I I w indigestie I B I' LOGEEREN „Hotel-Restaurant SIMONS" PIET SIMONS zorgt voor U CARTER'S IBS! PILLS Pluimveeteelt. PUROL er op! BINNENLAND BH Kf II ft-1 1 I H 1 I I 1811] I' 11 jlji i/ ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1928. gevaarlijk hier de situatie is. Het onderzoek in Mexico tegen den dader der moordaanslag op president Obregon is nog niet geheel beéindigd. Celles zoekt waar schijnlijk nog naar nieuwe troeven tegen de R. K. kerk, waartegen elke hetze hier maar geoorloofd schijnt. Wat zal mijn kind worden INGEZONDEN. II. In de meeste gevallen staan de ouders radeloos tegenover al die belangstelling wat betreft de opvoeding van hun kind. Wat zal mijn kind worden? Dat is dan de gerechte en de angstige vraag der ouders. Zelf weten ze geen raad. Dat hun kind zoo knap was, hadden ze zelf niet kunnen vermoeden. Ja, als ze het allemaal zeggen, dan zal het wel waar zijn. Ze zien nu zelf, dat er iets in hun jongen of meisje zit, maar ze weten niet wat. (En als het dan maar wat goeds is?) Ze gaan hierheen, ze gaan daarheen om raad en inlich tingen, zonder echter tot een besluit te kun nen komen. Om nu de kroon te plaatsen op al dat gewirwar van belangstelling, zyn er consultatie-bureaux komen opdagen, waar de ouders kunnen heengaan om hun bezwaard hart eens op te luchten en advies in te winnen, en te weten te komen, welk beroep het beste voor hun kind zou zijn, want, heusch, er zit wat in, maar wat weten ze niet, en ze weten geen weg te vinden. Deze consultatie-bureaux zijn dan toch wel het toppunt van, ik zou haast zeggen, de driestste stoutmoedigheid. Men- schen die daar voor hun broodje-aan een lesse naar zitten, die in de meeste gevallen de wereld en het leven niet eens van nabij kennen, die hoegenaamd geen kennis dragen van de huis lijke toestanden van de betrokkenen, noch minder van den aanleg en het karakter van het kind, wagen het, om in punten die voor het kind van zooveel belang zyn en waarvan zyne geheele leven afhangt en zijn toekomst aan verbonden is, een raad te geven. Men ziet ze dan ook met een soort van kennersblik over het rapportje van het kind heenbuigen, en de cijfers daarop vermeld schijnbaar met de meeste aandacht bestudeeren, om een oogenblik later met een stalen gezicht Salo- mo's wysheid te verkonden en pertinent te beweren dat of dat beroep lijkt mij voor uw zoon of uwe dochter zeer geschikt; of, dien of dien weg moet ge gaan, dan zal hij of zij er wel komen. (Waar komen? In de gevan genis, in de tuchtschool, in een woonwagen kamp, bij het Leger des Heils of waar?) Uit het koffiedik iemands toekomst voorspellen of uit een schoolrapportje, dat is precies het zelfde en staat nagenoeg op één lijn. Die cijfertjes immers zeggen nog heelemaal niets. Men heeft kinderen met een slecht school rapport en die het toch héél ver in de wereld hebben gebracht; en kinderen met een schit terend schoolrapport, die toch maatschappe lijk schipbreuk hebben geleden en hun roe ping voorbij zijn geloopen. Ik ken kinderen die op school héél middelmatig waren, zoodat men zeggen zou, voor hem is het maar beter een flinke boer te worden, en die toch uit stekende studenten op de Hoogeschool zyn geworden. Andere kinderen ken ik, die in de klasse en op het eind-examen in alles uitblonken, en het met véél moeite toch niet verder hebben kunnen brengen dan tot dorps onderwijzer, onbekwaam zelfs, om een hoofd- acte te halen, of die met een heel bescheiden baantje tevreden moesten zijn. Ik ken jon gens die in de school in alle vakken moeite hadden om te volgen, en zéér zwaar van begrip waren, en ze zijn later toch flinke zakenmenschen en ambtenaren geworden, Een leerling van mij, thans Dr. Reisinger, was de domste van zijne klasse en de ondeu gendste van de school, was tweemaal van de school gestuurd en is nu een van de hoofd leiders van de kolenmijnen op Spitsbergen. Napoleon was tweemaal gedegradeerd begreep van de heele theorie niets, en is later toch een beroemd veldheer geworden. Het karakter, de opvoeding, de neigingen, de huislijke toestanden, die zijn het vooral die bij de