SCHOONMAAK
HG van hat Voorjaanoen
ÈLHOUWER
:UIM DIT NIET
LSDIJK TEL. 243
is HIJS
Adrerteert in „Qnze Eilanden"
WOENSDAG
28 MAART 1928
Pluimveeteelt.
DWAALLICHTEN.
Schoonmaak
Voor huis en hof.
HEEREN-BAAI PAARS-MERK
van SOchper Vz pond
J$$eén- arti cle kuHzéiiei&f
1928.
is de indruk van onze sorteering
)E ETALAGE
ING 99-100
Wijk
se.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
10E JAARGANG. - N°. 42
Vragen, deze rubriek betreffendekunnen
door onze abonné's worden gezonden aan
Dr. B. J. G. te Hennepe, Diergaarde
singel 96a Rotterdam. Postzegel van
7\ cent voor antwoord insluiten en
Blad vermelden.
De Kuiken-Geesel waart rond in Kuikeniand.
Het is mijn doel myn artikelen voortdu
rend aan te passen aan de tijdsomstandig
heden, teneinde mijn voorlichting zoo doel
treffend mogelijk te doen zijn. Vandaar dat
ik thans mijn serie over voeding tijdelijk
onderbreek om een onderwerp te behandelen
dat op het oogenblik veel dringerder is, nrnl.
de kuikensterfte.
Ik lees 'edere week ongeveer dertig vak
bladen, die mij vanuit alle landen der wereld
toegezonden worden en we kunnen rustig
zeggen dat ze thans allen het noodsein
„kuiken-sterfte" in top hebben. Amerika
jammert, Engeland jammert, Duitschland
jammert, en Oost-West, bij ons thuis is het
ook niet best! Laat mij beginnen met een
voorbeeld uit de practijk.
Vanmorgen ontving ik een brief uit Breda
die ongeveer als volgt luidt: Ik heb bij M.
te B. 100 kuikens gekocht waarvan er 57
gestorven zijn tot heden toe. Ik zend U
eenige der gestorven kuikens (adres Rjjks-
seruminrichting). Wat is de oorzaak? Is de
leverancier aansprakelijk voor het verlies?
Wat moet ik doen met de overige 43 kui
kens. Leveren die gevaar op voor andere
kuikens.
Met dezen brief zitten we midden in het
vraagstuk. Laat mij U vertellen dat ik thans
iederen dag zeker een dertigtal kuikenster
onderzoek ontvang en van de laatste brieven
van één dag 60, het volgende aanhaal. W.
te S. van 100 kuikens 40 ineens dood, H.
te L. 70 dood van de 160, B.teE 150 dood
van 300, B. te O. 170 dood van 335. Onlangs
had ik er een 900 dood in twee dagen van
1000 kuikens. Me dunkt we behoeven ver
der niet te vragen, vanwaar de angst van
alle landen der wereld komt omtrent deze
geesel in kuikeniand.
Voor ik het vergeet wil ik er even na
drukkelijk op wjjzen, dat aan de Rijksserum-
inrichting te Rotterdam gelegenheid bestaat
alle doode kippen of kuikens gratis te laten
onderzoeken. Men krijgt dan verslag van het
onderzoek en advies. Het adres moet luiden:
Rtjksseruminrichting Rotterdam, dus geen
persoonsnaam er bij. Wie dus kuikensterfte
heeft kan al heel gauw en heel gemakke
lijk te weten komen of hij de te beschrijven
ziekte onder zyn dieren heeft en kan maat
regelen nemen.
De ziekte die ik thans bedoel heet officieel
De Witte Diarrhe der kuikens en de naam
van de bacil die haar veroorzaakt en die
iedere pluimveehouder, die haar kent doet
huiveren is Bacterium Pullorum. Vandaar
dat de menschen al meer en meer gaan
spreken van de Pullorum ziekte der kuikens,
wat aan den eenen kant nog zoo gek niet is,
daar b.v. coccidiosis, de bloeddiarrhe een
heel andere ziekte is, doch aan den anderen
kant wel gek is want Pullorum is niets
anders als het geleerde woord voor kuikens
zoodat iemand die erg geleerd over de Pul
lorum ziekte van kuikens redeneert, net zoo
FEUILLETON.
