding de rotsen bewerkte, toen na de groote daling van den bodem, die de fjorden deed ontstaan, nog niet de rijzing was ge volgd, die strandlijnen en strandvlakten boven den zeespiegel heeft opgeheven. Gebruik van den bodem. Byna 3/4 van den bodem ligt woest, iets minder van (22 is met wouden bedekt, (in het Noorden uitsluitend naaldhout, in het Zuiden ook loofboomen, zooals eiken en beuken), het overige is weiland en voor een heel gering gedeelte (nog niet 1 bouw land. (Vergelijk Nederland: woest 15 bosch 8 bouwland 27 wei 35 De bosschen vnl. sparren en dennen, be dekken groote uitgestrekheden in het Z O., een streek, waarvan het middelpunt is de hoofdstad Oslo (Kristiania). Weiden ziet men overal langs de fjorden, maar de oppervlakte ervan is toch maar een klein percentage des landsde Noorsche boer beschouwt zyn gras als een kostbaar artikel, geen sprietje laat hij verloren gaan. Men zal goed doen met dit verschil tüsschen Noor wegen en ons land rekening te houden. Een groep toeristen, wandelde over een weiland en het gras vertrappende, of wel een weide gebruikende als aangenaam plekje om te picnicken, doet een Noordschen boer in de zelfde woede ontsteken als zjjn Nederland schen college by het zien van een gezel schap, kalm zfin weg nemende dwars door zijn korenveld of moestuinen. In Augustus ziet men weinig vee in de dalen, het is boven op den „Saeter"of Skan- dinavische alpenwei, waar het zich voedt met de mossen, korstmossen en heide, die de korte Noorsche zomer in grooten overvloed doet opgroeien. Van 30 tot 70 dagen, soms langer, brengen de jonge mannen en vrouwen daar in byna volkomen afzondering door. Langs de fjordwanden, die naar het Zuiden gekeerd zyn, beschut tegen den Poolwind, die ook in den zomer over de hoogvlakte waait, liggen op verschillende plaatsen, vooral in de Hardangerfjord, rijke boomgaarden met heerlyk ooft (Kersen, peren, appelen). (Wordt vervolgd). Zondag 5 Augustas 1928. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. Middelharnis, vm. leeskerk eu 'sav. (doonl ds v. d. Wal uit Dirksland. P' Sommelsdijk, vm. en 'sav. ds. Den Oudsten uit Elburg. Dirksland, vm. ds. v. d. Wal. Herkingen, vm. en 'sav. dhr. Van Ieperen. Stellendam, 'sav. dhr. Vetter uit Langstraat. Goedereede, nm. ds. Van Arneide uit S'dijk. Ouddorp, vm. ds. Van Arneide uit S'dijk en nm. ds. den Oudsten uit Elburg. Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en 'sav. ds. v. d. Zee. Oude Tonge, geen opgaaf. Ooltgensplaat, vm. leeskerk en 's av. ds. Polhuijs uit Stad aan 't Haringvliet. Langstraat, vm. en nm. dhr. Vetter. Den Bommel, vm.ds. v.d. Zee en 'sav. leeskerk. Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhujjs en 'a av. leeskerk Hellevoetsluis, vm. ds. Timmer. Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester. Nieuwenhoorn, vm. ds. de Voogd v. d. Straaten. Rockauje, 'sav. ds. Timmer van Hellevoetsluis. Vierpolders. vm. ds. Los. Zwartewaal, 's av. ds. de Voogd v. d. Straaten van Nieuwenhoorn. LUTHERSCHE KERK. Hellevoetsluis. 'sav. ds. Schmidt. PROTESTANTENBOND. Brielle, (Kerkstraat) vm. dhr. Miedema uit Amersfoort. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 'sav. ds. de Lange uit Waarder. Stellendam, vm. en 's av. dhr. Hayer uit Zuidland. Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange. Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma. Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds de Graaf. Hellevoetsluis, vm. ds. Westerhuijs. Nieuw-Helvoet, 's av. ds. Westerhuijs. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Stad aan't Haringvliet, vm.,nm.en'sav.leeskerk GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk. Dirksland, vm. en 'sav. ds. De Blois. Herkingen, vm., en 'sav. leeskerk. Ouddorp. vm. en 'sav. leeskerk. De reden. „Waarom ben je niet meer bij Trommel en Co?" „Och, die deden dingen, die mij niet aan stonden." „Zoo, wat dan?" „Zij zegden mij den dienst op." Hij: „U wilt my dus niet huwen?" Lief meisjet „Onmogelijk 1" Hij: „Vroeger scheen u mij toch lief te hebben. Uw oogen schitterden, als ik aan kwam, en dikwfils zag ik, als ik u stilzwij gend zat aan te staren, dat u ontroerd was." Lief meisje: „Dat is waar, maar sinds u uw bakkebaarden hebt afgeschoren lijkt u niet meer zooveel op mfin arme dooie Pukkie". Droomen. „Geloof jij aan droomen, Kees „Zeker." „Wat beteekent het dan, als een getrouwd man