beroepskeuze een groote rol spelen, en daarbij komen nog de maatschappelijke toestanden en de omgeving. Indien nu toevallig iemand op zoo'n bureau zit met twaalf ambachten en dertien onge lukken, maar die het toch tot iets heeft weten te brengen, die zelf met alle mogelijke tegen kantingen heeft te doen gehad, die veelzijdig ontwikkeld is (en dat is zoo iemand gewoon lijk wel) die niet alleen Nederland, dat kleine stipje op wereldkaart, kent, maar een beetje verder is geweest en een grooter stukje van onzen aardbol heeft gezien, die in alle denk bare omstandigheden heeft verkeerd en het leven van verschillende zijden kent, die, zelf door ondervinding weet wat de eiscben zijn die het leven en de verschillende, posities vragen, dan kan men spreken van een ver trouwden raadsman te hebben gevonden. Zoo iemand is in staat om de ouders met raad by te staan. Zoo iemand kan zich in de toestanden van ouders en kind verplaat sen. Hij kent de wegen, de moeilijkheden, de teleurstellingen, de manier om er zich bovenop te werken. Hy toch is van alles op de hoogte. Hij hoeft geen adresboek of zooiets open te slaan om naar iets te zoeken. Hy weet waar en op welke manier men daar of daar aan moet kloppen. Hij is be kend in binnen- en buitenland. Hy heeft menschen- en zakenkennis opgedaan. Hij kan spreken van ondervinding. Hij heeft geleerd uit de duigen van zijn geluk weer iets anders te maken zonder hulp van an deren. Hij is niet op een presenteerblaadje voor een betrekking voorgedragen, maar l heeft zich met moeite en door vlijt een positie in de maatschappij weten te veroveren.1 Zoo iemand is grijs geworden in den strijd om het bestaan, en zulk een veldheer kent dan ook de strategie van het leven. Hij heeft een goede dosis ondernemingsgeesten durft ook iets te wagen. Eén blik in de oogen van een jongen, en hij heeft hem reeds doorzien; één beweging, één antwoord van den jongen, en hij kent reeds zyn karakter. Eén kort gesprek met den vader of met de moeder, en hij is van alles op de-hoogte, heeft alles bezien en begrepen. In de meeste gevallen zijn de zoogenaamde raadgevers gepensioneerde onderwijzers, met een heel klein beetje ziel- en opvoedkunde uitgerust (In ons landje doet men zoo bitter weinig aan ziel- en opvoedkunde; bij het middelbaar en hoogeronderwijs heelemaal niets.) Jaren lang heeft zoo iemand voor één en dezelfde klasse gestaan, of is in een provincie geweest, en dat beetje wereldwijs heid dat hy toevallig bezit, heeft hij nog uit de boeken. Bij hem is alles goed van stapel geloopen. Van de kweekschool voor de klasse, en om zich niet te vervelen nog een beetje land- of tuinbouw erby geoefend, of een examentje erby gehaald, zonder werkeiyke kennis van de eischen aan de verschillende posities verbonden, te kennen. De ouders zien er netjes uit, de jongen maakt een goeden indruk, het rapportje is heel aardig. In sommige punten blinkt hij zelfs uit, bygevolg dien kant moet het uit. In dat vak heeft hij een hoog cijfer, bijge volg heeft hij er ook belangstelling in, ergo, het besluit is genomen en staat vast. Uw zoon moet dat of dat worden. Dat is juist zooiets voor hem Zeg, jongen, zou je dat ook willen worden. Prompt antwoordt het kind, ja! Wat zou het ook anders kunnen antwoorden? Ziet u wel, mevrouw,hij zegt het zelf dat hij er zin in heeft, Nu vlug een almanak of zooiets voor den dag gehaald en jawel, daar hebben we een goed adres voor hem, daar moet u maar eens naar toe gaan. Met dit adres op een briefje uitgerust keeren vader en zoon, of moeder en dochter naar huis terug. Nou, die weet het hoor! Jammer, dat we er niet eerder naar toe zijn gegaan, en hij was toch zoo vriendelijk, Hij zag dadelijk waar hy zin in had. Nou, die menschen kennen dat. 