Zomersproeten Ver- Officieele Mededeelingen. 1 ONZE EILANDEN YAN WOENSDAG 6 JUNI 1928. VERSLAGEN Vorstelijke giften aan de inwoners van Dirksland. Verslag van de spoedeischende ver gadering van den Raad der Ge- meente DIRKSLAND op Maandag 4 Juni. Des 's avonds S uur. Voorzitter: Wethouder Van der Poel. Aan wezig alle leden. Voorzitter opende de vergadering met De voorzitter verzocht daarna voorlezing van dat gedeelte van de testementaire be schikking van Mevrouw P. M. van Weel, geboren te Dirksland en Overleden te 's Gra- venhage den 24sten Mei j.l. voor zoover dit voor deze gemeente van belang was. Hieruit bleek het navolgende, dat gelega teerd was, alles vrij van successierechten j a. Aan de gemeente Dirksland en de Diaconie der Nederd. Herv. Kerk aldaar 100.000 voor de stichting en in stand houding van een Naai- en Breischool; b. Aan de Gemeente Dirksland en de Diaco nie der Nederd. Herv Kerk aldaar ƒ1.000.000 voor de stichting en exploitatie van een ziekenhuis, waarvan 150.000 gulden mag worden besteed aan den bouw en inrichting, terwijl het restant zal dienen voor de exploi tatie, althans de rente, onder voorwaarde, dat daarin alleen inwoners van Dirksland, Melissant en Sommelsdykskraliugen mogen worden verpleegd, en dat on- en minver mogenden vrije verpleging genieten. Dat verder de gemeente-geneesheer als directeur zal optreden. De Stichting zal den naam hebben te dragen van „Van Weel Ziekenhuis". In de bestuurskamers zullen ten eeuwigen dage moeten worden en blijven hangen de portret ten van de familie Van Weel die in Olieverf zullen worden toegezonden; terwijl de ge meente heeft zorg te dragen dat deze por tretten achter glas worden opgehangen, ver der voor straten en gasaanleg heeft zorg te dragen. Aan de voorzyde van het gebouw moet een steen worden aangebracht aan de na gedachtenis van wijlen Mr. van Weel, vader der legataresse. c. Terrein waarop de naai- en breischool, en ziekenhuis zal kunnen worden gebouwd. Hiervoor is aangewezen de strook grond, gelegen naast de wei langs den stationsweg en een gedeelte van de daarachter gelegen tuintjes. dEen bedrag van 50.000 aan de ge meente Dirksland voor de stichting en exploi tatie van een Badhuis, ten behoeve der school kinderen. e. Een bedrag van 35 000, waarvan de rente zal dienen voor de viering van het St. Nicolaasfeest der schoolgaande kinderen van Dirksland. De bedragen die niet voor den bouw of inrichting van bovengenoemde inrichting zullen noodig zyn, moeten worden inge schreven in de grootboeken der Nationale Werkelijke Schuld. Binnen een jaar zullen alle legaten in contanten worden uitbetaald. De voorzitter stelde na voorlezing van deze vorstelijke legaten voor, deze voorloopig voor kennisgeving aan te nemen. Hij zeide er thans verder niets over te willen zeggen en dit in de eerstvolgende raadsvergadering aan den Burgemeester over te laten, die ditmaal verhinderd is deze vergadering bij te wonen. Dat deze vergadering ten doel had de legaten officieel bekend te maken, opdat de raadsleden niet verschillende bedragen zou den te hooren krijgen zonder er zelf iets van te weten. Daarna sluiting. Verslag van de vergadering van den Raad der Gemeente Ouddorp op Zater dag '2 Juni des voormiddags 10,30 uur. Voorzitter Burgemeester Gobius du Sart. Alle leden tegenwoordig. De voorzitter opende de vergadering met gebed en sprak daarna als volgt: Het zij mij vergund een enkel woord te spreken ter nagedachtenis van Wethouder Grinwis Wie onzer had kunnen denken dat, toen wij in Maart in vergadering nog bijeen waren en Grinwis nog in ons midden was, wij hem zoo spoedig zouden hebben moeten missen. Na een kortstondige ziekte ging in den avond van 30 April j 1. de droeve mare door onze gemeente, Wethouder Grinwis is overleden. We merkten wel den laatsten tijd dat er by hem iets haperde, doch dat het einde zoo spoedig bereikt zou zyn had men niet gedacht. In 1916 had hij het vertrouwen van zijn kiezers gewonnen en werd hy tot raadslid benoemd, kort daarna, reeds in 1919, had hp ook het vertrouwen van den Raad en werd hy tot wethouder benoemd, wat hy tot zy'n dood is gebleven. 