n
onze eilanden van zaterdag 2 juni 1928.
on:
VERSLAGEN
Zomersproeten ver
dwijnen spoedig door een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
LOGEEREN
PIET SIMONS zorgt voor U
Pluimveeteelt.
doch tot heden heeft het getuigenverhoor
weinig nieuws gebracht.
Yolgens de berichten krijgt men zeer sterk
den indruk, dat vrouwe Justitia in Rusland
niet geblinddoekt is en dat ze bovendien
niet weinig scheel ziet.
Jaarvergadering „Vereen. Goedereede
en Overflakkee's Belang", op Woensdag
30 Mei in Hotel Tabbers te Sommelsdyk.
De Voorzitter heette alle aanwezigen har
telijk welkom op deze eerste vergadering.
Het speet hem dat er zoo weinig belang
gesteld werd, doch dit had waarschijnlijk
mede zyn oorzaak in het feit, dat er dien
zelfden middag van deBoereenleenbank een
vergadering elders plaats had. In het afge-
loopen jaar hebben wij zeer vele moeilijk
heden gehad, doch aan de andere zijde heb
ben wjj ons mogen verheugen in veel mede
werking bij de verschillende corporaties. Het
terrein waarop onze vereeniging werkt is
zeer uitgebreid, doch in het eerste jaar heb
ben wij toch reeds al successen te boeken
gehad, zooals verder uit het verslag wel zal
blijken.
Daarna werden de notulen der vorige ver
gadering voorgelezen en goedgekeurd.
De rekening over '27 werd onderzocht en
goedgekeurd, met een ontvang van f 357,50
en een uitgaaf van f 268,44$, alzoo een batig
saldo van f 89,05$.
De Secretaris las daarna het verslag over
1927 voor hetwelk wij hieronder laten volgen.
Verslag van de werkzaamheden over
het jaar 1927, gedaan door het Be
stuur van de Vereeniging„Goedereede
en Overilakkee's Belang".
Ons eerste punt om het bestaan van de
Vereeniging naar buiten te brengen, na de
oprichting, is geweest een onderhoud met
den heer Directeur der Rotterdamsche Tram
weg Maatschappij, behelzende:
a. het verkregen van een vroegdienst
Ouddorp en Ooltgensplaat in aansluiting op
den sneldienst van den tram van 7 uur
's morgens uit Middelharnis.
De Directeur heeft dadely k een proefneming
gedaan met een dienst Ouddorp Middelhar
nis. Van dezen dienst werd echter geen druk
gebruik gemaakt.
Een proef voor een vroegdienst van Oolt
gensplaat, die per autobus moest worden
gehouden, omdat geen materiaal in voorraad
is, kon niet doorgaan omdat voor het r^den
van een autobusdienst, vooraf toestemming
van hh. Ged. Staten van Z.H. noodig is.
Voor 1928 hebben wij ons verzoek her
haald, met resultaat dat de vroegdienst
Ouddorp is gebleven en dat vanaf 1 Juni
1928 een vroegdienst Ooltgensplaat—Mid
delharnis zal worden gereden.
Dat het publiek thans toone belangstelling
voor deze diensten te hebben.
b. het verkregen van goedkoopere tarieven
voor het vervoer van auto's op het veer
Middelharnis—Hellevoetsluis v.v.
Deze poging is vooralsnog mislukt. Mis
schien dat wij in den loop van dit jaar iets
kunnen bereiken, maar kunnen daaromtrent
geen hoopvolle verwachtingen koesteren.
Verder is door ons overgenomen de door
den heer J. C. Nieuwenhuyzen te Nieuwe
Tonge, begonnen actie tot het verkregen van
een verkeers-inspectie voor Flakkee.
Door nieuwe voorschriften is de toestem
ming van den Minister van Justitie laDg
uitgebleven, maar ten slotte toch afgekomen.
Degenen die bevoegd zijn tot oordeelen vin
den deze inspectie zeer in het belang van het
algemeen verkeer op de wegen. Men meent
al merkbaar verbetering te zien. 30 inspec
tietochten zyn thans gereden. Bleef het in
den beginne bij een overtreding bij een
waarschuwing, thans wordt voor iedere over
treding direct tot het opmaken van Proces
verbaal overgegaan. Ieder z\j dus op a\jn
hoede. Toch heeft ieder rapport dat inkomt
nog een of meer overtredingen, zoodat het
doel dat ermede beoogd wordt volkomen
wordt bereikt.
Wij houden ons aanbevolen voor opgave
van autohouders, zoowel luxe- als vracht-
automobielhouders, die bereid zijn een of
meer inspectietochten per jaar te rijden.
