ders A.M.
Kiespijn
VOLGENS
fSTE METHODE
huls. stfiir, tuin en erf
LFF&ZOQN MIDDELHARNIS
}Ün
/ing
Ind
OpenbareVrijwilligeVerkooping
;che Veiling Rotterdam.
COUPONS, CHEQUE S. 2
IHYPOTHEKEN, CREDIETEN.
WOENSDAG
11 JULI 1928
Pluimveeteelt.
DWAALLICHTEN.
BINNENLAND
imer
durf
zoo
lacht
jpen-
iam
I hor-
rvol-
3tuk
zak
een
Is de
rfen.
prkt.
jver
sijn.
Ll de
uit
Jerk.
lerk.
idlu.
PROTESTANTENBOND.
Sommelsdijk, (Langeweg) vm. ball Men Ds.
G. D. Hoevers Luth. pred. uit BeileD.
BrielJe, (Kerkstraat) vm. ds. Poortman.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en'sav. ds. Snoek uit Grevel-
duin-Cappelle.
Stellendam, vm. en 's av. ds. de Lange uit
Ooltgensplaat.
Ouddorp, vm. en nam. ds. Diemer.
Ooltgensplaat, vm. en 'sav. leeskerk.
Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma.
Stad a. 't Haringvliet, vm. en's av. ds. de Graaff.
Hellevoetsluis, 'sav. ds. YVesterkuijs.
Nieuw-Helvoet, vm. ds. VVesterhuijs.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Stad aan't Haringvliet, vm.,nm,en'sav.leeskerk
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
Dirksland, vm en 'sav. ds. De Blois.
Herkingen. vm did. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp vm. eu nm. leeskerk.
Hij kent hem.
Luitenanti Mijnheer JanseD; ik vraag u
plechtig de hand van uw dochter Marie.
Jansen: Mijn jonge vriend, ik ken toe
vallig uw omstandigheden bijzonder goed.
Om u afdoende te helpen, zou ik u twee
mflner dochters moeten geven en dat mag
in Holland niet.
Hersteld.
Jonggetrouwde: Wel. jij bent de man wien
ik verleden week een stuk van m(jn eigen
gebakken koek gaf.
Bedelaar: Ja, mevrouw; ik ben expres
langs gekomen om u te laten zien dat ik
weer volkomen hersteld ben.
Geraffineerd.
De barbier Zeepbel is een slimmerd 1 Die
vertelt aan zijn klanten, terwijl hij ze scheert,
zulke vreesdij ke geschiedenissen, dat hun
de haren te bergen rijzen en zij zich dus
ook nog moeten laten friseeren
55 Gemeten
epolder
(ingvliet
Direct
Iin te Ieve-
ili a.s. bij
iel, alwaar
I bekomen
3—2
van een
aan den Duivenwaardschendijk
te NIEUWE-TONGE
Op DINSDAG 10 JULI 1928 bij Inzet en
Op DINSDAG 17 JUL1 1928 bij Afslag,
telkens des avonds 7 uur (oude
Tijd) in het Hotel WITTE aldaar, ten
verzoeke van den heer JAN DEN
HOLLANDER Hz., aldaar.
Notaris VAN BUUREN.
ÜIER VERZENDERS!
[lat U als regel steeds te weinig voor Uw
Er wordt geen rekening gehouden met de
zoodat zij, die mooi goed leveren sterk
;n prijs maken dan U nu voor Uw eieren krijgt
inlichtingen bij
Warmoezïer straat O 37—39.
Controle voor H.H. Zenders.
OPGERICHT 1768.
Lompen, metalen, zolderoprnlmlnoen.
Wij betalen de HOOGSTE prijzen.
(DRIK WIJGERS,
S8a - Tel. 31748 - ROTTERDAM.
verdrijft men spoedig met
losjes van 6 stuks 45 ct.
ij de goede drogisten.
ïwijs van echtheid
op elke poeder A.M.
Let hierop I
Prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,07s
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V, Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int, No, 15
Voorstraat Middelharnis.
10E JAARGANG. - N°. 70
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen
door onze abonné's worden gezonden aan
Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde
singel 96a Rotterdam. Postzegel van
7| cent voor antwoord insluiten en
Blad vermelden.
HET KARNAVAL DER LUIZEN.
