n onze eilanden van zaterdag 2 juni 1928. on: VERSLAGEN Zomersproeten ver dwijnen spoedig door een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. LOGEEREN PIET SIMONS zorgt voor U Pluimveeteelt. doch tot heden heeft het getuigenverhoor weinig nieuws gebracht. Yolgens de berichten krijgt men zeer sterk den indruk, dat vrouwe Justitia in Rusland niet geblinddoekt is en dat ze bovendien niet weinig scheel ziet. Jaarvergadering „Vereen. Goedereede en Overflakkee's Belang", op Woensdag 30 Mei in Hotel Tabbers te Sommelsdyk. De Voorzitter heette alle aanwezigen har telijk welkom op deze eerste vergadering. Het speet hem dat er zoo weinig belang gesteld werd, doch dit had waarschijnlijk mede zyn oorzaak in het feit, dat er dien zelfden middag van deBoereenleenbank een vergadering elders plaats had. In het afge- loopen jaar hebben wij zeer vele moeilijk heden gehad, doch aan de andere zijde heb ben wjj ons mogen verheugen in veel mede werking bij de verschillende corporaties. Het terrein waarop onze vereeniging werkt is zeer uitgebreid, doch in het eerste jaar heb ben wij toch reeds al successen te boeken gehad, zooals verder uit het verslag wel zal blijken. Daarna werden de notulen der vorige ver gadering voorgelezen en goedgekeurd. De rekening over '27 werd onderzocht en goedgekeurd, met een ontvang van f 357,50 en een uitgaaf van f 268,44$, alzoo een batig saldo van f 89,05$. De Secretaris las daarna het verslag over 1927 voor hetwelk wij hieronder laten volgen. Verslag van de werkzaamheden over het jaar 1927, gedaan door het Be stuur van de Vereeniging„Goedereede en Overilakkee's Belang". Ons eerste punt om het bestaan van de Vereeniging naar buiten te brengen, na de oprichting, is geweest een onderhoud met den heer Directeur der Rotterdamsche Tram weg Maatschappij, behelzende: a. het verkregen van een vroegdienst Ouddorp en Ooltgensplaat in aansluiting op den sneldienst van den tram van 7 uur 's morgens uit Middelharnis. De Directeur heeft dadely k een proefneming gedaan met een dienst Ouddorp Middelhar nis. Van dezen dienst werd echter geen druk gebruik gemaakt. Een proef voor een vroegdienst van Oolt gensplaat, die per autobus moest worden gehouden, omdat geen materiaal in voorraad is, kon niet doorgaan omdat voor het r^den van een autobusdienst, vooraf toestemming van hh. Ged. Staten van Z.H. noodig is. Voor 1928 hebben wij ons verzoek her haald, met resultaat dat de vroegdienst Ouddorp is gebleven en dat vanaf 1 Juni 1928 een vroegdienst Ooltgensplaat—Mid delharnis zal worden gereden. Dat het publiek thans toone belangstelling voor deze diensten te hebben. b. het verkregen van goedkoopere tarieven voor het vervoer van auto's op het veer Middelharnis—Hellevoetsluis v.v. Deze poging is vooralsnog mislukt. Mis schien dat wij in den loop van dit jaar iets kunnen bereiken, maar kunnen daaromtrent geen hoopvolle verwachtingen koesteren. Verder is door ons overgenomen de door den heer J. C. Nieuwenhuyzen te Nieuwe Tonge, begonnen actie tot het verkregen van een verkeers-inspectie voor Flakkee. Door nieuwe voorschriften is de toestem ming van den Minister van Justitie laDg uitgebleven, maar ten slotte toch afgekomen. Degenen die bevoegd zijn tot oordeelen vin den deze inspectie zeer in het belang van het algemeen verkeer op de wegen. Men meent al merkbaar verbetering te zien. 30 inspec tietochten zyn thans gereden. Bleef het in den beginne bij een overtreding bij een waarschuwing, thans wordt voor iedere over treding direct tot het opmaken van Proces verbaal overgegaan. Ieder z\j dus op a\jn hoede. Toch heeft ieder rapport dat inkomt nog een of meer overtredingen, zoodat het doel dat ermede beoogd wordt volkomen wordt bereikt. Wij houden ons aanbevolen voor opgave van autohouders, zoowel luxe- als vracht- automobielhouders, die bereid zijn een of meer inspectietochten per jaar te rijden. Een door ons met den Hoofd-Ingenieur gehouden onderhoud