droomt, dat hij nog vrijgezel is „Dat hem een groote teleurstelling wacht bij zfin ontwaken." OOLTGENSPLAAT. Jaarlijksche Algemeene Ver gadering van aandeelhouders op Zaterdag 11 Augustus 1928, des namiddags 3 uur, (wettelijke tijd) ten kantore der Vennootschap. Agenda: Goedkeuring der balans met ver- lies- en winstrekening. De stukken liggen vanaf heden voor Aandeelhouders aan bovenge noemde Vennootschap ter inzage. Aandeelhouders die deze vergadering wenschen te bezoeken moeten hun aandeelen vóór Woensdag 3 Augus tus 1928, 's middags 3 uur ten Kan tore der Vennootschap deponeeren. RAAD VAN COMMISSARISSEN. Arts D. REMPT, Rotterdam Huidziekten - Rheumatiek - Ischias Bloedonderzoek. Spreekuren 8—10, 12—3 en 'sav. 7uur. Verhuisd naar Maaskade 112 van in den Gabriellinapolder Eigenh. aardappelen, koe peen, uien, voederbleten, en suikerbieten ten verzoeke van den Curator in het faillisse ment van JAN MIJNDERS Johz. te MELISSANT des namiddags ten 7.30 uur (6.30 oude tijd) le Melis sant in het Café VAN DER WERF aldaar. Deurwaarder GROENENDIJK. Wie niet adverteert, wordt vergeten. Kantoor: VOORSTRAAT 5, MIDDELHARNIS. Kantooruren DAGELIJKS van v.m. 9—12 uur; ZATERDAG van 9—1 uur. MAANDAG en DONDERDAG n.m. 6- n.m. van 2—4 uur. 7 uur. Rentevergoeding 3.6 Rentevergoeding met halve maanden. De Nutsspaarbank werkt uitsluitend in het belang der Spaarders en kan daar door de meest mogelijke zekerheid garandeeren. Strikte geheimhouding. Vlugge terugbetaling, ook van grootere bedragen. Dagelijksche inbreng en terug betaling. Betrouwbaar, veilig en solide. Aangesloten bi] bet Nederlandscb Spaarbankburean. De Centrale Proeftuin voor Goeree en Overflakkee te Middelharnis (Langeweg) ls op eiken werkdag voor belangstel- ledden GRATIS TOEGANKELIJK. Desgewenscht geeft de tuinman alle Inlichtingen, die mochten worden ver langd. RADICALE GENEZING de hardnekkigste Aambeien kunt U genezen binnen enkele weken. I Kipstraat 43, R'dam Niet goed* geld terug. is Zaterdag 4 Augustus AFWEZIG op Dinsdag 14 Augustus 1928, voorm. ÏO uur, te Stel» lendam in Hotel KAASHOEK 26 perceelen 2e snede KLAVERS onder Stellendam, ten verzoeke van den Heer D. GOE KOOP te Goedereede. 2—1 Notaris VAN DER SLUYS. „VOORNE& PUTTEN" Nieuw-Helvoet. NIEUW-HELVOET. TE Z1ERÏKZEE TC KAAI) AEVDAAfiA* Lompen, metalen, zolderopruimingen. Il IVUUr UlVIVAAUÜ. Wij betalen de HOOGSTE prijzen. HENDRIK WIJGERS, Gouveraestraat 38a - Tel. 31748 - ROTTERDAM. Verkrijgbaar in eiken boekhandel. Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Landbouw. WAAROM AARDAPPELZIEKTE- BERICHTEN. Iedereen is altyd zeer verlangend geweest, en is dat nog, om vooruit iets meer van het toekomstige weer te weten. De meeste menschen kijken daartoe verlangend op den barometer en meten naar den stand van dezen laatste of naar de veranderingen in luchtdruk af welk weer er moet zyn of welk weer zal moeten komen. Gelukkig voor hen komt het in ons land vaak uit, dat bij da lenden barometerstand regen op komst is en by stijgenden luchtdruk zonneschijn. Maar zoo eenvoudig is het niet en maar al te vaak komt het niet uit: meer zelfs dan men denkt. Dat wordt dan gewoonlijk erg gek gevonden. In wezen is het echter heelemaal niet gek, dat de barometer volgens den publieken maatstaf vaak anders doet, dan hij moet doen, want voor een meer betrouwbare weer voorspelling komt heel wat meer kyken. In de laatste tientallen jaren zyn er groote vor deringen op dat gebied gemaakt, dank zij den arbeid van onze meteorologen en het beschikbaar zyn van gegevens,-om dergelyke voorspellingen beter te kunnen maken, over veel grootere gebieden dan voorheen, mede door de voortschrydende techniek, die deze gegevens sneller heeft weten over te brengen. Niet alleen echter is de weervoorspelling van belang voor allerlei soort van menschen, waaronder de landbouwer niet in de laatste plaats is te rekenen, maar ook en vooral voor den landbouwer is het van belang te weten hoe of bet weer groei en opbrengst van zijn gewassen heeft beïnvloed. En hier- by is zyn eerste vraag, wat te doen om d6 nadeelen van ongunstige weersinvloeden op het gewas zoo goed mogelyk te ondervangen en de eerstvolgende ontwikkeling weer zoo goed mogelyk te doen zijn. Meer en meer werken ook de meteorologen mee om hem hierbij behulpzaam te zyn en het is hun streven om door rangschikking van hun gegevens of door het opnemen van