7\ jaar geleden is het dat ik voor het eerst kennis met hem maakte; by het ter aarde bestellen van zijn stoffelijk overschot hebben wij dat ook reeds besproken. Hy was een mensch uit een stuk, was er iets waar voor hij zijn medewerking kon toezeggen dan deed hij dat met al zijn kracht en kennis, zijn ja was ja. Wanneer hij in de wethou dersvergadering aan iets zyn ja had gegeven, werd dat in de raadsvergadering nimmer neen. Als hij eenmaal zijn standpunt had ingenomen, en daarbij zjjn overtuiging had getoetst aan zijn principes, dan waS hy daarvan niet gemakkeiyk af te brengen en steeds stonden de gemeentebelangen hem na aan het hart. Grinwis zijn plaats, de leege plaats zal by onsbiy'ven Zyne nagedachtenis zal steeds in hooge eere biy ven, met belang stelling hebben wij geluisterd naar zyn meeningen. Ook aan het raadslid W. van den Bok een woord van dank voor hetgeen hij in den korten zittingstyd heeft gedaan, in het belang der gemeente. Daarna werden de notulen der vorige ver gadering voorgelezen en onveranderd vast- Ingekomen stukken. Van Ged. Staten de goedkeuring over de wijzigingen in de gemeentebegrooting dienst '27. Een verzoek van de gemeente Kollumer- land om adhaesie te betuigen aan het besluit van dien Raad om wijziging te verkrijgen in de belastbare opbrengst van gebouwde en ongebouwde eigendommen. B. en W. stelden voor aan dit adres in stemming te betuigen. Wethouder Voogd meende dat het voor de ongebouwde eigendommen wel goed was dat de opcenten wat verhoogd werden. De polder wegen kosten de gemeente by het tegen woordige verkeer, veel meer dan vroeger, terwyl de inkomsten niet hooger zijn. Voorzitter zeide persoonlijk niet voor adhaesie betuigingen te zijn, omdat zy meestal tot zoo weinig resultaat leiden. Daarna werd besloten tot hetgeen gevraagd werd. Een verzoek van Ged. Staten om het regle ment van het Burgeriyk Armbestuur te wyzigen. Voorzitter zeide dat hetgeen hier gevraagd werd wel in de lijn ligt. van een goed beheer, en stelde derhalve voor aan het verzoek gevolg te geven, waartoe werd besloten. Voogd meende dat men Tuberculose tegen woordig haast gelijk stelt met melaatsch- heid, en meende dat deze ziekte te sterk wordt overdreven. Men mag er op geen afstand by komen. Een verzoek van de gemeente Rotterdam, om het verschuldigde bedrag, ingevolge de Nij verheidonderwijswet, over te schryven voor een leerling uit deze gemeente die de Zeevaartschool aldaar bezoekt. Eenzelfde schrijven van de gemeente Mid- delharnis, voor de Ambachtsschool. Overeen komstig die verzoeken werd besloten. Een verzoek van het bestuur der Vereeni- ging Goeree en Overflakkee's Belang, om de politieverordening aan te vullen met het verbod dat heggen en heiningen op de hoeken van de verkeerswegen niet hooger mogen zyn dan 1,25 M. B. en W. waren wel van meening dat dit het verkeer ten goede zou komen, doch daar men toch niet steeds die politieverordening kan blijven wijzigen, stelden zy voor dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. KI. Westhoeve was het met destrekking, van het verzoek wel eens, doch hier zyn zoo veel van die gevaariyke hoeken dat de uit voering haast bezwaariyk gaat worden. De Secretaris merkte op dat dit eigeniyk niet bij de gemeente, maar bij de polder besturen thuis behoort, de gemeente heeft haast geen last van de wegen. Voorzitter vroeg aan wethouder Voogd of er in het polderreglement niet reeds een dergelijk verbod bestaat. K. Voogd meende zich zooiets wel te her inneren, doch het wordt dan blykbaar slecht nagekomen en gehandhaafd. Hy zeide toe dit alsnog te zullen onder zoeken. Een verzoek van het wegschap Ouddorp- Sommelsdyk, om de bijdrage te voteeren over|'27, nu aan de grootste grief, den slechten weg, was tegemoet gekomen. T. Tanis zeide dat alvorens hy hiertoe zal medewerken eerst rekening en