z VRIJDAG 11 ME ZATERDAG 12 ME MAANDAG 14 ME PUDDING BINNENLAND LOGEEREN „Hotel-Restaurant SIMONS" PIET SIMONS zorgt voor U! Amsterdam, Heerengracht 62. Gemeentelijke Kweekschool voor Onderwi. en Onderwijzeressen te Dordrecht. 2 ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 12 MEI 1928. uit zou groeien, n.l. de z.g. stralengenees? wijze van bepaalde ziekten. De zonnestralen genezen Engelsche ziekte en de levertraan doet dat. Vandaar dat de Amerikanen de levertraan noemden: gebot telde zonneschijn, zonneschijn in een flescbje. Maar er kwam nog veel meer merkwaardigs voor den dag. Zet de patiënten in een mooi, modern hok, laat ze lekkertjes achter het glas in het verwarmde hok van de zonne stralen genieten, terwijl het buiten nog te koud voor ze is en wat zien we? Ze gaan dood, onherroepelijk doodHoe nu, doet dat glas, dat we nu al duizenden jaren kennen, dan ook al schade Ja, het is zoo, ons glas waar we achter geboren en getogen zijn in onze moderne holen-woningen, die we huizen noemen, dat glas .laat wél de lichtstralen door, doch niet de geheimzinnige genees krachtige levertraan-zonnestralen. De kuikens zitten achter hun prachtige glasruiten even miserabel in een Engelsche ziekte-duisternis als de aardappels in den donkeren kelder. Vandaar dat in de moderne kuiken-opfok- huizen het glas niet meer thuis hoort, doch vervangen wordt door doorzichtige g' achtige stoffen, die wel de geneeskrachtige stralen doorlaten. Voorloopig dus de les Laat de kuikens genieten van de zonne stralen, doch hoedt U voor glas. Voer versch, jong groenvoer of vitamirijke grondstoffen Dr. te Hennepe. ten en aardappelen, welke door het bureau zyn aangewezen en welke voldoen aan de minimumeischen, voor elk dier producten, wat betreft kwaliteit, sorteering en verpak king, door het Bureau vastgesteld uit te voeren onder het door het Bureau gedepo neerd merk, „Leeuw met Vlag". Controleurs zijn aangesteld, wier taak het is om bij voortduring na te gaan, dat geen producten onder dat merk worden verzon den, welke niet aan den daarvoor gestelden eisch voldoen. Tot zoover een beknopt over zicht van het ontstaan en werkwijze van het U. C.B. De afzet van Landbouwproducten en het Uitvoer Controle Bureau (U.C.B.) VI. Het U. C. B. dankt zijn ontstaan in de eerste plaats aan het steeds groeiend besef in krin gen van handel en producenten beide, dat, waar in een steeds toenemend aantal maat regelen, hetzij van overheidswege, hetzij door belanghebbenden zelf, worden genomen om de kwaliteit van de door die landen ter markt gebrachte producten te verhoogen, Nederland met het nemen van soortgelijke maatregelen niet achter mag blijven, wil het zich door de concurrentie van die landen niet zien overvleugeld. Gewezen moge hier worden op Engeland, waar een organisatie van producenten met steun van de Regeering een handelsmerk voert op die producten, welke aan zekere minimumeischen, wat betreft kwaliteit, sor teering, verpakking, enz., voldoen. Naast dergelijke overwegingen golden ook andere. Uit vrees dat tegelijk met land- en tuinbouwproducten ook plantenziekten zullen worden ingevoerd (een gezochte stok om den hond te slaan) gaan steeds meer landen er toe over, voorschriften te geven, waaraan de producten, wat hun gezondheidstoestand betreft, moeten voldoen om ten invoer te worden toegelaten. Amerika sloot om die redenen zijn grenzen voor den invoer van groenten, fruit en aard appelen en geeft alleen voor groenten en enkele soorten vruchten uit sommige landen, waaronder ook ons land, invoervergunning, Engeland verbiedt reeds sinds meerdere jaren den invoer van