inzake het Rykswegen- plan, is aanleiding geweest tot het bijeen roepen van een vergadering van Burgemees ters van de dorpen van dit Eiland en van belanghebbenden bij het onderhoud van de hoofd verkeerswegen. Een wegencommissie is gevormd, waar van het gevolg is geweest dat de hoofdver keerswegen met ingang van 1 Januari 1928 in onderhoud en beheer z{jn overgegaan aan de Provincie. Wij vleien ons in de verwachting dat spoedig met de reconstructie van de wegen zal worden begonnen. Een door ons gericht schreven aan h.h. Ged. Staten van Z. H. en aan enkele Ge meentebesturen en aan beheerders van wegen in dit Eiland, betrekking hebbende op het verkeer binnen de kom dier gemeen ten en het onderhoud van den onder beheer staanden weg, is door de betrokkenen wel willend ontvangen. Voor zoover dit mogelijk was is gevolg gegeven aan het in ons schrij ven gedaan verzoek tot verbetering van het verkeer. Wij constateeren met genoegen deze op vatting van de officieele lichamen en wij hopen dat ook in vervolg nota van onze wenschen zal worden genomen, die toch ten slotte geen ander doel hebben dan het be lang en zoo mogeiyk de welvaart van het Eiland. Aan de Gemeentebesturen is een verzoek gericht om in de Politie-verordening een bepaling op te nemen, waarbij het verboden is langs wegen of straten of op plaatsen door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen, heggen, heiningen en of schuttingen te hebben van een hoogere hoogte dan 1.25 M. Een dergelijke verbodsbepaling zal zeer ten goede komen aan het veilig verkeer op den weg. Met Zyne Excell. den heer Minister van Waterstaat is gecorrespondeerd over den telefoon- en telegraafdienst. Door_ons is gevraagd: a. een streeknet voor het geheeleeiland» b. de mogelijkheid van aansluiting na de sluitingsuren op het Eiland met Rot terdam c. in iedere gemeente gelegenheid dat de aangeslotenen buiten de gemeente woonachtig in verbinding staan met het dorp, voor veearts, dokter, politie, brandweer of anderszins d. een betere regeling van den Zondags dienst. Door ons is voorgesteld: een automatisch telefoonsysteem, met aansluiting van na de sluitingsuren van de kantoren op Flakkee, op Rotterdam. Veel is niet bereikt kunnen worden. Ver moedelijk zal ons verzoek tot uiting komen, wanneer het in herziening zijnde Rykstele- foonreglement in werking treedt. Als gevolg van ons schrijven aan den Minister mogen wy aannemen dat de wij ziging van de openstellingsuren van de tele foonkantoren op verschillende plaatsen van dit Eiland, daarvan een uitvloeisel is. Aan den Directeur van het Postkantoor te Rotterdam en van het Postkantoor te 's-Gravenhage is geklaagd over de late aan komst van de brieven op het eiland, in Rot terdam respectievelijk in den Haag gepost, b.v. een brief gepost te Rotterdam 10$ uur v.m. vertrekt pas met den tram die om 5 u. 20 uit Rotterdam gaat; een brief gepost om 3 uur komt pas den volgenden dag op het Eiland. De brieven die 's morgens 8 uur van het Eiland gaan en 11.20 in Rotterdam aanko men, worden te Rotterdam niet in de be stelling van 2 uur maar in die van 4 uur opgenomen. een brief gepost in Den Haag 12 uur 's middags komt pas den volgenden morgen in het Eiland. In Rotterdam wordt de stagnatie in hoofd zaak toegeschreven aan het geopend zyn van de brug over de Koningshaven waarmede rekening moet worden gohouden. Tegen het opnemen van de brieven van 8 uur uit Flakkee in de 2de bestelling be staan overwegende bezwaren. Welke bezwa ren worden niet genoemd. Zoowel van den Directeur te Rotterdam als van den Directeur te Den Haag is de verzekering bekomen dat de brieven met de eerste gelegenheid worden doorgezonden. Waar met deze toezegging echter geen ver betering in de verzending is gebracht, heb ben wij de gevoerde correspondentie door gezonden aan het Hoofdbestuur der Poste rijen. Misschien dat daar wel eenig resultaat te bereiken is. Aan de Rott. Tramweg Maatschappy heb ben wij gevraagd