verantwoor ding wil zien. Voorzitter meende dat nu de weg goed was er niets tegen was dat geld op de be grooting te brengen. T. Tanis: Ik verlang eerst een rekening, ik wil eerst zien waar het geld gebleven is, want de voorzitter kan zelf niet eens zeggen waar hij met het geld gebleven is. Voorzitter: Tanis, je gaat te ver, dergeiyke uitdrukkingen laat ik niet toe. Er is ver antwoording gedaan aan de commissie van beheer en ik wil trachten die rekening als nog voor U te verkrijgen. T. Tanis: een beheer als van dat wegschap kan toch niet goed genoemd worden, als men de keislag van de wegen gaat verkoopen of weggeven aan de boeren voor de dreven te verharden. Ook de uitdrukking van den voorzitter; „Laat Ouddorp dan maar zien wat ze wel betalen willen", wyst niet op een goed be heer. Wanneer het bedrag is vastgesteld, moet dat bedrag vastgehouden worden en gaat het niet aan van een dergelijk weg schap te gaan marchandeeren met een ge meente over de vastgestelde bijdrage. Voorzitter: Dat ben ik met je eens, gaan marchandeeren is niet juist. KL Westhoeve: Heeren we dwalen af van het verzoek. De grief die de raad in zyn geheel had tegen het voteeren van de bydrage was alleen dat de weg in een slechten toe stand verkeerde, dit heeft ook de commissie in den Haag bij Gedeputeerden alleen laten uitkomendie grief is thans opgelost, men heeft aan het verzoek van Ouddorp voldaan en hebben we dus thans niets anders te doen dan het bedrag te voteeren dat is vastgesteld. Voorzitter; Tanis haalt er nu weer een tweede grief bij, daarmede hebben wij eigen ïyk niets uitstaande, nu zijn de wegen in beheer en onderhoud by de provincie, nu gaan wy bij de provincie toch ook niet vragen waar blijf je met de ƒ600.— per K.M. bijdrage. T. Tanis; Wat je geeft dat ben je vast kwyt, dat zie je nooit meer. Voorzitter stelde daarna voor eerst bij den heer Charbon alle inlichtingen te vragen, en dit verzoek thans aan te houden tot de vol gende vergadering. Hiertoe werd besloten. Een schryven van den Keuringsdienst van waren, met begeleidende rekening, waaruit bleek dat deze rekening sloot met een na- deelig saldo van 6147,81. Van den Vleeschkeuringsdienst te Dirks land, dat de rekening sloot met een voor- deelig saldo van 739,03, waarvan aan Oud- dorp toekomt een bedrag van 140,02. T. M. Tanis vroeg waarom het wegschap ook niet jaarlijks zulk een rekening geeft. Voorzitter: Er is hier jaarlijks een borderel van ontvangsten en uitgaven ontvangen. Myn voorganger heeft dat borderel nimmer in den raad gebracht; ik ben daarmede maar door gegaan. Men heeft er nimmer naar gevraagd, doch nu er wat hapert, schynt er wel belang stelling voor te zijn. De rekening van de Gezondheidscommissie sluit met een batig saldo van 77,52. Een schrijven van Heeren Ged. Staten, waarin wijziging der voorstellen in de sala rissen van Burgemeester, Secretaris en Ge meente-Ontvanger, voor plaatsen met 50.000 en meer inwoners. Dit heeft dus geen invloed voor onze gemeente. Dit wordt voor kennis geving aangenomen. Van Ged. Staten een schryven over den legger van wegen en voetpaden. Voorzitter deelde mede dat er door be woners van den Oostdijk een adres is gericht aan Ged. Staten over sluiting van het voetpad over Jonkerstee, teneinde dit voetpad op den legger te krijgen. Zij geven daarin voor, dat het een Kerkepad is, dat de andere wegen naar de gemeente Ouddorp onbegaanbaar zyn in den winter, en zoo meer. B. en W. hebben naar aanleiding van dit verzoek op dat adres een advies gegeven. De eigenaars P. B. Orezee alhier en Van Asperen te Goedereede zyn bij spreker ge komen met het verzoek na te zien of bedoeld voetpad op den legger stond, ja of neen. Dit bleek niet het geval te zyn. Daarop hebben die eigenaars dat pad gesloten. Vroeger was daar niets als een woestenij de nieuwe eigenaars gaan daar den grond in cultuur brengen en warenhuizen zetten. Zij kunnen dus daar maar niet alles aan de baldadigheid der jeugd overlaten en wen- schen hun terrein