mm
-;'ï
IAMES4»
SALAMANDER.!.
tamoj
WOENSDAG
18 APRIL 1928
e. werner
DWAALLICHTEN.
blijft
aarom
rzaam
buwen
behoort
jhoen
as
hze pillen en druppels ter rege-
bloedsomloop, door H.H. Doc-
nbevolen, beslist onschadelijk
gezondheid. Alleen btf ons
es verzekerd.
ons boekje met talrijke af-
igen met duidelijke en vol-
inlichtingen in blanco ge-
Couverl met 25 cents insluiten
;gels.
U voor misleiding
teleurstelling.
Rn zaken waar U zeker van
vakkundig en succesvol
te worden, en niet doormln-
irdlge namaak op delange
:schoven te worden. Wij zijn
s bekend het soliedste
[,et daar vooral op.
jistraat 43, Rotterdam
atls Inlichtingen of prljscounnt.
intsoRrfS
t
Prijs per kwartaal f 1,—
Losse nummers 0,07s
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, élke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
10E JAARGANG. - N°. 47
Verslag van de vergadering van
den Raad der gemeente Middelharnis
op Yrüdag 13 April des namiddags
half drie uur.
Voorzitter: Burgemeester Den Hollander.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opende de vergadering met
gebed, waarna de notulen der vorige ver
gadering werden voorgelezen en onveranderd
goedgekeurd.
Ingekomen stukken:
Procesverbaal van de kasopname b\j den
gemeente-ontvanger, waaruit bleek dat op
25 Maart j.l. een bedrag in kas was van
6613,97, overeenkomstig boeken en be
scheiden.
Het verslag over 1927 van de commissie
tot wering van schoolverzuim.
Idem van de Gezondheidscommissie.
De Goedkeuring van Ged; Staten over ge
nomen raadsbesluiten.
Een verzoek van H. Dubbeld en Van der
Ham om ontheffing van den aanslag in de
Hondenbelasting.
B. en W. stelden voor op deze verzoeken
afwjjzend te beschikken, omdat de verorde
ning zulks niet toeliet.
Een verzoek van den heer J. van Hulst
om in aanmerking te komen voor de leve
ringen van gereedschappenen ijzerwaren aan
de Gemeente.
B. en W. zeiden toe met dit verzoek t. z. t.
rekening te zullen houden.
2. Verzoeken om grond in erfpacht te ver
krijgen.
Een verzoek van C. Boeter werd toege
staan, voor een perceel nabij het terrein van
de gasfabriek.
Een verzoek van de gasfabriek werd aan
gehouden.
Koese meende dat de gasfabriek, indien er
eventueel electrisch licht komt, dien grond
voor uitbreiding niet meer noodig zal hebben.
Struik meende dat die grond beter benut
kan worden voor woningbouw, de gasfabriek
heeft nu al reeds dikwijls grond ongebruikt
liggen en waarvoor zullen we dan nu eens
een groot stuk geven, in aanmerking geno
men de plannen van electriflcatie.
Bovendien drukt de erfpacht van dat stuk
grond, althans het verlies dat ontstaat door
verhuur voor lageren prijs, ook weer op de
belastingbetalers.
Van der Meide was van dezelfde gevoelens
als Struik en Koese. Hij meende dat de
electriflcatie verdere uitbreiding overbodig
zou maken en derhalve niet noodig achtte
nu circa 1 H.A. grond aan de gasfabriek af
te staan. Die grond is destijds met voorop
gezet doel gekocht voor volkshuisvesting en
nu dien grond onbebouwd laten is niet con
sequent. Bovendien indien er eens tot ver
nieuwing van een gasfabriek zou moeten
worden overgegaan, zou ik nimmer m^n
stem geven pm die daar te bouwen, midden
in de gemeente. De fabriek werkt nu reeds
oneconomisch, door dat eerst de kolen uit
de haven, door de fabriek over den dijk
moeten worden gebracht, daarvan daan weer
naar de fabriek en de cokes gaat weer den
zelfden weg op. Dat transport kost aan de
fabriek te veel en mede uit dat oogpunt zou
het onpractisch zyn als daar weer een nieuwe
fabriek werd gebouwd.
Voorzitter zeide dat de praktik aangeeft
dat bij electriflcatie het gasverbruik hoege
naamd niet achteruit gaat op den duur, daar
dan Jdoor de gasfabriek getracht wordt het
FEUILLETON.