kruisbessen, voor zoover zij niet gedekt zijn door een certificaat, waarin wordt verklaard, dat in die kruisbessen geen Amerikaanschen kruisbessenmeeldauw voor komt. Sinds eenige jaren is daaraan toege voegd een soortgelijke eisch ten aanzien van den invoer van aardappelen. Ook deze moeten vergezeld gaan van een certificaat, aangevende, dat die aardappelen vrij zijn van aardappelwratziekte. Dergelijke maatregelen zfin genomen door o.a. België, Denemarken, Duitschland, Egypte, Finland, Tsjecho-Slo- waklje, Zwitserland, Argentinië en Brazilië, Teneinde zooveel mogelijk te vermijden, dat aan het Buitenland reden wordt gegeven om aan den invoer van onze land- en tuin bouwproducten nog meer moeilijkheden in den weg te leggen, ligt het vooral op den weg der direct belanghebbenden, dat zijn de producenten en exporteurs, om te bevorde ren, dat alleen gezonde waar wordt uitge voerd. Onze producten kunnen, wat kwaliteit aangaat, de vergelijking met die uit andere landen in het algemeen wel doorstaan, Toch komt veelal de goede kwaliteit niet voldoende tot uiting in den prijs, welken de Nederlandsche producten op de Éuitenland- sche markten, in vergelijking met die uit andere landen opbrengen. Om al deze redenen vond men het van groot belang, dat krachtige pogingen werden gedaan om den naam van het Nederlandsche product omhoog te brengen. Deze overtuiging leidde er toe, dat een commissie van drie exporteurs, aangewezen door de Federatie van Vereenigingen van handelaren in fruit, groenten en aardappelen, de Bond van Exporteurs van groenten, fruit en aardappelen in Nederland, de Nederland sche Vereeniging van Groentenexporteurs en de Rotterdamsche Vereeniging van Eruit en Groentenexporteurs en drie producenten, aangewezen door de Groep Veilingsvereeni- gingen uit den Nederlandschen Tuinbouw- raad, tot voorzitter, van welke commissie de Directeur-Generaal van den Landbouw, op hun verzoek, een zijner ambtenaren aan wees, werd gevormd, welke de voorbereiden de werkzaamheden kon verrichten, tot op richting van het U. C. B. met gevolg, dat in April 1924 tot definitieve oprichting werd besloten. Het U. C. B. stelt zich ten doel zyn naam geeft het reeds aan controle uit te oefenen op den uitvoer. Het opent voor Veilingsvereenigingen en voor expor teurs de gelegenheid, zich geheel vrijwillig onder controle te stellen. Wie toegelaten is, heeft het recht, die soorten groenten, vruch- BRAND IN EEN PAPIER MAGAZIJN. TE AMSTERDAM. Dinsdagavond tusschen halfzeven en kwart voor zeven ging de directeur van de N. V. Hollandsche Papier Industrie, de heerE.de Vries, met een vriend kijken naar de onlangs aangebrachte lichtreclame op het nieuwe bouw dier onderneming, gelegen De Ruyter kade 97, naast het Centraal Station. Zij verlieten het kantoor, dat op de eerste ver dieping van het groote pand gelegen is en liepen naar de achterzijde. Op het Stations plein zagen zij plotseling een verdacht ver schijnsel aan den achterkant van het maga zijn. Aanvankelijk dachten zij aan regen, doch spoedig kwam zij tot de onaangename ontdekkiDg, dat het rook was. De brandweer werd gealarmeerd en toen deze kwam met de motorspuiten van de stations De Ruy- terkade en Kattenburg alsmede met den ladderwagen van de hoofdwacht Prinsen gracht, stond het gebouw vol rook. In allerijl gaf de bevelvoerder, daar de situatie zeer gevaarlijk was, een tweede alarm door, waarop onder bevel van den hoofdbrand meester J. M. Hartdorff nog een motorspuit, benevens den manschappenwagen zich naar den brand spoedden. Voor alle handen was aanvankelijk flink werk, zij het dan ook van onaangenamen aard, daar het