de tarieven van reizigers- en goederenvervoer te verlagen op de wyze zooals dit is geschied door de Ned. Spoor wegen. Ons adres, waarvan een afschrift werd gezonden aan Zijne Excell. den Minister van Waterstaat, is mede-onderteekend door alle afdeelingen van de Holl. Maatschappy van Landbouw, door Vereenigingen van Vreem delingen Verkeer Mlddenstandsvereenigingen en zustervereeniginge®, werkende in het tra ject waar de Rott. Tramweg My. haar dien sten uitoefent, alsmede door de Ned. Han- delsreizigersvereeniging en de Ned. R. K. Vereeniging van Handelsreizigers. Het adres 14 October 1927 verzonden, is, na bericht van de goede ontvangst, door den heer Directeur van de R. T. M. d.d. 14 Janu ari 1928 beantwoord met de woorden dat Zyne Excell. de Minister van Waterstaat ons van antwoord zal dienen. Dit antwoord is nog niet binnengekomen. Het verheugt ons zeer dat de Minister van Waterstaat zich deze aangelegenheid heeft aangetrokken. Wij hebben den Minister thans om antwoord gevraagd. Met het Hoofdbestuur van de Holl. Maat schappij van Landbouw en den Flakk. Boe renbond is een vergadering gehouden inzake de oprichting door de Holl. Mij. van Land bouw van een Huishoudschool. Wjj hebben ons, na bespreking, neerge legd bij het streven van de Holl. My. van Landbouw, afsGboon wij van meening zijn dat het doel waarnaar wy streven beter en vlugger zal worden bereikt door de oprich ting van een school voor het geheele Eiland met zoo mogelijk alle leervakken die op een Huishoudschool mogen worden gegeven. Er zijn nu drie huishoudcursussen in het Eiland met zeer beperkte onderwijsvakken. De Statuten van de vereeniging zy'n door H.M. de Koningin goedgekeurd. Omtrent de electriciteitsvoorziening voor Flakkee kunnen wy uit den aard der zaak geen mededeelingen doen. Deze aangelegen heid is thaDS bij Ged. Staten in behandeling. Omtrent de verbinding met Brabant kun nen wij mededeelen dat verschillende auto riteiten in deze zaak belang stellen en te verwachten is dat in den loop van het jaar nadere beslissing genomen zal worden. Verder hebben wy verschillende corres pondentie gevoerd over zaken van meer ondergeschikt belang, maar die toch ook de belangen van de vereeniging raken. U zult ona een opsomming willen bespareu van alle vergaderingen die wij hebben houden en bijgewoond en het aantal brieven en stukken die wij hebben geschreven en verzonden, tot nakoming van het doel der Vereeniging nader omschreven in de goed gekeurde Statuten. Uit hetgeen reeds is gedaan al zyn dan ook onze werken nog niet alle met succes bekroond en hetgeen nog te doen is, blijkt wel dat de vereeniging recht van bestaan heeft. Alles wat wy hooren en zien, de belangen van Flakkee rakende, wordt onderzocht of het tot het doel van de vereeniging behoort en zoonoodig op gepaste wyze ter kennis van belanghebbenden of betrokkenen ge bracht. Wij houden ons aanbevolen voor mede deelingen omtrent misstanden die verbetering behoeven en/of verbeterd kunnen worden. De Secretarie Va* PAASSCHEN. De voorzitter dankte daarna de autobe zitters die als verkeersinspectie reeds hebben gereden, en stelde voor, alhier een lezing te laten houden over de verkeersregelen, zooals er onlangs door de radio is gehouden. De Wilde wilde daarmee eerst maar liever wachten tot is uitgemaakt of het Motor- en Ry wielreglement wetskracht bezit ja of neen, want een kantonrechter te Haarlem onthield alle kracht daaraan. Besloten werd dit te zullen onderzoeken en daarna te handelen. De voorzitter bracht hulde aan de raden en Polderbesturen voor de vlugge afwikkelng by de overgave van de wegen aan de pro vincie. Thans zijn we toch de eerste die aan de beurt zullen komen voor reconstructie. Reeds is een vaste opzichter hier gestation- neerd, en komt de ingenieur om de veertien dagen hier op het eiland. Volgens mededee- ling zullen de wegen binnen vier jaren ge reconstrueerd zyn, wat een schitterende ver betering mag