VERTALING VAN HERMINA.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
verbruik op peil te houden door propaganda
te maken voor gaskachels en dergelijke.
Jammer zou het echter zyn, indien de
raad de fabriek de gelegenheid ontnam tot
uitbreiding over te gaan, wegens grondge
brek. Dit is een zeer veel voorkomend geval,
wat zeer schadelijk kan gaan werken. Nu
hebben we zelf de gelegenheid nog in handen.
Van der Slik meende dat de gasdirecteur
den raad een weinig wil misleiden en stelde
voor die verzoeken alsnog aan te houden,,
opdat elk lid zich nog eens persoonlijk kan
gaan oriënteeren.
Struik zeide daartoe geen reden te weten
en wilde maar afdoen, en alles wel steeds
blijven aanhouden.
Koote bepleitte het voorstel van B. en W.,
z.i.z. mag de raad de fabriek geen stagnatie
bezorgen in haar omvang.
Daarna werd het voorstel van Van der Slik
met 7 tegen 4 stemmen aangenomen.
Een verzoek was ingekomen om grond
van A. Krijgsman voor die strook gelegen
achter de R. K. Begraafplaats, waar thans
die varkenshokken nog staan.
Voorzitter zeide dat dit geen bouwterrein
is. B. en W. stelden voor om de bewoners
van de Chr. de Vrieslaan, achter wiens ter
rein dit stuk ligt, de voorkeur daarvoor te
geven, zooals dat ook is geschied bi) Van
Gent en Blokland. Dan geschiedt er minder
versnippering.
Besloten werd eerst met de betrokken
menschen te spreken. Er zijn er nog die het
liever niet hebben.
Van der Slik, waarom die varkenshokken,
alhoewel daartoe reeds in Nov. besloten is,
nog niet zijn opgeruimd. Voor Februari had
den die toch weg moeten zijn, volgens de
opzegging.
B. en W. meenen, zei de Voorzitter, daartoe
geen geweld te moeten nemen. Die menschen
zijn allen aangezegd dat zij hun schuurtjes
moeten opruimen, doch hebben aan dat be
vel weinig gevolg gegeven.
Van der Slik meende, gezien het besluit
genomen is dit ook tot uitvoering moet ge
bracht worden.
Voorzitter zeide dat men telkens hem be
weerde dat ze bezig waren een plaatsje te
krijgen, doch dat zulks blikbaar niet gemak
kelijk gaat, en durft U de verantwoordelijk
heid op te nemen die schuurtjes voor
hun rekening te laten afbreken. B. en W.
meenen daartoe geen wettelijke bevoegdheid
te hebben. Wenscht de raad het echter en
durft bij de gevolgen daarvan te dragen en
zullen wij zorg dragen dat ze ten koste van
alles zullen verwijderd worden.
B. en W. zagen die zaak liever langs den
gemoedelijken weg opgelost, laat het wat
lang duren, maar dan is het toch beter dan'
met geweld. Wel zouden we een advies
kunnen vragen hoever onze bevoegdheid
strekt.
Van der Meide zeide niet te begrijpen dat
deze mededeeling niet door den Voorzitter
ter tafel is gebracht toen het besluit ge
nomen is.
Voorzitter zeide dat hij veronderstelde dat
ze wel opgeruimd geweest zouden zijn.
Van der Slik voelde voor de opruiming
beslist binnen drie maanden te laten ge
schieden.
Voorzitter: Ten koste van alles?
Struik, daar werk ik niet aan mee.
De termijn van opruiming werd daarna
gesteld op 6 maanden. Na zes maanden zal
het terrein dus ontruimd moeten zijn of de
gemeente zal dit laten geschieden.
Het verzoek van Van Paasscben om het
stukje grond achter de woning van den heer
Van der Plaat werd aangehouden.
Doornbos zeide dat dit stukje grond on
geveer 126 M2 groot is, dat het op het breedste
12 M. is en op een punt uitloopt, zoodat
dit voor bouwgrond ongeschikt is, mogelijk
ook nog voor tuin.
Voorzitter zeide dat inwilliging nu nog
weinig zin heeft, omdat het nog verhuurd
is en men beter den weg eens geprojecteerd
kan zien.
Een verzoek van Zuster Verburg en C.
Boeter Jzn. om het stukje grond gelegen
tusschen de woning van Dr. Knöps en A.
