ders A.M. Kiespijn VOLGENS fSTE METHODE huls. stfiir, tuin en erf LFF&ZOQN MIDDELHARNIS }Ün /ing Ind OpenbareVrijwilligeVerkooping ;che Veiling Rotterdam. COUPONS, CHEQUE S. 2 IHYPOTHEKEN, CREDIETEN. WOENSDAG 11 JULI 1928 Pluimveeteelt. DWAALLICHTEN. BINNENLAND imer durf zoo lacht jpen- iam I hor- rvol- 3tuk zak een Is de rfen. prkt. jver sijn. Ll de uit Jerk. lerk. idlu. PROTESTANTENBOND. Sommelsdijk, (Langeweg) vm. ball Men Ds. G. D. Hoevers Luth. pred. uit BeileD. BrielJe, (Kerkstraat) vm. ds. Poortman. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en'sav. ds. Snoek uit Grevel- duin-Cappelle. Stellendam, vm. en 's av. ds. de Lange uit Ooltgensplaat. Ouddorp, vm. en nam. ds. Diemer. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. leeskerk. Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma. Stad a. 't Haringvliet, vm. en's av. ds. de Graaff. Hellevoetsluis, 'sav. ds. YVesterkuijs. Nieuw-Helvoet, vm. ds. VVesterhuijs. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Stad aan't Haringvliet, vm.,nm,en'sav.leeskerk GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk. Dirksland, vm en 'sav. ds. De Blois. Herkingen. vm did. en 'sav. leeskerk. Ouddorp vm. eu nm. leeskerk. Hij kent hem. Luitenanti Mijnheer JanseD; ik vraag u plechtig de hand van uw dochter Marie. Jansen: Mijn jonge vriend, ik ken toe vallig uw omstandigheden bijzonder goed. Om u afdoende te helpen, zou ik u twee mflner dochters moeten geven en dat mag in Holland niet. Hersteld. Jonggetrouwde: Wel. jij bent de man wien ik verleden week een stuk van m(jn eigen gebakken koek gaf. Bedelaar: Ja, mevrouw; ik ben expres langs gekomen om u te laten zien dat ik weer volkomen hersteld ben. Geraffineerd. De barbier Zeepbel is een slimmerd 1 Die vertelt aan zijn klanten, terwijl hij ze scheert, zulke vreesdij ke geschiedenissen, dat hun de haren te bergen rijzen en zij zich dus ook nog moeten laten friseeren 55 Gemeten epolder (ingvliet Direct Iin te Ieve- ili a.s. bij iel, alwaar I bekomen 3—2 van een aan den Duivenwaardschendijk te NIEUWE-TONGE Op DINSDAG 10 JULI 1928 bij Inzet en Op DINSDAG 17 JUL1 1928 bij Afslag, telkens des avonds 7 uur (oude Tijd) in het Hotel WITTE aldaar, ten verzoeke van den heer JAN DEN HOLLANDER Hz., aldaar. Notaris VAN BUUREN. ÜIER VERZENDERS! [lat U als regel steeds te weinig voor Uw Er wordt geen rekening gehouden met de zoodat zij, die mooi goed leveren sterk ;n prijs maken dan U nu voor Uw eieren krijgt inlichtingen bij Warmoezïer straat O 37—39. Controle voor H.H. Zenders. OPGERICHT 1768. Lompen, metalen, zolderoprnlmlnoen. Wij betalen de HOOGSTE prijzen. (DRIK WIJGERS, S8a - Tel. 31748 - ROTTERDAM. verdrijft men spoedig met losjes van 6 stuks 45 ct. ij de goede drogisten. ïwijs van echtheid op elke poeder A.M. Let hierop I Prijs per kwartaal f 1,— Losse nummers 0,07s ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V, Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int, No, 15 Voorstraat Middelharnis. 10E JAARGANG. - N°. 70 Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde singel 96a Rotterdam. Postzegel van 7| cent voor antwoord insluiten en Blad vermelden. HET KARNAVAL DER LUIZEN. Het laatste artikel heb ik beëindigd met te wijzen op uiterste reinheid. Dit geldt niet alleen voor het drinkwater, dat tevens zoo koel mogeljjk gehouden moet worden, doch ook voor de hokken zelf. Mest die thans blijft liggen gaat snel in ontbinding over. Men moet dus zorgen dat de mest van de mestplank zooveel mogelijk iederen dag ver wijderd wordt. De warme dagen zijn ook de dagen voor luizen en ander ongedierte. Dit is hun karnavalstyd. Ik