heeten. Het bestuur heeft besloten de raden te verzoeken in de politie-verordening op te nemen dat de hagen en schuttingen op de hoeken van de wegen niet hooger mogen zijn dan 1,25 M., dit zal het verkeer zeer ten goede komen. Van Hemert stelde voor reeds thans enkele eigenaars te verzoeken die hagen te kappen of schuttingen te verlagen. Dit zal sneller gaan als men eenige medewerking heeft. Besloten werd over verschillende telefoon- en postbestellings-aangelegenheden nader te Een verbetering van de verbinding met den Brabantschen wal kan tegemoet gezien worden. Verschillende autoriteiten hebben daarvoor hunne belangstelling getoond en men kan daarover dit jaar een antwoord tegemoet zien. Getracht zal worden een verbetering te kry'gen in de lesuren van de kweekschool te Hellevoetsluis, opdat alle gemeenten daarvan kunnen proflteeren. De verkiezing van drie bestuursleden werd aangehouden om eerst een vaste regeling daarvoor vast te stellen. Over de verkeersinspectie gingen stemmen op om dit op meer drukkere tijden te doen. Men was van oordeel dat thans op te veel tijden is gereden dat er weinig verkeer is. Dr. Van Gelder en Soeteman meenden dat het beter was dat in de gemeenten meer op het verkeer werd gelet, daar geschieden meer overtredingen dan op de hoofd verkeerswegen. Rondvraag. Van Hemert verzocht het bestuur de R.T.M. te verzoeken de voorschriften van het perso neel beter te handhaven, opdat voor eiken overweg tijdig wordt geblazen. Dit gebeurt zeer zelden. Soeteman verzocht daarby dan ook te ver zoeken om by Dirksland de wagens niet meer van den oprit het station op te laten loopen op eigen kracht, zooals dit dikwyis geschiedt. Dit is zeer gevaarlijk, vooral als het donker is. Daarna werd een heele boom opgezet over het beheer van de wegen, de een wilde het zoo en de ander zoo verzoeken. Voorzitter zeide dat dit thans alleen aan de provincie was, dus die ook als deskundigen wel zullen weten hoe het beste gehandeld kan worden. Daarna werd de vergadering gesloten. INGEZONDEN MEDEDEELING. Uit de Oude Doos. 1778 - 3/4 Juni - 1928. De westelijke Achterweg te Middelharnis wordt in het dageiyksehe leven door velen nog aangeduid als „de Verbrande Achter weg". Slechts aan weinigen zal het bekend zijn, dat die naam zyn ontstaan dankt aan een hevigen brand, die, nu 150 jaar geleden, en wel in den nacht van 3 op 4 Juni 1778, Middelharnis teisterde. De geschiedenis hiervan is de volgendei In den laten avond van 3 Juni 1778 hield de bewoonster van een der huizen aan den westeiyken Achterweg zich bezig met het bakken van oliebollen. Door onbekende oor zaak sloeg de vlam in de pan en ontstond brand. Aan blusschen viel niet te denken, daar de beide gemeentelyke brandspuiten onbruikbaar bleken. Door den hevigen wind aangewakkerd, greep het vuur fel om zich heen. Wel werd door de omliggende ge- meenten ten spoedigste hulp geboden, doch dit kon niet beletten, dat in korten tijd vier woningen en zeven schuren in de asch wer den gelegd. Groote verslagenheid heerschte, wat te begrjjpelyker is, wanneer men bedenkt, dat in die dagen nog geen brandverzekering be stond die de schade dekte. Brand stond in die dagen veelal geiyk met algeheel ruïnee ring. Groot was de deelneming, die alom be toond werd; in alle gemeenten van het eiland hield men een collecte, uit de opbrengst waarvan een derde van de geleden schade kon worden vergoed. Ook het Gemeentebestuur trad op en nam een zonderling en zeker niet alledaagsch besluit. Op strenge straf werd namelyk ver boden in den vervolge oliebollen langs de huizen te venten of te koop aan te bieden. Biykbaar hoopte men op deze wijze het bak ken van die lekkerny te beperken en daar door brandgevaar te vermindereu. Welk effect dit verbod heeft gehad, meldt de historie niet. Een dichter, wiens naam onbekend ge bleven is, wydde aan den brand een zang, dien ik hieronder volgen laat, in de veronder stelling dat daarvan door verschillende