Een door ons met den Hoofd-Ingenieur
gehouden onderhoud inzake het Rykswegen-
plan, is aanleiding geweest tot het bijeen
roepen van een vergadering van Burgemees
ters van de dorpen van dit Eiland en van
belanghebbenden bij het onderhoud van de
hoofd verkeerswegen.
Een wegencommissie is gevormd, waar
van het gevolg is geweest dat de hoofdver
keerswegen met ingang van 1 Januari 1928
in onderhoud en beheer z{jn overgegaan aan
de Provincie.
Wij vleien ons in de verwachting dat
spoedig met de reconstructie van de wegen
zal worden begonnen.
Een door ons gericht schreven aan h.h.
Ged. Staten van Z. H. en aan enkele Ge
meentebesturen en aan beheerders van
wegen in dit Eiland, betrekking hebbende
op het verkeer binnen de kom dier gemeen
ten en het onderhoud van den onder beheer
staanden weg, is door de betrokkenen wel
willend ontvangen. Voor zoover dit mogelijk
was is gevolg gegeven aan het in ons schrij
ven gedaan verzoek tot verbetering van het
verkeer.
Wij constateeren met genoegen deze op
vatting van de officieele lichamen en wij
hopen dat ook in vervolg nota van onze
wenschen zal worden genomen, die toch ten
slotte geen ander doel hebben dan het be
lang en zoo mogeiyk de welvaart van het
Eiland.
Aan de Gemeentebesturen is een verzoek
gericht om in de Politie-verordening een
bepaling op te nemen, waarbij het verboden
is langs wegen of straten of op plaatsen
door Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen, heggen, heiningen en of schuttingen
te hebben van een hoogere hoogte dan 1.25 M.
Een dergelijke verbodsbepaling zal zeer
ten goede komen aan het veilig verkeer op
den weg.
Met Zyne Excell. den heer Minister van
Waterstaat is gecorrespondeerd over den
telefoon- en telegraafdienst.
Door_ons is gevraagd:
a. een streeknet voor het geheeleeiland»
b. de mogelijkheid van aansluiting na de
sluitingsuren op het Eiland met Rot
terdam
c. in iedere gemeente gelegenheid dat de
aangeslotenen buiten de gemeente
woonachtig in verbinding staan met
het dorp, voor veearts, dokter, politie,
brandweer of anderszins
d. een betere regeling van den Zondags
dienst.
Door ons is voorgesteld:
een automatisch telefoonsysteem, met
aansluiting van na de sluitingsuren van de
kantoren op Flakkee, op Rotterdam.
Veel is niet bereikt kunnen worden. Ver
moedelijk zal ons verzoek tot uiting komen,
wanneer het in herziening zijnde Rykstele-
foonreglement in werking treedt.
Als gevolg van ons schrijven aan den
Minister mogen wy aannemen dat de wij
ziging van de openstellingsuren van de tele
foonkantoren op verschillende plaatsen van
dit Eiland, daarvan een uitvloeisel is.
Aan den Directeur van het Postkantoor
te Rotterdam en van het Postkantoor te
's-Gravenhage is geklaagd over de late aan
komst van de brieven op het eiland, in Rot
terdam respectievelijk in den Haag gepost,
b.v. een brief gepost te Rotterdam 10$ uur
v.m. vertrekt pas met den tram die om
5 u. 20 uit Rotterdam gaat;
een brief gepost om 3 uur komt pas den
volgenden dag op het Eiland.
De brieven die 's morgens 8 uur van het
Eiland gaan en 11.20 in Rotterdam aanko
men, worden te Rotterdam niet in de be
stelling van 2 uur maar in die van 4 uur
opgenomen.
een brief gepost in Den Haag 12 uur
's middags komt pas den volgenden morgen
in het Eiland.
In Rotterdam wordt de stagnatie in hoofd
zaak toegeschreven aan het geopend zyn van
de brug over de Koningshaven waarmede
rekening moet worden gohouden.
Tegen het opnemen van de brieven van
8 uur uit Flakkee in de 2de bestelling be
staan overwegende bezwaren. Welke bezwa
ren worden niet genoemd.
Zoowel van den Directeur te Rotterdam
als van den Directeur te Den Haag is de
verzekering bekomen dat de brieven met
de eerste gelegenheid worden doorgezonden.
Waar met deze toezegging echter geen ver
betering in de verzending is gebracht, heb
ben wij de gevoerde correspondentie door
gezonden aan het Hoofdbestuur der Poste
rijen. Misschien dat daar wel eenig resultaat
te bereiken is.
Aan de Rott. Tramweg Maatschappy heb
ben wij gevraagd de tarieven van reizigers-
en goederenvervoer te verlagen op de wyze
zooals dit is geschied door de Ned. Spoor
wegen.