brandende papier een zeer scherpen rook verspreidde. De brand woedde in een opslagplaats van rollen en pakken papier, gelegen op de tweede verdieping van de achterzijde. De uitgestrekt heid van dit magazijn kan begroot worden op 12 bij 8 meter. Langs het trappenhuis werden drie stralen op de moterspuit uitge legd, terwijl, daar aanvankelijk gevreesd werd, dat het vuur langs de liften en luchtkokers door het dak zou slaan, voor alle zekerheid een slang naar het dak ge voerd werd, waarby de groote ladder werd uitgeschoven tot den top van het hooge massieve gebouw. Gelukkig kon de brigade het met de drie stralen af. Nadat de blussching voltooid was, werd ge constateerd, dat de geheele papiervoorraad in dat magazijn was aangetast: geen rol of pak dat niet door den brand beschadigd was. Ver der bleek, dat bijtijds het doorslaan van het vuur door openstaande luiken en den lift koker gestuut was. Een bewijs dat het vuur fel gewoed heeft werd geleverd door de ver koolde balken van de zoldering. De oorzaak van den brand is niet bekend. Verzekering dekt de schade. Hoe gevaarlek het is, wanneer in zulke ge bouwen na afloop van de werkzaam heden de luiken en de afsluitingen van den liftkoker worden opengelaten, werd hier gedemon? streerd. Wanneer de brand niet spoedig door den directeur ontdekt was, zou hy veel grooter omvang hebben gekregen. Nu bepaalt de schade zich tot het bewuste magazyn en ernstige waterschade, o.a. door het feit, dat een der slangen binnenshuis sprong. PROCURATIE-HOUDER GEARRESTEERD Tevens betrokken bij de oplichting voor 12.500 ROTTERDAM, 8 Mei. Eenigen tijd leden is, naar men weet, aan het licht ge komen, dat de Rotterdamsche bank aan de Boompjes op geraffineerde wijze opgelicht is voor een bedrag van ƒ12.500, door een dame, die voorgaf, dat een der rekeninghoudsters van de bank, mevrouw R. H., dit bedrag had beschikbaar gesteld voor de stichting van eén fonds, dat tot doel had, steun te ver- leenen aan dames uit den gegoeden stand, die in moeilijkheden geraakt waren. De dame noemde zich mej. L. uit Den Haag en als bewijs, dat het gevraagde bedrag kon wor den uitbetaald, toonde zij een brief, welke was onderteekend door den heer R. H., waarin deze toestemming gaf, om de 12.500,— van de rekening van zijn vrouw af te schrij ven. Een der procuratiehouders van de bank, de heer J. v. d. E. B.,stelde de dame daarop het bedrag ter hand, nadat de handteeke- ning op den brief aan de afdeeling „fiat" accoord was bevonden. De politie stelde, zooals vanzelf spreekt, een uitgebreid onderzoek in, dat echter strikt geheim gehouden werd. Naar wij thans vernemen, is de heer v. d. E. B. gearresteerd en op het politiebureau aan de Groote Paauwensteeg in bewaring gesteld. Gebleken is, dat verschillende zijner verklaringen niet met de waarheid overeen kwamen en het vermoeden is gerezen, dat bf het geheele verhaal van de dame gefan taseerd is, öf dat zij een handige medeplich tige van den heer v. d. E. B, is geweest. "Vast staat wel, dat op dien bewusten 2 Maart een dame naar den heer v. d. E. B, gevraagd heeft. Ernstige aanwijzing tegen den heer v. d. E. B. is ook, dat hy korfcna de oplichting een belangryke schuld heeft voldaan, waarby hy met dezelfde copures van bankpapier had betaald als aan de dame waren gegeven. Toen de politie haar onderzoek in deze zaak voortzette, werd bovendien ontdekt, dat de heer v. d. E, B. zich in den loop der jaren aan verduistering heeft schuldig maakt, tot een totaal bedrag van ongeveer 20.000. Verliezen, by speculaties geleden, dekte hij met het geld der bank, hetgeen zeer gemakkelyk kon geschieden, daar hy