Het laatste artikel heb ik beëindigd met
te wijzen op uiterste reinheid. Dit geldt niet
alleen voor het drinkwater, dat tevens zoo
koel mogeljjk gehouden moet worden, doch
ook voor de hokken zelf. Mest die thans
blijft liggen gaat snel in ontbinding over.
Men moet dus zorgen dat de mest van de
mestplank zooveel mogelijk iederen dag ver
wijderd wordt.
De warme dagen zijn ook de dagen voor
luizen en ander ongedierte. Dit is hun
karnavalstyd. Ik kom op deze zomerplagen
van ons pluimvee nog apart terug, doch ik
wijs er nu reeds op dat de z.g. bloedluis,
die veel hinder en schade veroorzaakt, alleen
's nachts op de kippen bloed zuigt en overdag
in allerlei hoeken en gaten wegkruipt. Wil
men dus de dieren vrijhouden van onge
dierte dan moet het hok, liefst iedere week
goed schoongemaaktjworden en alle naden en
kieren (vooral ook waar de zitstokken nog
zooals vaak in ouderwetsche hokken het
geval is, tegen den wand gespijkerd zijn)
goed uitgespoten worden met 5 creoline.
Wees niet zuinig met creoline in uw hokken,
het voorkomt in den zomer veel ongemak.
Pas alleen op, dat de lucht niet te veel op
de eieren slaat, daar eieren zeer gemakke
lijk allerlei geuren uit de omringende lucht
opnemen.
Zorg vooral dat Uw kippen nu over flinke
zandbakken kunnen beschikken. Voeg daar
aan toe tabaksstof of insectenpoeder. Ook
de legnesten zelf moet men goed zuiver
houden, het neststrooisel vaak ververschen
en er wat tabaksstof of insectenpoeder in
werpen. Ik weet wel dat het met die warmte
juist niet aangenaam is om veel in een stof
fig, warm kippenhok te werken, maar als we
succes van onze dieren willen hebben, moe
ten we ons ook het noodige werk getroosten.
Er is echter nog meer te doen.
Het broedseizoen is nu afgeloopen, en de
dagen zijn lang, zoodat we nu overvloed
van tijd hebben om onze machines eens
goed te reinigen en te ontsmetten. Ik zet
de eierlade en kuikenlade altijd een hal ven
dag in een creolineoplossing te weeken en
schrob ze dan flink af, zoodat ik er zeker van
ben dat er geen mest of vuil meer zit. De
kuikenlade is meestal met gonje bekleed
en deze wordt er door het afschrobben niet
beter op Vandaar dat ik deze er meestal
afhaal en door nieuwe vervang. De machine
wordt inwendig met een spons met soda-
zeepwater schoon gemaakt, daarna met
schoon water nagedaan en dan laat ik het
drogen. Ik zet kuiken- en eierlade als ze
luchtdroog geworden zijn weer in de machine
en steek haar weer aan. Ze droogt dan flink
uit en als ze aldus droog en schoon is kan ze
blijven staan tot het volgende jaar Hetiswel
geweoscht er een ouden doek of papier over te
leggen voor stof en eventueel beschadigen
van de regulateurs.
Hetzelfde geschiedt met de kunstmoeders
die nu ook zoo zoetjes aan rust krijgen.
FEUILLETON.
E. WERNER
VERTALINO VAN H6RMINA.
{Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
Let goed op de aankomende kuikens. Zorg
voor schaduw en doe de hanen er zoo gauw
mogelijk uit. Deze eten vaak het dure voer
voor de hennetjes op, zoodat de hennetjes
achterblijven. Aan de jonge hanen zit niet
veel winst, dus hoe eer ze opgeruimd wor
den hoe beter.
De dieren eten graag buiten allerlei insec
ten, wormen enz. Nu ontwikkelen zich op
doode dieren spoedig allerlei maden en men
is wel eens geneigd deze ook aan de kippen
te voeren. Niets is meer gevaarlijk. In ge
storven dieren ontwikkelen zich n.l. spoedig
zeer zware vergiften, z g. ïykengiften en deze
zijn hoogst gevaarlijk voor ons pluimvee.
Het eigenaardige is nu dat de maden die
zich op doode dieren ontwikkelen geen last
van deze vergiften hebben, doch dat de kip
pen die deze maden opeten, spoedig onder ver
schijnselen van verlamming en zenuwkram
pen sterven.