Ons adres, waarvan een afschrift werd
gezonden aan Zijne Excell. den Minister van
Waterstaat, is mede-onderteekend door alle
afdeelingen van de Holl. Maatschappy van
Landbouw, door Vereenigingen van Vreem
delingen Verkeer Mlddenstandsvereenigingen
en zustervereeniginge®, werkende in het tra
ject waar de Rott. Tramweg My. haar dien
sten uitoefent, alsmede door de Ned. Han-
delsreizigersvereeniging en de Ned. R. K.
Vereeniging van Handelsreizigers.
Het adres 14 October 1927 verzonden, is,
na bericht van de goede ontvangst, door den
heer Directeur van de R. T. M. d.d. 14 Janu
ari 1928 beantwoord met de woorden dat
Zyne Excell. de Minister van Waterstaat
ons van antwoord zal dienen.
Dit antwoord is nog niet binnengekomen.
Het verheugt ons zeer dat de Minister van
Waterstaat zich deze aangelegenheid heeft
aangetrokken. Wij hebben den Minister
thans om antwoord gevraagd.
Met het Hoofdbestuur van de Holl. Maat
schappij van Landbouw en den Flakk. Boe
renbond is een vergadering gehouden inzake
de oprichting door de Holl. Mij. van Land
bouw van een Huishoudschool.
Wjj hebben ons, na bespreking, neerge
legd bij het streven van de Holl. My. van
Landbouw, afsGboon wij van meening zijn
dat het doel waarnaar wy streven beter en
vlugger zal worden bereikt door de oprich
ting van een school voor het geheele Eiland
met zoo mogelijk alle leervakken die op een
Huishoudschool mogen worden gegeven. Er
zijn nu drie huishoudcursussen in het Eiland
met zeer beperkte onderwijsvakken.
De Statuten van de vereeniging zy'n door
H.M. de Koningin goedgekeurd.
Omtrent de electriciteitsvoorziening voor
Flakkee kunnen wy uit den aard der zaak
geen mededeelingen doen. Deze aangelegen
heid is thaDS bij Ged. Staten in behandeling.
Omtrent de verbinding met Brabant kun
nen wij mededeelen dat verschillende auto
riteiten in deze zaak belang stellen en te
verwachten is dat in den loop van het jaar
nadere beslissing genomen zal worden.
Verder hebben wy verschillende corres
pondentie gevoerd over zaken van meer
ondergeschikt belang, maar die toch ook de
belangen van de vereeniging raken.
U zult ona een opsomming willen bespareu
van alle vergaderingen die wij hebben
houden en bijgewoond en het aantal brieven
en stukken die wij hebben geschreven en
verzonden, tot nakoming van het doel der
Vereeniging nader omschreven in de goed
gekeurde Statuten.
Uit hetgeen reeds is gedaan al zyn dan
ook onze werken nog niet alle met succes
bekroond en hetgeen nog te doen is, blijkt
wel dat de vereeniging recht van bestaan
heeft.
Alles wat wy hooren en zien, de belangen
van Flakkee rakende, wordt onderzocht of
het tot het doel van de vereeniging behoort
en zoonoodig op gepaste wyze ter kennis
van belanghebbenden of betrokkenen ge
bracht.
Wij houden ons aanbevolen voor mede
deelingen omtrent misstanden die verbetering
behoeven en/of verbeterd kunnen worden.
De Secretarie
Va* PAASSCHEN.
De voorzitter dankte daarna de autobe
zitters die als verkeersinspectie reeds hebben
gereden, en stelde voor, alhier een lezing te
laten houden over de verkeersregelen, zooals
er onlangs door de radio is gehouden.
De Wilde wilde daarmee eerst maar liever
wachten tot is uitgemaakt of het Motor- en
Ry wielreglement wetskracht bezit ja of neen,
want een kantonrechter te Haarlem onthield
alle kracht daaraan. Besloten werd dit te
zullen onderzoeken en daarna te handelen.
De voorzitter bracht hulde aan de raden
en Polderbesturen voor de vlugge afwikkelng
by de overgave van de wegen aan de pro
vincie. Thans zijn we toch de eerste die aan
de beurt zullen komen voor reconstructie.
Reeds is een vaste opzichter hier gestation-
neerd, en komt de ingenieur om de veertien
dagen hier op het eiland. Volgens mededee-
ling zullen de wegen binnen vier jaren ge
reconstrueerd zyn, wat een schitterende ver
betering mag heeten.
Het bestuur heeft besloten de raden te
verzoeken in de politie-verordening op te
nemen dat de hagen en schuttingen op de
hoeken van de wegen niet hooger mogen
zijn dan 1,25 M., dit zal het verkeer zeer
ten goede komen.