een vertrouwenspositie bekleedde en hij steeds de beschikking over groote bedragen had. De verduisteringen heeft hij toegegeven, doch de medeplichtigheid aan de oplichting blijft hy hardnekkig ontkennen. Dezer dagen zal hy naar het Huis van Bewaring worden overgebracht. De politie zet haar onderzoek naar de dame nog steeds voort. Tot dusver is men er echter nog niet in geslaagd, haar op te sporen. DE OPLICHTING VAN DE ROTTERDAM SCHE BANKVEREENIGING. De gezochte dame is gevonden. Het is den inspecteur van den justitieelen dienst van het bureau aan de Groote Paauwen steeg, den heer G. Diepenhorst, gelukt de vrouw op te sporen, die betrokken is geweest by de oplichting van de Rotterdamsche Bank- vereeniging voor een bedrag van 12,500, zoogenaamd voor een fonds, ten behoeve van dames uit den gegoeden stand, die buiten haar schuld in financieelen moeilykheden zijn geraakt. Zooals is gemeld, was bekend, dat zy wel uitstekend Nederlandsch sprak, maar toch vermoedelijk van Duitsche origine was. Een onderzoek in Rotterdam leverde geen resul taat op, maar men kreeg een spoor, dat naar Den Haag leidde. Na een uitgebreid onderzoek kreeg men een ernstig vermoeden tegen de 36-jarige W. Lhuisvrouw van A. B. uit Ryswijk. Zij is een Duitsche; haar man is uit Boedapest afkomstig. Gistermid dag is de heer Diepenhorst met den portier van de Rotterdamsche Bankvereeniging naar Rijswijk gegaan. Daar heeft de portier haar onmjddellijk pertinent herkend, waarna men tot arrestatie is overgegaan. Zy is terstond naar hier overgebracht en in het bureau aan de Paauwensteeg opgesloten. Zij ontkent iets met de oplichting te maken te hebben. Wel heeft zij toegegeven verschil lende dagen ook op den Zaterdag, waarop de oplichting is gepleegd in Rotterdam te zijn geweest. Het onderzoek wordt voortgezet. SCHUTTEVAER VOL MOED 1 AMSTERDAM, 9 Mei. Namens den heer Schuttevaer, die thans, gelyk gemeld, met^zijn rank vaartuigje veilig te Plymouth ligt, wordt ons het volgende gemeld: De reddingboot heeft nu al weer bewezen zwaren storm op een ziedende zee te kunnen doorstaan wat zou er van een open boot terecht gekomen zijn, by den duchtigen Z.W. storm, die de „Schüttëvaer" op het Kanaal overviel Dageiyks vertrekken uit de groote zee havens schepen soms met 500 of meer passa giers aan boord. Het blijkt uit Lloyd's statis tieken dat er soms jaarlijks ongeveer vijftig schepen der wereldvloot vergaan. En al schepen hebben nog maar altijd als reddings middel open booten aan boord. De bemanning van de „Schuttevaer"heeft na den hevigen storm in het Engelsch Kanaal éénparig verklaard: „de boot heeft zich schit terend gehouden en levert absoluut geen gevaar op". Tweemaal was het scheepje in een woe dende branding, n.l. voor Eastborne en voor de huizenhooge rotsen van Folkestone. Vei lig werd toch Margate bereikt, 't Was wel een tegenslag, maar zonder anker in het Kanaal en met het tij tegen, heeft een zeil boot niets in te brengen. Dan is alleen de gedachte van alle opvarenden: zorg voor je leven 1 Het is het bootje gelukt de opvaren den behouden binnen te brengen. Reeds heb ben na vroegere proefvaarten deskundigen verklaard: „de uitvinding is voor het red dingswezen ter zee een grooten stap vooruit." Een practisch resultaat is er al verkregen. Na den storm is n.l. van Fransche zijde het systeem „Schuttevaer" aangevraagd. Dit acht de uitvinder nog lang niet voldoende. Hy tracht tebereiken, dat men in de geheele wereld de overtuiging krygt,dat de invoering een groote verbetering beteekent voor het reddingwezen ter zee. Ook al mocht de boot door e6n orkaan overvallen en eventueele mast