I
I
w
indigestie
I
B I'
LOGEEREN
„Hotel-Restaurant SIMONS"
PIET SIMONS zorgt voor U
CARTER'S IBS! PILLS
Pluimveeteelt.
PUROL er op!
BINNENLAND
BH
Kf
II
ft-1
1
I
H
1
I
I
1811] I'
11
jlji i/
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1928.
gevaarlijk hier de situatie is.
Het onderzoek in Mexico tegen den dader
der moordaanslag op president Obregon is
nog niet geheel beéindigd. Celles zoekt waar
schijnlijk nog naar nieuwe troeven tegen de
R. K. kerk, waartegen elke hetze hier maar
geoorloofd schijnt.
Wat zal mijn kind worden
INGEZONDEN.
II.
In de meeste gevallen staan de ouders
radeloos tegenover al die belangstelling wat
betreft de opvoeding van hun kind. Wat zal
mijn kind worden? Dat is dan de gerechte
en de angstige vraag der ouders. Zelf weten
ze geen raad. Dat hun kind zoo knap was,
hadden ze zelf niet kunnen vermoeden. Ja,
als ze het allemaal zeggen, dan zal het wel
waar zijn. Ze zien nu zelf, dat er iets in hun
jongen of meisje zit, maar ze weten niet wat.
(En als het dan maar wat goeds is?) Ze gaan
hierheen, ze gaan daarheen om raad en inlich
tingen, zonder echter tot een besluit te kun
nen komen. Om nu de kroon te plaatsen op
al dat gewirwar van belangstelling, zyn er
consultatie-bureaux komen opdagen, waar
de ouders kunnen heengaan om hun bezwaard
hart eens op te luchten en advies in te winnen,
en te weten te komen, welk beroep het beste
voor hun kind zou zijn, want, heusch, er zit
wat in, maar wat weten ze niet, en ze weten
geen weg te vinden. Deze consultatie-bureaux
zijn dan toch wel het toppunt van, ik zou haast
zeggen, de driestste stoutmoedigheid. Men-
schen die daar voor hun broodje-aan een lesse
naar zitten, die in de meeste gevallen de wereld
en het leven niet eens van nabij kennen, die
hoegenaamd geen kennis dragen van de huis
lijke toestanden van de betrokkenen, noch
minder van den aanleg en het karakter van
het kind, wagen het, om in punten die voor
het kind van zooveel belang zyn en waarvan
zyne geheele leven afhangt en zijn toekomst
aan verbonden is, een raad te geven. Men
ziet ze dan ook met een soort van kennersblik
over het rapportje van het kind heenbuigen,
en de cijfers daarop vermeld schijnbaar met
de meeste aandacht bestudeeren, om een
oogenblik later met een stalen gezicht Salo-
mo's wysheid te verkonden en pertinent te
beweren dat of dat beroep lijkt mij voor uw
zoon of uwe dochter zeer geschikt; of, dien
of dien weg moet ge gaan, dan zal hij of zij
er wel komen. (Waar komen? In de gevan
genis, in de tuchtschool, in een woonwagen
kamp, bij het Leger des Heils of waar?) Uit
het koffiedik iemands toekomst voorspellen
of uit een schoolrapportje, dat is precies het
zelfde en staat nagenoeg op één lijn. Die
cijfertjes immers zeggen nog heelemaal niets.
Men heeft kinderen met een slecht school
rapport en die het toch héél ver in de wereld
hebben gebracht; en kinderen met een schit
terend schoolrapport, die toch maatschappe
lijk schipbreuk hebben geleden en hun roe
ping voorbij zijn geloopen. Ik ken kinderen
die op school héél middelmatig waren, zoodat
men zeggen zou, voor hem is het maar beter
een flinke boer te worden, en die toch uit
stekende studenten op de Hoogeschool zyn
geworden. Andere kinderen ken ik, die in
de klasse en op het eind-examen in alles
uitblonken, en het met véél moeite toch niet
verder hebben kunnen brengen dan tot dorps
onderwijzer, onbekwaam zelfs, om een hoofd-
acte te halen, of die met een heel bescheiden
baantje tevreden moesten zijn. Ik ken jon
gens die in de school in alle vakken moeite
hadden om te volgen, en zéér zwaar van
begrip waren, en ze zijn later toch flinke
zakenmenschen en ambtenaren geworden,
Een leerling van mij, thans Dr. Reisinger,
was de domste van zijne klasse en de ondeu
gendste van de school, was tweemaal van
de school gestuurd en is nu een van de hoofd
leiders van de kolenmijnen op Spitsbergen.
Napoleon was tweemaal gedegradeerd
begreep van de heele theorie niets, en is later
toch een beroemd veldheer geworden. Het
karakter, de opvoeding, de neigingen, de
huislijke toestanden, die zijn het vooral die
bij de beroepskeuze een groote rol spelen,
en daarbij komen nog de maatschappelijke
toestanden en de omgeving.