myner oud-ingezetenen nog wel met eenige belang stelling zal worden kennis genomen. R. Mei 1928. U. J. M. Wie is in staat, o Heer, uw deugde op te tellen! Ik sal er hier alleen maar twee ten neder stellen Twee heeriyke deugden, die d'opperMajesteyt Int paraöys wel eer al heeft ten toon gespreyt. Regtvaardig is de Heer in alle syne wegen, Al komt hij ons dan ook met straf gerigten tegen. Dan komt hy ook wel eens in soo een bangen tyt En oeflfent dan de deugt van barmhertigheyt. Wie is het niet bekent hoe klaar dit is Doen Middelharnis door 'tvier was aange- steken, Het alverterend vier, het woedent element, Verslont al waar het maar of by quaamof omtrent; Het dreygden op die tyt om Middelharnas, Het grootste deel daarvan te leggen in den as. Ik schrik, als ik gedenk den tyt van myn ontwaken Ik riep, o Heer, gy weet wat dat ons Gy liep tot onser hulp door water en door vuer. Die weldaat sullen wij gedenken al ons leven, En U dan ook naast God de Eere daarvan geven. Wy wenschen dat de Heer aan U nog sal beloonen. Dat hy die liefde pligt met segen sal beloonen De Heer bewaar voortaan U altemaal voor brant Hy doe U veilig syn hy dek U metsyn hant, En Middelharnas dan verder ook behoede, En die gelede schaad met segen weer vergoede, Hij geeft ons boven dat een hert om op te letten, Om ons vertrouwen nooit op sweerelds goet te setten, Want schatten geit en goet, dat is hier in der tyt, Seer los en onbestendig en enkel ydelheyt. De vlam, de felle vlam, die maakt seer onverwagt De rykste mensch wel eens beroyt in eenen nagt. Gelukkig is de mensch, die 'taartsche niet en agt, Maar die hier namaals eens een beter schat verwagt, Een schat, die van de mot niet word van een gekorven, ■en schat, die door den roest ook niet en word bedorven, Een schat, daar nooyt geen dief tot stelen bij kan komen, Een schat, die door geen brant kan worden weggenomen, Een schat, die niet en is voor een bepaalden tyt, Maar die bestendig is in alle eeuwigheyt. en het gebruiken van een middagmaal is een kwestie van vertrouwen. DOE ZULKS IN HET HUIS WAAR UW VOOROUDERS DIT DEDEN. Wij hoorden op de straat een jammerlyk geschrei Elk riep in desen noot, o Heere staat ons by, Want soo het U behaagt dat desen brant door gaat, Soo moet ik nu voortaan vernagten op de straat. Een nare stem brant, brant vervulden onse ooren Wij moesten tot ons leet met schrik de brantklok hooren; Men hoorden overal een jammerlyk geklag, Het was al vuer en vonken, al wat het oog maar sag. En onder dit gekerm soo kreeg den feilen brant Genoegsaam binnen kort geheel de overhant. O yselyk gesigt, tot schrik van yder een; De lugt, die scheen voor ons als met het vier gemeen, Van verre hoorden wy de sterke binden kraken En met een naar gedruys, bet storten van de daken; Wy hadden tot ons leet twee spuyten wel in naam, Maar beyden waren sy op die tyt onbequaam. Daar was men buyten raat, wy moesten laten branden En loopen na syn huys en roeren daar syn handen, En brengen geit en goet en ander huys- cieraat Aan dyken ende wegen en overal op straat, Of in die weynig huysen, daar het op dat pas Toe scheen als of daar nog aller vyligst was. Het scheen als of het vuer tot straffe was bereyt; De Heer die deet met ons na syn regtveer- digheyt. Maar midden in den toorn gedagt bij ons ten goede. Door barmhertigheyt soo wende hy syn roede, Want juist wanneer de noot wel op het hoogste was; Soo sag de Heer in gunst op Middelharnas. Dank, dank, ja eeuwig dank, voor die behoudenis, Aan Hem die 'tal bestiert en d'Opper oorsaak is; Hij die de winden selfs gebiet na synen wille, Die heeft hy op die tyt bedaart en stille. De buren van rontom, die heeft hij ook bewogen, Die quamen ons te hulp met tranen in de oogen, Met spuyten seer bequaam en alles ongeschonden, Die waren buyten noot beproeft en egt bevonden, De spuyt van Sommelsdyk en die van Dirkslant Van Nieuwe Tong en Stadt, die blusten desen brant. De vlam heeft seven