E. WERNER
VERTALING VAN HERMINA.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
goed kan praten over de kuikenziekte van
kuikens.
Het spreekt vanzelf dat ik hier slechts
een oppervlakkige schets kan geven en alleen
de hoofdpunten, die voor de lezers van be
lang zijn, vermeld. Het is verbazend jammer
dat de kennis omtrent deze ziekte nog zoo
gering is onder de menschel en ik erger
me dagelijks half dood, als ik zie dat thans
veel pluimveehouders hun eendagskuikens
van de fokkers of broederijen thuiskrijgen,
vol goeden moed en verwachting en nu aan
het opfokken gaan en binnen enkele dagen
alles zien uitsterven. Vaak kleine liefheb
bers die op deze manier wat hoopten bij te
verdienen en die nu een hoop schade heb
ben. Het is mij een raadsel dat b v. de radio
autoriteiten, die ons volstoppen met muziek
en andere aangename dingen, niet eens langs
den aetherweg de pluimveehouders in ons
land op de hoogte brengen van deze ellen
dige ziekte. Duitschland heeft dat eenige
weken geleden al gedaan en op dit gebied
zou er in Holland ook heol veel nuttig werk
verricht kunnen worden.
Ik heb thans een dikke twintig jaren in de
pluimveevraagstukken gewerkt en gestu
deerd, vroeger voornamelijk in ziekten, thans
in voeding, huisvesting, broeden enz. en ik
moet zeggen, dat ik deze ziekte als de ern
stigste ziekte beschouw van de pluimvee
houderij over de geheele wereld.
Het kuiken van vandaag is de basis van
onze geheele kippenhouderij en als deze basis
ziek is, is de geheele opzet wankel, temeer
daar zooals we straks zullen zien, de ziekte
van het kuiken zich in de kip voortzet.
Het gevaar en de besmetting ligt binnen
in de broedeieren, vandaar dat op heden
sommige loonbroederjjen de ziekte op ge
weldige schaal verspreiden en deze broede
ryen op die manier even gevaarlijk voor de
"ïeele pluimveehouderij zijn, als vroeger
de zuivelfabrieken waren voor de rundvee
varkensstapel door de verspreiding van
met tuberkelbacillen besmette ondermelk.
Wij hebben dat gevaar bezworen en we
zullen binnen enkele jaren ook het gevaar
dat de broederyen opleveren moeten bezwe
ren, anders loopt het mis met de pluimvee
houderij en met de broederyen zelf ook. Het
belang dat beiden hebben by bestrijding is
dus wederzydsch.
Ik zeg vooruit ter geruststelling van
zwaartillende menschen die soms een nacht
merrie mochten krijgen van deze beroerde
ziekte, dat deze bestreden kan worden met
de kennis die w\j vandaag hebben en ook
bestreden zal worden. Er is laatst een zeer
groote commissie benoemd die deze ziekte
bestudeert en haar bestry dingswyze zal aan
geven en binnenkort zal het rapport dezer
commissie gepubliceerd worden en zal de
bestryding meer officieel ter hand genomen
worden, dan tot dusver is geschied.
De oorzaak der ziekte. Voor zoover we
van een oorzaak mogen spreken, kunnen we
zeggen dat de pullorum-bacil de oorzaak is.