Indien nu toevallig iemand op zoo'n bureau
zit met twaalf ambachten en dertien onge
lukken, maar die het toch tot iets heeft weten
te brengen, die zelf met alle mogelijke tegen
kantingen heeft te doen gehad, die veelzijdig
ontwikkeld is (en dat is zoo iemand gewoon
lijk wel) die niet alleen Nederland, dat kleine
stipje op wereldkaart, kent, maar een beetje
verder is geweest en een grooter stukje van
onzen aardbol heeft gezien, die in alle denk
bare omstandigheden heeft verkeerd en het
leven van verschillende zijden kent, die, zelf
door ondervinding weet wat de eiscben zijn
die het leven en de verschillende, posities
vragen, dan kan men spreken van een ver
trouwden raadsman te hebben gevonden.
Zoo iemand is in staat om de ouders met
raad by te staan. Zoo iemand kan zich in
de toestanden van ouders en kind verplaat
sen. Hij kent de wegen, de moeilijkheden,
de teleurstellingen, de manier om er zich
bovenop te werken. Hy toch is van alles
op de hoogte. Hij hoeft geen adresboek of
zooiets open te slaan om naar iets te zoeken.
Hy weet waar en op welke manier men
daar of daar aan moet kloppen. Hij is be
kend in binnen- en buitenland. Hy heeft
menschen- en zakenkennis opgedaan. Hij
kan spreken van ondervinding. Hij heeft
geleerd uit de duigen van zijn geluk weer
iets anders te maken zonder hulp van an
deren. Hij is niet op een presenteerblaadje
voor een betrekking voorgedragen, maar l
heeft zich met moeite en door vlijt een
positie in de maatschappij weten te veroveren.1
Zoo iemand is grijs geworden in den strijd
om het bestaan, en zulk een veldheer kent
dan ook de strategie van het leven. Hij heeft
een goede dosis ondernemingsgeesten durft
ook iets te wagen. Eén blik in de oogen
van een jongen, en hij heeft hem reeds
doorzien; één beweging, één antwoord van
den jongen, en hij kent reeds zyn karakter.
Eén kort gesprek met den vader of met de
moeder, en hij is van alles op de-hoogte,
heeft alles bezien en begrepen.
In de meeste gevallen zijn de zoogenaamde
raadgevers gepensioneerde onderwijzers, met
een heel klein beetje ziel- en opvoedkunde
uitgerust (In ons landje doet men zoo bitter
weinig aan ziel- en opvoedkunde; bij het
middelbaar en hoogeronderwijs heelemaal
niets.) Jaren lang heeft zoo iemand voor
één en dezelfde klasse gestaan, of is in een
provincie geweest, en dat beetje wereldwijs
heid dat hy toevallig bezit, heeft hij nog uit
de boeken. Bij hem is alles goed van stapel
geloopen. Van de kweekschool voor de klasse,
en om zich niet te vervelen nog een beetje
land- of tuinbouw erby geoefend, of een
examentje erby gehaald, zonder werkeiyke
kennis van de eischen aan de verschillende
posities verbonden, te kennen.
De ouders zien er netjes uit, de jongen
maakt een goeden indruk, het rapportje is
heel aardig. In sommige punten blinkt hij
zelfs uit, bygevolg dien kant moet het uit.
In dat vak heeft hij een hoog cijfer, bijge
volg heeft hij er ook belangstelling in, ergo,
het besluit is genomen en staat vast. Uw
zoon moet dat of dat worden. Dat is juist
zooiets voor hem Zeg, jongen, zou je dat
ook willen worden. Prompt antwoordt het
kind, ja! Wat zou het ook anders kunnen
antwoorden? Ziet u wel, mevrouw,hij zegt
het zelf dat hij er zin in heeft, Nu vlug een
almanak of zooiets voor den dag gehaald
en jawel, daar hebben we een goed adres
voor hem, daar moet u maar eens naar toe
gaan. Met dit adres op een briefje uitgerust
keeren vader en zoon, of moeder en dochter
naar huis terug. Nou, die weet het hoor!
Jammer, dat we er niet eerder naar toe
zijn gegaan, en hij was toch zoo vriendelijk,
Hij zag dadelijk waar hy zin in had. Nou,
die menschen kennen dat. 't Is ten slotte
hun vak. Wat een geluk, dat we zulke
bureaux hebben, ik zou anders geen raad
hebben geweten.
Straks of morgen gaan vader of moeder
met hun kind naar dat bedoelde adres om
aldaar te vernemen, dat hun kind in géén
enkel opzicht aan de gestelde eischen vol
doet. Heeft men toevallig geluk daarbij, en
wordt het kind opgenomen, dan gebeurt het
vaak, dat na zeer korten tijd bericht wordt
ontvangen, dat het maar beter is iets anders
te kiezen, want het gaat niet. Wien nu treft
onschuldig de schuld? Het kind, het ver
troetelde kind, dat de speelbal is geworden
van de ij delheid der ouders, en de nietswaar
dige raadgevingen van zulk een bureau.