kom op deze zomerplagen van ons pluimvee nog apart terug, doch ik wijs er nu reeds op dat de z.g. bloedluis, die veel hinder en schade veroorzaakt, alleen 's nachts op de kippen bloed zuigt en overdag in allerlei hoeken en gaten wegkruipt. Wil men dus de dieren vrijhouden van onge dierte dan moet het hok, liefst iedere week goed schoongemaaktjworden en alle naden en kieren (vooral ook waar de zitstokken nog zooals vaak in ouderwetsche hokken het geval is, tegen den wand gespijkerd zijn) goed uitgespoten worden met 5 creoline. Wees niet zuinig met creoline in uw hokken, het voorkomt in den zomer veel ongemak. Pas alleen op, dat de lucht niet te veel op de eieren slaat, daar eieren zeer gemakke lijk allerlei geuren uit de omringende lucht opnemen. Zorg vooral dat Uw kippen nu over flinke zandbakken kunnen beschikken. Voeg daar aan toe tabaksstof of insectenpoeder. Ook de legnesten zelf moet men goed zuiver houden, het neststrooisel vaak ververschen en er wat tabaksstof of insectenpoeder in werpen. Ik weet wel dat het met die warmte juist niet aangenaam is om veel in een stof fig, warm kippenhok te werken, maar als we succes van onze dieren willen hebben, moe ten we ons ook het noodige werk getroosten. Er is echter nog meer te doen. Het broedseizoen is nu afgeloopen, en de dagen zijn lang, zoodat we nu overvloed van tijd hebben om onze machines eens goed te reinigen en te ontsmetten. Ik zet de eierlade en kuikenlade altijd een hal ven dag in een creolineoplossing te weeken en schrob ze dan flink af, zoodat ik er zeker van ben dat er geen mest of vuil meer zit. De kuikenlade is meestal met gonje bekleed en deze wordt er door het afschrobben niet beter op Vandaar dat ik deze er meestal afhaal en door nieuwe vervang. De machine wordt inwendig met een spons met soda- zeepwater schoon gemaakt, daarna met schoon water nagedaan en dan laat ik het drogen. Ik zet kuiken- en eierlade als ze luchtdroog geworden zijn weer in de machine en steek haar weer aan. Ze droogt dan flink uit en als ze aldus droog en schoon is kan ze blijven staan tot het volgende jaar Hetiswel geweoscht er een ouden doek of papier over te leggen voor stof en eventueel beschadigen van de regulateurs. Hetzelfde geschiedt met de kunstmoeders die nu ook zoo zoetjes aan rust krijgen. FEUILLETON. E. WERNER VERTALINO VAN H6RMINA. {Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) Let goed op de aankomende kuikens. Zorg voor schaduw en doe de hanen er zoo gauw mogelijk uit. Deze eten vaak het dure voer voor de hennetjes op, zoodat de hennetjes achterblijven. Aan de jonge hanen zit niet veel winst, dus hoe eer ze opgeruimd wor den hoe beter. De dieren eten graag buiten allerlei insec ten, wormen enz. Nu ontwikkelen zich op doode dieren spoedig allerlei maden en men is wel eens geneigd deze ook aan de kippen te voeren. Niets is meer gevaarlijk. In ge storven dieren ontwikkelen zich n.l. spoedig zeer zware vergiften, z g. ïykengiften en deze zijn hoogst gevaarlijk voor ons pluimvee. Het eigenaardige is nu dat de maden die zich op doode dieren ontwikkelen geen last van deze vergiften hebben, doch dat de kip pen die deze maden opeten, spoedig onder ver schijnselen van verlamming en zenuwkram pen sterven. Met de warmte komen er ook vaak broed- sche hennen. Het beste is de kippen ineen kooi te zetten van gaas of latten, temidden van de andere hennen. Door de moeite die het dier doet weer vrij te worden vergeettzy meestal in een paar dagen haar broedsch- heid. Zorg vooral ook voor schaduw. Dit wordt maar al te vaak vergeten en vooral voor jonge eenden kan de al te felle zon zeer noodlottig