't Is ten slotte hun vak. Wat een geluk, dat we zulke bureaux hebben, ik zou anders geen raad hebben geweten. Straks of morgen gaan vader of moeder met hun kind naar dat bedoelde adres om aldaar te vernemen, dat hun kind in géén enkel opzicht aan de gestelde eischen vol doet. Heeft men toevallig geluk daarbij, en wordt het kind opgenomen, dan gebeurt het vaak, dat na zeer korten tijd bericht wordt ontvangen, dat het maar beter is iets anders te kiezen, want het gaat niet. Wien nu treft onschuldig de schuld? Het kind, het ver troetelde kind, dat de speelbal is geworden van de ij delheid der ouders, en de nietswaar dige raadgevingen van zulk een bureau. Groote reclameborden met vergulde letters er op aan de deur, prachtig ingericht bureau, groote statistieken met lange, lange getallen er op, als een bewys, hoezeer de ouders van deze nuttige instelling gebruik maken, en hoe zwaar daar onbaatzuchtig (tegen een goed salaris) wordt gewerkt, alleen in het belang van het kind, dat alles maakt een overweldigenden indruk en verhoogt het vertrouwen, maar in de meeste gevallen is toch het kind zelf de dupe van alles. De kans van slagen is al even groot, als de kans die men heeft als men aaar een huwelijks bureau gaat. Soms heeft men geluk, in de meeste gevallen zegt men later, was ik er toch maar niet heengegaan. In de meeste gevallen hebben die heeren één mooi bybaantje en staan op één lijn met het Centraal bureau voor Inwendige Zending, de Reclasseering enz. Zij verslinden allemaal veel geld, zonder dat er eenige kracht van uitgaat. 'tZijn dan ook voor het meerendeel doode lichamen. Het beginsel van al die vereenigingen of instellingen is heel prachtig Op papier staat alles mooi beschreven en omschreven en uitgerekend. Ze zijn allen zonder onder scheid met de beste bedoelingen opgericht en zouden ook werkelijk veel en nuttig werk doen, als ze maar veel en nuttig werk deden. De resultaten zy'n gewoonlijk maar van papier. Ik denk hier aan een oud Hollandsch gezegde: „En ze dronken een glas, En... En lieten de zaak zooals ze was". By de meesten dier inrichtingen ontbreekt praktische en vakkundige leiding. Zij ïyden bijna allemaal aan kortzichtigheid, gebrek aan ondernemingsgeest, bezitten te veel partybelang en te weinig humaniteit, en niet te vergeten, dat de heilige Bureaucratius ook een groote rol speelt. De heerschzucht en zelfverheffing dragen het hunne ook daar toe bij, waardoor de zaak waar het om gaat achteruit wordt gesteld en dat eigen Ik op den voorgrond treedt. Wordt vervolgd. H. Dr. v. O. en het gebruiken van een middagmaal is een kwestie van vertrouwen. DOE ZULKS IN HET HUIS WAAR UW VOOROUDERS DIT DEDEN. BOERENVISCHMARKT12. bij de Groote Kerk te ROTTERDAM. INQiEZONDEN MEDEDEELING. SPOEDIG VERLICHT Carter's Kleine Lever Pillen, zuiver plantaardig laxeer middel, helpen de natuur bij de spijsvertering. Eén dezer kleine pillen, dage lijks vóór den maaltijd of tegen 't naar bed gaan genomen, doet wonderen, vooral wanneer U zwaar hebt gegeten of last van verstopping hebt. Zij zijn volgens doktersrecept samengesteld en kunnen door oud en jong worden gebruikt. Bij Apoth. en Drog., in roode kokertjes van 75 ct. en f2.25. Import. Fa. B. MEINDERSMA, Den Haag. 4 Landbouw. UITVOER VAN ONBESMET VEE. Merken door den veeartseny kundigen dienst, 's-GRAVENHAGE, 1 Aug. - De waar nemend directeur-generaal van den landbouw brengt ter kennis van belanghebbenden, dat ten einde den uitvoer van onbesmet vee zoo veel mogelijk te waarborgen, met ingang van 1 September a.s door de inspecteurs van den Veeartsenij kundigen Dienst ten behoeve van voor uitvoer bestemde herkau wende dieren en varkens naar landen, ten aanzien waarvan thans reeds behandeling met hoog immuun mond- en klauwzeerserum was voorgeschreven, voorloopig slechts uit- voercertificaten zullen worden afgegeven voor dieren, zich bevindende op hoeven of erven, welke vrij zijn van mond- en klauwzeer, en welke aldaar na een quarantaine van 4-maal 24 uren onder toezicht van den Veeartstnij- kundigen Dienst met bovengenoemd serum zyn behandeld. Ten bewyze daarvan moeten zij voorzien zijn van een door genoemden dienst aan te brengen oormerk, alsmede vergezeld zijn van een door een bevoegden veearts afgegeven verklaring, dat aan het bovenstaande is voldaan. Een en ander op kosten van belanghebbenden. Belanghebbenden dienen zich 6 dagen vóór het tijdstip, waarop zij herkauwende dieren en varkens wenschen uit te