ontoegankelijk te verklaren voor het publiek. De vorige eigenaren had den daartegen toen geen bezwaar want de baldadigste jeugd kon er geen schade doen. De Adressanten schermen echter met on waarheden. Een Kerkepad is het niet. De Oostdijk gaat in hoofdzaak te Goedereede kerk. Een enkeling komt waarschyniyk hier heen. Van slechte wegen kan geen sprake zyn. Per fiets is dat pad onbereidbaar. P. Bezuijen vroeg of het niet wat anders was dan een kerkepad, want het loopt op een kroegje uit. Mastenbroek: Vroeger, toen was het er een goddelooze boel. Voorzitter: 'tHeele plan is niets anders dan een zitje voor wat jongelui om daar te gaan vryen. De Voorzitter deelde mede dat benoemd verklaard waren tot lid van den Raad in de vacature Grinwis, de heer J. Aleman en in de vacature P. van der Bok, de heer J. Padmos. I Door de heeren Bréen, Voogd en Bosland werden de geloofsbrieven onderzocht en tot toelating geadviseerd. B. en W. stelden voor het heffingspercen- tage der PI. Inkomsten belasting vast te stellen op 2£ vorig jaar 3. Overeenkomstig dit voorstel werd besloten. Drinkwatervoorziening aan de haven. Voorzitter deelde mede dat Nelisse uit Nieuwe Tonge daar een pomp heeft geslagen voor eigen rekening. Het water voldoet niet aan redelyk te stellen eischen, en thans vraagt hy of de gemeente die pomp wil overnemen. B. en W. willen in deze liever geen voor stel doen en vragen het oordeel van den Raad. B. en W. achte een uitgaaf van ƒ200,— niet gewettigd voor die pomp. Bezuien zeide dat het water wel veel ge bruikt wordt; Voor drinkwatei deugt het echter niet. KI. Westhoeve zeide dat er menschen hem hadden aangehouden met het verzoek die pomp niet te laten opruimen daar zij, zoo als zy' thans is toch reeds in een groote be hoefte voorziet. Voorzitter zeide dat indien de raad die pomp wenscht te koopen B. en W. daartegen geen bezwaar zullen maken. C. Breen vroeg op wiens grond die pomp geslagen is, want dat zou soms, bij eventueele overneming tot onaangenaamheden leiden, De secretaris ging daarop de kaart halen, alhoewel de heer T. Tanis meende dat het grond van het Burgeriyk Armbestuur van Goedereede was. Bij onderzoek bleek dat de grond van de gemeente was. T. Tanis zeide dat Nelisse op 8 Meter diepte zoet water boorde. K. Voogd zeide dat een wel voordeeliger zou zijn, doch betwyfelde het of op 8 meter steeds voldoende water zou zijn, met een nortonpomp is dit wel het geval. Besloten werd met Nelisse die zaak nog eens te zullen bespreken. Daarna werd de vergadering gesloten. DE MAAN. I. Men kan de maan op drie manieren be schouwen. Ten eerste uit een astronomisch oogpunt; haar stand aan den hemel, haar invloed op andere lichamen, vnl. op onze aarde, haar loop door het heelal, enz. Ten tweede uit een natuurkundig oogpunt: de geographiscbe en geologische toestand van haar oppervlakte, haai'bewoonbaarheid, enz. En ten derde op de min of meer theatrale manier, waarop zy dikwyis beschouwd wordt door velen, die 's avonds van haar zachte stralen genieten en haar daarbij dan wel eens min of meer melancholisch aanzien. Over dit laatste punt zullen wy het echter niet hebben, daar dit misschien wel onder het wetenswaardige, doch niet onder het wetenschappelijke kan worden gerekend 1 Het is onmogelijk, ook maar eenigszins te benaderen, hoe lang de maan reeds bestaat; zeker is het echter, dat zy reeds millioenen en millioenen jaren aan den hemel geschenen heeft, en ook reeds sedert onheuglijk lange tyden bestond, voordat onze aarde bewoon baar werd. Kunnen wij niets met zekerheid zeggen omtrent den levensduur van de maan, beter zyn wij op de hoogte met haar stand aan den hemelwaaromtrent de laatste kwarteeuw zeer nauwkeurige waarnemingen zyn gedaan. Van alle hemellichamen is de maan het dichtst by onze aarde; de rechte afstand van de aarde tot de maan is slechts 30 maal de middellijn van de aarde of 60 aardstralen. Deze aardstraal nu bedraagt ongeveer 3210 KM., zoodat de totale afstand bedraagt 384.000.000 