P. van Dorsser.
B. en W. meenen, nu er eenmaal over
gegaan kan worden tot het uitgeven in
erfpacht, Zuster Verburg er eigenlijk, uit
hoofde van gebruik, die eerst komt, er
eerst recht op heeft. Destijds heeft Zuster
Verburg het in erfpacht willen hebben, doch
is toen geweigerd om uitgang te houden
voor dien grond daarnaast gelegen, nu die
grond een bestemming heeft is daartoe thans
geen reden meer, en stellen daarom voor
die grond aan Zuster Verburg te verstrekken.
Struik meende dat B. en W. een [zekere
voorliefde schjjnen te hebben voor Zuster
Verburg Deze vraagt het voor tuin met in
uitzicht een eventueele verbouwing. Spreker
zeide zoo het idee gekregen te hebben dat
aan Zuster Verburg, telkenB als er een ver
zoek voor die grond is, gewaarschuwd wordt,
maak dat je er bjj komt. Van die verbou
wing zal echter wel nimmer komen en ge
zien Boeter direct na dat de grond zyn
eigendom is gaat bouwen, stelde hg voor
den grond aan laatst genoemden aanvrager
af te staan.
Voorzitter: Zou er tegenover Zuster Ver
burg geen antipatie bestaan by enkele
raadsleden.
Struik zeide er wel voor te zoadat Zuster
Verburg dien grond kreeg, als zy het vroeg
voor bouwterrein.
Van der Meide vond dat Boeter er het
meeste recht op had, omdat die dadeiyk
gaat bouwen. Men moet den grond productief
maken voor woningen en niet voor tuintjes.
Struik kon zich nog wel met het voorstel
vereenigen, onder voorwaarde dat Zuster
Verburg ook binnen het jaar verbouwt.
Voorzitter: Kunnen we dien termen niet
op drie jaar stellen?
Struik: Waarom moeten we Zuster Ver
burg drie jaar den tyd geven terwijl alle
inwoners verplicht worden binnen een jaar
een aanvaüg te maken met bouwen op straffe
van 1000,— boete. Die bevoorrechting kan
ik niet goedkeuren.
Het voorstel van B. en W. werd daarna
met 6 tegen 5 stemmen verworpen.
Daarna werd besloten om tegen 1 Januari
de huur aan Zuster Verburg op te zeggen,
alsdan zal het terrein ontruimd moeten zyn.
Een verzoek van B. Viskil en M. Langbroek
voor grond, gelegen naast den proeftuin werd
ingewilligd. De erfpacht zal ook daar 10 cent
per Ma. bedragen. De teekening werd goed
gekeurd. De rooiljjn werd vastgesteld op de
reeds aangenomen rooiiyn by de andere
woningen.
4. Het adres van Van Zetten over erf-
pacbtsgrond werd aangehouden om eerstin
geheime vergadering te worden behandeld.
5. De Hoogste inscbryvers voor het land,
pas gekocht van Boeter en Doornbos, waren
de heeren D. Peeman voor 66 en Doornbos
voor 43 cent per roede. Het totaal der pacht
per jaar bedraagt 354,18.
De Gemeente-begrooting dienst 1927 wordt
met een kleine overschryving gewyzigd.
7. Adres R.K. Armbestuur over koop grond
aan de Hoflaan.
Voorzitter deelde mede dat biykens den
brief gevraagd wordt een kooppry's van ƒ2,—
per Ma. B. en W. stellen echter voor niet
meer dan 1,75 te geven wat nog iets hoo-
ger is als voor het andere land.
Over de pryzen, ook die betaald voor het
reeds gekochte) werd lang gedelebireerd,
doch ten slotte werd besloten niet meer dan
1,75 te geven.
Van G. van der Koogh was een schryven
ingekomen waarin deze mededeelde dat de
hem geboden prijs geaccepteerd wordt mits
vóór 1 Mei overgeboekt, en deze kosten voor
rekening van de gemeente komen.
Besloten wordt dit ten spoedigste te rege
len.
8. Vaststelling opcenten R. I. Belasting.
B. en W. stellen voor in verband met de
verlaging door het ry'k, ten einde toch aan
dezelfde opbrengst te biyven deze te ver-
hoogen van 100 op 125 opcenten.
Struik vroeg of die verhooging wel noodig
was, nu tegenwoordig nog al eens meeval
lertjes komen.
Voorzitter meende dat men het nu nog
noodig had, op een volgend jaar zou men
misschien tot verlaging kunnen overgaan.
Daarna werd het voorstel van B. en W.
aangenomen met 7 tegen 4 stemmen, die
van Slis, van der Meide, Struik en Koese.