Van Hemert stelde voor reeds thans
enkele eigenaars te verzoeken die hagen te
kappen of schuttingen te verlagen. Dit zal
sneller gaan als men eenige medewerking
heeft.
Besloten werd over verschillende telefoon-
en postbestellings-aangelegenheden nader te
Een verbetering van de verbinding met
den Brabantschen wal kan tegemoet gezien
worden. Verschillende autoriteiten hebben
daarvoor hunne belangstelling getoond en
men kan daarover dit jaar een antwoord
tegemoet zien.
Getracht zal worden een verbetering te
kry'gen in de lesuren van de kweekschool te
Hellevoetsluis, opdat alle gemeenten daarvan
kunnen proflteeren.
De verkiezing van drie bestuursleden werd
aangehouden om eerst een vaste regeling
daarvoor vast te stellen.
Over de verkeersinspectie gingen stemmen
op om dit op meer drukkere tijden te doen.
Men was van oordeel dat thans op te veel
tijden is gereden dat er weinig verkeer is.
Dr. Van Gelder en Soeteman meenden dat
het beter was dat in de gemeenten meer op
het verkeer werd gelet, daar geschieden meer
overtredingen dan op de hoofd verkeerswegen.
Rondvraag.
Van Hemert verzocht het bestuur de R.T.M.
te verzoeken de voorschriften van het perso
neel beter te handhaven, opdat voor eiken
overweg tijdig wordt geblazen. Dit gebeurt
zeer zelden.
Soeteman verzocht daarby dan ook te ver
zoeken om by Dirksland de wagens niet
meer van den oprit het station op te laten
loopen op eigen kracht, zooals dit dikwyis
geschiedt. Dit is zeer gevaarlijk, vooral als
het donker is.
Daarna werd een heele boom opgezet over
het beheer van de wegen, de een wilde het
zoo en de ander zoo verzoeken.
Voorzitter zeide dat dit thans alleen aan
de provincie was, dus die ook als deskundigen
wel zullen weten hoe het beste gehandeld
kan worden.
Daarna werd de vergadering gesloten.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Uit de Oude Doos.
1778 - 3/4 Juni - 1928.
De westelijke Achterweg te Middelharnis
wordt in het dageiyksehe leven door velen
nog aangeduid als „de Verbrande Achter
weg".
Slechts aan weinigen zal het bekend zijn,
dat die naam zyn ontstaan dankt aan een
hevigen brand, die, nu 150 jaar geleden, en
wel in den nacht van 3 op 4 Juni 1778,
Middelharnis teisterde.
De geschiedenis hiervan is de volgendei
In den laten avond van 3 Juni 1778 hield
de bewoonster van een der huizen aan den
westeiyken Achterweg zich bezig met het
bakken van oliebollen. Door onbekende oor
zaak sloeg de vlam in de pan en ontstond
brand. Aan blusschen viel niet te denken,
daar de beide gemeentelyke brandspuiten
onbruikbaar bleken. Door den hevigen wind
aangewakkerd, greep het vuur fel om zich
heen. Wel werd door de omliggende ge-
meenten ten spoedigste hulp geboden, doch
dit kon niet beletten, dat in korten tijd vier
woningen en zeven schuren in de asch wer
den gelegd.
Groote verslagenheid heerschte, wat te
begrjjpelyker is, wanneer men bedenkt, dat
in die dagen nog geen brandverzekering be
stond die de schade dekte. Brand stond in
die dagen veelal geiyk met algeheel ruïnee
ring.
Groot was de deelneming, die alom be
toond werd; in alle gemeenten van het
eiland hield men een collecte, uit de opbrengst
waarvan een derde van de geleden schade
kon worden vergoed.
Ook het Gemeentebestuur trad op en nam
een zonderling en zeker niet alledaagsch
besluit. Op strenge straf werd namelyk ver
boden in den vervolge oliebollen langs de
huizen te venten of te koop aan te bieden.
Biykbaar hoopte men op deze wijze het bak
ken van die lekkerny te beperken en daar
door brandgevaar te vermindereu.
Welk effect dit verbod heeft gehad, meldt
de historie niet.
Een dichter, wiens naam onbekend ge
bleven is, wydde aan den brand een zang,
dien ik hieronder volgen laat, in de veronder
stelling dat daarvan door verschillende myner
oud-ingezetenen nog wel met eenige belang
stelling zal worden kennis genomen.
R. Mei 1928. U. J. M.
Wie is in staat, o Heer, uw deugde op te
tellen!
Ik sal er hier alleen maar twee ten neder
stellen
Twee heeriyke deugden, die d'opperMajesteyt
Int paraöys wel eer al heeft ten toon
gespreyt.