KM. Deze afstand is dus betrekkelijk gering, altijd in vergelijking met de onnoemelijke af standen, waarmede wij bij de bestudeering van het heelal kennis maken. Deze afstand kan door electriciteit en licht in enkele seconden worden afgelegd (300.000 K.M. per seconde). De schynbare grootte van een ver van ons verwyderd voorwerp hangt vnl. van drie omstandigheden af: 1) de reëele, de werkelijke grootte 2) de afstand, waarop dat voorwerp zich van ons bevindt; 3) de hoek, waaronder we dat voorwerp waarnemen. De eerste twee punten veranderen niet; de maan blijft natuurlijk altyd even groot en ook altyd nagenoeg even ver van ons verwyderd. De hoek, waaronder wy haar zien, verandert echter voortdurend, en dit is dan ook de oorzaak dat wy, afgezien van het al of niet „vol zyn" van de maan, haar toch nog in verschillende grootten waar nemen. Als de maan laag staat, dicht by den horizon, zien wy haar in den regel grooter, dan wanneer zij hoog aan den hemel in het zenith staat. Dit heeft echter ook nog een andere oorzaak, n.l, dat by zeer lagen stand van de maan de stralen, die ons be reiken, door de schuine richting, waarin zy in onzen dampkring vallen, sterk gebroken worden en daardoor een als het ware mis vormd beeld vormen, hetgeen wy ook bij zonsopgang en zonsondergang kunnen waar nemen. Het is hier niet de plaats om uit te leg gen, hoe men tot de bepaling van den juisten afstand van de maan tot de aarde is geko men. Toen Archimedes deü Tyran van Syra cuse eens een astronomische kwestie zou uitleggen en daartoe ook eenige wiskundige berekeningen maakte, beval de Tyran hem, e achterwege te laten. Archimedes ant woordde echter bedaard: „Laat ons voort gaan, er is in de wetenschap geen gereser veerde weg voor koningen." Wij zullen de wiskunde echter wel achterwege laten, waar uit we met vreugde kunnen opmaken, dat er wel een gereserveerde weg is voor onze lezers. Wel kunnen we over den afstand van de maan tot de aarde nog mededeelen, dat deze reeds heel vroeg bij benadering bekend was en dat men reeds eeuwen tevoren wist, dat deze nagenoeg 30 aardmiddeliy'nen bedraagt, welke afstand weer ongeveer overeenkomt met 110 maanmiddellijneii. Latere metingen hebben dit bevestigdde middellijn der maan is inderdaad gelijk aan3/u van die der aarde. De tijd, dien het licht noodig heeft om ons vanaf de maan te bereiken is 1.25 sec. Door de onnoemeiyke snelheid, waarmede het licht zich door de ruimte voortplant kunnen we ons aan de hand van die opgave nog in het geheel geen denkbeeld vormen van den werkelijken afstand. Wij zeiden reeds, dat die afstand uit een astronomisch oogpunt maar een kleinigheid was. Om er zich echter eenigszins een denkbeeld van te kunnen vormen, diene het volgende: a. Een kanonskogel, die zich voorbeweegt met een gemiddelde snelheid van 500 M. per sec. zou 8 dagen en 5 uren noodig heb ben, om vanaf de aarde de maan te bereiken. b. De gemiddelde snelheid van het geluid is 332 M. per seo. Het geluid nu heeft in tegenstelling met het licht, als middenstof voor zijn voortplanting lucht noodig, en daar zich tusschen onze dampkriDgsgrens en de maan een reusachtige luchtledige ruimte bevindt, kan het geluid zich onmogelijk van de aarde tot de maan voortplanten. Stellen wy ons echter een oogenblik voor, dat dit bezwaar niet bestond, dan zou een heftige vulcanische uitbarsting, die op de maan plaats had, eerst 13 dagen en 20 uren later door ons kunnen worden gehoord. c. Een sneltrein, rydende met een gemid delde snelheid van 80 K.M. per uur, zou den aardomtrek in 51 dagen kunnen afleggen, terwyl hy, om van hier tot de maan te rijden, 70 weken en 2 dagen onderweg zou moeten blijven, dus daartoe ruim 1 jaar en 3 maan den noodig zou hebben. Toen men den afstand wist, waarop de maan van ons geplaatst was, kon men in verband met haar schynbare grootte ook haar volume bepalen, en vond daarvoor: 22 150 000 000kubieke K M. De baan, die de maan door het luchtruim beschry'ft, is vnl. afhankeiyk