schuren geheel en al verbrant, Vier huysen nog daarby seer tfeerlyk geschonden. Dank, dank, ons goede bueren, gij hebt aan ons verrigt, Een weldaat boven mate. Een groote liefde pligt, Dank, seg ik nog eens, gy quaamt ter regter uer, BOERENYISCHMARKT12, bij de Groote Kerk te ROTTERDAM. (Adv.) Vragen, deze rubriek betreffendekunnen door onze abonnee worden gezonden aan Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde- singel 96a Rotterdam. Postzegel van 7\ cent voor antwoord insluiten en Blad vermelden. Het Gist-Vitamine. Kippetjes die nooit Eitjes zullen leggen. Ik heb nu al uitgelegd dat het gist of B vitamine absoluut noodzakeiyk is voor het leven der dieren. Dit vitamine vindt men evenals de andere veel in jong groenvoer, granen, gist enz. Ook gemalen klaverhooi in Amerika als alfalfa-meel heel veel gebruikt bevat dit vitamine. Er wordt zelfs wel eens aangegeven dat alfalfa gist zou kunnen ver vangen. Verschillende proeven hebben echter uitgewezen, dat dit niet het geval is, en men beter op gist dan op alfalfa kan vertrouwen. Gist in kuikenvoer heeft echter nog andere voordeelen. Om te beginnen bevat gist veel eiwit. De samenstelling van goede gedroogde gist is ongeveer als volgt: eiwitten 46 vet 0.6 zetmeel 36 ruw vezel 0.03 mineralen 8.4 vocht 8.7 De gist-eiwitten zijn zeer goed verteer baar, terwijl de gist geen waardeloozen on verteerbare ballast bevat in den vorm van ruwvezel. De samenstelling der mineralen is ook van veel belang. Deze is ongeveer als volgt Kalium 40 Phosphorzuur 54 Opvallend is dus het hooge gehalte aan phosphorzuur dat een gunstige werking heeft op zenuw- en beenvorming. Verder heeft gist een bitteren smaak, die van de hop, welke by de bierbereiding gebruikt wordt, afkom stig is. Deze bitterstof wekt den eetlust op, wat ook al weer een gunstige factor is. Vandaar dat by vergelijkende proeven bij kuikens met verschillende voedingsstoffen bleek dat gist den groei sterk bevorderde. We weten nu dat dit dus te danken is aan verschillende factoren in de gist. Men heeft ook getracht het vitamine B uit gist in geheel zuiveren toestand te ver kregen. Dit is aan de Nederlandsche dok toren Jansen en Donath in het geneeskundig laboratorium te Weltevreden gelukt. Bij de onderzoekingen en proeven die 9 jaren duur den werden als proefdieren kleine Indische vogeltjes (nonnetjes) gebruikt. Uit 250 K.G. fijne rystzemelen (dedek aloes) werd onge veer 100 m.gr. dus '/io gram 1 vitamine ver kregen, een ontzettend geringe hoeveelheid dus. Van dit kristalfyne poeder was echter 1 gewichtsdeel voldoende om een tekort aan vitamine van 1 millioen gewichtsdeelen machinaal geslepen ry'st te vergoeden. Een halve milligram per dag beschermt een mensch die ongeveer 500 gram ryst per dag eet tegen beri-beri. Hieruit biykt dus wel hoe geweldig sterk minimale hoeveelheden vitaminen zijn. Voor ons pluimvee wordt de gist dus van belang zoodra de dieren niet buiten in de vrije natuur over jong groenvoer kunnen beschikken. En in hoeveel gevallen kunnen ze dit wel? Als men nagaat hoe men in dit gure voorjaar de kuikens zorgvuldig moet beschutten tegen de ongunstige weersinvloe den en dit hoofdzakeiyk binnenshuis gedaan krijgt, dan begrypt men wel dat er al heel gauw vitamine-gebrek kan ontstaan. De eieren waaruit de kuikens gebroed zijn, zijn meestal al vitamine-arm en de natuur geeft in het vroege voorjaar geen gelegen heid tot het voeren van versch jong groen voer. Vandaar dus dat aan te bevelen is zoowel het voer van de fok toornen als van de kuikens vitamine-ryk te maken. Men voert wel als bezwaar aan dat daardoor het voer duur wordt, doch als men zooals ik als het ware in het centrum van alle afwijkingen van de geheele pluimveehoudery in Neder land ziet, dan leert men begrepen, hoe ge weldig veel er nog gezondigd wordt tegen de eenvoudigste regelen der voeding- en huis- vestingsleer en dan komt men er toe om liever het veilige en iets duurdere