Met de warmte komen er ook vaak broed-
sche hennen. Het beste is de kippen ineen
kooi te zetten van gaas of latten, temidden
van de andere hennen. Door de moeite die
het dier doet weer vrij te worden vergeettzy
meestal in een paar dagen haar broedsch-
heid.
Zorg vooral ook voor schaduw. Dit wordt
maar al te vaak vergeten en vooral voor jonge
eenden kan de al te felle zon zeer noodlottig
zijn. Ik geef dan ook altijd de eenden over
dag gelegenheid in hun vainest of achter
rietmatten.
Het is mogelijk dat er ook reeds eenige
hennen in den rui vallen. Meestal zijn dit
slechte legsters en doet men het best ze op
te ruimen. Met de warmte wordt vaak de
leg ook wel minder en kan men trachten
door goed te blijven voeren, soms met wat
extra vischmeel of diermeel de dieren nog
wat aan den leg te houden.
Met het voeren moet men er op letten dat
de dieren met de warme dagen lang niet
zooveel vet en zetmeel noodig hebben, zoo
dat men vooral maïs wel wat beperken kan-
Groenvoer zal door de kippen zeer gewaar
deerd worden, te veel maïs maakt ze vet,
met al de schadelijke gevolgen daarvan. Een
kip die tegen den leg is mag best een lading
reservevet hebben, dat zij langzamerhand
met 'de eieren kwijt raakt. Een kip die weinig
of niet legt mag echter geen vet hebben, zij
moet in actie blijven en overmaat van vet
geeft aanleiding tot legnood of met de hitte
tot plotselinge sterfte daar de hartspier het
dan meestal opgeeft.
Tenslotte nog een verzoek, dat vooral ook
met de warmte van belang is. Verschillende
lezers hebben n.l. de beleefdheid mij naar
mijn huisadres allerlei doode kippen en kui
kens te zenden. Deze lekkernijen komen dan
met den zomerdag al meestal in welrieken-
den toestand aan en als ze dan bij afwezig
heid nog eens een dagje blijven rusten, be
grijpt men wel dat de huisgenooten niet erg
tevreden zijn. Daarom wijs ik er nadrukke
lijk, op: Alle doode dieren naar de Ryks-
seruminrichting te Rotterdam. Dat is vol
doende. Alleen brieven met vragen kunnen
naar mijn huis gestuurd worden.
Dr. te Hennepe.
79)
„Ik kan niet!" herhaalde de jonge vorst, hoogst
ernstig. „Ik wil graag gelooven, dat de afwijzing,
die ge ontvangen hebt, je zwaar heeft getroffen;
maar ze is niet meer dan billijk. Gij hebt je vader
land, je plichten vergeten en dit laat zich maar
niet zoo gemakkelijk herstellen, als men op een
andere wijs daarover is gaan denken. Ge zijt den
krijgsdienst ontvlucht gij, de zoon van een
officier, nu is die krijgsdienst voor je gesloten
en moet gij je dat getroosten."
„En zegt ge mij dit zoo bedaard, zoo koel
bloedig?" riep Hartmut, buiten zichzelf van drift.
„Begrijpt ge niet, dat 't voor mij een zaak is van
leven en dood? Ik heb mijn vader weergezien,
toen hij op Rodeck bij Walmoden aan het sterf
bed kwam. Hij heeft mij verpletterd met zijn ver
achting, met de ontzettende woorden, die hij mij
toen in het aangezicht slingerde. Dét was 't, wat
mij uit Duitschland verjoeg, wat mij geen rust
gunde en van de eene plek naar de andere dreef.
Maar zijn woorden gingen met mij mede en maak
ten mij overal het leven tot een hel. Ik heb de op
roeping tot den oorlog als een uitkomst begroet,
Voor huis en hof.
Bijtende engelen.
Mama: Nu Elsje, ga nu slapen, en droom
maar dat er kleine engelen bij je zijn
Elsje: (in het vreemde bed) Een er van
bijt mij. mama!
Algemeene wenken voor het
opkweeken van cactussetj.
Wij hebben reeds vroeger een artikel ge
geven over cactussen, doch waar vanwege
de beschikbare ruimte slechts hier en daar
een greep kan worden gedaan en er inden
laatsten tijd een grootere belangstelling voor
cactussen valt te bespeuren, lijkt het ons
gewenscht, nogmaals op dit onderwerp terug
te komen. De bedoeling hiervan is, den ama
teur een riem onder het hart te steken en
om hem te behoeden voor al te groote blun
ders. In het algemeen hebben de castussen
wel een zeer taai leven, zoodat ze niet al te
spoedig bezwijken, doch ook dit heeft zijn
grenzen.