Groote reclameborden met vergulde letters
er op aan de deur, prachtig ingericht bureau,
groote statistieken met lange, lange getallen
er op, als een bewys, hoezeer de ouders
van deze nuttige instelling gebruik maken,
en hoe zwaar daar onbaatzuchtig (tegen een
goed salaris) wordt gewerkt, alleen in het
belang van het kind, dat alles maakt een
overweldigenden indruk en verhoogt het
vertrouwen, maar in de meeste gevallen is
toch het kind zelf de dupe van alles. De
kans van slagen is al even groot, als de kans
die men heeft als men aaar een huwelijks
bureau gaat. Soms heeft men geluk, in de
meeste gevallen zegt men later, was ik er
toch maar niet heengegaan.
In de meeste gevallen hebben die heeren
één mooi bybaantje en staan op één lijn met
het Centraal bureau voor Inwendige Zending,
de Reclasseering enz. Zij verslinden allemaal
veel geld, zonder dat er eenige kracht van
uitgaat. 'tZijn dan ook voor het meerendeel
doode lichamen.
Het beginsel van al die vereenigingen of
instellingen is heel prachtig Op papier staat
alles mooi beschreven en omschreven en
uitgerekend. Ze zijn allen zonder onder
scheid met de beste bedoelingen opgericht
en zouden ook werkelijk veel en nuttig werk
doen, als ze maar veel en nuttig werk deden.
De resultaten zy'n gewoonlijk maar van
papier. Ik denk hier aan een oud Hollandsch
gezegde: „En ze dronken een glas, En...
En lieten de zaak zooals ze was".
By de meesten dier inrichtingen ontbreekt
praktische en vakkundige leiding. Zij ïyden
bijna allemaal aan kortzichtigheid, gebrek
aan ondernemingsgeest, bezitten te veel
partybelang en te weinig humaniteit, en niet
te vergeten, dat de heilige Bureaucratius
ook een groote rol speelt. De heerschzucht
en zelfverheffing dragen het hunne ook daar
toe bij, waardoor de zaak waar het om gaat
achteruit wordt gesteld en dat eigen Ik op
den voorgrond treedt.
Wordt vervolgd.
H. Dr. v. O.
en het gebruiken van een middagmaal
is een kwestie van vertrouwen.
DOE ZULKS IN HET HUIS WAAR
UW VOOROUDERS DIT DEDEN.
BOERENVISCHMARKT12. bij de Groote Kerk
te ROTTERDAM.
INQiEZONDEN MEDEDEELING.
SPOEDIG
VERLICHT
Carter's Kleine Lever Pillen,
zuiver plantaardig laxeer
middel, helpen de natuur bij
de spijsvertering. Eén dezer kleine pillen, dage
lijks vóór den maaltijd of tegen 't naar bed
gaan genomen, doet wonderen, vooral wanneer
U zwaar hebt gegeten of last van verstopping
hebt. Zij zijn volgens doktersrecept samengesteld
en kunnen door oud en jong worden gebruikt.
Bij Apoth. en Drog., in roode kokertjes van
75 ct. en f2.25.
Import. Fa. B. MEINDERSMA, Den Haag. 4
Landbouw.
UITVOER VAN ONBESMET VEE.
Merken door den veeartseny kundigen dienst,
's-GRAVENHAGE, 1 Aug. - De waar
nemend directeur-generaal van den landbouw
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
ten einde den uitvoer van onbesmet vee zoo
veel mogelijk te waarborgen, met ingang
van 1 September a.s door de inspecteurs
van den Veeartsenij kundigen Dienst ten
behoeve van voor uitvoer bestemde herkau
wende dieren en varkens naar landen, ten
aanzien waarvan thans reeds behandeling
met hoog immuun mond- en klauwzeerserum
was voorgeschreven, voorloopig slechts uit-
voercertificaten zullen worden afgegeven voor
dieren, zich bevindende op hoeven of erven,
welke vrij zijn van mond- en klauwzeer, en
welke aldaar na een quarantaine van 4-maal
24 uren onder toezicht van den Veeartstnij-
kundigen Dienst met bovengenoemd serum
zyn behandeld. Ten bewyze daarvan moeten
zij voorzien zijn van een door genoemden
dienst aan te brengen oormerk, alsmede
vergezeld zijn van een door een bevoegden
veearts afgegeven verklaring, dat aan het
bovenstaande is voldaan. Een en ander op
kosten van belanghebbenden.
Belanghebbenden dienen zich 6 dagen vóór
het tijdstip, waarop zij herkauwende dieren en
varkens wenschen uit te voeren, te wenden
tot den betrokken inspecteur van den Vee-
artsenij kundigen Dienst, met vermelding van
aantal en soort der eventueel te exporteeren
dieren.
Het bovenstaande sluit aankoop van de be
treffende herkauwende dieren en varkens voor
directen uitvoer op de markten uit.