voeren, te wenden tot den betrokken inspecteur van den Vee- artsenij kundigen Dienst, met vermelding van aantal en soort der eventueel te exporteeren dieren. Het bovenstaande sluit aankoop van de be treffende herkauwende dieren en varkens voor directen uitvoer op de markten uit. Voor nadere verlangde inlichtingen kan men zich tot den betrokken inspecteur van den Veeartsenijkundigen Dienst wenden. Uitvoer naar Cechoslovakye. Verder wordt ter kennis gebracht, dat met ingang van 1 September a suitvoer- certificaten ten behoeve van voor uitvoer naar Cechoslovakije bestemd rundvee slechts zullen worden afgegeven voor dieren, welke bij het onderzoek, onmiddellijk vóór den uitvoer, voldoen aan de in het uitvoercer- tificaat vermelde eischen, en bovendien: le. voor zooveel voor de slachtbank be stemde dieren betrefti afkomstig zijn uit gemeenten, waar evenmin als in de aan grenzende gemeenten gedurende de laatste 40 dagen een geval van mond- en klauwzeer of van een andere besmetteiyke veeziekte bij het rundvee in den zin der Veewet is voorgekomen 2e. voor zooveel andere, niet voor de slachtbank bestemde dieren betreft; a. afkomstig zijn uit provinciën, waar in de laatste, aan den uitvoer voorafgaande 40 dagen geen enkel geval van mond- en klauw zeer of van andere besmettelijke veeziekten bij het rundvee in den zin der Veewet is voorgekomen b. onder toezicht door of vanwege den be trokken inspecteur van den Veeartsenijkun digen Dienst, op kosten van belanghebben den, met negatieven uitslag aan de onder- buidsche tuberculineproef zijn onderworpen. Met het oog op het bepaalde sub 2e., b, dienen belanghebbenden uiterlijk 6 dagen vóór het vermoedelijke tijdstip van uitvoer aan den betrokken inspecteur van den Vee- artsenykundigen Dienst opgave te verstrek ken van het aantal dieren, dat ter onderzoek zal worden aangeboden, alsmede de plaatsen van herkomst. AANKOOP VAN FRIESCH VEE IN CHILI. Het land waar vooral wordt gefokt op productie. LEEUWARDEN, 31 Juli. - Zuid-Amerika, als een van de weinige streken waarheen wij nog geregeld stamboekvee af kunnen zetten, heeft thans wederom een collectie Friesch stamboekvee aangekocht. De heer Eugenis Errazuriz te Granezos in Chili kocht vorige week een aantal dieren van den be kenden fokker Schaap te Deersum. Uit deze en vroegere aankoopen blijkt ten eerste, dat in Chili vooral wordt gefokt op productie. De nu aangekochte stier Ymkjes Wodan Jan, 16807, is zooals men wel ver moeden zal, afstammeling van de beroemde productiekoe Ymkje VII 428160, die op zes jarigen leeftijd 13.164 Kg. melk met 8.78% vet 542 Kg. boter in 330 dagen gaf. Naar het Friesch landbouwblad hieraan toevoegt werd in 1922 door denzelfden kooper de stier Adelbert XII, 13230, aangekocht als afstammeling van de toen met de hoogste onderscheiding bekroonde productiekoe Alida V. B. 13955, met een productie van 8169 K.G. melk met 3.80 vet 338 K G. boter in 329 dagen, met de afstammelingen van dezen stier zal nu met Ymkjes Wodan Jan verder gefokt worden. Vragendeze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde singel 96a Rotterdam. Postzegel van 7\ cent voor antwoord insluiten en Blad vermelden. Eendenhouderij. Hoe men snel een koop slechte eenden fokken kan. Naar aanleiding van mijn artikelen over de eendenhouderij kreeg ik van alle kanten brieven om inlichtingen. De een wil weten welk ras het beste is, de ander weer wil een becyfering hoeveel voordeelen hij met een paar honderd eenden halen kan, hoe de hokken gebouwd moeten worden, hoe de controlenesten ingericht moeten zijn enz. In mijn artikelen kom ik langzamerhand wel over al deze punten te spreken. Eenden kunnen zonder zwemwater, zonder groenvoer en in kleine ruimten gehouden worden, zooals ik te Volendam bewezen heb. Dit heb ik echter pas na eenige jaren zorg vuldig proeven nemen en zorgvuldig fokken bereikt. Ik heb daar thans een Campbelleend broed 1927 die op 1 Juli 286 eieren gelegd had en in Juli iederen dag nog een ei, dus die einde Juli op 317 staat. Daarnaast verschil lende jonge eenden die in haar eerste jaar de 260 te boven gingen