Dank zij wetenschappenke onderzoekin
gen van speciale cactuskenners der laatste
jaren, is de kennis hieromtrent belangrijk
vooruit gegaan. Een deel van het publiek
denkt, dat cactussen echte woestijnplanten
zijn, groeiende op schrale rotsen, blakende
onder de tropenzon. Deze voorstelling is ten
eenenmale onjuist. Wfc' vinden de cactussen
in droge heete streken, in het vochtig warme
tropengebied, in de hoogliggende meer koelere
streken als wel in de lagere, koelere gebie
den. Het zal iederen lezer duidelijkjzijn, dat
bij het opkweeken van cactussen hiermede
terdege rekening moet worden gehouden.
Bij het aanschaffen van cactussen, hetzij
door koopen by den bloemist, welke helaas
meer dan eens blijk geeft een bedroevend
beetje te weten van deze planten, hetzjj door
bedelen bij familie of kennissen, moet er
daarom in de eerste plaats op worden gelet,
of wij in staat zijn voor de aan te schaffen
soorten, zooveel mogelijk de natuurlijke ver
zorging naby te komen. De beginnende
amateur dient zyn keuze te bepalen tot de
gemakkelijk te kweeken soorten en vindt
hierin voldoende keuze. Vooral niet verder
springen dan de polsstok lang is en naarmate
we meer ervaring hebben, kunnen we onze
collectie uitbreiden.
Al direct worden wy bij het aanschaffen der
soorten voor de vraag gesteld, welke aard-
mengsels moeten we nemen en moet dit
aardmengsel arm of ry k zijn aan voedsel. Een
groot deel der cactussen groeit in vruchtbare
streken (Echinocactussen) terwijl deMamil-
laria's met hun helder gekleurde doorns op
kalkachtigen bodem voorkomen en verschil
lende andere soorten in hun geboorteland
hun voedsel halen uit vergane bladeren. Ook
hiermede hebben we dus rekening te houden.
De te bezigen aarde moet vry zijn van
ziektekiemen en ongedierte. Hieruit volgt,
dat gewone tuingrond of opgeworpen grond
van een molshoop te prefereeren is boven
slechte bladaarde, waarin allerlei ongerech
tigheid als half vergane bladeren en vruchten
voorkomen en die met het oog op schimmelen
eventueele ziekte niet weinig in de hand
werken. Als algemeen grondmengsel is mols
hoop-aarde uitstekend geschikt, waaraan een
20 scherp zand wordt toegevoegd, terwijl
ook al weer afhankelijk van de aan te schaf
fen soorten, wat kaikpuin, klei of goede
bladaarde in het grondmengsel wordt opge
nomen. De planten moeten voldoende voed
sel uit den bodem, kunnen halen, doch over
drijving in dezen doet de planten te ijl op
groeien, hetgeen weer moeilijkheden oplevert
bij het overwinteren. De groei moet lang
Ik wilde strijden voor het vaderland, dat ik eens
van mij stiet, en nu sluit zich voor mij de deur,
die zich voor ieder ieder ander opent. Egon,
trekt gij ook de hand van mij af? Nu, dan blijft
mij nog maar éen weg overl"
En met een haastig wanhopig gebaar wendde
hij zich naar de tafel, waar de pistolen van den
vorst lagen; maar deze vloog op hem toe en rukte
hem achteruit.
„Hartmut! Zijt ge krankzinnig?"
„Misschien zal ik 't worden! Gij allen foltert
mij tot waanzinnig wordens toe!"
Er lag een onbeschrijfelijke wanhoop in dien
kreet. Ook Egon was bleek geworden, en zijne
stem beefde, toen hij zeide:
„Eer 't zoover komt, zal ik beproeven je bij
het een of ander regiment te laten inlijven!
„Eindelijk!"
„Beloven kan ik 't je niet, want de hertog moet
daarbij geheel uit het spel blijven en mag er niets
van weten. Hij vertrekt morgen al naar het tooneel
van den oorlog. Hoort hij later, dat gij in zijn leger
dient, dan zijn wij midden in de drukte van den
strijd en wordt er minder nauwkeurig naar het
Hoe en Waarom gevraagd. Maar 't zal wel eenige
dagen duren, eer die zaak in orde is wilt ge
zoolang mijn gast zijn?"