zijn. Ik geef dan ook altijd de eenden over dag gelegenheid in hun vainest of achter rietmatten. Het is mogelijk dat er ook reeds eenige hennen in den rui vallen. Meestal zijn dit slechte legsters en doet men het best ze op te ruimen. Met de warmte wordt vaak de leg ook wel minder en kan men trachten door goed te blijven voeren, soms met wat extra vischmeel of diermeel de dieren nog wat aan den leg te houden. Met het voeren moet men er op letten dat de dieren met de warme dagen lang niet zooveel vet en zetmeel noodig hebben, zoo dat men vooral maïs wel wat beperken kan- Groenvoer zal door de kippen zeer gewaar deerd worden, te veel maïs maakt ze vet, met al de schadelijke gevolgen daarvan. Een kip die tegen den leg is mag best een lading reservevet hebben, dat zij langzamerhand met 'de eieren kwijt raakt. Een kip die weinig of niet legt mag echter geen vet hebben, zij moet in actie blijven en overmaat van vet geeft aanleiding tot legnood of met de hitte tot plotselinge sterfte daar de hartspier het dan meestal opgeeft. Tenslotte nog een verzoek, dat vooral ook met de warmte van belang is. Verschillende lezers hebben n.l. de beleefdheid mij naar mijn huisadres allerlei doode kippen en kui kens te zenden. Deze lekkernijen komen dan met den zomerdag al meestal in welrieken- den toestand aan en als ze dan bij afwezig heid nog eens een dagje blijven rusten, be grijpt men wel dat de huisgenooten niet erg tevreden zijn. Daarom wijs ik er nadrukke lijk, op: Alle doode dieren naar de Ryks- seruminrichting te Rotterdam. Dat is vol doende. Alleen brieven met vragen kunnen naar mijn huis gestuurd worden. Dr. te Hennepe. 79) „Ik kan niet!" herhaalde de jonge vorst, hoogst ernstig. „Ik wil graag gelooven, dat de afwijzing, die ge ontvangen hebt, je zwaar heeft getroffen; maar ze is niet meer dan billijk. Gij hebt je vader land, je plichten vergeten en dit laat zich maar niet zoo gemakkelijk herstellen, als men op een andere wijs daarover is gaan denken. Ge zijt den krijgsdienst ontvlucht gij, de zoon van een officier, nu is die krijgsdienst voor je gesloten en moet gij je dat getroosten." „En zegt ge mij dit zoo bedaard, zoo koel bloedig?" riep Hartmut, buiten zichzelf van drift. „Begrijpt ge niet, dat 't voor mij een zaak is van leven en dood? Ik heb mijn vader weergezien, toen hij op Rodeck bij Walmoden aan het sterf bed kwam. Hij heeft mij verpletterd met zijn ver achting, met de ontzettende woorden, die hij mij toen in het aangezicht slingerde. Dét was 't, wat mij uit Duitschland verjoeg, wat mij geen rust gunde en van de eene plek naar de andere dreef. Maar zijn woorden gingen met mij mede en maak ten mij overal het leven tot een hel. Ik heb de op roeping tot den oorlog als een uitkomst begroet, Voor huis en hof. Bijtende engelen. Mama: Nu Elsje, ga nu slapen, en droom maar dat er kleine engelen bij je zijn Elsje: (in het vreemde bed) Een er van bijt mij. mama! Algemeene wenken voor het opkweeken van cactussetj. Wij hebben reeds vroeger een artikel ge geven over cactussen, doch waar vanwege de beschikbare ruimte slechts hier en daar een greep kan worden gedaan en er inden laatsten tijd een grootere belangstelling voor cactussen valt te bespeuren, lijkt het ons gewenscht, nogmaals op dit onderwerp terug te komen. De bedoeling hiervan is, den ama teur een riem onder het hart te steken en om hem te behoeden voor al te groote blun ders. In het algemeen hebben de castussen wel een zeer taai leven, zoodat ze niet al te spoedig bezwijken, doch ook dit heeft zijn grenzen. Dank zij wetenschappenke onderzoekin gen van speciale cactuskenners der laatste