en thans de 200 ook al weer gepasseerd zijn. Ik wijs er echter uitdrukkeiyk op, dat ik dit zelf als iets by- zonders beschouw dat na zeer veel moeite en studie pas bereikt is en dat ik jaarlijks ook van de beste stammoeders en vaders nog dieren fok die veel minder opleveren. Dit kan ik weer bewijzen uit de resultaten van den legwedstrijd van de Kon. Vereeni- ging Avicultura te Nijmegen. Het eigenaar dige van dezen legwedstrijd is dat alle kippen en eenden apart zitten in kleine hokjes, dus een z.g één hen wedstriid. Hierdoor krijgen fokkers en liefhebbers die niet veel dieren hebben gelegenheid toch eens met een enkel of een paar dieren aan een legwedstrijd deel te nemen en eens te zien wat hun dieren waard zijn. Welnu de resultaten zijn als volgt: Vanaf 1 Nov. dus erg laat tot en met 10 Juli. De beste 10 jonge hennen legden resp. 197, 186, 183, 183, 180, 180, 179, 175, 175, 173 eieren en de beste drie oude bennen 163, 5142, 140 eieren. De beste drie eenden legden resp. 240, 289 en 203 eieren', en ga ik van boven af de tien beste opnoemen dan krijg ik 240, 239, 203198, 185, 184, 162, 158, 152, 149. We zien dus dat de vierde eend met 198 eieren nog meer legde dan de beste jonge hen en dat de beste eend nu al 48 eieren meer gelegd heeft dan de beste hen. De een den no. 1, 3, 4, 7 en 9 zijn allen van mij afkomstig en ik schrijf dit succes dan ook toe aan het feit dat myn eenden al jaren lang gefokt zijn in kleine rennen zonder groenvoer en zwemwater. Nu ga ik echter de zaak weer anders be- kyken en schrijf dan alle eenden eens op die op den legwedstrijd zijn en door mij gefokt zijn. Ik krijg dan het volgende: Reebonte loopeenden zes stuks legden resp. 240, 203, 198, 162, 136, 130. Deze eenden zijn echter volle zusters, drie aan drie een week na elkaar geboren van dezelfde moeder en vader Campbell eenden, drie stuks legden resp. 152, 137, 130 eieren, dus veel minder. Deze drie zyn echter volle zusters en stam men af van een moeder die in haar eerste legjaar 329 eieren gelegd heeft en in haar tweede jaar 200, dus een geweldige produc tie. De vader is een der beste Engelsche woerden die ik kon krijgen en heeft mij nu al die jaren prachtige kuikens geleverd.Eenige zusters dezer Campbell eenden die op den legwedstrijd zijn, legden bij mij te Volendam resp. tot 1 Juli, 241,219,203,199,185 eieren, dus weer veel meer. Welnu, voor den aandachtigen lezer ligt in deze cijfers feitelijk een groot deel van het geheele eendenprobleem en geheim.opge sloten. Uit een fokoogpunt zijn ze allerbe- langrykst. De gewone fokker zegt eenvoudig: Ik begin met een paar beste eenden en een beste woerd en ik ben klaar. Ze komen b.v. bij mij jonge eenden en woerden koopen van beste afstamming. Stel nu voor dat ik aan een fokker in 1927 geleverd had een foktoom bestaande uit de genoemde zes reebonte loop eenden die nu te Nijmegen zijn benevens een goede woerd. De man raapt een gewel dig aantal eieren, vooral als hij deze eenden, die aan de allergunstigste omstandigheden gewend zijn en daar speciaal voor gefokt zijn in beste omstandigheden brengt (in vryheid in slooten, plassen, weiland, of in groote grasrennen). Mijn ervaring is al eenige jaren dat myn eenden bij dergelijke klanten veel beter leggen dan bij mij zelf, wat geen won der is. Ik schat het verschil wel op ongeveer 50 eieren per eend. De man heeft nu dus een foktoom die prachtig legt en in het voorjaar slaat hij aan het broeden. Wat ge beurt er nu? Hij heeft een eend die 240 eieren legde en een eend die maar 130 legde. De ervaring heeft nu allang weer geleerd dat de eieren van een eend die veel gelegd heeft, veel slechter bevrucht zijn en veel slechter uitkomen dan van een eend die weinig gelegd heeft. Resultaat na het broedseizoen i De man heeft veel meer kuikens van de eend van 130 eieren dan van die van 240 eieren. Maar we gaan door, ik ben nog niet aan het einde van mijn fokleer. De kuikens van de hoog leggende eend zijn veel zwakker dan van de slecht leggende eend. Ze zyn ge voeliger voor allerlei invloeden en by zulk ellendig weer als wy in het voorjaar gehad