Ik wys er echter uitdrukkelijk op dat ik,
hoewel ik bacterialoog ben en den heelen
dag te midden van allerlei gevaarlijke bacte
riën werk, absoluut niet bang voor deze
kleine rakkers ben en dat myn grondstelling
is: „een gezond mensch wordt niet ziek",
Dat klinkt gek, maar ik bedoel er mede, dat,
zoolang het lichaam normaal functioneert,
dit lichaam over verschillende verweermid
delen tegen bacteriën beschikt, zoodat nog
g niet elke bacterie die binnen dringt het
lichaam zoo maar op eens ziek maakt. In
tegendeel, het normale lichaam vernietigt
dagelijks massa's meststoffen, die naar bin
nen gedrongen zy'n en dus: hoe gezonder
het lichaam is, hoe beter bestand tegen ziek
ten. Ik zelf leg dan ook het zwaartepunt bij
de moderne ziektebestryding by het gezond
en sterk maken en houden onzer dieren en
niet in het angstvallig uit den weg gaan
van bacteriën. Als ik dus nu over bacteriën
ga praten, moeten we wel bedenken, dat
sterke, gezonde kuikens heel wat kunnen
verdragen. By gelegenheid zal ik dus uit
moeten leggen hoe we sterker kuikens kun
nen fokken, maar dat zou me nu op het
oogenblik te veel tyd kosten. Dat is niet zoo
gemakkelijk, want onze geheele pluimvee
houderij is kunst en vliegwerk, alles kunst
matig, en als men dan ziet hoe gebrekkig
bijv. verschillende broedmachines en kunst
moeders nu zyn, dan behoeft men niet te
vragen, waarom onze kuikens zwak en ge
voelig zyn, nog afgezien van doelmatige
voeding.
De bacterie dan gelijkt heel veel op een
bacil die bij volwassen kippen een zeer ern
stige ziekte veroorzaakt, n.l. de Klein'sche
Kippenziekte. Feitelijk behoort deze bacterie
ook dicht tot de familie der typhus bacillen
van den mensch, verder worstvergiftigings-
bacillen, varkenspestbaGillen en al dat moois
meer.
Waar komt nu deze bacterie vandaan We
zullen strak3 zien dat we by de kip of bij
het kuiken kunnen beginnen, alnaar keuze.
Ik begin gemaakshalve bij het kuiken.
De regel is meestal: We koopen eendags
kuikens, of broedeieren, die we zelf broeden.
De eerste dagen zyn de kuikens goed ge
zond, op den derden of vierden dag sterft er
eentje en binnen een paar dagen is vrywel
het grootste deel dood. Stel nu voor dat er
eenige kuikens biyven leven. We fokken
deze op, de beesten zyn later prachtig ge
zond. We gaan er het volgend jaar van
fokken en zie daar, de ziekte begint onder
de kuikens opnieuw.
De reden is dat het kuiken dat de ziekte
gehad heeft en schynbaar genezen is, toch
de smetstof in zyn lichaam houdt. Deze
smetstof zet zich vast in den eierstok van
de hen of in de hartspier. Legt nu deze hen
later een ei, dan bevat de dooier de smet
stof en gaan we dit nu uitbroeden dan ont
staat daaruit een besmet kuiken en een be
smet kuiken is in staat een heël broed te
besmetten en te vernietigen. Nu de ziekte-
verschynselen. Zie volgend artikel.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
geeit menige huisvrouw en dienstbode ruwe
en roode werkhanden. Deze worden weder
om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol
51)
Zoo stonden de zaken, toen Herbert van Wal-
moden terugkwam, die hierdoor natuurlijk aller
onaangenaamst werd getroffen. Wel had hij op
een korte, ter loops tot zijne vrouw gerichte vraag
vernomen, dat Rojanow nog op Furstenstein, was,
en dan ook niet gedacht had dat deze plotseling
zou verdwijnen, daar dit te zeer in het oog zou
zijn gevallen. Hij hield zich echter overtuigd,
dat Hartmut ondanks zijne trotsche verklaring,
dat hij niet wilde heengaan, tot betere gedachten
komen en, zoodra vorst Adelsberg Rodeck ver
liet, zich mede verwijderen zou. In elk geval zou hij
't niet durven wagen, zich aan de zijde van den
vorst in de stad te vertoonen, waar men hem met
de bedreigde „opheldering" zijn verblijf onmoge
lijk zou kunnen maken.