Voor nadere verlangde inlichtingen kan
men zich tot den betrokken inspecteur van
den Veeartsenijkundigen Dienst wenden.
Uitvoer naar Cechoslovakye.
Verder wordt ter kennis gebracht, dat
met ingang van 1 September a suitvoer-
certificaten ten behoeve van voor uitvoer
naar Cechoslovakije bestemd rundvee slechts
zullen worden afgegeven voor dieren, welke
bij het onderzoek, onmiddellijk vóór den
uitvoer, voldoen aan de in het uitvoercer-
tificaat vermelde eischen, en bovendien:
le. voor zooveel voor de slachtbank be
stemde dieren betrefti afkomstig zijn uit
gemeenten, waar evenmin als in de aan
grenzende gemeenten gedurende de laatste
40 dagen een geval van mond- en klauwzeer
of van een andere besmetteiyke veeziekte
bij het rundvee in den zin der Veewet is
voorgekomen
2e. voor zooveel andere, niet voor de
slachtbank bestemde dieren betreft;
a. afkomstig zijn uit provinciën, waar in
de laatste, aan den uitvoer voorafgaande 40
dagen geen enkel geval van mond- en klauw
zeer of van andere besmettelijke veeziekten
bij het rundvee in den zin der Veewet is
voorgekomen
b. onder toezicht door of vanwege den be
trokken inspecteur van den Veeartsenijkun
digen Dienst, op kosten van belanghebben
den, met negatieven uitslag aan de onder-
buidsche tuberculineproef zijn onderworpen.
Met het oog op het bepaalde sub 2e., b,
dienen belanghebbenden uiterlijk 6 dagen
vóór het vermoedelijke tijdstip van uitvoer
aan den betrokken inspecteur van den Vee-
artsenykundigen Dienst opgave te verstrek
ken van het aantal dieren, dat ter onderzoek
zal worden aangeboden, alsmede de plaatsen
van herkomst.
AANKOOP VAN FRIESCH VEE IN CHILI.
Het land waar vooral wordt gefokt
op productie.
LEEUWARDEN, 31 Juli. - Zuid-Amerika,
als een van de weinige streken waarheen
wij nog geregeld stamboekvee af kunnen
zetten, heeft thans wederom een collectie
Friesch stamboekvee aangekocht. De heer
Eugenis Errazuriz te Granezos in Chili kocht
vorige week een aantal dieren van den be
kenden fokker Schaap te Deersum.
Uit deze en vroegere aankoopen blijkt ten
eerste, dat in Chili vooral wordt gefokt op
productie. De nu aangekochte stier Ymkjes
Wodan Jan, 16807, is zooals men wel ver
moeden zal, afstammeling van de beroemde
productiekoe Ymkje VII 428160, die op zes
jarigen leeftijd 13.164 Kg. melk met 8.78%
vet 542 Kg. boter in 330 dagen gaf.
Naar het Friesch landbouwblad hieraan
toevoegt werd in 1922 door denzelfden kooper
de stier Adelbert XII, 13230, aangekocht als
afstammeling van de toen met de hoogste
onderscheiding bekroonde productiekoe Alida
V. B. 13955, met een productie van 8169 K.G.
melk met 3.80 vet 338 K G. boter
in 329 dagen, met de afstammelingen van
dezen stier zal nu met Ymkjes Wodan Jan
verder gefokt worden.
Vragendeze rubriek betreffende, kunnen
door onze abonné's worden gezonden aan
Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde
singel 96a Rotterdam. Postzegel van
7\ cent voor antwoord insluiten en
Blad vermelden.
Eendenhouderij.
Hoe men snel een koop slechte eenden
fokken kan.
Naar aanleiding van mijn artikelen over
de eendenhouderij kreeg ik van alle kanten
brieven om inlichtingen. De een wil weten
welk ras het beste is, de ander weer wil
een becyfering hoeveel voordeelen hij met
een paar honderd eenden halen kan, hoe de
hokken gebouwd moeten worden, hoe de
controlenesten ingericht moeten zijn enz.
In mijn artikelen kom ik langzamerhand
wel over al deze punten te spreken.
Eenden kunnen zonder zwemwater, zonder
groenvoer en in kleine ruimten gehouden
worden, zooals ik te Volendam bewezen heb.
Dit heb ik echter pas na eenige jaren zorg
vuldig proeven nemen en zorgvuldig fokken
bereikt. Ik heb daar thans een Campbelleend
broed 1927 die op 1 Juli 286 eieren gelegd
had en in Juli iederen dag nog een ei, dus die
einde Juli op 317 staat. Daarnaast verschil
lende jonge eenden die in haar eerste jaar
de 260 te boven gingen en thans de 200 ook
al weer gepasseerd zijn. Ik wijs er echter
uitdrukkeiyk op, dat ik dit zelf als iets by-
zonders beschouw dat na zeer veel moeite
en studie pas bereikt is en dat ik jaarlijks
ook van de beste stammoeders en vaders
nog dieren fok die veel minder opleveren.