hebben sterven ze bij bosjes aan longont steking, darmontsteking, enz. als ze niet zeer zorgvuldig behandeld worden. Gevolgtegen de acht weken als de dieren al een heel eind opschieten heeft hij een flink aantal prachtig ontwikkelde jonge een den en woerden en een aantal kleinere, zwakkere. De sterkere, grootere zyn de klei nere ver de baas, ook by den etensbak, dus als het een beetje wil gaat onze klant zijn tweede fokjaar in met een pracht stel eenden en woerden die... allen afkomstig zyn van de slechtste legsters. Ziedaar dus de les die we voor ditmaal trekken en die we honder den malen bewaarheid zien. Het koopen van z.g.n. best fokmateriaal is geen cent waard als we er niet oordeel kundig mee om weten te gaan. We bereiken er niets dan schade door en doen anderen groote schade. Wat toch is het geval? Onze fokker is het tweede fokjaar verrukt met zijn mooie dieren, maakt reclame voor zijn broedeieren en annonceert: Broedeieren voor zoo en zooveel. Afkomstig van eenden en woerden van Dr. te Hennepe, waarmede op den legwedstryd te X-huizen een eerste prijs behaald is. De man liegt niet, de men schen vragen mij of het waar is dat deze man eenden en woerden van mij betrokken heeft en ik geef daarop natuurlijk bevesti gend antwoord. Verder gevolg: De menschen gaan de beste eieren uitbroeden en de legresultaten zijn nihil. De heele eendenhoudery loopt op niets uit, en voortaan heet. h6t: Dat of dat ras van eenden is niets waard en die of die fokker is een bedrieger en Dr. te Hennepe is ook een bedrieger. Op die manier worden slechte eenden in tijd van een paar jaar als een sneeuwbal over het land verspreid en veroorzaken overal teleurstelling en ver bittering. Alweer dus een manier zooals het niet moet. Dr. TE HENNEPE. INGEZONDEN MEDEDEELING. Bij stukloopen van huid en voeten, doorzitten, zonnebrand en smetten; maar vooral ook bij brand- en snijvvonden, ontvellingen en allerlei huidverwondingen Het verzacht en geneest Voor huis en hof. KAMERPLANTEN IN BEN ZOMER EN DAHLIA-ZORGEN. De zomer is in het algemeen de beste tijd voor onze kamerplanten, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt, hetgeen even wel nog al iets te wenschen overlaat. De bladeren zy'n de organen, welke het voedsel voor de plant bereiden, (hoe zullen we hier buiten beschouwing laten) mits het licht ongehinderd kan toetreden. Wat zien we nu in den zomer gebeuren? Kamers, op het Zuiden gelegen, zien we een groot deel van den dag door gordijnen, luiken, jaloezieën enz. afgesloten, om de warmte zooveel mogelijk buiten te houden. Dit lofwaardig streven is echter zeer funest voor onze arme kamerplanten, welke in deze half-duistere kamers moeten leven. Om dit nadeel voor de planten te ontgaan, moet men dit kunstmatig donker houden der ka mers tot het uiterste beperken, of zoo noodig de planten tijdelijk naar een andere meer verlichte kamer overbrengen. Dit beperken der kunstmatige schemering is ook voorden menscb aan te bevelen, aangezien het zon licht anders te veel in haar bacteriën-doo- dende werking wordt belemmerd. Naarmate de planten sterker groeien, ont staat erj;gevaar voor een tekort aan bodem zouten, welke door bemesting aangevuld moeten worden. Dit bereiken we door ge regeld gieren, b.v. met een slappe oplossing van koemest of met bloemenmest. Een ander gevaar voor de kamerplanten is het verbranden der wortels. Zooals boven gezegd, moeten de planten den geheelen dag niet in een schemering worden gehouden, doch evenmin is het goed ze bloot te stellen aan de al te felle zonnestralen. Dit gevaar schijnt nu dezen zomer wel niet heel groot, doch vooral bij waardevolle planten, mag hier wel op gelet worden. Dit gevaar is te bezweren, door de potten te plaatsen in een met aarde opgevulden bloembak, of door de potten te plaatsen in een grooteren pot, waar bij de ruimte tusscben de twee potten wordt opgevuld met mos of iets dergelijks. Een van de meest voor de hand liggende dingen, n.l. het gieten, blijkt voor velen in de practyk nog steeds een struikelblok te zijn. Nog maar al te vaak kan men planten zien versmachten, terwijl