jaren, is de kennis hieromtrent belangrijk vooruit gegaan. Een deel van het publiek denkt, dat cactussen echte woestijnplanten zijn, groeiende op schrale rotsen, blakende onder de tropenzon. Deze voorstelling is ten eenenmale onjuist. Wfc' vinden de cactussen in droge heete streken, in het vochtig warme tropengebied, in de hoogliggende meer koelere streken als wel in de lagere, koelere gebie den. Het zal iederen lezer duidelijkjzijn, dat bij het opkweeken van cactussen hiermede terdege rekening moet worden gehouden. Bij het aanschaffen van cactussen, hetzij door koopen by den bloemist, welke helaas meer dan eens blijk geeft een bedroevend beetje te weten van deze planten, hetzjj door bedelen bij familie of kennissen, moet er daarom in de eerste plaats op worden gelet, of wij in staat zijn voor de aan te schaffen soorten, zooveel mogelijk de natuurlijke ver zorging naby te komen. De beginnende amateur dient zyn keuze te bepalen tot de gemakkelijk te kweeken soorten en vindt hierin voldoende keuze. Vooral niet verder springen dan de polsstok lang is en naarmate we meer ervaring hebben, kunnen we onze collectie uitbreiden. Al direct worden wy bij het aanschaffen der soorten voor de vraag gesteld, welke aard- mengsels moeten we nemen en moet dit aardmengsel arm of ry k zijn aan voedsel. Een groot deel der cactussen groeit in vruchtbare streken (Echinocactussen) terwijl deMamil- laria's met hun helder gekleurde doorns op kalkachtigen bodem voorkomen en verschil lende andere soorten in hun geboorteland hun voedsel halen uit vergane bladeren. Ook hiermede hebben we dus rekening te houden. De te bezigen aarde moet vry zijn van ziektekiemen en ongedierte. Hieruit volgt, dat gewone tuingrond of opgeworpen grond van een molshoop te prefereeren is boven slechte bladaarde, waarin allerlei ongerech tigheid als half vergane bladeren en vruchten voorkomen en die met het oog op schimmelen eventueele ziekte niet weinig in de hand werken. Als algemeen grondmengsel is mols hoop-aarde uitstekend geschikt, waaraan een 20 scherp zand wordt toegevoegd, terwijl ook al weer afhankelijk van de aan te schaf fen soorten, wat kaikpuin, klei of goede bladaarde in het grondmengsel wordt opge nomen. De planten moeten voldoende voed sel uit den bodem, kunnen halen, doch over drijving in dezen doet de planten te ijl op groeien, hetgeen weer moeilijkheden oplevert bij het overwinteren. De groei moet lang Ik wilde strijden voor het vaderland, dat ik eens van mij stiet, en nu sluit zich voor mij de deur, die zich voor ieder ieder ander opent. Egon, trekt gij ook de hand van mij af? Nu, dan blijft mij nog maar éen weg overl" En met een haastig wanhopig gebaar wendde hij zich naar de tafel, waar de pistolen van den vorst lagen; maar deze vloog op hem toe en rukte hem achteruit. „Hartmut! Zijt ge krankzinnig?" „Misschien zal ik 't worden! Gij allen foltert mij tot waanzinnig wordens toe!" Er lag een onbeschrijfelijke wanhoop in dien kreet. Ook Egon was bleek geworden, en zijne stem beefde, toen hij zeide: „Eer 't zoover komt, zal ik beproeven je bij het een of ander regiment te laten inlijven! „Eindelijk!" „Beloven kan ik 't je niet, want de hertog moet daarbij geheel uit het spel blijven en mag er niets van weten. Hij vertrekt morgen al naar het tooneel van den oorlog. Hoort hij later, dat gij in zijn leger dient, dan zijn wij midden in de drukte van den strijd en wordt er minder nauwkeurig naar het Hoe en Waarom gevraagd. Maar 't zal wel eenige dagen duren, eer die zaak in orde is wilt ge zoolang mijn gast zijn?" De jonge vorst had dit anders als iets dat van zelf sprak