Regtvaardig is de Heer in alle syne wegen,
Al komt hij ons dan ook met straf gerigten
tegen.
Dan komt hy ook wel eens in soo een
bangen tyt
En oeflfent dan de deugt van barmhertigheyt.
Wie is het niet bekent hoe klaar dit is
Doen Middelharnis door 'tvier was aange-
steken,
Het alverterend vier, het woedent element,
Verslont al waar het maar of by quaamof
omtrent;
Het dreygden op die tyt om Middelharnas,
Het grootste deel daarvan te leggen in den as.
Ik schrik, als ik gedenk den tyt van myn
ontwaken
Ik riep, o Heer, gy weet wat dat ons
Gy liep tot onser hulp door water en door
vuer.
Die weldaat sullen wij gedenken al ons leven,
En U dan ook naast God de Eere daarvan
geven.
Wy wenschen dat de Heer aan U nog sal
beloonen.
Dat hy die liefde pligt met segen sal beloonen
De Heer bewaar voortaan U altemaal voor
brant
Hy doe U veilig syn hy dek U metsyn hant,
En Middelharnas dan verder ook behoede,
En die gelede schaad met segen weer
vergoede,
Hij geeft ons boven dat een hert om op te
letten,
Om ons vertrouwen nooit op sweerelds goet
te setten,
Want schatten geit en goet, dat is hier in
der tyt,
Seer los en onbestendig en enkel ydelheyt.
De vlam, de felle vlam, die maakt seer
onverwagt
De rykste mensch wel eens beroyt in eenen
nagt.
Gelukkig is de mensch, die 'taartsche niet
en agt,
Maar die hier namaals eens een beter schat
verwagt,
Een schat, die van de mot niet word van
een gekorven,
■en schat, die door den roest ook niet en
word bedorven,
Een schat, daar nooyt geen dief tot stelen
bij kan komen,
Een schat, die door geen brant kan worden
weggenomen,
Een schat, die niet en is voor een
bepaalden tyt,
Maar die bestendig is in alle eeuwigheyt.
en het gebruiken van een middagmaal
is een kwestie van vertrouwen.
DOE ZULKS IN HET HUIS WAAR
UW VOOROUDERS DIT DEDEN.
Wij hoorden op de straat een jammerlyk
geschrei
Elk riep in desen noot, o Heere staat ons by,
Want soo het U behaagt dat desen brant
door gaat,
Soo moet ik nu voortaan vernagten op de
straat.
Een nare stem brant, brant vervulden onse
ooren
Wij moesten tot ons leet met schrik de
brantklok hooren;
Men hoorden overal een jammerlyk geklag,
Het was al vuer en vonken, al wat het oog
maar sag.
En onder dit gekerm soo kreeg den feilen
brant
Genoegsaam binnen kort geheel de overhant.
O yselyk gesigt, tot schrik van yder een;
De lugt, die scheen voor ons als met het
vier gemeen,
Van verre hoorden wy de sterke binden
kraken
En met een naar gedruys, bet storten van
de daken;
Wy hadden tot ons leet twee spuyten wel
in naam,
Maar beyden waren sy op die tyt onbequaam.
Daar was men buyten raat, wy moesten
laten branden
En loopen na syn huys en roeren daar syn
handen,
En brengen geit en goet en ander huys-
cieraat
Aan dyken ende wegen en overal op straat,
Of in die weynig huysen, daar het op dat pas
Toe scheen als of daar nog aller vyligst was.
Het scheen als of het vuer tot straffe was
bereyt;
De Heer die deet met ons na syn regtveer-
digheyt.
Maar midden in den toorn gedagt bij ons
ten goede.
Door barmhertigheyt soo wende hy syn roede,
Want juist wanneer de noot wel op het
hoogste was;
Soo sag de Heer in gunst op Middelharnas.
Dank, dank, ja eeuwig dank, voor die
behoudenis,
Aan Hem die 'tal bestiert en d'Opper
oorsaak is;
Hij die de winden selfs gebiet na synen wille,
Die heeft hy op die tyt bedaart en stille.
De buren van rontom, die heeft hij ook
bewogen,
Die quamen ons te hulp met tranen in de
oogen,
Met spuyten seer bequaam en alles
ongeschonden,
Die waren buyten noot beproeft en egt
bevonden,
De spuyt van Sommelsdyk en die van
Dirkslant
Van Nieuwe Tong en Stadt, die blusten
desen brant.
De vlam heeft seven schuren geheel en al
verbrant,
Vier huysen nog daarby seer tfeerlyk
geschonden.