De jonge vorst had dit anders als iets dat van
zelf sprak beschouwd en zou boos zijn geweest,
als zijn vriend die uitnoodiging afsloeg. Nu vroeg
hij 't hem echter, en Hartmut gevoelde, wat in die
vraag lag opgesloten.
„Neen, ik blijf niet in de stad," antwoordde hij.
„Ik ga naar den houtvester van Rodeck en ver
zoek je mij dóar bericht te sturen. Binnen een
paar uur kan ik hier terug zijn!"
zaam en zeer geleidelijk plaats hebben.
Bij jonge plantjes en stekken vooral, ver
dient het aanbeveling fyn houtskoolpoeder
door den grond te mengen, hetgeen tevens
zeer gunstig werkt op den gezondheidstoe
stand der wortels, in casu op de plant.
Een zeer belangrijk punt voor den cactus
liefhebber is het gieten en sproeien. In den
winter kunnen de meeste soorten nagenoeg
droog staan, doch in den zomer en vooral
als ze bloeien, moeten ze geregeld vochtig
worden gehouden. Aan het uiteriyk der
planten is waar te nemen of ze in dit op
zicht wel goed verzorgd worden. Voor het
gieten gebruiken we bij voorkeur een wei
nig lauw gemaakt regenwater, iets hooger
van temperatuur dan die der kamer, terwijl,
indien we ons met leidingwater moeten be
helpen, dit eerst in een open schaal in de
zon wordt geplaatst, opdat de zuurstof der
lucht er voldoende op kan inwerken. Door
het gieten wordt de bovenste laag der grond
hard en ontstaat er een korst. Met een
puntig houtje wo(;dt deze korst voorzichtig
losgemaakt. Beschadig vooral de wortels
niet. De potten der cactussen worden op
dezelfde wijze behandeld als bij gewone
bloemen. In geen geval geglazuurde potten
gebruiken. In ons volgend artikel zullen we
eenige soorten nader bespreken.
CHILEENSCH SCHIP VERGAAN.
Circa 300 slachtoffers.
SANTIAGO, (Chili), 8 Juli. - Het stoom
schip „Angamos", transportvaartuig van de
Chileensche regeering, met een bemanning
van 147 koppen en 148 passagiers, waaronder
veel vrouwen en kinderen, is in den nacht
van Vrijdag op Zaterdag gezonken ter hoogte
van Punta Chimpel, ruim 500 K.M. ten Z.
van Valparaiso.
Slechts vier matrozen slaagden erin, zwem
mende de kust te bereiken. Verder zijn nog
volgens een bericht uit Lebu twee overle
venden gevonden. Stormen en regenvlagen
maakten het onmogeiyk, direct naar even
tueele verdere overlevenden te zoeken. Men
acht het trouwens vrijwel zeker, dat alle
overige opvarenden verdronken zijn. Reeds
zijn 80 lijken aangespoeld.
De „Angamos" een schip van 3600 ton,in
1890 in Engeland gebouwd en dat aanvan
kelijk onder de namen „Spartan" en „Citta
di Venezia" in de vaart was, bevond zich.
toen de ramp gebeurde, onderweg van straat
Magelhaen - zy had te Punta Arenas een
groep miliciens aan boord genomen naar
Talcahuano (by Concepcion).
De geredde matrozen vertelden, dat het
schip Vrydagavond tegen 11 uur het roer
verloor en op de rotsen liep; eenige honderden
meters voor de kust. Tot omstreeks midder
nacht bleef de „Angamos" stilliggen. Toen
werd het schip door een ontzaglijke golf
getroffen, waarna het geleidelijk uit elkaaT
sloeg. Korten tijd klemden bemanning en
passagiers zich nog hulpeloos vast aan de
verschansing.Toen kwam een tweede enorme
golf. De mast, de brug en de pijp knapten
af, en daarop spleet de scheepswand en het
water stroomde binnen.
Door de stranding, zoo vertelde de mannen
verder, was de radio-installatie direct ver
nield, terwyi alle lichten uitgingen, zoodat
de boot in duisternis gedompeld was. Vrouwen
en kinderen, slechts gedeeltelijk gekleed,
renden in het donker over het dekde meesten
waren reeds in slaap, toen het schip op de
rotsen liep.