beschouwd en zou boos zijn geweest, als zijn vriend die uitnoodiging afsloeg. Nu vroeg hij 't hem echter, en Hartmut gevoelde, wat in die vraag lag opgesloten. „Neen, ik blijf niet in de stad," antwoordde hij. „Ik ga naar den houtvester van Rodeck en ver zoek je mij dóar bericht te sturen. Binnen een paar uur kan ik hier terug zijn!" zaam en zeer geleidelijk plaats hebben. Bij jonge plantjes en stekken vooral, ver dient het aanbeveling fyn houtskoolpoeder door den grond te mengen, hetgeen tevens zeer gunstig werkt op den gezondheidstoe stand der wortels, in casu op de plant. Een zeer belangrijk punt voor den cactus liefhebber is het gieten en sproeien. In den winter kunnen de meeste soorten nagenoeg droog staan, doch in den zomer en vooral als ze bloeien, moeten ze geregeld vochtig worden gehouden. Aan het uiteriyk der planten is waar te nemen of ze in dit op zicht wel goed verzorgd worden. Voor het gieten gebruiken we bij voorkeur een wei nig lauw gemaakt regenwater, iets hooger van temperatuur dan die der kamer, terwijl, indien we ons met leidingwater moeten be helpen, dit eerst in een open schaal in de zon wordt geplaatst, opdat de zuurstof der lucht er voldoende op kan inwerken. Door het gieten wordt de bovenste laag der grond hard en ontstaat er een korst. Met een puntig houtje wo(;dt deze korst voorzichtig losgemaakt. Beschadig vooral de wortels niet. De potten der cactussen worden op dezelfde wijze behandeld als bij gewone bloemen. In geen geval geglazuurde potten gebruiken. In ons volgend artikel zullen we eenige soorten nader bespreken. CHILEENSCH SCHIP VERGAAN. Circa 300 slachtoffers. SANTIAGO, (Chili), 8 Juli. - Het stoom schip „Angamos", transportvaartuig van de Chileensche regeering, met een bemanning van 147 koppen en 148 passagiers, waaronder veel vrouwen en kinderen, is in den nacht van Vrijdag op Zaterdag gezonken ter hoogte van Punta Chimpel, ruim 500 K.M. ten Z. van Valparaiso. Slechts vier matrozen slaagden erin, zwem mende de kust te bereiken. Verder zijn nog volgens een bericht uit Lebu twee overle venden gevonden. Stormen en regenvlagen maakten het onmogeiyk, direct naar even tueele verdere overlevenden te zoeken. Men acht het trouwens vrijwel zeker, dat alle overige opvarenden verdronken zijn. Reeds zijn 80 lijken aangespoeld. De „Angamos" een schip van 3600 ton,in 1890 in Engeland gebouwd en dat aanvan kelijk onder de namen „Spartan" en „Citta di Venezia" in de vaart was, bevond zich. toen de ramp gebeurde, onderweg van straat Magelhaen - zy had te Punta Arenas een groep miliciens aan boord genomen naar Talcahuano (by Concepcion). De geredde matrozen vertelden, dat het schip Vrydagavond tegen 11 uur het roer verloor en op de rotsen liep; eenige honderden meters voor de kust. Tot omstreeks midder nacht bleef de „Angamos" stilliggen. Toen werd het schip door een ontzaglijke golf getroffen, waarna het geleidelijk uit elkaaT sloeg. Korten tijd klemden bemanning en passagiers zich nog hulpeloos vast aan de verschansing.Toen kwam een tweede enorme golf. De mast, de brug en de pijp knapten af, en daarop spleet de scheepswand en het water stroomde binnen. Door de stranding, zoo vertelde de mannen verder, was de radio-installatie direct ver nield, terwyi alle lichten uitgingen, zoodat de boot in duisternis gedompeld was. Vrouwen en kinderen, slechts gedeeltelijk gekleed, renden in het donker over het dekde meesten waren reeds in slaap, toen het schip op de rotsen liep. De vier overlevenden waren zoo gelukkig een stuk van den mast te grijpen; zy ge looven echter, dat de overige opvarenden allen verdronken of tegen de rotsen