Dank, dank, ons goede bueren, gij hebt aan
ons verrigt,
Een weldaat boven mate. Een groote liefde
pligt,
Dank, seg ik nog eens, gy quaamt ter
regter uer,
BOERENYISCHMARKT12, bij de Groote Kerk
te ROTTERDAM.
(Adv.)
Vragen, deze rubriek betreffendekunnen
door onze abonnee worden gezonden aan
Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde-
singel 96a Rotterdam. Postzegel van
7\ cent voor antwoord insluiten en
Blad vermelden.
Het Gist-Vitamine.
Kippetjes die nooit Eitjes zullen leggen.
Ik heb nu al uitgelegd dat het gist of B
vitamine absoluut noodzakeiyk is voor het
leven der dieren. Dit vitamine vindt men
evenals de andere veel in jong groenvoer,
granen, gist enz. Ook gemalen klaverhooi in
Amerika als alfalfa-meel heel veel gebruikt
bevat dit vitamine. Er wordt zelfs wel eens
aangegeven dat alfalfa gist zou kunnen ver
vangen. Verschillende proeven hebben echter
uitgewezen, dat dit niet het geval is, en men
beter op gist dan op alfalfa kan vertrouwen.
Gist in kuikenvoer heeft echter nog andere
voordeelen. Om te beginnen bevat gist veel
eiwit. De samenstelling van goede gedroogde
gist is ongeveer als volgt:
eiwitten 46
vet 0.6
zetmeel 36
ruw vezel 0.03
mineralen 8.4
vocht 8.7
De gist-eiwitten zijn zeer goed verteer
baar, terwijl de gist geen waardeloozen on
verteerbare ballast bevat in den vorm van
ruwvezel. De samenstelling der mineralen
is ook van veel belang. Deze is ongeveer als
volgt
Kalium 40
Phosphorzuur 54
Opvallend is dus het hooge gehalte aan
phosphorzuur dat een gunstige werking heeft
op zenuw- en beenvorming. Verder heeft
gist een bitteren smaak, die van de hop, welke
by de bierbereiding gebruikt wordt, afkom
stig is. Deze bitterstof wekt den eetlust op,
wat ook al weer een gunstige factor is.
Vandaar dat by vergelijkende proeven bij
kuikens met verschillende voedingsstoffen
bleek dat gist den groei sterk bevorderde.
We weten nu dat dit dus te danken is aan
verschillende factoren in de gist.
Men heeft ook getracht het vitamine B
uit gist in geheel zuiveren toestand te ver
kregen. Dit is aan de Nederlandsche dok
toren Jansen en Donath in het geneeskundig
laboratorium te Weltevreden gelukt. Bij de
onderzoekingen en proeven die 9 jaren duur
den werden als proefdieren kleine Indische
vogeltjes (nonnetjes) gebruikt. Uit 250 K.G.
fijne rystzemelen (dedek aloes) werd onge
veer 100 m.gr. dus '/io gram 1 vitamine ver
kregen, een ontzettend geringe hoeveelheid
dus. Van dit kristalfyne poeder was echter
1 gewichtsdeel voldoende om een tekort aan
vitamine van 1 millioen gewichtsdeelen
machinaal geslepen ry'st te vergoeden. Een
halve milligram per dag beschermt een
mensch die ongeveer 500 gram ryst per dag
eet tegen beri-beri. Hieruit biykt dus wel
hoe geweldig sterk minimale hoeveelheden
vitaminen zijn.
Voor ons pluimvee wordt de gist dus van
belang zoodra de dieren niet buiten in de
vrije natuur over jong groenvoer kunnen
beschikken. En in hoeveel gevallen kunnen
ze dit wel? Als men nagaat hoe men in dit
gure voorjaar de kuikens zorgvuldig moet
beschutten tegen de ongunstige weersinvloe
den en dit hoofdzakeiyk binnenshuis gedaan
krijgt, dan begrypt men wel dat er al heel
gauw vitamine-gebrek kan ontstaan.
De eieren waaruit de kuikens gebroed zijn,
zijn meestal al vitamine-arm en de natuur
geeft in het vroege voorjaar geen gelegen
heid tot het voeren van versch jong groen
voer. Vandaar dus dat aan te bevelen is
zoowel het voer van de fok toornen als van
de kuikens vitamine-ryk te maken. Men
voert wel als bezwaar aan dat daardoor het
voer duur wordt, doch als men zooals ik als
het ware in het centrum van alle afwijkingen
van de geheele pluimveehoudery in Neder
land ziet, dan leert men begrepen, hoe ge
weldig veel er nog gezondigd wordt tegen
de eenvoudigste regelen der voeding- en huis-
vestingsleer en dan komt men er toe om
liever het veilige en iets duurdere te kiezen
boven het goedkoopere maar onzekere. Voort
zetting in het volgende artikel.