Maar de gezant had niet gerekend op den onbuig-
zamen trots van den man, die inderdaad ook hier
een gewaagd spel speelde. Nu, na weinige weken,
trof hij hem aan in een alom geachte positie, in
nauw verkeer met het hof en de beste kringen der
residentie. Als men thans, even voor de opvoering
van een werk, dat de hertog onder zijne bijzon
dere bescherming had genomen en waarmee de
geheele stad vervuld was, met onthullingen om
trent het vroeger leven van den dichter voor den
dag kwam, zou dit in alle kringen een pijnlijken
indruk te weeg brengen en al licht aan slechte
motieven worden toegeschreven. De ervaren diplo
maat begreep terecht, dat de kwade luim, waarin
dit den hertog ongetwijfeld zou brengen, op hem
zelf zou neerkomen, daar hij niet vroeg genoeg,
bij Rojanow's eerste verschijning, verteld had wat
hij van hem wist. Er bleef dus niets anders over
dan voorloopig nog af te wachten en te zwijgen.
Tegenover Willibald mocht hij echter niet zwij
gen, als hij niet een gelijksoortig herkennings-
tooneel wilde uitlokken als indertijd op den Hoch-
berg. De jonge majoraatsheer had zijne bloed
verwanten naar Zuid-Duitschland vergezeld, maar
zou slechts een paar dagen in de residentie blijven
en zich dan naar zijne aanstaande op Furstenstein
begeven, daar de opperhoutvester uitdrukkelijk
had verzocht, dat het het in September zoo plot
seling afgebroken bezoek nu ingehaald zou worden.
„Ge zijt nauwelijks acht dagen hier geweest,"
schreef hij aan zijne schoonzuster, „en nu verzoek
ik mijn aanstaanden schoonzoon eens wat langer
bij mij te zien. Op je dierbaar Burgsdorf zal alles
nu wel weer op streek zijn en in Novèmber valt
er ook niet veel te doen. Stuur Willy dus in elk
geval, wanneer gij al niet gemist kunt worden.
Een weigering wordt niet aangenomen Toni
verwacht haar galant en daarmee is 't uit!"
Mevrouw van Eschenhagen zag in, dat hij gelijk
had, en was ook niet ongeneigd haar Willy te
sturen, daar alleen zij natuurlijk over zijne reis
beschikte. Hij had geen pogingen meer aangewend
om zich tegen de heerschappij zijner moeder te ver
HET AQUARIUM.
"Wy hebben den laatsten tlj,d aanhoudend
geschreven over verschillende bloemen en
tuinwerkzaambeden, zoodat het meer als
t«d wordt, dat wy eens naar onze huisvrien
den terugkeeren. Ze zouden zich anders over
hun stiefmoederlijke behandeling kunnen
beklagen. Onder deze huisvrienden rekenen
INGEZONDEN MEDEDEELING.
1Gld. per pond 20ctperons -10ct.perV2Ons
N.V. DOUWE EC BERTS TABAKSFABRIEKEN
OPGERICHT 1753
R.R D- Q J. 11. ...I
wy ook onze aquariumbewoners. Waar de
meeste liefhebbers zich enkel bezig houden
met een aquarium zonder verwarming, zullen
wy hier alleen eenige beknopte aanwyzingen
geven.
In den winter heeft er in den regel een
gioote opruiming plaats onder de aquarium
bewoners, zoodat dit dringend aanvulling van
nieuw materiaal vereischt. Alvorens we hier
toe overgaan, houden wij eerst de groote
schoonmaak. Ook onze vischjes en torren
wordt deze huiselijke ellende niet bespaard
Ook houders van verwarmde aquariums
mogen deze schoonmaak niet vergeten.