sloegen. Volgens de vier geredden moet de kapitein, Suarez genaamd, zich een kogel door het hoofd hebben gejaagd, toen het schip zonk. Vermoedelijk is de marconist van de „Angamos" er in geslaagd, nadat de radio installatie was vernield, het reserve-apparaat in werking te stellen. Dit heeft echter maar éénmaal zijn S.O. S. de wereld in kunnen zenden. Toen was biykbaar ook dit toestel vernield. Het noodsignaal werd opgevangen door de stoomschepen „Apollo" en „Tarapaca", die de „Angamos" te hulp snelden, maar het ten gevolge van den storm niet meer bereiken konden. De kotter „Armhello", die zich naar het tooneel van de ramp spoedde, was gedwongen een schuilplaats te zoeken in de haven van Coronel. Oorlogsschepen bereikten ten slotte de plaats, waar de „Angamos" gezonken was, maar vonden geen spoor meer van het schip. Volgens nadere berichten zal het geruimen tijd duren eer men nauwkeurig kan weten, hoeveel personen by de ramp van de „An gamos" zijn omgekomen. Het schip had namelyk verscheidene havens aangeloopen, waar passagiers waren aan wal gezet en opgenomen. Het aantal dooden zal echter stellig omstreeks 300 bedragende passagiers waren in hoofdzaak arbeiders en hun ge zinnen. Toen het schip stuk sloeg moet er nog een poping zijn gedaan om de reddingbooten te strijken; er werd een waar gevecht geleverd om plaatsen in deze booten en om redding gordels. De wanhopige drenkelingen betwist ten elkaar zelfs stukken drijfhout. De enkele booten die konden worden uitgezet, sloegen onmiddeliyk om, zoodra zij op het water kwamen, en de inzittenden werden verplet terd tegen de rotsen of teruggedreven in de woedende zee. „Zooals gij verkiest. Gaat ge dus niet naar het kasteel?" Hartmut wierp hem een somberen blik toe. „Neen! Naar de houtvesterswoning. Vaarwel, Egon!" „Vaarwel!" Zij scheidden, zonder handdruk, zonder verder afscheidswoord, en toen de deur achter hem dicht viel, wist Hartmut ook, dat hij den vriend had verloren, door wien hij tot hiertoe afgodisch be mind en vereerd was geweest. Ook door dezen veroordeeld en verstooten wél moest hij haar vreeselijk boeten, die oude schuld! Over het „bosch" breidde zich een donkere, bewolkte hemel uit, die zich van tijd tot tijd in een regenbui ontlastte. Grauwe nevels hingen tegen de berghellingen en de wind voer door de toppen van de boomen. 't Was een herfstachtige gure dag, midden in den zomer. Op Ostwalden was de slotvrouw thans alleen. Zij had bericht gekregen van haar broeder, dat hij zich al op marsch bevond en het voorgenomen afscheid tusschen broeder en zuster achterwege moest blijven. Adelheid had dientengevolge haar vertrek naar Berlijn uitgesteld, om nog het huwe lijk van Willibald en Marietta bij te wonen, dat in alle stilte en slechts in het bijzijn van de naaste bloedverwanten werd gesloten. Onmiddellijk daar op was het jonggetrouwde paar naar Berlijn ver trokken, waar Willy zich terstond bij zijn regiment moest voegen. Zijn jonge vrouw wilde de enkele dagen vóór zijn afreis nog In zijne nabijheid blijven en verder naar Burgsdorf gaan, waar hare schoon moeder zich reeds bevond. 