van den invloed van de aarde. Het is de aantrekkingskracht, welke door de aarde op de maan wordt uit geoefend, die dezen loop vnl. regelt. Natuur- ïyk is deze ook nog van andere machtige invloeden afhankeiyk, want, greep slechts een kracht vanuit de richting der aarde in het zwaartepunt der maan aan, dan zou deze natuurlijk met reusachtige snelheid naar de aarde komen vallen. Nemen we eerst eens in aanmerking de aantrekkingskracht van de zon, die den omloop van onze aarde regelt; deze kracht is natuurlyk ook van grooten invloed op de maan, die zich op nagenoeg gelyken afstand van de zon bevindt. Dat er van de aarde uit een kracht werkt, die de eigenschap heeft, de lichamen naar zich toe te trekken, is het eerst ontdekt door Newton. Als jonge man van 23 jaar zat hy eens op een stillen zomeravond buiten, toen een appel van een naast hem staanden boom plotseling losliet en op den grond viel. Daar op dat oogenblik geen enkel ander geluid de stilte om hen heen verstoorde trof hem deze nietige gebeurtenis. De gedachte ging hem door het hoofd: Hoe komt het nu, dat iets, dat aan de een of andere macht, die het vallen belet, onttrokken wordt, altijd naar beneden valt en dan nog wel altijd in een richting, loodrecht op het horizontaal vlak der aarde?" Toen hy daar verder over doordacht, viel zijn oog op de maan, die helder aan den hemel stond, en het bevreemd de hem, dat die maan, toch ook een voorwerp dat zich geheel vry in het heelal bevindt, niet naar omlaag viel. Dit nu bracht hem tot de ontdekking, dat van de aarde uit een kracht moet gaan, die de voorwerpen naar zich toetrekt, die op alle stoffen een soort magnetische werking uitoefent, maar ook, dat er eveneens van andere hemellichamen dergelijke krachten moeten uitgaan, wier invloed evenwicht moet maken met die der aardaantrekkingskracht. Toen men de zwaartekracht eenmaal kende, was dit als het ware het ei van Columbus. Immers, als die zwaartekracht er niet was, waaraan zou het dan moeten worden toe geschreven, dat b.v. een kanonskogel, die in een horizontale richtiDg wordt voortgescho- ten, niet steeds die richting blijft behouden, maar langzamerhand daalt en tènslotte op den grond neerkomt? De snelheid van die daling nu zal altyd gelyk zijn aan de snelheid, waarmede de kanonskogel zou gevallen zijn, wanneer men hem eenvoudig vanuit een rusttoestand had losgelaten. Ditzelfde kunnen wy nu op de maan ook toepassen. Zooals bekend is, beschrijft de maan in een tijdsverloop van ongeveer een maand een crkel rondom onze aardede juiste omloopstijd is 27 dagen7 uren, 43 minuten en 11 seconden. De snelheid waarmede de maan zich voortbeweegt, is 1017 M. per sec. Vergelyken we dien toestand nu met den kanonskogel, waarvan wij zooeven spraken, dan zou de maan, als andere hemellichamen niet mede hun invloed op haar deden gevoe len, steeds in een horizontale iyn voortvlie- gen. Werkte uitsluitend de aantrekkings kracht der aarde op de maan, dan zou deze er zich steeds meer en steeds sneller naar toe bewegen, en een hevige botsing tusschen maan en aarde zou tenslotte onvermydeiyk zyn. Nu is de geheele werking van ons zonne stelsel weer zoo prachtig ingericht, dat de combinatie van de zwaartekracht, die vanuit de aarde op de maan ingrijpt, met de mag netische invloeden, die vanuit andere hemel lichamen op haar worden uitgeoefend, juist tot eindresultaat hebben, dat de maan zich steeds op gelijken afstand van de aarde biyft bevinden, en er tevens met een zeer regel matige snelheid omheen draait. Dat de maan zich betrekkelijk zoo dicht bij de aarde bevindt in verhouding met haar afstand tot andere wereldbollen, wijst er wel op, dat het aardmagnetisme vel de machtigste kracht is, die haar stand in het heelal en haar bewegingen regelt. Er bestaat, uit astro nomisch oogpunt, als het ware een soort ver wantschap tusschen aarde en maan. De aarde is echter de voornaamste van de twee, daar deze haar kringloop regelt vanuit het middel punt van ons geheele