zeoogenschijnlijk ruimschoots van water worden voorzien. Als de planten na een warmen, drogen dag van water worden voorzien, loopt het water er net zoo hard van onderen weer uit. Denkende dat ze geen behoefte hebben aan water, wordt het gieten dan gestaakt. Maar al te vaak is het tegendeel het geval. Door de droogte is de potkluit gekrompen en loopt het water weg tusschen den wand van den pot en de pot kluit. Het euvel is te verhelpen, door de plant een bad te geven in een emmer water. Hoe sterker de groei en bloei, hoe meer water. Giet alleen 's avonds en 's morgens en zet ze tijdens een malsch regenbuitje buiten. Spons verder alle zoogenaamde blad planten geregeld af en vergeet hierbij vooral den onderkant der bladeren niet, welke bij voorkeur door de parasieten als schuilplaats worden benut. Menige plant is hieraan ten offer gevallen. Dahlia's. Dahlia's behooren tot de gelief- koosde soorten, welke zich in het byzonder leenen voor bouquetten. Het gaat er dus om goede bloemen te krijgen met flinke stelen. Om dit te bereiken handele men als volgt: Zoodra de knoppen zich vertoonen, neemt men de zij knoppen zoo spoedig mogelijk weg en laat den sterksten knop zitten. Vanuit de oksels der bladeren, die zich onder de knoppen bevinden, ontspruiten na het knopzetten nieuwe scheuten, welke eveheens worden weggenomen, terwijl we de zich daaronder ontwikkelende scheuten laten staan. De plant blyft op deze wijze stevig en geeft fraaie bloemen, welke by voorkeur alleen «'avonds of s'morgens worden afgesneden. Om het opzuigen van water te bevorderen, kan men de bloemsteel van onderen splijten. Waar de planten nogal groot worden en veel wind vangen, verdient het aanbeveling ze te be schermen, door ze los aan te binden. DAME BESTOLEN IN EEN TREIN. NIJMEGEN. 30 Juli. Een dame uit Berlicum, die Zaterdag van Den Bosch naar Eist (O.B.) reisde met den trein, welke te 16.47 uur uit 's-Hertogenbosch vertrok, heeft by de politie kennis gegeven, dat mede reizigers, die te Wijchen bij haar in de coupé stapten, een rieten reismand, welke zij bij zich had, meegenomen hebben. Een soortgelijke mand hebben zij laten staan. Haar mand bevatte behalve reisgoederen twee bankbiljetten van 100 en tien of twaalf van j 10, twee effecten ter waarde van ƒ1000 zonder talon, benevens een bewijs van beleeniDg bij een bank te Den Bosch van effecten voor een waarde van 5000. Nederlandsch toerist omgekomen. Bij het beklimmen van een berg in de buurt van Comballaz (Fr.), heeft de heerG. H. Lulofs, uit Hilversum, doordat hij van een overhangende rotspunt afgleed, een doodelyken val gedaan. TE VER IN ZEE. Eén slachtoffer. Dinsdagochtend, omstreeks half elf zijn aan het strand te Kykduin twee jonge dames die aan 't zwemmen waren, door de sterke zuiging te ver in zee geraakt. Twee mannen, die op het strand liepen, zagen het gevaar, waarin de meisjes ver keerden en begaven zich oogenblikkelijk te water. Het gelukte een der meisje op het strand te brengen, zij het dan ook met groote moeite. Zij was echter buiten bewustzijn en werd ter verpleging in het Roode Kruisziekenhuis opgenomen. Het andere meisje, de 19-jarige Cato A., wonende aan de Prinsengracht te 's Graven- hage, kon echter niet meer gered worden. Ze i was te ver afgedreven. „STOEIPARTIJ". Twee jongens van 16 en 18 jaar waren Dinsdagmiddag in het Vondelpark te Amster dam slaags geraakt. In plaats van een boks- of worstelpartij, werd in dit geval een twee strijd op het mes geleverd. Een 18-jarige jongeling dreef de baldadigheid zóó ver, dat hij op een gegeven oogenblik zijn tegenstan der met zijn zakmes in den arm stak. Er ontstond een hevig bloedende wond, water op wees, dat een slagader geraakt kon zijn. Dadelijk werd het slachtoffer van den G. G. en G. D, naar het Tesselschade Ziekenhuis vervoerd. Men vreesde voor zyn leven. VERZAKKING. Dinsdagavond is een groot gedeelte van den wal met daaropgelegen tuin van het terrein by de gasfabriek te Harlingen, in de gracht, waaraan die fabriek gelegen is, te recht gekomen. In de gemetselde kuip, waarin de gashouder drijft, schijnt