nieuwe gegevens hun werk aan zooveel mogelijk menschen ten goede te doen komen. Ook aan den landbouwer. Vlotte berichtgeving noodzakelijk. Een prachtig voorbeeld van wat de meteo rologen reeds in dit nieuwe stadium van ontwikkeling van hun werkzaamheid hebben mogen bereiken is de vondst van prof. dr. E. van Everdingen, hoofddirecteur van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De Bilt, ten opzichte van de zoo gevreesde aardappelziekte. Uit gegevens, verzameld door mej. dr. N. P. Löhnis om eventueel eenig verband te kunnen leggen tusschen bepaalde weersom standigheden en het optreden van deze ziekte, lukte het professor van Everdingen inder daad een waardevol samenstel van meteoro logische factoren voor dit doel op te sporen. En hieruit is reeds voortgevloeid een regel matige berichtendienst, die zijn waarschu wend woord laat hooren als de weersom standigheden voor de landbouwers ergens in ons land dermate ongunstig zijn geweest, dat spoedig een sterke uitbreiding van de aardappelziekte ook zeer bekend onder haar latynschen naam Phytophtorainfestans FEUILLETON. E. WERNER VERTALING VAN HERMINA. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) kan worden vei worden voorkomer Als wy hier v< langen voor Neder diend, moeten wy waaruit deze beric de landbouwer daa Ook ten opzichte maakt het Meteorc van de nieuwste :l techniek vanderaJ het instituut op de om 10.45, 11.50, 1 den weerberichten schuwing by event gevonden complex toren, toegevoegd, te Amsterdam dez berichten op golfler landbou-wer kan dl fiteeren, doch zij toestel beschikke schuwing in dagbL pers vinden. De aardappelziek het bespuiten van kende Bouillie Bo pap, bereid uit kop| of wel met Bourgo uit kopervitriool, en water, en wel anderen deze oplo genaamden pulveri Daar men had c' vooral optrad na J vooral na zwaren c lijk als men meer heden zich voor h van de bespuiting men deze omstan genomen, vond mt men bespoot dus op dezen vasten tl Daar het nu bij komt op het meest zal een rationeelert zeer zeker veel nut pen, daar bespuiting ïyk weggegooid gel belangen mee gen 't feit, dat niet alle van de ziekte de gewas, groot geva oogst zelf. Een st de bladeren zwart doen zegt daarvoor meer nog zal spr rationeele bespuitiri tot ƒ300,— per Hl kregen. Wat dit wil zeg willen, om hiervan te geven, nog slee aardappelcultuur e^ omstreeks 170.000 van de oppervlakte een uitgestrektheid] provincie Zeeland, wij in de komende verre de voormelde vloed zal blijken t teit van ODze aard. 87) „Dat is 't juist! Ik heb terstond waarschuwingen afgezonden langs twee verschillende wegen, maar onze rechtstreeksche verbinding met R. is afge sneden, de vijand houdt de bergpassen bezet, de berichten moeten groote omwegen maken en kun nen niet bij tijds ter bestemder plaatse zijn." Egon zweeg onthutst. De bergpassen waren inderdaad door het vijandelijk leger bezet. Eschen- hagen met zijn regiment moest den weg immers eerst vrij maken en dit kon dagen lang duren. „Wij hebben alle mogelijkheden overwogen," hernam de generaal, „maar er blijft ons geen uit weg over, niets dan de flauwe hoop, dat de over gaaf nog op de eene of andere wijs zal vertraagd worden. Maar Faikenried is er de man niet naar om zich te laten ophouden'hij zal de zaak tot een eind brengen en dan is hij verloren, en honderden, misschien duizenden mét hem." Wederom begon hij zijn loop door de kamer. Men kon hem aanzien, hoe het lot van zijn bedreigde wapenbroeders hem ter harte ging. Ook de jonge vorst staarde radeloos voor zich uit; maar op eens schoot hem een denkbeeld als een bliksemstraal Reddi Uit 't verslag 19 tot Redding van Si terdam, ontleenen te binnen en hief hij 1 „Excellentie!" „Nu?" „Zou 't niet mogel depêche over de berj goed ruiter zou desnoi dag te R. kunnen zi rijden op leven en d( „En midden door zijt toch ook soldaat niet denkbaar is. De mijl verd hij zou r( ten." „En als er nu eens dit tóch durfde wagen lentie." De generaal fronste „Bedoelt ge soms. noodelooze offer? Da vorst Adelsberg! De eieren stel ik op hooi onmogelijke ondernen lof." „Ik spreek niet v. ernstig. „De man, dier regiment en staat op posten op den Kapelle gevangene meldde." De generaal zag pei hij xngeloovig het hoo „Ik herhaal, dat 't heet die man?" „Jozef Tanner." „Gemeen soldaat?" „Ja, maar vrijwillig" „Kent ge hem meer

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 6