zonnestelsel, vanuit de zon, terwijl de maan haar baan weer regelt vanuit den loop van onze aarde en dau, draai end om onze aarde heen, natuurlyk tevens om de zon draait. De maan is, evenals de aarde, een donker lichaam, en alleen zichtbaar, als zij door de zon verlicht wordt. Natuurlijk kan de zon slechts de helft van de maan gelijktijdig belichten. Hetzelfde ondervinden wij op onze aarde ook; heeft de eene helft van onzen aardbol dag, dan moet het op de andere helft noodzakelijk donker zyn. Wordt nu juist dat gedeelte der maan geheel verlicht, dat naar ons is toegekeerd, zoodat we een volledig cirkelvormig vlak aan den hemel kunnen zien, dan noemen wij dit volle maaD. Wordtjuistde andere helft verlicht, zoodat de donkere zijde der maan naar de aarde is toegekeerd, dan hebben wy nieuwe maan. De rest omvat natuurlyk alle tusschenliggende gevallen. Deze verschillende vormen, waarin w;j de maan zien, noemt men de schijngestalten van de maan. Zien we de maan den eersten dag nadat het volle maan is geweest, dan maakt zij op ons den indruk van een zeer smalle sikkel, waarvan de bolle zijde, die zuiver cirkelvormig ïb, naar de zon is toe gekeerd, terwyl de holle zijde, eenigszins elliptisch van vorm, naar het Oosten is ge keerd. Die sikkel wordt dagelijks grooter. Na vyf of zes dagen nemen wy een hal ven cirkel waar, en zeggen dan, dat de maan in haar eerste kwartier is; men kan haar dan gemakkelijk overdag zien. Steeds meer groeit zy aan en na verloop van 7 of 8 dagen is zy volkomen cirkelvormig gewordenbij volle maan is zij den geheelen nacht zicht baar, en men zegt dan dat zij staat in oppo sitie of tegenoverstand met de zon. Na volle maan neemt zy weer af; we krygen weer een halven cirkel, dien W6 dan laatste kwartier noemen; dan weer den sikkel vorm» waarvan de stand nu juist andersom is als bij toenemende maan (de horens van de sikkel zijn nu juist van de zon afgekeerd) en eindelijk is de maan weer geheel ver dwenen; het is dan weer nieuwe maan en we zeggen dan, dat de maan staat in con junctie of samenstand met de zon. Met nieuw^ maan, als de naar ons toe gekeerde zijde geheel donker is, kan men de maan natuurlijk niet waarnemen, maar zelfs geruimen tyd vöör en na nieuwe maan is zij voor ons oog onzichtbaar. Men heeft zelfs proefondervindeiyk vastgesteld, dat de maan met het bloote oog reeds 27 uur voor nieuwe maan niet meer is waar te nemen en ook weer niet eerder te zien is dan 40 uur na nieuwe maan. Al wordt slechts een deel van de maan door de zon verlicht, toch is de rest niet geheel donker. Men neme bv. bij helder weer den eersten dag na nieuwe maan, als slechts een zeer smalle sikkel te zien is. By nieuwe maan is de geheele verlichte helft der aarde naar de zon toegekeerd, en deze aarde nu kaatst het zonlicht weer terug, van welke teruggekaatste stralen een klein gedeelte door de donkere helft der maan wordt onderschept, waardoor dit deel ook nog flauw verlicht wordt. Men noemt dit verschynsel 't asch- grauwe licht der maan. Men kan dit asch- grauwe licht het helderst waarnemen, als men het beschouwt vanuit een plaats van? waar men de lichte sikkel niet kan zien. Men kan dan zelfs nog meer en minder heldere deelen erin onderscheiden, waarvan de oorzaak is, dat niet alle deelen van de aarde het opgevangen zonlicht even sterk terugkaatsen. De zeeën absorbeeren het grootste gedeelte van het licht en kaatsen slechts een betrekkelijk klein gedeelte daar van terug, terwyl daarentegen groote ge bergten, waar men onmetelijke vlakten aantreft, die geheel met sneeuw en ijs zijn bedekt, een sterke terugkaatsing van licht veroorzaken. De maan is in dit opzicht als het ware een spiegel van de aarde. Het duideiykst is het aschgrauwe licht der maan waarneembaar drie dagen na volle maan; daarna begint de helderheid af te nemen en het verschijnsel verdwijnt geheel na het eerste kwartier. Eigenaardig is het, dat we 's winters, als het grootste deel van ons halfrond met sneeuw en ys is