Dr. te Hennepe.
en droge stof in aanraking en!
een te sterke slijmafscheidiog, v
stralen de rest doen. Anderen I
de droge stoffen zoolang in htn
gehouden, dat we ze 's morgen!
inspectie kunnen afmaken.
Voor huis en hof.
DB TUINSLAK.
Van verschillende streken komen de
klachten los over het veelvuldig optreden
van slakken en over de aangerichte schade.
De vele regens zijn den slakken juist wel
kom, want hun leven is in hooge mate af
hankelijk van vochtigheid.
Onder de verschillende slakkensoorten
komt hier te lande de grauwe veldslak wel
het meest voor, welke op de rugzijde grauw,
soms roodachtig getint, aan de buikzijde
bijna wit is. De lengte van dit glibberige
weekdier bedraagt ongeveer 5 cM.
De slak leeft van planten voedsel en wan
neer ze in grooten getale ten tooneele ver-
schynen, kunnen ze een geduchte schade in
den tuin aanrichten. Vrywel niets is voor
hen veilig en naast een groot aantal groenten
en vruchten, welke ze aanvreten, maken ze
bovendien de rest bijna ongenietbaar, door
de wetenschap dat ook deze door de slak
zftn bekropen, hetgeen in de meeste gevallen
duideiyk blijkt uit de achtergelaten slijm
sporen. In vochtige tuinen kunnen ze zooveel
schade aanrichten, dat soms meer dan de
helft van den oogst hierdoor wordt vernietigd
of onbruikbaar gemaakt.
De slak is een tweeslachtig dier d.w.z.
manneiy'ke en vrouweiyke geslachtsdeelen
komen by hetzelfde dier voor. De voortplan
ting geschiedt door eieren, soms omgeven
door een kalkschaaltje, doch welke in den
regel doorschynend en glashelder zyn. Onder
gunstige omstandigheden, dus tijdens een
vochtigen zomer, kan één een paar honderd
eieren leggen, zoodat ze zich zeer snel ver
meerderen. Deze eieren worden in hoopjes
van 10 a 15 by elkaar gelegd onder gras of
mos, doch altijd op een vochtige plaats en
goed verborgen. De eieren van de huisjesslak
liggen los naast elkaar, terwyi die der naakte
slakken meestal als een parelsnoer aan elkaar
zijn verbonden.
De eerste eieren worden omstreeks begin
Augustus gelegd en komen na een 3 a 4
weken uit. Is voldoende voedsel voorhanden,
dan groeien de jonge slakjes voorspoedig en
snel op en zijn in ongeveer 5 6 weken
reeds volwassen. Gedurende den winter
kruipt de slak diep in den grond weg en
overwintert hier in verstijfden toestand, tot
dat de eerste koesterende voorjaarszonne
stralen nieuw leven opwekken.
De grootste vyand der slakken is een droge
goed vriezende winter en een lange periode
van droogte in den zomer of voorjaar. Over
dag zoeken ze dan beschutting onder steenen
of bladeren en verlaten alleen 's nachts hun
schuilplaatsen. In zoo'n droge periode gaan
veel slakken dood door een te sterke siym-
afscheiding.
Naast onze dieriyke bondgenooten in onzen
stryd tegen de slakken, zooals mollen, spitsr
muizen, eenden, kippen, spreeuwen, kraaien,
kievitten en vooral kikvorschen en padden,
welke een groot aantal slakken naar andere
gewesten doen verhuizen, kunnen wij zelf
verschillende maatregelen treffen, om paal
en perk aan dit euvel te stellen.
In de eerste plaats kunnen wy veel slakken
wegvangen. Hiervoor kan men gebruikmaken
van een of andere tang, waartusschen ze
worden doodgedrukt, doch eenvoudiger en
gemakkeiyker in dezen is een stok, waarvan
het uiteinde voorzien is van een spijker,
zoodat ze zeer gemakkelijk en snel worden
doodgeprikt. Het spreekt vanzelf, dat wy by
voorkeur alleen 's morgens vroeg of 's avonds
laat de jacht openen. Dit wegvangen kunnen
wy nog bevorderen, door hier en daar schyfjes
biet, tuinwortel, zoete appel, pompoen en
dergelijke neer te leggen. Dit zijn lekkernijen
voor de slakken. Den volgenden morgen vindt
men hierbij in den regel een groot aantal
slakken vereenigd, welke worden afgemaakt.
Treft men toevallig een nest slakkeneieren,
dan worden deze eveneens vernietigd.