te kiezen boven het goedkoopere maar onzekere. Voort zetting in het volgende artikel. Dr. te Hennepe. en droge stof in aanraking en! een te sterke slijmafscheidiog, v stralen de rest doen. Anderen I de droge stoffen zoolang in htn gehouden, dat we ze 's morgen! inspectie kunnen afmaken. Voor huis en hof. DB TUINSLAK. Van verschillende streken komen de klachten los over het veelvuldig optreden van slakken en over de aangerichte schade. De vele regens zijn den slakken juist wel kom, want hun leven is in hooge mate af hankelijk van vochtigheid. Onder de verschillende slakkensoorten komt hier te lande de grauwe veldslak wel het meest voor, welke op de rugzijde grauw, soms roodachtig getint, aan de buikzijde bijna wit is. De lengte van dit glibberige weekdier bedraagt ongeveer 5 cM. De slak leeft van planten voedsel en wan neer ze in grooten getale ten tooneele ver- schynen, kunnen ze een geduchte schade in den tuin aanrichten. Vrywel niets is voor hen veilig en naast een groot aantal groenten en vruchten, welke ze aanvreten, maken ze bovendien de rest bijna ongenietbaar, door de wetenschap dat ook deze door de slak zftn bekropen, hetgeen in de meeste gevallen duideiyk blijkt uit de achtergelaten slijm sporen. In vochtige tuinen kunnen ze zooveel schade aanrichten, dat soms meer dan de helft van den oogst hierdoor wordt vernietigd of onbruikbaar gemaakt. De slak is een tweeslachtig dier d.w.z. manneiy'ke en vrouweiyke geslachtsdeelen komen by hetzelfde dier voor. De voortplan ting geschiedt door eieren, soms omgeven door een kalkschaaltje, doch welke in den regel doorschynend en glashelder zyn. Onder gunstige omstandigheden, dus tijdens een vochtigen zomer, kan één een paar honderd eieren leggen, zoodat ze zich zeer snel ver meerderen. Deze eieren worden in hoopjes van 10 a 15 by elkaar gelegd onder gras of mos, doch altijd op een vochtige plaats en goed verborgen. De eieren van de huisjesslak liggen los naast elkaar, terwyi die der naakte slakken meestal als een parelsnoer aan elkaar zijn verbonden. De eerste eieren worden omstreeks begin Augustus gelegd en komen na een 3 a 4 weken uit. Is voldoende voedsel voorhanden, dan groeien de jonge slakjes voorspoedig en snel op en zijn in ongeveer 5 6 weken reeds volwassen. Gedurende den winter kruipt de slak diep in den grond weg en overwintert hier in verstijfden toestand, tot dat de eerste koesterende voorjaarszonne stralen nieuw leven opwekken. De grootste vyand der slakken is een droge goed vriezende winter en een lange periode van droogte in den zomer of voorjaar. Over dag zoeken ze dan beschutting onder steenen of bladeren en verlaten alleen 's nachts hun schuilplaatsen. In zoo'n droge periode gaan veel slakken dood door een te sterke siym- afscheiding. Naast onze dieriyke bondgenooten in onzen stryd tegen de slakken, zooals mollen, spitsr muizen, eenden, kippen, spreeuwen, kraaien, kievitten en vooral kikvorschen en padden, welke een groot aantal slakken naar andere gewesten doen verhuizen, kunnen wij zelf verschillende maatregelen treffen, om paal en perk aan dit euvel te stellen. In de eerste plaats kunnen wy veel slakken wegvangen. Hiervoor kan men gebruikmaken van een of andere tang, waartusschen ze worden doodgedrukt, doch eenvoudiger en gemakkeiyker in dezen is een stok, waarvan het uiteinde voorzien is van een spijker, zoodat ze zeer gemakkelijk en snel worden doodgeprikt. Het spreekt vanzelf, dat wy by voorkeur alleen 's morgens vroeg of 's avonds laat de jacht openen. Dit wegvangen kunnen wy nog bevorderen, door hier en daar schyfjes biet, tuinwortel, zoete appel, pompoen en dergelijke neer te leggen. Dit zijn lekkernijen voor de slakken. Den volgenden morgen vindt men hierbij in den regel een groot aantal slakken vereenigd, welke worden afgemaakt. Treft men toevallig een nest slakkeneieren, dan worden deze eveneens vernietigd. Verder maken we gebruik van verschil lende droge en bijtende stoffen. Om bijv. een bed aardbeien of iets dergeiyks tegen de slakken te beschermen, omringen we het bed met een laagje ongebluschte kalk, keuken zout, roet, dennenaalden, patentkali of andere droge stoffen. Zoodra dan de slak zich naar de planten begeeft, en zich wil verschuilen voor de felle zon, komen ze met dé bytende DE WRAAK DER ZIGfif* (Uit het Duitsch.)