en tuigage afgeslagen worden, dan nog wordt de be manning niet als verloren beschouwd, 't blyft alleen de vraag, hoe lang het duren zal alvorens de opvarenden opgenomen worden door een passeerend schip. Om nu de deugdelijkheid van zyn systeem ten volle te kunnen aantoonen is Schuttevaer vastbesloten den grooten tocht over den Oceaan eerlang aan te vangen. Zy, die iets meer wenschente hooren van de reddingsmiddelen ter zee, speciaal over de „Schuttevaer", verzuimen niet a.s. Vrijdag avond de radio-lezing te hooren van den heer H. J. Voor vaart. Afstemmen Hilversum 1060 M. van 9.15-9.45. De heer Voorvaart heeft zich steeds geïnteresseerd voor het sys teem „Schuttevaer". DE WIND WAKKERT HET VUUR AAN. De Amsterdamsche en Haagsche spuiten blyven. EMMEN, 9 Mei. In tegenstelling tot de uitgesproken verwachting, is de wind van morgen krachtiger opgestoken. Op tal van plaatsen in het veen is de toestand dan ook weer eenigszins kritiek gew orden. In Emmen- erfscheidenveen staan verschillende turfbul- ten in brand. De beide Amsterdamsche stoomspuiten, alsmede eon der Haagsche spuiten, welke heden zouden vertrekken, INGEZONDEN MEDEDEELING. MET GRATIS GRENADINE SAUS BEN HEERl-IJK NAGERECHT PUDDINGFABRIEKjZ&r-JI~X>1JLi&X.fc. GQONINGEN blyven in verband met het gevaarlijke van den toestand tot onbepaalden datum in Emmen gestationneerd. Burgemeester Bouma van Emmen vertoeft weer op de gevaarlijkste plekken, teneinde persoonlijk het blusschingswerk te leiden. Houdt de wind aan, dan is niet te voorzien dat het vuur voorloopig gebluscht zal worden. WELGESTELD LANDBOUWER VERMOORD. UTRECHT, 9 Mei. Hedennacht te onge£ veer drie uur ontdekte een boer te Blauw kapel, bij de buurtschap Bilthoven, een ver dachten rooden glans in de richting van den Voordorpschedijk. Zijn vermoeden van brand werd weldra bevestigd, toen vlammen zicht baar werden. Spoedig bleek, dat de houten woning van W. Floor, een vyftigjarige wel gesteld landbouwer, in brand stond. De vry- willige brandweer uit de Bilt werd gealar meerd, die vlug ter plaatse verscheen. De burgemeester, de heer Van der Voort van Zyp uit Maartensdyk, die eveneens onmiddellijk aanwezig was, sprak tegen de brandweer zyn veronderstelling uit, dat Floor zich nog wel eens in de woning kon bevinden. Zulks bleek evenwel niet geheel juist. Floor werd n.l. geheel verkoold gevonden in de nabyheid van schuurtje. Een nader onderzoek in de duisternis wees uit, dat naast het lyk van Floor een dubbelloops jachtgeweer lag, be nevens een aan Floor teebehoorend geldkistje, waarvan de inhoud verdwenen was. Zooals gezegd, stond Floor in den omtrek als wel gesteld bekend, zoodat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat misdadigers de hand in dit wreede gebeuren hebben. Tot nog toe heeft men geen opheldering in dit raadselachtig geval kunnen krygen. De justitie is gewaar schuwd. Nader vernemen wij nog, dat de schedel van Floor een ernstige breuk vertoont. Geen vyanden. Zooals het by misdryven, waar geen oog getuigen by zyn geweest, gewoonlijk gaat, speelt daarin overdrijving, fantasie en sug gestie een voorname rol. Zoo ook hier. Er zyn menschen, die, toen zij vernamen, dat er een geweer gevonden was, plotseling duideiyk hadden hooren schieten. Een goedpraatsche, robuste boerin had zelfs op het moment van den knal een vuürzeil waargenomen. Boer Floor had, naar ons hier en daar werd medegedeeld, geen openlyke vyanden. Vrienden had hy niet, behalve dan een ze keren De Brdie op 5 minuten gaans van Floor's houten verbiyf in het land woonde. Die De Br. moet volgens veler bewering eenige uren vóór het gebeuren nog by