Verder maken we gebruik van verschil
lende droge en bijtende stoffen. Om bijv. een
bed aardbeien of iets dergeiyks tegen de
slakken te beschermen, omringen we het bed
met een laagje ongebluschte kalk, keuken
zout, roet, dennenaalden, patentkali of andere
droge stoffen. Zoodra dan de slak zich naar
de planten begeeft, en zich wil verschuilen
voor de felle zon, komen ze met dé bytende
DE WRAAK DER ZIGfif*
(Uit het Duitsch.)!
De doedelzakspeler staat m:
plein van de herberg, en on
krioelt een bonte groep, de jeu]
Op een gelijke maat stampen i
den grond. De eentonige kolt
door overmoedige figuren levendi
De knappe, ryke Stero is voc
heeft echt zilveren knoopen
een schuur, tot aan den nok!
gevuld en een paar paarden voc
als een baron.
Zyn oogen glijden over al de j
meisjeskoppen en blyven op
rusten onder wier bruine volle
zeldzaam fijn rond gezichtje
aan de mooie Zlatica behoort
dat hy tot gek wordens toe op
was en dat hy haar op delaatsl
een paar kostbare ringen had
aangeboden, doch niemand ha
ringen ooit zien dragen. Plotsell
tica uit de rijen der dansenden
en Stero begaf zich in een slech
den herberg, om zyn ergernis in dé
te verdrinken. Het was meer aan 2|
dan aan hem zelf te danken,
hoeve laat in den nac
Zacht sluipt er iemand door
evenals een dief.
Zijn zwarte oogen glinsteren li
kleurig gelaat, als die van ee
Met één sprong is hij over de
luistert in den tuin, die aan Zlat
behoort. Reeds nadert zijn geliel
Zlata! roept hy verheugd uit,
tydig zijn stem dempende.
Zij liggen in eikaars armen
boerendochter in haar zy den Zon
en de armste onder de armen...
ner. Op een omgehouwen boom
zich neer. De gouden muntstukke
halsketting rinkelen. Zij drukt me
gebaar tegan hem aan, zooals allee:1
lief kunnen hebben, die onder eer
geboren zyn, de kinderen van H
Zul je er nooit berouw v
Zlata?
Nooit, GilkoIk behoor by jc
Stero meer geld, ik hou niet van h
alleen van jou.
Maar vandaag heb je meth
kenIk stond achter den grooten w
en heb je gadegeslagen. Je heb
gelachen en den armen Gilko ve
was kwaad, dat ik achteraf moes
toekijken als een hond.
Gilko, mijn alles, ik sprak 1
Maar je had moeten hooren wat i
spreekt mij in geen veeriien dagen
Dat geloof ik, want dan ben;
Als je maar geen berouw b
Zlata, dat je je eigen thuis moet v
in een tent wonen. In den zomer
zon, in den winter is het er kouc'
maar als een boer geboren!
Zy schudde het hoofd.
Ik laat graag alles achter,
maar heb!
In een donkeren, stormachtigen
zij van huis weg, naar Gilko. Het
wees haar nu en dan den weg. In
nertent was feest.
De geheele familie hurkte om
tafel, at schapenvleesch en dronk
den wijn daarbij. In de hoeken ware
opeengehoopt, half dronken kinder
ten op den grond. Elders hurkte e|
neer, om haar kind de borst te
Zlata zag dit alles niet. Zij zag sl
paar zwarte oogen en al het andere
in een nevel. Dof rolde de donder in
rosse bliksems doorkliefden de lu|
wordt zoo huiverig, bang zelfs in
nacht.
Ze ging tot aan de enkels door he
gloeiende zand in den heeten mia
en droeg een zwaren last ruw bewe
om den arbeid van haar mans h
verkoopen. Dat waren moeilijke dai
Zlatica, de hitte, de moeheid, het
en dan.het bedelen. Zy kon het ra
leeren.
Was dat een leven? Een zigeura
veracht en bespot te zijnVan ieder:
pel verdreven, steeds met wantrou
gezien. Wat zag ze er vuil uit. Hoe
waren haar kleeren. Die eerst zoo
Zlatica.
Daar kwam een leege boerenwage
haar aan. Zij zag den voerman aaD
Stero. Een ruk aan de leidsels en de
stonden stil.
Goeden dag, Zlatica, zeide hij
je in lang niet gezien.
Dat zal je niet veel gehinderd
Hy antwoordde niet. Na een i
Kom, gooi je zwaren last op miji
Vooraan kunnen er ook twee zitter
Zy wist, zy moest het niet doen,
is zoo moe.
De houten lepels en nappen en
vallen klapperen onder het ryden. G
beiden spreekt een woord.
Hy ziet haar aan. Zij is zeer vera
die verloopen drie maanden dat z
zigeuners is. Maar zij is mooier dan
had hy haar maar.
Je zou het heel anders kunnen