Dit kan ik weer bewijzen uit de resultaten
van den legwedstrijd van de Kon. Vereeni-
ging Avicultura te Nijmegen. Het eigenaar
dige van dezen legwedstrijd is dat alle kippen
en eenden apart zitten in kleine hokjes, dus
een z.g één hen wedstriid. Hierdoor krijgen
fokkers en liefhebbers die niet veel dieren
hebben gelegenheid toch eens met een enkel
of een paar dieren aan een legwedstrijd deel
te nemen en eens te zien wat hun dieren
waard zijn.
Welnu de resultaten zijn als volgt: Vanaf
1 Nov. dus erg laat tot en met 10 Juli.
De beste 10 jonge hennen legden resp.
197, 186, 183, 183, 180, 180, 179, 175, 175,
173 eieren en de beste drie oude bennen
163, 5142, 140 eieren.
De beste drie eenden legden resp. 240,
289 en 203 eieren', en ga ik van boven af
de tien beste opnoemen dan krijg ik 240,
239, 203198, 185, 184, 162, 158, 152, 149.
We zien dus dat de vierde eend met 198
eieren nog meer legde dan de beste jonge
hen en dat de beste eend nu al 48 eieren
meer gelegd heeft dan de beste hen. De een
den no. 1, 3, 4, 7 en 9 zijn allen van mij
afkomstig en ik schrijf dit succes dan ook
toe aan het feit dat myn eenden al jaren
lang gefokt zijn in kleine rennen zonder
groenvoer en zwemwater.
Nu ga ik echter de zaak weer anders be-
kyken en schrijf dan alle eenden eens op die
op den legwedstrijd zijn en door mij gefokt
zijn. Ik krijg dan het volgende: Reebonte
loopeenden zes stuks legden resp. 240, 203,
198, 162, 136, 130. Deze eenden zijn echter
volle zusters, drie aan drie een week na elkaar
geboren van dezelfde moeder en vader
Campbell eenden, drie stuks legden resp.
152, 137, 130 eieren, dus veel minder.
Deze drie zyn echter volle zusters en stam
men af van een moeder die in haar eerste
legjaar 329 eieren gelegd heeft en in haar
tweede jaar 200, dus een geweldige produc
tie. De vader is een der beste Engelsche
woerden die ik kon krijgen en heeft mij nu
al die jaren prachtige kuikens geleverd.Eenige
zusters dezer Campbell eenden die op den
legwedstrijd zijn, legden bij mij te Volendam
resp. tot 1 Juli, 241,219,203,199,185 eieren,
dus weer veel meer.
Welnu, voor den aandachtigen lezer ligt
in deze cijfers feitelijk een groot deel van
het geheele eendenprobleem en geheim.opge
sloten. Uit een fokoogpunt zijn ze allerbe-
langrykst. De gewone fokker zegt eenvoudig:
Ik begin met een paar beste eenden en een
beste woerd en ik ben klaar. Ze komen b.v.
bij mij jonge eenden en woerden koopen van
beste afstamming. Stel nu voor dat ik aan
een fokker in 1927 geleverd had een foktoom
bestaande uit de genoemde zes reebonte loop
eenden die nu te Nijmegen zijn benevens
een goede woerd. De man raapt een gewel
dig aantal eieren, vooral als hij deze eenden,
die aan de allergunstigste omstandigheden
gewend zijn en daar speciaal voor gefokt zijn
in beste omstandigheden brengt (in vryheid
in slooten, plassen, weiland, of in groote
grasrennen). Mijn ervaring is al eenige jaren
dat myn eenden bij dergelijke klanten veel
beter leggen dan bij mij zelf, wat geen won
der is.
Ik schat het verschil wel op ongeveer
50 eieren per eend. De man heeft nu
dus een foktoom die prachtig legt en in het
voorjaar slaat hij aan het broeden. Wat ge
beurt er nu? Hij heeft een eend die 240
eieren legde en een eend die maar 130 legde.
De ervaring heeft nu allang weer geleerd
dat de eieren van een eend die veel gelegd
heeft, veel slechter bevrucht zijn en veel
slechter uitkomen dan van een eend die
weinig gelegd heeft.
Resultaat na het broedseizoen i De man
heeft veel meer kuikens van de eend van
130 eieren dan van die van 240 eieren. Maar
we gaan door, ik ben nog niet aan het
einde van mijn fokleer. De kuikens van de
hoog leggende eend zijn veel zwakker dan
van de slecht leggende eend. Ze zyn ge
voeliger voor allerlei invloeden en by zulk
ellendig weer als wy in het voorjaar gehad
hebben sterven ze bij bosjes aan longont
steking, darmontsteking, enz. als ze niet zeer
zorgvuldig behandeld worden.