! De doedelzakspeler staat m: plein van de herberg, en on krioelt een bonte groep, de jeu] Op een gelijke maat stampen i den grond. De eentonige kolt door overmoedige figuren levendi De knappe, ryke Stero is voc heeft echt zilveren knoopen een schuur, tot aan den nok! gevuld en een paar paarden voc als een baron. Zyn oogen glijden over al de j meisjeskoppen en blyven op rusten onder wier bruine volle zeldzaam fijn rond gezichtje aan de mooie Zlatica behoort dat hy tot gek wordens toe op was en dat hy haar op delaatsl een paar kostbare ringen had aangeboden, doch niemand ha ringen ooit zien dragen. Plotsell tica uit de rijen der dansenden en Stero begaf zich in een slech den herberg, om zyn ergernis in dé te verdrinken. Het was meer aan 2| dan aan hem zelf te danken, hoeve laat in den nac Zacht sluipt er iemand door evenals een dief. Zijn zwarte oogen glinsteren li kleurig gelaat, als die van ee Met één sprong is hij over de luistert in den tuin, die aan Zlat behoort. Reeds nadert zijn geliel Zlata! roept hy verheugd uit, tydig zijn stem dempende. Zij liggen in eikaars armen boerendochter in haar zy den Zon en de armste onder de armen... ner. Op een omgehouwen boom zich neer. De gouden muntstukke halsketting rinkelen. Zij drukt me gebaar tegan hem aan, zooals allee:1 lief kunnen hebben, die onder eer geboren zyn, de kinderen van H Zul je er nooit berouw v Zlata? Nooit, GilkoIk behoor by jc Stero meer geld, ik hou niet van h alleen van jou. Maar vandaag heb je meth kenIk stond achter den grooten w en heb je gadegeslagen. Je heb gelachen en den armen Gilko ve was kwaad, dat ik achteraf moes toekijken als een hond. Gilko, mijn alles, ik sprak 1 Maar je had moeten hooren wat i spreekt mij in geen veeriien dagen Dat geloof ik, want dan ben; Als je maar geen berouw b Zlata, dat je je eigen thuis moet v in een tent wonen. In den zomer zon, in den winter is het er kouc' maar als een boer geboren! Zy schudde het hoofd. Ik laat graag alles achter, maar heb! In een donkeren, stormachtigen zij van huis weg, naar Gilko. Het wees haar nu en dan den weg. In nertent was feest. De geheele familie hurkte om tafel, at schapenvleesch en dronk den wijn daarbij. In de hoeken ware opeengehoopt, half dronken kinder ten op den grond. Elders hurkte e| neer, om haar kind de borst te Zlata zag dit alles niet. Zij zag sl paar zwarte oogen en al het andere in een nevel. Dof rolde de donder in rosse bliksems doorkliefden de lu| wordt zoo huiverig, bang zelfs in nacht. Ze ging tot aan de enkels door he gloeiende zand in den heeten mia en droeg een zwaren last ruw bewe om den arbeid van haar mans h verkoopen. Dat waren moeilijke dai Zlatica, de hitte, de moeheid, het en dan.het bedelen. Zy kon het ra leeren. Was dat een leven? Een zigeura veracht en bespot te zijnVan ieder: pel verdreven, steeds met wantrou gezien. Wat zag ze er vuil uit. Hoe waren haar kleeren. Die eerst zoo Zlatica. Daar kwam een leege boerenwage haar aan. Zij zag den voerman aaD Stero. Een ruk aan de leidsels en de stonden stil. Goeden dag, Zlatica, zeide hij je in lang niet gezien. Dat zal je niet veel gehinderd Hy antwoordde niet. Na een i Kom, gooi je zwaren last op miji Vooraan kunnen er ook twee zitter Zy wist, zy moest het niet doen, is zoo moe. De houten lepels en nappen en vallen klapperen onder het ryden. G beiden spreekt een woord. Hy ziet haar aan. Zij is zeer vera die verloopen drie maanden dat z zigeuners is. Maar zij is mooier dan had hy haar maar. Je zou het heel anders kunnen

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 2