Besloten werd het heffingspercentage even
als vorig jaar vast te stellen op 2$.
Besloten werd het stukje grond van Bever
sluis te huren voor de motorspuit ingeval
van brand, voor den prys van 26,per
jaar.
De rekening-courant overeenkomst werd
goedgekeurd.
Het wegenplan achter de begraafplaats
werd op voorstel van B. en W. gewjjzigd.
Thans zal een weg aangelegd worden vlak
achter de begraafplaats, rechtstreeks op het
tramstation aan.
Het Kohier van de hondenbelasting werd
vastgesteld.
De uitslag aanbesteding Kaaimuur werd
aangehouden, evenals het aangaan tot een
geldleening, om eerst in gesloten zitting te
behandelen.
Rondvraag.
De Voorzitter deelde eerst nog mede, dat
er van het Hoofd der U.L.O. school eerst
dezen morgen een schryven was ingekomen
dat er uitgezien zal moeten wórden naar
schoolruimte, daar er voor de derde klas die
met Mei begint, plaatsgebrek is.
B. en W. vragen machtiging uit te zien
naar een tijdelijk lokaal om daarin een der
lagere klassen van de gewone school in onder
te brengen, zoodat de U. L. O. klassen by een
biyven.
Slis vroeg, of het niet mogelijk zou zyn
huizen van de hoofden der scholen om
te bouwen voor U.L.O. School, de hoofden
vinden de huizen te groot en zouden gaarne
een kleiner huis hebben.
Van der Meide stelde voor om drie lokalen
op de bestaande school te bouwen dan is
men geiyk klaar met de zevende leerjaren
561
Mijnheer van Walmoden had op de audiëntie,
die hij terstond na zijne aankomst bij den hertog
had gehad, blijkbaar gewichtige zaken ter sprake
gebracht, en thans werd een hooggeplaatst Prui
sisch officier verwacht, die met de overbrenging
van een bijzondere tijding aan zijne Hoogheid be
last was. Ongetwijfeld waren er groote militaire
veranderingen op til en de overste Hartmut van
Falkenried zou binnen weinige dagen in de resi
dentie aankomen.
Hartmut had het blad uit de hand laten vallen,
alsof 't eensklaps gloeiend ijzer was geworden.
Zijn vader kwam hierheen en hoorde dan zeker
alles door Walmoden moest alles wel hooren!
Een ontmoeting was daardoor, niet alleen moge
lijk, maar zelfs zeer waarschijnlijk geworden l
„Als gij je een grootsche, prachtige toekomst
hebt veroverd, kom hem dan weer onder de oogen
en vraag hem, of hij 't ook dén nog waagt je te
verachten 1" had Zalika haar zoon toegefluisterd,
toen hij zich tegen de vlucht, tegen het verbreken
van zijn eerewoord verzette. Nu was het begin tot
die toekomst gemaakt. De naam Rojanow was
reeds door dichterroem omlauwerd en hiermede
tevens het gansche verleden uitgewischt dit
zou en moest 't zijn Deze overtuiging sprak uit
den blik, dien Hartmut den vorigen dag zoo zege
vierend naar de loge van den gezant had opge
zonden. Maar thans, nu 't er op aankwam de oogen
van zijn vader te ontmoeten, nu sidderde de ver
metele toch die oogen waren de eenigen, die hij
op de geheele wereld vreesde.
Hij had half en half besloten, naar Rodeck te
gaan en niet eer terug te keeren dan nadat hij doOT
de couranten vernam, dat die „hooggeplaatste
officier" weer vertrokken was. En toch weerhield
hem iets een heimelijk, maar brandend ver
langen. Misschien was juist thans, nu hij als dich
ter naam begon te maken, het uur der verzoening
gekomen, misschien zag Falkenried in, dat zulk
een talent de vrijheid en het leven behoefde om
zich te ontwikkelen en vergaf hij hem dien onge-
lukkigen jongensstreek, die hem van zijn stand
punt beschouwd zeker diep en zwaar had getroffen,
't Was toch immers zijn kind, zijn eenige zoon,
dien hij destijds op dien laatsten avond op Burgs-
dorg met zulk een innige teederheid in de armen
had gesloten. In Hartmut's binnenste nam het
verlangen al meer en meer toe naar die armen,
naar zijn geboortegrond, die hem dan ook weer zou
mogen toebehooren, naar zijn geheele, ondanks
allen uitwendigen dwang toch zoo gelukkige en
onschuldige jeugd.