Gevolgtegen de acht weken als de dieren
al een heel eind opschieten heeft hij een
flink aantal prachtig ontwikkelde jonge een
den en woerden en een aantal kleinere,
zwakkere. De sterkere, grootere zyn de klei
nere ver de baas, ook by den etensbak, dus
als het een beetje wil gaat onze klant zijn
tweede fokjaar in met een pracht stel eenden
en woerden die... allen afkomstig zyn van
de slechtste legsters. Ziedaar dus de les die
we voor ditmaal trekken en die we honder
den malen bewaarheid zien.
Het koopen van z.g.n. best fokmateriaal
is geen cent waard als we er niet oordeel
kundig mee om weten te gaan. We bereiken
er niets dan schade door en doen anderen
groote schade. Wat toch is het geval? Onze
fokker is het tweede fokjaar verrukt met
zijn mooie dieren, maakt reclame voor zijn
broedeieren en annonceert: Broedeieren voor
zoo en zooveel. Afkomstig van eenden en
woerden van Dr. te Hennepe, waarmede op
den legwedstryd te X-huizen een eerste
prijs behaald is. De man liegt niet, de men
schen vragen mij of het waar is dat deze
man eenden en woerden van mij betrokken
heeft en ik geef daarop natuurlijk bevesti
gend antwoord.
Verder gevolg: De menschen gaan de beste
eieren uitbroeden en de legresultaten zijn
nihil. De heele eendenhoudery loopt op niets
uit, en voortaan heet. h6t: Dat of dat ras
van eenden is niets waard en die of die
fokker is een bedrieger en Dr. te Hennepe
is ook een bedrieger. Op die manier worden
slechte eenden in tijd van een paar jaar
als een sneeuwbal over het land verspreid
en veroorzaken overal teleurstelling en ver
bittering. Alweer dus een manier zooals het
niet moet. Dr. TE HENNEPE.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Bij stukloopen van huid en voeten,
doorzitten, zonnebrand en smetten; maar
vooral ook bij brand- en snijvvonden,
ontvellingen en allerlei huidverwondingen
Het verzacht en geneest
Voor huis en hof.
KAMERPLANTEN IN BEN ZOMER
EN DAHLIA-ZORGEN.
De zomer is in het algemeen de beste tijd
voor onze kamerplanten, mits aan bepaalde
voorwaarden voldaan wordt, hetgeen even
wel nog al iets te wenschen overlaat. De
bladeren zy'n de organen, welke het voedsel
voor de plant bereiden, (hoe zullen we hier
buiten beschouwing laten) mits het licht
ongehinderd kan toetreden. Wat zien we nu
in den zomer gebeuren?
Kamers, op het Zuiden gelegen, zien we
een groot deel van den dag door gordijnen,
luiken, jaloezieën enz. afgesloten, om de
warmte zooveel mogelijk buiten te houden.
Dit lofwaardig streven is echter zeer funest
voor onze arme kamerplanten, welke in deze
half-duistere kamers moeten leven. Om dit
nadeel voor de planten te ontgaan, moet
men dit kunstmatig donker houden der ka
mers tot het uiterste beperken, of zoo noodig
de planten tijdelijk naar een andere meer
verlichte kamer overbrengen. Dit beperken
der kunstmatige schemering is ook voorden
menscb aan te bevelen, aangezien het zon
licht anders te veel in haar bacteriën-doo-
dende werking wordt belemmerd.
Naarmate de planten sterker groeien, ont
staat erj;gevaar voor een tekort aan bodem
zouten, welke door bemesting aangevuld
moeten worden. Dit bereiken we door ge
regeld gieren, b.v. met een slappe oplossing
van koemest of met bloemenmest.
Een ander gevaar voor de kamerplanten
is het verbranden der wortels. Zooals boven
gezegd, moeten de planten den geheelen dag
niet in een schemering worden gehouden,
doch evenmin is het goed ze bloot te stellen
aan de al te felle zonnestralen. Dit gevaar
schijnt nu dezen zomer wel niet heel groot,
doch vooral bij waardevolle planten, mag
hier wel op gelet worden. Dit gevaar is te
bezweren, door de potten te plaatsen in een
met aarde opgevulden bloembak, of door de
potten te plaatsen in een grooteren pot, waar
bij de ruimte tusscben de twee potten wordt
opgevuld met mos of iets dergelijks.
Een van de meest voor de hand liggende
dingen, n.l. het gieten, blijkt voor velen in
de practyk nog steeds een struikelblok te
zijn. Nog maar al te vaak kan men planten
zien versmachten, terwijl zeoogenschijnlijk
ruimschoots van water worden voorzien. Als
de planten na een warmen, drogen dag van
water worden voorzien, loopt het water er
net zoo hard van onderen weer uit. Denkende
dat ze geen behoefte hebben aan water, wordt
het gieten dan gestaakt. Maar al te vaak is
het tegendeel het geval. Door de droogte is
de potkluit gekrompen en loopt het water
weg tusschen den wand van den pot en de pot
kluit. Het euvel is te verhelpen, door de
plant een bad te geven in een emmer water.