't Was in den voormiddag, toen vorst Adclsberg met zijn rutijig voor het kasteel van Ostwalden stilhield. Hij had dien dag verlof gekregen om nog het een en ander „noodzakelijks" In orde te brengen doch die noodzakelijkheid voerde hem niet naar Rodeck, maar naar Ostwalden. Hij wilde hier af scheid nemen van Adelheid, die hij sedert zijn eer ste bezoek niet had teruggezien. Toen zijn rijtuig het slotplein opreed, kwam de geestelijke van het naaste dorp met het heilig Sacrament en door den koster vergezeld hem te gemoet. Blijkbaar had deze een stervende het laat ste oliesel toegediend een ernstige vermaning in een ernstigen tijd en de vorst vroeg terstond, terwijl hij uitsteeg, wien dat treurig bezoek had gegolden. Hij verman, dat 't een der beambten was en dat de slotvrouw'op het oogenblik bij den zieke vertoefde, maar dat men haar aanstonds zijne komst zou melden. Men had hem in de receptiekamer gelaten en hier liep Egon onrustig heen en weder. Hij kwam om zich zekerheid te verschaffen, zonder welke hij niet naar het slagveld meende te kunnen gaan, en) de oorlog moest ook zijn verontschuldiging zijn, als hij een vrouw, die nog het weduwenkleed droeg, reeds zijne wenschen kenbaar maakte, 't Zou nog geen direct aanzoek wezen, maar éenig: hoop wilde hij meenemen, die hoop, die bij hunne laatste ontmoeting bij hem was opgerezen en hem met zoo'n zalige gewaarwording had vervuld, toen Adelheid zulk een warme belangstelling in zijne droefheid en zijn afwezigen vriend aan den dag had gelegd. Nóg besefte hij niet, in welk een noodlottige dwaling hij verkeerde. Maar toch lag er een wolk over het anders zoo Autobus tegen, een boom gereden. HENGELO, 9 Juli. Gisteravond reed een autobus halfweg tusschen Hengelo en En schede by het plotseling uitwijken van een wielrijder, die zonder een teeken te geven den weg overstak, in vollen vaart tegen een boom, waardoor de bus totaal vernield werd. Van de tien inzittenden kregen er zes ver wondingen door de glasscherven. Tweeper sonen bekwamen vrij ernstige wonden aan het gelaat. Dr. van Leeuwen uit Enschede verleende geneeskundige hulp De jongen die het ongeluk veroorzaakte, kwam er met enkele ontvellingen af, doch zijn fiets werd geheel in elkaar gereden. AUTO RIJDT HET TROTTOIR OP. Een elf-jarige jongen zwaar gewond. HENGELO, 9 Juli. Zaterdagavond had hier een ernstig ongeluk plaats. De automobilist dr. W. M. wilde de bocht van de Julianalaan naar den Krabbenbosweg te snel nemen, waardoor hij met zijn wagen het trottoir opreed juist voor een winkel, waar drie jon gens stonden. Twee der knapen konden nog heldere voorhoofd van den jongen man. 't Was niet het afscheid, dat hem bekommerde; hij ging in den oorlog met de vurige geestdrift, het goed vertrouwen van de jeugd, die slechts droomt van overwinnen en alle sombere voorgevoelens ver van zich afzet. En bovendien droomde hij nog van een toekomstig geluk, waaromtrent hij zich thans zekerheid wilde verschaffen. Nu werd de deur ge opend en trad Adelheid binnen. „Ik vraag u excuus dat ik u zoolang liet wachten, Hoogheid!" zeide zij na de eerste begroeting. „Men heeft u, hoop ik, gezegd dat ik bij een stervende was." „Ja, dat hoorde ik bij mijne aankomst," ant woordde Egon, die haar te gemoet gesneld was. „Is de toestand hopeloos?" „Och jal Die arme Tanner! Hij was vroeger gouverneur bij een familie hier in de buurt, maar heeft ten gevolge van een zware ziekte zijne be trekking moeten opgeven. Op recommandatie van mijn neef Schönau droeg ik hem op, de bibliotheek van mijn overleden echtgenoot in orde te bren gen, die naar Ostwalden was overgebracht, daar men van de gezonde boschlucht en dat weinig in spannende werk zijne geheele herstelling hoopte en verwachtte. Hij was zoo dankbaar daarvoor en vertelde mij gisteren nog, hoe blij zijne moeder was, dat hij als halve patiënt van den dienst vrij- bleef en niet mee behoefde uit te trekken. Nu heeft hij van morgen een bloedspuwing gekregen en zeide de dokter mij, dat de arme man misschien geen uur meer zal leven, 't Is vreeselijk, als een jong leven zoo reddeloos verloren gaatl" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 1