Floor op bezoek zijn geweest. Wanneer hy weg gegaan is, weet niemand. Hoewel De Br. den laatsten ty din zorgen zat en jegens zijn buren, die in een straal van 100 meter om hem woonden, zeer schuw deed, acht men hem toch niet tot het plegen van een misdrijf in staat, te minder, daar hy in boer Floor, die een mannetjesputter was, geen gemakkeiyke party zou hebben gevonden. Vast staat echter, en dit was ook de meening van de justitie, dat Floor is ver moord. Meteen hard voorwerp, vermoedeiyk een jachtgeweer, is hem de schedel gedeel telijk ingeslagen. Naar alle waarschijnlijk heid werd na den moord de woning in brand gestoken. Van wien het jachtgeweer is, is een raadsel. Floor zelf bezat slechts een buks en volgens onze inlichtingen had De Br. geen vuurwapen in zyn bezit. Men tast dus nog volkomen in het duister. Op de plek van het misdryf staat alleen nog de baksteenen schoorsteen overeind. Daaromheen liggen de laatste ver schroeide en verkoolde resten van wat eens Floor's bezit was. Mistroostig loopt de fox- terrier over de puinhoopen, zoekende Daar zijn meester, die door misdadige handen zoo gruwelijk verminkt en gedood werd. en het gebruiken van een middagmaal is een kwestie van vertrouwen. DOE ZULKS IN HET HUIS WAAR UW VOOROUDERS DIT DEDEN. BOERENVISMARKT 12, bij de Groote Kerk te ROTTERDAM. (Adv) Gemengd Nieuws^ Erfgenamen per radio opgeroepen- De „Westdeutsche Rundfunk" heeft voor eenige dagen een aardige ervaring opgedaan, In den berichtendienst was een bekend making opgenomen betreffende een erfenis, nagelaten door een Duitsch-Amerikaan, ten bedrage van omstreeks 167.000 mark, waar voor de rechthebbenden moesten worden ge zocht. In de week, volgende op de bekend making door den omroeper kwamen bij de „Westdeutsche" niet minder dan 70schrifte- iyke en telefonische aanvragen binnen. De omroep-maatschappij was gedwongen een gecyclostyleerd bericht te laten maken, om dat het beantwoorden van alle aanvragen afzonderlijk te veel tijd gevergd zou hebben. Onder de aanvragers waren de meest uit- eenloopende families vry wel iedereen, wiens naam ook maar eenigszins op dien van den erflater geleek, had zich opgegevenl Zfjn ouders, zusters en broers vermoord. Zevenvoudige misdaad van een „beleedigd" jongmensch. Owen Oberst, een zeventienjarige Ameri- kaansche knaap, heeft de vreeseiykste mis daad bekend, die sinds tyden in de Y.S.is gepleegd. Hy heeft verklaard zyn vader, zyn moeder en zyn vyf broers en zusters te hebben vermoord. Hij had dat gedaan, zei hij, „uit woede omdat vader geweigerd had mij zijn auto te leenen". Toen was hem het bloed naar het hoofd gestegen en was hij zich niet meer meester geweest. In den avond van 20 April j.l. vond men onder de puinhoopen van de boerderij van Oberst by Eldorado in Kansas, de halfver koolde lijken der zeven gezinsleden het geheele gezin op den zoon Owen na. Nauw keurig onderzoek bewees, dat de ongelukki- gen niet bij den brand waren omgekomen. Allen lagen in de keuken op en over eikaar, hetgeen vreemd scheen, en elk had een kogelwonde in het voorhoofd. De overlevende jongen, Owen, was naar de bioscoop gegaan en kwam pas te middernacht weer thuis, toen de brand reeds gebluscht was. Hij werd aangehouden en ten slotte legde hij een ber keiitenis af. Hij vertelde hoe hij eenige uren vóór de ontdekking van de lijken, nl. toen zyn vader hem het gebruik van den auto had geweigerd, het plan had opgevat. Toen zijn vader even was uitgegaan, verzamelde hy zyn broers en zusjes, van wie de oudste 14 en de jongste zes jaar was, nam een geweer en schoot de kleinen achtereenvolgens dood. Daarop was zy'n moeder