Hoe sterker de groei en bloei, hoe meer
water. Giet alleen 's avonds en 's morgens
en zet ze tijdens een malsch regenbuitje
buiten. Spons verder alle zoogenaamde blad
planten geregeld af en vergeet hierbij vooral
den onderkant der bladeren niet, welke bij
voorkeur door de parasieten als schuilplaats
worden benut. Menige plant is hieraan ten
offer gevallen.
Dahlia's. Dahlia's behooren tot de gelief-
koosde soorten, welke zich in het byzonder
leenen voor bouquetten. Het gaat er dus om
goede bloemen te krijgen met flinke stelen.
Om dit te bereiken handele men als volgt:
Zoodra de knoppen zich vertoonen, neemt
men de zij knoppen zoo spoedig mogelijk weg
en laat den sterksten knop zitten. Vanuit de
oksels der bladeren, die zich onder de knoppen
bevinden, ontspruiten na het knopzetten
nieuwe scheuten, welke eveheens worden
weggenomen, terwijl we de zich daaronder
ontwikkelende scheuten laten staan. De plant
blyft op deze wijze stevig en geeft fraaie
bloemen, welke by voorkeur alleen «'avonds
of s'morgens worden afgesneden. Om het
opzuigen van water te bevorderen, kan men
de bloemsteel van onderen splijten. Waar de
planten nogal groot worden en veel wind
vangen, verdient het aanbeveling ze te be
schermen, door ze los aan te binden.
DAME BESTOLEN IN EEN TREIN.
NIJMEGEN. 30 Juli. Een dame uit
Berlicum, die Zaterdag van Den Bosch naar
Eist (O.B.) reisde met den trein, welke te
16.47 uur uit 's-Hertogenbosch vertrok, heeft
by de politie kennis gegeven, dat mede
reizigers, die te Wijchen bij haar in de
coupé stapten, een rieten reismand, welke
zij bij zich had, meegenomen hebben. Een
soortgelijke mand hebben zij laten staan.
Haar mand bevatte behalve reisgoederen
twee bankbiljetten van 100 en tien of
twaalf van j 10, twee effecten ter waarde
van ƒ1000 zonder talon, benevens een bewijs
van beleeniDg bij een bank te Den Bosch
van effecten voor een waarde van 5000.
Nederlandsch toerist omgekomen.
Bij het beklimmen van een berg in de
buurt van Comballaz (Fr.), heeft de heerG.
H. Lulofs, uit Hilversum, doordat hij van
een overhangende rotspunt afgleed, een
doodelyken val gedaan.
TE VER IN ZEE.
Eén slachtoffer.
Dinsdagochtend, omstreeks half elf zijn aan
het strand te Kykduin twee jonge dames
die aan 't zwemmen waren, door de sterke
zuiging te ver in zee geraakt.
Twee mannen, die op het strand liepen,
zagen het gevaar, waarin de meisjes ver
keerden en begaven zich oogenblikkelijk te
water.
Het gelukte een der meisje op het strand
te brengen, zij het dan ook met groote moeite.
Zij was echter buiten bewustzijn en werd
ter verpleging in het Roode Kruisziekenhuis
opgenomen.
Het andere meisje, de 19-jarige Cato A.,
wonende aan de Prinsengracht te 's Graven-
hage, kon echter niet meer gered worden. Ze
i was te ver afgedreven.
„STOEIPARTIJ".
Twee jongens van 16 en 18 jaar waren
Dinsdagmiddag in het Vondelpark te Amster
dam slaags geraakt. In plaats van een boks-
of worstelpartij, werd in dit geval een twee
strijd op het mes geleverd. Een 18-jarige
jongeling dreef de baldadigheid zóó ver, dat
hij op een gegeven oogenblik zijn tegenstan
der met zijn zakmes in den arm stak. Er
ontstond een hevig bloedende wond, water
op wees, dat een slagader geraakt kon zijn.
Dadelijk werd het slachtoffer van den G. G.
en G. D, naar het Tesselschade Ziekenhuis
vervoerd. Men vreesde voor zyn leven.
VERZAKKING.
Dinsdagavond is een groot gedeelte van
den wal met daaropgelegen tuin van het
terrein by de gasfabriek te Harlingen, in de
gracht, waaraan die fabriek gelegen is, te
recht gekomen. In de gemetselde kuip, waarin
de gashouder drijft, schijnt een scheur te
zijn ontstaan, waardoor het water, dat zich
in de kuip bevindt, door den tuin wegvloeide.
Door den abnormaal lagen waterstand in de
gracht, miste de wal zijn steun en schijnt
deze den druk van het wegvloeiende water
niet te hebben kunnen weerstaan. Persoon
lijke ongelukken zijn niet voorgekomen, wel
is er groote materiëele schade. Het bouwen
van een nieuwen gashouder is noodzakelijk
geworden.
Zakkenrollers in het Stadion.