Nu werd de deur geopend en trad de knecht
binnen met een kaartje, dat hij hem wilde over
handigen; maar Rojanow maakte een ongeduldig
en afwerend gebaar.
„Ik heb je immers gezegd, dat ik vandaag nie
mand meer wil spreken en niet gestoord wil wor*
INGEZONDEN MEDEDEELING.
voor beide scholen.
Besloten -werd begrooting te laten maken
van de verbouwing der huizen, het bouwen
van drie lokalen op de bestaande school en
den bouw van drie nieuwe lokalen, teneinde
te zien, wat het voordeeligst was.
Koote zeide, dat de bouw van een Chr.
school toch nu nog niet zoo heel onvoordeelig
was geweest, was er een Chr. school, dan
zou deze verbouwing niet noodig zijn, desty ds
toen men schetterde dat Middelharnis ge
doemd zou zyn onder een enormen schulden
last, heb ik reeds gezegd, dat zulks in de
toekomst niet zoo erg zou zyn en nu zal het
er ook toe komen. Het is eigeniyk een schan
daal dat hier geen Byz. school is.
Yan der Meide vroeg, waarom nu zoo laat
aandacht aan dit feit is geschonken, reeds in
bet najaar heb ik gewezen op den toestand die
nu te gebeuren staat met het onderwys.
Voorzitter zeide, dat zulks is gebeurd in
overleg met het hoofd, omdat men niet weet
hoeveel nieuwe leerlingen er zouden komen.
Van der Meide meende dat aan de besluiten
van den raad zoo weinig uitvoering wordt
gegeven. In Nov. is reeds besloten, die huizen
naast het gemeentehuis af te breken. Thans
zyn we een halfjaar verder en ze staan er nog.
Voorzitter: Toen is besloten de huizen af
te breken, ze niet meer opnieuw te verhuren
en indien ze ledig zyn tot afbreken over te
gaan. Twee huizen worden nog bewoond,
dus kan het afbreken nog niet geschieden.
De Raadsleden nemen wel besluiten, doch
zonder deze eens van den practischen kant
te bekyken. B. en W. staan dan voor uit-
voeringsmoeiiykheden. Men kan die men
schen toch niet het dak van boven het hoofd
afbreken.
Van der Meide stelde voor, dan het voorste
deel te sloopen, dan is er een begin.
Struik gaf ook biyk van ontevredenheid.
Men moet steeds maar weer terug komen
op genomen raadsbesluiten om iets uitge
voerd te krygen.
Besloten 1 Nov. onverwyid tot sloopen
over te gaan.
Van der Meide vroeg, hoe het nu met de
bestrating vanjden Ring en het Zandpad stond.
Voorzitter: Wy hebben gewacht op de
plannen voor de electriflcatie, want dan
moeten de straten soms weer worden op
gebroken, indien dat doorgaat.
Van der Meide kwam weer eens met de
rioleering der Nieuwstraat ter tafel en vroeg
wanneer die plannen nu tot uitvoering kwa
men, omdat het daar een absoluut onhoud-
baren toestand is.
Dit laatste was voorzitter met hem eens,
echter zyn nog niet alle bewoners te bewegen
aan te sluiten en wachten ook deze werken
op de electriciteitsplannen.
Van der Meide zou toch in deze vergade
ring uitgemaakt willen zien of tot uitvoering
moet worden overgegaan ja of neen. Dat kan
niet wachten en stelde daarom vooronmid-
den."
„Ik heb dien heer ook belet gegeven," antwoord
de de bediende, „maar hij verzocht mij mijnheer
Rojanow dan maar even zijn naam te noemen
Willibald van Eschenhagen."
Hartmut sprong eensklaps uit zijn liggende
houding op. Hij meende den man niet goed ver
staan te hebben.
„Hoe heet hij zegt ge?"
„Van Eschenhagen. Hier is zijn kaartje."
„O laat hem binnenkomen! Dadelijk!"
De knecht ging heen en het volgend oogenblik
trad Willibald binnen, maar bleef aarzelend en
onzeker bij de deur staan. Hartmut was opge
sprongen en zag hem aan; ja, dat waren nog de
bekende wezenstrekken, dat goede, oude gelaat,
de eerlijke blauwe oogen van den vriend zijner
jeugd, en met den hartstochtelijken uitroep:
„Willy! zijt gij daar! Komt gij bij mij!" wierp hij
zich onstuimig aan zijn borst.