een scheur te zijn ontstaan, waardoor het water, dat zich in de kuip bevindt, door den tuin wegvloeide. Door den abnormaal lagen waterstand in de gracht, miste de wal zijn steun en schijnt deze den druk van het wegvloeiende water niet te hebben kunnen weerstaan. Persoon lijke ongelukken zijn niet voorgekomen, wel is er groote materiëele schade. Het bouwen van een nieuwen gashouder is noodzakelijk geworden. Zakkenrollers in het Stadion. Een Duitschers is op de overdekte tribune in het Nieuwe Stadion een kalenderboekje, inhoudende 90 Mark en een passe-partout, ontrold. Een inwoner van Bloemendaal is op de overdekte tribune in het Nieuwe Stadion een portemonnaie, met pl.m. 10 ontrold. Een deelneemster aan de Olympische Spelen is op de deelnemerstribune een por temonnaie inhoudende 26 ontrold. Een inwoner van Bloemendaal is ver? moedeiyk in de schermzaal van het Nieuwe Stadion een portefeuille, inhoudende pl.m. 300 aan Hollandsch- en Fransch geld en een legitimatiekaart van het N.O.C. ontrold Een Amsterdammer is in het Nieuwe Stadion een portefeuille, inhoudende pl.m. 10 ontrold. Opgesloten in liet huis van bewaring. MAASTRICHT, 1 Aug. Een schilders knecht L. zou even een ruit inzetten in het Huis van Bewaring. In cel 13 nam hij de maat, maar toen hy de ruit in den winkel zou gaan halen, bleek de deur gesloteD. Roepen, beuken, trappen, 't hielp allemaal niets. Bij het etenuitdeelem werd hij overge slagen, cel 13 was immers leeg. Eindelyk om vier uur 's middags hoorde hij iemand door de gang loopen. „Laat my er toch uit, ik ben de glazenma j Maar men geloofde] niet, eerst moest mei kyken. Eindelyk wt personeel en direct® lachen ook. L. heeft maakt. Voorloopig li r cel 13. KLEIN DEEL VAN I De dader naar liet AMSTERDAM, 1 bureau Jonas Daniël zoek instelde naar hotels hier ter stedi voor een bedrs werd, is er in hier ter stede een kli in beslag te nemei goeder trouw geweei Engelsche echtpaar kend. Uit het ondei daglicht gekomen, juweelen van de h; ling is. Deze valt wegen te bekennen, man een klein gedei verkocht en met d> duizenden guldens be| naar het buitenland wel te gelde zal ma' EEN 8PRE De heer P. Goedhal hoogere burgerschool als volgt van een spi aard fox, eigendom Kastanjelaan 3 te A: Diens dochter, 19 citeiten van Willy oj die den hond totspn zit naast zyn meesta terwijl wij zaten te nam zij zyn snuit toen: hoeveel is vy| woordde Willy: ellef, „Ellef" zeer duideiykl „Hoeveel is 6 en 6?' twalef. „Wat is dit"' en gelegd. „Tafel". Mevrouw Van Hils] smeekend zeide: „Mamma, geef mij Inderdaad deed h: zeide zij. Willy ant wat". Mevrouw weer:| Het antwoord van zelf. Ik zal het aan Toen kreeg de hon| Men vroeg hem: Het antwoord was: „Ik kan goed babbel Dit alles werd zeer mej. v. Hilst de han< hond hield en telkeD: greep de hand toedr Mej. v. Hilst begoi fijn stemmetje werd stem van den hond; „Overal overal, (bis), daar is het bal' „Hoe heet je meisje?! Antwoord: Agatha.) „Waar woont ze?" Antwoord: Op den „Hoe heet de stad?" Antwoord: Arnhe: „Waar woon je?" Antwoord: Kastanji Mijn schoonmoede: inhouden en zeide: waarop tot onze kwam: „Ja, mevrou' „Hoe heet de pastoor| Antwoord: Pastoor En de dokter?' Antwoord: Dr. Van| „Wat zeg je tegen hi Antwoord: Dag, do] „Wat is mama van j< Antwoord: Schatte Wat lust je graag?"1 Antwoord: Appelen] Hier begon Willy Varkenscarbonade. "Ww hij lachte en telkens gen: lach eens, trok 1;' en grijnsde bemkmelijl gebit vertoonde. Hoe heet de eers! Antwoord: Januari. Een ander versje, begeleid door de broi luidde: Papa is dronl| hij heeft te veel gedrc nat. Wy meenden, dat in Engeland beter g< den dan hier, maar d! zijn, den hond Engelse! was daarmee al bezig! hond of hy Engelschf Willy antwoordde: „Wat is er laatst gebi Antwoord: Ik was „Wat heb je toen Antwoord: Karnei „Hoe heet de Koning| Antwoord: Wilhel: „En de Prins?" Antwoord: Prins H< „Nog wat?" Antwoord: van Met „En de Prinses?" Antwoord: Juliana. „Waar wonen die?" Antwoord: te 's-Graj)5 „Waar woont Anna?" Antwoord: in Amsti „En oom Johan Antwoord: Antwerj

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 2