De vier overlevenden waren zoo gelukkig
een stuk van den mast te grijpen; zy ge
looven echter, dat de overige opvarenden
allen verdronken of tegen de rotsen sloegen.
Volgens de vier geredden moet de kapitein,
Suarez genaamd, zich een kogel door het
hoofd hebben gejaagd, toen het schip zonk.
Vermoedelijk is de marconist van de
„Angamos" er in geslaagd, nadat de radio
installatie was vernield, het reserve-apparaat
in werking te stellen. Dit heeft echter maar
éénmaal zijn S.O. S. de wereld in kunnen
zenden. Toen was biykbaar ook dit toestel
vernield.
Het noodsignaal werd opgevangen door
de stoomschepen „Apollo" en „Tarapaca",
die de „Angamos" te hulp snelden, maar
het ten gevolge van den storm niet meer
bereiken konden. De kotter „Armhello", die
zich naar het tooneel van de ramp spoedde,
was gedwongen een schuilplaats te zoeken
in de haven van Coronel. Oorlogsschepen
bereikten ten slotte de plaats, waar de
„Angamos" gezonken was, maar vonden geen
spoor meer van het schip.
Volgens nadere berichten zal het geruimen
tijd duren eer men nauwkeurig kan weten,
hoeveel personen by de ramp van de „An
gamos" zijn omgekomen. Het schip had
namelyk verscheidene havens aangeloopen,
waar passagiers waren aan wal gezet en
opgenomen. Het aantal dooden zal echter
stellig omstreeks 300 bedragende passagiers
waren in hoofdzaak arbeiders en hun ge
zinnen.
Toen het schip stuk sloeg moet er nog een
poping zijn gedaan om de reddingbooten te
strijken; er werd een waar gevecht geleverd
om plaatsen in deze booten en om redding
gordels. De wanhopige drenkelingen betwist
ten elkaar zelfs stukken drijfhout. De enkele
booten die konden worden uitgezet, sloegen
onmiddeliyk om, zoodra zij op het water
kwamen, en de inzittenden werden verplet
terd tegen de rotsen of teruggedreven in de
woedende zee.
„Zooals gij verkiest. Gaat ge dus niet naar het
kasteel?"
Hartmut wierp hem een somberen blik toe.
„Neen! Naar de houtvesterswoning. Vaarwel,
Egon!"
„Vaarwel!"
Zij scheidden, zonder handdruk, zonder verder
afscheidswoord, en toen de deur achter hem dicht
viel, wist Hartmut ook, dat hij den vriend had
verloren, door wien hij tot hiertoe afgodisch be
mind en vereerd was geweest. Ook door dezen
veroordeeld en verstooten wél moest hij haar
vreeselijk boeten, die oude schuld!
Over het „bosch" breidde zich een donkere,
bewolkte hemel uit, die zich van tijd tot tijd in
een regenbui ontlastte. Grauwe nevels hingen
tegen de berghellingen en de wind voer door de
toppen van de boomen. 't Was een herfstachtige
gure dag, midden in den zomer.
Op Ostwalden was de slotvrouw thans alleen.
Zij had bericht gekregen van haar broeder, dat
hij zich al op marsch bevond en het voorgenomen
afscheid tusschen broeder en zuster achterwege
moest blijven. Adelheid had dientengevolge haar
vertrek naar Berlijn uitgesteld, om nog het huwe
lijk van Willibald en Marietta bij te wonen, dat
in alle stilte en slechts in het bijzijn van de naaste
bloedverwanten werd gesloten. Onmiddellijk daar
op was het jonggetrouwde paar naar Berlijn ver
trokken, waar Willy zich terstond bij zijn regiment
moest voegen. Zijn jonge vrouw wilde de enkele
dagen vóór zijn afreis nog In zijne nabijheid blijven
en verder naar Burgsdorf gaan, waar hare schoon
moeder zich reeds bevond.
't Was in den voormiddag, toen vorst Adclsberg
met zijn rutijig voor het kasteel van Ostwalden
stilhield. Hij had dien dag verlof gekregen om nog
het een en ander „noodzakelijks" In orde te brengen
doch die noodzakelijkheid voerde hem niet naar
Rodeck, maar naar Ostwalden. Hij wilde hier af
scheid nemen van Adelheid, die hij sedert zijn eer
ste bezoek niet had teruggezien.