aan de beurt, die op de schoten toesnelde. En eindeiyk vond de razende zyn vader in den tuin en doodde ook hem. Ver volgens stal hij eenige dollars, die hij in de lade vond, sleurde de ïyken naar de keuken, overgoot ze met benzine, die vobr den auto bestemd was, en stak er den brand in. Daarop ging hij goedsmoeds naar de bioscoop. GESCHENKEN VOOR DE „BREMEN"- VLIEGERS. NEW YORK, 8 Mei. De vliegers van de „Bremen", die Maandag de gasten zijn ge weest van de Duitsch-Amerikaansche Kamer van Koophandel te New York, ontviögen van den voorzitter van deze Kamer elk een gouden horloge. Later begaven de vliegers zich naar het Central Park, waar zij drie luxe-auto's voor zich gereed vonden staan, een geschenk van een gever, die onbekend wenscht te blijven. IN EEN KRAT OVER DEN OCEAAN. Maar een handdruk deed liet plan falen. Johann Phoenig, een jonge Duitscher, die wel een visum voor de V. S. had verkregen maar geen geld voor de reis bezat, heeft voor zijn overtocht van een methode gebruik gemaakt, die vóór hem o.a. door den Lavaiède uit Paul d'Ivoy's boek is gebezigd. Het was zijn plan, over te steken per „Cleveland" van de Hamburg-Amerika-lijn, en wei als „vrachtgoed", n.l. in een krat, die door hem aan een gefingeerd adres te New York was geadresseerd. Een vriend hielp hem door hem in te spijkeren in een groote kist waarin hij dekens, een hangmat, flink wat drinkwater, worst en chocolade had ondergebracht. De krat werd keurig netjes in het ruim van het schip geplaatst. Toen hij echter onderweg aan voedsel- schaarschte begon te lijden, wrikte Phoenig een plank van zyn verbiyf los en ging op zoek naar eten. Bij aankomst te New York, j.l. Zondag, werd de kist in een loods opge slagen in afwachting van het vervoer naar het erop geschreven adres. Doch een douane ambtenaar die langs wandelde, bemerkte dat er een plank los was en stak zijn hand Daar binnen, waarop Phoenig, in een opwelling van onverklaarbare dwaasheid, de hand greep en ze stevig schuddel De ambtenaar trok doodeiy'k geschrokken zy'n hand terug en schreeuwde dat hij door een beest gebeten was vijf minuten later zat het menscheiyke beest weer opgesloten, maar ditmaal in een officieel kantoortje. De scheepvaartmaatschappij is bereid, tegen Phoenig niets te begiDnen met het oog op zijn aardige vondst; doch de immigratie autoriteiten zyn onverbiddelijk, zij willen den berooiden gast niet in het land binnen laten. Hy wordt naar Duitschland terug gebracht. Week-revue. Binnenland. De geesel der veenstreken, de veenbrand, doet zich weer duchtig geiden in de Drent- sche venen. Gedurende den oorlog waren dit bloeiende en welvarende streken en in tegenstelling met andere berichten, welke het tegendeel beweren, moet schry ver dezer rubriek als oud-veenkoloniaal constateeren, dat ook voor den oorlog de toestand in de venen beslist goed was te noemen. De oorlog heeft de economische toestand volkomen ontwricht. Waar de regeering voortdurend hoogere maximum pryzen goedkeurde voor turf, hadden de verveners weinig belang by het houden binnen een redelyke basis wat de loonen betrof. Deze zijn toen buitenge woon opgedreven, wat tot gevolg heeft ge- had, dat na afloop van deze hoogconjuctuur er een zeer zware druk op het loonpeil moest worden uitgeoefend, om de veendery aan de veranderde omstandigheden te kun nen aanpassen. Hierdoor werd het geheele welvaartspeil der bevolking krachtig naar beneden gedrukt en evenals elders bleek ook hier veel sch'ynrykdom te bestaan. De productie was veel te groot en de methode van betalingen by het koopen of huren (een Gompleet afbetalingssysteem) werkt beun- hazery