De jonge majoraatsheer, die niet kon vermoeden,
hoe wonderlijk zijne komst juist in deze oogen-
blikken met die oude herinneringen en droomen
uit het verleden van zijn vroegeren vriend samen
trof, was min of meer onthutst over deze ontvangst.
Hij herinnerde zich, hoe Hartmut hem altijd uit
de hoogte behandelde en hem zijne verstandelijke
meerderheid bij elke gelegenheid had laten ge
voelen; maar in plaats dat de dichter van „Ari-
vana", die den vorigen dag zoo toegejuicht en ge
vierd was, nog veel trotscher en verwaander zou
zijn geworden, zooals hij zich stellig had voorge
steld, ontving deze hem nu met de grootste harte
lijkheid.
„Doet mijn komst je genoegen. Hartmut?"
vroeg Willibald, nog altijd eenigszins weifelend.
„Ik vreesde eigenlijk, dat ik je niet welkom zou
zijn."
„Niet welkom ais ik je na tien lange jaren
terugzie!" riep Hartmut verwijtend, en nu liet
hij zijn vriend naast zich plaats nemen, en begon
te vragen en te vertellen en was zóo hartelijk en
belangstellend, dat Willy's beschroomdheid voor
goed week en hij ook allengs weer in den ouden
vertrouwelijken toon verviel. Hij deelde zijn vriend,
mede, dat hij sedert drie dagen in de stad en op
weg naar Furstenstein was.
„Ja juist, ge zijt geëngageerd!" viel Rojanow in.
„Ik hoorde al op Rodeck, wie de schoonzoon van
den opperhoutvester zou worden en heb freule van
Schönau al eens gezien. Hartelijk geluk, hoor!"
Willibald nam deze gelukwensch met een wonder
lijke uitdrukking op het gelaat in ontvangst en
zag vóór zich, terwijl hij halfluid antwoordde:
„Ja eigenlijk heeft mama dit zoo bestierd."
„Dat kan ik begrijpen!" zeide Hartmut lachend.
„Maar gij hebt toch zeker uit eigen beweging ja
gezegd?"
Willy antwoordde niet. Met de grootste belang
stelling beschouwde hij het tapijt op den grond en
vroeg op eens zonder verdere inleiding:
„Hartmut hoe vangt gij 't toch aan om verzen
te maken?"
„Hoe ik dan aanvang?" 't Kostte Rojanow
moeite een glimlach te onderdrukken. „Dat's niet
gemakkelijk uit te leggen, en ik geloof niet, dat ik
je daarvan een voldoende verklaring zal kunnen
geven."
„Ja, men voelt zich al heel wonderlijk, als men
zoo wil dichten," stemde de jonge majoraatsheer
met een droevig hoofdschudden toe. „Ik heb dat
ook ondervonden, gister avond, toen ik uit de
komedie kwam."
„Hoe? Hebt gij gedicht?"
„Ja, waarom niet?" zeide Willy met niet weinig
zelfgevoel. „Maar ik kan alleen de rijmwoorden
niet vinden," liet hij er eenigszins neerslachtig op
volgen, „en 't klinkt dan ook heel anders dan uw
verzen. Eigenlijk ging 't nog niet heel goed, en
nu wilde ik je eens vragen, hoe gij die zaak aan
pakt. 't Behoeft nu niet zoo iets groots en roman
tisch te worden als je „Arivana" alleen maar
zoo'n versje, weet ge!"
„Natuurlijk aan héar," viel Hartmut in.
„Ja, aan „haar", stemde de jonge landheer met
een diepen zucht toe. Maar nu kon de ander zich
niet weerhouden in lachen uit te barsten.
„Ge zijt een modelzoon, Willy! Dét moet ge
zegd worden! 't Kan soms gebeuren, dat men zich
op vaderlijk of moederlijk bevel verlooft, maar gij
verlleft nog plichtschuldig op het meisje, datje
van hoogerhand is toebedeeld, en maakt zelfs
verzen op haar!"
„ja, maar 't is niet de rechte!" riep Willibald
plotseling op zulk een wanhopigen toon, dat Roja
now hem onthutst aanzag. Hij dacht wezenlijk,
dat zijn vriend niet wei bij het hoofd was, en deze
scheen zelf te begrijpen, dat hij een vrij wonder
lijken indruk maakte. Hij begon de zaak dus nader
toe te lichten, maar met zooveel horten en stooten
en leemten, dat zij daardoor tiog veel ingewikkelder
scheen.
Wordt vervolgd.