Toen zijn rijtuig het slotplein opreed, kwam de
geestelijke van het naaste dorp met het heilig
Sacrament en door den koster vergezeld hem te
gemoet. Blijkbaar had deze een stervende het laat
ste oliesel toegediend een ernstige vermaning
in een ernstigen tijd en de vorst vroeg terstond,
terwijl hij uitsteeg, wien dat treurig bezoek had
gegolden. Hij verman, dat 't een der beambten
was en dat de slotvrouw'op het oogenblik bij den
zieke vertoefde, maar dat men haar aanstonds
zijne komst zou melden.
Men had hem in de receptiekamer gelaten en
hier liep Egon onrustig heen en weder. Hij kwam
om zich zekerheid te verschaffen, zonder welke hij
niet naar het slagveld meende te kunnen gaan,
en) de oorlog moest ook zijn verontschuldiging
zijn, als hij een vrouw, die nog het weduwenkleed
droeg, reeds zijne wenschen kenbaar maakte,
't Zou nog geen direct aanzoek wezen, maar éenig:
hoop wilde hij meenemen, die hoop, die bij hunne
laatste ontmoeting bij hem was opgerezen en hem
met zoo'n zalige gewaarwording had vervuld,
toen Adelheid zulk een warme belangstelling in
zijne droefheid en zijn afwezigen vriend aan den
dag had gelegd. Nóg besefte hij niet, in welk een
noodlottige dwaling hij verkeerde.
Maar toch lag er een wolk over het anders zoo
Autobus tegen, een boom gereden.
HENGELO, 9 Juli. Gisteravond reed een
autobus halfweg tusschen Hengelo en En
schede by het plotseling uitwijken van een
wielrijder, die zonder een teeken te geven
den weg overstak, in vollen vaart tegen een
boom, waardoor de bus totaal vernield werd.
Van de tien inzittenden kregen er zes ver
wondingen door de glasscherven. Tweeper
sonen bekwamen vrij ernstige wonden aan
het gelaat. Dr. van Leeuwen uit Enschede
verleende geneeskundige hulp De jongen die
het ongeluk veroorzaakte, kwam er met
enkele ontvellingen af, doch zijn fiets werd
geheel in elkaar gereden.
AUTO RIJDT HET TROTTOIR OP.
Een elf-jarige jongen zwaar gewond.
HENGELO, 9 Juli. Zaterdagavond had hier
een ernstig ongeluk plaats. De automobilist
dr. W. M. wilde de bocht van de Julianalaan
naar den Krabbenbosweg te snel nemen,
waardoor hij met zijn wagen het trottoir
opreed juist voor een winkel, waar drie jon
gens stonden. Twee der knapen konden nog
heldere voorhoofd van den jongen man. 't Was
niet het afscheid, dat hem bekommerde; hij ging
in den oorlog met de vurige geestdrift, het goed
vertrouwen van de jeugd, die slechts droomt van
overwinnen en alle sombere voorgevoelens ver van
zich afzet. En bovendien droomde hij nog van een
toekomstig geluk, waaromtrent hij zich thans
zekerheid wilde verschaffen. Nu werd de deur ge
opend en trad Adelheid binnen.
„Ik vraag u excuus dat ik u zoolang liet wachten,
Hoogheid!" zeide zij na de eerste begroeting. „Men
heeft u, hoop ik, gezegd dat ik bij een stervende
was."
„Ja, dat hoorde ik bij mijne aankomst," ant
woordde Egon, die haar te gemoet gesneld was.
„Is de toestand hopeloos?"
„Och jal Die arme Tanner! Hij was vroeger
gouverneur bij een familie hier in de buurt, maar
heeft ten gevolge van een zware ziekte zijne be
trekking moeten opgeven. Op recommandatie van
mijn neef Schönau droeg ik hem op, de bibliotheek
van mijn overleden echtgenoot in orde te bren
gen, die naar Ostwalden was overgebracht, daar
men van de gezonde boschlucht en dat weinig in
spannende werk zijne geheele herstelling hoopte
en verwachtte. Hij was zoo dankbaar daarvoor
en vertelde mij gisteren nog, hoe blij zijne moeder
was, dat hij als halve patiënt van den dienst vrij-
bleef en niet mee behoefde uit te trekken. Nu heeft
hij van morgen een bloedspuwing gekregen en
zeide de dokter mij, dat de arme man misschien
geen uur meer zal leven, 't Is vreeselijk, als een
jong leven zoo reddeloos verloren gaatl"
(Wordt vervolgd).