in de hand. Met een zeer gering bedrag kan iemand in de venen als werk gever optreden, daar betaling der huur- en koopprijzen plaats heeft, indien het product verkoopbaar is. Dit heeft tengevolge, dat een deel der minst kapitaal krachtigen bij een minder vlot verkoop der turf direct voor lagere prijzen moeten verkoopen, om hun verplichtingen te voldoen. Ook de pryzen bij verhuringen worden nog steeds veel te hoog opgedreven. De streek zit dus nog eigeniyk midden in de naweeën van den oorlog. Dit economisch proces is met staats steun niet te genezen, tenzij men ieder ge zonde stelregel opzij zet. Met het intreden der malaise heeft ook de uitbreiding der veenbranden haar intrede gedaan en deze is niet altijd aan onvoorzichtigheid te wyten. Jammer dat zoo als alty'd, hiervan onschul- digen de dupe worden. De arme bevolking moet haar weinig hebben en houden heel vaak bij een plotseling optredende brand in den steek laten en verliest in eenige oogen- blikken het weinige wat ze bezitten. Voor de veveners is het opruimen der oude en vaak minderwaardige voorraden geen nadeel en het behoeft dus geenszins te verwonderen, dat er van hun kant weinig of geen mede werking is te verwachten. Zoolang de verzekeringsmaatschappyen de risico's op zich nemen, vinden zij het wel letjes. Ook nu gaan er stemmen op, dat er nu weer kwaadwilligheid in het spel is. Een der gemeenteraadsleden heeft de burge- j meester van Emmen reeds om inlichtingen j hierover gevraagd en aangedrongen op een onderzoek. Een afdoende bewaking hiertegen is practisch onmogelijk en een veenbrand kan alleen door een overvloedigen regen wor den gebluscht. Brandspuiten kunnen hier en daar den bra nimmer in sta indien een feil vreet zich die dagen en zelf vuur geblusch Tweede Kamei van deernis uit offers dezer ra Koningsberger heeft aangeslo aankondigend, zooveel mogely By een bez: zagen wij met lange gez geduchte aderla Ons voetbalel de Zwitsers nie kleuren hebben bijten. Het begi of wy in Zwits Ditmaal is de n het klimaat, do dediging, speci de hoopvolle v> ingeslagen en sers, als aan h Meulen, zy'n laag behoed. Do zijn vijfentwinti bal wedstrijd spe diende huldiging heeft geen der Bij een der g zijn fraudes ont deelingschef, v bouwen reeds J gevangenis. Spe te zijn. In grooten ge boeren opgetrokk te nemen aan he partij. Tienduizen geschat op over bericht van het spreekt van 40.0" Maniu gehoorzaa zelfs eenige dag tegenwoordig te deze moeilijkhede getrokken, bewy heid over het t( geworteld is. De lutie, waarin het het huidige kabin groot deel der de Zy wenscbten op en door groote m treden van Bratia' delievenden weg. gen op krachtige regeeriDg niet teel wenschte voor den krachtig- I Wie zijn leven verzekert en dan bij de Levensve MIJ „Aurora", handelt verstandig en plicht Omdat „Aurora" bekend is als te behoor" de soliede maatschappijen, wier reserve volgens de methode, dus streng, wordt berekend. Gevestigd Directeur J. G. GÖTZ Tot bovengenoemde Kweekschool kunnen op 1 Septe a.s. leerlingen worden toegelaten voor de a ling A, opleidende voor de akte van Onderwijzer(es). Bij aangifte te vermelden in welke klasse plaatsing wordt en over te leggen een extract uit de geboorte-akte der adspiranten en een gen dige verklaring, af te geven door den Directeur van den g telijken geneeskundigen dienst te Dordrecht, waaruit blijkt, lichamelijk geschikt worden geacht voor het geven van on Adspiranten voor de 1ste klasse moeten op 1 Augustu den 14-jarigen leeftijd hebben bereikt. Aanmelding vóór 1 Juni 1928. De Directeur, P. M, VAN LEEUW

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 2