bedekt en dus het terugkaatsingsvermogen van onze aarde zeer groot is, het aschgrauwe licht veel duidelijker kunnen waarnemen dan 'szomers. Verder is ook nog opvallend, dat wij het verschijnsel vöör nieuwe maan beter kunnen bezien dan na nieuwe maan, omdat het Oostelijk deel der aarde het zonlicht beter terugkaatst dan het Westelijk deel, waar zich de meeste Oceanen bevinden en dus het grootste deel van het invallend zonlicht door het water wordt opgeslorpt. Zoo hadden astronomen, nog voordat Australië ontdekt werd, reeds vermoed, dat'zich daar een uit gestrekt vasteland moest bevinden, omdat de lichtplekken, die op, de maan werden teruggekaatst, veel helderder waren dan het omringende, door den oceaan teruggekaatste licht. De schijngestalten van de maan hebben het aanzijn gegeven aan het gebruik, om den tyd te meten met maanden en weken; wy mogen dit echter bekend veronderstellen. 3. Corneliii I cours G|| 4. Modesti 6. Les Méll 6. La Nati I Goeree) II 7. DoDa FI 8. Joyeux I Centrale Ve| Veiling Bloemkool (I (4 Komkommeil Sla le soortf Sla 2e soort Rabarber i dys 2,IC Peen 17,70' Asperges 5 Spinazie §s Postelein Bravo's 14, Tomaten (ges; Kaas (komijn) Kaas (20 plu Kaas (volvet)] Boter 0,81 Veiling v Bloemkool (1; ui Komkommers Rabarber 3, Peen f 12,70 I perges 45 Sla le soort ƒ1 Sla 2e soort j, I Postelein 12| Aardappelen ƒ1 Tomaten (gescj I Aardbeien 0 Kaas (komyné I Kaas (20 plus) I Kaas (volvet) Jl Boter 0,95 tl I SP INGEZONDEN MEDEDEELING. dwijnen spoedig door een pot Sprutol- Bij alle Drogisten. COLLECTE VOOR DEN UBWAPENDEN DIENST. De Burgemeester van MIDDELHARNIS maakt bekend, dat op Maandag 18 Juni 1928 de gewone jaarlijksche Collecte zal plaats hebben tot ondersteuning van het fonds, voor den gewapenden dienst in de Neder landen, welke Collecte in het belang van vele oud-strijders, die hun leven voor het vaderland veil hadden, bij de burgery ten zeerste wordt aanbevolen. Middelharnis, 4 Juni 1928. De Burgemeester, L. J. DEN HOLLANDER. Plaatselijk Meuws. MIDDELHARNIS. Door A. de Man is onderhands gekocht een nieuwe woning aan het Marietjespad van de bouwondernemers Dijkers en Kroos. Gevonden voorwerpen: een zilveren remontoir-horloge, terug te bekomen bij den gem.-veldwachter Van Nieuwenhuize. - Postduiven-sport. Uitslag wedvlucht vanuit Compiègde, afstand 277 K.M. le prijs Joh. J. Nipius; 2e eu 10e A. Schuur man 3e J. Jordaan4e F. Radauer5e D. Kar- dux; 6e en 7e P. V. van Heemst; 8e en9e H. Blok; lie J. J. Nipius. Losgelaten 's morgens 7 uur. Aankomst eerste duif 10.50 uur; laatste 11.23 uur. De vrouw van L. Kransse, had met hefc fietsi-yden het ongeluk te vallen en haar knie zoodaoig te kwetsen, dat geneeskundige hulp noodzakelijk was. - Vrijdagavond 8 uur (N.T)zalonsSem- pre Crecendo een uitvoering geven in de tent op het Bouwmanplein. Het programma luidt als volgt: I. Souvenir de Leeuwarden (marsch) J. Kalma. 2. Volksliederen. Flakkee had Eenige van hal om voor Zonde gen voor de 01 dam en haddei gebruik maakt] ontrouw waren sche trucs ove' Geel-blauw he voetbal-kampio Flakkee kwa half time gaf onverdiend m< tegen kwam ze sior wist dat si een 3 tal goals er 1 in wist te We hopen ov zien tegen eet Excelsior geeft! het aanschouwe Vermelden va het terrein geh ter eere van de pleizierige omst| dekken. SOMMELSDIJ werden de inge: luiden der bran was uitgebroke; woning van M. terweg. Door weer wist me te bepalen. Het vervo deze gemeente i: J. Schuurman Zondag 10 voor de Vrij zin A. Klaver, in de zaal van d Mevrouw gelegateerd aan c Kerk alhier. HERRINGEN er aan herinnerc domsrente zal w Door het b< zal een vierde li Naar men nog een aanvan: bouw van een Gemeente alhier! MELISSANT. Herv. Kerk alhie Weel gelegateerd' voor de stichting Bewaarschool vofe zindten. STELLENDAM ben de vorige" v- gemiddeld per da*, bij de pellerijen e Het 10-iarigï met zijn fiets irfl arm brak, zoodat f worden ingeroepe Zondag we alhier afgezegd, c

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 2