De oude gedeeltelijk verzuurde bodem-
grond wordt vernieuwd, waardoor de planten
in staat zyn hun verdere ontwikkeling te
beginnen of te vervolgen. De afgestorven
planten worden vervangen door nieuwe,
welke we hebben opgedaan op ODze vaste
vindplaats. De meeste houders van een aqua
rium hebben een vaste vindplaats, welke uit
een practisch oogpunt, niet te ver van huis
moet liggen. Het vinden van waterpest en
hoornblad levert geenerlei bezwaren op en
hiermede hebben we reeds twee uitstekende
aquariumplanten, om ons kaal geworden
aquarium aan te vullen.
Zoo noodig kunnen we natuurlijk ook by
een handelaar de noodige planten bestellen,
doch het meeste plezier heeft men van het
zelf zoeken. Voor we tot inzetten der planten
overgaan, worden deze terdege nagezien en
alle ongerechtigheden worden zorgvuldig
verwyderd. Half vergane bladeren en zieke
lijke .stengels worden verwijderd en de te
lange slierten ingekort. Na deze grondige
inspectie en een flinke afspoeling in schoon
water, kunnen we beginnen met het inzetten
der planten.
Met den vingertop maken we een kuiltje
in het zand tot op of in de turflaag en plaat
sen hierin voorzichtig den stengelvoet der
plant. Het kuiltje wordt opgevuld met zand
zetten en scheen zijn gezond verstand weer te
laten spreken. Hij was wel wat stiller dan anders
en wijdde zich na zijne terugkomst met een buiten
gewonen ijver aan zijne economische werkzaam
heden, maar gedroeg zich overigens voorbeeldig.
Alleen op éen punt bleef hij op zijn stuk staan:
hij wilde zijne moeder volstrekt geen rekenschap
geven van de „domheid", die destijds aanleiding
tot zijn overhaast vertrek had gegeven, en ver
meed elke toespeling daarop. Blijkbaar schaamde
hij zich over die vluchtige opwelling, die nooit vee!
te beteekenen had gehad, en hij wilde niet daar
aan herinnerd worden. Voorts schreef hij geregeld
aan zijne verloofde en kreeg even geregeld ant
woord. Deze briefwisseling was wel is waar meer
van praktischen dan teederen aard en handelde
voornamelijk over woningen en huishoudelijke
aankoopen; maar men kon daaruit toch opmaken,
dat de jonge majoraatsheer zijn huwelijk, waarvoor
dag en datum reeds bepaald waren, als een on
twijfelbare zaak beschouwde, en mevrouw Regina,
die meende dat 't haar rechtens toekwam de brie
ven van het jonge paar te lezen, verklaarde zich
hiermede tevreden.
Willibald kreeg dus vergunning zijne aanstaande
te bezoeken, wat des te minder gevaar opleverde,
daar dat behaagziek persoontje, die Marietta
Volkmar, nu door hare betrekking in de stad werd
teruggehouden. Om echter geheel zeker te zijn
van hare zaak, stelde mevrouw van Eschenahgen
haar zoon onder bescherming van haar broeder,
die na zijne terugkomst van de Stahlbergsche
werken met zijne vrouw een Jcort bezoek op Burgs
dorf had afgelegd. Als Willibald gedurende de
twee of drie dagen, dat hij in de stad zou vertoe
ven, bij de Walmoden's ogeerde en uitsluitend
met hen op en nederging, was er niets te vreezen.
De gezant begreep nu echter terstond na zijne
aankomst, dat hij wel genoodzaakt was zijn neef
in te lichten, daar de naam Hartmut Rojanow
hem reeds den eersten dag van verschillende
kanten genoemd werd. Willy, die indertijd Hart-
mut's vertrouwde bij diens samenkomsten met
zijne moeder geweest was en haar naam en afkomst
kende, spitste hierbij de ooren, en de mededeeling,
dat de dichter eigenlijk een jong Rumeniër was,
bracht hem in éene verbazing. Met open mond
zag hij zijn oom aan, die hem nog bijtijds een
wenk gaf, maar niets verder te vragen, en daarop
van het eerste oogenblik, dat zij alleen waren, ge
bruik maakte, om hem de waarheid te onthullen.