Een Duitschers is op de overdekte tribune
in het Nieuwe Stadion een kalenderboekje,
inhoudende 90 Mark en een passe-partout,
ontrold.
Een inwoner van Bloemendaal is op de
overdekte tribune in het Nieuwe Stadion
een portemonnaie, met pl.m. 10 ontrold.
Een deelneemster aan de Olympische
Spelen is op de deelnemerstribune een por
temonnaie inhoudende 26 ontrold.
Een inwoner van Bloemendaal is ver?
moedeiyk in de schermzaal van het Nieuwe
Stadion een portefeuille, inhoudende pl.m.
300 aan Hollandsch- en Fransch geld en
een legitimatiekaart van het N.O.C. ontrold
Een Amsterdammer is in het Nieuwe
Stadion een portefeuille, inhoudende pl.m.
10 ontrold.
Opgesloten in liet huis van bewaring.
MAASTRICHT, 1 Aug. Een schilders
knecht L. zou even een ruit inzetten in het
Huis van Bewaring. In cel 13 nam hij de
maat, maar toen hy de ruit in den winkel
zou gaan halen, bleek de deur gesloteD.
Roepen, beuken, trappen, 't hielp allemaal
niets. Bij het etenuitdeelem werd hij overge
slagen, cel 13 was immers leeg. Eindelyk
om vier uur 's middags hoorde hij iemand
door de gang loopen. „Laat my er toch uit,
ik ben de glazenma j
Maar men geloofde]
niet, eerst moest mei
kyken. Eindelyk wt
personeel en direct®
lachen ook. L. heeft
maakt. Voorloopig li r
cel 13.
KLEIN DEEL VAN I
De dader naar liet
AMSTERDAM, 1
bureau Jonas Daniël
zoek instelde naar
hotels hier ter stedi
voor een bedrs
werd, is er in
hier ter stede een kli
in beslag te nemei
goeder trouw geweei
Engelsche echtpaar
kend. Uit het ondei
daglicht gekomen,
juweelen van de h;
ling is. Deze valt
wegen te bekennen,
man een klein gedei
verkocht en met d>
duizenden guldens be|
naar het buitenland
wel te gelde zal ma'
EEN 8PRE
De heer P. Goedhal
hoogere burgerschool
als volgt van een spi
aard fox, eigendom
Kastanjelaan 3 te A:
Diens dochter, 19
citeiten van Willy oj
die den hond totspn
zit naast zyn meesta
terwijl wij zaten te
nam zij zyn snuit
toen: hoeveel is vy|
woordde Willy: ellef,
„Ellef" zeer duideiykl
„Hoeveel is 6 en 6?'
twalef.
„Wat is dit"' en
gelegd. „Tafel".
Mevrouw Van Hils]
smeekend zeide:
„Mamma, geef mij
Inderdaad deed h:
zeide zij. Willy ant
wat". Mevrouw weer:|
Het antwoord van
zelf. Ik zal het aan
Toen kreeg de hon|
Men vroeg hem:
Het antwoord was:
„Ik kan goed babbel
Dit alles werd zeer
mej. v. Hilst de han<
hond hield en telkeD:
greep de hand toedr
Mej. v. Hilst begoi
fijn stemmetje werd
stem van den hond;
„Overal overal,
(bis), daar is het bal'
„Hoe heet je meisje?!
Antwoord: Agatha.)
„Waar woont ze?"
Antwoord: Op den
„Hoe heet de stad?"
Antwoord: Arnhe:
„Waar woon je?"
Antwoord: Kastanji
Mijn schoonmoede:
inhouden en zeide:
waarop tot onze
kwam: „Ja, mevrou'
„Hoe heet de pastoor|
Antwoord: Pastoor
En de dokter?'
Antwoord: Dr. Van|
„Wat zeg je tegen hi
Antwoord: Dag, do]
„Wat is mama van j<
Antwoord: Schatte
Wat lust je graag?"1
Antwoord: Appelen]
Hier begon Willy
Varkenscarbonade. "Ww
hij lachte en telkens
gen: lach eens, trok 1;'
en grijnsde bemkmelijl
gebit vertoonde.
Hoe heet de eers!
Antwoord: Januari.
Een ander versje,
begeleid door de broi
luidde: Papa is dronl|
hij heeft te veel gedrc
nat.
Wy meenden, dat
in Engeland beter g<
den dan hier, maar d!
zijn, den hond Engelse!
was daarmee al bezig!
hond of hy Engelschf
Willy antwoordde:
„Wat is er laatst gebi
Antwoord: Ik was
„Wat heb je toen
Antwoord: Karnei
„Hoe heet de Koning|
Antwoord: Wilhel:
„En de Prins?"
Antwoord: Prins H<
„Nog wat?"
Antwoord: van Met
„En de Prinses?"
Antwoord: Juliana.
„Waar wonen die?"
Antwoord: te 's-Graj)5
„Waar woont Anna?"
Antwoord: in Amsti
„En oom Johan
Antwoord: Antwerj