Hij deed dit natuurlijk op een allesbehalve ver-
schoonende wijs en beschreef Hartmut als een
avonturier van de ergste soort, dien hij binnen
kort zou noodzaken om de rol te laten varen,
welke hij daar zoo wederrechtelijk speelde.
't Duizelde den armen Willibald bij deze mede-
deelingen. Was de vriend zijner jeugd, aan wien
hij altijd met hartelijke genegenheid gehecht was
geweest, en, ondanks het veroordeelend vonnis,
dat thuis over hem werd geveld, nog was gehecht,
dan hier in zijne onmiddellijke nabijheid, en mocht
hij hem niet weerzien, niet eens herkennen, als
zij elkaar bij toeval ontmoetten?! Walmoden
drukte dit laatste zijn neef vooral op het hart en
deze, onthutst als hij was, beloofde dan ook, dat
hij zoowel tegenover Adelheid als tegenover zijne
aanstaande en den opperhoutvester geen woord van
die geheele zaak zou reppen; maar begrijpen deed
hij haar niet. Déarvoor had hij tijd noodig, even
als voor alle andere dingen.
De dag, dat „Arivana" zou worden opgevoerd,
brak aan. 't Was het eerste werk van een jong, als
dichter nog geheel onbekend auteur, maar de
omstandigheden maakten dit tot een belangrijk
voorval in de kunstwereld, dat men van alle kan
ten met gespannen verwachting te gemoet zag,
Toen de voorstelling een aanvang zou nemen,
waren al de plaatsen in den hofschouwburg bezet,
en nu verscheen ook het vorstelijk paar met hunne
gasten en nam in de groote hofloge plaats. Hoe
wel niet officieel aangekondigd, droeg de opvoe
ring toch den stempel van een galavoorstelling,
waarmede het schitterend verlichte gebouw en het
sierlijk toilet van de dames in overeenstemming
waren.
Vorst Adelsberg, die ook in de hofloge verscheen,
was zóo opgewonden, alsof hijzelf het treurspel had
geschreven. Overigens verkeerde hij dien dag in
een even zeldzame als heuglijke sympathetische
stemming met zijne allergenadigste tante, die
hem tot zich had geroepen en nu juist met hem
over het dichtstuk sprak, dat zij met hare bijzon
dere opmerkzaamheid vereerde.
„Onze jonge dichter schijnt grillig te zijn, even
als al zijn collega's," merkte zij aan. „Hoe komt
't hem in de gedachte, nog in het laatste uur den
naam van de heldin te veranderen!"
„In het laatste uur geschiedde 't nu juist niet!"
antwoordde Egon. „Hij had al plan daarop, toen
we nog op Rodeck waren. Hartmut begreep, dat
de naam „Ada" te koel en te rein was voor zulk
een vurig, opgewonden wezen als zijne heldin en
heeft haar toen zonder complimenten herdoopt."
„Maar de naam Ada staat toch hier op het affi
che!" bracht de prinses hiertegen in.
Wordt vervolgd.
it U dan ook beleefd uit een
rengen aan ons Magazijn.
N, LINOLEUMS, VLOER-
GE, BEHANGSELPAPIER,
IFELKLEEDEN ENZ. ENZ.
lelijks
pi-
afspraak.
Waarom is het
Nat. Begr. Fonds
te ROTTERDAM het voordeeligste
FONDS van geheel ROTTERDAM
Vraagt het antwoord aan den Agent
D. HORSELING
Nieuwstraat 25, MIDDELHARNIS.